Door: Leen
Datum: 29-08-2021 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 5453
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 13 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Borsten, Dagboek, Grote Borsten, Park, Tiener, Verlangen,
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 13 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Borsten, Dagboek, Grote Borsten, Park, Tiener, Verlangen,
Vervolg op: Verlangen - 6: De Eerste Kus
Het Park
"Jij bent prachtig," mompelt Carl zachtjes.
Even is het helemaal stil. Mijn hart bonkt in mijn keel wanneer hij zijn hand in mijn nek legt en nog dichterbij komt. Een kriebel roert zich in mijn buik. Ik weet wat hij gaat doen, maar kan niks zeggen. Kan me niet verroeren. Zijn lippen raken de mijne. Onwillekeurig sluit ik mijn ogen en voel de gloed van zijn huid van heel dichtbij. Zijn adem blaast zachtjes door mijn half geopende lippen door. Zijn vingers vlechten zich in mijn haren en strelen mijn nek. Hij kust me opnieuw, zacht, zijn smaak achterlatend in mijn mond. Dan laat hij me langzaam los en kijkt me van dichtbij aan. Langzaam word ik rood. "Ik... euh... ik..." stotter ik.
Met een plagend lachje reageert hij: "Nou, wat wil je zeggen?"
Ik bijt op mijn lip. "Ik... ik...".
"Kan je niet praten?" Carl grijnst kwajongensachtig.
Ik word nog roder en slik iets weg.
"Dat was heerlijk." fluister ik nauwelijks hoorbaar.
Hij staart me aan. In de stilte die valt, kan ik het bloed in mijn oren horen suizen.
"Over gisteren," begin ik.
"Ja?".
"Ik... euh... ik had je niet mogen duwen."
"Ik ben blij dat je...".
"Laat me nu even uitspreken," onderbreek ik hem. "Het is zo al moeilijk genoeg."
"...".
"Je overviel me nogal. Weet je, het is allemaal nieuw voor me."
Carl haalt zijn schouders op. "Je moet gewoon je gevoel volgen."
"Wel... ik... het maakt me bang."
"Waarom?"
"Misschien vind je me niet mooi."
"Ik vind je heel mooi."
"Ik... euh... dat bedoel ik niet."
"Wat dan wel?"
"Ik lijk niet echt op al die meiden, begrijp je?".
"Nee."
"Ik ben niet zo slank."
"Dat weet ik. Dat zie ik zo ook wel."
"Wel ja, misschien... euh... misschien loop je wel weg als ik naakt voor je sta." Tranen glinsteren in mijn ogen.
"Maak je daar geen zorgen over."
"Dat doe ik dus wel."
"Ooit komt de dag dat je je voor me gaat uitkleden."
Lichte paniek overvalt me.
Carl tilt mijn kin op en kijkt me onderzoekend aan.
"Pieker toch niet zo. Laat het gewoon gebeuren. Wat wij hebben, dat is toch fijn?"
Ik bloos en knik verlegen.
"Gelukkig maar," fluistert hij. Dan buigt hij zich naar me toe en kust me opnieuw. Ik sla mijn armen om zijn nek en zoen hem terug. Mijn hart begint sneller te slaan wanneer hij zijn handen rond mijn heupen legt en me dichter tegen zich aantrekt. Het is net of er rust in mijn hart komt, terwijl er tegelijkertijd een storm in mijn lichaam woedt. Bij hem voel ik me op mijn gemak, maar tegelijkertijd maakt hij me ook opgewonden.
Wanneer hij me na een tijdje los laat, kijk ik hem verlangend aan.
"Misschien kunnen we deze namiddag samen iets leuks gaan doen? Naar het park of zo? het is zo lekker weer." vraagt hij.
Mijn hart klapt bijna uit elkaar van vreugde.
"Hof ter Saksen? (1) Ik vind het daar zo leuk." reageer ik enthousiast.
"Die kasteelruine?"
"Het heeft iets sprookjesachtig."
Carl fronst zijn hoofd. "Sprookjesachtig?"
"Wel ja... Het is een plek waar ik naar toe ga als ik me niet zo goed voel. Ik..." Ik bijt op mijn lip. "Ach, misschien wordt het tijd dat ik een echt leven leid in plaats van me te verliezen in allerlei sprookjes in mijn hoofd."
