Door: Oelewapper
Datum: 23-09-2020 | Cijfer: 8.9 | Gelezen: 6402
Lengte: Lang | Leestijd: 23 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Extreme,
Lengte: Lang | Leestijd: 23 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Extreme,
Vervolg op: De Gloed - 1: De Ceremonie
De Ondervraging
De imposante universiteitsbibliotheek van Leuven kijkt uit op het Ladeuzeplein, een vrij lege vlakte met aan de zijkanten wat zitbanken en bomen. In het midden van dit plein staat de Totem, een kunstwerk van Jan Fabre. Het is een 23 meter hoge inox naald met daarop een omgekeerde kever gespiest. In 2005 schonk de KU Leuven dit aan de stad Leuven, zogezegd ter gelegenheid van de 575ste verjaardag van de universiteit.
Wat echter bijna niemand weet, is dat de naald niet hol is, maar gevuld met obsidiaan. Dit diepzwarte verglaasde gesteente is afkomstig uit de diepste krochten van onze planeet. Het obsidiaan loopt diep de grond in, via de steunpilaren van de drie verdiepingen tellende ondergrondse parking onder het plein, tot ver voorbij de War Room, een eeuwenoude vergeten ruimte onder de parking.
Deze ruimte is enkel bereikbaar vanuit de kelderverdieping van de universiteitsbibliotheek. Verborgen achter een rek met oude tijdschriften is er een onopvallende deur die de doorgang betekent naar een lange afdalende gang.
Als je voor de deur staat, word je door een niet waarneembare camera gescand. Enkel voor bevoegden opent de deur zich.
*****
“Wie is er verantwoordelijk voor deze ramp?”
De ijzige stem sprak rustig. Toch voelde elk woord voor de aanwezigen als een messteek in hun lichaam. Niemand durfde te antwoorden. Zelfs het aankijken van de woordvoerende was geen optie. Het zou alleen maar de aandacht trekken.
Iedereen herinnerde zich nog levendig wat er was gebeurd met de sukkelaar die nog maar enkele weken geleden had geopperd dat er waarschijnlijk geen reden tot paniek was.
“Al 590 jaar hebben we de touwtjes in handen. Wat is het ergste dat er kan gebeuren?”
Nog geen minuut later was de ruimte gevuld geweest met een gekrijs dat tot in het binnenste van de ziel kon worden gevoeld. In zoverre dat er nog veel overbleef van de ziel van de board members.
Nu staarden de board members naar het wandvullende scherm waarop een wereldkaart te zien was. De landen waren zwarte vlakken, afgebakend door witte lijntjes. Het zwart werd echter verstoord door rode vlekken die zich over de hele kaart hadden verspreid. Als je lang genoeg naar de vlekken keek, kon je zien dat ze langzaam maar zeker groter werden.
“Bijna 600 jaar geleden kregen we de kans om een einde te maken aan de invloed van de Godin, die haar liefde over de mensheid verspreidde. Met de universiteit als instrument slaagden we erin om de harten van de mens langzaam te verdorren, om het geloof in de goedheid te laten wegkwijnen. We creëerden een wetenschap die de honger van de mens naar geloof stilde. Langzaam maar zeker maakten we de wereld donker, zodat wij de macht naar ons toe konden trekken. We gebruikten deze macht om de natuur, waar de Godin haar kracht uithaalt, te vernietigen, zo traag dat niemand het doorhad. Onze globalisatiepolitiek deed de waardeloze vormen van stilte, soberheid en samenhorigheid bij de mens overgaan naar onze waardenloze consumptie, concurrentie en prestatie. Dat is wat de mens vandaag drijft.
En kijk nu eens naar dat scherm. De gloed verspreidt zich over de wereld. We wisten dat dat verdomde kind met haar lieve schattige gezichtje iets van plan was. Die trut van een Julia is erin geslaagd om achter onze rug de Godin te wekken.”
Even verscheen op het scherm een foto van de priesteres die de ceremonie had geleid. Een jong meisje keek met vrolijke blauwe ogen in de lens. Ze zat aan een tafeltje te genieten van een zomerse cocktail. Een stralende lach tekende zich af op haar gezicht. Ze had niet de rode coupe van de ceremonie, maar lange blonde haren die over haar schouders waren gedrapeerd.
“Megaera? Wie moest Julia schaduwen?”
Aan het uiteinde van de lange gebogen tafel keek een vrouw op van haar laptop. Ze was een lange, slanke vrouw met een ietwat hoekig gezicht. Hoewel ze op zich wel knap te noemen was, had haar huidskleur een vale grijzige tint. Haar ogen vertoonden geen sprankeltje levenslust.
“Dat is de taak van Foras,” reageerde ze met monotone stem op de vraag. “Of althans dat was het.” De gespannen stilte die al in de ruimte hing, werd voelbaarder. “Er werd nog geen opvolger aangeduid.”
Megaera keek onbevreesd naar het midden van de tafel. Zij was de enige aan tafel die niets te vrezen had van de persoon die zich liet aanspreken als de rector.
De rector vertoonde geen enkele reactie.
“Ze moeten hebben geweten dat Foras haar schaduw was. Op het moment dat hij verdween, hebben ze geen moment getwijfeld. De enige vraag is hoe ze het te weten zijn gekomen. Heeft iemand een statusupdate?”
Aarzelend ging er een hand de lucht in. “Rector, vanmorgen zijn we erin geslaagd om een van de deelnemers aan de ceremonie op te sporen. De gloed is nog zeer sterk bij haar. We hebben haar verdoofd. Momenteel ligt ze in cel 5.”
De rector keek met vlammende ogen naar de man die ogenblikkelijk zijn blik neersloeg.
“Volac, waarom hoor ik dit nu pas? Breng haar onmiddellijk hier!” Volac haastte zich recht. Hij verdween door een deur.
“Aamon, maak je klaar. Zorg dat je te weten komt hoe ze van Foras wisten.”
