Door: Leen
Datum: 22-09-2021 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 4591
Lengte: Lang | Leestijd: 16 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Borsten, Dagboek, Masturberen, Verlangen, Vingeren, Ziekenhuis,
Lengte: Lang | Leestijd: 16 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Borsten, Dagboek, Masturberen, Verlangen, Vingeren, Ziekenhuis,
Vervolg op: Verlangen - 7: Het Park
Het Ziekenhuis
Mijn hoofd bonkt en het kost me enorm veel moeite om mijn oogleden omhoog te tillen. Het eerste wat ik zie zodra ik mijn ogen een beetje geopend krijg, is mijn ma. Ik lig in een bed en zij zit onderuitgezakt, met haar ogen gesloten, op een stoel naast me. De muren in de kamer zijn wit en het licht is behoorlijk fel. Te fel. Verderop hoor ik mensen zachtjes praten. Af en toe klinkt er een pieptoon, maar verder is het stil. Er hangt een steriele geur, die me doet denken aan... een ziekenhuis.
Hoe kom ik in godsnaam in een ziekenhuis terecht? Ik probeer na te denken, maar mijn hoofd bonkt van de pijn. Ik reik mijn hand omhoog en ik voel dat er een verband rond mijn hoofd zit en dat mijn huid eronder pijnlijk aanvoelt.
"Ma...", mijn stem kraakt omdat mijn keel droog is. Een glas water zou best smaken op dit moment. Ik krijg even niet meer woorden uit mijn mond. Het is echter voldoende, want mijn ma haar ogen schieten open en ze recht haar rug. Ze beweeg haar nek van links naar rechts.
"Hoi meisje, ben je wakker?"
Ik knik en wrijf met mijn hand over mijn keel. Ik weet uiteindelijk met een zachte schorre stem te vragen: "Mag ik wat water?" Ik wil rechtop gaan zitten, maar ma houdt me tegen door met haar hand tegen mijn schouder te duwen.
"Wacht even." Ze pakt een fles water van op mijn nachtkastje en schenkt me een glas in. Ik til mijn hoofd op als ze het glas naar mijn lippen brengt.
"Voorzichtig," herhaalt ze.
Ik neem een klein slokje en leg dan mijn hoofd weer op het kussen.
"Wat is er gebeurd?" vraag ik.
"Weet je dat echt niet meer? Je bent omvergereden door een auto."
Oh ja, die auto...
"Je hebt gelukt gehad," ratelt ma maar door. "Je hebt niks gebroken, enkel wat schaafwonden. De dokters zeggen dat het allemaal weer helemaal goed komt."
Ik voel opnieuw met mijn hand aan het verband rond mijn hoofd.
"Je bent op je hoofd gevallen. Je hebt een lelijke snijwonde, maar dat geneest wel."
"O," antwoord ik en opnieuw sluit ik mijn ogen. Beelden van het ongeluk schieten door mijn hoofd: de rode auto die afdraait en die ik niet meer kan ontwijken, weg gekatapulteerd worden over de motorkap van de auto en... de schreeuw van Carl. Verschrikt open ik mijn ogen. Die schreeuw... hij is toch ook niet aangereden? Waar is hij... is hij ook gewond... of erger... Paniek welt in me op. "Wa...waa...waar..." hakkel ik.
"Rustig maar kindje, wat is er?" probeert ma me te sussen.
"Carl... waar is Carl? Hij is toch niet..."
Ma glimlacht bij het zien van mijn bezorgdheid. "Nee, nee, hij is ok. Hij is met pa een koffietje gaan halen."
Ik haal opgelucht adem.
Even later komen pa en Carl keuvelend de ziekenhuiskamer binnen. Het doet me goed te constateren dat ze het uitstekend met elkaar kunnen opschieten. Het lijkt wel alsof die twee elkaar al jaren kennen. Pa glimlacht wanneer hij ziet dat ik wakker ben. Hij loopt naar mijn bed en aait even over mijn wang. "En hoe voelt mijn prinsesje zich?" Maar ik luister niet naar hem, het is Carl die mijn volledige aandacht krijgt, iets wat mijn ma niet ontgaat.
