Door: Yoyoo
Datum: 10-03-2025 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 1301
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 7 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 7 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Julia En Paul - 7
Slot
Een paar weken na hun aankomst in Parijs voelde alles nog steeds als een droom, maar nu begon het echt hún droom te worden. Paul had een geweldige baan gekregen bij een gerenommeerd architectenbureau in de stad, en met zijn eerste salaris besloot hij hen een nieuw thuis te geven.
"Ik heb iets geregeld," zei Paul met een ondeugende glimlach.
Ze keek hem vragend aan. "Wat dan?"
Hij leidde haar naar buiten, naar de straat, waar een glanzend zwarte auto op hen wachtte—een stijlvolle, sportieve wagen die perfect bij hun nieuwe leven paste.
Julia sloeg haar handen voor haar mond. "Paul! Dit is geweldig!"
"Je houdt echt van verrassingen, hè?" plaagde ze.
Paul grijnsde en kneep speels in haar dij. "Ik hou ervan om je gelukkig te zien."
Na een poosje rijden toen hij de auto tot stilstand bracht voor een prachtig, klassiek gebouw in een rustige straat niet ver van de Seine, voelde Julia haar adem stokken. Hoge witte muren met sierlijke ijzeren balkons en ramen die het licht vingen als glas-in-lood. Het had een tijdloze Parijse elegantie.
Paul stapte uit, liep om de auto heen en opende haar portier. "Kom," zei hij met een twinkeling in zijn ogen.
Ze pakte zijn hand en volgde hem naar binnen. De brede houten deur piepte zacht toen hij openging, en Julia’s mond viel open. De hal was ruim, met een stenen vloer en een oude kroonluchter die het licht in kleine dansende patronen op de muren wierp.
"Paul… is dit…?"
Hij knikte, zijn blik gevuld met opwinding. "Ons nieuwe huis."
Julia draaide zich langzaam rond en liet haar vingers over de gladde balustrade van de wenteltrap glijden. "Dit is… perfect."
Paul kwam achter haar staan, legde zijn armen om haar middel en drukte een kus in haar nek. "Ik wilde iets waar we een toekomst kunnen bouwen. Een plek die echt van ons is."
Julia draaide zich in zijn armen en keek hem diep in de ogen. "Je bent ongelooflijk."
Hun lippen vonden elkaar, en het was geen haastige kus—het was gevuld met betekenis, belofte. Paul tilde haar op en droeg haar door het huis, hun gelach echoënd in de lege kamers.
Die avond, tussen de nog uit te pakken dozen en de fonkelende kaarsen op de grond, maakten ze hun huis tot een thuis, hun lichamen verstrengeld tussen de zachte dekens en de warmte van elkaar.
Een week later besloten ze een avondrit te maken door de stad. Het zachte gezoem van de motor vulde de lucht terwijl Julia uit het raam leunde en genoot van de stad die baadde in gouden lichten.
Maar plotseling zag ze iets wat haar hart deed overslaan.
"Paul! Stop de auto!"
Paul reageerde onmiddellijk, trapte op de rem en keek haar verontrust aan. "Wat is er?"
Julia wees naar een bewegende zak op de stoep, net buiten het bereik van de straatlantaarns. Haar maag kromp ineen. Ze had gezien hoe een donkere auto met hoge snelheid voorbij reed—en iets uit het raam gooide.
Zonder aarzelen rende ze naar de zak en opende deze voorzichtig. Haar adem stokte.
Vier kleine puppy's, nog piepklein en trillend van de kou, keken haar met grote, angstige ogen aan.
"Oh god…" fluisterde ze, haar ogen vochtig van woede en medelijden.
Paul knielde naast haar neer en voelde de warmte uit zijn lichaam verdwijnen. "Wie zou zoiets doen?"
De puppy’s piepten zachtjes, hun natte neusjes trillend tegen Julia’s huid. Zonder nadenken pakte Paul zijn jas en wikkelde hen erin.
"We nemen ze mee," zei Julia beslist.
Paul knikte en hielp haar voorzichtig met de kleine diertjes naar de auto te brengen. "We gaan direct naar een dierenarts."
Met hun handen verstrengeld en de kleine hoopjes leven tegen hun borst gedrukt, reden ze de nacht in—vastbesloten om deze onschuldige zieltjes een tweede kans te geven.
De dierenarts had hen direct binnen gelaten. Julia keek gespannen toe terwijl de vrouw de puppy’s onderzocht, hen warm wreef en een voedzame melkformule klaarmaakte.
"Ze hebben geluk gehad," zei de dierenarts terwijl ze een van de kleintjes voorzichtig streelde. "Ze zijn onderkoeld, maar verder gezond."
Julia ademde opgelucht uit en voelde Pauls hand op haar rug, een kalmerend gebaar. "Kunnen we iets doen?" vroeg hij.
