Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Quint97
Datum: 09-12-2018 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 2964
Lengte: Lang | Leestijd: 30 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Romantiek, School,
(on)veilig
Ik kan écht niet vaak genoeg zeggen hoe dankbaar ik ben voor jullie lieve reacties. Ik kreeg echt een brok in m’n keel na het lezen van jullie reacties op deel 16.Daarom voelde ik me ook verplicht om ook weer op jullie reacties te reageren. Ik voel me echt heel dankbaar met jullie. Zoals beloofd: dit weekend deel 17.

Voor het gemak heb ik het laatste stukje van deel 16 er nog in gezet, leest toch wat fijner.


‘Quint..? Ik wil met je praten jongen…’ zegt m’n vader. ‘Pap, dit is echt de laatste keer! Wegwezen nu!’ ‘Ik bel de politie nu’ zegt Levi en ik hoor de toetsgeluiden van z’n telefoon. ‘Quint, alsjeblieft, kijk me aan.’ Ik knijp steeds steviger in de trui van Stenn. ‘Ziet u niet dat hij bang voor u is..?’ zegt Stenn confronterend. Ondertussen hoor ik Levi in gesprek met iemand aan de telefoon. ‘Quint, kijk me alsjeblieft aan…’ ‘Pap, oprotten nu!’ zegt Levi. ‘Quint..?’ ‘Het is misschien beter dat u gaat’ zegt Stenn. ‘Ga weg’ zeg ik zacht, maar onverstaanbaar voor de rest. ‘Wat zeg je Quint ?’ vraagt m’n vader. ‘Ga weg’ en probeer m’n stem te verheffen, maar dat lijkt nergens op met dat gejank. Ik til m’n hoofd op en kijk ‘m aan, de tranen staan in m’n ogen. Stenn staat met z’n rug tegen de stoel aan waar ik op zit, houdt zijn handen vast aan me. ‘Quint, jongen toch… Ik heb dit nooit gewild…’ ‘Nee hij is nog steeds niet weg, ik heb het al paar keer gevraagd’ zegt Levi aan de telefoon. Direct draait m’n pa zich om. ‘Levi ophangen nu! Het is mijn huis!’ commandeert m’n vader. ‘Ga weg dan, de politie is al onderweg’ zegt Levi standvastig. ‘En nu ophangen!’ en terwijl m’n vader dat zegt, rukt hij de telefoon uit de hand van Levi. Maar die valt op de grond. ‘Ga weg nu!’ oppert Levi voor de zoveelste keer die m’n vader probeert weg te duwen. Maar m’n vader duwt hem terug en stapt op Stenn en mij af. Uit een schrikbeweging wil ik weg, maar ik vergeet dat ik op een stoel zit en dat ik een onhandige voet heb, en val met stoel en al op de grond. Stenn draait zich vlug om naar mij, maar ook vlug terug naar m’n vader en probeert hem tegen te houden. ‘Raak ‘m niet aan!’ schreeuwt Stenn. Levi duikt bovenop m’n pa. Al snel horen we de sirene van de politie luider en luider worden. M’n vader verzet zich niet meer en Levi trekt ‘m naar achter, van Stenn en mij vandaan. ‘Okay, okay…’ zegt m’n vader. ‘Ik doe niks’ zegt hij ‘onschuldig’. ‘Politie! We komen binnen!’