De man naast de rector stond langzaam recht. Hij ging naar een hoek van de grote zaal, waar een houten constructie in X-vorm stond. Aan elk uiteinde hingen boeien.
Aamon had een modern Gucci-kostuum aan. Uiterst behoedzaam maakte hij zijn das los en legde deze op een ladekast. Ook de rest van zijn kostuum werd uitgetrokken en proper opgevouwen op de kast gelegd. Hij had geen ondergoed aan. Onder zijn kostuum droeg hij een zwarte lederen tenue. Hij opende een van de laden en haalde er een lederen masker uit dat hij opzette.
Op hetzelfde moment kwam Volac weer tevoorschijn. Hij werd gevolgd door twee grote breedgeschouderde mannen. Tussen hen in strompelde een vrouw. Het was de vrouw die zich op de ceremonie als eerste aan Mats had gegeven. De gloed hing als een gloeiende nevel rond haar huid.
Haar naam was Leen. Ze was een aantrekkelijke vrouw van rond de 40. Haar open gezicht met lichtblauwe ogen werd omzoomd door blond haar tot op haar schouders. Ze had een elegante wikkeljurk aan.
Haar verdoving leek nog niet helemaal uitgewerkt. Verward staarde ze de board members aan. Plots verscheen er een vonk van herkenning in haar ogen. Ze keek de rector aan.
“Profe…?”
Leen gilde. Aamon was achter haar verschenen en had haar haren met één weloverdachte beweging vastgegrepen. Hij sleurde haar met zich mee in de richting van de houten constructie. De bewakers bevestigden haar polsen en hielen aan de boeien. Hierdoor waren haar armen en benen gespreid. Vervolgens gingen de bewakers weer weg.
De gewelddadige actie had het adrenalinepeil in haar bloed sterk doen stijgen, zodat ze plots helder en doodsbang voor zich uitkeek. Ze zocht hulp bij het enige bekende gezicht voor haar. Met smekende ogen keek ze de rector aan. De donkere dreigende blik die terugkeek, deed haar beseffen dat ze hier geen hulp te verwachten had.
Haar hersenen werkten plots tegen een razend tempo. Ze probeerde zich te herinneren wat er precies was gebeurd. Ze was die ochtend gewoon naar haar werk vertrokken. Op de parking van de badkamergroothandel waar ze als aankoper werkte, had ze haar auto afgesloten. Toen ze besefte dat ze haar handtas was vergeten, had ze het portier terug geopend en voorover de auto in geleund. Daarna was alles zwart geworden.
Ze was nog niet zo lang geleden wakker geworden in een soort cel. Ze was te versuft geweest om zich druk te maken. Plots waren twee buitenwippertypes binnengekomen. Ze hadden haar vastgepakt en met zich meegesleurd. Nu stond ze hier in een grote vergaderruimte met een immens scherm vastgeketend aan een houten stelling. Voor haar stond een tafel waaraan een tiental mensen in kostuum naar haar keken. Ze herkende een van haar professoren toen ze nog aan de faculteit Economie studeerde. Het was echter duidelijk dat die haar niet zou helpen.
Ze zag maar één uitweg. Ze moest gebruik maken van haar persoonlijke kracht om hulp te roepen bij de zusters van haar coven. Ze sloot haar ogen en probeerde alle onrust en paniek uit haar hoofd te verjagen. De enige manier die ze kende om zich te concentreren, was muziek. In haar hoofd doken plots loeiende gitaren op. Zodra die de angst uit haar hoofd hadden verjaagd, kwam de muziek tot rust. Zacht zong een stem. When I'm walking a dark road, I am a man who walks alone.
Leen bundelde alle energie die ze in haar lichaam kon vinden. Ze stopte er al haar wanhoop in en duwde de energie alle richtingen uit. Hopelijk werd haar hulpkreet opgevangen.
Op hetzelfde moment trok Aamon de wikkeljurk van Leen open. Met een paar wilde rukken verscheurde hij vervolgens de jurk zodat ze enkel nog in haar ondergoed stond. Plots had hij een mes vast. Na een paar goedgemikte sneden vielen de bh en het slipje op de grond.
Leen was nu volledig naakt. Normaal gezien had ze hier geen probleem mee. De rituelen die ze in haar coven deed, gebeurden vaak in volle vrijheid. In deze context voelde ze zich echter bedreigd.
Door haar geboeide houding werden haar borsten naar boven getrokken. Haar vagina was duidelijk zichtbaar tussen de gespreide benen.
Aamon had het mes nog steeds in zijn handen. Hij legde de punt op een van de borsten van Leen. Zonder veel druk uit te oefenen draaide hij een rondje rond haar tepel.
Een koude rilling liep door Leens lichaam. Haar tepel verstijfde. Leen voelde de angst in zich weer opkomen. Toch deed de rilling haar wel iets.
Aamon boog zich naar haar hoofd toe en fluisterde in haar oor. “Was jij bij de ceremonie?”
Bij Leen begon iets te dagen. “Welke ceremonie?”, probeerde ze zo onschuldig mogelijk te vragen.
Aamon greep de gezwollen tepel en kneep er hard in. Leen gilde.
“Beledig ons niet. We zien allemaal je gloed.”
Leen was in de war. Wie waren deze mensen? Hoe kon het dat zij de gloed konden zien? Ze zagen er niet bepaald uit als wicca.
Aamon zette het mes deze keer op haar keel, en liet het langzaam naar beneden glijden. Het zakte tussen haar borsten door in de richting van haar navel. Deze werd nipt vermeden. Het mes zakte door tot aan het begin van haar spleetje. Alle spieren van Leen spanden zichzelf op. Ze bereidde zich voor op pijn.
Er gebeurde echter niets. Aamon haalde het mes weg en herhaalde zijn vraag. “Was jij bij de ceremonie?”
