Door: Jaakske
Datum: 19-01-2022 | Cijfer: 8.9 | Gelezen: 1200
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 12 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 12 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Jaakskes Verhalen - 6: Het Instituut Foulon
Nog Over Het Instituut Foulon
De sociaal assistent van het instituut komt binnen. Legt, op vraag van de voorzitter, de eed af. Gaat in die grote zetel neerzitten. De getuigenstoel.
Ik ken die man. Ik ben er af en toe bij geweest in het instituut. Hij is de man die geduldig kan luisteren, die kan bemiddelen. Een man die ik vertrouwde en nog vertrouw.
De voorzitter begint.
- Getuige, u bent in het instituut de vertrouwenspersoon. Omschrijf eens even uw functie.
- Wel, meneer de voorzitter, ik ben van opleiding sociaal werker. In het instituut ben ik al sinds een tiental jaar de vertrouwenspersoon, dit betekent dat de jongens met al hun problemen bij mij terecht kunnen.. De jongens komen minstens eenmaal per maand bij mij. Aangezien ze een vaste regelmaat hebben voor een gesprek bij mij, valt het niet op als ze ergens een klacht willen formuleren. Een gesprek duurt gewoonlijk zo’n half uur. De jongens kunnen vrijuit spreken. In het begin aarzelen ze wel wat, doch na enige tijd weten ze dat ik naar hen kan, en moet luisteren en dat ik zoveel ik kan aan hun verzuchtingen wil beantwoorden. Wanneer er een betwisting is met een opvoeder of een leraar, ook dan probeer ik het probleem zo goed al mogelijk op te lossen. Een gesprek met de opvoeder of leraar in kwestie, kan al veel oplossen. Meestal ontstaat het probleem door een misverstand of een klein geschil. En de jongen samen brengen met de opvoeder in kwestie leidt soms tot onvoorziene oplossingen, waarbij het plots goed kan klikken tussen die twee.
Ik heb met veel aandacht geluisterd.
De voorzitter vraagt aan de twee advocaten
- Zijn er vragen ?
Mijn advocaat staat op.
- Getuige, kwamen er bij jou ook klachten van jongens die sexueel benaderd werden door andere jongens ?
- Ja. Af en toe. U moet die zaken zien in het geheel van onze huidige maatschappij. Tot de jaren zeventig, tachtig werd masturberen gezien als een ziekte en volgens het katholiek geloof als een zware doodzonde. Masturberen was iets wat je niet deed. Dat was ‘not done’. En toch gebeurde het, doch niemand sprak er over. En het gebeurde ook dat jongens onder elkaar, en meisjes onder elkaar samen en elkaar masturbeerden. Momenteel echter wordt het masturberen algemeen aanvaard en gezien als een heel normaal iets, niet enkel bij pubers, ook bij volwassenen, zelfs bij gehuwden. Wanneer we dan een maatschappij hebben van enkel mannen of enkel vrouwen, dan is de drang naar masturbatie nog veel groter, bij gebrek aan een normaal seksleven. Dat is zo in gevangenissen, en zeker ook in ons instituut. In het instituut verblijven jongens, half volwassenen, in de bloei van hun sexuele ontwikkeling. Het spreekt vanzelf dat daar gemasturbeerd wordt, en dat er ook al eens een van hen door een andere sexueel benaderd wordt.
- Heb je er een idee van hoe dikwijls er door de jongeren in het instituut gemasturbeerd wordt en hoe dikwijls er jongens ook anderen benaderen ?
- Niet echt. Niet iedereen vertelt me dat hij het doet. En niet iedereen komt vertellen dat hij door een andere sexueel benaderd werd. Sociale onderzoeken van de laatste jaren wijzen uit dat in België zowat één vierde van de jongeren tussen 14 en 21 jaar bijna elke dag masturberen, soms tweemaal per dag. Een ander vierde van het aantal doet het drie tot vijf keren per week. Een ander vierde een tot tweemaal per week. En er is een laatste vijfentwintig procent van de jongeren die bijna nooit of zelfs nooit masturberen, die er gewoon geen nood aan hebben. Voor ons instituut zal de frequentie van het masturberen hoger liggen. De jongens leven in een mannengemeenschap, slapen samen op kamers, waar privacy soms een probleem vormt en waar de gelegenheid tot elkaar benaderen zeker meer aanwezig is dan elders. Het is wel zo dat jongens niet graag spreken over hun seksleven. Dat is nog steeds taboe. Net zoals vijftig jaar geleden. Bijna iedereen doet ‘het’, doch niemand wil het bekennen. Jongens wijzen elkaar maar al te graag met de vinger. Kijk, een mietje…. Jongens die rukken zijn daarvoor absoluut geen homo’s hoor ! Absoluut niet. Doch ze worden er wel voor verweten. Ook als jongens in hun puberale ontwikkeling op zoek gaan naar contact met anderen, ook dan zijn ze zeker nog geen homo. Het is een gewone nieuwsgierigheid in hun ontwikkeling, in hun zoeken naar een identiteit. En daar hoeft niet meer aandacht aan besteed worden dan nodig. Laat jongens eens experimenteren, zonder ze te betuttelen.