Maar zodra Levi en Stenn geen kracht meer uitoefenen om m’n vader tegen te houden, maakt hij ineens een ferme beweging naar mij toe. Uit schrik kruip ik nog meer naar achteren, maar veel zin heeft het niet met de stoelen die achter me in de weg staan. ‘Je hebt alles verpest!’ schreeuwt hij uit, en terwijl hij dat zegt, zie ik zijn vuist aankomen. Ik sluit m’n ogen, wetende dat ik die vuist niet kan stoppen. Toen ik vroeger probeerde hem te stoppen, werd ik nog harder afgestraft. Ik hoor overduidelijk harde voetstappen in de hal, steeds meer deze richting op. Ook hoor ik Levi en Stenn boos schreeuwen. ‘Nee!’ Ik voel een harde klap tegen m’n neus aan, een volgende tegen m’n kaak en nog één. ‘Politie!’ klinkt er keihard door de keuken heen. Het slaan stopt… ‘U bent aangehouden’ hoor ik een zware stem zeggen. Ik hoor wat gekreun en meer geluiden die duiden op verzet. Ik durf m’n ogen niet te openen. ‘Quint! Quint!’ En ik hoor Stenn met z’n knieën naar me toe schuiven. ‘Het is voorbij… Het is voorbij’ hoor ik ‘m zeggen. Ik voel z’n handen langs m’n gezicht gaan. Ik hoor m’n vader nog steeds verzetten, er klinken nog meer voetstappen uit de hal. M’n ademhaling is gejaagd, vol van zenuwen en angst. ‘Quint, kleine, doe je ogen open, hij is weg’ hoor ik Levi zeggen. ‘Het is echt goed’ klinkt een geruststellende Stenn. Voorzichtig doe ik m’n ogen open, hopend dat m’n vader weg is. De tranen rollen over m’n wangen. Ik zie als eerste de gezichten van Levi en Stenn, maar ook van een man en een vrouw in een politie uniform. De vier hoofden blokkeren m’n zicht. ‘Ssst… Ssst… Hij is echt weg nu’ en Stenn streelt me langs m’n gezicht. ‘Je moet even plat op de grond liggen’ zegt de vrouwelijke agente. Een doek wordt onder m’n neus gehouden. Ik besef niet wat er gaande is. Blijkbaar is m’n neus aan het bloeden, maar door de spanning, heb ik het niet door. Ondertussen lijkt het wel alsof er een hele blik met politie agenten is opengetrokken, de volgende vier komen de keuken binnen. Ik kijk Levi aan: ‘Waar is mam’ breng ik jankend in het Engels uit. ‘Ze komt eraan kleine’ antwoordt hij. ‘Verstaat hij geen Nederlands?’ vraagt de agent. ‘Jawel, maar het is niet de eerste taal die we spreken en…’ ‘Ik begrijp het’ onderbreekt de agent Levi. ‘Waar sloeg hij je?’ vervolgt hij. Ik kijk de agent beduusd aan. Nog steeds voel ik de strelingen van Stenn langs m’n gezicht. ‘Volgens mij is hij paar keer in z’n gezicht geraakt’ verteld Levi de agent. Ik kijk Stenn aan en ik zie dat Stenn zich groot probeert te houden, maar ik zie de tranen opkomen. Een schuldgevoel en schaamte overvalt me, dat Stenn dít moest meemaken en zien… Ik wil weg hier. Ik brabbel wat uit en probeer op te staan. Maar de stevige handen van de twee mannelijke agenten houden me tegen. ‘Blijf liggen, we weten niet of je nek een flinke klap heeft gehad.’ ‘Quint, het komt echt goed, ik beloof het je…’ zegt een bijna-huilende Stenn. In m’n ooghoeken zie ik twee personen met felle gele kleding aan de keuken in. Nog steeds kijk ik Stenn aan, hij kijkt mij aan. Z’n kalme houding maakt mij kalm. Z’n glimlach die af en toe op z’n gezicht verschijnt, maakt me nóg kalmer.

Ik voel twee latex handschoenen over m’n gezicht. Ik voel hoe de ambulancebroeder aan m’n neus voelt. ‘Wonderbaarlijk voel ik niets ongewoons. Kan je nek van links naar rechts draaien?’ Ik draai m’n nek van links naar rechts. Maar door de spanning verloopt dat minder smooth. ‘Heb je pijn aan je kaak?’ vraagt de ambulancebroeder. Ik schud m’n hoofd. ‘Dan lijkt het erop dat je er goed van af bent gekomen knul’ zegt de ambulancebroeder. ‘Maar je krijgt wel wat pijnstillers, je zal heus wel wat voelen van de klappen.’ Hij staat weer op en praat met de agenten en Levi. ‘Het lijkt me niet nodig dat hij mee gaat, maar dit moet wel in de gaten worden gehouden. Vooral z’n neus voor eventuele zwellingen. Maar ik adviseer sterk dat hij overmorgen de huisarts opzoekt voor een controle.’ Ik volg het gesprek half. Ik ben overeind gaan zitten, tegen het keukeneiland aan. Stenn zit dicht tegen me aan, z’n arm om m’n nek. M’n hoofd op z’n schouder en nog steeds met een doek voor m’n neus. Nadat de ambulancebroeders me wat pijnstillers hebben gegeven en een kleine voorraad hebben achtergelaten, moeten ze vandoor voor een volgende oproep. De vrouwelijke agente komt naar me toe: ‘Zullen we even ergens anders zitten?’ Ze reikt haar hand naar me toe en samen met Stenn helpt ze me overeind. De schrik zit er nog aardig goed in. Dit is niet de eerste keer dat m’n vader me sloeg, maar dit keer was anders dan al die andere keren. Het voelde onwerkelijk wat er was gebeurd. Ik kijk wat om me heen, de keuken lijkt een waar slagveld, alles wat op het kookeiland stond ligt overhoop, de stoelkrukken die door de hele keuken liggen en bloed…

