Door: Keith
Datum: 12-04-2019 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 14464
Lengte: Lang | Leestijd: 26 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 26 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 52
Tijdens het ontbijt op de zondagochtend keek ik op m’n mobiel. 04:25 had Fred een appje gestuurd. “H voor mij sinds 23:00 onzichtbaar. Houdt blijkbaar radiostilte in acht. Mijn vrienden weten net zo veel. Ondertussen IOB uitgegaan. CY” Ik keek Joline aan. “Hij is weer onder de radar. Verschwunden. Pleite. Gone with the wind.”
Ze las het bericht. “Slaapt die vent nooit? Moet je kijken op welke tijd hij dit bericht verzond… Wat is IOB, Kees?” “ Een Internationaal Opsporings Bevel. Via Interpol. Elke diender die ‘m ziet, kan ‘m oppakken. Zal ook wel onder druk van Frankrijk tot stand zijn gekomen. Daar wordt hij van moord verdacht. ten minste een land waar hij waarschijnlijk niet naar toe gaat. Als we vakantie gaan plannen, kunnen we het beste daarheen gaan.”
Joline grinnikte. “Oh ja, lijkt me heerlijk! Een paar weken aan de Cote d’ Azur! Lekker zonnebaden op het strand, ronddrijven op zo’n megaluxe jacht voor de kust van Monaco… Zien en gezien worden!” Ik trok een vies gezicht. “Persoonlijk ben ik meer van het type ‘zien zonder gezien te worden’. Als jij je goddelijke lijf in een badpak hijst, en op een strand aan de Cote d’ Azur gaat liggen, sta je onmiddellijk op de voorpagina’s van alle tabloids, met als onderschrift: ‘Pallas Athene is uit de dood herrezen!’ Ze gniffelde. “Lief van je. Overigens had Pallas Athene volgens de schilders donkerbruine of zwarte lokken. Heb ik geen zin in. Maar dan is de onderkop: ‘En ze heeft Zeus bij zich!’ Tenminste: als jij meegaat.”
Ik gaf haar een zoen. “Dank je wel voor het compliment. En Frankrijk als vakantiebestemming is helemaal zo gek nog niet. Als we in oktober gaan zijn de temperaturen daar nog aangenaam.” Joline keek me verbluft aan. “Meen je dat?” Ik knikte. “Waarom niet? Ik heb dit jaar nog helemaal geen zomervakantie genoten, vanwege dat grote offshoreproject. De andere Piraten wel, ze losten elkaar af. En volgens mij heb jij ook geen vakantie gehad sinds dat ik je ken.” Joline knikte. “Klopt. De eerste maanden heb ik me 100% op het werk gestort en..” “…de laatste maanden stortte je je 100% op mij”, vulde ik aan. Ze knipoogde. “De laatste weken voelen sowieso als één grote vakantie. Met een hele leuke vakantiewoning.”
Ik hakte de knoop door. “Nou dame, ondanks dat lijkt het me een goede zaak als we er een paar weken tussenuit gaan. Bij de Piraten kan dat nu; ik heb een lekker lopend team. Bij jouw BackOffice zou dat ook kunnen, als je de zaak een beetje snel op de rit kan krijgen. Dan zouden we over een maand onze snor voor twee weken kunnen drukken. Ik kan dat bij Theo er wel door krijgen, denk ik.” Joline begon te stralen. “Meen je dat?” Ik knikte. Ze vloog me om de hals. “En verzin je dat nu ter plekke?”
“Nee schat. Daar liep ik al een paar weken over te denken, maar telkens kwam er iets tussen. We zitten nu in een wat rustiger vaarwater. Bovendien..” ik grinnikte even, “…heb ik dan twee weken vrijstelling van dansles. Het ultieme vakantiegevoel.” Joline keek me laatdunkend aan. “Kees Jonkman, je hebt de gave om iets heel leuks binnen twee seconden een hele akelige bijsmaak te geven...” Daarna begon ze te lachen. “Naarling. Ik snap steeds minder waarom ik verliefd op jou geworden ben. Maar goed… Vakantieplannen maken dus! Waar gaat jouw voorkeur naar uit?”
Ik wees naar de gang. “Hoe denk je dat die foto’s daar gekomen zijn? Ergens heenrijden, een dagje lopen en van de natuur genieten, daarna ter plekke een dagje cultuur snuiven, en vervolgens ergens anders heen. En als het ergens mooi of interessant was, dan bleef ik daar wat langer. In twee weken tijd maximaal vijf locaties. En maximaal één dag van te voren plannen. Niet de hele vakantie thuis op de minuut nauwkeurig regelen. Dat geeft alleen maar stress.” Joline keek me aan. “En hoe ging je daar dan heen?” “Met de auto. Zweden, Noorwegen, Tsjechië, Engeland, Ierland… Wat heb jij op je lever, Joline Boogers?” Tijdens mijn betoog begon ze geheimzinnig te glimlachen.
“Kees, met een beetje geluk ga je dan vandaag je vervoermiddel voor onze vakantie aanschouwen.” Ik keek haar dom aan. “Je bedoelt…?” “Hoe zijn Pa en Ma in Zuid-Limburg gekomen?” “ Oh… wacht… Jouw moeder als crisis-manager.. met de camper… “ “Precies! Als ik een beetje m’n best doe kunnen we die wel meekrijgen.” Ik keek haar aan. “Dat meen je niet…” Joline knikte. “Dat meen ik wel! Pa liet een paar weken geleden al iets in die richting vallen. Gaat goed komen, laat maar aan mij over.” “En wat voor camper hebben jouw Pa en Ma?” Joline fronste. “Technische vraag. Moeilijk, moeilijk, moeilijk… Een momentje, misschien heb ik nog wat foto’s op m’n mobiel staan…”
Even later liet ze foto’s zien van een mooie, ruime camper. “Drie jaar oud. Gekocht bij een bedrijf in de buurt van Bronkhorst. Die lui kopen campers in Duitsland, verhuren ze een jaar en verkopen ze dan. Ruimte voor zes personen om te slapen.” “Hmmm… dat lijkt me wel wat. Geen tentje opzetten ’s avonds, altijd je plee bij je en als je zin hebt in koffie: stoppen en koffie zetten. In feite net als een YPR-765, maar dan zonder 25mm kanon.”