De sociaal assistent zwijgt. Mijn advocaat heeft nog een vraag.
- Heb je een idee over het aantal keren dat de jongens in het instituut samen sex hebben, elkaar rukken of pijpen of neuken ?
- Eerlijk gezegd, nee. Het gebeurt. Hoe dikwijls ? Daar heb ik geen cijfers over. Ik weet alleen maar dat nieuwelingen er soms al eens over klagen dat ze verplicht werden zich te rukken of een andere te pijpen of dat ze als inwijdingsceremonieel zelf gerukt werden, gepijpt of zelfs geneukt. Wanneer ik dan daar later opnieuw over informeer, dan spreken ze daar niet meer over. Blijkbaar hebben ze het aanvaard en doen ze er zelf actief aan mee. En het zal ook wel niet elke dag gebeuren en beperkt blijven tot hun eigen kamer, waar ze met drie, vier dezelfde jongens maanden lang samen verblijven. Wat ik wel weet, en dat beamen alle jongens wanneer ik er hen over spreek, ze schamen zich niet over hun lichaam voor elkaar. Ze zien elkaar naakt in hun badkamer, in hun douche, zonder enige schroom of terughoudendheid. Nieuwelingen hebben wel enige tijd nodig om zich aan te passen, doch dan is dat gewoon een dagdagelijks gegeven.
De andere advocaat staat op.
- Getuige, zijn er bij u klachten binnen gekomen over de vermoorde opvoeder ?
- Nee.. toch niet speciale klachten. Ja, er zijn altijd jongens die met iets niet akkoord gaan, dat zijn dan futiliteiten, zoals eens een kleine opgelegde straf of zo, meer niet.
- En nooit klachten over niet gewenste aanrakingen bij het lichaamsonderzoek ?
- Nee, niet speciaal.
- Ook geen klachten over ongewenste intimiteiten vanwege het slachtoffer van deze doodslag ?
- Nee, niet dat ik mij kan herinneren.
- Dank u.
De sociaal assistent verlaat de zaal.
Fred, de hoofdopvoeder komt binnen, legt de eed af en gaat op de getuigenstoel zitten. De voorzitter begint.
- Getuige, U bent in het instituut Foulon de hoofdopvoeder ?
- Ja, meneer de voorzitter.
- Sinds hoe lang bent u daar werkzaam ?
- Sinds twintig jaar.
- U bent dus een ancien, zoals ze zeggen ?
- Zo kunt u het zien, meneer de voorzitter.
- Vertel eens hoe het er aan toe gaat wanneer ene nieuweling in het instituut binnen komt.
- Wel, wanneer een nieuweling aankomt, dan wordt hij naar de ontvangstruimte gebracht, vergezeld van twee opvoeders. Meestal ben ik er bij. De nieuweling moet zich volledig uitkleden, en krijgt de gelegenheid een douche te nemen. Ondertussen worden zijn klederen nagekeken of er geen verboden voorwerpen in zitten. Dan gebeurt ook het lichaamsonderzoek. Dat wil zeggen dat een opvoeder de open mond van de gast onderzoekt, en dan ook de anusopening. Dit is een onderzoek dat voorgeschreven wordt door het reglement van het instituut. De nieuweling moet met zijn buik op een soort zetelleuning liggen en zijn benen spreiden. Er wordt een speculum, ook wel eendenbek genoemd, in de anus gebracht en voorzichtig open gevijzeld, zodat de anusspier helemaal open gaat, en toelaat om in de anus te kijken of er geen drugs of zo in verborgen worden. Voor nieuwelingen is dit onderzoek alles behalve plezant hoor. Dit onderzoek gebeurt nooit wanneer er geen twee opvoeders aanwezig zijn. Eens het onderzoek beëindigd kan de nieuweling zich opnieuw aankleden. Na een of twee dagen krijgt hij dan een kostuum zoals die in het instituut voorgeschreven is. Hij krijgt een bed en kastje op een kamer. Op elke kamer slapen ze met drie of vier jongens en de oudste is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken op de kamer. Opvoeders komen de kamers enkel binnen tijdens een routinecontrole. De jongens hebben dus op hun kamer een familiale privacy en dat appreciëren ze ten volle.
De voorzitter heeft een vraag.
- Getuige, zo’n lichaamsonderzoek is niet enkel frustrerend voor wie het moet ondergaan, doch hoe staan de opvoeders daar tegenover ?