"Leuk om Carl te leren kennen, al hadden de omstandigheden anders moeten zijn," begint ze.
Ik schuif wat ongemakkelijk met mijn handen over mijn bed. "We kennen elkaar nog niet zo lang. Ik vond het nog te vroeg om..." verontschuldig ik me.
"Het is geen verwijt," onderbreekt ma me. En dan gaat haar monoloog weer verder: "Gek, hoe snel alles is gegaan, want vorige maand had je nog je twijfels. Je dacht dat je nooit iemand zou vinden."
"Mam," zeg ik met rode oren.
"Maar ik vind hem best leuk..."
"Mam!" Wanneer ik naar Carl kijk, naar zijn aandoenlijke rode oren, slaat mijn hart over. Ik besef dat ik voor altijd samen met hem wil zijn.
Ik kan niet voorkomen dat er zich een lach op mijn gezicht begint te vormen. Mijn hart bonkt in mijn borst en mijn mond voelt kurkdroog aan. Onze ogen ontmoeten elkaar en niemand anders bestaat meer. Het lijkt wel of de ruimte om ons heen vervaagt. Ik heb nog enkel oog voor Carl.
Carl lacht, ook hij is blij me te zien. "Je hebt me de stuipen op het lijf gejaagd!" Er ligt een tederheid in zijn stem, die me tot op het bot verwarmt.
Ik krijg een blos op mijn wangen en klop naast me op het bed. "Kom eens hier," zeg ik.
Mijn hart huppelt en slaat een paar slagen over wanneer hij naar mijn bed toe loopt. Mijn ogen verlaten hem geen seconde. Verlangen overspoelt me en ik strek mijn arm uit om hem aan te raken. Onze vingers raken elkaar. Er gaat een schok door me heen. Hij staat zo dichtbij dat ik zijn zachte geur kan ruiken en hem kan horen ademen. Ik wil niks liever dan hem kussen.
"Mooie, lieve Leen," fluistert hij. Intussen vlecht hij zijn vingers door mijn zacht golvende blonde haar en strijkt het naar achter. Ik sla mijn ogen neer en glimlach verlegen. Ik lijk altijd te lachen als ik bij hem ben. Wanneer ik Carl even later opnieuw aankijk, smeken mijn ogen in stilte om een kus.
"Zozo, jij ziet er al een stuk beter uit dan daarnet," hoor ik naast mij iemand bulderen. Verschrikt kijken we op. Onze hoofden worden rood, alsof we net betrapt zijn op iets ongepast.
"Laat ik me even voorstellen, dokter De Bruyne." Dokter de Bruyne is een grote man met hoekig gezicht. Een echte werkman, maar dan eentje in een groen ziekenhuispak.
"Liefde is toch iets mooi, nietwaar," vervolgt hij, hierbij mijn ouders aankijkend.
Mijn pa lacht. "Dochters worden groot."
"En roekeloos," vult mijn ma aan, me nogmaals verwijtend dat ik zelf schuld zou hebben aan het ongeluk.
"Goed, laat ik in het kort alles nog eens overlopen. Al bij al valt alles redelijk mee, jonge dame. Het had heel anders kunnen aflopen. Geen breuken of andere ernstige verwondingen. Tot zover het goede nieuws."
"En het slechte?" vraagt Carl verontrust.
"Jouw vriendinnetje is op haar hoofd terechtgekomen. Wat ons het meest verontrust is dat ze daardoor een paar keer het bewustzijn heeft verloren." Daarna draait de dokter zich opnieuw naar me om. "Daarom willen we je een paar dagen hier houden ter observatie."
"Dus ik mag snel weer naar huis?" vraag ik hoopvol.
"Als alles meezit, dit weekend al. Maar daarna ga je veel moeten rusten. Je vriendje gaat nog een beetje geduld moeten oefenen." Ik krijg een knalrode kop. "Mag ik jullie wel vragen het bezoek af te ronden? Het bezoekuur is reeds lang voorbij."
Nog voor ik verder iets kan zeggen, is de dokter alweer vertrokken.
"Je hoort het jongelui, tijd om afscheid te nemen." zegt mijn ma met strenge stem.
Ik kijk haar beteuterd aan.