Joline ratelde door. “Twee jaar geleden zijn Ton en ik een weekje meegegaan. Los van het feit dat het een beetje pielen was voordat we gingen slapen, was het een heel leuke week.” Ik fronste en Joline had me meteen door. “Nee meneer, dat ‘beetje pielen’ moet u in overdrachtelijke zin zien. Pa en Ma sliepen achterin, Ton op een bed gemaakt van het zitje achter de bestuurder en bijrijder en ik sliep als een prinsesje in een tweepersoons hefbed boven hem. Dat hefbed moest als laatste naar beneden. Dat bedoelde ik met ‘een beetje pielen’. Viespeuk. Het lijkt me héérlijk om met dat ding op stap te gaan.”
Ik dacht even na. “Het lijkt me ook bijzonder leuk om met z’n zessen met dat ding op stap te gaan… Ton, Claar, Rob, Melissa en wij… Wellicht iets voor volgend voorjaar?” Joline keek me verbluft aan. “WAT een idee! Jij bent geniaal! Maakt me niet uit waar we dan heen gaan; dat zou een topvakantie worden!” Ze knuffelde me weer. “Ook die ga ik in de week leggen bij Pa en Ma!” Ik keek op m’n horloge. “Lieve weekmaker van me: we moeten over een half uurtje weg en we zitten nog in pyjama. En ik wil iets meer tijd besteden aan m’n afsluitronde. Wat denk je: gaan we voor netjes of vrijetijdstenue?” Ze keek me aan. “ Kees, wat denk je zelf? Ze zitten op een camping. Als wij daar in gala aankomen, komen we de camper niet eens in. Voor jou: spijkerbroek, houthakkersshirt; ik zal speciaal voor jou een leuk rokje aantrekken. Met bijbehorende beenbedekking. Dan heb je nog iets om je aandacht bij te houden, anders val je nog in slaap onderweg.”
We kleedden ons aan; Joline had inderdaad een kort spijkerrokje aangedaan met een strakke witte coltrui. Voor we de deur uitgingen draaide ik de camera bij de deur dusdanig dat hij de hele gang bestreek, en niet alleen het stukje vlak voor de deur. De bewegingssensor zou ervoor zorgen dat elke beweging op de gang via Internet opgenomen en opgeslagen zou worden. Joline bekeek het met een geërgerde trek op haar gezicht. “Verdorie… het is toch van de gekke dat we dit moeten doen…” “Ja, dat is het ook. Aan de andere kant: in feite zou ik consequenter moeten zijn met het toepassen van deze veiligheidsmaatregelen. Nooit zo veel bij stilgestaan.”
Ze kneep in mijn arm. “Je hebt met mij meteen een aantal problemen in huis gehaald, Kees.” Ik keek haar aan en moest lachen. “Dat klopt, schoonheid. Onder andere het probleem hoeveel kastruimte ik nog moet bijbouwen…” Ze kneep harder. “Etterbak. Ik ga terug en trek een vormloze harembroek aan.” “Sorry meid, te laat. Het alarm staat er al op. Mee jij.” Ze gniffelde en in de lift stonden we even te zoenen. Eenmaal in de auto toetste ik de bestemming in en reden we weg. Ondanks dat ik wist dat het onzin was, bekeek ik elke motorrijder met gepast wantrouwen. En ik was niet de enige.
In de omgeving van Roermond werden we gepasseerd door een wat ouder type BMW motor met een brede berijder. Ik zag Joline verstrakken. Ik legde mijn hand op haar knie. “Rustig, dame. Niet elk type BMW heeft een crimineel als chauffeur. Bovendien is de motor van Holtinge in beslag genomen, weet je nog?” “Da’s waar… was ik vergeten. Maar dat geluid jaagt me de stuipen op het lijf.” “Waarschijnlijk is het een zestiger die een paar jaar geleden, bij het begin van zijn midlifecrisis, een motor heeft gekocht om zijn ouder worden te compenseren. Een brave huisvader die, nu zijn vrouw naar vriendinnen is en zijn puberkinderen op een hangplek hangen, even zichzelf aan het uitlaten is in de veronderstelling dat hij nog een hele bink is. En dat is hij natuurlijk ook, als je zijn buikje, zijn wijkende haargrens en de wallen onder zijn ogen even buiten beschouwing laat.”
Joline glimlachte mat. “Bovendien: als een of andere motormuis het in z’n hoofd haalt om ons aan te vallen: je weet hoe snel deze auto kan accelereren. Niet vergeten: ik ben chauffeur geweest op een pantservoertuig en vrachtauto. En ik weet als geen ander hoe je een aanval op je voertuig kan afweren. En nee, ik ben niet bang voor krassen op de lak, als dat nodig mocht zijn.” Een langgerekt “hmmmm” was de reactie.
“Lieve schat, je ziet nu echt teveel leeuwen en beren op de weg. Ga even na: Hij heeft Ton en mij heel even gezien, in omstandigheden die voor hem nogal emotioneel waren. Volgens Ton waren wij ‘de concurrentie’. In welk opzicht? Dat ligt aan zijn eigen referentiekader. Hij denkt waarschijnlijk aan een rivaliserende bende. Deze auto? Hij heeft ons niet zien uitstappen, kan de auto niet aan mij linken.
Toen we hem fouilleerden heeft hij bij een andere, ons totaal onbekende, auto gestaan. De enige auto waarvan hij het nummerbord goed heeft kunnen zien, was de auto van een van de mannen van Ton, die ‘m gevolgd heeft. Hij heeft volgens mij niet de mogelijkheid om uit te vissen van wie die auto is en zelfs al heeft hij die mogelijkheid wél, zou ik het bijzonder knap vinden als hij, via die korporaal bij Ton uitkomt en vervolgens bij mij. Want ik heb geen rechtstreeks zichtbare link met jou.
En zelfs al zou hij nu achter ons rijden: achterin heeft deze auto getint glas. Niet doorheen te kijken. Als hij jou wil zien moet hij rechts naast ons rijden en heel bewust naar binnen kijken. En dan heb ik ‘m al lang in de gaten.” Ze zuchtte. “Sorry Kees… Maar ik kan het niet uit mijn hoofd zetten.” Ik grinnikte. “Schuif je stoel naar achteren, leuning omlaag en ga lekker een dutje doen. Dat heeft wat voordelen: helemaal geen kans dat iemand je ziet en heb je vanavond wat minder slaap nodig. Die tijd kun je beter aan mij besteden. Dan zal ik Bach opzetten en kan ik jouw benen bewonderen. Want dit rokje is wel heel uitdagend…”
Onwillekeurig trok ze haar rok omlaag, een beweging die ik onmiddellijk ongedaan maakte. Een opgetrokken wenkbrauw was haar reactie. “95% van de tijd op de weg letten, meneertje. En als we stilstaan voor een verkeerslicht mag u een snelle blik op mijn onderstel werpen. Anders niet.” Ze knipoogde, maar schoof inderdaad haar stoel naar achteren en deed haar rugleuning omlaag. “Verhip… m’n jas vergeten…” hoorde ik haar mompelen. “Heel vervelend, schat…” Ik streelde haar benen even.