“Ja.” Ontkennen was nutteloos, besefte Leen.
“Zie je wel? Als je meewerkt, zal dit snel voorbij zijn.” Met zijn wijsvinger legde hij heel teder dezelfde weg af die het mes net ook had gevolgd. Aan het eind duwde hij zijn vinger heel kort tussen haar lipjes door. Hij bracht de vinger naar zijn neus en snoof het aroma op. “Mmmmmm!”
Leen kon er niets aan doen. Ondanks de dreiging die van Aamon uitging, reageerde haar lichaam intens. Haar tepels verstijfden. Haar tepelhoven toonden de bubbeltjes van kippenvel. Hoewel ze dit niet wilde, voelde ze haar kutje ook vochtig worden. Dit wilde ze niet.
“Wie besliste wanneer de ceremonie zou worden gehouden?”
Leen besefte dat dit een belangrijk moment was. Er werd verwacht dat ze namen zou noemen. Ze hoopte dat ze sterk genoeg kon zijn om niets te zeggen.
“Dat weet ik niet.”
Aaron trok een wenkbrauw op, stak twee vingers in zijn mond en haalde ze traag voor de ogen van Leen er weer uit. Hij stak ze weer tussen haar kutlippen, die ondertussen lichtjes gezwollen waren.
“Kijk eens aan. Mijn speeksel was blijkbaar niet nodig. Blijkbaar was je al opgewonden. Vind je dit lekker, schatje?”
De vingers gleden soepel tussen de lipjes door, raakten snel Leen clitoris aan en werden met een soepele beweging in haar kut geschoven.
Hoewel Leen niet wou reageren, kon ze niet voorkomen dat ze een klein kreuntje liet horen. De vingers werden teruggetrokken en gaven een harde tik tegen haar clitoris. De kreun mondde uit in een gilletje.
“Gebuisd voor de tweede test. Kijk eens naar het scherm? We weten al dat het dit kleine heksje was.”
Leen keek naar het scherm. De foto van Julia was weer verschenen. Nu raakte Leen in paniek. Ze kenden Julia. Ze wisten dat haar dochter de priesteres was. Waarom hadden ze haar dan ontvoerd? Wat deed zij hier? Wat werd er van haar verwacht?
“Tweede poging. Wie besliste wanneer de ceremonie zou worden gehouden?”
“De priesteres.”
“Goed zo. En hoe heet ons priesteresje?”
“Ju… Julia.” Het had geen zin te liegen. Leen wist dat ze de info al hadden.
Aamon knielde vlak voor Leen neer, bracht zijn hoofd naar haar kutje en kuste voorzichtig haar lipjes.
Ditmaal reageerde Leens lichaam niet meer op de intieme aanraking. Ze voelde zich bedreigd in haar diepste zijn. Haar moederinstinct nam de volledige controle over.
Aamon haalde snel zijn vingers nog eens door haar lipjes heen en merkte de verandering die ze had doorgemaakt. Haar vochtigheid was opgedroogd.
“Ok. Volgende vraag. Hoe wist Julia wanneer de ceremonie moest worden gehouden? Hoe wist ze dat ze niet meer werd gevolgd door ons?”
Leen probeerde zo sec mogelijk te antwoorden. “Dat weet ik niet. Die info heeft ze met niemand gedeeld. Ik kreeg enkel de oproep voor de ceremonie.”
Aamon stond recht voor haar toen Leen antwoordde. Hij keek indringend in haar ogen. Een minuut lang bleef hij onbewogen kijken. Leen voelde de spanning in haar lichaam toenemen. Ze zette zich schrap voor het ergste.
Hij zag de onverzettelijkheid in Leens ogen. In een plotse snelle beweging nam hij haar beide tepels vast en kneep er hard in. Hij hield de tepels stevig vast. Leen gaf geen kik. Ze keek hem strak aan.
Zonder verpinken draaide Aamon zich weg, liep naar de ladekast en haalde iets uit een van de laden. Hij stapte ermee naar Leen en liet het langzaam voor haar ogen heen en weer zwaaien.
“Weet je wat dit is?”
Leen was verward. Het voorwerp dat ze voor zich zag, leek op een afkolfpomp. Een plastieken koepeltje was met een slangetje verbonden met een pompje. Was hij van plan om haar aan het praten te krijgen door haar borsten af te kolven?
Ze vergiste zich echter. Aamon drukte de koepel over haar kutlippen en begon te pompen. In het begin voelde Leen niets. Toen alle lucht uit het koepeltje weg was, begon de rand zich in het vlees tussen haar benen te drukken. Leen schaamstreek werd helemaal vacuüm getrokken. Op het moment dat Aamon de koepel niet meer zelf hoefde vast te houden, herhaalde hij zijn vraag.
“Hoe wist Julia wanneer de ceremonie moest worden gehouden?”
Leen zweeg.
Met een duivelse grijns op zijn lippen hernam Aamon het pompen. De kutlippen van Leen werden met elke kneep in de pomp naar buiten gezogen. Toen ze zo ver mogelijk naar buiten staken, voelde ze hoe haar lippen aan haar vel begonnen te trekken. Leens lichaam begon toch weer te reageren, los van haar geestelijke verzet. Ze voelde de sappen in haar poesje weer langzaam stromen.
“Hoe wist Julia wanneer de ceremonie moest worden gehouden?”
Nog steeds gaf Leen geen kik. De onverzettelijkheid in haar blik begon echter barsten te vertonen. Aamon begon weer te pompen. Langzaam begonnen de lippen van Leen op te zwellen. Naarmate ze groter en dikker werden, nam hun gevoeligheid toe. Elke pompbeweging deed haar lippen ook tegen elkaar wrijven. Iedere wrijving van haar gevoelige vleeslapjes gaf een schok die door haar hele lichaam trok en een diepe kreun veroorzaakte. Ze wilde het niet, maar ze had haar eigen reacties niet meer in de hand.