We zitten aan de eettafel. Ik tril van de spanning. ‘Waar is m’n vader?’ vraag ik verlegen aan de agent. ‘Hij is weggebracht naar het bureau, hij is niet meer hier’ verteld ze. Stenn legt zijn hand op de mijne. Z’n warme en kalme hand maakt me rustig. ‘Kan je vertellen wat er is gebeurd? Wat er speelde voordat we kwamen?’ vraagt ze. Terwijl ik m’n verhaal krampachtig probeer te vertellen, komt m’n moeder op een gegeven moment de eetkamer binnen. Direct draai ik m’n ogen weg, ik durf haar niet aan te kijken. ‘M’n jongen!’ roept ze. Snel loopt ze naar me toe. Ze omhelst me terwijl ik in de stoel zit. Maar ik bevries, de tranen staan wederom in m’n ogen. ‘Het spijt me zo Quint…’ Ze legt d’r handen op m’n wangen en draait m’n hoofd naar haar toe. Ik durf haar nog steeds niet aan te kijken, laat staan wat zeggen. ‘Quint… Lieverd… Wat heeft hij toch gedaan met je…’ ‘Mevrouw? Ik zal u even bijpraten wat er is gebeurd.’ De agente staat op en gebaard m’n moeder om mee te lopen naar een andere ruimte. ‘Lieverd, ik ben zo terug…’ en m’n moeder geeft me nog een kus op m’n hoofd. Beiden verlaten ze de eetkamer.

Ik begin wederom met huilen. Stenn drukt m’n hoofd tegen m’n borst aan. ‘Het spijt me Stenn… van dit allemaal…’ kraam ik uit. ‘Nee Quint… Je hoeft geen sorry ervoor te zeggen, nergens voor dit allemaal. Ik wilde je beschermen, maar dat lukte me niet, alweer…’ zegt Stenn. Ik ga overeind zitten en begin hem verbaasd aan te kijken, m’n ogen zijn rood van het huilen. ‘Zonder jou en Levi was dit slechter afgelopen, dus zeg dat alsjeblieft niet…’ zeg ik hem toe. ‘Misschien… Maar het is nu wel eindelijk gestopt’ zegt Stenn. ‘Hey kleine. Hey Stenn…’ zegt Levi terwijl hij de eetkamer binnen komt. ‘Gaat het een beetje?’ vraagt hij met een zachte stem. Ik knik. ‘Naar omstandigheden…’ ‘Zullen we in de woonkamer zitten?’ vraagt Levi. We knikken beiden. ‘Kom, ik breng je wel’ en zonder dat Levi m’n antwoord afwacht tilt hij me op vanuit de stoel. Stenn kijkt met grote ogen. ‘Ja Stenn, dit moet jij straks ook kunnen. Deze prins wordt graag bediend. Je bent wel zwaarder geworden Quint, pfoe’ zegt Levi. ‘Komt door het gips’ zeg ik sarcastisch. We proberen de situatie weg te grappen, maar de gebeurtenis van daarnet leg je niet zo snel achter je. Aangekomen in de woonkamer ga ik in de hoek van de bank liggen samen met Stenn die tegen me aan ligt. Levi gaat naast ons zitten. Ik kan overduidelijk zien dat hij is aangeslagen van wat er is gebeurd. ‘Gaat het Leev?’ vraag ik zachtjes. Hij knikt langzaam: ‘Ik kan gewoon niet geloven dat hij dit heeft gedaan. Ik bedoel, dat ik dit met eigen ogen zag, bizar gewoon…’ Ik zucht even. ‘Quint, hij gaat je echt niks meer doen. De vorige keer beloofde ik dat al met Bram, maar dit keer gaan we daar echt voor zorgen. Je bent en blijft altijd ons kleine broertje, en we doen er alles aan om je te beschermen.’ Ik ben even stil door zijn woorden. ‘Hij zet hier nooit meer een voet binnen, en anders zorgen we wel dat we een ander huis hebben. No way dat hij nog in je buurt komt’ vervolgt Bram terwijl hij ook de woonkamer binnenkomt, blijkbaar stond hij in de deuropening te luisteren. ‘Huh Bram, wat doe jij hier?’ vraagt Levi verbaasd. ‘Ik was eerder klaar dan verwacht en ik zag de appjes van mama terwijl ik op weg naar huis was. Ik kan niet geloven dat dit is gebeurd…’ Kort daarna komt m’n moeder met de twee agenten de woonkamer in. M’n moeder geeft Bram een knuffel. Ik schuif naar de rand van de bank als de agenten naar me toe lopen. ‘Je kan altijd nog aangifte doen, maar die keus ligt bij jou. We hebben alles genoteerd en vastgelegd’ zegt de agent. ‘Schroom niet om langs te komen knul. We kunnen hem echt aanpakken’ zegt de andere agent. Ik bedank ze voor hun adequate optreden en ze lopen met m’n moeder mee die ze uitlaat.

