Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: G. Tonner
Datum: 15-06-2015 | Cijfer: 8.8 | Gelezen: 2773
Lengte: Lang | Leestijd: 15 minuten | Lezers Online: 1
hoofdstuk 18

Ze zaten in de auto. Germ had voorgesteld naar de baronie van Rosendal te rijden, een hele tocht. Hij had twee nachten geboekt in het Fruhus, het vroegere vrouwenhuis. Vandaag de reis heen, morgen de slottuin en de omgeving verkennen, de derde dag terug. Hij vertelde haar over hun reisdoel...
Rosendal baroniet is een zeventiende-eeuws slot van een Deense baron. In die tijd voerden de Denen nog het bewind Noorwegen. De in later tijd aangelegde tuin is een wereldberoemd voorbeeld van de ‘Engelse landschapstuin’. Destijds creëerden tuinarchitecten voor aanzienlijke lieden een tuin die vloeiend overging in het omringende landschap. Dat is bij Rosendal een fraai berggebied, en de tuin wekt de suggestie dat het onmetelijke berglandschap gewoon bij het slotdomein hoort. Sowieso zijn tuinen in Noorwegen door het klimaat al een moeizame onderneming, maar een tuin op deze schaal is werkelijk uniek!’

‘Jij bent ook al tuinexpert? Toe maar, van alle markten thuis.’
‘Nou, ik bewoon zelf een Noord-Groningse herenboerderij met een veel kleinere maar even zo goed spectaculaire Engelse landschapstuin. Aan het eind van de achttiende eeuw hebben twee broers een groot waddengebied ingepolderd, en toen het geld binnenstroomde, hebben ze twee kop-hals-rompboerderijen op ongeveer vijfhonderd meter tegenover elkaar gebouwd met de ‘koppen’ naar elkaar toe, en met een parkachtige landschapstuin om elk van de boerderijen. Tussen de boerderijen liggen akkers, en daaroverheen keken ze elkaar ‘in de glazen’. Het is dus net alsof die akkers en het omringende weidse landschap bij hun erven horen, vergelijkbaar met de tuin van Rosendal.’

Tijdens de lange reis hadden ze alle tijd met elkaar in gesprek te raken. Ze realiseerden zich nog geen vijfentwintig kilometer van elkaar verwijderd te wonen. Gaandeweg werden hun mededelingen intiemer.
‘Voor iemand met jouw leefstijl moet W. toch wel een vreselijk duf gat zijn,’ meende Germ.
Maar dat viel reuze mee, ook op de noordelijke klei worden mannen door hormonen aangestuurd - zoals hij uit ervaring wist, grinnikte Kristel. Ze had enkele collega’s die wel ’s een nachtje bij haar bleven slapen.

