Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Jaakske
Datum: 29-12-2021 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 1394
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 9 minuten | Lezers Online: 1
Over Het Weeshuis
Dit is het verhaal van een rechtszitting in het assisenhof.

Na een vrij rustige nacht, op naar de derde dag. De publieksbanken proppensvol. Mijn advocaat geeft me een hartelijke handdruk. De andere zwarte kijkt als een donderwolk.

De man in zwart carnavalspak – de deurwachter – roept in de gang /

- De heer Vandekerckhove.

Er komt een man binnen die ik vroeger enkele keren gezien heb in het wezenhuis komt binnen. Hij legt de eed af en gaat op die getuigenzetel zitten. De voorzitter spreekt hem aan.

- Meneer Vandekerckhove, vertel eens hoe de structuur is van het wezenhuis waar u directeur van bent.

- Wel, mijnheer de voorzitter, ons instituut bestaat reeds meer dan honderd jaar. Gegroeid uit een privaat instelling van twee oudere dames, werd het reeds vrij vroeg over genomen door de Zusters van Maria, Troosteres der Bedrukten. Op een bepaald ogenblik waren daar meer dan twintig nonnen werkzaam. Natuurlijk, het aantal nonnen gaat zienderogen achteruit, en nu zijn er nog drie. Alle andere personeelsleden zijn leken, zowel mannen als vrouwen. Oorspronkelijk een wezenhuis, zijn er nu meer jongens en meisjes waarvan de ouders uit de ouderlijke macht ontzet werden. Het aantal echte wezen is enkel twintig procent van het totale aantal. Het wezenhuis – zoals het in de volksmond nog steeds vernoemd wordt - is gepatroneerd door een vzw, een vereniging zonder winstoogmerk, en wordt ook gesubsidieerd door de Staat. Momenteel verblijven er een vijftigtal jongens en meisjes. Er zijn twee afdelingen. De eerste voor kinderen tot twaalf jaar, een tweede voor jongens en meisjes van twaalf tot zestien. Eens ze zestien zijn gaan de jongens naar het Instituut Foulon, beter gekend onder de eenvoudige naam Instituut. Daar kunnen ze tot achttien jaar verblijven, doch sommigen houden er aan er langer te blijven. Het is er goed, dat moet gezegd.

Het wordt een saaie uiteenzetting over de structuur van het wezeninstituut. Tot aan hun twaalfde zitten de kinderen per vier of vijf op een kamer, broertjes en zussen altijd samen, anders kamers voor jongens en kamers voor meisjes. Ze worden begeleid door opvoeders en ze krijgen les binnen het instituut door daarvoor aangestelde leraars en ex-leraars. ’s Ochtends en ’s avonds worden ze begeleid door de aanwezige nonnen, die dat echt goed doen. Vanaf hun twaalfde zitten de jongens en meisjes op aparte kamers per geslacht , en volgen ze les buiten het instituut in de plaatselijke scholen voor middelbaar onderwijs.

De twee advocaten stellen diverse technische vragen. De directeur verwijst naar de komende getuigenissen van de opvoeders.

Na de directeur komt de heer Verfaillie, opvoeder, op de getuigenbank. Deze opvoeder heeft me al die jaren begeleid en er is een zekere band van verstandhouding gegroeid tussen ons. Bij het binnenkomen kijkt hij me aan, knikt even.

De voorzitter wil weten hoe de opvoeder mij ervaren heeft.

- Meneer de voorzitter, toen Mario bij ons kwam, hij was amper zeven jaar, leek hij me een schuchtere, eerder bange knaap. Hij zegde bijna niets. Hij liet alles over zich heen gaan. Enkel, zijn broertje, dat toen vier en een half was, dat broertje, daar week hij geen minuut van af. Het was, hoe moet ik het zeggen, het was alsof hij echt de engelbewaarder was van zijn jongere broer. Zelfs wanneer Mario eerder stuurs keek, dan nog keek hij glimlachend naar zijn broer. Echt, twee zielen in één hand. Mooi om te zien. Ik zie ze nog allebei bij ons binnenkomen, aan de hand van de Jeugdconsulent. Twee kleine kinderen nog, netjes gekleed, maar o zo hulpbehoevend. De kleinste weende wanneer de Jeugdconsulent vertrok. De oudste nam de jongste in de armen, suste hem. Van die Jeugdconsulent wist ik van de verwondingen die Mario opgelopen had. Ik moest die verzorgen. Geen kwestie dat ik hem alleen kon meenemen naar de infirmerie. Nee. Hij hield zijn broertje vast, trok die mee. Hij liet zich wel gewillig verzorgen. Och, meneer de Voorzitter, je had die rug moeten zien. Blauw en zwart. Niet te geloven.