Nadat m’n moeder ze heeft uitgelaten komt ze bij ons zitten. Ze is net zo ‘down’ als wij na wat er is gebeurd. ‘Ik had jullie nooit alleen moeten laten’ begint m’n moeder opeens. ‘Mam, het is niemand z’n schuld. Onszelf verwijten helpt niet…’ antwoordt Levi. ‘Je hebt gelijk…’ zegt ze terwijl ze Levi tegen haar aandrukt. Niet veel later gaat de deurbel. Verschrikt kijk ik op. ‘Ik ben zo terug’ zegt m’n moeder en ze loopt weg. Ik begin weer tegen Stenn aan te liggen. ‘Leev, bedankt, en jij ook Stenn… Zonder jullie was dit een stuk slechter afgelopen’ zeg ik ze toe. ‘Je weet dat ik je voor alles wil beschermen kleine’ zegt Levi. ‘En ik ook’ zegt Stenn en hij drukt zijn lippen op die van mij. Bram gaat naast Levi op de bank zitten. ‘Hebben jullie eigenlijk wat opgelopen..?’ vraagt Bram bezorgd aan Levi en Stenn. Beiden schudden ze. Ineens komt m’n moeder met de ouders van Stenn de woonkamer binnenlopen. ‘Mam! Pap! Wat doen jullie hier?’ zegt Stenn. ‘De moeder van Quint belde ons op en vertelde wat er gaande was, we zijn direct hierheen gekomen’ zegt z’n vader. Stenn springt op en knuffelt z’n ouders. Met z’n moeder praat hij hoe het gaat, de vader van Stenn komt naar me toe gelopen. ‘Gaat het een beetje met je Quint?’ vraagt hij. Ik knik. Ze nemen plaats op de banken en de stoelen, m’n moeder pakt wat te drinken voor ons allemaal. Ook voor Stenn z’n ouders is het niets dat hun zoon hierin betrokken is geraakt. Ze praten over wat er is gebeurd vanmiddag, maar ook wat hiervoor is gebeurd met betrekking tot mij en m’n vader. De tranen vloeien bij m’n moeder die wordt getroost door de tweeling. Voor haar is het ook niet niks. Ze voelt zich schuldig dat m’n pa ‘zijn gang kon gaan’ zoals ze het noemt en ze schaamt zich dat Stenn hierin betrokken is geraakt. Samen met Stenn kijk ik wat Netflix op de iPad met oortjes in. Ik krijg niks mee van het gesprek, ik wil het ook niet. Anders dan normaal ben ik stil, heel stil. Niet veel later val ik in slaap…



