Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 04-01-2022 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 7155
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 76 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Kerst,
De volgende morgen heb ik al snel de details met Gunnar doorgesproken. Ik heb hem verteld, dat we eerder naar huis heen moeten, dan gepland en ik bedank de man hartelijk voor alles, wat hij doet. Ester koopt zich intussen wat souvenirs in de winkel, eetbare souvenirs. Er is een ambachtelijk gemaakte rendierworst te koop en ze neemt nog wat andere Zweedse lekkernijen mee. Ook een paar potten jam, want die vond ze heel erg lekker. Daarna pakken we onze spullen en rijden dan weer richting huis.

Ondanks dat we eerder naar huis toe gaan, hebben we goede zin. Dat komt ook door Ester, die haar best doet om de stemming erin te houden. Want ik had in het begin er wel even de pest in, maar met haar humor, die ze combineert met haar vrouwelijkheid, kan ik mijn sombere stemming al snel vergeten. In Duitsland nemen we een hotel, en gaan dan lekker uit eten, hoewel dat met de strenge coronaregels in Duitsland ook niet overal een pretje is. De volgende dag rijden we in één stuk door naar huis. We zijn er al vrij op tijd en daardoor is er ook nog wat tijd over om wat spullen van Ester naar mijn huis te verhuizen. We moeten nog wel iets verzinnen voor haar meubels, maar de meeste kleine spullen krijgen we wel mee.

Er komen ook wat planten mee, die wel een aanvulling zijn voor mijn huis. Want die had ik niet veel in huis staan, omdat ik een hele tijd lange dagen maakte en vaak de planten vergat. Nu is Ester in huis, en ze vindt het wel prettig om wat meer groen in huis te hebben.

Als eenmaal haar spullen thuis staan, moedigt ze me aan om toch nog even naar de zaak te rijden om me beter voor te bereiden voor de klant. Dat doe ik dan toch maar, al blijkt het niet echt nodig te zijn. In de notities, die mijn werknemers hebben gemaakt, kan ik al opmaken, wat de klant wil, dat ligt in overeenstemming met de eerder gevoerde gesprekken. Maar nu kan ik wel alvast wat kosten berekenen, en dat geeft me zeker een betere onderhandelingspositie tegenover de klant. Daardoor wordt het toch wel wat later, dan gedacht. Maar Ester is niet boos op me, ze is zelf ook flink bezig geweest. Ze heeft ook mijn IKEA-schilderij weggehaald en er iets van haar eigen neer gehangen.

‘Hmm, daar had ik eigenlijk al iets anders voor gekocht. Dat komt binnenkort binnen. Omdat we eigenlijk pas na nieuwjaar terug zouden zijn, komt het dan ook pas.’

‘O, dan hang ik dit wel ergens anders neer, als je dat goed vindt.’

‘Laat nu nog maar even hangen, anders is die wand ook zo kaal.’

‘Wat heb je je eigenlijk gekocht?’

‘Een schilderij. Ik vind het heel erg mooi, maar er hoort ook nog een verhaal bij. Dat vind ik af en toe zo mooi aan kunst. Er is altijd wel een verhaal bij. Misschien niet van de kunstenaar, maar wel van degene, die het bekijkt.’

‘O, dan ben ik wel nieuwsgierig!’

Ze heeft wel al eten voorbereid, dat ze alleen nog moet opwarmen. Dat is slim van haar. Maar ze heeft ook al over andere dingen nagedacht. ‘Johan? Kan ik niet vaker met je meerijden naar het werk? Dat zou me flink wat schelen in de reiskosten. Dat busabonnement is ook best duur en ik wil toch ooit mijn rijbewijs halen.’

‘Die moet je jezelf betalen, Ester. Ik verdien wel genoeg, maar dat is ook duur. En dan wil je zeker ook een eigen wagen? De aanschaf zal het probleem niet zijn, maar dat is ook niet goedkoop.’

Ze knikt. ‘Dat weet ik. Maar ik wil ook niet tot mijn pensioen bij het Kruidvat blijven werken als verkoopster. Ik wil kijken of ik daar niet verder kan groeien met een studie of zo. Ik weet, dat ze die mogelijkheid bieden.’

‘Dan moet je dat zeker doen, Ester. We zullen nog eens moeten praten, hoe we alles financieel gaan doen. Ik wil best ruim bijdragen, maar ik vind niet dat alles gratis voor jou moet zijn.’

‘Dat wil ik ook niet! Dus dan moeten we ook een gezamenlijke rekening openen?’

‘Ja, dat lijkt me wel handig. Maar eerst zorgen we ervoor, dat je ook op papier hier woont, en dat je de huur opzegt van je huidige woning. En dan kijken we verder.’

‘Wanneer is eigenlijk dat etentje met je ouders?’

‘Daar waren ze nog niet over uit. Het was nog steeds druk. Ik zal ze nog eens bellen.’

Nauwelijks heb ik het gezegd of de telefoon van Ester gaat. Ze ziet, dat het haar vader is.

‘Hoi pap! Hoe gaat het daar?’

‘Iets minder, Ester. Je moeder is gevallen en heeft haar arm gebroken. Gelukkig niet haar pols en het is een schone breuk, die snel zou moeten genezen, maar de vakantie zit er voor ons wel weer op.’

Ester lacht. ‘Wij zijn ook al eerder terug!’

‘Er is toch niets ergs gebeurd? Heb je ruzie gehad met Johan?’

Ester lacht. ‘Nee, er was iets gebeurd op zijn bedrijf, waarvoor hij eerder terug moest komen. Het is een belangrijke en ook nieuwe klant voor Johan, dus daar offeren we graag een paar dagen vakantie aan op. Maar we hebben een hele leuke vakantie gehad.’

‘Ben je nu thuis?’

‘Ja, maar wel mijn nieuwe thuis. We hebben besloten, dat ik bij Johan intrek. De precieze details gaan we later nog regelen, maar ik heb de meeste spullen al verhuisd. Alleen de meubels staan er nog.’

‘O, dat is anders wel belangrijk nieuws! En dat vertel je ons dan niet?’

‘Dat doe ik nu toch al? En je weet, dat we daar niet veel bereik hadden. Maar het gaat echt fantastisch tussen ons. Ik heb Johan nu ook op een andere manier leren kennen. En ja, we hebben ook wel even wat woorden gehad, maar dat hebben we uitgepraat. Dat vond ik erg leerzaam, en ik denk, dat het onze relatie wel goed gedaan heeft.’

Haar vader lacht. ‘Ja, soms moet het ook even knetteren. Het is niet erg om eens ruzie te hebben, als je elkaar daarna maar recht in de ogen kunt kijken! Dus je woont nu bij Johan? Dan moet je ons toch zijn adres geven, want dat hebben we nog niet!’

‘Ik zal het jullie zo op de app zetten. Wat doen jullie nu? Komen jullie terug naar huis?’

‘Ja, ik denk het wel. Je moeder heeft toch wel wat last van haar arm en ze wil hier ook niet met haar arm in het gips rondlopen. Maar verder is het wel een leuke vakantie geweest.’

Ester kijkt me aan. ‘Mijn moeder is gevallen en heeft haar arm in het gips. Zou je het erg vinden, als ik ze hier uitnodig om te komen eten, als ze weer terug zijn?’

‘Natuurlijk mag dat! Wens je moeder alvast beterschap van me, en zeg je ouders maar, dat ze hier altijd welkom zijn! Afspraak niet nodig!’

Ester werpt me een handkusje toe en ik glimlach. Ze nodigt dan haar ouders uit om te komen eten. Haar vader accepteert de uitnodiging graag. Op de achtergrond hoort Ester haar moeder zeggen: ‘Geert, laten we zo snel mogelijk teruggaan. Ik wil graag Ester weer zien en dan kunnen we misschien oud en nieuw samen vieren.’

Ester kijkt me weer aan. ‘Mogen ze ook oud en nieuw hier samen met ons vieren?’

‘Natuurlijk en als ze willen maak ik de logeerkamer ook nog wel klaar. Maar dan moeten we morgen nog wel boodschappen doen. Of misschien zo meteen nog even.’

Ester knikt blij. ‘Johan vond het goed. Dat vind ik erg leuk, dat ik nu samen met jullie oud en nieuw kan vieren, samen met Johan!’

Ester kletst nog even wat met haar vader en legt dan haar telefoon weg.

‘Zal ik dan maar het eten opwarmen? Dan kunnen we daarna nog even boodschappen doen. Morgen heb jij het druk en dan zal het ook heel erg druk zijn in de supermarkt! Dan lijkt me vanavond een beter idee!’

Een uur later komen we in de supermarkt aan. Ik vraag me af, wat dat morgen nog moet gaan worden, want het is behoorlijk druk! Toch kunnen we vinden, wat we nodig hebben en keren dan huiswaarts. Als we thuis zijn, laat ik Ester de boodschappen opruimen, terwijl ik zelf een telefoontje pleeg. Ik heb het visitekaartje van haar nichtje nog in mijn portefeuille en bel haar op. Ik vraag haar, of ik het schilderij al niet eerder kan halen, omdat haar expositie nog niet is afgelopen. Maar ze stemt toe, en biedt me aan om het direct te komen halen, want ze is nog in de galerij. Ik stem snel toe, want ik wil het schilderij graag snel hebben.

‘Ester, ik moet nog even kort weg. Duurt niet erg lang. Zet je even wat thee? Dat smaakt lekker bij dat gebak, dat we net gekocht hebben.’

‘Ja, is goed! Tot zo!’