De opvoeder zwijgt even. Hervat zijn verhaal;

- Het duurde enkele dagen vooraleer ik kon binnendringen in zijn geest. Hij was zo achterdochtig, schuw, bang dat er iets zou gebeuren. Doch geleidelijk aan verdween die schuwe schuchterheid en ontpopte Mario zich als een speelse knaap, leergierig, behulpzaam en vooral vol bezorgdheid voor zijn jongere broertje. Mario volgde les in de groep zeven-acht-jarigen. Daar wordt veel aandacht besteed aan het Nederlands, lezen en spreken en aan rekenen. In de namiddag werden ze dan onderwezen in de natuur, planten en dieren, en in geschiedenis en aardrijkskunde, wat wij werkelijkheidsonderwijs noemden. Bij ons volgen de jongens en meisjes les in het instituut zelf, en dit wordt gegeven door leerkrachten en ook door gepensioneerde leerkrachten. De klasjes mag je niet vergelijken met een gewone school, nee. Alles verloopt er losjes, en, het moet gezegd, goed ! Wanneer de kinneren aan hun twaalf jaar naar het middelbaar onderwijs gaan, in onze gemeente, dan zijn ze absoluut niet achter op het leerplan en kunnen goed hun streng staan.

De voorzitter onderbreekt hem.

- Zijn er zaken die bij de beschuldigde opvielen ?

- Ja, meneer de voorzitter, zijn absolute zorg voor zijn jongere broer. Ik herinner me dat we – hij was toen elf jaar, zijn broer acht – een dagwandeling maakten in de omgeving. Franky verzwikte zijn voet. Wel, Mario nam hem op de schouders, en droeg zijn broertje zeker drie, vier kilometer terug naar het weeshuis. En toen ik hem vroeg of dat niet te zwaar woog voor hem, dan antwoordde hij “Hij is mijn broer. Die weegt nooit te zwaar.”. Meneer de voorzitter, alles vertellen wat wij gezien hebben van Mario, dat is onmogelijk. Niet enkel voor zijn broer, maar ook als hij een andere kon helpen, dan was hij er altijd als de kippen bij. Jammer, jammer dat alles zo moest eindigen.

De opvoeder legt uit hoe de twee afdelingen samen werkten, die van de jongeren tot twaalf en die van de jongens en meisjes tot zestien. Het was één instituut, met twee afdelingen, doch voor ontspanning en zo werkten ze veel samen.

- Ja, Mario en Franky waren toen gescheiden, doch Mario kwam dagelijks even tot bij zijn broertje. Ze bleven een echt goede familieband onderhouden. Toen Mario twaalf was trok hij eerst een jaar naar het college. Dat lag hem echter niet zo goed en het jaar daarop bezocht hij de technische school waar hij metaal studeerde. Toen hij zestien werd, dan verliet hij ons instituut om naar het andere te gaan, waar hij tot achttien en zelfs langer kon blijven, studeren en werken.

Hij zwijgt. De voorzitter neemt het woord

- Hebben de heren advocaten een vraag ?

De man voor mij heeft geen vragen. De andere wel. Die staat op.

- Natuurlijk, meneer de Voorzitter, het profiel van de beschuldigde wordt hier zeer zonnig voorgesteld. We mogen niet vergeten dat hij hier zit, beschuldigd van doodslag. Maar zo heilig zal hij wel niet geweest zijn. Daarom wil ik de getuige vragen of de beschuldigde hier aanwezig, nooit gestraft werd in het instituut en waarom ?

De opvoeder antwoordt.

- Ja, natuurlijk. Zoals alle jongens heeft hij wel eens kattenkwaad uitgehaald of zaken gedaan die volgens het reglement niet door de beugel kunnen.

- Kunt U daar een voorbeeld van geven ?

- Och, ja… even nadenken. Zo erg zal het wel niet geweest zijn. Misschien die keer dat Mario bij een ruzie tussenbeide kwam en de aanvaller een ferme patat tegen zijn kop gaf…

- En.. ging hij zich dikwijls bemoeien bij een ruzietje tussen anderen ?

- Dikwijls zou ik niet zeggen. Mario kon geen onrecht verdragen en verdedigde steeds de zwakkere.

- Dus, de beschuldigde heeft nog wel eens met andere jongens gevochten ?

- Gevochten kun je het niet noemen, antwoordt de getuige. Een zwakkere verdedigt tegen een sterkere, meer niet.

De man in het zwart stelt nog enkele vragen aan de opvoeder. Deze antwoordt rustig, kort en goed !. De advocaat tegen mij scoort absoluut niet.

De opvoeder verdwijnt. Niet zonder mij nog even toe geknikt te hebben. Het zitting wordt geschorst tot twee uur na de middag.
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...