Toen Aamon even stopte, maakte Leen gebruik van de pauze om op adem te komen. Ze besefte nu dat ze aan het hijgen was geweest.
“Hoe wist Julia wanneer de ceremonie moest worden gehouden?”
Hoewel haar lichaam op scherp werd gezet, was Leen lucide genoeg om in te zien dat ze de goede zaak niet mocht verraden. Ze zocht echter een uitweg. Met opgewonden stem zei ze: “Ik weet het echt niet. Ik ben maar een gewoon lid van de coven. Ik neem af en toe deel aan ceremonies. Dat is alles.”
“Dus je weet echt niets?”
“Nee.”
Aamon legde zijn hand zachtjes op het hoofd van Leen en streelde zacht over haar haren. “Jammer!” Hij begon weer te pompen.
Een pijnscheut schoot door Leen heen. Ook haar clitoris begon te groeien door de pompbewegingen. Door plaatsgebrek werd haar uitdijende genotsknobbel tussen haar intussen dikke lippen geperst. Leen kreunde niet meer. Ze jammerde. Ze voelde zichzelf gloeien. Het zweet brak haar uit.
Aamon liet het tempo van zijn handbewegingen zakken. Hij zag dat de plastieken koepel volledig gevuld was. Hij wist dat het punt gekomen was waarop elke stuwing zou aanvoelen als een messteek in Leens vrouwelijkheid. Leen zelf besefte het ook. Ze had de pijn voelen toenemen.
“Hoe wist Julia wanneer de ceremonie moest worden gehouden?”
Leen wist dat ze dit niet lang meer kon volhouden. De pijn was te intens. Uitgeput maakte ze de overweging dat ze eigenlijk niets wist dat Julia in gevaar kon brengen. Misschien kon ze met haar kennis de aandacht van haar dochter afleiden.
“Ze had de info gekregen van iemand die betrokken was bij de vijand van de Godin.”
De board members, die de ondervraging aandachtig hadden gevolgd, reageerden rumoerig op deze onthulling. Ze bekeken elkaar met achterdochtige blik. De stem van Aamon klonk plots zo luid dat iedereen wee stilviel.
“Wie?”
“Dat weet ik niet. Julia wilde dit tegen niemand zeggen.”
Aamon kneep in de pomp. Leen gilde. “Ik weet het niet!”
Weer een kneep.
“STOP!”
Aamon bracht zijn gezicht tot vlak voor dat van Leen. Uiterst voorzichtig beroerde hij met zijn lippen de hare. Hij gaf haar een tedere kus. Zacht fluisterde hij: “Liefje, laat die zachte lipjes van je de waarheid spreken. Dan zal ik die andere lipjes bevrijden. Van wie had Julia die info?”
“Ik weet het niet, echt niet, geloof me toch,” stamelde Leen verslagen.
Weer kuste hij Leen, als een minnaar die zijn geliefde wakker kust.
“Ik geloof je. Er is echter één probleempje. Als je gelijk hebt en Julia de enige is die de identiteit van de verrader kent, dan moeten we haar vinden. We hebben echter geen idee waar ze is. Weet jij waar ze is?”
Aamon hief de hand met de pomp naar boven, recht voor de ogen van Leen. Zijn vingers krampten lichtjes samen.
Leen reageerde paniekerig op de schijnbeweging. “Ik weet het niet. Niemand weet het. Ze is ondergedoken. Ze heeft tegen niemand gezegd waar ze naartoe ging. Niemand. Ze wilde ons beschermen. Niemand.”
Aamon keerde zich naar de rector. “Meer zullen we van haar niet te weten komen, vrees ik.”
Hij liep naar de ladekast en pakte een metalen doosje. Hij opende het en nam er een injectienaald uit. De naald was gevuld met een zwarte substantie. Hij liep langzaam naar Leen toe.
“Vloeibaar obsidiaan. Ken je dat? Nee? Zet je dan maar schrap.”
Leen had geen idee wat dat goedje was of wat het deed. Maar ze voelde instinctief aan dat ze dit niet in haar lichaam wilde. Ze begon wild met haar ledematen te schudden. Ze was echter te stevig geboeid.
Ondanks haar nutteloze verzet verdween de naald moeiteloos in haar arm. Een paar druppels van het zwarte obsidiaan verdwenen in haar aders. De reactie was direct duidelijk. Vanaf de injectiewonde verspreidde het obsidiaan zich doorheen alle bloedvaten. Overal waar het passeerde, werden de aders zwart. Het blanke lichaam vertoonde in minder dan een minuut allemaal kleine zwarte riviertjes. Leens hart pompte het nietsvermoedend rond. Op de plaatsen waar het obsidiaan het lichaam van Leen veroverde, verdween de gloed.
Leen zelf voelde zichzelf ongevoelig worden. Ze voelde geen warmte meer, geen koude. De pijn van haar kutlippen verdween als sneeuw voor de zon. Maar ook haar angst deemsterde weg. Op het moment dat de ogen van Leen volledig zwart werden, voelde ze niets meer. Ook haar moederliefde was verdwenen.
De rector stond recht. “Contacteer asap jullie netwerken. We moeten haar vinden.” Met een zelfverzekerde tred verliet ze de vergaderruimte, gevolgd door de rest van de board members.
Enkel Megaera bleef achter. Ze sloot haar laptop af, en stapte behoedzaam op Leen af. Ze trok de slang los van de vaginapomp. De koepel vulde zich langzaam met lucht. Voorzichtig verwijderde ze hem. Vervolgens maakte ze de boeien los. Leen zakte door haar benen en lag plat op de grond.
Megaera boog zich over haar en streelde zachtjes met haar wijsvinger over haar wang.
“Binnen een paar uur is het obsidiaan uitgewerkt. De gloed ben je wel kwijt.”
