Door: Keith
Datum: 09-04-2019 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 14326
Lengte: Lang | Leestijd: 15 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 15 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 51
Terwijl we de afwas in de machine laadden, hoorde ik mijn telefoon. Appje van Fred. “Vogel gevlogen. Politie was vijf minuten te laat. Zijn telefoon uit, geen track & trace meer. Sorry.” Ik sloeg wéér op de bar, met een hartgrondig “Shit!” Joline las het ook. “Verdomme. En nu, Kees?” “Doorgaan met ademhalen, meisje. Op enig moment zal hij z’n telefoon wel weer aanzetten, en dan is hij weer op de radar. Ik hoop alleen dan Fred hier genoeg tijd voor heeft als hij bij DT werkt.” Joline moest, ondanks alles, toch lachen. “Misschien krijgt hij die tijd wel. Hij heeft wel wat krediet bij zijn cheffin.”
Met de afwas in de machine pakte ik de buks in en verlieten we de flat, op weg naar de schietvereniging. Wat ik normaal alleen deed als ik op vakantie ging: ik zette het alarm aan. Eenmaal bij de schietvereniging aangekomen werden we welkom geheten door een van de bestuursleden, Harold.
“Hallo Kees. Long time no see…” Ik wees op Joline. “Haar schuld. Joline Boogers, sinds een aantal weken mijn vriendin. Wil ook eens kennismaken met de schietsport.” Ze gaven elkaar een hand. “Eerst koffie?” Aan een tafeltje vertelde Harold wat over het ontstaan van de vereniging en de toekomstplannen. Hij besloot met: "We hebben hier een paar regels, behalve natuurlijk die van de KNSA. De belangrijkste is: als je alcohol hebt genuttigd, kom je niet meer op de banen. Ook niet als toeschouwer.” Joline knikte. “Verstandig.”
Even later keek ze me aan. “Nou meneer… Laat maar eens wat zien! Tot nu toe heb ik je op je bruine ogen geloofd, maar nu mag je het waarmaken…” Harold lachte. “O jé… Nu moet je presteren onder druk, Kees. Succes!” Ik grijnsde. “Heb ik vaker moeten doen, Harold… Don’t worry.”
Ik pakte de buks en liep naar de vijftig meterbaan. “Eerst eens kijken of het vizier nog goed staat.” Ik klapte de voorsteunen uit, ging liggen en laadde de buks. Rustig schoot ik een serie van vijf schoten, ontlaadde en haalde daarna het kaartje terug. “Zo. Vizier staat prima. Niks meer aan doen.” Vier van de vijf schoten kwamen op de 9, eentje zat op de 7. “Derde schot. Ademhalingsfout. Té lang gericht, daardoor zuurstoftekort en dan wil je het schot er tóch uitpersen. Ik had beter adem kunnen halen, zuurstofniveau weer op peil kunnen brengen en dan schieten.” Een nieuw kaartje ging er in en zoefde weg naar vijftig meter. Ik keek Joline aan. “Jouw beurt, dame. Vijf schoten. Richtpunt is trefpunt. Denk aan de ademhalings- en trekkertechnieken. En die vijf schoten hoeven er niet binnen twintig seconden uit; de Taliban staat niet voor de deur. Neem je tijd.” Ze ging liggen, pakte de buks en laadde. Ik zag aan haar rug dat ze tijd nam om haar ademhaling te regelen. Toen ging het eerste schot er uit. Na vijftien seconden het tweede. Prima. In een rustig tempo schoot ze haar vijf schoten. Toen keek ze op. “Zo. Laat maar eens zien meneer.”
Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Eerst ontladen. Daarna pas andere dingen doen. Er zitten nóg 5 schoten in het magazijn, weet je nog?” Ze kreeg een rood hoofd. “Shit.” Snel, met zekere bewegingen ontlaadde ze de buks en stond op. Ik haalde het kaartje terug. De vijf schoten stonden in ieder geval op de kaart, met als hoogste score een zeven en als laagste een één. Joline keek teleurgesteld. “Wat een prutswerk.” Ik keek haar aan. “Oh? Vind je dat? Ik vind het nogal meevallen. Er zijn hier lui die, de eerste keer dat ze schoten, niet eens in staat de kaart te raken.”