Ik heb niet lang tijd nodig om bij de galerij te komen, waar Lindsey het schilderij al zorgvuldig heeft ingepakt. Ze bedankt me voor het kopen van haar kunstwerken, en ik keer snel huiswaarts.

Als ik binnenkom, is Ester bezig in de keuken. Ik hang snel haar schilderijtjes weg en hang er dan het schilderij neer. Dan loop ik naar de keuken en geef Ester een kus in haar nek.

‘Ik heb een verrassing voor je, Ester!’

‘Een verrassing? Je verwent me veel te veel!’

Ik doe mijn handen voor haar ogen en loods haar dan naar de kamer. Daar haal ik mijn handen weg. Ze kijkt om zich heen, maar ziet het schilderij niet. ‘Waar is je verrassing dan?’

‘Kijk eens recht vooruit!’

De ogen van Ester worden groot. ‘Dat is het schilderij, dat Lindsey voor me gemaakt heeft, en dat verkocht was!’

‘Ja, verkocht aan mij. Ik zei toch, dat het schilderij een verhaal had?’

Ester kijkt blij verrast om. ‘Dus je had het gekocht om mij?’

‘Ook, maar ook omdat het een mooi schilderij is, dat perfect bij mijn inrichting past.’

Ze geeft me een stevige zoen. ‘O, heel erg bedankt! Ik dacht, dat ik het nu kwijt was! Hier ben ik erg blij mee!’

Ze loopt naar het schilderij toe en bekijkt het nog eens goed.

‘Ik vind het zo knap, dat Lindsey mijn woede en angsten in beeld kon omzetten! Want telkens als ik dit zie, dan voel ik me een stuk beter. Alsof ik hiermee een deel van die woede heb weg laten vloeien.’

Ik knik en zie gewoon, dat dit schilderij Ester veel doet. Ik ga achter haar staan en sla mijn armen om haar heen. Met een glimlach laat ze haar hoofd tegen het mijne hangen. Woorden zijn op dat moment niet nodig, zwijgend staan we daar naar het schilderij te kijken.

Maar ook dan wordt ons niet veel rust gegund. Nu zijn het mijn ouders die me opbellen.

Ik neem zuchtend op.

‘Hallo Pa!’

‘Kan het soms zijn, dat ik je zojuist heb zien rijden met je auto? We kwamen langs de supermarkt en je moeder dacht, dat ze jouw wagen zag!’

‘Dat heeft ze dan goed gezien. We zijn terug uit Zweden.’

‘Toch geen ruzie gehad?’

Ik lach. ‘Beginnen jullie niet ook al! Ester had zojuist ook haar ouders aan de telefoon, die hetzelfde vroegen! Nee, we hebben geen ruzie gehad, wel even wat kort woorden, maar dat hebben we netjes uitgepraat. Maar we zijn terug, omdat er iets loos wat met een klant, waarvoor ik toch echt even met de klant zelf moet praten. Maar we hebben een hele fijne vakantie gehad.’

‘Oh, gelukkig! Dus je bent nu thuis?’

‘Ja, morgen moet ik met die klant gaan praten, en dan zal het probleem wel snel uit de wereld zijn. En daarbij levert het dan ook meer geld op, dus zo erg is het ook weer niet. Misschien zit er dan een verhuizing wel in.’

‘Goed, dat je dat aanhaalt. Roger had een mooi pand voor je. Dat is zowel te huur als te koop. Een eigen pand, dus niet gekoppeld aan een ander bedrijf en met eigen parkeerplaatsen, niet eens zo heel ver van je huidige pand. En voor je huidige pand wist hij ook nog wel iemand, dus misschien kun je het op die manier financieren. Ik zou voor koop gaan, want vastgoed wordt alleen maar meer waard!’

‘Dat moet ik dan nog wel even met de bank doorspreken, pa. Maar dat klinkt al niet slecht!’

‘Ik heb hem alles naar je werkmail laten doorsturen. Dat moet je je maar even op je gemak bekijken.’

‘Zal ik zeker doen. Is het nu weer een beetje rustig in het restaurant?’

‘Ja, gelukkig wel. Maar nu je toch terug bent, wat doe je dan met oud en nieuw?’

‘O, we hadden al iets met de ouders van Ester afgesproken. Die komen nu ook terug van vakantie, haar moeder is gevallen en heeft haar arm gebroken. Het is niet heel ernstig, het doet alleen pijn. Maar we hebben ze uitgenodigd om hier oud en nieuw door te brengen.’

‘O, ja, anders had je hierheen kunnen komen…’

Ik kijk vlug even naar Ester. Ik houd de telefoon even van me weg.

‘Denk je, dat je ouders het leuk zouden vinden, als mijn ouders ook komen?’

‘Ja, dat denk ik wel. Ze konden goed met elkaar opschieten, toen ze elkaar leerden kennen.’

‘Dus je vindt het goed, als ik ze ook uitnodig?’

Ester knikt.

‘Pa, waarom komen jullie dan ook niet hierheen? Het is al zo lang geleden, dat jullie het bij mij hebben gevierd!’

‘Je moeder is wel al wat klaar aan het maken, maar dat kan ze ook wel meenemen. Ja, dat lijkt me wel leuk! We komen ook!’

‘Moet je ma niet even vragen?’

‘Ach wat, die wil dit net zo graag! Dat hoef ik echt niet te vragen! Maar als je wilt, doe ik dat wel even!’

Een moment later hoor ik door de telefoon, hoe mijn vader naar mijn moeder roept, of ze oud en nieuw bij me door willen brengen. En het antwoord kan ik al horen op de karakteristieke toon, zoals mijn moeder altijd haar antwoord terugroept naar mijn vader. Iemand, die ooit in een keuken van een restaurant heeft gestaan, weet wel, wat ik bedoel. Ze komen…

‘Je hoort het jongen, we komen!’

‘Dat is fijn. Maar we hebben ook iets te vieren, en ik wil het jullie alvast zeggen, voor je het anders moet horen. Ester trekt al bij me in. We moeten de details nog wel even regelen, maar ze woont hier dus al.’

‘Ik had niets anders verwacht. Ik zag al, hoe je naar haar keek, toen ze in het restaurant kwam in die waanzinnig mooie jurk! Toen wist ik al genoeg!’

Ik lach. ‘Ja, toen wist ik het ook wel. We praten er vrijdagavond wel over!’

Ik praat met mijn vader nog even over zijn zaak, en hang dan op. Nu is het Ester, die achter me komt te staan, die haar armen om heen legt. Ze kust me in mijn nek. ‘Dus allebei onze ouders komen? Hoe mooi is dat?’

Ik draai me om en kijk in de verliefde ogen van Ester. Ik glimlach en kus haar zacht en teder. ‘En dat alles door wat regen en een drukke bus…’

Ze lacht. ‘En wat opzettelijke onhandigheid van mij!’

Ik lach. ‘Zoals je bijna met je hoofd in mijn kruis zat?’

Ester lacht. ‘Dat was niet met opzet, maar ik vond het wel leuk. Alleen schaamde ik me op dat moment wel!’

‘En dan te bedenken, dat ik die bus bijna gemist had, omdat ik laat was. Had ik even geluk, dat die wat laat was! En trouwens, waar ben jij toen opgestapt?’

‘Je kunt ook een halte eerder opstappen. Ik zag, dat je nog bezig was met afsluiten, en ben toen snel naar de andere halte gerend. Daar was ik mijn busabonnement kwijt, maar die was helemaal onder in mijn tas geraakt. Daardoor moest de chauffeur wachten.’

‘En daardoor kon ik de bus wel halen. Die was je expres krijg geraakt zeker!’

‘Nee, dat was niet eens bewust! Maar het was al druk aan die halte, dus ik maakte me geen zorgen meer. Anders had ik misschien proberen tijd te rekken.’

‘Je bent me er eentje!’

We kussen elkaar. God, wat hou ik toch van haar! En de toekomst lijkt opeens een stuk mooier. Eerst eens kijken, hoe ik morgen dat kan oplossen met die klant. Misschien kan ik Ester nog wat leuks kopen. Maar aan de andere kant, ze heeft ook al die hanger en ketting van me gehad, en ik wil haar ook weer niet te zeer verwennen. En ook nog het schilderij… Dat wordt wel wat veel. Een mooie bos bloemen zal ze ook wel mooi vinden.

Intussen zit Ester ook in haar eigen gedachten. Ze kijkt me verliefd aan, en ze kan het amper geloven, dat Johan nu in haar leven is, die haar leven zo op haar kop heeft gezet. Vanaf het moment, dat ze hem voor het eerst zag, toen hij boodschappen kwam doen in de winkel, was ze al verliefd op hem. Dat was al meer dan een anderhalf jaar geleden. Ze heeft hem stiekem gevolgd, toen ze merkte, dat hij wel regelmatig in de winkel kwam. Ze had al snel uitgevonden, dat hij in de buurt werkte, maar dat hij eigenlijk een dorp verderop woonde. En toen ze de kans kreeg om in zijn dorp te komen wonen, greep ze die kans ook met beide handen aan. Ze had zich al een hele tijd geleden ingeschreven, en het was ook puur toeval, dat die woning daar vrij kwam, maar vanaf dat moment broedde ze op een plan om hem te krijgen.

De eerste pogingen waren niet echt succesvol. Hij leek haar wel te zien, maar niet op de juiste manier. In pure wanhoop had ze het dan in de bus geprobeerd, en die poging had tot dit geleid. Ze twijfelt of ze hem dit wel moet vertellen, maar Johan is overal heel eerlijk over geweest en ze wil niet, dat hij het ooit van iemand anders te horen zou krijgen. Haar vriendinnen wisten van haar plan, maar ze wisten niet om welke man het ging. Ooit zou Johan het toch te horen krijgen, en dat wil Ester voorkomen, dat hij het van iemand anders te horen krijgt, dan van haarzelf.