"Kom Michele," reageert mijn pa. "Laat ze even alleen." En dan draait hij zich naar Carl: "We wachten beneden."
Nog voor mijn ma kan protesteren, duwt pa haar zachtjes naar de deur. "Weet je niet meer hoe jij was, toen we nog jong waren?"
Kibbelend wandelen mijn ouders naar buiten, maar niet voor mijn ma ons "Tien minuten en geen seconde langer" toe roept. "Anders ga je maar te voet naar huis."
Wanneer ma en pa de kamer uit zijn, sla ik mijn armen om Carl heen en trek ik hem stevig tegen me aan.
"Je ziet er stralend uit," fluister ik, terwijl ik in zijn dromerige ogen kijk.
"Je ziet er geweldig uit." Carl drukt voorzichtig een kus op mijn mond. "Het liefst wil ik je overal aanraken."
"Probeer maar." Ik grijns.
"Hier in het ziekenhuis? Je hebt geen idee hoeveel moeite ik moet doen om me in te houden."
Ik hef mijn hoofd op en open mijn lippen. Voorzichtig buigt hij zich verder naar voor. Onze lippen raken elkaar. Vonken vliegen in het rond en mijn adem blijft in mijn keel steken. We blijven onbeweeglijk tegen elkaar aan plakken, met onze monden tegen elkaar, een klein beetje open. Dan laat ik speels mijn tong tussen zijn lippen glijden om zacht die van hem aan te raken. Ik kreun onder zijn lippen, een geluid dat schokkend hopeloos is. Ik kan een gelukzalige zucht niet onderdrukken en ik voel me meteen veel beter.
Wanneer onze ogen elkaar weer ontmoeten, grijnst hij en lach ik. Het is een meisjeslach. Iets wat je verwacht bij jonge, blonde maagdelijke types.
"Ik vind je leuk, Leen," zegt hij amper hoorbaar.
"Hoe kan dat nu?" Mijn vraag klinkt zelfs mij zielig in der oren, maar ik begrijp er geen snars van. Ik kan qua uiterlijk totaal niet tippen aan de andere meisjes uit mijn klas en ik weet niet zeker of hij me al lang genoeg kent om een inschatting te maken van mijn persoonlijkheid en 'innerlijke schoonheid'.
"Wat?" zegt hij en hij knijpt zijn ogen tot spleetjes.
Ik word rood. "Ik ben realist. Dat moet ik zijn om mezelf te beschermen. En dat jij me leuk vindt en...".
"En leuke dingen met je wilt doen." maakt hij mijn zin af. "En stoute dingen", vervolgt hij grinnikend.
De manier waarop hij de woorden uitspreekt windt me op. "Dat wil ik ook heel graag," fluister ik.
Heel even staat Carl me aan te kijken met een blik die me vlinders in mijn buik bezorgt. Honderden, nee duizenden vlinders. Teder veegt hij een haarlok uit mijn gezicht en draait ze rond zijn vinger.
"Ik vind je knap."
Ik kijk hem verrast aan. Ik word overvallen door het besef dat als ik naakt voor hem zou staan, hij niet de dingen zou zeggen die hij nu zegt. Ik haal diep adem en nog voor ik kan antwoorden reageert hij door een vinger tegen mijn mond te duwen. "Sttt, dit gesprek hebben we al eerder gevoerd." Hij buigt zich weer voorover. "Ik kus geen meisjes die ik niet aantrekkelijk vind."
Zijn lippen belanden op de mijne en hij verkent mijn mond alsof hij elke millimeter in zijn geheugen wil prenten. Mijn vingers laten het laken los en ik leg mijn handen op zijn borst, vlak onder zijn keel. Zijn kussen zijn nat en diep en voelen meer dan goed of lekker. Een kreun ontsnapt uit mijn mond wanneer hij zich los maakt. "Ik ben gek op de geluidjes die je maakt." glimlacht Carl.
Mijn lippen blijven tintelen en verlangen overspoelt mijn hele lichaam. "Ik wist niet dat je zo gekust kon worden." zucht ik.
Carl glimlacht.
