Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Yoyoo
Datum: 09-03-2025 | Cijfer: 9 | Gelezen: 1280
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 10 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Julia En Paul - 6
De volgende avond wandelden ze hand in hand langs de Seine, de zachte gloed van lantaarns reflecteerde in het kabbelende water. De geur van versgebakken crêpes en zoete bloemen hing in de lucht, vermengd met de melodieuze klanken van een straatmuzikant die een liefdeslied speelde.

Julia leunde tegen de reling van een oude stenen brug en keek dromerig naar de reflecties op het water. Paul kwam achter haar staan, zijn armen sloten zich om haar middel terwijl hij zachtjes tegen haar oor fluisterde: "Parijs is prachtig, maar jij bent nog mooier."

Ze glimlachte, leunde met haar rug tegen zijn borst en genoot van de warmte van zijn lichaam tegen het hare. "Je bent een geboren charmeur," plaagde ze.

"Alleen voor jou," fluisterde hij, voordat hij haar een tedere kus in haar nek gaf. Zijn lippen dwaalden langzaam naar haar schouder, zijn ademhaling warm en intiem. Julia voelde hoe haar huid reageerde, een aangename rilling trok door haar heen.

Paul draaide haar naar zich toe, zijn hand vond de hare terwijl hij haar zachtjes tegen de muur van een steegje trok, afgeschermd van de rest van de stad. De nacht was koel, maar zijn handen brandden een spoor over haar huid terwijl hij haar tegen zich aantrok.

"Ik wil je," mompelde hij tegen haar lippen, zijn stem hees van verlangen.

Julia haalde diep adem en gleed met haar vingers over zijn kaaklijn, haar blik donker van passie. "Dan moet je me nemen," fluisterde ze uitdagend.

Paul kreunde zacht en drukte haar steviger tegen de muur. Zijn handen verkenden haar lichaam door de dunne stof van haar jurk, zijn mond vond de gevoelige plekken langs haar hals. Julia voelde hoe haar benen zwak werden, haar lichaam zich volledig aan hem overgaf.

Ze verloren zich in elkaar, in de geur van de Parijse nacht, in het zachte licht dat hen omgaf als een deken van sterren. Toen ze uiteindelijk weer hun ademhaling onder controle kregen, glimlachte Paul en tilde haar kin op.

"Je maakt me gek, Julia."

Ze lachte zacht en streek een pluk haar uit zijn gezicht. "Dat is wederzijds."

Met hun handen nog steeds in elkaar verstrengeld, liepen ze verder, alsof Parijs alleen voor hen bestond.

Hoofdstuk 3: Ontwaken in Verlangen

De eerste ochtend in hun nieuwe thuis brak aan met zonnestralen die door de gordijnen speelden. Julia lag nog half slapend in bed, haar lichaam ontspannen en loom van de vorige nacht.

Paul lag naast haar, zijn gezicht dicht bij het hare. Zijn vingers gleden langzaam langs haar arm, tekenden patronen op haar huid. Julia glimlachte met gesloten ogen en draaide zich naar hem toe.

"Goedemorgen," fluisterde hij, zijn stem nog zwaar van slaap.

Ze opende haar ogen en keek recht in de zijne—donker, warm, gevuld met een tedere intensiteit. "Dit is de beste manier om wakker te worden," fluisterde ze.

Paul grijnsde en liet zijn lippen zachtjes over haar kaaklijn glijden. "Vind je?"

Ze kreunde tevreden toen hij haar hals kuste, zijn hand onder de lakens langs haar rug gleed. Zijn aanraking was langzaam en doordacht, alsof hij haar lichaam wilde laten ontwaken op zijn eigen tempo.

Julia draaide zich op haar zij en trok hem bovenop haar. "Ik wil je," fluisterde ze tegen zijn lippen.

Paul liet een lage, tevreden zucht horen en kuste haar diep. Zijn handen bewogen zich over haar lichaam, hun huid tegen elkaar verwarmde de kamer meer dan de ochtendzon ooit kon. Elke kus, elke beweging was een viering van hun liefde, een belofte zonder woorden.

En terwijl de stad buiten ontwaakte, verloren zij zich opnieuw in elkaar, in zachte kreunen en diepe blikken, in de taal van hun lichamen die elkaar perfect begrepen.

Toen ze later uitgeput in elkaars armen lagen, streelde Julia met haar vingers over Pauls borst. "Dit was een veelbelovende eerste ochtend."

Hij lachte zacht en kuste haar slaapdronken op haar voorhoofd. "En we hebben nog een heel leven aan ochtenden te gaan."

Julia glimlachte, haar hoofd rustend op zijn borst. En terwijl Parijs buiten bruiste van het leven, wisten zij dat ze precies waren waar ze moesten zijn—bij elkaar.

De ochtend begon met het zachte getik van regen tegen de ramen. Julia werd langzaam wakker, haar lichaam loom en tevreden, nog na-gloeiend van de nacht ervoor. Paul lag op zijn zij, zijn arm losjes om haar middel geslagen, zijn ademhaling diep en rustig.

Ze bekeek zijn ontspannen gezicht en kon niet anders dan glimlachen. Het voelde nog steeds onwerkelijk—dat ze hier waren, samen, in Parijs, alsof het universum had besloten dat dit precies was waar ze moesten zijn.

Voorzichtig gleed ze uit bed en trok Pauls overhemd aan, dat nonchalant over een stoel hing. De stof voelde zacht tegen haar huid terwijl ze naar het raam liep en naar buiten keek. De stad glinsterde onder de regen, de straten nat en weerspiegelend als een schilderij.