De rest van de reis verliep in relatieve stilte. Joline was al snel ingedommeld en ik genoot van een serie fuga’s van Bach op het orgel van de Stevenskerk in Nijmegen. Eenmaal van de snelweg af moest ik een paar bochten door; naast me ontstond beweging. “Zijn we er al bijna?” vroeg Joline gapend. “Nog 5 kilometer. Je hebt nog even de tijd om je make-up te herstellen, schoonheid.” Ze keek omlaag. “Ja. En m’n rok goed te leggen. Ik lag hier de hele tijd naast je met m’n slipje zichtbaar!”
Ik grijnsde naar haar. “ Expres daarom heb ik een aantal vrachtwagens héél langzaam ingehaald, zodat die mannen ook een leuke dag hadden…” Ze zuchtte. “Eens kijken of je er nog zo over denkt als ik die mannen in Veldhoven binnenhaal om ze ‘een leuke dag te bezorgen’. Smeerlap.” Ze fatsoeneerde haar kleding en controleerde haar make-up. Daarna kamde ze nog even haar haren en deed ze daarna in een simpele staart. “Je bent weer een plaatje, meid. Bel jij Ma even om te vragen waar we moeten zijn?” Even later zei ze: “Auto neerzetten op parkeerplaats aan de overkant van de weg. Pa, Ma en Bengel staan bij de ingang.”
Na een stuk donker bos en inderdaad een paar pittige bochten reden we langs een camping. “ Oh, ik zie de camper al staan!” riep Joline. Na een bocht naar links kon ik de auto parkeren tegenover de ingang. Rob en Tony stonden daar al, evenals Bengel. Die zag Joline uitstappen en kwispelde haar staart er bijna af. Joline negeerde de hond liep op haar ouders af en omhelsde hun. Ik kwam een paar meter achter haar, gaf Rob een hand en Tony een knuffel. “Zo ben je in Malden, en zo sta je in Vijlen. ’t Kan verkeren…”
Rob knikte. “Enfin, we hebben er nog mooi weer bij. We hebben gisteren besloten dat we er een paar dagen aan vastknopen. Ik hoef pas woensdag weer college te geven en bij Tony op het werk is het ook rustig. Kunnen we hier de bui even afwachten.”
Bengel was ondertussen klaar met Joline te begroeten en kwam kwispelend op mij af. “Zo, Bengel, ben jij ook op vakantie? Lekker rennen meisje?” Ik knielde naast haar neer en ze begon me hevig te likken. Tony giebelde op dezelfde manier als Joline. “Het ziet er uit alsof je wat tekort bent gekomen de laatste weken, Kees..”
Ik keek haar aan en vervolgens naar Joline. Die schudde hevig haar hoofd. “Sorry Tony. Ik heb net een spreekverbod opgelegd gekregen over bepaalde zaken.” Joline onderbrak me. “Anders komt hij weer met allerlei smeuïge details op de proppen, waar een normaal mens zijn toekomstige schoonouders niet mee durft te confronteren.” Rob grijnsde. “Sommige dingen hoef ik als schoonvader ook niet te weten. Kom, we gaan naar de camper. De koffie staat al klaar.” Joline gaf haar vader een arm, dus ik legde mijn arm om Tony heen. Die keek me aan. “Zo, dat voelt goed, zo’n jonge kerel die zijn arm om me heen legt. Ik voel me weer twintig…” Joline draaide haar hoofd naar ons toe. “Snel stoppen met dat gevoel Ma. Toen jij twintig was, was ik nog vloeibaar.”
Tony trok me iets dichter tegen zich aan. “Ik ben blij dat jullie er zijn. Ik zou het liefst hebben dat jullie bij ons bleven tot die rotzak is opgepakt.” Ik schudde mijn hoofd. “Dat kan niet, knappe schoonmoeder. Jouw dochter moet morgen aan de bak als Commandant Frontoffice en ik moet een stel Piraten in het gareel houden. En om elke dag vanuit hier naar Gorinchem te rijden… Nee.” Ze zuchtte. “Snap ik ook wel. Maar het zou me een stuk geruster maken.” Ik stopte even en keek haar strak aan. “Vertrouw je ideale schoonzoon nou maar. Mijn kasteeltoren is voorzien van een aantal veiligheidsmaatregelen. Als wij liggen te slapen en er zou een insluiper binnen willen komen, word ik al gewaarschuwd als hij nog op galerij loopt. En tegen de tijd dat hij binnen is, sta ik hem met een geladen buks op te wachten. En als Joline alleen thuis is, staat zij met dezelfde geladen buks. Je dochter schiet heel aardig aardig voor een beginner.”
Ondertussen waren we bij de camper aangekomen en Tony tikte Joline op haar schouder. “Schiet jij tegenwoordig?” Ze knikte. “Gisteren samen met Kees voor het eerst naar zijn schietvereniging geweest. Nadat hij me de hele dag had afgebeuld met wapen- en schietlessen. Ik heb er nog spierpijn van. Maar goed, dit waren de resultaten…” Ze haalde een aantal doelkaarten uit haar tasje. “Dit schoot ik op 50 meter afstand!” Enige trots klonk in haar stem door. “En dit was op 12 meter!” Rob keek mee. “Je hebt de tien gemist, Joline…” Ik griste de kaart uit haar hand, pakte een pen en schetste snel een gezicht op de kaart, met de neuswortel op de plaats van de tien. Toen gaf ik de kaart weer aan Rob. “We doen dit niet voor de fun, Rob. We doen het hierom.”