Wanneer we elkaar opnieuw kussen, voel ik hoe Carl mijn laken naar beneden trekt. Dan legt hij zijn vingers op mijn borst en streelt hij met zijn duim mijn tepel, die stijf door de stof van mijn slaapkleedje priemt. Mijn hoofd vliegt achterover en belandt op het kussen. Mijn rug kromt en ik maak weer een kreunend geluidje. Hij lijkt het weer erg leuk te vinden, want er klinkt een goedkeurend gegrom uit zijn mond. Mijn hersenen gaan op non-actief en ik begin hem terug te kussen. Mijn hand glijdt over zijn borst, tot aan de achterkant van zijn nek. Ik ga in hem op, wil hem proeven en dat doe ik ook. Mijn heupen bewegen instinctief omhoog.
"Wat smaak je goed," zucht ik.
"Weet je wat ik wil?"
"Mmmm," reageer ik.
"Je gek maken."
Gek maken? Mijn ademhaling gaat zo snel dat het meer op hijgen lijkt. Mijn lippen voelen opgezwollen en mijn borsten door al het gestreel ook. De spanning tussen mijn benen geeft me het gevoel dat ik zweef.
"Ben je wel eens klaargekomen?" vraagt hij, terwijl ik zijn hand over mijn buik naar beneden voel gaan.
Mijn ogen vliegen open. Waar is hij mee bezig? Paniek vermengt zich met genot en ik pak zijn pols stevig vast. Zijn ogen gaan open en kijken me vol vuur aan. Ik ril ervan en even overweeg ik hem de stoute dingen te laten doen waar hij het over heeft.
"Ben je wel eens klaargekomen?" vraagt hij weer.
Mijn gezicht wordt heet en ik stotter een antwoord: "J-j-j-ja."
"Ik bedoel, heeft iemand je ooit al eens laten klaarkomen? Of heb je het alleen maar zelf gedaan?"
Oh God, ik kan niet geloven dat hij zo iets vraagt. Mijn hart bonkt in mijn keel, terwijl mijn lichaam naar hem smacht.
"Nee," antwoord ik stilletjes.
"Dan ben ik de eerst die...?"
Een halve seconde later heeft hij zijn mond alweer op de mijne.
Even later duw ik Carl voorzichtig van me af. "Kom schatje, het bezoekuur is al lang voorbij en beneden wachten mijn ouders op jou."
"We zijn nog maar pas begonnen," zucht Carl.
"Ik weet het liefje. Maar ik beloof je, als ik weer thuis ben, gaan we er werk van maken."
"Waarvan?"
"Stoute dingen. Ik wil je, meer dan ooit."
Weer vinden onze monden elkaar. Het lijken wel magneten die tot elkaar aangetrokken worden.
"Zie ik je morgen weer?" Mijn vraag klinkt haast smachtend.
"Ik kom zo snel ik kan hierheen," belooft Carl me. Wanneer hij aan de deur nog eenmaal naar me om kijkt, werp ik hem speels een kushandje toe.
Nog lang nadat Carl vertrokken is, lig ik wakker in bed. Ik draai heen en weer en kan de slaap niet vatten. Mijn lichaam voelt... raar en het dunne laken irriteert mijn huid. Ik rol me op mijn zij en bijt op mijn lippen terwijl ik mijn dijen tegen elkaar klem.
Ik denk aan zoenen met Carl.
Ik wil...
Meer.
Veel meer.
Zuchtend draai ik me op mijn rug. Ik strek mijn benen en schop mijn laken weg. Ik probeer mijn hoofd leeg te maken, maar ik kan alleen maar aan Carl zijn handen denken. Hoe hij met mijn borsten speelde en bijna dat ene plekje tussen mijn benen had aangeraakt. Ik voel me... geil. Ontzettend geil.
Mijn hand glijdt over mijn buik en ik voel een schok. Mijn ogen vliegen open en ik staar naar het plafond. Ik hou mijn adem in terwijl mijn hand verder omlaag glijdt. Het is alsof ik geen controle meer heb over wat ik doe. Ik sluit mijn ogen en laat mijn hand onder mijn slaapkleedje glijden. Ik schuif mijn slipje opzij en de topjes van mijn vingers bereiken mijn gevoeligste puntje. Ik bijt op mijn lip om de kreet die zich in mijn keel opbouwt tegen te houden.