Ik boog me naar haar toe. “Lieverd, naast je staat negen jaar schiet-ervaring. Op twaalf verschillende wapens. Denk je nou écht dat je dat ‘even’ kunt evenaren? Ik dacht dat je slimmer was.” Ze keek me aan. “Vergeleken met jou bak ik er niks van, Kees.” Tijd voor een stukje toegepaste psychologie. “Ga liggen en laden. Vijf schoten. En nu denken dat het Holtinge is die met een mes op je afkomt.” Zodra het doel zichtbaar is kan je vuren.” Ze ging liggen, laadde en wachtte op het doel. Toen dat zichtbaar was, schoot ze meteen. De volgende schoten kwamen binnen twee seconden achter elkaar. “Ontladen.” Ik haalde de kaart terug. Vier treffers, eentje buiten de cirkels, twee op de acht en eentje op de zes. Ze keek me aan. “Ik had drie schoten nodig om goed gericht te zijn.”
Ik knikte. “Klopt. Maar die achten waren je tweede en derde schot, die zes je vierde en het laatste schot viel buiten de roos. Ademtekort. Je hebt alle schoten afgevuurd zonder één keer adem te halen. Toch niet slecht, dame. Je hebt het in je. En nu kun je aan een aantal dingen gaan werken. Snel op het doel komen, constant schieten en andere schiethoudingen. Je zult zien dat je in het begin progressie maakt, dan een paar weken achteruit gaat en plotseling valt het kwartje en zie je steeds betere resultaten. En… Ik ga je opleiden tot gevechtsschutter. Oftewel: snel reageren, snel vuren. De resultaten zullen dan wat minder zijn, maar… als je in huis moet schieten praat je over een afstand van maximaal twaalf meter. Als je dan op iemands gezicht mikt, is elk schot raak en heeft betrokkene het veel te druk om zichzelf kusjes op de au-plaats te geven. Want zuster Melissa doet het niet. Doel bereikt, toch?”
Ze lachte flauwtjes. Het volgende uur ging snel voorbij. Joline begon er plezier in te krijgen en haar resultaten gingen vooruit. De laatste kaart die ze op vijftig meter schoot liet een groepje van 5 centimeter in doorsnee zien, rondom de tien. Toen ze opgestaan was, keek ik haar aan. “Dame, jij hebt een hele snelle leercurve. Ik heb weinig mensen gezien die je dit na kunnen doen. Nee, je hebt de tien niet geraakt en daar baal je van. Maar als je op iemand z’n oog had gemikt, had diegene nu drie stukjes lood uit z’n ogen mogen pulken, misschien wel vier. En dáár doen we het voor, weet je nog?”
Ze knikte glimlachend. “Zeker, Sergeant Jonkman.” Ik nam haar mee naar de twaalf meter baan. “Kun je nog een keertje? Dan gaan we nu op een realistische afstand schieten. Even kijken hoe je schoten dan vallen.” Ik draaide het vizier op twaalf meter. Joline ging liggen en schoot. Na het eerste schot zei ze: “Ik kan nu ten minste zien waar de schoten terechtkomen. Ik moet iets omhoog en naar links.” “Nee. Je moet gewoon hetzelfde richtpunt aanhouden: midden doel. Het tweede schot was qua richting prima, maar te laag. Het derde schot ging door het gat van het tweede, het vierde en vijfde schot iets daar boven. “Ontladen.” Ik haalde de kaart terug. “Je afwijking is in ieder geval mooi constant. Richting is prima, de hoogte kan beter.”
Ik keek haar aan en fluisterde: “Teken in gedachten eens een gezicht op die kaart, met de neuswortel als tien… Dan heeft betrokkene 5 schoten door zijn neus. Heb jij je neus wel eens hard gestoten?” Joline knikte. “Rob smeet de deur eens voor mijn neus dicht en ik ramde er tegen aan. Ik heb een half uur zitten bloeden en janken van de pijn.” “Precies. En dat gaat dit slachtoffer óók doen. Na je eerste schot grijpt hij zijn neus beet, verrekt van de pijn, traanklieren komen in actie, hij ziet niks meer en kan alleen maar zielig doen en in een hoekje de vloer rood schilderen. En jij hebt alle tijd om 112 te bellen, terwijl je hem onder schot houdt.”