Ze verzamelt haar moed en zegt dan: ‘Johan? Ik moet je iets bekennen.’

‘Huh? Je bent toch niet zwanger?’

Ze lacht. ‘Nee, ik ben niet zwanger! Maak je geen zorgen. Maar ik wil, dat je weet, dat ik al een hele tijd stapelverliefd op je ben. Zelfs ver voordat we elkaar in de bus leerden kennen.’

Ik kijk Ester verbaasd aan. ‘Huh? Hoe dan?’

‘Nou, je kwam altijd in mijn winkel je boodschappen doen. En al de eerste keer, dat ik je daar zag, was ik al verliefd op je. Maar ja, we mogen niet flirten met klanten op het werk, dat staat in de bedrijfsregels. Ik heb het toch gedaan, maar je leek het niet echt op te merken.’

Ik lach. ‘Dat had ik heus wel gezien, maar op dat moment wilde ik nog geen relatie. Ik had het zo druk, er was geen plaats voor romantiek en een meisje.’

Ester kijkt verbaasd. ‘Dus je had het wel door?’

‘O ja! Waarom denk je, dat ik steeds terug kwam in de winkel? Ik had dat ook hier kunnen kopen, hier is eenzelfde winkel…’

Ester lacht. ‘Ja, nu je het zegt! Ik dacht, dat je het deed, omdat het gemakkelijker voor je was, omdat je altijd zo lang werkte.’

‘En hoe wil jij weten, dat ik lange dagen maakte?’

‘Uhm, omdat ik je stiekem gevolgd ben?’

‘Aha, was jij dat! Ik wist wel, dat me iemand bespiedde. Ik dacht, dat het een of andere detective was. Ik was in die tijd bezig met bedrijven, die me behoorlijk doorgelicht hebben om te kijken of ik wel betrouwbaar genoeg was. Want in mijn vak is het noodzakelijk, dat je absoluut betrouwbaar bent. Je behandelt immers betrouwbare informatie, en die bedrijven wilden zeker weten, dat ik geen informatie aan anderen doorspeelde. Niet dat ik zoiets ooit zou doen, maar ze wilden gewoon zekerheid.’

Ester is even sprakeloos. Dan zegt ze: ‘Dus je wist, dat ik met je flirtte en dat je gevolgd werd. En dat vond je niet erg?’

‘O nee! Maar het afgelopen jaar heeft dat harde werken wel zijn vruchten afgeworpen. Eigenlijk al de afgelopen drie jaar al, ik kon de juiste mensen werven, en dat heeft me een aantal zeer goede projecten opgeleverd. En als je eenmaal een goede naam hebt, dan spreekt dat wel rond. Maar zo’n naam ben je ook weer zo kwijt, en daarom is dat gesprek voor morgen ook zo belangrijk! Maar aan de andere kant, als ik dit dan goed kan afronden, dan kan ik de verhuizing van mijn kantoor bekostigen, dat is wel zeker! Mijn vader zei me zojuist, dat een goede bekende van hem een geschikt pand voor me had. Met eigen parkeerplaats en schijnbaar niet ver van mijn huidige kantoor af. Als dat wat is, wil ik misschien dat kantoor kopen. Dat ligt natuurlijk aan de prijs. Anders ga ik het huren. Maar verhuizen, dat ga ik nu zeker doen. Dat wil zeggen, als ik denk, dat het pand ook geschikt is!’

Ester kijkt blij. Ze is blij voor me, dat het nu goed lijkt te gaan met mijn zaak. Maar ze heeft inmiddels ook al in de gaten, dat het me allemaal niet is komen aanwaaien. Ik moet er ook flink wat voor doen, en dat heeft dus wel zijn resultaat opgeleverd!

‘Dus je vindt het niet erg, dat ik je stiekem gevolgd heb?’

‘Hoe zal ik het zeggen, heel blij ben ik er niet mee, want ik hou niet zoiets, maar ik kan je wel begrijpen. En eigenlijk voel ik me er ook wel door gestreeld. En het is maar goed, dat je door hebt gezet, anders stonden we hier nu niet!’

Ester lacht. ‘Daar heb je zelf anders ook wel de hand in gehad, Johan! Want je bood me aan me de band te plakken, en je stond me ook toe bij je te eten en samen Netflix te kijken op de bank! Je liet me zelfs tegen me aanliggen!’

Ik glimlach. ‘Dat komt, omdat ik me de laatste tijd ook veel lekkerder voelde. Ik begin nu langzaam wat rust te vinden in mijn werk, het begint nu allemaal wat vanzelf te lopen. Dat komt ook door mijn werknemers, die nemen me veel werk uit handen, en ik hoef me alleen nog maar te bekommeren om de acquisitie en de aftersales. Een tevreden klant moet je ook tevreden houden. Ik kan nu vertrouwen op mijn collega’s, en dat geeft me ook de rust. En daarom was er ook weer tijd voor andere belangrijke dingen in mijn leven. Ik zeg niet, dat er anders nooit iets tussen ons gebeurd was. Je was me al eerder opgevallen, en ik zou waarschijnlijk wel de stap gezet hebben om je eens uit te vragen. Maar je was me gewoon voor, lekker brutaal en het toeval heeft ons ook een beetje geholpen.’

‘Je zou me dus wel een keer hebben uitgevraagd?’

Ik knik. ‘Alleen gooide de coronamaatregelen steeds roet in het eten, anders had ik het al eerder gedaan!’

Ester lacht. ‘We hadden dus al bij elkaar kunnen zijn, als die maatregelen er niet waren geweest?’

Ik knik. ‘Dan is het juist, dat we elkaar nu toch gevonden hebben, of niet?’

Ik knik. Ik geef Ester een intieme, stevigere zoen, die uitnodigt voor meer. Maar ze houdt me tegen.

‘O nee! Vandaag gaan we niet met elkaar vrijen! Ik wil het niet op mijn geweten hebben, dat je daar morgen uitgeput tegenover die klant zit, en dat ik het dan gedaan heb, dat die deal niet doorgaat!’

‘Zo’n slechte conditie heb ik nu ook weer niet, Ester!’

‘Dat weet ik, maar je kunt beter fris en fruitig daar tegenover die klant zitten. We krijgen nog nachten genoeg om lekker samen te vrijen!’

Ik glimlach. Ze heeft daar wel een punt, al zou ik er echt geen probleem mee hebben gehad seks met haar te hebben. Dan bedenk ik me, dat we het laatste deel van de Twilight-sage nog steeds niet hebben gezien. De andere vier delen hebben we inmiddels wel gezien.

Ester ziet me nadenken. ‘Wat zit je nu weer uit te broeden?’

Ik grijns en zeg: ‘Wat dacht je van het laatste deel van Twilight?’

Ester kijkt blij verrast. ‘Daar zeg ik geen nee tegen! Maar eerst gaan we eten! Ik heb de bel van de oven al gehoord, dus we kunnen zo aanschuiven!’

‘Wat heb je klaargemaakt?’

‘Aardappelgratin met groenten. Even geen vlees vandaag.’

‘Klinkt goed!’

Niet veel later zitten we aan tafel, en ik moet echt toegeven, dat Ester dit lekker heeft klaargemaakt. En daar complimenteer ik haar dan ook voor. Ze glundert door mijn compliment en haar glimlach maakt, dat ik nog meer verliefd op haar word. We duiken na het eten snel op de bank en ik zet de Blu-ray op. En net als de eerste keer gaat Ester helemaal op in de film. Alleen is ze nu niet meer zo terughoudend met haar handen, die ze nu toch wel op een wat intiemere plaats laat rusten. Maar nu ben ik het, die het einde van de film niet haalt. De terugreis en het werken heeft toch meer krachten van me gekost, dan ik gedacht had. Ester maakt me wakker.

‘Kom, ga in bed liggen! Ik ruim hier wel even op!’

Ik knik en ga in bed liggen. Ik slaap al bijna, als Ester naast me komt liggen. Ik geef haar nog een nachtzoen en val dan al heel snel in slaap. Maar ik word wel wakker door weer iets warms om mijn pik. Nu is het Ester, die me vol overgave aan het pijpen is. ‘God, wat ben je toch een geil ding!’

Ze antwoordt me door me nog harder te pijpen en mijn pik nog dieper in haar mond te nemen. Het duurt niet lang, of ik kom met een harde grom klaar en ik houd haar hoofd stevig vast, zodat mijn pik niet uit haar mond kan glippen. Dan laat ik haar los en ze kijkt me triomfantelijk aan. Ze veegt dan het zaad af, wat langs haar kin naar beneden drupt en likt haar vinger af.

‘Zo, dan zit je niet zo gespannen tegenover je klant!’

Ik lach en zeg: ‘Waar jij al niet allemaal aan denkt!’

Ze kijkt me beteuterd aan. ‘En welke offers ik allemaal breng! Geen seks gisteravond en nu moet ik weer een hele dag zonder jou doen! En komende nacht waarschijnlijk ook niet!’

Ik lach. ‘Wat ben je ook een zielige meid! Weet je wat? Als ik op tijd klaar ben, kom ik eerder naar huis toe en dan ga ik je schandalig verwennen!’

Ze kijkt me met brede glimlach aan. ‘Beloof je dat echt?’