Rob keek van de kaart naar mij en naar Joline. “Als je dat doet Kees, kom je zelf achter tralies, dat weet je?” Joline keek grimmig. “Pa, liever achter tralies dan invalide of doodgeslagen te worden door die klootzak. Ik ben het zat om een bang vogeltje in een kooitje te zijn waar een kat vals omheen sluipt. Als die kat het lef heeft om ook maar één poot in die kooi te zetten, komt hij er achter dat dat vogeltje in dat kooitje een hele valse havik is. Ik baal er ook van dat het zover heeft moeten komen, maar als het moet, dan moet het.”
“Dat van die valse havik kan ik beamen…” vulde ik droog aan. Tony nam het rationeler op dan haar man. “Jullie hebben gelijk. En als die hufter bij ons binnen zou komen, stuur ik eerst Bengel op ‘m af en ga hem daarna met m’n keukenmessen bewerken… Eens kijken of hij is ingeënt tegen roestvrij staal. Ik heb genoeg verhalen van mijn opa gehoord.” Maar jongens, ga zitten, dan schenk ik de koffie in.” Rob stond nog met een paar schietkaarten in handen. “ Dit is een hele knappe, Joline…” Ik keek even: een kaart van mij met 4 negens en een acht. Joline keek op de kaart en toen snel naar mij. “Pa, ik zou nu kunnen zeggen dat dit ook een kaart van mij is, maar dan krijg ik waarschijnlijk een beleefd maar dringend ‘ahum’ te horen van mijn geliefde vriendje. Want dit is een kaart die hij geschoten heeft. Op vijftig meter, binnen 5 seconden nadat hij lag…”
Rob keek me aan en ik haalde m’n schouders op. “Zoals ik gisteren tegen Joline zei: ‘Hier zit negen jaar schietervaring op twaalf wapens. Vergeet niet, Rob: het is m’n beroep geweest. En ik was er verdomd goed in.”
We waren ondertussen gaan zitten en Tony schonk de koffie in. Terwijl we koffie dronken, vertelde ik de stand van zaken met betrekking tot Holtinge. “De hufter is dus nu weer voortvluchtig. Maar Fred houdt een oogje in het digitale zeil.” En om Tony gerust te stellen: ”Fred gaat trouwens morgen bij DT beginnen als ICT-er. Dan heeft je dochter er een extra bodyguard bij.” Joline giechelde. “En wat voor body…” “Oh, dat is die reus die je ons een tijdje geleden liet zien? Ja, dan heb je wel een bodyguard…” Ik keek ondertussen om me heen. Het was redelijk rustig op de camping; een paar kinderen renden rond, er zaten wat mensen voor hun caravan of camper, maar voor de rest ademde de omgeving rust en stilte. Als je naar het zuidenoosten keek, keek je over een bos heen met in de verte een dorpje waarvan bijna alleen de kerktoren zichtbaar was. “Dat is al België”, zei Rob, “je bent hier nog geen kilometer van de grens.”
Ik knikte waarderend. "Een prachtige omgeving hier…” “Ja. We hebben deze camping vorig voorjaar ontdekt, toen we naar het Sauerland gingen. De eerste dag rijden we nooit zo ver, maken we er een soort ‘shake-down-cruise’ van. Even kijken of alles nog vast zit, of de camper geen kuren heeft en zo. Toen kwamen we hier terecht. En in tegenstelling tot onze plannen, zijn we hier een paar dagen gebleven. We vonden het hier allebei heerlijk!” “ En je kunt hier ’s morgens meteen in het zwembadje duiken, vlak naast de poort,”vulde Tony aan, “koud water, maar wel lekker.” Joline keek naar mij. “”Dat moet jou wel aanspreken, vriendje van me…”
Op de vragende blikken van Tony en Rob zei ze: “Deze meneer heeft de gewoonte om ’s ochtends koud te douchen. Liefst met de buitendeuren van de douche open. Wordt hij wakker van, zegt hij. De eerste keer dat ik ’s ochtends onder de douche ging in Veldhoven was hij net geweest en stond de thermostaatkraan nog in de stand ‘ijsblokjes’. Ik kreeg bijna een hartverkleppering. En als meneer ’s avonds onder de douche gaat, start hij met koud water, dan warm en eindigt hij weer met koud. Dát heb ik van hem overgenomen, want als je jezelf daarna lekker afrost met een grote handdoek, val je daarna meteen als een blok in slaap. Héérlijk!”
“Waarschijnlijk doen jullie dat niet elke avond…” zei Tony met een knipoog. Rob zuchtte. “Lieve echtgenote: sommige dingen hoef ik, als vader van mijn dochter, niet te weten…” Joline giechelde. “Pa, je weet toch dat dochters een straf van God zijn omdat vaders vroeger ook jong zijn geweest?” Hij keek van Joline naar mij. “Gelukkig kan het altijd erger. Jouw vader moet dan vroeger wel héle stoute dingen hebben gedaan, denk ik…” “Ik weet het niet, Rob. Naar ons toe heeft hij altijd het imago opgehouden van een hele brave huisvader. Maar wellicht heeft hij zich in de sixties wel elke nacht op de muziek van Elvis helemaal klemgezopen met een joint in z'n hoofd…” Joline en Tony proestten het uit. “Jaja, jouw Pa swingend met z’n heupen, stoned en ladderzat… Ik zie het voor me… nót!” “Ik ook niet. Hij zal hooguit wat jazz hebben gespeeld op de chello, maar niet meer dan dat. Hij is verslingerd aan klassieke muziek. Nog veel meer dan ik.”
“En daar gaat volgende week verandering in komen, meneertje! Volgende week ga ik je bekeren tot latin-american!” Tony keek me aan. “Ga je dansen?” “Jij mag nooit meer raden, Tony…” zei ik, gespeeld somber. Dat leverde me weer een por van Joline op. “Ik heb hem overgehaald om samen met mij op dansles te gaan. Er zit een salsa dansschool in Veldhoven; daar willen we eens gaan kijken. Ik moet straks meer lichaamsbeweging hebben, want ‘mevrouw de manager’ beweegt natuurlijk een stuk minder dan ‘het meisje van de receptie’. En met deze chefkok in huis groei ik, als ik niet oppas, dicht.” “Sta eens op Jolientje... Volgens mij ben jij geen kilo aangekomen sinds je het huis uit bent, meisje. Je hebt nog steeds je prachtige slanke jongemeisjes-figuurtje van 6 jaar geleden.” Tony bekeek haar dochter vol trots. “Ja Ma, en dat wil ik graag zo houden. Kees is trainer van een loopgroepje op dinsdagavond, dat is leuk, wij lopen samen regelmatig een paar kilometer hard, maar straks ga ik écht minder bewegen en meer zitten. Maarre… over bewegen gesproken: kunnen we niet een stukje gaan wandelen? Jullie vonden het hier zo mooi, dan is het zonde om duf voor de camper te blijven zitten...”