Mijn heupen schokken en het vuur in mijn binnenste verspreidt zich. Heel even stel ik me voor dat Carl dit doet. Mijn hele lijf spant zich op en daar ga ik: een kreun welt op uit mijn binnenste en een loom en vredig gevoel overspoelt me. Ik glimlach en dommel langzaam weg. "Ik wil stoute dingen met je doen, liefje," fluister ik.
Hoe kom ik in godsnaam in een ziekenhuis terecht? Ik probeer na te denken, maar mijn hoofd bonkt van de pijn. Ik reik mijn hand omhoog en ik voel dat er een verband rond mijn hoofd zit en dat mijn huid eronder pijnlijk aanvoelt.
"Ma...", mijn stem kraakt omdat mijn keel droog is. Een glas water zou best smaken op dit moment. Ik krijg even niet meer woorden uit mijn mond. Het is echter voldoende, want mijn ma haar ogen schieten open en ze recht haar rug. Ze beweeg haar nek van links naar rechts.
"Hoi meisje, ben je wakker?"
Ik knik en wrijf met mijn hand over mijn keel. Ik weet uiteindelijk met een zachte schorre stem te vragen: "Mag ik wat water?" Ik wil rechtop gaan zitten, maar ma houdt me tegen door met haar hand tegen mijn schouder te duwen.
"Wacht even." Ze pakt een fles water van op mijn nachtkastje en schenkt me een glas in. Ik til mijn hoofd op als ze het glas naar mijn lippen brengt.
"Voorzichtig," herhaalt ze.
Ik neem een klein slokje en leg dan mijn hoofd weer op het kussen.
"Wat is er gebeurd?" vraag ik.
"Weet je dat echt niet meer? Je bent omvergereden door een auto."
Oh ja, die auto...
"Je hebt gelukt gehad," ratelt ma maar door. "Je hebt niks gebroken, enkel wat schaafwonden. De dokters zeggen dat het allemaal weer helemaal goed komt."
Ik voel opnieuw met mijn hand aan het verband rond mijn hoofd.
"Je bent op je hoofd gevallen. Je hebt een lelijke snijwonde, maar dat geneest wel."
"O," antwoord ik en opnieuw sluit ik mijn ogen. Beelden van het ongeluk schieten door mijn hoofd: de rode auto die afdraait en die ik niet meer kan ontwijken, weg gekatapulteerd worden over de motorkap van de auto en... de schreeuw van Carl. Verschrikt open ik mijn ogen. Die schreeuw... hij is toch ook niet aangereden? Waar is hij... is hij ook gewond... of erger... Paniek welt in me op. "Wa...waa...waar..." hakkel ik.
"Rustig maar kindje, wat is er?" probeert ma me te sussen.
"Carl... waar is Carl? Hij is toch niet..."
Ma glimlacht bij het zien van mijn bezorgdheid. "Nee, nee, hij is ok. Hij is met pa een koffietje gaan halen."
Ik haal opgelucht adem.
Even later komen pa en Carl keuvelend de ziekenhuiskamer binnen. Het doet me goed te constateren dat ze het uitstekend met elkaar kunnen opschieten. Het lijkt wel alsof die twee elkaar al jaren kennen. Pa glimlacht wanneer hij ziet dat ik wakker ben. Hij loopt naar mijn bed en aait even over mijn wang. "En hoe voelt mijn prinsesje zich?" Maar ik luister niet naar hem, het is Carl die mijn volledige aandacht krijgt, iets wat mijn ma niet ontgaat.
"Leuk om Carl te leren kennen, al hadden de omstandigheden anders moeten zijn," begint ze.
Ik schuif wat ongemakkelijk met mijn handen over mijn bed. "We kennen elkaar nog niet zo lang. Ik vond het nog te vroeg om..." verontschuldig ik me.
"Het is geen verwijt," onderbreekt ma me. En dan gaat haar monoloog weer verder: "Gek, hoe snel alles is gegaan, want vorige maand had je nog je twijfels. Je dacht dat je nooit iemand zou vinden."
"Mam," zeg ik met rode oren.