Carl kijkt me even aan. Ik heb de indruk dat hij een weemoedige blik in zijn ogen heeft. "Sprookjes kunnen deel uitmaken van het echte leven, dat maakt het mooier, niet?"
Ik schud mijn hoofd. "Dat bedoel ik niet."
"Wat dan wel?"
"Ik heb de gewoonte weg te vluchten in mijn eigen dromen."
Carl zegt niks en kijkt me alleen maar nieuwsgierig aan. Ik haal even diep adem en vervolg: "Ik had in mijn hoofd een prachtig sprookje bedacht over een witte prins. Een knappe man die verliefd op me was. En ik... euh... je zult me wel gek vinden."
"Nee hoor, ga door..."
"Toen ik je voor het eerst zag, beelde ik me in dat jij die prins was. Maar dat is het nu net... Jij was het niet. En toen ik erachter kwam dat je niet die prins was die ik had verzonnen, nam ik het je nog kwalijk ook."
Ik kruip dichter tegen Carl aan.
"Maar eigenlijk ben jij nog beter dan die fictieve prins. Je bent zacht, vriendelijk, lief,... je hebt zoveel geduld met mij."
Dan trekt Carl me opnieuw tegen hem aan. "Je hebt geen idee hoeveel het me doet om dat te horen," fluistert hij.
"Echt?" vraag ik schor.
Hij knikt.
Enkele uurtjes later liggen we in het park in het gras onder een dikke kastanjeboom. Carl op zijn rug en ik met mijn hoofd op zijn schouders, zijn armen rond me heen. "Alles is nog een beetje wennen," fluister ik. "Dus vergeef me als ik raar doe."
Hij drukt een kus op mijn voorhoofd. "Je doet niet raar. Ik moet er ook nog aan wennen."
Ik kijk Carl verward aan. "Waaraan?"
"Aan verliefd zijn. Het is voor mij ook allemaal nieuw."
Ik kleur van plezier. Carl is nog nooit eerder verliefd geweest en hij heeft zijn hart aan mij verloren.
"Ben je verliefd?"
"Ja."
"Ken ik haar?" probeer ik grappig te doen.
"Nee, je hebt ze nog niet gezien." speelt Carl het spelletje mee. "Maar ze lijkt wel op jou."
"Echt?" reageer ik verwonderd.
"Ja. Dezelfde mooie heldere ogen. Lange blonde haren. Een lief gezichtje."
"En verder?"
"Grote borsten."
"Hou je daar van?"
"Nee."
"Oh..."
"Maar ze heeft wel een lekkere kont."
"He," reageer ik verontwaardigd, "je hebt het wel over mij." Intussen geef ik hem een por.
"Wie zegt..."
"Niet doen," onderbreek ik Carl en ik geef hem een zoentje om zijn woorden te smoren.
"Mooi he." fluister ik.
"Jij?" klinkt het als reactie.
"Nee, gekkie, die witte wolkjes in de lucht. En het geluid van de ruisende bomen. Het is net alsof ze een verhaal vertellen."
"Euh... ben je nu serieus?"
"Tuurlijk."
"En wat vertellen ze dan?" klinkt Carl nieuwsgierig.
"Wie?"
"De bomen."
"Luister zelf... gewoon je ogen dicht doen en even stil zijn." Ik draai me naar hem toe.
"Dat kan ik niet."
"Waarom niet?"
"Ik word te veel door jou afgeleid. Je parfum verdooft me."
"Gek."
"Wie? jij?"
"Knettergek ben ik, maar het is nog niet te laat om weg te lopen." Voorzichtig leg ik een hand op zijn borstkas om het rijzen en dalen te voelen. Zijn hartslag tegen mijn handpalm.
"Kan ik niet, jij ligt op me."
"Zo zwaar is mijn hoofd niet." Ik duw mijn neus in zijn hals en snuif zijn heerlijke mannengeur op. "En waag het niet om me tegen te spreken," vul ik aan.