Langzaam open ik m’n ogen weer. Ik kreun zachtjes wat. Ik voel de armen van Stenn om me heen en ineens voel ik twee lippen op m’n wangen die een kusje geven. ‘Hey jij. Lekker geslapen?’ vraagt hij. Ik knik zachtjes. ‘Hoe laat is het?’ vraag ik. ‘Het is half tien’ antwoordt Stenn en geeft me een kusje. ‘Ik kijk om me heen, nog steeds zit iedereen in de woonkamer, m’n opa en oma en oom en tante van m’n vader z’n kant zijn er. Op verzoek van m’n moeder zitten ze hier ook. Ze waren ook op die avond toen het aan het licht kwam wat m’n vader deed. ‘Het is goed dat jullie gaan scheiden’ zegt m’n oma. Verschrikt kijk ik op: ‘Scheiden..?’ en er valt een stilte. ‘Ja Quint… Ik kan niet meer samen zijn met hem. Dat wist ik al toen de waarheid boven tafel kwam wat hij bij jou heeft gedaan, maar na vanmiddag al helemaal niet meer’ antwoordt m’n moeder. Ik voel me schuldig, het gezin dat uit elkaar wordt gerukt. En Anna..? M’n kleine zusje, hoe kan zij dit opnemen. ‘Quint, het is echt beter zo, en al helemaal niet jouw schuld’ begint m’n opa. ‘Blijven we hier dan nog wonen?’ vraag ik. ‘Misschien niet in dit huis, want het is wel een duur huis, maar voorlopig zitten we hier nog wel. Zit daar maar niet over in.’ ‘Ik bedoel hier, in Nederland’ vraag ik bezorgd. Ik kijk naar Stenn en weer terug naar m’n moeder. ‘Quint, dat is nog te vroeg om daar antwoord op te geven’ zegt ze. Ik ben niet honderd procent Nederlands, voor vijftig procent ga ik als kaaskop door het leven, de andere vijftig procent is Amerikaans. In een beweging maak ik me los uit de armen van Stenn en ga ik rechtop zitten. ‘Wat? Je gaat me toch niet zeggen dat we ‘misschien’ terugverhuizen ‘back to the States?’ vraag ik boos. ‘Quint…’ begint m’n moeder met een zucht. ‘Wat je moeder probeert te zeggen Quint: ze heeft er nog niet over nagedacht’ onderbreekt m’n opa m’n moeder. ‘Wees er maar niet bang voor lieverd’ zegt m’n moeder. Ik kijk haar twijfelachtig aan. Ineens voel ik de hand van Levi die achter de bank staat over m’n schouder. ‘Kom, laten wij wat drinken’ en Levi gebaard mij en Stenn om naar de keuken te gaan. Stenn reikt me mijn krukken aan en we lopen naar de keuken. ‘Bro, denk je nou echt dat we weggaan uit Nederland? Mam weet heus wel dat we met onze studies zitten en jouw school…’ zegt Bram als we wat drinken in de keuken. ‘Ja oke… Je hebt gelijk’ antwoord ik. Paar uur geleden was de keuken nog een grote rotzooi, nu lijkt het alsof er niks is gebeurd. De bel klinkt. ‘Oh, daar is het eten’ en Bram loopt richting de voordeur.

Niet veel later zitten we aan tafel te eten met het gehele gezelschap. Er is wat Grieks eten besteld. Honger en trek heb ik niet. Ik krijg een paar happen door m’n keel. Ook aan tafel ben ik stil, zelfs met Stenn praat ik nauwelijks. Ik zit helemaal in m’n gedachten. ‘Stenn? Misschien een stomme vraag, maar, blijf je bij Quint slapen?’ vraagt z’n moeder nadat we klaar zijn met eten. Het is even stil totdat Stenn antwoord geeft: ‘Als Quint dat wilt…’ Ineens voel ik een tik van Levi z’n voet, ik kijk hem aan en hij wenkt met z’n ogen en wenkbrauwen naar Stenn. ‘Ooh, ja hoor’ zeg ik heel droog. ‘Ik heb al wat spullen meegebracht’ zegt Stenn z’n moeder met een knipoog. De tafel wordt afgeruimd en we praten nog wat na. Samen met Stenn, Levi en Bram ga ik naar de woonkamer. We knallen nog een film aan op Netflix totdat de klok twaalf uur aantikt. Ondertussen is iedereen naar huis gegaan, op Stenn na natuurlijk. ‘Jongens, ik wil niet vervelend zijn, maar het is half één, en jullie moeten morgen nog naar school…’ zegt m’n moeder. Iedereen snapt de hint natuurlijk. Terwijl de lichten uitgaan en we naar boven gaan word ik onderaan de trap nog tegengehouden door m’n moeder: ‘Je mag morgen thuis blijven als je wilt.’ ‘Neh, ik kan maar beter naar school gaan denk ik…’ antwoord ik. Trede voor trede loop ik de trap op om vervolgens naar m’n kamer te gaan. Normaal dan anders sla ik het tandenpoetsen over. Ik voel me moe en ik wil me gewoon verstoppen onder de dekens. Ik zit op het randje van m’n bed bed en doe m’n trui uit. Met veel moeite probeer ik m’n broek uit te doen, maar dat gaat lastig. Ik worstel ermee. Stenn komt m’n kamer binnen. ‘Wacht maar, ik help wel’ en voorzichtig trekt hij aan de pijpen van m’n broek als ik m’n kont wat optil zodat m’n broek uit gaat. Ik ga onder de dekens liggen. Stenn legt z’n outfit voor morgen alvast klaar. ‘Zal ik de jouwe ook alvast klaarleggen?’ vraagt Stenn. ‘Ehm… Ja is goed’ antwoord ik twijfelachtig. Ik denk altijd goed na over wat ik aantrek, ondanks dat ik heel hetero overkom, ben ik wel bewust met kleding. ‘Als het maar geen skinny jeans is’, die kan ik niet aan met die voet.