Ze keek grimmig. “En dan kan ik hem ondertussen vertellen hoe ik over zijn familie en vriendjes denk.” “Precies! En nu stoppen we, nemen nog een bak koffie of een sapje en jij doet net of je héél geïnteresseerd bent in de schietsport. En geen woord over ons eigenlijke doel van dit schiet-avondje.” “My lips are sealed, sir,” was haar antwoord. En met een knipoog vervolgde ze: “behalve voor jou als we zoenen…” “Dat is je geraden, troela…”
Een uurtje later namen we afscheid met de belofte volgende week weer te komen. “Ik ben best wel moe!” zei Joline, toen we thuis waren. “Vroeg onder de wol en lekker slapen. En morgen uitslapen.” Ik knikte. “Goed plan. En wat doen we morgen?” Joline dacht even na. “Ik wil morgen niet de hele dag thuis rondhangen… Wat dacht je ervan als we Pa en Ma eens opzochten in de camper? Ik bel ze wel even.” Ze pakte haar telefoon. “Hoi Ma, met Joline. Hoe is het nu met jullie?” Ze kletsten even en Joline maakte de afspraak dat we hen morgen rond twaalf uur op een camping tegen de Belgische grens aan langs zouden komen. “Helemaal in het zuiden van Limburg, iets ten zuidwesten van Vaals”, zei Joline, toen ze had opgehangen. “Lekker rustig, alleen het laatste stukje naar de camping toe had een aantal haarspeldbochten die in de Alpen niet hadden misstaan. Ma was er niet zo blij mee.”
Joline lachte zachtjes. “Normaal zit ze nergens mee, maar dat soort dingen laat ze het liefst aan Pa over.” “Nou ja, met jullie camper over een haarspeldparcours rijden… dan zou ik ook kalm aan doen, hoor. Maar dame: nu lust ik wel een borrel. Jij een wijntje?” Joline knikte. “Lekker. Even ontspannen.” Zittend op de bank, met de drankjes voor ons, hoorde ik m’n telefoon. Het was Fred. “Hé makker… Hou jij nog weekend, of zit je de hele tijd achter een van je vier beeldschermen?” Het bekende gerommel was het antwoord. “Kees, mijn vriendinnetje is dit weekend weg met haar zusje, dus ik kan doen en laten wat ik wil. En af en toe kijk ik op een beeldscherm, ja. Ik krijg een acoustisch alarm als de software denkt dat ze beet heeft, dus ik kan lekker een boek lezen.”
“De techniek dient de mens, hoor ik. Maar… nog nieuws?” “De politie was in Groningen nét te laat. Ik kan het niet hard maken, maar ik denk dat er een mol in de organisatie zit. Zijn ontsnapping én de mislukte arrestatie in Groningen vind ik té toevallig. Maar goed, ik heb ‘m weer op de radar, nu in Dortmund. Nog niet klemvast; ik kan ‘m binnen een cirkel van 15 kilometer traceren. Da’s veel te groot om de politie in te lichten. Bovendien denk ik dat men op de meldkamer ogeveer hetzelfde beeld heeft als ik, misschien iets grover. Mijn software is een verbeterde kopie van het systeem daar. De vraag is alleen: als ik hem klemvast heb, licht ik dan de politie in? Met een potentiële mol in de organisatie ontloopt hij ons wéér…”