Ze las het bericht. “Slaapt die vent nooit? Moet je kijken op welke tijd hij dit bericht verzond… Wat is IOB, Kees?” “ Een Internationaal Opsporings Bevel. Via Interpol. Elke diender die ‘m ziet, kan ‘m oppakken. Zal ook wel onder druk van Frankrijk tot stand zijn gekomen. Daar wordt hij van moord verdacht. ten minste een land waar hij waarschijnlijk niet naar toe gaat. Als we vakantie gaan plannen, kunnen we het beste daarheen gaan.”
Joline grinnikte. “Oh ja, lijkt me heerlijk! Een paar weken aan de Cote d’ Azur! Lekker zonnebaden op het strand, ronddrijven op zo’n megaluxe jacht voor de kust van Monaco… Zien en gezien worden!” Ik trok een vies gezicht. “Persoonlijk ben ik meer van het type ‘zien zonder gezien te worden’. Als jij je goddelijke lijf in een badpak hijst, en op een strand aan de Cote d’ Azur gaat liggen, sta je onmiddellijk op de voorpagina’s van alle tabloids, met als onderschrift: ‘Pallas Athene is uit de dood herrezen!’ Ze gniffelde. “Lief van je. Overigens had Pallas Athene volgens de schilders donkerbruine of zwarte lokken. Heb ik geen zin in. Maar dan is de onderkop: ‘En ze heeft Zeus bij zich!’ Tenminste: als jij meegaat.”
Ik gaf haar een zoen. “Dank je wel voor het compliment. En Frankrijk als vakantiebestemming is helemaal zo gek nog niet. Als we in oktober gaan zijn de temperaturen daar nog aangenaam.” Joline keek me verbluft aan. “Meen je dat?” Ik knikte. “Waarom niet? Ik heb dit jaar nog helemaal geen zomervakantie genoten, vanwege dat grote offshoreproject. De andere Piraten wel, ze losten elkaar af. En volgens mij heb jij ook geen vakantie gehad sinds dat ik je ken.” Joline knikte. “Klopt. De eerste maanden heb ik me 100% op het werk gestort en..” “…de laatste maanden stortte je je 100% op mij”, vulde ik aan. Ze knipoogde. “De laatste weken voelen sowieso als één grote vakantie. Met een hele leuke vakantiewoning.”
Ik hakte de knoop door. “Nou dame, ondanks dat lijkt het me een goede zaak als we er een paar weken tussenuit gaan. Bij de Piraten kan dat nu; ik heb een lekker lopend team. Bij jouw BackOffice zou dat ook kunnen, als je de zaak een beetje snel op de rit kan krijgen. Dan zouden we over een maand onze snor voor twee weken kunnen drukken. Ik kan dat bij Theo er wel door krijgen, denk ik.” Joline begon te stralen. “Meen je dat?” Ik knikte. Ze vloog me om de hals. “En verzin je dat nu ter plekke?”
“Nee schat. Daar liep ik al een paar weken over te denken, maar telkens kwam er iets tussen. We zitten nu in een wat rustiger vaarwater. Bovendien..” ik grinnikte even, “…heb ik dan twee weken vrijstelling van dansles. Het ultieme vakantiegevoel.” Joline keek me laatdunkend aan. “Kees Jonkman, je hebt de gave om iets heel leuks binnen twee seconden een hele akelige bijsmaak te geven...” Daarna begon ze te lachen. “Naarling. Ik snap steeds minder waarom ik verliefd op jou geworden ben. Maar goed… Vakantieplannen maken dus! Waar gaat jouw voorkeur naar uit?”
Ik wees naar de gang. “Hoe denk je dat die foto’s daar gekomen zijn? Ergens heenrijden, een dagje lopen en van de natuur genieten, daarna ter plekke een dagje cultuur snuiven, en vervolgens ergens anders heen. En als het ergens mooi of interessant was, dan bleef ik daar wat langer. In twee weken tijd maximaal vijf locaties. En maximaal één dag van te voren plannen. Niet de hele vakantie thuis op de minuut nauwkeurig regelen. Dat geeft alleen maar stress.” Joline keek me aan. “En hoe ging je daar dan heen?” “Met de auto. Zweden, Noorwegen, Tsjechië, Engeland, Ierland… Wat heb jij op je lever, Joline Boogers?” Tijdens mijn betoog begon ze geheimzinnig te glimlachen.
“Kees, met een beetje geluk ga je dan vandaag je vervoermiddel voor onze vakantie aanschouwen.” Ik keek haar dom aan. “Je bedoelt…?” “Hoe zijn Pa en Ma in Zuid-Limburg gekomen?” “ Oh… wacht… Jouw moeder als crisis-manager.. met de camper… “ “Precies! Als ik een beetje m’n best doe kunnen we die wel meekrijgen.” Ik keek haar aan. “Dat meen je niet…” Joline knikte. “Dat meen ik wel! Pa liet een paar weken geleden al iets in die richting vallen. Gaat goed komen, laat maar aan mij over.” “En wat voor camper hebben jouw Pa en Ma?” Joline fronste. “Technische vraag. Moeilijk, moeilijk, moeilijk… Een momentje, misschien heb ik nog wat foto’s op m’n mobiel staan…”
Even later liet ze foto’s zien van een mooie, ruime camper. “Drie jaar oud. Gekocht bij een bedrijf in de buurt van Bronkhorst. Die lui kopen campers in Duitsland, verhuren ze een jaar en verkopen ze dan. Ruimte voor zes personen om te slapen.” “Hmmm… dat lijkt me wel wat. Geen tentje opzetten ’s avonds, altijd je plee bij je en als je zin hebt in koffie: stoppen en koffie zetten. In feite net als een YPR-765, maar dan zonder 25mm kanon.”
Joline ratelde door. “Twee jaar geleden zijn Ton en ik een weekje meegegaan. Los van het feit dat het een beetje pielen was voordat we gingen slapen, was het een heel leuke week.” Ik fronste en Joline had me meteen door. “Nee meneer, dat ‘beetje pielen’ moet u in overdrachtelijke zin zien. Pa en Ma sliepen achterin, Ton op een bed gemaakt van het zitje achter de bestuurder en bijrijder en ik sliep als een prinsesje in een tweepersoons hefbed boven hem. Dat hefbed moest als laatste naar beneden. Dat bedoelde ik met ‘een beetje pielen’. Viespeuk. Het lijkt me héérlijk om met dat ding op stap te gaan.”