Ze vertelde met veel smakelijke details hoe ze verschillende keren vwo-bovenbouwknapen ingewijd had in heel andere vaardigheden dan Duitse taalvaardigheid.
‘Ik hou van de verborgen spanningen die zulke relaties veroorzaken in een relatief kleine schoolgemeenschap.’
Haar ervaringen met die jongens van een jaar of zestien, zeventien, waren vooral haast ontroerend om hun naïeve vertrouwen in en overgave aan hun ‘juf’.
‘Neem bijvoorbeeld Harko en Wilco, alleen al die Groningse namen trouwens. Het zal allemaal wel volkomen fout zijn, maar ze hadden vermoedens gekregen over een een tweede leven van juf Brehmer, en ze hadden zo’n slim plan bedacht om zich een weekend aan mij op te dringen! Ik heb het heimelijk dankbaar aanvaard, en ze laten geloven dat ik niet doorhad wat hun opzet was. Met een vertederende, maar o zo manipulerende, sociale handigheid lukte het ze van vrijdagmiddag tot zondag bij me te ‘logeren’. Elk van de ouders dacht dat ze een weekend bij het andere gezin waren... Gods, wat is dat mooi om dat spel te spelen. Ze weten met hun kop van alles over seks, maar in de lijfelijke praktijk zijn ze zo onwetend, en tegelijkertijd ook weer helemaal klaar om ‘het’ te doen. Zulke jongens tuimelen van de ene ervaring in de andere. De inzet en concentratie waarmee ze hun overstap naar de volwassenheid op seksgebied maken! Alles, maar dan ook alles is dubbel in zo’n situatie. Ze zijn onzeker over hun lijf, maar ze willen het ook zo graag showen en het beoordeeld hebben. Dan raak ik zo’n stijve jongenspiemel aan en zeg er wat over. Wat een knaap heb jij! Nou, daar trek je vast vaak aan... Slaan zo’n jongen de vlammen uit om een soort van betraptheid, maar even zo goed krijg je uitvoerig verslag van hun soloseksleven en hun erotische fantasieën. En zichzelf maar met de ander vergelijken, waarbij het reuze-instructief is dat ‘juf’ als deskundige arbiter optreedt. Dan mogen ze juf bekijken en betasten. Ze stellen zonder dat ze het zelf echt door hebben, de meest impertinente vragen. Ik doseer m’n antwoorden natuurlijk zorgvuldig, maar er gaat ineens een wereld voor ze open. Of ze ‘het’ ook mogen doen?
Vraag ik: Wat bedoel je precies met ‘het’? En hoewel ze zichzelf in die volkomen-over-de-topsituatie gemanoeuvreerd hebben, krijgen ze toch het woord ‘neuken’ bijna niet uit hun mond... Germ, wat je er ook van vindt, wat wie-dan-ook ervan vindt, ik weet zeker dat ik die jongens een ongelooflijk positieve ervaring geef. Het is misschien wat zelfingenomen, maar ik voel me dan een soort heilige, of nog beter een van God gestuurde engel.’

Ze keek Germ aan. Zijn hele uitdrukking was er een van bewonderende bijval. ‘Kristel, je bent een fenomeen! In een wereld van hypocrisie en psychische heimelijkheid geef je zulke jongens een kompas voor een gezond seksleven in de toekomst. Je bent vanaf dat weekend hun Polarstern waarop ze kunnen koersen.’

Germ stuurde een parkeerplaats op. Ze waren de enige auto.

‘Gistermorgen, toen jij nog in je trance verkeerde, heb ik een curieuze uitvoering van een stuk van Bach beluisterd. Ik zeg niks, luister maar.’ Een instrumentale inleiding die wel op harmonium gespeeld leek, even later engelachtige knapenstemmen. ‘Tilge Höchster meine Sünden’ Het geheel deed vermoeden dat een van deze zangknapen voor het alom bekende schilderij ‘zigeunerjochie-met-traan’ geposeerd moest hebben. Het harmonium bleek toch te bestaan uit diverse barokinstrumenten waaronder raspende violen.
‘Wat is dit? Is dit ook Bach?’
Germ zweeg, met zijn wijsvinger voor zijn getuite lippen. Ze lieten minutenlang de muziek over zich heen stromen. Kristel raakte ontroerd.
‘Je hoort het, volgens Bach doet de Hoogste je zonden teniet… Je inschatting een door god gezonden engel te zijn, is terecht. Bach heeft hier muziek van Pergolesi gebruikt, en de uitvoering is met die engelachtige kinderstemmen pure kitsch, maar dan wel Edelkitsch!
Toen ik gisteren naar deze muziek luisterde, besefte ik met grote helderheid dat seks bij jou een bijna naïef aandoende lichtheid heeft. De burgerlijke maatschappij wijst jouw ongebonden, ‘lichte’ seks misschien af als laag-bij-de-gronds, maar je tilt er mensen juist mee op. Mij heb je ermee geheeld.’