"Maar ik vind hem best leuk..."
"Mam!" Wanneer ik naar Carl kijk, naar zijn aandoenlijke rode oren, slaat mijn hart over. Ik besef dat ik voor altijd samen met hem wil zijn.
Ik kan niet voorkomen dat er zich een lach op mijn gezicht begint te vormen. Mijn hart bonkt in mijn borst en mijn mond voelt kurkdroog aan. Onze ogen ontmoeten elkaar en niemand anders bestaat meer. Het lijkt wel of de ruimte om ons heen vervaagt. Ik heb nog enkel oog voor Carl.
Carl lacht, ook hij is blij me te zien. "Je hebt me de stuipen op het lijf gejaagd!" Er ligt een tederheid in zijn stem, die me tot op het bot verwarmt.
Ik krijg een blos op mijn wangen en klop naast me op het bed. "Kom eens hier," zeg ik.
Mijn hart huppelt en slaat een paar slagen over wanneer hij naar mijn bed toe loopt. Mijn ogen verlaten hem geen seconde. Verlangen overspoelt me en ik strek mijn arm uit om hem aan te raken. Onze vingers raken elkaar. Er gaat een schok door me heen. Hij staat zo dichtbij dat ik zijn zachte geur kan ruiken en hem kan horen ademen. Ik wil niks liever dan hem kussen.
"Mooie, lieve Leen," fluistert hij. Intussen vlecht hij zijn vingers door mijn zacht golvende blonde haar en strijkt het naar achter. Ik sla mijn ogen neer en glimlach verlegen. Ik lijk altijd te lachen als ik bij hem ben. Wanneer ik Carl even later opnieuw aankijk, smeken mijn ogen in stilte om een kus.
"Zozo, jij ziet er al een stuk beter uit dan daarnet," hoor ik naast mij iemand bulderen. Verschrikt kijken we op. Onze hoofden worden rood, alsof we net betrapt zijn op iets ongepast.
"Laat ik me even voorstellen, dokter De Bruyne." Dokter de Bruyne is een grote man met hoekig gezicht. Een echte werkman, maar dan eentje in een groen ziekenhuispak.
"Liefde is toch iets mooi, nietwaar," vervolgt hij, hierbij mijn ouders aankijkend.
Mijn pa lacht. "Dochters worden groot."
"En roekeloos," vult mijn ma aan, me nogmaals verwijtend dat ik zelf schuld zou hebben aan het ongeluk.
"Goed, laat ik in het kort alles nog eens overlopen. Al bij al valt alles redelijk mee, jonge dame. Het had heel anders kunnen aflopen. Geen breuken of andere ernstige verwondingen. Tot zover het goede nieuws."
"En het slechte?" vraagt Carl verontrust.
"Jouw vriendinnetje is op haar hoofd terechtgekomen. Wat ons het meest verontrust is dat ze daardoor een paar keer het bewustzijn heeft verloren." Daarna draait de dokter zich opnieuw naar me om. "Daarom willen we je een paar dagen hier houden ter observatie."
"Dus ik mag snel weer naar huis?" vraag ik hoopvol.
"Als alles meezit, dit weekend al. Maar daarna ga je veel moeten rusten. Je vriendje gaat nog een beetje geduld moeten oefenen." Ik krijg een knalrode kop. "Mag ik jullie wel vragen het bezoek af te ronden? Het bezoekuur is reeds lang voorbij."
Nog voor ik verder iets kan zeggen, is de dokter alweer vertrokken.
"Je hoort het jongelui, tijd om afscheid te nemen." zegt mijn ma met strenge stem.
Ik kijk haar beteuterd aan.
"Kom Michele," reageert mijn pa. "Laat ze even alleen." En dan draait hij zich naar Carl: "We wachten beneden."
Nog voor mijn ma kan protesteren, duwt pa haar zachtjes naar de deur. "Weet je niet meer hoe jij was, toen we nog jong waren?"
Kibbelend wandelen mijn ouders naar buiten, maar niet voor mijn ma ons "Tien minuten en geen seconde langer" toe roept. "Anders ga je maar te voet naar huis."
Wanneer ma en pa de kamer uit zijn, sla ik mijn armen om Carl heen en trek ik hem stevig tegen me aan.