Ik beantwoord haar met een zoen, waarbij ik mijn eigen zaad nog wat proef. Het kan me niet interesseren. Dan ga ik me douchen en maak dan, dat ik naar de zaak kom. Hoewel ik me al had voorbereid, vind ik toch nog wat kleine details, waar ik overheen gekeken had. Blij om toch een goede voorbereiding te hebben gehad, wacht ik de komst af van de klant.

Die is gelukkig stipt op tijd en we zijn al meteen in gesprek. Er gaan heel wat koppen koffie doorheen en de onderhandelingen gaan moeizamer als verwacht, maar uiteindelijk hebben we dan toch een akkoord. Met een voor mij zeer gunstig resultaat en een heel tevreden klant, die veel terugkrijgt voor zijn geld. Een win-win situatie. Ik ben blij, dat ik nu binnenkort op twee nieuwe werknemers kan rekenen, want die zal ik hard nodig hebben!

Ik open dan nog vlug de mail, die ik van Roger, de kennis van mijn vader heb gekregen. Ik bekijk de foto’s van het pand. Ik weet het te liggen, ik heb er zelfs al eens eerder naar gekeken, voordat ik hier dit pand kocht. Maar toen was het te duur, en dit zou ik me wel kunnen veroorloven. Ik bel Roger op, die al meteen aanneemt. Ik bevestig mijn interesse in het pand en hij vertelt me, dat hij naarstig op zoek is naar iemand die een kleiner kantoor zoekt, midden in het centrum. En precies daar ligt mijn kantoor.

‘Als je het een beetje goed aanpakt, krijg je voor dat kantoor van je, bijna net zo veel terug als dat kantoor wat je nu op het oog hebt. Dat komt door de gunstige ligging en wat de klant wil. Hij wil er een klein advocatenbureau in plaatsen, en daar is je kantoor geweldig geschikt voor. Ik hoop, dat je destijds niet te veel voor je kantoor betaald hebt, dan maak je een geweldige move!’

‘En wat zit er dan voor jou in, Roger?’

‘Ik krijg mijn commissie, dat is voldoende. Hier heb ik niet veel werk aan gehad, en toch verdien ik eraan. Je moet niet altijd het onderste uit de kan willen. En zeker niet voor de zoon van een goede vriend van me.’

‘Dank je, Roger. Ik moet nog wel even met de bank praten, maar ik wil het pand wel. Ik heb dat gewoon nodig met de uitbreiding van mijn bedrijf. En ik zie daar nog wel wat meer groeimogelijkheden in. Daar kan ik met gemak zelfs zestien man in, dat is het dubbele van wat ik nu heb.’

‘En als je een beetje past en meet ook nog wel meer. En als je echt nog meer wilt, kun je overwegen het aangrenzende pand nog eens erbij te pakken. Dat wordt nu gehuurd, maar ik ken de eigenaar, die wil het in de toekomst gaan verkopen. En aangezien die twee panden niet heel ver van elkaar staan, zou je daar met wat kleine verbouwingen een nog groter pand kunnen maken. Dan krijg je een verviervoudiging van je ruimte!’

‘Dat is nog verre toekomstmuziek, maar het idee staat me wel aan. Je hoort nog van me in het nieuwe jaar!’

Ik beëindig het gesprek en bel meteen mijn bank op. Ik krijg al meteen mijn belangenbehartiger aan de telefoon.

‘Johan! Wat bel je nog laat in het jaar!’

‘Tja, nog druk bezig. Ik had eigenlijk vakantie, maar ik moest sneller terugkomen. Zeg Chris, ik overweeg een ander pand te kopen. Mijn huidige pand is te klein, dus ik moet wel verhuizen. Kun je me zo zeggen, wat ik voor mogelijkheden heb? Ik heb al een pand op het oog, ik stuur je die informatie zojuist door. Ik wil weten, of het in mijn mogelijkheden zit.’

‘Ik zie je mail binnenkomen. Dat is een mooi pand. Wat ga je doen met je oude pand?’

‘Daar is waarschijnlijk ook al iemand in geïnteresseerd. Het ligt voor hem vrij gunstig, dus de kans zit er wel in, dat ik het snel kwijt ben.’

‘In dat geval zijn je mogelijkheden wel wat meer. Sterker nog, dit kun je je gemakkelijk veroorloven, zeker in het tempo waarmee je nu aan het groeien bent. Dat risico durf ik wel aan. Ik zal je wel een rapport mailen, wat je precies kunt.’

‘Dank je, Chris! Dat is wat ik wilde horen. En nu ga ik op huis aan. Ik wens je een goed uiteinde toe en een voorspoedig nieuwjaar!’

‘Dat wens ik je ook toe! Prettig nieuwjaar!’

Ik hang op en zie dat het toch al laat geworden is. Ik moet snel zijn, wil ik nog iets kunnen kopen voor Ester. Gelukkig is de bloemenwinkel nog niet gesloten, al is de eigenaar al bezig met opruimen. Maar hij heeft nog wel een boeket voor me, waarna hij me een goed uiteinde wenst. Dat wens ik hem terug en ik maak dan dat ik naar huis kom. Het is vier uur, als ik weer thuiskom. Ester is druk bezig geweest om de zaak te versieren. Zo te zien is ze ook even weg geweest.

‘Zo, jij bent ook een druk bijtje geweest! Dat heb je leuk gedaan!’

‘Ik wilde toch nog iets van de kerstsfeer in huis halen, ook al is dat geweest. En voor wie zijn die bloemen?’

‘Voor een vriendin van me.’

Ze kijkt me verbaasd aan en ziet dan mijn grijnzende gezicht. ‘Je zit me te plagen! Zijn ze voor mij? Wat lief van je! En wat een mooie bloemen!’

‘Voor wie zouden ze anders moeten zijn? Je klaagde erover, dat ik zo weinig groen in huis heb. Dus zo kan ik dat wel goed maken!’

‘Ik ga meteen een vaas zoeken!’

Ze haast zich weg met de bos bloemen, duidelijk opgetogen door het geschenk. Ik leg mijn spullen netjes weg, en als ik daarmee klaar ben, komt Ester al terug met een vaas, die ik nog niet eerder gezien heb.

‘Waar heb je die vandaan gehaald?’

‘Die heb ik vandaag toevallig gekocht. Alsof ik een vooruitziende blik heb!’, zegt ze me blij.

‘Dus je gokte er wel op, dat ik je zo af en toe bloemen zou meebrengen?’

‘Ja, wel een beetje. En anders had ik mezelf wel wat gekocht. Ik hou van bloemen!’

Ik neem haar in mijn armen en zeg: ‘Eigenlijk moet ik nog een belofte inlossen!’

‘Hmm, aantrekkelijk aanbod, maar nee. Mijn ouders zijn al terug en hebben al gebeld, dat ze op tijd hier zijn. Ze komen bij ons eten! Dus als jij je nu eens gaat douchen en je netjes maakt, dan leg ik de laatste hand aan het eten, en dan kleed ik me ook snel om.’

‘Wat trek je aan?’

‘Ik was aan het denken de jurk aan te trekken, die ik in het restaurant ook aan had.’

‘Zo, dat is het jaar uitgaan in stijl! Dan moet ik me minstens zo goed kleden!’

Ester glimlacht. ‘We hebben nog twee uur, voordat mijn ouders er zijn.’

Opeens gaat mijn telefoon. Ik kijk verbaasd, als ik zie, dat het mijn moeder is.

‘Hoi mam! Wat is er?’

‘Een kleine vraag, Johan. Zou het een probleem zijn, als we eerder komen? We hebben het restaurant al dicht, en ik heb geen zin om dan nog thuis rond te hangen, tot we naar jou heen kunnen.’

‘Natuurlijk! Wacht even. Ik moet even iets vragen aan Ester!’

Ik zet mijn moeder even in de wacht. ‘Uhm, Ester? Wat heb je klaargemaakt voor het eten?’

‘Die stoofschotel van Sætre, hoezo?’

‘Denk je, dat het genoeg is voor zes personen? Mijn ouders willen ook vroeger komen. Dan kunnen ze misschien al mee komen eten?’

‘Dat is geen probleem. Ik had gemaakt voor twee dagen. Dan is het maar voor één dag. Dat is dus geen probleem!’

Ik pak het gesprek met mijn moeder weer terug. ‘Je kunt eerder komen, en zelfs ook al met ons mee-eten. Ester heeft een stoofschotel klaargemaakt van een recept van Sætre. Het ruikt erg lekker.’

‘O, dan zeg ik even, dat de koks niets voor ons hoeven klaar te maken. Dan hebben die ook lekker vroeg weekend! Hoe laat moeten we er zijn?’

‘De ouders van Ester komen om zes uur, als ik het goed begrepen heb. Dus als jullie er rond dat tijdstip zijn, dan zou dat fijn zijn!’

‘Goed, we zijn er dan! Tot zo!’

Ik stop mijn telefoon weg. Ik glimlach en zeg: ‘Daar gaat de rust!’

Ester lacht. ‘Maar toch leuk, dat je ouders ook komen eten?’

‘Je hebt het eten toch niet te zout gemaakt?’

‘Nee, Sætre heeft me gezegd, dat ik er niet te veel zout in mag doen. Je kunt wel zout toevoegen, maar er niet meer uithalen!’

‘Dan heeft ze je het goed geleerd. Liever te flauw dan te zout. En er is niemand meer kritisch op dat, als mijn moeder!’

‘Nou maak je me toch wel zenuwachtig, Johan!’

‘Maak je geen zorgen, ze vinden het heus wel lekker!’