Ik schuif nog dichter naar hem toe en leg mijn hoofd opnieuw op zijn schouder. Dan liggen we een poos samen te zwijgen. Ik merk hoe zijn borstkas kalm op en neer gaat. Na een tijdje sust deze beweging me langzaam in slaap. De lucht en bladeren van de boom boven me kalmeren me. Ik voel mijn oogleden zwaarder worden. Het is onmogelijk mijn ogen open te houden.
"Leen."
"Ja?" Ik steek voorzichtig mijn handen naar hem uit en duw ze onder zijn t-shirt zodat ik ze op zijn huid kan leggen. Mijn vingers strelen zijn warme spieren die samentrekken onder mijn aanraking. Ik streel, voel en geniet van elke adem die hij neemt in reactie op mijn aanraking. Het geeft me een ontstuimig gevoel om zijn reactie te horen, zijn pupillen groter te zien worden in verlangen, terwijl mijn handen over zijn borstkas glijden. Even sluit hij in vervoering zijn ogen. Hij geniet duidelijk van mijn langzame aanval op zijn zintuigen. Ik duw een aarzelend kusje tegen zijn mond en streel met het uiteinde van mijn tong over zijn onderlip. Hij verdiept de kus teder en duwt met zijn tong langzaam mijn lippen van elkaar zodat die versmelt met die van mij. Zijn genegenheid raakt me diep in mijn hart, hij maakt me helemaal week vanbinnen en ik voel verlangen in me opkomen. Hij beneemt me de adem met elke streling. Ik zucht, mijn vingers knijpen in zijn schouders. Ik wil meer, veel meer. Toch vecht ik om mijn behoefte onder controle te houden. Ik stop abrupt, en laat mijn voorhoofd op zijn schouders vallen. Ik voel zijn borstkas hevig op en neer gaan. Hij is buiten adem, net als ik.
Ik breng mijn mond naar de zijne en proef zijn lippen. Eén keer, twee, drie keer. Ik slaak een zuchtje en opnieuw kus ik hem. Dit keer langer. Zijn lippen voelen schroeiend heet. Zo heet dat ik mijn eigen mond voel smelten. Het zet mijn eigen lichaam in vuur en vlam en doet me wanhopig verlangen naar meer. Hem kussen tart mijn zelfbeheersing, die bij elke kus smelt als sneeuw voor de zon. Mijn zachte kreuntjes moedigen hem aan en maakt het onmogelijk om aan me aan de verleiding te onttrekken. Hij slaat zijn armen om mijn nek en gaat met zijn vingers door mijn haar.
Met mijn mond versmolten met de zijne, is mijn behoefte aan hem bijna beangstigend. Ik trek me terug en kijk hem verlangend aan.
"Je bent een gevaarlijk meisje, Leen."
"Waarom?" Mijn heldere ogen zijn een en al onschuld.
Teder streelt hij met zijn duim over mijn onderlip die gezwollen is van de kus.
"Omdat ik er naar verlang je hele lichaam aan te raken, hoe streng je het me ook verbiedt."
"Verbied ik je dat?"
"Ben je gisteren vergeten?"
"Nee," glimlach ik, terwijl ik mijn vingers over zijn buik laat glijden.
"En nu doe je exact wat ik gisteren niet bij je mocht."
"Dit is anders," verduidelijk ik.
"Hoezo?"
"Ik ben een meisje."
"Wat heeft dat er mee te maken?"
"Meisjes mogen alles."
"En ik...", begint Carl aarzelend.
"Jij moet naar mij luisteren en doen wat ik je vraag."
"Ik moet naar jou..."
"Inderdaad."
"Dus..." lacht Carl.
"Jij bent mijn slaafje."
"Niet."
"Wel, maar je kan je nog altijd bedenken en kiezen voor een barbie. Die zijn leuker en sexier en mooier. Maar dan moet je wel snel zijn." Ik draai me om en ga bovenop hem zitten. Langzaam buig ik me naar hem toe. Carl krijgt een knalrode kop en staart me vol begeerte aan.
"Scheelt er iets?" fluister ik.
"Als ik doe, waar ik nu zin in heb, ga je me waarschijnlijk weer een mep verkopen."
"Je kan altijd proberen," lach ik.
Dan neem ik Carl zijn handen vast en duw ze tegen mijn twee borsten aan.