Ik dacht even na. “Het lijkt me ook bijzonder leuk om met z’n zessen met dat ding op stap te gaan… Ton, Claar, Rob, Melissa en wij… Wellicht iets voor volgend voorjaar?” Joline keek me verbluft aan. “WAT een idee! Jij bent geniaal! Maakt me niet uit waar we dan heen gaan; dat zou een topvakantie worden!” Ze knuffelde me weer. “Ook die ga ik in de week leggen bij Pa en Ma!” Ik keek op m’n horloge. “Lieve weekmaker van me: we moeten over een half uurtje weg en we zitten nog in pyjama. En ik wil iets meer tijd besteden aan m’n afsluitronde. Wat denk je: gaan we voor netjes of vrijetijdstenue?” Ze keek me aan. “ Kees, wat denk je zelf? Ze zitten op een camping. Als wij daar in gala aankomen, komen we de camper niet eens in. Voor jou: spijkerbroek, houthakkersshirt; ik zal speciaal voor jou een leuk rokje aantrekken. Met bijbehorende beenbedekking. Dan heb je nog iets om je aandacht bij te houden, anders val je nog in slaap onderweg.”
We kleedden ons aan; Joline had inderdaad een kort spijkerrokje aangedaan met een strakke witte coltrui. Voor we de deur uitgingen draaide ik de camera bij de deur dusdanig dat hij de hele gang bestreek, en niet alleen het stukje vlak voor de deur. De bewegingssensor zou ervoor zorgen dat elke beweging op de gang via Internet opgenomen en opgeslagen zou worden. Joline bekeek het met een geërgerde trek op haar gezicht. “Verdorie… het is toch van de gekke dat we dit moeten doen…” “Ja, dat is het ook. Aan de andere kant: in feite zou ik consequenter moeten zijn met het toepassen van deze veiligheidsmaatregelen. Nooit zo veel bij stilgestaan.”
Ze kneep in mijn arm. “Je hebt met mij meteen een aantal problemen in huis gehaald, Kees.” Ik keek haar aan en moest lachen. “Dat klopt, schoonheid. Onder andere het probleem hoeveel kastruimte ik nog moet bijbouwen…” Ze kneep harder. “Etterbak. Ik ga terug en trek een vormloze harembroek aan.” “Sorry meid, te laat. Het alarm staat er al op. Mee jij.” Ze gniffelde en in de lift stonden we even te zoenen. Eenmaal in de auto toetste ik de bestemming in en reden we weg. Ondanks dat ik wist dat het onzin was, bekeek ik elke motorrijder met gepast wantrouwen. En ik was niet de enige.
In de omgeving van Roermond werden we gepasseerd door een wat ouder type BMW motor met een brede berijder. Ik zag Joline verstrakken. Ik legde mijn hand op haar knie. “Rustig, dame. Niet elk type BMW heeft een crimineel als chauffeur. Bovendien is de motor van Holtinge in beslag genomen, weet je nog?” “Da’s waar… was ik vergeten. Maar dat geluid jaagt me de stuipen op het lijf.” “Waarschijnlijk is het een zestiger die een paar jaar geleden, bij het begin van zijn midlifecrisis, een motor heeft gekocht om zijn ouder worden te compenseren. Een brave huisvader die, nu zijn vrouw naar vriendinnen is en zijn puberkinderen op een hangplek hangen, even zichzelf aan het uitlaten is in de veronderstelling dat hij nog een hele bink is. En dat is hij natuurlijk ook, als je zijn buikje, zijn wijkende haargrens en de wallen onder zijn ogen even buiten beschouwing laat.”
Joline glimlachte mat. “Bovendien: als een of andere motormuis het in z’n hoofd haalt om ons aan te vallen: je weet hoe snel deze auto kan accelereren. Niet vergeten: ik ben chauffeur geweest op een pantservoertuig en vrachtauto. En ik weet als geen ander hoe je een aanval op je voertuig kan afweren. En nee, ik ben niet bang voor krassen op de lak, als dat nodig mocht zijn.” Een langgerekt “hmmmm” was de reactie.
“Lieve schat, je ziet nu echt teveel leeuwen en beren op de weg. Ga even na: Hij heeft Ton en mij heel even gezien, in omstandigheden die voor hem nogal emotioneel waren. Volgens Ton waren wij ‘de concurrentie’. In welk opzicht? Dat ligt aan zijn eigen referentiekader. Hij denkt waarschijnlijk aan een rivaliserende bende. Deze auto? Hij heeft ons niet zien uitstappen, kan de auto niet aan mij linken.
Toen we hem fouilleerden heeft hij bij een andere, ons totaal onbekende, auto gestaan. De enige auto waarvan hij het nummerbord goed heeft kunnen zien, was de auto van een van de mannen van Ton, die ‘m gevolgd heeft. Hij heeft volgens mij niet de mogelijkheid om uit te vissen van wie die auto is en zelfs al heeft hij die mogelijkheid wél, zou ik het bijzonder knap vinden als hij, via die korporaal bij Ton uitkomt en vervolgens bij mij. Want ik heb geen rechtstreeks zichtbare link met jou.
En zelfs al zou hij nu achter ons rijden: achterin heeft deze auto getint glas. Niet doorheen te kijken. Als hij jou wil zien moet hij rechts naast ons rijden en heel bewust naar binnen kijken. En dan heb ik ‘m al lang in de gaten.” Ze zuchtte. “Sorry Kees… Maar ik kan het niet uit mijn hoofd zetten.” Ik grinnikte. “Schuif je stoel naar achteren, leuning omlaag en ga lekker een dutje doen. Dat heeft wat voordelen: helemaal geen kans dat iemand je ziet en heb je vanavond wat minder slaap nodig. Die tijd kun je beter aan mij besteden. Dan zal ik Bach opzetten en kan ik jouw benen bewonderen. Want dit rokje is wel heel uitdagend…”
Onwillekeurig trok ze haar rok omlaag, een beweging die ik onmiddellijk ongedaan maakte. Een opgetrokken wenkbrauw was haar reactie. “95% van de tijd op de weg letten, meneertje. En als we stilstaan voor een verkeerslicht mag u een snelle blik op mijn onderstel werpen. Anders niet.” Ze knipoogde, maar schoof inderdaad haar stoel naar achteren en deed haar rugleuning omlaag. “Verhip… m’n jas vergeten…” hoorde ik haar mompelen. “Heel vervelend, schat…” Ik streelde haar benen even.