"Je ziet er stralend uit," fluister ik, terwijl ik in zijn dromerige ogen kijk.
"Je ziet er geweldig uit." Carl drukt voorzichtig een kus op mijn mond. "Het liefst wil ik je overal aanraken."
"Probeer maar." Ik grijns.
"Hier in het ziekenhuis? Je hebt geen idee hoeveel moeite ik moet doen om me in te houden."
Ik hef mijn hoofd op en open mijn lippen. Voorzichtig buigt hij zich verder naar voor. Onze lippen raken elkaar. Vonken vliegen in het rond en mijn adem blijft in mijn keel steken. We blijven onbeweeglijk tegen elkaar aan plakken, met onze monden tegen elkaar, een klein beetje open. Dan laat ik speels mijn tong tussen zijn lippen glijden om zacht die van hem aan te raken. Ik kreun onder zijn lippen, een geluid dat schokkend hopeloos is. Ik kan een gelukzalige zucht niet onderdrukken en ik voel me meteen veel beter.
Wanneer onze ogen elkaar weer ontmoeten, grijnst hij en lach ik. Het is een meisjeslach. Iets wat je verwacht bij jonge, blonde maagdelijke types.
"Ik vind je leuk, Leen," zegt hij amper hoorbaar.
"Hoe kan dat nu?" Mijn vraag klinkt zelfs mij zielig in der oren, maar ik begrijp er geen snars van. Ik kan qua uiterlijk totaal niet tippen aan de andere meisjes uit mijn klas en ik weet niet zeker of hij me al lang genoeg kent om een inschatting te maken van mijn persoonlijkheid en 'innerlijke schoonheid'.
"Wat?" zegt hij en hij knijpt zijn ogen tot spleetjes.
Ik word rood. "Ik ben realist. Dat moet ik zijn om mezelf te beschermen. En dat jij me leuk vindt en...".
"En leuke dingen met je wilt doen." maakt hij mijn zin af. "En stoute dingen", vervolgt hij grinnikend.
De manier waarop hij de woorden uitspreekt windt me op. "Dat wil ik ook heel graag," fluister ik.
Heel even staat Carl me aan te kijken met een blik die me vlinders in mijn buik bezorgt. Honderden, nee duizenden vlinders. Teder veegt hij een haarlok uit mijn gezicht en draait ze rond zijn vinger.
"Ik vind je knap."
Ik kijk hem verrast aan. Ik word overvallen door het besef dat als ik naakt voor hem zou staan, hij niet de dingen zou zeggen die hij nu zegt. Ik haal diep adem en nog voor ik kan antwoorden reageert hij door een vinger tegen mijn mond te duwen. "Sttt, dit gesprek hebben we al eerder gevoerd." Hij buigt zich weer voorover. "Ik kus geen meisjes die ik niet aantrekkelijk vind."
Zijn lippen belanden op de mijne en hij verkent mijn mond alsof hij elke millimeter in zijn geheugen wil prenten. Mijn vingers laten het laken los en ik leg mijn handen op zijn borst, vlak onder zijn keel. Zijn kussen zijn nat en diep en voelen meer dan goed of lekker. Een kreun ontsnapt uit mijn mond wanneer hij zich los maakt. "Ik ben gek op de geluidjes die je maakt." glimlacht Carl.
Mijn lippen blijven tintelen en verlangen overspoelt mijn hele lichaam. "Ik wist niet dat je zo gekust kon worden." zucht ik.
Carl glimlacht.
Wanneer we elkaar opnieuw kussen, voel ik hoe Carl mijn laken naar beneden trekt. Dan legt hij zijn vingers op mijn borst en streelt hij met zijn duim mijn tepel, die stijf door de stof van mijn slaapkleedje priemt. Mijn hoofd vliegt achterover en belandt op het kussen. Mijn rug kromt en ik maak weer een kreunend geluidje. Hij lijkt het weer erg leuk te vinden, want er klinkt een goedkeurend gegrom uit zijn mond. Mijn hersenen gaan op non-actief en ik begin hem terug te kussen. Mijn hand glijdt over zijn borst, tot aan de achterkant van zijn nek. Ik ga in hem op, wil hem proeven en dat doe ik ook. Mijn heupen bewegen instinctief omhoog.