Ik dacht even na. “Wat dacht je van de BSB van de Marechaussee? In Bosnië heb ik eens met die mannen samengewerkt. Gouden kerels.” Het was even stil. “Daar moet ik even over denken, Kees. Kijken of ik daar een modus voor weet om de politie te omzeilen. Hoe dan ook: als meneer weer in beweging komt, hoor je het. Hou je telefoon open.” “Is goed makker. Dank je wel alvast en ik hoorde uit betrouwbare bron dat je toekomstige chef je maandag gaat zoenen.” “Dan hoop ik dat de chef zich geschoren heeft.” Ik schoot in de lach. “Ik zal er op toezien. Tot maandag!” “Doei, Kees.” “Waar zal jij op toezien, Kees?” Joline keek me aan. “Dat jij je maandagochtend geschoren hebt. Dat hoopte Fred, voor als jij ‘m gaat zoenen.” Joline trok een sierlijke wenkbrauw op. “Heeft hij ook gespecificeerd wáár ik me moest scheren? Nee zeker. Dan zal ik ‘m dat maandag wel vragen. Het idéé alleen al…” Maar goed: vertel!” Ik gaf de informatie van Fred door en Joline keek zuinig. “Een mol bij de politie? Dat hoor je vaker… Foute boel.” Ik knikte. Maar we hebben misschien een manier om de politie te omzeilen. Zoekt Fred nog uit. En nu gooi ik het alarm er op, sluit de boel af en wij gaan onder de wol. Ook ik ben best wel bekaf. Morgen rond een uur of tien op, elf uur de deur uit en rond twaalf uur in Zuid-Limburg koffie drinken. Wát een leven…”
Eenmaal in bed kroop Joline dicht tegen me aan. “Wat ben ik blij met jou. Je bent écht een ridder. En Fred ook trouwens. Die ga ik maandag uitgebreid bedanken.” Ik kwam even overeind. “Oh? Hij wél en ik niet? Ergens bevalt me hier iets niet.” Ze trok me terug in horizontale stand en het volgende wat ik voelde waren twee armen om me heen en een warme mond op de mijne. Even later zei ze zachtjes: “Jij krijgt je bedankje ook wel hoor… Als je je geschoren hebt ten minste.” Ze giechelde. “En ik zeg wel waar. Welterusten, Kees…” Ik gromde. “Ergens heb ik nog steeds het gevoel dat ik belazerd word. Maar goed, gevoelens zijn emoties en emoties kun je uitschakelen. Welterusten lieverd. Welterusten Balou.” Een donkere 'berenstem' antwoordde: “Welterusten Kees. Welterusten Jolientje. En de handjes boven de dekens houden…” Joline bromde: “Nog één keer die opmerking Balou, en je krijgt vliegles. Van negen hoog.” Dezelfde berenstem antwoordde: “Bluf, Jolientje.” "Maak me niet gek Beer, anders ga je wat beleven..."
Met de afwas in de machine pakte ik de buks in en verlieten we de flat, op weg naar de schietvereniging. Wat ik normaal alleen deed als ik op vakantie ging: ik zette het alarm aan. Eenmaal bij de schietvereniging aangekomen werden we welkom geheten door een van de bestuursleden, Harold.
“Hallo Kees. Long time no see…” Ik wees op Joline. “Haar schuld. Joline Boogers, sinds een aantal weken mijn vriendin. Wil ook eens kennismaken met de schietsport.” Ze gaven elkaar een hand. “Eerst koffie?” Aan een tafeltje vertelde Harold wat over het ontstaan van de vereniging en de toekomstplannen. Hij besloot met: "We hebben hier een paar regels, behalve natuurlijk die van de KNSA. De belangrijkste is: als je alcohol hebt genuttigd, kom je niet meer op de banen. Ook niet als toeschouwer.” Joline knikte. “Verstandig.”
Even later keek ze me aan. “Nou meneer… Laat maar eens wat zien! Tot nu toe heb ik je op je bruine ogen geloofd, maar nu mag je het waarmaken…” Harold lachte. “O jé… Nu moet je presteren onder druk, Kees. Succes!” Ik grijnsde. “Heb ik vaker moeten doen, Harold… Don’t worry.”