Ik geef haar een lange zoen, waarna ik me douche en weer lekker glad scheer. Ik doe een lekker geurtje op, waarvan ik al weet, dat Ester het lekker vind ruiken. Mijn haren doe ik netjes in model en dan schiet ik mijn kleren in. Als ik bijna klaar ben, komt Ester de slaapkamer in. Ze fluit eens. ‘Zo, dat ziet er appetijtelijk uit!’

Ik glimlach. ‘Ik zal wel moeten, als jij die jurk aantrekt! Anders zie ik er al snel uit als een schooier!’

Ester lacht. ‘Je ziet er in alles goed uit, zelfs in je werkbroek en shirt!’

Ik trek haar tegen me aan. ‘Ik krijg al bijna spijt, dat we onze ouders hebben uitgenodigd!’

Ik geef haar weer een lange zoen. Met tegenzin laten we elkaar los. Dan geeft ze me een tikje op mijn bips en zegt: ‘Hup, naar beneden jij! Je mag de perfecte gastheer spelen, terwijl ik mezelf klaarmaak voor het bezoek!’

‘Eerst nog even mijn strik goed doen, dan ben ik klaar.’

Ik doe mijn strik om, en loop dan naar beneden.

‘Roer nog even door de stoofschotel en controleer even of die niet aanbrandt!’

‘Doe ik!’

In de keuken proef ik vlug even van de stoofschotel. Ester heeft het goed gedaan en ik weet wat mijn moeder lekker vindt, en dit zal er zeker bij horen. Ik dek vlug de tafel en zet ook de glazen vast klaar. Ik ben net bezig om al wat flessen wijn open te trekken, als de deurbel gaat. Ik kijk op de klok, kwart over vijf. Dat zou wel heel vroeg zijn! Verbaasd doe ik open en zie dan een gezicht, dat ik liever niet gezien had.

‘Hoi Johan!’

‘Suzan! Wat doe jij hier?’

‘Ik wilde kijken, hoe het met je gaat!’

‘Het gaat goed met me, dank je voor het vragen!’

‘Laat je me niet binnen?’

‘Wat denk je zelf, Suzan? Dat je na al die jaren weer gewoon binnen kunt wandelen, alsof er niets aan de hand is? Kom op zeg! Zou het niet in je opkomen, dat ik verder ben gegaan en een vriendin heb?’

‘Je bent nog gewoon vrijgezel, Johan!’

‘Dus niet! Ik woon nu samen met Ester en ik zou graag willen, dat je weer gaat!’

‘Dat zeg je ook maar, omdat je wilt, dat ik weer ga!’

‘Suzan, ik zeg het nog een keer! Rot op! Ik wil je nooit meer zien in mijn leven! Je hebt je kans gehad en die heb je vergooid! Ik ben nu gelukkig met Ester, gelukkiger dan ik ooit met jou was! Dus doe me een plezier en kom nooit meer terug!’

Suzan kijkt me geschrokken aan. ‘Oké, ik ga al!’

Opeens hoor ik Ester van boven roepen: ‘Johan, zijn mijn ouders er al?’

‘Nee, iemand anders! Ze gaat nu net weg!’

Suzan kijkt verbouwereerd. ‘Is dat je vriendin?’

‘Ja, geloofde je me niet dan? En alsjeblieft, ga nu iemand anders lastig vallen. Ik verwacht zo mijn ouders en mijn schoonouders en daarbij kan ik je echt niet gebruiken!’

Ik doe dan vlug de deur dicht, voordat ze nog iets kan zeggen. Ik ben echt pisnijdig. Hoe kan ze me dit flikken? Dacht ze nou werkelijk, dat ze kon doen, alsof er niets gebeurd was? Ik kijk door de raam en zie, dat ze er nog steeds staat. Maar uiteindelijk zie ik haar wel weglopen. Ze huilt duidelijk, maar ik voel geen spoor medelijden met haar. Het hoofdstuk Suzan heeft bij mij nu wel definitief een einde. Een paar minuten later komt er een wagen aangereden, die ik meteen herken. Het zijn mijn ouders. Ik had al verwacht, dat ze vroeg zouden zijn en ik laat ze meteen binnen. Mijn moeder ziet meteen, dat er iets mis is.

‘Wat is er, Johan? Je kijkt wat gestrest!’

‘Ach, weet je wie er hier net aan de deur stond? Suzan! Waar haalt ze het gore lef vandaan om zomaar opeens op te dagen en doen of er niets aan de hand is! Ik was echt pisnijdig!’

‘Lieve hemel! Was ze echt hier?’

Ik knik. Ze wilde niet eens geloven, dat ik nu een nieuwe vriendin heb. Gelukkig riep Ester iets van boven, en toen pas wilde ze het geloven. Man, dat bederft weer mijn hele avond! En ik had er juist zo’n zin in!’

‘Ach, laat je toch niet je plezier wegnemen door die trut! Volgens mij weet ze niet eens hoeveel pijn ze je gedaan heeft, toen ze je verliet!’

‘Blijkbaar niet! Van mij mag ze zich vanaf de brug in het kanaal gooien. Ik wil haar echt nooit weer zien!’

‘Zoiets zeg je niet, Johan! Ook al heeft ze je nog zoveel pijn gedaan, dat zeg je gewoon niet!’

‘Nee, jij hoeft dit nu niet door te maken! Ik wel!’

Ester heeft ook het tumult van onder gehoord en komt naar beneden. Ze ziet meteen, dat ik enorm boos ben, en komt naar me toe. ‘Wat is er aan de hand, Johan?’

Ik zucht diep. ‘Suzan was hier. Je weet wel, mijn ex.’

‘Echt? Was zij het net, waarvoor je de deur open deed?’

Ik knik. ‘Ik dacht, dat het je ouders waren. Anders had ik niet eens open gedaan!’

‘Maar je hebt haar wel de deur gewezen?’

‘Al is ze de laatste vrouw op aarde, ze komt niet eens binnen! Daarvoor heeft ze me te veel pijn gedaan!’

Ester legt haar armen om me heen en zegt: ‘En dacht je daarbij ook aan mij?’

Ik kan het niet ontkennen. Door haar rustige blik kalmeer ik wat. Ik knik. Ze glimlacht en geeft me dan een zoen, die er niet om liegt. Mijn woede vervliegt in de lucht en ik vergeet zelfs even, dat mijn ouders erbij staan. Mijn vader kucht even, om me weer even in de realiteit terug te brengen. Ik bloos en glimlach wat verlegen.

Mijn moeder zegt dan: ‘Het is goed om te zien, dat je een vrouw hebt gevonden, die je weer tot rust kan brengen. En dat heb je nodig, Johan! Een sterke vrouw, die je kan leiden en op het goede pad te houden. En ik heb gezien, dat Ester uit het goede hout gesneden is! En daarbij, wat ziet ze er geweldig uit! Verdorie, meid! Ik ben jaloers op die jurk!’

Ester glimlacht breed. ‘Dank je. Die heeft een nichtje van mijn beste vriendin voor me gemaakt, toen ik op dat ging met Johan. Ik hoorde, dat we gingen lunchen in de Lanschote, dus ik wilde er wel op mijn best uitzien!’

‘Nou, als je daarmee er niet fantastisch uitziet, dan weet ik het niet meer! Ik begrijp wel, waarom Johan voor je gevallen is! Zo’n mooie meid moet je niet laten gaan!’

‘Dank je, mevrouw Wijstermans!’

‘Anja, alsjeblieft, liefje!’

‘Alleen als u me Ester noemt!’

‘Met genoegen!’

Ik realiseer me, dat dit eigenlijk de eerste echte kennismaking tussen mijn ouders en Ester is. Bij het diner met haar ouders zijn mijn ouders wel even langsgekomen, maar waren te druk bezig om echt een gesprek aan te kunnen gaan. Mijn moeder neemt Ester meteen mee naar de kamer, waar ze al meteen in gesprek zijn. Mijn vader glimlacht. ‘Een goede vangst, Johan! Ze lijkt me wel echt een leuke meid!’

‘Ja, dat is ze ook! Anders had ik haar nooit gevraagd om bij me in te trekken.’

‘Dat begrijp ik heel goed. En zo te zien, heeft ze ook al wat aan je interieur gedaan. Smaakvol! Ja, ze heeft wel wat smaak. Niet alleen qua stijl maar ook qua mannen, want ze heeft jou gekozen!’

Ik glimlach. Dan gaat de deurbel nog een keer. Ik doe open, want ik verwacht ieder moment Esters ouders. Maar weer staat Suzan voor mijn deur. Ze huilt flink en knielt zelfs voor me.

‘Alsjeblieft, geef me nog een kans! Ik doe echt alles voor je!’

‘Werkelijk! Ben ik nog niet duidelijk genoeg geweest? Rot op, verziek iemand anders zijn leven! Ik wil je niet terug, echt niet!’

Ik doe de deur weer dicht. Ester heeft gehoord, wat ik riep en komt meteen naar me toe gelopen. ‘Was ze dat weer?’

Ik knik. ‘Ik heb geen idee, wat dat mens mankeert! Het zal wel uit zijn met haar vriend of zo, maar dat zoekt ze zelf maar uit! Ik wil niets meer met haar te maken hebben. Ester doet dan zelf de deur open, waar Suzan nog steeds voor staat. Ester kijkt Suzan nijdig aan. ‘Als je nog één keer hier aanbelt, kras ik je ogen uit je kop! Johan is van mij! Hij wil niets meer met je te maken hebben en ik wil je hier nooit meer zien!’

Suzan kijkt geschrokken en bits zegt ze terug: ‘Dan wordt maar lekker gelukkig met die nieuwe hoer van je!’ Ze loopt dan weg.