De ogen van Leen openden zich. Een zwarte lege blik staarde naar Megaera. Deze drukte haar handpalm tegen het voorhoofd van Leen. Onmiddellijk viel ze in een diepe slaap.
Met een lichte zucht kwam Megaera recht. Ze stapte naar de deur die naar de cellen leidde, opende deze en riep: “Breng haar maar terug naar haar cel.”
Ze verliet de ruimte via de gang naar de universiteitsbibliotheek.
Wat echter bijna niemand weet, is dat de naald niet hol is, maar gevuld met obsidiaan. Dit diepzwarte verglaasde gesteente is afkomstig uit de diepste krochten van onze planeet. Het obsidiaan loopt diep de grond in, via de steunpilaren van de drie verdiepingen tellende ondergrondse parking onder het plein, tot ver voorbij de War Room, een eeuwenoude vergeten ruimte onder de parking.
Deze ruimte is enkel bereikbaar vanuit de kelderverdieping van de universiteitsbibliotheek. Verborgen achter een rek met oude tijdschriften is er een onopvallende deur die de doorgang betekent naar een lange afdalende gang.
Als je voor de deur staat, word je door een niet waarneembare camera gescand. Enkel voor bevoegden opent de deur zich.
*****
“Wie is er verantwoordelijk voor deze ramp?”
De ijzige stem sprak rustig. Toch voelde elk woord voor de aanwezigen als een messteek in hun lichaam. Niemand durfde te antwoorden. Zelfs het aankijken van de woordvoerende was geen optie. Het zou alleen maar de aandacht trekken.
Iedereen herinnerde zich nog levendig wat er was gebeurd met de sukkelaar die nog maar enkele weken geleden had geopperd dat er waarschijnlijk geen reden tot paniek was.
“Al 590 jaar hebben we de touwtjes in handen. Wat is het ergste dat er kan gebeuren?”
Nog geen minuut later was de ruimte gevuld geweest met een gekrijs dat tot in het binnenste van de ziel kon worden gevoeld. In zoverre dat er nog veel overbleef van de ziel van de board members.
Nu staarden de board members naar het wandvullende scherm waarop een wereldkaart te zien was. De landen waren zwarte vlakken, afgebakend door witte lijntjes. Het zwart werd echter verstoord door rode vlekken die zich over de hele kaart hadden verspreid. Als je lang genoeg naar de vlekken keek, kon je zien dat ze langzaam maar zeker groter werden.
“Bijna 600 jaar geleden kregen we de kans om een einde te maken aan de invloed van de Godin, die haar liefde over de mensheid verspreidde. Met de universiteit als instrument slaagden we erin om de harten van de mens langzaam te verdorren, om het geloof in de goedheid te laten wegkwijnen. We creëerden een wetenschap die de honger van de mens naar geloof stilde. Langzaam maar zeker maakten we de wereld donker, zodat wij de macht naar ons toe konden trekken. We gebruikten deze macht om de natuur, waar de Godin haar kracht uithaalt, te vernietigen, zo traag dat niemand het doorhad. Onze globalisatiepolitiek deed de waardeloze vormen van stilte, soberheid en samenhorigheid bij de mens overgaan naar onze waardenloze consumptie, concurrentie en prestatie. Dat is wat de mens vandaag drijft.
En kijk nu eens naar dat scherm. De gloed verspreidt zich over de wereld. We wisten dat dat verdomde kind met haar lieve schattige gezichtje iets van plan was. Die trut van een Julia is erin geslaagd om achter onze rug de Godin te wekken.”
Even verscheen op het scherm een foto van de priesteres die de ceremonie had geleid. Een jong meisje keek met vrolijke blauwe ogen in de lens. Ze zat aan een tafeltje te genieten van een zomerse cocktail. Een stralende lach tekende zich af op haar gezicht. Ze had niet de rode coupe van de ceremonie, maar lange blonde haren die over haar schouders waren gedrapeerd.
“Megaera? Wie moest Julia schaduwen?”
Aan het uiteinde van de lange gebogen tafel keek een vrouw op van haar laptop. Ze was een lange, slanke vrouw met een ietwat hoekig gezicht. Hoewel ze op zich wel knap te noemen was, had haar huidskleur een vale grijzige tint. Haar ogen vertoonden geen sprankeltje levenslust.
“Dat is de taak van Foras,” reageerde ze met monotone stem op de vraag. “Of althans dat was het.” De gespannen stilte die al in de ruimte hing, werd voelbaarder. “Er werd nog geen opvolger aangeduid.”
Megaera keek onbevreesd naar het midden van de tafel. Zij was de enige aan tafel die niets te vrezen had van de persoon die zich liet aanspreken als de rector.
De rector vertoonde geen enkele reactie.
“Ze moeten hebben geweten dat Foras haar schaduw was. Op het moment dat hij verdween, hebben ze geen moment getwijfeld. De enige vraag is hoe ze het te weten zijn gekomen. Heeft iemand een statusupdate?”
Aarzelend ging er een hand de lucht in. “Rector, vanmorgen zijn we erin geslaagd om een van de deelnemers aan de ceremonie op te sporen. De gloed is nog zeer sterk bij haar. We hebben haar verdoofd. Momenteel ligt ze in cel 5.”
De rector keek met vlammende ogen naar de man die ogenblikkelijk zijn blik neersloeg.
“Volac, waarom hoor ik dit nu pas? Breng haar onmiddellijk hier!” Volac haastte zich recht. Hij verdween door een deur.
“Aamon, maak je klaar. Zorg dat je te weten komt hoe ze van Foras wisten.”
De man naast de rector stond langzaam recht. Hij ging naar een hoek van de grote zaal, waar een houten constructie in X-vorm stond. Aan elk uiteinde hingen boeien.
Aamon had een modern Gucci-kostuum aan. Uiterst behoedzaam maakte hij zijn das los en legde deze op een ladekast. Ook de rest van zijn kostuum werd uitgetrokken en proper opgevouwen op de kast gelegd. Hij had geen ondergoed aan. Onder zijn kostuum droeg hij een zwarte lederen tenue. Hij opende een van de laden en haalde er een lederen masker uit dat hij opzette.