De dierenarts glimlachte. "Ze hebben liefde nodig. We kunnen proberen een thuis voor ze te vinden, maar…"
Paul keek naar Julia en zag haar blik—zacht, liefdevol, vastberaden.
"Wij willen er eentje adopteren," zei ze zonder aarzeling.
Paul grijnsde. "Dat dacht ik al."
Ze kozen het kleinste pupje uit, een witte met zwarte vlekken en doordringende blauwe ogen. Julia hield haar voorzichtig tegen haar borst en voelde haar kleine hartje tegen de hare kloppen.
"Hoe noemen we haar?" vroeg Paul.
Julia glimlachte en streelde het kopje van de pup. "Luna."
En zo werd hun nieuwe huis nog voller van liefde—nu met een harig gezinslid dat hen vanaf dag één onvoorwaardelijk vertrouwde.
Luna paste zich snel aan. Ze rende over de houten vloeren, ontdekte elke hoek van het huis en kroop ’s avonds op hun schoot.
Op een avond, terwijl Paul de open haard aanstak, keek Julia met een warm gevoel naar de kleine pup die tevreden lag te slapen. "Ik denk dat ze echt thuis is."
Paul kwam achter haar zitten op de bank, sloeg zijn armen om haar heen en kuste haar nek. "Net als wij."
Julia draaide haar hoofd en keek hem aan. "Ik heb nooit geweten dat ik zó gelukkig kon zijn."
Paul streelde haar wang en bracht zijn lippen naar de hare in een langzame, diepe kus. Zijn handen gleden langs haar rug, trokken haar dichter tegen zich aan, hun ademhaling versmolt.
"Hmm," fluisterde Julia speels tegen zijn lippen. "Luna slaapt."
Paul grijnsde en trok haar zonder waarschuwing op zijn schoot. "Dan kunnen wij ook iets minder braaf zijn."
Hun lachen vulde de kamer terwijl hun lichamen elkaar opnieuw vonden, tussen het zachte geknetter van het vuur en de warmte van hun liefde.
De volgende ochtend werd Julia wakker met Luna aan haar voeten en Pauls armen stevig om haar heen.
"Goedemorgen," mompelde Paul, terwijl hij zijn gezicht in haar haar begroef.
Julia draaide zich om en legde haar hand tegen zijn kaak. "Dit is mijn favoriete manier om wakker te worden."
Paul glimlachte lui. "Wat dacht je van een ontbijtje in bed?"
Julia grinnikte. "Als jij het maakt, dan zeg ik geen nee."
Hij stond op, trok een broek aan en knipoogde. "Blijf liggen. Ik zorg voor je."
En terwijl hij de kamer uitliep, voelde Julia een overweldigend gevoel van dankbaarheid.
Ze had alles.
En dit was nog maar het begin.
"Ik heb iets geregeld," zei Paul met een ondeugende glimlach.
Ze keek hem vragend aan. "Wat dan?"
Hij leidde haar naar buiten, naar de straat, waar een glanzend zwarte auto op hen wachtte—een stijlvolle, sportieve wagen die perfect bij hun nieuwe leven paste.
Julia sloeg haar handen voor haar mond. "Paul! Dit is geweldig!"
"Je houdt echt van verrassingen, hè?" plaagde ze.
Paul grijnsde en kneep speels in haar dij. "Ik hou ervan om je gelukkig te zien."
Na een poosje rijden toen hij de auto tot stilstand bracht voor een prachtig, klassiek gebouw in een rustige straat niet ver van de Seine, voelde Julia haar adem stokken. Hoge witte muren met sierlijke ijzeren balkons en ramen die het licht vingen als glas-in-lood. Het had een tijdloze Parijse elegantie.
Paul stapte uit, liep om de auto heen en opende haar portier. "Kom," zei hij met een twinkeling in zijn ogen.
Ze pakte zijn hand en volgde hem naar binnen. De brede houten deur piepte zacht toen hij openging, en Julia’s mond viel open. De hal was ruim, met een stenen vloer en een oude kroonluchter die het licht in kleine dansende patronen op de muren wierp.
"Paul… is dit…?"
Hij knikte, zijn blik gevuld met opwinding. "Ons nieuwe huis."
Julia draaide zich langzaam rond en liet haar vingers over de gladde balustrade van de wenteltrap glijden. "Dit is… perfect."
Paul kwam achter haar staan, legde zijn armen om haar middel en drukte een kus in haar nek. "Ik wilde iets waar we een toekomst kunnen bouwen. Een plek die echt van ons is."
Julia draaide zich in zijn armen en keek hem diep in de ogen. "Je bent ongelooflijk."
Hun lippen vonden elkaar, en het was geen haastige kus—het was gevuld met betekenis, belofte. Paul tilde haar op en droeg haar door het huis, hun gelach echoënd in de lege kamers.
Die avond, tussen de nog uit te pakken dozen en de fonkelende kaarsen op de grond, maakten ze hun huis tot een thuis, hun lichamen verstrengeld tussen de zachte dekens en de warmte van elkaar.