- Eerlijk gezegd, ze zijn niet zo happig om dit te doen. Het is een plicht, het moet, doch geen enkele van de opvoeders vindt het leuk. Echt, niet. Ze doen het, eerder tegen hun zin dan met hun zin. Het moet nu eenmaal, het hoort bij de taak van opvoeder in ons instituut.
- Getuige, in zo’n gemeenschap van allemaal jongens tussen zestien en achttien, twintig, is het samen naakt zijn zeker geen taboe. Hoe ervaren de jongens dit ?
- Meneer de voorzitter, uit ervaring kan ik getuigen dat dit voor de jongens absoluut geen taboe is. Op de slaapkamers zien ze elkaar zoals ze zijn. Ook wanneer ze een douche nemen. Ook bij het omkleden om te sporten. En, het gebeurt niet zelden dat er jongens ’s zomers in de vijver van onze tuin gaan zwemmen, gewoon zoals god hen geschapen heeft. Nee, naakt hoort er nu eenmaal bij en dat zijn de jongens nu eenmaal gewoon.
De voorzitter vraagt aan de advocaten of zij een vraag hebben voor de getuige. Mijn advocaat staat op.
- Getuige, ik kan me voorstellen dat het lijfonderzoek verplicht is voor jongens die als nieuweling het instituut binnen komen. Of wanneer een jongen een weekend bij de familie heeft door gebracht. Doch voor jongens die, zoals de broer van de beschuldigde, elke dag het instituut verlaten om in een school les te volgen, is voor die jongens het lijfonderzoek ook verplicht ?
- Ja en nee. Er wordt een steekproef uitgevoerd en die jongens weten dus nooit vooraf of zijn aan de beurt komen of niet.
- En worden die dan uitgeloot of zo ?
- Nee. De opvoeders beslissen wie er onderzocht wordt. Soms is er dat een, soms twee of zelfs drie.
- Dat betekent dat de opvoeders daar geheel vrij in zijn. Bestaat dan ook niet het gevaar dat ze meestal dezelfde nemen ?
- Nee… Er zijn altijd twee opvoeders aanwezig. Nee, absoluut niet.
De andere advocaat staat op.
- Getuige, was u erbij op die fameuze middag, toen het broertje van de beschuldigde, aan een lijfonderzoek onderworpen werd ?
- Nee. Ik had gewerkt tot ’s middags en moest pas terug om vier uur in de namiddag herbeginnen.
- U weet dus ook niet wat er op die fameuze middag gebeurd is ?
- Nee. En ik heb van de andere opvoeders ook niet gehoord dat er iets speciaals gebeurd zou zijn.
De hoofdopvoeder verdwijnt. De zitting wordt geschorst tot twee uur.
Ik ken die man. Ik ben er af en toe bij geweest in het instituut. Hij is de man die geduldig kan luisteren, die kan bemiddelen. Een man die ik vertrouwde en nog vertrouw.
De voorzitter begint.
- Getuige, u bent in het instituut de vertrouwenspersoon. Omschrijf eens even uw functie.
- Wel, meneer de voorzitter, ik ben van opleiding sociaal werker. In het instituut ben ik al sinds een tiental jaar de vertrouwenspersoon, dit betekent dat de jongens met al hun problemen bij mij terecht kunnen.. De jongens komen minstens eenmaal per maand bij mij. Aangezien ze een vaste regelmaat hebben voor een gesprek bij mij, valt het niet op als ze ergens een klacht willen formuleren. Een gesprek duurt gewoonlijk zo’n half uur. De jongens kunnen vrijuit spreken. In het begin aarzelen ze wel wat, doch na enige tijd weten ze dat ik naar hen kan, en moet luisteren en dat ik zoveel ik kan aan hun verzuchtingen wil beantwoorden. Wanneer er een betwisting is met een opvoeder of een leraar, ook dan probeer ik het probleem zo goed al mogelijk op te lossen. Een gesprek met de opvoeder of leraar in kwestie, kan al veel oplossen. Meestal ontstaat het probleem door een misverstand of een klein geschil. En de jongen samen brengen met de opvoeder in kwestie leidt soms tot onvoorziene oplossingen, waarbij het plots goed kan klikken tussen die twee.
Ik heb met veel aandacht geluisterd.
De voorzitter vraagt aan de twee advocaten
- Zijn er vragen ?
Mijn advocaat staat op.
- Getuige, kwamen er bij jou ook klachten van jongens die sexueel benaderd werden door andere jongens ?