Op hetzelfde moment kwam Volac weer tevoorschijn. Hij werd gevolgd door twee grote breedgeschouderde mannen. Tussen hen in strompelde een vrouw. Het was de vrouw die zich op de ceremonie als eerste aan Mats had gegeven. De gloed hing als een gloeiende nevel rond haar huid.
Haar naam was Leen. Ze was een aantrekkelijke vrouw van rond de 40. Haar open gezicht met lichtblauwe ogen werd omzoomd door blond haar tot op haar schouders. Ze had een elegante wikkeljurk aan.
Haar verdoving leek nog niet helemaal uitgewerkt. Verward staarde ze de board members aan. Plots verscheen er een vonk van herkenning in haar ogen. Ze keek de rector aan.
“Profe…?”
Leen gilde. Aamon was achter haar verschenen en had haar haren met één weloverdachte beweging vastgegrepen. Hij sleurde haar met zich mee in de richting van de houten constructie. De bewakers bevestigden haar polsen en hielen aan de boeien. Hierdoor waren haar armen en benen gespreid. Vervolgens gingen de bewakers weer weg.
De gewelddadige actie had het adrenalinepeil in haar bloed sterk doen stijgen, zodat ze plots helder en doodsbang voor zich uitkeek. Ze zocht hulp bij het enige bekende gezicht voor haar. Met smekende ogen keek ze de rector aan. De donkere dreigende blik die terugkeek, deed haar beseffen dat ze hier geen hulp te verwachten had.
Haar hersenen werkten plots tegen een razend tempo. Ze probeerde zich te herinneren wat er precies was gebeurd. Ze was die ochtend gewoon naar haar werk vertrokken. Op de parking van de badkamergroothandel waar ze als aankoper werkte, had ze haar auto afgesloten. Toen ze besefte dat ze haar handtas was vergeten, had ze het portier terug geopend en voorover de auto in geleund. Daarna was alles zwart geworden.
Ze was nog niet zo lang geleden wakker geworden in een soort cel. Ze was te versuft geweest om zich druk te maken. Plots waren twee buitenwippertypes binnengekomen. Ze hadden haar vastgepakt en met zich meegesleurd. Nu stond ze hier in een grote vergaderruimte met een immens scherm vastgeketend aan een houten stelling. Voor haar stond een tafel waaraan een tiental mensen in kostuum naar haar keken. Ze herkende een van haar professoren toen ze nog aan de faculteit Economie studeerde. Het was echter duidelijk dat die haar niet zou helpen.
Ze zag maar één uitweg. Ze moest gebruik maken van haar persoonlijke kracht om hulp te roepen bij de zusters van haar coven. Ze sloot haar ogen en probeerde alle onrust en paniek uit haar hoofd te verjagen. De enige manier die ze kende om zich te concentreren, was muziek. In haar hoofd doken plots loeiende gitaren op. Zodra die de angst uit haar hoofd hadden verjaagd, kwam de muziek tot rust. Zacht zong een stem. When I'm walking a dark road, I am a man who walks alone.
Leen bundelde alle energie die ze in haar lichaam kon vinden. Ze stopte er al haar wanhoop in en duwde de energie alle richtingen uit. Hopelijk werd haar hulpkreet opgevangen.
Op hetzelfde moment trok Aamon de wikkeljurk van Leen open. Met een paar wilde rukken verscheurde hij vervolgens de jurk zodat ze enkel nog in haar ondergoed stond. Plots had hij een mes vast. Na een paar goedgemikte sneden vielen de bh en het slipje op de grond.
Leen was nu volledig naakt. Normaal gezien had ze hier geen probleem mee. De rituelen die ze in haar coven deed, gebeurden vaak in volle vrijheid. In deze context voelde ze zich echter bedreigd.
Door haar geboeide houding werden haar borsten naar boven getrokken. Haar vagina was duidelijk zichtbaar tussen de gespreide benen.
Aamon had het mes nog steeds in zijn handen. Hij legde de punt op een van de borsten van Leen. Zonder veel druk uit te oefenen draaide hij een rondje rond haar tepel.
Een koude rilling liep door Leens lichaam. Haar tepel verstijfde. Leen voelde de angst in zich weer opkomen. Toch deed de rilling haar wel iets.
Aamon boog zich naar haar hoofd toe en fluisterde in haar oor. “Was jij bij de ceremonie?”
Bij Leen begon iets te dagen. “Welke ceremonie?”, probeerde ze zo onschuldig mogelijk te vragen.
Aamon greep de gezwollen tepel en kneep er hard in. Leen gilde.
“Beledig ons niet. We zien allemaal je gloed.”
Leen was in de war. Wie waren deze mensen? Hoe kon het dat zij de gloed konden zien? Ze zagen er niet bepaald uit als wicca.
Aamon zette het mes deze keer op haar keel, en liet het langzaam naar beneden glijden. Het zakte tussen haar borsten door in de richting van haar navel. Deze werd nipt vermeden. Het mes zakte door tot aan het begin van haar spleetje. Alle spieren van Leen spanden zichzelf op. Ze bereidde zich voor op pijn.
Er gebeurde echter niets. Aamon haalde het mes weg en herhaalde zijn vraag. “Was jij bij de ceremonie?”
“Ja.” Ontkennen was nutteloos, besefte Leen.
“Zie je wel? Als je meewerkt, zal dit snel voorbij zijn.” Met zijn wijsvinger legde hij heel teder dezelfde weg af die het mes net ook had gevolgd. Aan het eind duwde hij zijn vinger heel kort tussen haar lipjes door. Hij bracht de vinger naar zijn neus en snoof het aroma op. “Mmmmmm!”