Ik pakte de buks en liep naar de vijftig meterbaan. “Eerst eens kijken of het vizier nog goed staat.” Ik klapte de voorsteunen uit, ging liggen en laadde de buks. Rustig schoot ik een serie van vijf schoten, ontlaadde en haalde daarna het kaartje terug. “Zo. Vizier staat prima. Niks meer aan doen.” Vier van de vijf schoten kwamen op de 9, eentje zat op de 7. “Derde schot. Ademhalingsfout. Té lang gericht, daardoor zuurstoftekort en dan wil je het schot er tóch uitpersen. Ik had beter adem kunnen halen, zuurstofniveau weer op peil kunnen brengen en dan schieten.” Een nieuw kaartje ging er in en zoefde weg naar vijftig meter. Ik keek Joline aan. “Jouw beurt, dame. Vijf schoten. Richtpunt is trefpunt. Denk aan de ademhalings- en trekkertechnieken. En die vijf schoten hoeven er niet binnen twintig seconden uit; de Taliban staat niet voor de deur. Neem je tijd.” Ze ging liggen, pakte de buks en laadde. Ik zag aan haar rug dat ze tijd nam om haar ademhaling te regelen. Toen ging het eerste schot er uit. Na vijftien seconden het tweede. Prima. In een rustig tempo schoot ze haar vijf schoten. Toen keek ze op. “Zo. Laat maar eens zien meneer.”
Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Eerst ontladen. Daarna pas andere dingen doen. Er zitten nóg 5 schoten in het magazijn, weet je nog?” Ze kreeg een rood hoofd. “Shit.” Snel, met zekere bewegingen ontlaadde ze de buks en stond op. Ik haalde het kaartje terug. De vijf schoten stonden in ieder geval op de kaart, met als hoogste score een zeven en als laagste een één. Joline keek teleurgesteld. “Wat een prutswerk.” Ik keek haar aan. “Oh? Vind je dat? Ik vind het nogal meevallen. Er zijn hier lui die, de eerste keer dat ze schoten, niet eens in staat de kaart te raken.”
Ik boog me naar haar toe. “Lieverd, naast je staat negen jaar schiet-ervaring. Op twaalf verschillende wapens. Denk je nou écht dat je dat ‘even’ kunt evenaren? Ik dacht dat je slimmer was.” Ze keek me aan. “Vergeleken met jou bak ik er niks van, Kees.” Tijd voor een stukje toegepaste psychologie. “Ga liggen en laden. Vijf schoten. En nu denken dat het Holtinge is die met een mes op je afkomt.” Zodra het doel zichtbaar is kan je vuren.” Ze ging liggen, laadde en wachtte op het doel. Toen dat zichtbaar was, schoot ze meteen. De volgende schoten kwamen binnen twee seconden achter elkaar. “Ontladen.” Ik haalde de kaart terug. Vier treffers, eentje buiten de cirkels, twee op de acht en eentje op de zes. Ze keek me aan. “Ik had drie schoten nodig om goed gericht te zijn.”
Ik knikte. “Klopt. Maar die achten waren je tweede en derde schot, die zes je vierde en het laatste schot viel buiten de roos. Ademtekort. Je hebt alle schoten afgevuurd zonder één keer adem te halen. Toch niet slecht, dame. Je hebt het in je. En nu kun je aan een aantal dingen gaan werken. Snel op het doel komen, constant schieten en andere schiethoudingen. Je zult zien dat je in het begin progressie maakt, dan een paar weken achteruit gaat en plotseling valt het kwartje en zie je steeds betere resultaten. En… Ik ga je opleiden tot gevechtsschutter. Oftewel: snel reageren, snel vuren. De resultaten zullen dan wat minder zijn, maar… als je in huis moet schieten praat je over een afstand van maximaal twaalf meter. Als je dan op iemands gezicht mikt, is elk schot raak en heeft betrokkene het veel te druk om zichzelf kusjes op de au-plaats te geven. Want zuster Melissa doet het niet. Doel bereikt, toch?”
Ze lachte flauwtjes. Het volgende uur ging snel voorbij. Joline begon er plezier in te krijgen en haar resultaten gingen vooruit. De laatste kaart die ze op vijftig meter schoot liet een groepje van 5 centimeter in doorsnee zien, rondom de tien. Toen ze opgestaan was, keek ik haar aan. “Dame, jij hebt een hele snelle leercurve. Ik heb weinig mensen gezien die je dit na kunnen doen. Nee, je hebt de tien niet geraakt en daar baal je van. Maar als je op iemand z’n oog had gemikt, had diegene nu drie stukjes lood uit z’n ogen mogen pulken, misschien wel vier. En dáár doen we het voor, weet je nog?”