Ze voelde een warme gloed over haar rug toen Paul achter haar kwam staan, zijn armen om haar heen sloeg en zijn kin op haar schouder liet rusten. "Waarom ben je al op?" vroeg hij slaperig.

Julia leunde tegen hem aan en legde haar handen over de zijne. "Ik wilde de stad zien in de regen."

Paul drukte een zachte kus in haar hals. "Jij ziet er mooier uit dan Parijs in de regen."

Ze lachte zacht en draaide zich in zijn armen. Zijn blik was donker en warm, gevuld met iets diepers dan alleen begeerte. Zijn vingers speelden met de knoopjes van het overhemd dat zij droeg, en hij trok haar langzaam dichter tegen zich aan.

"Je steelt mijn kleren," fluisterde hij, een speelse ondertoon in zijn stem.

"Misschien omdat ze lekker ruiken," fluisterde ze terug.

Zijn mond vond de hare in een trage, verleidelijke kus. Hij nam zijn tijd, proefde haar alsof hij haar opnieuw wilde ontdekken. Zijn handen gleden onder het overhemd langs haar rug, zijn vingers warm tegen haar blote huid.

Julia kreunde zacht toen hij haar optilde en terug naar het bed droeg, waar de ochtend langzaam vervaagde in een zee van zachte lakens, warme ademhalingen en gefluisterde woorden.

De regen tikte nog steeds tegen de ramen, maar binnen was er alleen de warmte van hun lichamen, de manier waarop ze elkaar opnieuw vonden—zacht, geduldig, en toch vol onmiskenbare intensiteit.

Hoofdstuk 5: Fluisteringen bij Kaarslicht

Later die avond, toen de regen was verdwenen en de stad baadde in een warme, gouden gloed, besloten ze thuis te blijven. Paul had boodschappen gehaald bij een kleine markt om de hoek en kookte nu in de keuken, terwijl Julia aan de eettafel zat, hem met een dromerige blik observerend.

"Hmm," zei ze terwijl ze een slok van haar wijn nam. "Er is iets ongelooflijk aantrekkelijk aan een man die kan koken."

Paul wierp haar een schuin glimlachje toe. "Je hebt nog niet eens geproefd."

"Dat maakt niet uit," plaagde ze. "Het hele plaatje doet het hem."

Hij schudde lachend zijn hoofd en roerde verder in de pan. Niet veel later zette hij een bord dampende pasta voor haar neer en schoof een stoel dichterbij. De kaarsen op tafel wierpen een flakkerend licht op zijn gezicht, en Julia voelde haar hart even stilvallen.

"Waar denk je aan?" vroeg hij terwijl hij een hap nam.

Ze liet haar vork rusten en keek hem recht aan. "Hoe gelukkig ik ben."

Zijn glimlach vervaagde niet, maar werd zachter, intenser. "Ik ook," zei hij eenvoudig.

Na het eten bleven ze nog lang aan tafel zitten, hun vingers spelend met elkaar, gefluisterde woorden die verloren gingen in de kaarslichte gloed.

Op een bepaald moment leunde Paul naar voren, zijn hand onder haar kin. "Wil je dansen?" vroeg hij zacht.

"Er is geen muziek," zei Julia, een tedere lach op haar lippen.

Paul trok haar overeind, zijn handen vonden haar middel en hij trok haar tegen zich aan. "We hebben geen muziek nodig," fluisterde hij tegen haar oor.

Ze bewogen langzaam, hun lichamen dicht tegen elkaar, terwijl de avond zich om hen heen vouwde. Pauls hand gleed langs de zijkant van haar jurk, zijn lippen streelden haar slaap. Julia voelde hoe de spanning tussen hen groeide, hoe haar huid verlangde naar zijn aanraking.

Toen hij haar uiteindelijk optilde en naar de slaapkamer droeg, wist ze dat deze nacht opnieuw zou worden gevuld met fluisteringen en verlangende aanrakingen die haar tot in haar ziel raakten.

Hoofdstuk 6: De Stad die Ons Hoort

De volgende dag, met de geur van koffie in de lucht, wandelden ze langs de Seine. De zon speelde op het water, de geluiden van de stad omhulden hen als een zachte melodie.

Julia hield Pauls hand vast en leunde tegen hem aan. "Ik voel me alsof ik in een droom leef."

Paul kneep zachtjes in haar hand. "En ik ben degene die nooit wakker wil worden."

Ze lachte en trok hem mee naar een klein steegje, weg van de drukte. "Dan moeten we deze droom levend houden."

Hij keek haar onderzoekend aan. "En hoe stel je dat voor?"

Ze ging op haar tenen staan en drukte een trage kus op zijn lippen. Paul zuchtte zacht en trok haar steviger tegen zich aan, zijn vingers gleden langs haar rug.

"Misschien zo," fluisterde ze.

Zijn lippen vonden de hare opnieuw, dieper deze keer, hongeriger. Julia voelde hoe haar rug tegen de koele stenen muur werd gedrukt, haar benen zwak onder de intensiteit van het moment. Pauls handen gleden langs haar middel, zijn ademhaling onregelmatig terwijl hij haar dichter tegen zich aandrukte.

"Je bent gevaarlijk, weet je dat?" mompelde hij tegen haar huid.

Ze grijnsde en trok hem opnieuw naar zich toe. "Dan moet je me maar in toom houden."

Zijn antwoord was een kus die haar adem wegnam.

Parijs hoorde hen, maar de stad hield hun geheim.
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...