Ester wordt daar echt woest om, en wil Suzan achterna gaan, maar ik houd haar tegen.

‘Laat haar maar, ze is niet de moeite waard!’

Doordat ik haar vast houd, kalmeert Ester gelukkig. ‘Misschien is het maar goed, dat ze terugkwam, Johan! Want nu voelt ze de pijn, die ze jou ook veroorzaakt heeft. En dat is haar pech en mijn geluk!’

Ik kan niet anders dan glimlachen. Bovendien ben ik wel verrast door het jaloerse trekje van Ester. Ik had niet verwacht, dat ze dit zou doen. Eigenlijk ben ik erg trots op haar, dat ze het zo voor me opneemt en dat maakt mijn gevoelens voor haar nog sterker! We lopen weer naar binnen heen, waar Ester nog steeds duidelijk boos ben. Ik ben die boosheid alweer vergeten, maar ik zie, dat Ester het nog steeds is. Ik sla mijn armen om haar heen en zeg: ‘En nu moet jij weer wat rustig worden, Ester. Je maakte me trots, omdat je het zo voor me opnam. En je hoeft je geen zorgen te maken, dat je me ooit verliest aan Suzan. Jij bent duizendmaal beter, dan zij. Wat zeg ik, een miljoen keer beter! En zelfs dat is nog niet genoeg! Ik hou van je, Ester!’

Ze kalmeert dan gelukkig, maar begint wel te huilen. ‘Verdomme, nu is mijn mascara ook nog naar de knoppen!’

Ze loopt snel naar boven om haar mascara bij te werken. Mijn moeder glimlacht. ‘Jullie passen echt goed bij elkaar. Jij hebt haar net zo hard nodig, als zij jou. Het is een goede balans! Wat mij betreft is ze al goedgekeurd!’

‘Alsof ik jouw goedkeuring nodig zou hebben, mam! Maar het is fijn om te weten, dat jullie haar wel mogen!’

‘Je hebt je nooit door ons de les laten lezen, dus waarom zou je het nu wel doen!’

‘Hmm, je hebt me anders goed manieren geleerd! Mijn oren doen nog steeds pijn, als ik er aan denk!’

Mijn moeder lacht. ‘En dat is maar goed ook, want anders was er niets van je terecht gekomen!’

Mijn vader lacht. ‘Ware woorden, Anja! Maar je moeder heeft wel gelijk, Johan. Ester is echt een lot uit de loterij! Alleen schrok ik wel even, toen ze even te keer ging tegen Suzan. Ik dacht echt, dat ze haar te lijf wilde gaan!’

‘Daar had ik ook al schrik voor. Ik denk, als ik haar niet had tegen gehouden, dat ze het gedaan had!’

Ester is alweer naar beneden gekomen en heeft gehoord, wat ik zei.

‘Ik zou haar ook echt wat gedaan hebben, Johan! Geen enkele vrouw hoeft er nog aan te denken, dat ze zomaar jou van me af kunnen pakken! Daar wil ik best wel voor vechten!’

De deurbel gaat weer. ‘Ik mag toch hopen, dat ze dat niet weer is!’

Gelukkig zijn het nu wel haar ouders, en opgelucht doe ik open. Ik heet Geert en José welkom, maar ze hebben wel in de gaten, dat er iets aan de hand is geweest. José informeert er ook voorzichtig naar bij haar dochter.

‘Is er iets gebeurd? Jullie lijken allemaal wat gespannen!’

‘Ach, Johan had net bezoek van zijn ex. Een stom gek wijf, die dacht na jaren niets van zich te laten horen, dat ze gewoon weer in zijn leven kon walsen, terwijl ze hem zo’n pijn heeft gedaan! Ik heb haar duidelijk moeten maken, dat ze van Johan af moest blijven, en dat ze beter kon gaan!’

Ik lach. ‘En dat vertelt ze dan nog heel netjes! Ik heb haar nog niet zo boos gezien!’

Geert lacht. ‘Ze kan echt wel een katje met lange nagels zijn, als ze boos is, Johan! Pas maar op!’

‘Ik maak me geen zorgen, Geert! Misschien voor de vrouw, die het wel eens wil proberen…’

Ester kijkt me boos aan. ‘Dat zijn geen grappen, Johan!’

‘Sorry, ik bedoel er ook niets mee! Kom, laten we haar snel vergeten en denken aan leukere dingen!’

Ester knikt. ‘Je hebt gelijk, we moeten deze avond niet door haar laten vergallen!’

Ze zegt dan: ‘Bovendien is het eten klaar. We kunnen meteen aan tafel! Ik heb een stoofschotel klaargemaakt naar een recept van Sætre, een vrouw, die we hebben leren kennen in Zweden. Fantastische mensen, ook haar man Gunnar! Van haar heb ik dit recept gekregen, en dat heb ik voor jullie klaargemaakt!’

Mijn moeder knikt. ‘Ik ben benieuwd! Sætre geeft niet snel haar recepten prijs! Dan moet ze toch wel indruk gemaakt hebben!’

‘U kent die vrouw?’, vraagt José.

‘O ja, we mogen af en toe ook gebruik maken van de blokhut van Johan. En Gunnar zorgt ervoor, dat de blokhut is goede conditie blijft. Johan heeft die blokhut van zijn peetoom geërfd, die helaas veel te jong is overleden.’

‘Ah, ik vroeg me al af, waar zo’n jonge kerel al zo’n eigendom kon hebben!’

Ik glimlach, terwijl Ester de stoofpot binnenbrengt. Het ruikt echt heel erg lekker, en ze brengt dan ook nog wat andere schalen met groenten binnen. Ester zegt dan: ‘Voor de rest is het allemaal zelfbediening, behalve de wijn, daarvoor moet je bij Johan zijn!’

Mijn vader glimlacht. ‘Eens wat anders! Mijn zoon, die nu voor mij de wijn inschenkt! Eens kijken of je ook een goede keuze hebt gemaakt bij deze heerlijk ruikende stoofschotel!’

Ik lach. ‘Dacht je nou werkelijk, dat ik nooit niets van je heb opgestoken? Het is geen hele dure wijn, maar past volgens mij wel prima bij dit gerecht!’

Mijn moeder zegt tegen José: ‘Mijn man is gastheer en sommelier. En hij houdt er wel van om af en toe Johan te testen om zijn kennis.’

José zegt meteen: ‘Ik moet zeggen, dat uw restaurant echt heel erg mooi was, en dat het eten werkelijk verrukkelijk was!’

‘Dank u. Dat horen we graag en gelukkig heel vaak. Het is alleen op het moment zo lastig. De corona maakt het moeilijk. Gelukkig hebben wij wel wat reserves uit de goede jaren, het kost ons alleen de verbouwing, die we gepland hadden. Maar die kunnen we nog wel even uitstellen.’

Geert zegt dan: ‘Wat wilde u dan nog verbouwen? Ik vond uw zaak er werkelijk perfect uitzien!’

‘Ach, het is een kleine verbouwing, maar wel kostbaar. We willen graag een grotere stoomoven in de keuken, en een grotere wijnkast, waar we per zone de wijn op perfecte temperatuur kunnen houden. Dat zijn kostbare machines en er moet ook wat aangepast worden aan het pand. Verder zien we niet in, wat we nog zouden kunnen verbeteren.’

‘Met de stoomoven kan ik u wellicht helpen. Het bedrijf, waar ik werk, verkoopt zulke apparaten. Misschien kan ik u een goed aanbod doen?’

‘Erg aardig, maar we reserveren nu liever dat geld om te overleven. Maar we houden het in gedachten!’

Geert laat zich echter niet zo snel opzij zetten en zegt dan: ‘Ooit gedacht om zulke apparaten te leasen?’

Mijn vader kijkt zeer geïnteresseerd. ‘Dat kan ook al?’

‘Ja, daar zijn we nu al enkele jaren mee bezig, en dat is een groot succes. Ik zal u straks mijn visitekaartje geven. Het is nu niet zo gepast om over zaken te praten.’

Ester lacht. ‘Geef je kaartje nu maar, het kwaad is toch al geschied!’

Blozend haalt Geert zijn visitekaartje uit zijn portefeuille. Hij wordt niet alle dagen door zijn dochter op zijn nummer gezet. We beginnen dan aan ons diner, en zoals ik al verwacht had, proeft mijn moeder eerst kritisch de stoofpot. Ze knikt goedkeurend, maar zegt verder niets. Ik ken mijn moeder goed genoeg, dat ze het dan lekker vindt en er later wel over zal praten. Wat dat betreft kent mijn moeder wel de etiquette aan tafel.

Er wordt gepraat en gelachen aan tafel, terwijl we vertellen over onze belevenissen in Zweden. Vooral het voorval, waarbij ik Ester in de sneeuw gooide tegen de spierpijn levert gelach op. Ester kan er nu ook wel om lachen. ‘Maar ik was toch boos op hem! En het was zo koud!’

‘Maar het hielp wel tegen je spierpijn!’

‘Dat klopt, maar je had me ook wel wat beter kunnen waarschuwen!’

‘Dan hadden we nu niet zo’n leuk verhaal gehad!’

Ze steekt haar tong naar me uit, en ik lach. Opeens horen we een harde, doffe knal. Eerst denken we, dat er iemand vuurwerk heeft afgestoken, maar dan horen we het waanzinnige gelach van Suzan. Ze is terug en staat duidelijk dronken voor mijn huis. Ik kijk naar buiten en zie dan een van mijn struiken in de tuin roken. Een flink gat in de tuin verraad dan, wat er gebeurd is.

‘Verdorie, ze is helemaal gek geworden! Ze heeft een van mijn struiken opgeblazen met vuurwerk!’