Ze dronken koffie met een koek erbij die net zo mierzoet was als de muziek.
Toen ze weer reden vroeg Germ: ‘Hoe liep het af met die jongens?’
‘Haha, ze konden het zeggen, en ze kónden het. Het was een beetje als met mijn broertje Gerd op de video, meer aandacht voor hun eigen pikkie dan voor de vrouw met wie ze het deden. Ze waren voortdurend met elkaar in gesprek over wat ze ervoeren. De emoties waren heftig, trouwens. Harko toonde het meeste initiatief en was dus ook de eerste die in me kwam en klaarkwam. Prachtig hoe ze zich uitten in hun jongerenjargon. Kut, hij schiet eruit! Tjezus, wat rauw, man! Dat soort kreten. En dan het bedremmelde gezicht toen Wilco mócht, maar ja, dan wel in een pruim die droop van Harko’s zaad. Ik vertelde hem over sloppy seconds en het exclusieve daarvan, en hij had vervolgens de kick van z’n leven. Herinner jij jouw eerste keer? Nou, die was vast niet sloppy, haha!’

De slotopmerking functioneerde niet als bruggetje, want ze ging verder. ‘In the week after gedroegen ze zich op school zó manhaftig, hè. Niks geen stoer gedrag of zo, ze waren heel prudent, maar toch op momenten dat dat kon... tja, hoe zeg ik dat... zo lief, zo dankbaar...
Het hele gebeuren kreeg trouwens nog een bijzondere twist. Vraag me niet hoe, maar de vader van Wilco kwam erachter, en die rook meteen een buitenkans. Die vertelde niets aan moeders en hield het helemaal voor zichzelf. Hij meldde zich bij mij. Ik had me, als lerares, seksueel vergrepen aan een leerling, zijn zoon. Wat was het me waard als hij dat níet aan de grote klok hing...?
Toen ik mijn aanbod deed, stapte hij onmiddellijk in een minzame sfeer. Nou, ik heb niets dan lof voor de heerlijke vrijpartij die hij ervan maakte. Zo nu en dan zoekt hij me weer op, en altijd heeft hij tijd en tedere aandacht voor me. Mannen kunnen zo lief zijn, hè, als je ze seks voert.’

hoofdstuk 19

Rosendal maakte indruk. Groots was het Huis misschien niet, maar het had beslist adellijke allure. Het vrouwenhuis, waar ze verbleven, lag een paar honderd meter verderop. Hun kamer was niet chic, een bijna popperige ruimte met lits jumeaux van koperen ledikanten en vitrages van namaakkant. Geen Edelkitsch maar gewone kitsch... Het geheel maakte Germ balorig, wat ze tot de ontdekking voerde dat de bedden een prettige neukvering hadden. Ze vrijden in een lacherige sfeer, heel licht.

De eetzaal bood een eenvoudiger menu dan ze zelf bedacht zouden hebben, maar niets kon hen uit hun vrolijke stemming stoten. Hun kamer had weliswaar een televisietje, maar geen geluidsinstallatie. Germ had een eenvoudige installatie voor noodgevallen achter in de auto staan en weldra klonk zachtjes, want de kamers waren gehorig, het feestelijke Eerste Brandenburgs concert. Ze dronken wat whiskey, en verder hadden ze aan elkaar genoeg...

De tweede dag was het prachtig weer. Ze volgden de eerste rondleiding door het Huis, dat in de loop van de tijd een waar cultuurcentrum werd en waar grootheden als Grieg en Ibsen te gast waren. Daarna dwaalden ze hand in hand door de tuin.
Een deel was renaissancistisch formeel, maar verder waren er slingerende paden en imposante lindelanen rondom liefelijke beemden. Het beloofde berglandschap viel wat tegen, het bleef beperkt tot de Hatteberg, die dan wel weer een prachtige aanblik bood als gesuggereerd tuinelement. Ze liepen een heel eind heen en terug langs een met veel groen omzoomde, snelstromende elf. Gaandeweg raakten ze in steeds persoonlijker gesprekken.
Germ vertelde over zijn leven met Gerdien, hun kinderwens, de aankoop van de herenboerderij en het landelijke leven daar, en natuurlijk Gerdiens dood.