Een week later besloten ze een avondrit te maken door de stad. Het zachte gezoem van de motor vulde de lucht terwijl Julia uit het raam leunde en genoot van de stad die baadde in gouden lichten.
Maar plotseling zag ze iets wat haar hart deed overslaan.
"Paul! Stop de auto!"
Paul reageerde onmiddellijk, trapte op de rem en keek haar verontrust aan. "Wat is er?"
Julia wees naar een bewegende zak op de stoep, net buiten het bereik van de straatlantaarns. Haar maag kromp ineen. Ze had gezien hoe een donkere auto met hoge snelheid voorbij reed—en iets uit het raam gooide.
Zonder aarzelen rende ze naar de zak en opende deze voorzichtig. Haar adem stokte.
Vier kleine puppy's, nog piepklein en trillend van de kou, keken haar met grote, angstige ogen aan.
"Oh god…" fluisterde ze, haar ogen vochtig van woede en medelijden.
Paul knielde naast haar neer en voelde de warmte uit zijn lichaam verdwijnen. "Wie zou zoiets doen?"
De puppy’s piepten zachtjes, hun natte neusjes trillend tegen Julia’s huid. Zonder nadenken pakte Paul zijn jas en wikkelde hen erin.
"We nemen ze mee," zei Julia beslist.
Paul knikte en hielp haar voorzichtig met de kleine diertjes naar de auto te brengen. "We gaan direct naar een dierenarts."
Met hun handen verstrengeld en de kleine hoopjes leven tegen hun borst gedrukt, reden ze de nacht in—vastbesloten om deze onschuldige zieltjes een tweede kans te geven.
De dierenarts had hen direct binnen gelaten. Julia keek gespannen toe terwijl de vrouw de puppy’s onderzocht, hen warm wreef en een voedzame melkformule klaarmaakte.
"Ze hebben geluk gehad," zei de dierenarts terwijl ze een van de kleintjes voorzichtig streelde. "Ze zijn onderkoeld, maar verder gezond."
Julia ademde opgelucht uit en voelde Pauls hand op haar rug, een kalmerend gebaar. "Kunnen we iets doen?" vroeg hij.
De dierenarts glimlachte. "Ze hebben liefde nodig. We kunnen proberen een thuis voor ze te vinden, maar…"
Paul keek naar Julia en zag haar blik—zacht, liefdevol, vastberaden.
"Wij willen er eentje adopteren," zei ze zonder aarzeling.
Paul grijnsde. "Dat dacht ik al."
Ze kozen het kleinste pupje uit, een witte met zwarte vlekken en doordringende blauwe ogen. Julia hield haar voorzichtig tegen haar borst en voelde haar kleine hartje tegen de hare kloppen.
"Hoe noemen we haar?" vroeg Paul.
Julia glimlachte en streelde het kopje van de pup. "Luna."
En zo werd hun nieuwe huis nog voller van liefde—nu met een harig gezinslid dat hen vanaf dag één onvoorwaardelijk vertrouwde.
Luna paste zich snel aan. Ze rende over de houten vloeren, ontdekte elke hoek van het huis en kroop ’s avonds op hun schoot.
Op een avond, terwijl Paul de open haard aanstak, keek Julia met een warm gevoel naar de kleine pup die tevreden lag te slapen. "Ik denk dat ze echt thuis is."
Paul kwam achter haar zitten op de bank, sloeg zijn armen om haar heen en kuste haar nek. "Net als wij."
Julia draaide haar hoofd en keek hem aan. "Ik heb nooit geweten dat ik zó gelukkig kon zijn."
Paul streelde haar wang en bracht zijn lippen naar de hare in een langzame, diepe kus. Zijn handen gleden langs haar rug, trokken haar dichter tegen zich aan, hun ademhaling versmolt.
"Hmm," fluisterde Julia speels tegen zijn lippen. "Luna slaapt."
Paul grijnsde en trok haar zonder waarschuwing op zijn schoot. "Dan kunnen wij ook iets minder braaf zijn."
Hun lachen vulde de kamer terwijl hun lichamen elkaar opnieuw vonden, tussen het zachte geknetter van het vuur en de warmte van hun liefde.
De volgende ochtend werd Julia wakker met Luna aan haar voeten en Pauls armen stevig om haar heen.
"Goedemorgen," mompelde Paul, terwijl hij zijn gezicht in haar haar begroef.
Julia draaide zich om en legde haar hand tegen zijn kaak. "Dit is mijn favoriete manier om wakker te worden."
Paul glimlachte lui. "Wat dacht je van een ontbijtje in bed?"
Julia grinnikte. "Als jij het maakt, dan zeg ik geen nee."
Hij stond op, trok een broek aan en knipoogde. "Blijf liggen. Ik zorg voor je."
En terwijl hij de kamer uitliep, voelde Julia een overweldigend gevoel van dankbaarheid.
Ze had alles.
En dit was nog maar het begin.
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10