De rest van de reis verliep in relatieve stilte. Joline was al snel ingedommeld en ik genoot van een serie fuga’s van Bach op het orgel van de Stevenskerk in Nijmegen. Eenmaal van de snelweg af moest ik een paar bochten door; naast me ontstond beweging. “Zijn we er al bijna?” vroeg Joline gapend. “Nog 5 kilometer. Je hebt nog even de tijd om je make-up te herstellen, schoonheid.” Ze keek omlaag. “Ja. En m’n rok goed te leggen. Ik lag hier de hele tijd naast je met m’n slipje zichtbaar!”
Ik grijnsde naar haar. “ Expres daarom heb ik een aantal vrachtwagens héél langzaam ingehaald, zodat die mannen ook een leuke dag hadden…” Ze zuchtte. “Eens kijken of je er nog zo over denkt als ik die mannen in Veldhoven binnenhaal om ze ‘een leuke dag te bezorgen’. Smeerlap.” Ze fatsoeneerde haar kleding en controleerde haar make-up. Daarna kamde ze nog even haar haren en deed ze daarna in een simpele staart. “Je bent weer een plaatje, meid. Bel jij Ma even om te vragen waar we moeten zijn?” Even later zei ze: “Auto neerzetten op parkeerplaats aan de overkant van de weg. Pa, Ma en Bengel staan bij de ingang.”
Na een stuk donker bos en inderdaad een paar pittige bochten reden we langs een camping. “ Oh, ik zie de camper al staan!” riep Joline. Na een bocht naar links kon ik de auto parkeren tegenover de ingang. Rob en Tony stonden daar al, evenals Bengel. Die zag Joline uitstappen en kwispelde haar staart er bijna af. Joline negeerde de hond liep op haar ouders af en omhelsde hun. Ik kwam een paar meter achter haar, gaf Rob een hand en Tony een knuffel. “Zo ben je in Malden, en zo sta je in Vijlen. ’t Kan verkeren…”
Rob knikte. “Enfin, we hebben er nog mooi weer bij. We hebben gisteren besloten dat we er een paar dagen aan vastknopen. Ik hoef pas woensdag weer college te geven en bij Tony op het werk is het ook rustig. Kunnen we hier de bui even afwachten.”
Bengel was ondertussen klaar met Joline te begroeten en kwam kwispelend op mij af. “Zo, Bengel, ben jij ook op vakantie? Lekker rennen meisje?” Ik knielde naast haar neer en ze begon me hevig te likken. Tony giebelde op dezelfde manier als Joline. “Het ziet er uit alsof je wat tekort bent gekomen de laatste weken, Kees..”
Ik keek haar aan en vervolgens naar Joline. Die schudde hevig haar hoofd. “Sorry Tony. Ik heb net een spreekverbod opgelegd gekregen over bepaalde zaken.” Joline onderbrak me. “Anders komt hij weer met allerlei smeuïge details op de proppen, waar een normaal mens zijn toekomstige schoonouders niet mee durft te confronteren.” Rob grijnsde. “Sommige dingen hoef ik als schoonvader ook niet te weten. Kom, we gaan naar de camper. De koffie staat al klaar.” Joline gaf haar vader een arm, dus ik legde mijn arm om Tony heen. Die keek me aan. “Zo, dat voelt goed, zo’n jonge kerel die zijn arm om me heen legt. Ik voel me weer twintig…” Joline draaide haar hoofd naar ons toe. “Snel stoppen met dat gevoel Ma. Toen jij twintig was, was ik nog vloeibaar.”
Tony trok me iets dichter tegen zich aan. “Ik ben blij dat jullie er zijn. Ik zou het liefst hebben dat jullie bij ons bleven tot die rotzak is opgepakt.” Ik schudde mijn hoofd. “Dat kan niet, knappe schoonmoeder. Jouw dochter moet morgen aan de bak als Commandant Frontoffice en ik moet een stel Piraten in het gareel houden. En om elke dag vanuit hier naar Gorinchem te rijden… Nee.” Ze zuchtte. “Snap ik ook wel. Maar het zou me een stuk geruster maken.” Ik stopte even en keek haar strak aan. “Vertrouw je ideale schoonzoon nou maar. Mijn kasteeltoren is voorzien van een aantal veiligheidsmaatregelen. Als wij liggen te slapen en er zou een insluiper binnen willen komen, word ik al gewaarschuwd als hij nog op galerij loopt. En tegen de tijd dat hij binnen is, sta ik hem met een geladen buks op te wachten. En als Joline alleen thuis is, staat zij met dezelfde geladen buks. Je dochter schiet heel aardig aardig voor een beginner.”
Ondertussen waren we bij de camper aangekomen en Tony tikte Joline op haar schouder. “Schiet jij tegenwoordig?” Ze knikte. “Gisteren samen met Kees voor het eerst naar zijn schietvereniging geweest. Nadat hij me de hele dag had afgebeuld met wapen- en schietlessen. Ik heb er nog spierpijn van. Maar goed, dit waren de resultaten…” Ze haalde een aantal doelkaarten uit haar tasje. “Dit schoot ik op 50 meter afstand!” Enige trots klonk in haar stem door. “En dit was op 12 meter!” Rob keek mee. “Je hebt de tien gemist, Joline…” Ik griste de kaart uit haar hand, pakte een pen en schetste snel een gezicht op de kaart, met de neuswortel op de plaats van de tien. Toen gaf ik de kaart weer aan Rob. “We doen dit niet voor de fun, Rob. We doen het hierom.”
Rob keek van de kaart naar mij en naar Joline. “Als je dat doet Kees, kom je zelf achter tralies, dat weet je?” Joline keek grimmig. “Pa, liever achter tralies dan invalide of doodgeslagen te worden door die klootzak. Ik ben het zat om een bang vogeltje in een kooitje te zijn waar een kat vals omheen sluipt. Als die kat het lef heeft om ook maar één poot in die kooi te zetten, komt hij er achter dat dat vogeltje in dat kooitje een hele valse havik is. Ik baal er ook van dat het zover heeft moeten komen, maar als het moet, dan moet het.”