"Voel maar," fluister ik. "Zijn ze niet lekker zacht? Maar ik weet niet of we dit wel moeten doen."
"Dit?" vraagt hij om tijd te rekken. Hij weet maar al te goed wat 'dit" is. 'Dit' is pure magie, onweerstaanbaar. Het enige waaraan we nog kunnen denken, het enige wat we zo graag willen.
Ik trek zijn handen weg, leun naar voor en geef hem een vederlicht kusje op zijn mond. "Aanraken kussen en... meer."
"Zijn dit geen dingen die verliefde stelletjes nu eenmaal doen?"
Ik laat hem los en begin op mijn onderlip te kauwen. "Ik weet het, maar ik wil niet overhaasten."
Wanneer Carl mijn borsten opnieuw wil vastpakken, sta ik op. "En nu moeten we naar huis, ik had ma beloofd op tijd te zijn voor het avondeten."
Carl kijkt me ontgoocheld aan. Ik geef hem een speelse por. "Niet zo sip, joh, morgen is er weer een dag," lach ik.
Even later rijden we met de fiets weer huiswaarts, hand in hand. Wanneer ik het verkeerslicht voor me op groen zie staan, zet ik me recht en spurt ik er vandoor.
"Kom schat, dat halen we nog," spoor ik Carl aan me te volgen.
"Hé, wacht!" hoor ik hem achter me roepen.
Net voor het kruispunt kijk ik achterom om te zien waar Carl blijft. Daardoor zie ik de auto niet die op hetzelfde moment afdraait.
"Leen! Pas op!!!" schreeuwt Carl. Dan volgt er een luide klap. Ik vlieg over de motorkap van de auto en beland met een plof op de grond. En dan wordt me alles zwart voor ogen. (2)
---
Soundtrack bij dit verhaal: U2 - With or without you
(1) Het domein hof ter Saksen is een kasteelpark in de gemeente Beveren, Oost-Vlaanderen, België. Het kasteel is recentelijk volledig gerestaureerd maar was eind jaren 80 een ruïne die op instorten stond. Het kasteelpark was/is een arboretum met hoofdzakelijk Japanse/Chinese bomen en was toendertijd een van mijn favoriete plekjes.
(2) Het verhaal is gebaseerd op waargebeurde feiten, ook het ongeval.
Even is het helemaal stil. Mijn hart bonkt in mijn keel wanneer hij zijn hand in mijn nek legt en nog dichterbij komt. Een kriebel roert zich in mijn buik. Ik weet wat hij gaat doen, maar kan niks zeggen. Kan me niet verroeren. Zijn lippen raken de mijne. Onwillekeurig sluit ik mijn ogen en voel de gloed van zijn huid van heel dichtbij. Zijn adem blaast zachtjes door mijn half geopende lippen door. Zijn vingers vlechten zich in mijn haren en strelen mijn nek. Hij kust me opnieuw, zacht, zijn smaak achterlatend in mijn mond. Dan laat hij me langzaam los en kijkt me van dichtbij aan. Langzaam word ik rood. "Ik... euh... ik..." stotter ik.
Met een plagend lachje reageert hij: "Nou, wat wil je zeggen?"
Ik bijt op mijn lip. "Ik... ik...".
"Kan je niet praten?" Carl grijnst kwajongensachtig.
Ik word nog roder en slik iets weg.
"Dat was heerlijk." fluister ik nauwelijks hoorbaar.
Hij staart me aan. In de stilte die valt, kan ik het bloed in mijn oren horen suizen.
"Over gisteren," begin ik.
"Ja?".
"Ik... euh... ik had je niet mogen duwen."
"Ik ben blij dat je...".
"Laat me nu even uitspreken," onderbreek ik hem. "Het is zo al moeilijk genoeg."
"...".
"Je overviel me nogal. Weet je, het is allemaal nieuw voor me."
Carl haalt zijn schouders op. "Je moet gewoon je gevoel volgen."
"Wel... ik... het maakt me bang."
"Waarom?"
"Misschien vind je me niet mooi."
"Ik vind je heel mooi."
"Ik... euh... dat bedoel ik niet."
"Wat dan wel?"
"Ik lijk niet echt op al die meiden, begrijp je?".
"Nee."