Ze knikte glimlachend. “Zeker, Sergeant Jonkman.” Ik nam haar mee naar de twaalf meter baan. “Kun je nog een keertje? Dan gaan we nu op een realistische afstand schieten. Even kijken hoe je schoten dan vallen.” Ik draaide het vizier op twaalf meter. Joline ging liggen en schoot. Na het eerste schot zei ze: “Ik kan nu ten minste zien waar de schoten terechtkomen. Ik moet iets omhoog en naar links.” “Nee. Je moet gewoon hetzelfde richtpunt aanhouden: midden doel. Het tweede schot was qua richting prima, maar te laag. Het derde schot ging door het gat van het tweede, het vierde en vijfde schot iets daar boven. “Ontladen.” Ik haalde de kaart terug. “Je afwijking is in ieder geval mooi constant. Richting is prima, de hoogte kan beter.”
Ik keek haar aan en fluisterde: “Teken in gedachten eens een gezicht op die kaart, met de neuswortel als tien… Dan heeft betrokkene 5 schoten door zijn neus. Heb jij je neus wel eens hard gestoten?” Joline knikte. “Rob smeet de deur eens voor mijn neus dicht en ik ramde er tegen aan. Ik heb een half uur zitten bloeden en janken van de pijn.” “Precies. En dat gaat dit slachtoffer óók doen. Na je eerste schot grijpt hij zijn neus beet, verrekt van de pijn, traanklieren komen in actie, hij ziet niks meer en kan alleen maar zielig doen en in een hoekje de vloer rood schilderen. En jij hebt alle tijd om 112 te bellen, terwijl je hem onder schot houdt.”
Ze keek grimmig. “En dan kan ik hem ondertussen vertellen hoe ik over zijn familie en vriendjes denk.” “Precies! En nu stoppen we, nemen nog een bak koffie of een sapje en jij doet net of je héél geïnteresseerd bent in de schietsport. En geen woord over ons eigenlijke doel van dit schiet-avondje.” “My lips are sealed, sir,” was haar antwoord. En met een knipoog vervolgde ze: “behalve voor jou als we zoenen…” “Dat is je geraden, troela…”
Een uurtje later namen we afscheid met de belofte volgende week weer te komen. “Ik ben best wel moe!” zei Joline, toen we thuis waren. “Vroeg onder de wol en lekker slapen. En morgen uitslapen.” Ik knikte. “Goed plan. En wat doen we morgen?” Joline dacht even na. “Ik wil morgen niet de hele dag thuis rondhangen… Wat dacht je ervan als we Pa en Ma eens opzochten in de camper? Ik bel ze wel even.” Ze pakte haar telefoon. “Hoi Ma, met Joline. Hoe is het nu met jullie?” Ze kletsten even en Joline maakte de afspraak dat we hen morgen rond twaalf uur op een camping tegen de Belgische grens aan langs zouden komen. “Helemaal in het zuiden van Limburg, iets ten zuidwesten van Vaals”, zei Joline, toen ze had opgehangen. “Lekker rustig, alleen het laatste stukje naar de camping toe had een aantal haarspeldbochten die in de Alpen niet hadden misstaan. Ma was er niet zo blij mee.”
Joline lachte zachtjes. “Normaal zit ze nergens mee, maar dat soort dingen laat ze het liefst aan Pa over.” “Nou ja, met jullie camper over een haarspeldparcours rijden… dan zou ik ook kalm aan doen, hoor. Maar dame: nu lust ik wel een borrel. Jij een wijntje?” Joline knikte. “Lekker. Even ontspannen.” Zittend op de bank, met de drankjes voor ons, hoorde ik m’n telefoon. Het was Fred. “Hé makker… Hou jij nog weekend, of zit je de hele tijd achter een van je vier beeldschermen?” Het bekende gerommel was het antwoord. “Kees, mijn vriendinnetje is dit weekend weg met haar zusje, dus ik kan doen en laten wat ik wil. En af en toe kijk ik op een beeldscherm, ja. Ik krijg een acoustisch alarm als de software denkt dat ze beet heeft, dus ik kan lekker een boek lezen.”