Kristel vertelde hoe ze altijd als mensenmens het middelpunt was van levendige, op erotiek gerichte sociale verbanden. Maar ook hoe ze soms verlangde naar een innerlijker leven, al vreesde ze daar tegelijkertijd de verstilling van...
‘Wat dat betreft ben je met Bach echt mijn leven binnen gedrongen. Je laat me ongekende dimensies ervaren, wat een rijke - zoals je al eens zei: erotische - klankwereld! En tegelijkertijd heb ik die stroom van menselijke contacten nodig, de geile maar ook vaak lieve aandacht van al die mannen. Wonen tussen de stille akkers, Germ, dat wordt mijn mentale dood.’
‘Maar Kristel, je realiseert je toch wel dat er zo veel mensen kunnen komen als wilt? Ruimte zat om een regiment aanbidders logies te bieden. Ik weet het: na deze week is het wat jou betreft over, maar lieve Kristel, als je je bedenkt, bel me, zoek me op! Als je dat wilt, beloof ik je een heel jaar op je te wachten. Neem de tijd om na te denken...’

Hij had onmiddellijke weerstand verwacht, afwijzing. Maar ze zweeg.
Pas na een hele tijd zei ze zachtjes: ‘Ik denk niet dat ik het kan. Dat hou ik, dat houden wij niet vol.’

De lichtheid had plaats gemaakt voor een zekere ernst. Aan tafel in de eetzaal spraken ze over hoe een leven samen er dan uit zou zien. Kristel dacht dat Germ na verloop van tijd al die geilaards meer dan beu zou worden. Germ dacht dat Kristel zou genieten in een huis dat zou fungeren als het centrum van haar sociale netwerk.
‘Je zou dat huis eens moeten zien, het is zo prachtig. Twee kamers, de grote gang en de keuken zijn helemaal in oude stijl teruggebracht, en verder is er een weelde aan moderne ruimtes. Het wordt daar een komen en gaan van vrienden.’

Op hun kamer vroeg Germ of hij de cantate mocht draaien die hem al dagen door het hoofd spookte. ‘Het heeft een weergaloze ‘sinfonia’ als opening: met een orkest dat tegenspel wordt geboden door een orgel. Deze uitvoering is opgenomen in de Martinikerk in Groningen - met het monumentale Schnittger-orgel. En dan de tekst! Kristel! Ik ben de droefenis voorbij… Ik weet het, Bach bedoelde het anders, maar ik wil het zo verstaan - alsof het over mij, over ons gaat.'
Even later klonk de cantate Wir müssen durch viel Trübsal BWV 146. Germ omklemde haar, trok haar dicht tegen zich aan. De muziek omhulde hen als een cocon. Na een half uurtje klonken in een dubbelaria de woorden Wie will ich mich freuen, wie will ich mich laben, / Wenn alle vergängliche Trübsal vorbei. / Da glänz ich wie Sterne und leuchte wie Sonnen, / Da störet die himmlischen, seligen Wonnen / Kein Trauren, Heulen und Geschrei.. [vertaling zie voetnoot] Germ had de cantate op herhalen gezet. Ze luisterden ademloos. In de tweede ronde kleedden ze elkaar uit, en zoenden en streelden elkaar. De derde ronde was al ver gevorderd toen Germ haar glänzende Sterne zoende. Ze telden de rondes niet meer, de droefenis voorbij...

Aan het einde van de week namen ze afscheid. Maar de droefenis was terug. Kristel huilde toen ze zei, dat ze een relatie niet dacht aan te kunnen. ‘Germ, ik kan het niet... Beloof me dat je me met rust laat, dat je geen contact zult zoeken. Jij moet je eigen weg vinden. Ik bedank je voor deze prachtige week, maar het is onverbiddelijk over...’

‘Kristel, ik beloof het, onder de voorwaarde dat jij mij belooft dat jij mij belt als je je bedenkt.’
‘Oké, dat beloof ik. Maar reken er niet op. Dan moet er wel een wonder gebeuren...’

- - -

[(vrije) vertaling van de Duitse tekst: Wij moeten door veel droefenis heen. // Wat zal ik me verheugen, wat zal ik getroost worden, als alle vergankelijke droefenis voorbij is. Dan schitter ik als de sterren en straal als het zonlicht, dan storen geen treurnis, klacht en gehuil de zalige hemelse vreugde meer.]
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...