"Ik ben niet zo slank."
"Dat weet ik. Dat zie ik zo ook wel."
"Wel ja, misschien... euh... misschien loop je wel weg als ik naakt voor je sta." Tranen glinsteren in mijn ogen.
"Maak je daar geen zorgen over."
"Dat doe ik dus wel."
"Ooit komt de dag dat je je voor me gaat uitkleden."
Lichte paniek overvalt me.
Carl tilt mijn kin op en kijkt me onderzoekend aan.
"Pieker toch niet zo. Laat het gewoon gebeuren. Wat wij hebben, dat is toch fijn?"
Ik bloos en knik verlegen.
"Gelukkig maar," fluistert hij. Dan buigt hij zich naar me toe en kust me opnieuw. Ik sla mijn armen om zijn nek en zoen hem terug. Mijn hart begint sneller te slaan wanneer hij zijn handen rond mijn heupen legt en me dichter tegen zich aantrekt. Het is net of er rust in mijn hart komt, terwijl er tegelijkertijd een storm in mijn lichaam woedt. Bij hem voel ik me op mijn gemak, maar tegelijkertijd maakt hij me ook opgewonden.
Wanneer hij me na een tijdje los laat, kijk ik hem verlangend aan.
"Misschien kunnen we deze namiddag samen iets leuks gaan doen? Naar het park of zo? het is zo lekker weer." vraagt hij.
Mijn hart klapt bijna uit elkaar van vreugde.
"Hof ter Saksen? (1) Ik vind het daar zo leuk." reageer ik enthousiast.
"Die kasteelruine?"
"Het heeft iets sprookjesachtig."
Carl fronst zijn hoofd. "Sprookjesachtig?"
"Wel ja... Het is een plek waar ik naar toe ga als ik me niet zo goed voel. Ik..." Ik bijt op mijn lip. "Ach, misschien wordt het tijd dat ik een echt leven leid in plaats van me te verliezen in allerlei sprookjes in mijn hoofd."
Carl kijkt me even aan. Ik heb de indruk dat hij een weemoedige blik in zijn ogen heeft. "Sprookjes kunnen deel uitmaken van het echte leven, dat maakt het mooier, niet?"
Ik schud mijn hoofd. "Dat bedoel ik niet."
"Wat dan wel?"
"Ik heb de gewoonte weg te vluchten in mijn eigen dromen."
Carl zegt niks en kijkt me alleen maar nieuwsgierig aan. Ik haal even diep adem en vervolg: "Ik had in mijn hoofd een prachtig sprookje bedacht over een witte prins. Een knappe man die verliefd op me was. En ik... euh... je zult me wel gek vinden."
"Nee hoor, ga door..."
"Toen ik je voor het eerst zag, beelde ik me in dat jij die prins was. Maar dat is het nu net... Jij was het niet. En toen ik erachter kwam dat je niet die prins was die ik had verzonnen, nam ik het je nog kwalijk ook."
Ik kruip dichter tegen Carl aan.
"Maar eigenlijk ben jij nog beter dan die fictieve prins. Je bent zacht, vriendelijk, lief,... je hebt zoveel geduld met mij."
Dan trekt Carl me opnieuw tegen hem aan. "Je hebt geen idee hoeveel het me doet om dat te horen," fluistert hij.
"Echt?" vraag ik schor.
Hij knikt.
Enkele uurtjes later liggen we in het park in het gras onder een dikke kastanjeboom. Carl op zijn rug en ik met mijn hoofd op zijn schouders, zijn armen rond me heen. "Alles is nog een beetje wennen," fluister ik. "Dus vergeef me als ik raar doe."
Hij drukt een kus op mijn voorhoofd. "Je doet niet raar. Ik moet er ook nog aan wennen."
Ik kijk Carl verward aan. "Waaraan?"
"Aan verliefd zijn. Het is voor mij ook allemaal nieuw."
Ik kleur van plezier. Carl is nog nooit eerder verliefd geweest en hij heeft zijn hart aan mij verloren.
"Ben je verliefd?"
"Ja."
"Ken ik haar?" probeer ik grappig te doen.
"Nee, je hebt ze nog niet gezien." speelt Carl het spelletje mee. "Maar ze lijkt wel op jou."