‘Bel de politie, Johan! Ze is gestoord!’

Ik knik en bel dan ook meteen de politie. Maar die kunnen niet meteen komen.

‘Ik zeg dan: ‘Die vrouw is waanzinnig geworden. Ik kan zien, dat ze met plakband allerlei vuurwerk om zich heen heeft geplakt, alsof ze zelfmoord wil plegen!’

‘Dat klinkt serieus! We sturen meteen een wagen uw kant op!’

Ik loop dan naar buiten heen. Meteen krijg ik te horen: ‘Nu kom je wel naar buiten heen, lamme zak!’

‘Suzan! Waar ben je mee bezig? Ben je helemaal de weg kwijt?’

‘Ach man! Ik ben al dagen de weg kwijt! Niemand wil me nog! Ik kan beter niet meer leven!’

Ik zie dan, dat ze probeert de lonten om haar lichaam te ontsteken. Ze lacht als een waanzinnige en ik storm op haar af, in een poging om haar tegen te houden. Ze mag dan wel een kreng zijn, maar ze verdient het ook weer niet om te sterven. Ze vecht terug om me van haar af te houden, maar gelukkig lukt het haar nu niet om haar lonten aan te steken. Ik doe een nieuwe poging en het lukt me om haar stevig vast te houden en in bedwang te houden.

Maar opeens krijg ik en ook Suzan een emmer koud water om me heen. Geschokt kijk ik rond en zie dan Ester voor me staan. Het aansteeklont, dat Suzan bij zich droeg is nu wel uit en haar vuurwerk is nu nat. Suzan begint nu hard te huilen.

‘Nee, nee, nee! Ik ben een mislukkeling! Ik kan niet eens zelfmoord plegen!’

Ik krijg nu toch wel wat medelijden met haar, maar ik weet ook, dat ze ziek in haar hoofd moet zijn. Gelukkig horen we al snel sirenes, die al snel bij mijn huis stoppen. Pas dan laat ik Suzan los, en geef haar in handen van de politie. Die boeien Suzan voor haar eigen veiligheid, maar wachten op de ambulance, die er ook al aankomt. Ester komt me een jas brengen en een handdoek.

‘Sorry, dat ik je nat moest gooien! Ik wist niet, hoe ik het anders op moest lossen!’

‘Het geeft niet, Ester. Je hebt het juiste gedaan. Ik vraag me alleen af, wat haar zo wanhopig heeft gemaakt, dat ze een einde aan haar leven wilde maken?’

‘Misschien zag ze in, hoe miserabel haar leven werkelijk was? Maar ze is nu in goede handen, ten minste dat hoop ik.’

Ester omarmt me. ‘Ik was wel even bang, dat je wat gebeurde, toen je haar wilde verhinderen om dat lont aan te steken!’

‘Ik kon haar dat toch niet laten doen, Ester? Ze mag dan wel een kreng zijn en ziek in haar hoofd, maar om zo een eind aan je leven te maken?’

Dan ziet Ester, dat ik een scheur in mijn pak heb. ‘O, je pak is kapot! Kleed je maar snel even om, voordat je dadelijk kou vat!’

Ik lach. ‘Dat heb ik al eens eerder gehoord!’

Ester lacht. ‘Hup! Omkleden jij!’

Suzan wordt dan al afgevoerd, en even later geef ik een verklaring af aan de agenten, nadat ik me in droge kleren gehuld heb. Als de agenten weg zijn, valt er een grote stilte. Maar ik wil niet te lang stilstaan bij deze tragische gebeurtenis en zeg: ‘Wie wil er nog wijn? Het is oudjaar en ik wil straks het nieuwe jaar wel goed beginnen!’

Mijn vader glimlacht, omdat ik het zo positief wil inzien. Maar wat we ook proberen, de stemming is er wel een beetje uit. Maar opeens krijg ik weer telefoon. Ik kijk verbaasd als ik Gunnars naam zie.

‘Hei, Gunnar!’

‘Hallo, Johan. Sætre zei me, dat ik je moest bellen. Er zou iets gebeurd zijn!’

Ik glimlach. ‘Dat had ze dan goed, Gunnar. Mijn ex kwam hier een enorm drama schoppen. Ze is compleet waanzinnig geworden, en probeerde zelfs een einde aan haar leven te maken!’

‘Halleluja! Dat is nogal iets! Sætre zegt, dat je nu die twee duiven moet pakken. Geef er één aan Ester en de andere houd je zelf. Er zou dan iets moeten gebeuren. Zo zegt ze het. Ik weet ook niet wat ze daarmee bedoelt, maar ze heeft meestal gelijk op dat gebied!’

‘Oké, bedankt Gunnar. En nog een prettig nieuwjaar!’

‘Jij ook! Laat het me weten, als er iets gebeurt!’

‘Doe ik!’

Ik loop naar de wandversieringen, waar Ester de duiven heeft neergehangen. Ik haal ze uit elkaar en geef er dan één aan Ester.

‘Waarvoor doe je dat?’

‘Daar belde net Gunnar voor, in opdracht van Sætre. Ik moest er één aan jou geven, en de andere moest ik houden. Er zou dan iets gebeuren!’

Mijn moeder zegt dan: ‘Je gelooft toch niet in de onzin, dat Sætre uitkraamt?’

Ester zegt dan: ‘Nou, onzin wil ik het niet noemen. Ze had al voorspeld, dat Johans ex iets zou doen. Niet alles wat ze voorspeld heeft, is ook al uitgekomen, maar ik begin het nu wel te geloven! Die vrouw heeft een bepaalde gave, die je niet kunt ontkennen!’

Ik knik. ‘En bovendien een mooiste kerstmannen en kerstvrouwen koppel, dat je ooit gezien hebt!’

Ester moet lachen. ‘Dat is absoluut waar! Gunnar zou zo de kerstman kunnen zijn, als zijn baard niet zo bruin was! En Sætra zag er echt heel mooi uit in de jurk, die Johan haar gekocht had. Ze zou zomaar mevrouw Santaclaus kunnen zijn! Alsof ze weggelopen was uit de film!’

Opeens begint het uit het niets te sneeuwen. De hemel is helder, ik kan nog steeds de sterren zien. Maar er valt wel sneeuw. Verwonderd kijken we naar buiten. Ester kijkt me aan en zegt: ‘Zouden ze dat bedoelen?’

‘Ik weet het niet! Zullen we naar buiten gaan? Het is bijna twaalf uur!’

We lopen dan naar buiten met onze jassen aan, en zien dat het al behoorlijk wit is. Maar wat nog vreemder is, is het feit, dat alleen mijn huis en tuin wit zijn. Alsof er een kleine privé sneeuwbui is ontstaan boven mijn huis. Ester en ik kijken elkaar aan. Dit moet wel een teken zijn! We schuiven dan de duiven in elkaar en opeens horen we wat gerinkel van boven. Het klinkt als de bellen van Gunnars slee. Maar hoe we ook kijken, we zien niets op het dak. Dan begint er al vuurwerk te knallen en we horen de kerkklok twaalf uur slaan. Ik kijk Ester glimlachend aan en geef haar een lange zoen.

‘Een voorspoedig nieuwjaar, Ester!’

‘Dat wens ik je ook, en ook dat we nog jaren bij elkaar blijven, Johan! Tot we allebei oud zijn, en in het bejaardenhuis zitten!’

Ik geef dan Ester nog een zoen, en dan feliciteren we onze ouders met het nieuwe jaar. Nadat we onze buren ook nog gelukkig nieuwjaar hebben gewenst, lopen we weer naar binnen. Maar daar wacht ons nog een aangename verrassing. Op tafel staan zes cadeaus, sierlijk ingepakt in glimmend rood papier met groene linten. We kijken allemaal verbaasd.

‘Hoe komt dit hier? Heb jij dat hier neergezet, Johan?’

‘Van mij is het niet!’

Ester zegt dan: ‘Ik weet het ook niet! Maar hoe komt het dan hier?’

We kijken elkaar aan en zeggen tegelijkertijd: ‘Gunnar!’

Mijn moeder zegt dan: ‘Doe niet zo gek! Gunnar is toch in Zweden!’

‘Ja, maar hij is ook de kerstman. En de kerstman kan magische dingen doen.’

‘Dat geloof je toch zelf niet?’

‘Geloof wat je wilt, ma! Ik twijfel er niet aan!’

Ester knikt. ‘En ik ook niet!’

Ik zeg dan: ‘Zullen we dan maar die cadeaus open maken? Er staan immers onze namen op!’

Daar is iedereen wel voor te vinden. We openen dan ieder hun cadeau, en heel voorzichtig maken we het prachtige cadeaupapier los. Ik heb mijn cadeau als eerste open. Er zit een houten beeldje van een rendier in. Het is prachtig gemaakt, er is zelfs de moeite genomen om de vacht in het hout te kerven. Het is ook prachtig beschilderd. Het lijkt net een klein rendier in het echt. Ik laat het iedereen zien. Ester herkent meteen het handwerk van Gunnar in het beeldje. Ze heeft dergelijke beeldjes bij hem in huis zien staan. Mijn vader heeft dan zijn pakket open. Er zit een wandelstok in, die hij in elkaar kan schroeven. Het zit in een mooi houten kistje en is prachtig bewerkt. Nu begint de rest ook wel nieuwsgierig te worden naar de inhoud van hun pakket.

Alleen mijn moeder aarzelt en wacht even. Geert heeft als derde het pakje uitgepakt. Voor hem zit er een prachtig lederen portefeuille in. Duidelijk handwerk, maar van zeer goede kwaliteit.