Leen kon er niets aan doen. Ondanks de dreiging die van Aamon uitging, reageerde haar lichaam intens. Haar tepels verstijfden. Haar tepelhoven toonden de bubbeltjes van kippenvel. Hoewel ze dit niet wilde, voelde ze haar kutje ook vochtig worden. Dit wilde ze niet.
“Wie besliste wanneer de ceremonie zou worden gehouden?”
Leen besefte dat dit een belangrijk moment was. Er werd verwacht dat ze namen zou noemen. Ze hoopte dat ze sterk genoeg kon zijn om niets te zeggen.
“Dat weet ik niet.”
Aaron trok een wenkbrauw op, stak twee vingers in zijn mond en haalde ze traag voor de ogen van Leen er weer uit. Hij stak ze weer tussen haar kutlippen, die ondertussen lichtjes gezwollen waren.
“Kijk eens aan. Mijn speeksel was blijkbaar niet nodig. Blijkbaar was je al opgewonden. Vind je dit lekker, schatje?”
De vingers gleden soepel tussen de lipjes door, raakten snel Leen clitoris aan en werden met een soepele beweging in haar kut geschoven.
Hoewel Leen niet wou reageren, kon ze niet voorkomen dat ze een klein kreuntje liet horen. De vingers werden teruggetrokken en gaven een harde tik tegen haar clitoris. De kreun mondde uit in een gilletje.
“Gebuisd voor de tweede test. Kijk eens naar het scherm? We weten al dat het dit kleine heksje was.”
Leen keek naar het scherm. De foto van Julia was weer verschenen. Nu raakte Leen in paniek. Ze kenden Julia. Ze wisten dat haar dochter de priesteres was. Waarom hadden ze haar dan ontvoerd? Wat deed zij hier? Wat werd er van haar verwacht?
“Tweede poging. Wie besliste wanneer de ceremonie zou worden gehouden?”
“De priesteres.”
“Goed zo. En hoe heet ons priesteresje?”
“Ju… Julia.” Het had geen zin te liegen. Leen wist dat ze de info al hadden.
Aamon knielde vlak voor Leen neer, bracht zijn hoofd naar haar kutje en kuste voorzichtig haar lipjes.
Ditmaal reageerde Leens lichaam niet meer op de intieme aanraking. Ze voelde zich bedreigd in haar diepste zijn. Haar moederinstinct nam de volledige controle over.
Aamon haalde snel zijn vingers nog eens door haar lipjes heen en merkte de verandering die ze had doorgemaakt. Haar vochtigheid was opgedroogd.
“Ok. Volgende vraag. Hoe wist Julia wanneer de ceremonie moest worden gehouden? Hoe wist ze dat ze niet meer werd gevolgd door ons?”
Leen probeerde zo sec mogelijk te antwoorden. “Dat weet ik niet. Die info heeft ze met niemand gedeeld. Ik kreeg enkel de oproep voor de ceremonie.”
Aamon stond recht voor haar toen Leen antwoordde. Hij keek indringend in haar ogen. Een minuut lang bleef hij onbewogen kijken. Leen voelde de spanning in haar lichaam toenemen. Ze zette zich schrap voor het ergste.
Hij zag de onverzettelijkheid in Leens ogen. In een plotse snelle beweging nam hij haar beide tepels vast en kneep er hard in. Hij hield de tepels stevig vast. Leen gaf geen kik. Ze keek hem strak aan.
Zonder verpinken draaide Aamon zich weg, liep naar de ladekast en haalde iets uit een van de laden. Hij stapte ermee naar Leen en liet het langzaam voor haar ogen heen en weer zwaaien.
“Weet je wat dit is?”
Leen was verward. Het voorwerp dat ze voor zich zag, leek op een afkolfpomp. Een plastieken koepeltje was met een slangetje verbonden met een pompje. Was hij van plan om haar aan het praten te krijgen door haar borsten af te kolven?
Ze vergiste zich echter. Aamon drukte de koepel over haar kutlippen en begon te pompen. In het begin voelde Leen niets. Toen alle lucht uit het koepeltje weg was, begon de rand zich in het vlees tussen haar benen te drukken. Leen schaamstreek werd helemaal vacuüm getrokken. Op het moment dat Aamon de koepel niet meer zelf hoefde vast te houden, herhaalde hij zijn vraag.
“Hoe wist Julia wanneer de ceremonie moest worden gehouden?”
Leen zweeg.
Met een duivelse grijns op zijn lippen hernam Aamon het pompen. De kutlippen van Leen werden met elke kneep in de pomp naar buiten gezogen. Toen ze zo ver mogelijk naar buiten staken, voelde ze hoe haar lippen aan haar vel begonnen te trekken. Leens lichaam begon toch weer te reageren, los van haar geestelijke verzet. Ze voelde de sappen in haar poesje weer langzaam stromen.
“Hoe wist Julia wanneer de ceremonie moest worden gehouden?”
Nog steeds gaf Leen geen kik. De onverzettelijkheid in haar blik begon echter barsten te vertonen. Aamon begon weer te pompen. Langzaam begonnen de lippen van Leen op te zwellen. Naarmate ze groter en dikker werden, nam hun gevoeligheid toe. Elke pompbeweging deed haar lippen ook tegen elkaar wrijven. Iedere wrijving van haar gevoelige vleeslapjes gaf een schok die door haar hele lichaam trok en een diepe kreun veroorzaakte. Ze wilde het niet, maar ze had haar eigen reacties niet meer in de hand.
Toen Aamon even stopte, maakte Leen gebruik van de pauze om op adem te komen. Ze besefte nu dat ze aan het hijgen was geweest.
“Hoe wist Julia wanneer de ceremonie moest worden gehouden?”
Hoewel haar lichaam op scherp werd gezet, was Leen lucide genoeg om in te zien dat ze de goede zaak niet mocht verraden. Ze zocht echter een uitweg. Met opgewonden stem zei ze: “Ik weet het echt niet. Ik ben maar een gewoon lid van de coven. Ik neem af en toe deel aan ceremonies. Dat is alles.”