Nadat Stenn ook mijn kleding voor de volgende dag heeft klaargelegd, komt hij naast me liggen onder de dekens. Ik kruip tegen hem aan, ik leg m’n hoofd op z’n borst en hij slaat een arm om me heen. De lichten gaan uit, het enige licht wat in de kamer schijnt, is het maanlicht. Een diepe zucht verlaat m’n mond. ‘Wat is er?’ fluistert Stenn. ‘Gewoon deze dag… Ik dacht dat ik alle ellende wel heb gehad’ antwoord ik. ‘Snap ik’ zegt hij terwijl hij me door m’n haren streelt. ‘Maar het kan nu alleen maar beter worden Quint’je, ik kan het niet beloven, maar ik wil daar wel voor gaan, samen met jou.’ Z’n woorden doen me veel. ‘Ik hou zoveel van je Stenn’ vertel ik ‘m. ‘Ik ook van jou Quint’ en hij geeft me nog een kus op m’n hoofd. Ik volg door hem een kus op z’n borst te geven. Hij geeft me een veilig gevoel. Z’n kalme houding, z’n geruststelling. Maar bovenal: alleen iemand die zoveel van je houd blijft na zo’n gebeurtenis nog bij je. Een ander had de benen genomen en weggegaan… Zin in seks is er niet. M’n hoofd staat daar totaal niet naar, en ik gok die van hem ook niet. Op kusjes geven en strelingen na, gebeurd er ook niks. Langzaam dommel ik in slaap, op de borst van de jongen van wie ik zoveel hou, op weg naar dromenland.



De volgende ochtend gaat de wekker, erg lang gaat die niet, want hij is al snel uit. Ik kreun en zucht wat. Ik wrijf in m’n ogen en ik doe langzaam m’n ogen open. ‘Hey lekkerding’ klinkt er naast me. ‘Good morning’ zeg ik Stenn toe. ‘Hoe voel je je?’ vraagt hij. ‘Wel okay, m’n neus en zo ook, als je dat bedoelde’ antwoord ik. Hij geeft me een kus op m’n mond. ‘Dit is wel fijn wakker worden zo, op een schooldag, naast jou’ zegt hij. Ik zie de glinstering in z’n ogen. Ik glimlach en breng m’n hoofd dichter naar de zijne en breng m’n lippen op de zijne. Ik sluit m’n ogen en druk m’n tong tegen zijn lippen aan. Direct doet hij z’n mond open en vind mijn tong de zijne. We zijn in een tongzoen vestrengeld. Ineens gaat de slaapkamer deur open. ‘Wakker worden!’ klinkt er uit de deuropening. Abrupt beëindigen we onze zoen en draaien we onze hoofden naar de deur toe. ‘Oei Levi, volgens mij zat Quint z’n tong vast aan de tong van het vriendje’ zegt Bram op een sarcastische toon. ‘Ja volgens mij storen we’ vervolgt Levi. Beiden staan ze in de deuropening met alleen hun sexy Calvin Klein boxers. Bram een grijze, Levi een rode. Ik zucht diep: ‘Jullie zijn soms echt zo irritant he…’ Levi en Bram liggen in een deuk. ‘Ooooh… Maar wat kunnen we er toch van genieten’ zegt Levi nadat ze zijn uitgelachen. ‘Maar ehm, we moesten wat broodjes brengen van mam’ en Bram brengt een dienblad naar ons toe. ‘Maar jullie hebben nog twintig minuten voordat mam weggaat, succes!’ en beiden verlaten ze de slaapkamer. ‘Ehm… Dat wordt dus snel eten, douchen en aankleden’ vervolg ik. Gehaast eten we onze broodjes op en haasten we ons naar de badkamer om te douchen. Helaas wel afzonderlijk. De vorige keer dat we samen douchten was omdat niemand ons toch kon zien dat we samen gingen, nu ligt dat anders met de tweeling op de loer op de verdieping.