‘Zo, die kan ik goed gebruiken! De mijne is behoorlijk versleten!’

José is de volgende. Voor haar zit er ook een houten beeldje in. Een roodborstje, dat met net zo veel detail is gemaakt als mij rendier.

‘Oh, een roodborstje is mijn lievelingsdier! Wie dit ook gegeven heeft, hartelijk bedankt!’

Ester heeft even gewacht, tot haar ouders hun cadeau hebben uitgepakt en maakt dan haar pakje open. Er zit een boek in. Een heel oud boek, en het is duidelijk niet in het Nederlands. Maar het heeft een prachtige lederen kaft, dat met snijwerk versierd is. Ik lees de titel op het boek.

‘De verzamelde kerstverhalen.’

Ester glimlacht. ‘Het zou me niets verbazen als er ook een verhaal van Sætre in staat. Maar ik zal eerst Zweeds moeten leren om dit te kunnen lezen!’

Ik glimlach. ‘Misschien is dat ook de bedoeling, dat je straks beter met hen kunt praten!’

Alleen mijn moeder heeft haar pakje nog nauwelijks aangeraakt. Ze heeft alleen het lint verwijderd.

Mijn vader zegt dan: ‘Waar wacht je nou nog op, Anja?’

Tot mijn verbazing antwoordt mijn moeder: ‘Ik durf niet zo goed. Ik ben bang, dat er iets in zit, dat ik al heel lang wil hebben. En ik weet niet, of ik dat wel aankan!’

‘En wat dan nog? Ik ben bij je. Weet je nog? Door dik en dun?’

Mijn vader pakt haar hand vast en mijn moeder glimlacht. Dan maakt ze het pakje los. Er zit een kleurige doos in, maar mijn moeder heeft al gezien, wat het is. Ze stort zich in de armen van mijn vader. ‘Onmogelijk! Echt onmogelijk! Ik heb er overal naar gezocht, en nu ligt het hier voor me op tafel!’

Mijn moeder huilt met smart, het is duidelijk, dat dit haar heel veel doet. Dan haalt ze diep adem en haalt het cadeau uit de verpakking. Het is een verpakking van een soort lappenpop. José zegt dan: ‘Oh, wat een leuk cadeau! Dat ken ik nog, toen ik klein was! Een Lapdol! Iedereen wilde die toen één hebben!’

Mijn moeder knikt. ‘Klopt, die wilde ik ook één, en ik heb er ook één gekregen! Maar mijn broer was soms echt een eikel en pakte het van me af en gooide het met verpakking en al in de open haard. Natuurlijk kreeg hij daar straf voor, maar mijn cadeau was weg. Mijn ouders hebben nog een nieuwe proberen te vinden, maar ze waren overal uitverkocht. Ik heb toen wel wat anders gekregen. Daar was ik ook wel blij mee, maar ik wilde die Lapdol!

Maar tegenwoordig zijn ze gewoon of heel duur, of versleten en dus amper te krijgen! En nu ligt er hier een voor me!’

Ik zeg dan: ‘Haal je de Lapdol niet uit zijn verpakking?’

Mijn moeder schudt haar hoofd. ‘Het heeft meer een emotionele waarde, dan ik het ook echt vast wil houden. Alleen al het feit, dat ik er nu een heb, doet me meer, dan ik in woorden kan uitdrukken. Waar heb je die vandaan?’

‘Ik heb die niet voor je gekocht, ma! We hebben niets van dit gekocht. Dit is voor ons net zo’n verrassing als voor jullie!’

‘Maar hoe komt het dan hier?’

‘Lijkt je dat niet duidelijk? Gunnar en Sætre hebben hier de hand in gehad. Hoe precies, dat weet ik niet, maar ze hebben er iets mee te maken!’

Ik pak dan mijn telefoon en open een videogesprek naar Gunnar. Hij neemt al snel op en we zien al snel zijn hoofd op het scherm. Sætre zien we ook, net als zijn kinderen.

‘Je vroeg me om je terug te bellen, als we iets merkten. Nou, dat is dus gebeurd! We hebben een heel plaatselijke sneeuwbui gehad, en op de koop toe kregen we ieder ook nog een geschenk! Ik dacht, dat Kerstmis al voorbij was!’

Gunnar lacht. ‘Tja, de kerstman moest toch ergens landen…’

‘Maar hoe heb je dat voor elkaar gekregen, Gunnar?’

‘Ik ben het niet geweest, Johan. Maar ik heb wel met iemand contact op genomen, die het bij jullie bezorgd heeft. En die heeft zijn eigen manier om iets ergens af te leveren.’

‘Wat? Je wilt me toch niet zeggen, dat…?’

‘Geloof wat je wilt, Johan. Er is een reden, waarom ik hier voor Kerstman speel. En als je de Kerstman kunt verrassen, dan kan hij heel erg genereus zijn. Hij was erg aangenaam verrast, voor alles wat je voor ons gedaan hebt. Want je hebt ons met je cadeaus precies op de ziel geraakt. Dat wat we het liefste willen zijn, Kerstman en Kerstvrouw. Hierdoor is onze beleving van Kerst nu nog completer, en er zijn geen woorden om onze dank daarvoor uit te spreken. Daarom heb ik ook een hele speciale persoon aangesproken om jullie passend te bedanken.’

‘Maar hoe wist hij, wat we wilden?’

‘Tja, dat moet je hem zelf maar een keer vragen. Maar ik wens jullie een gelukkig Nieuwjaar toe, met alle geluk die ik jullie maar kan toewensen!’

‘Dat wens ik jullie ook toe. Maar je laat me hier met meer vragen achter, dan ik al had!’

Gunnar lacht. ‘Dat is ook de bedoeling. Dat draagt bij aan het mysterie en het wonder, dat Kerst heet…’

Ik glimlach. ‘Dan wens ik jullie allemaal ook een gelukkig Nieuwjaar toe! Ik zie jullie heel zeker dit jaar nog en dan bedank ik jullie nog eens persoonlijk!’

‘Dat komt goed. En zodra de sneeuw weg is, ga ik aan jullie huis beginnen. Jammer, dat jullie zo snel weg moesten, anders hadden jullie hem persoonlijk kunnen ontmoeten. Maar dit is ook goed.’

Dan drukt hij de verbinding weg en is het stil. Ester en ik kijken elkaar verbaasd aan. En onze ouders doen dat ook. Mijn moeder zegt dan: ‘Weet je zeker dat hij niet echt de Kerstman is?’

‘We zullen het nooit weten, mam! Maar zeker is, dat hij het in zijn hart is. Waarom zou hij dan al die geschenken uitdelen aan de kansarme mensen of de mensen, die het niet breed hebben? Of hij het echt is, dat doet er niet toe. Kerstman ben je van binnen. En niemand begrijpt dat beter dan Gunnar en Sætre. Daarom heb ik ze ook die dingen gestuurd. Ik wist, dat ze er blij van zouden worden, en dat was me alles waard. Gunnar en Sætre zijn voor mij meer dan vrienden. Ik vertrouw ze met heel mijn hart. Ik kan me geen eerlijkere mensen voorstellen.’

Mijn moeder glimlacht. ‘Ja, zolang er mensen, zoals Gunnar en Sætre, bestaan, zullen er wonderen blijven bestaan. Als we weer eens daar zijn, moet ik heb toch bedanken. Of eigenlijk Sætre, want zij is een van de weinigen, die van mijn wens wist. En misschien moeten Joost en ik eens wat meer de kerstgedachte hier uitdragen. Ik zet niet, dat we meteen de Kerstman en Kerstvrouw moeten uithangen, maar we kunnen zeker wel wat meer doen!’

Dat zijn Geert en José het helemaal met mijn ouders eens. Ik kijk Ester aan. Ze glimlacht. ‘Dan moeten wij maar voor hier de honneurs waarnemen en voor Kerstman en Kerstvrouw spelen!’

Mijn vader zegt lachend: ‘Dat kan niet, want dan moeten jullie weer naar Zweden! Ik weet zeker, dat Gunnar en Sætre jullie daar dan verwachten!’

‘Maar dat wil niet zeggen, dat we de boodschap niet eerder kunnen uitdragen. Ik denk, dat Gunnar ons wel nu heeft duidelijk gemaakt, dat de datum niet belangrijk is, maar de gedachte.’

‘Mooi gesproken! En zullen we nu dan maar op het nieuwe jaar proosten?’

Ik glimlach en haal de champagne uit de koeler. Ik schud de glazen vol en deel ze rond.

‘Ik wens jullie allemaal een gezond en gelukkig nieuw jaar toe. Ook in deze sombere tijd is er altijd wel een lichtpuntje te zien, al is het nog maar zo klein. Mijn lichtpunt van het afgelopen jaar was Ester, die mijn leven nieuw licht gaf.

Enkele weken geleden had ik nooit kunnen beseffen, hoe mooi het leven met haar zou kunnen zijn. En nu staan we al op een belangrijke weg in onze gezamenlijke toekomst. Ze komt bij me wonen, en wie weet, wat daar nog allemaal van komt! Ik zie de toekomst met Ester in ieder geval hoopvol tegemoet en ik zie nieuwe uitdagingen liggen, waar ik me voor wil inzetten. Wat er de afgelopen tijd allemaal gebeurd is, dat heeft ons sterker gemaakt, en dat geldt voor ons allemaal. Zolang als we elkaar hebben, dan is er niets, wat we niet kunnen bereiken. Dus daarom wens ik iedereen een gelukkig Nieuwjaar toe!’
Trefwoord(en): Kerst, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...