"Wat smaak je goed," zucht ik.
"Weet je wat ik wil?"
"Mmmm," reageer ik.
"Je gek maken."
Gek maken? Mijn ademhaling gaat zo snel dat het meer op hijgen lijkt. Mijn lippen voelen opgezwollen en mijn borsten door al het gestreel ook. De spanning tussen mijn benen geeft me het gevoel dat ik zweef.
"Ben je wel eens klaargekomen?" vraagt hij, terwijl ik zijn hand over mijn buik naar beneden voel gaan.
Mijn ogen vliegen open. Waar is hij mee bezig? Paniek vermengt zich met genot en ik pak zijn pols stevig vast. Zijn ogen gaan open en kijken me vol vuur aan. Ik ril ervan en even overweeg ik hem de stoute dingen te laten doen waar hij het over heeft.
"Ben je wel eens klaargekomen?" vraagt hij weer.
Mijn gezicht wordt heet en ik stotter een antwoord: "J-j-j-ja."
"Ik bedoel, heeft iemand je ooit al eens laten klaarkomen? Of heb je het alleen maar zelf gedaan?"
Oh God, ik kan niet geloven dat hij zo iets vraagt. Mijn hart bonkt in mijn keel, terwijl mijn lichaam naar hem smacht.
"Nee," antwoord ik stilletjes.
"Dan ben ik de eerst die...?"
Een halve seconde later heeft hij zijn mond alweer op de mijne.
Even later duw ik Carl voorzichtig van me af. "Kom schatje, het bezoekuur is al lang voorbij en beneden wachten mijn ouders op jou."
"We zijn nog maar pas begonnen," zucht Carl.
"Ik weet het liefje. Maar ik beloof je, als ik weer thuis ben, gaan we er werk van maken."
"Waarvan?"
"Stoute dingen. Ik wil je, meer dan ooit."
Weer vinden onze monden elkaar. Het lijken wel magneten die tot elkaar aangetrokken worden.
"Zie ik je morgen weer?" Mijn vraag klinkt haast smachtend.
"Ik kom zo snel ik kan hierheen," belooft Carl me. Wanneer hij aan de deur nog eenmaal naar me om kijkt, werp ik hem speels een kushandje toe.
Nog lang nadat Carl vertrokken is, lig ik wakker in bed. Ik draai heen en weer en kan de slaap niet vatten. Mijn lichaam voelt... raar en het dunne laken irriteert mijn huid. Ik rol me op mijn zij en bijt op mijn lippen terwijl ik mijn dijen tegen elkaar klem.
Ik denk aan zoenen met Carl.
Ik wil...
Meer.
Veel meer.
Zuchtend draai ik me op mijn rug. Ik strek mijn benen en schop mijn laken weg. Ik probeer mijn hoofd leeg te maken, maar ik kan alleen maar aan Carl zijn handen denken. Hoe hij met mijn borsten speelde en bijna dat ene plekje tussen mijn benen had aangeraakt. Ik voel me... geil. Ontzettend geil.
Mijn hand glijdt over mijn buik en ik voel een schok. Mijn ogen vliegen open en ik staar naar het plafond. Ik hou mijn adem in terwijl mijn hand verder omlaag glijdt. Het is alsof ik geen controle meer heb over wat ik doe. Ik sluit mijn ogen en laat mijn hand onder mijn slaapkleedje glijden. Ik schuif mijn slipje opzij en de topjes van mijn vingers bereiken mijn gevoeligste puntje. Ik bijt op mijn lip om de kreet die zich in mijn keel opbouwt tegen te houden.
Mijn heupen schokken en het vuur in mijn binnenste verspreidt zich. Heel even stel ik me voor dat Carl dit doet. Mijn hele lijf spant zich op en daar ga ik: een kreun welt op uit mijn binnenste en een loom en vredig gevoel overspoelt me. Ik glimlach en dommel langzaam weg. "Ik wil stoute dingen met je doen, liefje," fluister ik.
Lees verder: Verlangen - 9: Paradise By The Dashboard Light
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10