“De techniek dient de mens, hoor ik. Maar… nog nieuws?” “De politie was in Groningen nét te laat. Ik kan het niet hard maken, maar ik denk dat er een mol in de organisatie zit. Zijn ontsnapping én de mislukte arrestatie in Groningen vind ik té toevallig. Maar goed, ik heb ‘m weer op de radar, nu in Dortmund. Nog niet klemvast; ik kan ‘m binnen een cirkel van 15 kilometer traceren. Da’s veel te groot om de politie in te lichten. Bovendien denk ik dat men op de meldkamer ogeveer hetzelfde beeld heeft als ik, misschien iets grover. Mijn software is een verbeterde kopie van het systeem daar. De vraag is alleen: als ik hem klemvast heb, licht ik dan de politie in? Met een potentiële mol in de organisatie ontloopt hij ons wéér…”
Ik dacht even na. “Wat dacht je van de BSB van de Marechaussee? In Bosnië heb ik eens met die mannen samengewerkt. Gouden kerels.” Het was even stil. “Daar moet ik even over denken, Kees. Kijken of ik daar een modus voor weet om de politie te omzeilen. Hoe dan ook: als meneer weer in beweging komt, hoor je het. Hou je telefoon open.” “Is goed makker. Dank je wel alvast en ik hoorde uit betrouwbare bron dat je toekomstige chef je maandag gaat zoenen.” “Dan hoop ik dat de chef zich geschoren heeft.” Ik schoot in de lach. “Ik zal er op toezien. Tot maandag!” “Doei, Kees.” “Waar zal jij op toezien, Kees?” Joline keek me aan. “Dat jij je maandagochtend geschoren hebt. Dat hoopte Fred, voor als jij ‘m gaat zoenen.” Joline trok een sierlijke wenkbrauw op. “Heeft hij ook gespecificeerd wáár ik me moest scheren? Nee zeker. Dan zal ik ‘m dat maandag wel vragen. Het idéé alleen al…” Maar goed: vertel!” Ik gaf de informatie van Fred door en Joline keek zuinig. “Een mol bij de politie? Dat hoor je vaker… Foute boel.” Ik knikte. Maar we hebben misschien een manier om de politie te omzeilen. Zoekt Fred nog uit. En nu gooi ik het alarm er op, sluit de boel af en wij gaan onder de wol. Ook ik ben best wel bekaf. Morgen rond een uur of tien op, elf uur de deur uit en rond twaalf uur in Zuid-Limburg koffie drinken. Wát een leven…”
Eenmaal in bed kroop Joline dicht tegen me aan. “Wat ben ik blij met jou. Je bent écht een ridder. En Fred ook trouwens. Die ga ik maandag uitgebreid bedanken.” Ik kwam even overeind. “Oh? Hij wél en ik niet? Ergens bevalt me hier iets niet.” Ze trok me terug in horizontale stand en het volgende wat ik voelde waren twee armen om me heen en een warme mond op de mijne. Even later zei ze zachtjes: “Jij krijgt je bedankje ook wel hoor… Als je je geschoren hebt ten minste.” Ze giechelde. “En ik zeg wel waar. Welterusten, Kees…” Ik gromde. “Ergens heb ik nog steeds het gevoel dat ik belazerd word. Maar goed, gevoelens zijn emoties en emoties kun je uitschakelen. Welterusten lieverd. Welterusten Balou.” Een donkere 'berenstem' antwoordde: “Welterusten Kees. Welterusten Jolientje. En de handjes boven de dekens houden…” Joline bromde: “Nog één keer die opmerking Balou, en je krijgt vliegles. Van negen hoog.” Dezelfde berenstem antwoordde: “Bluf, Jolientje.” "Maak me niet gek Beer, anders ga je wat beleven..."
Lees verder: Mini - 53
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10