"Echt?" reageer ik verwonderd.
"Ja. Dezelfde mooie heldere ogen. Lange blonde haren. Een lief gezichtje."
"En verder?"
"Grote borsten."
"Hou je daar van?"
"Nee."
"Oh..."
"Maar ze heeft wel een lekkere kont."
"He," reageer ik verontwaardigd, "je hebt het wel over mij." Intussen geef ik hem een por.
"Wie zegt..."
"Niet doen," onderbreek ik Carl en ik geef hem een zoentje om zijn woorden te smoren.
"Mooi he." fluister ik.
"Jij?" klinkt het als reactie.
"Nee, gekkie, die witte wolkjes in de lucht. En het geluid van de ruisende bomen. Het is net alsof ze een verhaal vertellen."
"Euh... ben je nu serieus?"
"Tuurlijk."
"En wat vertellen ze dan?" klinkt Carl nieuwsgierig.
"Wie?"
"De bomen."
"Luister zelf... gewoon je ogen dicht doen en even stil zijn." Ik draai me naar hem toe.
"Dat kan ik niet."
"Waarom niet?"
"Ik word te veel door jou afgeleid. Je parfum verdooft me."
"Gek."
"Wie? jij?"
"Knettergek ben ik, maar het is nog niet te laat om weg te lopen." Voorzichtig leg ik een hand op zijn borstkas om het rijzen en dalen te voelen. Zijn hartslag tegen mijn handpalm.
"Kan ik niet, jij ligt op me."
"Zo zwaar is mijn hoofd niet." Ik duw mijn neus in zijn hals en snuif zijn heerlijke mannengeur op. "En waag het niet om me tegen te spreken," vul ik aan.
Ik schuif nog dichter naar hem toe en leg mijn hoofd opnieuw op zijn schouder. Dan liggen we een poos samen te zwijgen. Ik merk hoe zijn borstkas kalm op en neer gaat. Na een tijdje sust deze beweging me langzaam in slaap. De lucht en bladeren van de boom boven me kalmeren me. Ik voel mijn oogleden zwaarder worden. Het is onmogelijk mijn ogen open te houden.
"Leen."
"Ja?" Ik steek voorzichtig mijn handen naar hem uit en duw ze onder zijn t-shirt zodat ik ze op zijn huid kan leggen. Mijn vingers strelen zijn warme spieren die samentrekken onder mijn aanraking. Ik streel, voel en geniet van elke adem die hij neemt in reactie op mijn aanraking. Het geeft me een ontstuimig gevoel om zijn reactie te horen, zijn pupillen groter te zien worden in verlangen, terwijl mijn handen over zijn borstkas glijden. Even sluit hij in vervoering zijn ogen. Hij geniet duidelijk van mijn langzame aanval op zijn zintuigen. Ik duw een aarzelend kusje tegen zijn mond en streel met het uiteinde van mijn tong over zijn onderlip. Hij verdiept de kus teder en duwt met zijn tong langzaam mijn lippen van elkaar zodat die versmelt met die van mij. Zijn genegenheid raakt me diep in mijn hart, hij maakt me helemaal week vanbinnen en ik voel verlangen in me opkomen. Hij beneemt me de adem met elke streling. Ik zucht, mijn vingers knijpen in zijn schouders. Ik wil meer, veel meer. Toch vecht ik om mijn behoefte onder controle te houden. Ik stop abrupt, en laat mijn voorhoofd op zijn schouders vallen. Ik voel zijn borstkas hevig op en neer gaan. Hij is buiten adem, net als ik.
Ik breng mijn mond naar de zijne en proef zijn lippen. Eén keer, twee, drie keer. Ik slaak een zuchtje en opnieuw kus ik hem. Dit keer langer. Zijn lippen voelen schroeiend heet. Zo heet dat ik mijn eigen mond voel smelten. Het zet mijn eigen lichaam in vuur en vlam en doet me wanhopig verlangen naar meer. Hem kussen tart mijn zelfbeheersing, die bij elke kus smelt als sneeuw voor de zon. Mijn zachte kreuntjes moedigen hem aan en maakt het onmogelijk om aan me aan de verleiding te onttrekken. Hij slaat zijn armen om mijn nek en gaat met zijn vingers door mijn haar.