“Dat van die valse havik kan ik beamen…” vulde ik droog aan. Tony nam het rationeler op dan haar man. “Jullie hebben gelijk. En als die hufter bij ons binnen zou komen, stuur ik eerst Bengel op ‘m af en ga hem daarna met m’n keukenmessen bewerken… Eens kijken of hij is ingeënt tegen roestvrij staal. Ik heb genoeg verhalen van mijn opa gehoord.” Maar jongens, ga zitten, dan schenk ik de koffie in.” Rob stond nog met een paar schietkaarten in handen. “ Dit is een hele knappe, Joline…” Ik keek even: een kaart van mij met 4 negens en een acht. Joline keek op de kaart en toen snel naar mij. “Pa, ik zou nu kunnen zeggen dat dit ook een kaart van mij is, maar dan krijg ik waarschijnlijk een beleefd maar dringend ‘ahum’ te horen van mijn geliefde vriendje. Want dit is een kaart die hij geschoten heeft. Op vijftig meter, binnen 5 seconden nadat hij lag…”
Rob keek me aan en ik haalde m’n schouders op. “Zoals ik gisteren tegen Joline zei: ‘Hier zit negen jaar schietervaring op twaalf wapens. Vergeet niet, Rob: het is m’n beroep geweest. En ik was er verdomd goed in.”
We waren ondertussen gaan zitten en Tony schonk de koffie in. Terwijl we koffie dronken, vertelde ik de stand van zaken met betrekking tot Holtinge. “De hufter is dus nu weer voortvluchtig. Maar Fred houdt een oogje in het digitale zeil.” En om Tony gerust te stellen: ”Fred gaat trouwens morgen bij DT beginnen als ICT-er. Dan heeft je dochter er een extra bodyguard bij.” Joline giechelde. “En wat voor body…” “Oh, dat is die reus die je ons een tijdje geleden liet zien? Ja, dan heb je wel een bodyguard…” Ik keek ondertussen om me heen. Het was redelijk rustig op de camping; een paar kinderen renden rond, er zaten wat mensen voor hun caravan of camper, maar voor de rest ademde de omgeving rust en stilte. Als je naar het zuidenoosten keek, keek je over een bos heen met in de verte een dorpje waarvan bijna alleen de kerktoren zichtbaar was. “Dat is al België”, zei Rob, “je bent hier nog geen kilometer van de grens.”
Ik knikte waarderend. "Een prachtige omgeving hier…” “Ja. We hebben deze camping vorig voorjaar ontdekt, toen we naar het Sauerland gingen. De eerste dag rijden we nooit zo ver, maken we er een soort ‘shake-down-cruise’ van. Even kijken of alles nog vast zit, of de camper geen kuren heeft en zo. Toen kwamen we hier terecht. En in tegenstelling tot onze plannen, zijn we hier een paar dagen gebleven. We vonden het hier allebei heerlijk!” “ En je kunt hier ’s morgens meteen in het zwembadje duiken, vlak naast de poort,”vulde Tony aan, “koud water, maar wel lekker.” Joline keek naar mij. “”Dat moet jou wel aanspreken, vriendje van me…”
Op de vragende blikken van Tony en Rob zei ze: “Deze meneer heeft de gewoonte om ’s ochtends koud te douchen. Liefst met de buitendeuren van de douche open. Wordt hij wakker van, zegt hij. De eerste keer dat ik ’s ochtends onder de douche ging in Veldhoven was hij net geweest en stond de thermostaatkraan nog in de stand ‘ijsblokjes’. Ik kreeg bijna een hartverkleppering. En als meneer ’s avonds onder de douche gaat, start hij met koud water, dan warm en eindigt hij weer met koud. Dát heb ik van hem overgenomen, want als je jezelf daarna lekker afrost met een grote handdoek, val je daarna meteen als een blok in slaap. Héérlijk!”
“Waarschijnlijk doen jullie dat niet elke avond…” zei Tony met een knipoog. Rob zuchtte. “Lieve echtgenote: sommige dingen hoef ik, als vader van mijn dochter, niet te weten…” Joline giechelde. “Pa, je weet toch dat dochters een straf van God zijn omdat vaders vroeger ook jong zijn geweest?” Hij keek van Joline naar mij. “Gelukkig kan het altijd erger. Jouw vader moet dan vroeger wel héle stoute dingen hebben gedaan, denk ik…” “Ik weet het niet, Rob. Naar ons toe heeft hij altijd het imago opgehouden van een hele brave huisvader. Maar wellicht heeft hij zich in de sixties wel elke nacht op de muziek van Elvis helemaal klemgezopen met een joint in z'n hoofd…” Joline en Tony proestten het uit. “Jaja, jouw Pa swingend met z’n heupen, stoned en ladderzat… Ik zie het voor me… nót!” “Ik ook niet. Hij zal hooguit wat jazz hebben gespeeld op de chello, maar niet meer dan dat. Hij is verslingerd aan klassieke muziek. Nog veel meer dan ik.”
“En daar gaat volgende week verandering in komen, meneertje! Volgende week ga ik je bekeren tot latin-american!” Tony keek me aan. “Ga je dansen?” “Jij mag nooit meer raden, Tony…” zei ik, gespeeld somber. Dat leverde me weer een por van Joline op. “Ik heb hem overgehaald om samen met mij op dansles te gaan. Er zit een salsa dansschool in Veldhoven; daar willen we eens gaan kijken. Ik moet straks meer lichaamsbeweging hebben, want ‘mevrouw de manager’ beweegt natuurlijk een stuk minder dan ‘het meisje van de receptie’. En met deze chefkok in huis groei ik, als ik niet oppas, dicht.” “Sta eens op Jolientje... Volgens mij ben jij geen kilo aangekomen sinds je het huis uit bent, meisje. Je hebt nog steeds je prachtige slanke jongemeisjes-figuurtje van 6 jaar geleden.” Tony bekeek haar dochter vol trots. “Ja Ma, en dat wil ik graag zo houden. Kees is trainer van een loopgroepje op dinsdagavond, dat is leuk, wij lopen samen regelmatig een paar kilometer hard, maar straks ga ik écht minder bewegen en meer zitten. Maarre… over bewegen gesproken: kunnen we niet een stukje gaan wandelen? Jullie vonden het hier zo mooi, dan is het zonde om duf voor de camper te blijven zitten...”
Lees verder: Mini - 54
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10