Na het douchen probeer ik zo snel mogelijk m’n outfit aan te trekken: sweatpants met eens strak wit shirt met een hals met knoopjes. Zodra ik m’n shirt aan heb getrokken loop ik naar de badkamer om m’n haar te föhnen en wat wax erin te doen. Terwijl ik de laatste puntjes van m’n haar stijl komt Stenn de badkamer in. ‘Wow…’ klinkt er zachtjes uit z’n mond. Ik draai me om en kijk hem aan: ‘Wat is er?’. ‘Niks’ zegt hij met een brede grijns. ‘Dit shirt staat je gewoon veel te goed. Ik zie je mooie buik- en borstspieren door je shirt heen’ zegt hij terwijl hij naar me toe komt en me een kus geeft. ‘En je kapsel on point... Ondanks dat je invalide bent, zie je er nog steeds zo sexy uit.’ ‘Jij ook’ zeg ik hem toe en geef ‘m nog een kusje. Stenn z’n outfit ziet er nog mooier uit. Skinny jeans met gaten bij z’n knieën, wit shirt, witte Nike’s, zwart leer jasje en een rode pet met New York Yankees. ‘Ey… Die pet komt me bekend voor’ zeg ik. ‘Ehm ja, hij komt ook uit jouw kast. Vind je vast niet erg toch?’ antwoordt hij. ‘Hmm nee, past wel bij je kaaklijn.’ Stenn begint te glimlachen. Ik besluit om een blauwe pet op te doen, zodat we iets hetzelfde hebben, naast onze liefde voor elkaar natuurlijk. ‘Jongens! Als jullie nog op tijd op school willen komen moeten we nu gaan’ klinkt er beneden.

‘Als er wat is, bel je me, of app je me…’ zegt m’n moeder als we bij school aankomen. ‘Ja mam…’ zucht ik. ‘En jij ook Stenn!’ ‘Ja mevrouw’ en we stappen de auto uit. Stenn krijgt nog een aai over z’n hoofd van m’n moeder: ‘En wat zei ik nou over dat mevrouw, dat maakt me ouder.’ We moeten alle drie lachen. ‘Succes op school mannen, tot vanmiddag!’ en Stenn doet de deur dicht. Ik draai me om richting het schoolgebouw en ik zucht. ‘Gaat ‘ie?’ vraagt Stenn bezorgd. ‘Ja hoor, ik wil er gewoon zo min mogelijk over nadenken, ik wil zoveel mogelijk afleiding’ antwoord ik. ‘Snap ik’ zegt Stenn. ‘Kom, laten we gaan.’ We lopen het schoolgebouw binnen en we lopen direct naar de lockers om wat boeken voor de eerste lessen in onze tassen te doen. ‘We hebben nog tijd om even bij de tafel te zitten’ zegt Stenn. ‘Goed plan!’ antwoord ik. We lopen naar onze vaste plek in de aula. ‘Als we daar onze tortelduifjes niet hebben!’ Het is Kim die dat zegt, we geven elkaar een knuffel, evenals bij Amy en Zoey. Ook Jelmer, Tom, Timo en Thomas zijn er. We praten weer als vanouds over de alledaagse dingen. Alleen met Thomas is het gesprek wat ongemakkelijker en hij is wat stiller dan normaal, maar dat heeft tijd nodig. ‘Oja Quint, raad eens wie er ook weer is’ zegt Zoey. Ik kijk haar vragend aan. ‘Ehm…’ ‘Kijk eens naar de andere kant van de tafel’ en ze draait m’n hoofd naar die kant op. Daar zie ik een jongen naar me kijken, ik kijk hem verbaasd aan, alleen hij is niet heel blij om mij te zien als ik naar z’n blik kijk. ‘Jorne?’

Zoals altijd ben ik benieuwd naar jullie reacties, dus laat me vooral weten wat jullie ervan vonden. Net zoals dit deel zal ik niet te lang wachten met het volgende deel. Fijne zondag allemaal!

Wordt vervolgd in deel 18
Trefwoord(en): Romantiek, School, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...