Met mijn mond versmolten met de zijne, is mijn behoefte aan hem bijna beangstigend. Ik trek me terug en kijk hem verlangend aan.
"Je bent een gevaarlijk meisje, Leen."
"Waarom?" Mijn heldere ogen zijn een en al onschuld.
Teder streelt hij met zijn duim over mijn onderlip die gezwollen is van de kus.
"Omdat ik er naar verlang je hele lichaam aan te raken, hoe streng je het me ook verbiedt."
"Verbied ik je dat?"
"Ben je gisteren vergeten?"
"Nee," glimlach ik, terwijl ik mijn vingers over zijn buik laat glijden.
"En nu doe je exact wat ik gisteren niet bij je mocht."
"Dit is anders," verduidelijk ik.
"Hoezo?"
"Ik ben een meisje."
"Wat heeft dat er mee te maken?"
"Meisjes mogen alles."
"En ik...", begint Carl aarzelend.
"Jij moet naar mij luisteren en doen wat ik je vraag."
"Ik moet naar jou..."
"Inderdaad."
"Dus..." lacht Carl.
"Jij bent mijn slaafje."
"Niet."
"Wel, maar je kan je nog altijd bedenken en kiezen voor een barbie. Die zijn leuker en sexier en mooier. Maar dan moet je wel snel zijn." Ik draai me om en ga bovenop hem zitten. Langzaam buig ik me naar hem toe. Carl krijgt een knalrode kop en staart me vol begeerte aan.
"Scheelt er iets?" fluister ik.
"Als ik doe, waar ik nu zin in heb, ga je me waarschijnlijk weer een mep verkopen."
"Je kan altijd proberen," lach ik.
Dan neem ik Carl zijn handen vast en duw ze tegen mijn twee borsten aan.
"Voel maar," fluister ik. "Zijn ze niet lekker zacht? Maar ik weet niet of we dit wel moeten doen."
"Dit?" vraagt hij om tijd te rekken. Hij weet maar al te goed wat 'dit" is. 'Dit' is pure magie, onweerstaanbaar. Het enige waaraan we nog kunnen denken, het enige wat we zo graag willen.
Ik trek zijn handen weg, leun naar voor en geef hem een vederlicht kusje op zijn mond. "Aanraken kussen en... meer."
"Zijn dit geen dingen die verliefde stelletjes nu eenmaal doen?"
Ik laat hem los en begin op mijn onderlip te kauwen. "Ik weet het, maar ik wil niet overhaasten."
Wanneer Carl mijn borsten opnieuw wil vastpakken, sta ik op. "En nu moeten we naar huis, ik had ma beloofd op tijd te zijn voor het avondeten."
Carl kijkt me ontgoocheld aan. Ik geef hem een speelse por. "Niet zo sip, joh, morgen is er weer een dag," lach ik.
Even later rijden we met de fiets weer huiswaarts, hand in hand. Wanneer ik het verkeerslicht voor me op groen zie staan, zet ik me recht en spurt ik er vandoor.
"Kom schat, dat halen we nog," spoor ik Carl aan me te volgen.
"Hé, wacht!" hoor ik hem achter me roepen.
Net voor het kruispunt kijk ik achterom om te zien waar Carl blijft. Daardoor zie ik de auto niet die op hetzelfde moment afdraait.
"Leen! Pas op!!!" schreeuwt Carl. Dan volgt er een luide klap. Ik vlieg over de motorkap van de auto en beland met een plof op de grond. En dan wordt me alles zwart voor ogen. (2)
---
Soundtrack bij dit verhaal: U2 - With or without you
(1) Het domein hof ter Saksen is een kasteelpark in de gemeente Beveren, Oost-Vlaanderen, België. Het kasteel is recentelijk volledig gerestaureerd maar was eind jaren 80 een ruïne die op instorten stond. Het kasteelpark was/is een arboretum met hoofdzakelijk Japanse/Chinese bomen en was toendertijd een van mijn favoriete plekjes.
(2) Het verhaal is gebaseerd op waargebeurde feiten, ook het ongeval.
Lees verder: Verlangen - 8: Het Ziekenhuis
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10