“Dus je weet echt niets?”
“Nee.”
Aamon legde zijn hand zachtjes op het hoofd van Leen en streelde zacht over haar haren. “Jammer!” Hij begon weer te pompen.
Een pijnscheut schoot door Leen heen. Ook haar clitoris begon te groeien door de pompbewegingen. Door plaatsgebrek werd haar uitdijende genotsknobbel tussen haar intussen dikke lippen geperst. Leen kreunde niet meer. Ze jammerde. Ze voelde zichzelf gloeien. Het zweet brak haar uit.
Aamon liet het tempo van zijn handbewegingen zakken. Hij zag dat de plastieken koepel volledig gevuld was. Hij wist dat het punt gekomen was waarop elke stuwing zou aanvoelen als een messteek in Leens vrouwelijkheid. Leen zelf besefte het ook. Ze had de pijn voelen toenemen.
“Hoe wist Julia wanneer de ceremonie moest worden gehouden?”
Leen wist dat ze dit niet lang meer kon volhouden. De pijn was te intens. Uitgeput maakte ze de overweging dat ze eigenlijk niets wist dat Julia in gevaar kon brengen. Misschien kon ze met haar kennis de aandacht van haar dochter afleiden.
“Ze had de info gekregen van iemand die betrokken was bij de vijand van de Godin.”
De board members, die de ondervraging aandachtig hadden gevolgd, reageerden rumoerig op deze onthulling. Ze bekeken elkaar met achterdochtige blik. De stem van Aamon klonk plots zo luid dat iedereen wee stilviel.
“Wie?”
“Dat weet ik niet. Julia wilde dit tegen niemand zeggen.”
Aamon kneep in de pomp. Leen gilde. “Ik weet het niet!”
Weer een kneep.
“STOP!”
Aamon bracht zijn gezicht tot vlak voor dat van Leen. Uiterst voorzichtig beroerde hij met zijn lippen de hare. Hij gaf haar een tedere kus. Zacht fluisterde hij: “Liefje, laat die zachte lipjes van je de waarheid spreken. Dan zal ik die andere lipjes bevrijden. Van wie had Julia die info?”
“Ik weet het niet, echt niet, geloof me toch,” stamelde Leen verslagen.
Weer kuste hij Leen, als een minnaar die zijn geliefde wakker kust.
“Ik geloof je. Er is echter één probleempje. Als je gelijk hebt en Julia de enige is die de identiteit van de verrader kent, dan moeten we haar vinden. We hebben echter geen idee waar ze is. Weet jij waar ze is?”
Aamon hief de hand met de pomp naar boven, recht voor de ogen van Leen. Zijn vingers krampten lichtjes samen.
Leen reageerde paniekerig op de schijnbeweging. “Ik weet het niet. Niemand weet het. Ze is ondergedoken. Ze heeft tegen niemand gezegd waar ze naartoe ging. Niemand. Ze wilde ons beschermen. Niemand.”
Aamon keerde zich naar de rector. “Meer zullen we van haar niet te weten komen, vrees ik.”
Hij liep naar de ladekast en pakte een metalen doosje. Hij opende het en nam er een injectienaald uit. De naald was gevuld met een zwarte substantie. Hij liep langzaam naar Leen toe.
“Vloeibaar obsidiaan. Ken je dat? Nee? Zet je dan maar schrap.”
Leen had geen idee wat dat goedje was of wat het deed. Maar ze voelde instinctief aan dat ze dit niet in haar lichaam wilde. Ze begon wild met haar ledematen te schudden. Ze was echter te stevig geboeid.
Ondanks haar nutteloze verzet verdween de naald moeiteloos in haar arm. Een paar druppels van het zwarte obsidiaan verdwenen in haar aders. De reactie was direct duidelijk. Vanaf de injectiewonde verspreidde het obsidiaan zich doorheen alle bloedvaten. Overal waar het passeerde, werden de aders zwart. Het blanke lichaam vertoonde in minder dan een minuut allemaal kleine zwarte riviertjes. Leens hart pompte het nietsvermoedend rond. Op de plaatsen waar het obsidiaan het lichaam van Leen veroverde, verdween de gloed.
Leen zelf voelde zichzelf ongevoelig worden. Ze voelde geen warmte meer, geen koude. De pijn van haar kutlippen verdween als sneeuw voor de zon. Maar ook haar angst deemsterde weg. Op het moment dat de ogen van Leen volledig zwart werden, voelde ze niets meer. Ook haar moederliefde was verdwenen.
De rector stond recht. “Contacteer asap jullie netwerken. We moeten haar vinden.” Met een zelfverzekerde tred verliet ze de vergaderruimte, gevolgd door de rest van de board members.
Enkel Megaera bleef achter. Ze sloot haar laptop af, en stapte behoedzaam op Leen af. Ze trok de slang los van de vaginapomp. De koepel vulde zich langzaam met lucht. Voorzichtig verwijderde ze hem. Vervolgens maakte ze de boeien los. Leen zakte door haar benen en lag plat op de grond.
Megaera boog zich over haar en streelde zachtjes met haar wijsvinger over haar wang.
“Binnen een paar uur is het obsidiaan uitgewerkt. De gloed ben je wel kwijt.”
De ogen van Leen openden zich. Een zwarte lege blik staarde naar Megaera. Deze drukte haar handpalm tegen het voorhoofd van Leen. Onmiddellijk viel ze in een diepe slaap.
Met een lichte zucht kwam Megaera recht. Ze stapte naar de deur die naar de cellen leidde, opende deze en riep: “Breng haar maar terug naar haar cel.”
Ze verliet de ruimte via de gang naar de universiteitsbibliotheek.
Lees verder: De Gloed - 3: De Zoektocht
Trefwoord(en): Extreme,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10