- Ja. Af en toe. U moet die zaken zien in het geheel van onze huidige maatschappij. Tot de jaren zeventig, tachtig werd masturberen gezien als een ziekte en volgens het katholiek geloof als een zware doodzonde. Masturberen was iets wat je niet deed. Dat was ‘not done’. En toch gebeurde het, doch niemand sprak er over. En het gebeurde ook dat jongens onder elkaar, en meisjes onder elkaar samen en elkaar masturbeerden. Momenteel echter wordt het masturberen algemeen aanvaard en gezien als een heel normaal iets, niet enkel bij pubers, ook bij volwassenen, zelfs bij gehuwden. Wanneer we dan een maatschappij hebben van enkel mannen of enkel vrouwen, dan is de drang naar masturbatie nog veel groter, bij gebrek aan een normaal seksleven. Dat is zo in gevangenissen, en zeker ook in ons instituut. In het instituut verblijven jongens, half volwassenen, in de bloei van hun sexuele ontwikkeling. Het spreekt vanzelf dat daar gemasturbeerd wordt, en dat er ook al eens een van hen door een andere sexueel benaderd wordt.
- Heb je er een idee van hoe dikwijls er door de jongeren in het instituut gemasturbeerd wordt en hoe dikwijls er jongens ook anderen benaderen ?
- Niet echt. Niet iedereen vertelt me dat hij het doet. En niet iedereen komt vertellen dat hij door een andere sexueel benaderd werd. Sociale onderzoeken van de laatste jaren wijzen uit dat in België zowat één vierde van de jongeren tussen 14 en 21 jaar bijna elke dag masturberen, soms tweemaal per dag. Een ander vierde van het aantal doet het drie tot vijf keren per week. Een ander vierde een tot tweemaal per week. En er is een laatste vijfentwintig procent van de jongeren die bijna nooit of zelfs nooit masturberen, die er gewoon geen nood aan hebben. Voor ons instituut zal de frequentie van het masturberen hoger liggen. De jongens leven in een mannengemeenschap, slapen samen op kamers, waar privacy soms een probleem vormt en waar de gelegenheid tot elkaar benaderen zeker meer aanwezig is dan elders. Het is wel zo dat jongens niet graag spreken over hun seksleven. Dat is nog steeds taboe. Net zoals vijftig jaar geleden. Bijna iedereen doet ‘het’, doch niemand wil het bekennen. Jongens wijzen elkaar maar al te graag met de vinger. Kijk, een mietje…. Jongens die rukken zijn daarvoor absoluut geen homo’s hoor ! Absoluut niet. Doch ze worden er wel voor verweten. Ook als jongens in hun puberale ontwikkeling op zoek gaan naar contact met anderen, ook dan zijn ze zeker nog geen homo. Het is een gewone nieuwsgierigheid in hun ontwikkeling, in hun zoeken naar een identiteit. En daar hoeft niet meer aandacht aan besteed worden dan nodig. Laat jongens eens experimenteren, zonder ze te betuttelen.
De sociaal assistent zwijgt. Mijn advocaat heeft nog een vraag.
- Heb je een idee over het aantal keren dat de jongens in het instituut samen sex hebben, elkaar rukken of pijpen of neuken ?
- Eerlijk gezegd, nee. Het gebeurt. Hoe dikwijls ? Daar heb ik geen cijfers over. Ik weet alleen maar dat nieuwelingen er soms al eens over klagen dat ze verplicht werden zich te rukken of een andere te pijpen of dat ze als inwijdingsceremonieel zelf gerukt werden, gepijpt of zelfs geneukt. Wanneer ik dan daar later opnieuw over informeer, dan spreken ze daar niet meer over. Blijkbaar hebben ze het aanvaard en doen ze er zelf actief aan mee. En het zal ook wel niet elke dag gebeuren en beperkt blijven tot hun eigen kamer, waar ze met drie, vier dezelfde jongens maanden lang samen verblijven. Wat ik wel weet, en dat beamen alle jongens wanneer ik er hen over spreek, ze schamen zich niet over hun lichaam voor elkaar. Ze zien elkaar naakt in hun badkamer, in hun douche, zonder enige schroom of terughoudendheid. Nieuwelingen hebben wel enige tijd nodig om zich aan te passen, doch dan is dat gewoon een dagdagelijks gegeven.
De andere advocaat staat op.
- Getuige, zijn er bij u klachten binnen gekomen over de vermoorde opvoeder ?
- Nee.. toch niet speciale klachten. Ja, er zijn altijd jongens die met iets niet akkoord gaan, dat zijn dan futiliteiten, zoals eens een kleine opgelegde straf of zo, meer niet.
- En nooit klachten over niet gewenste aanrakingen bij het lichaamsonderzoek ?
- Nee, niet speciaal.
- Ook geen klachten over ongewenste intimiteiten vanwege het slachtoffer van deze doodslag ?
- Nee, niet dat ik mij kan herinneren.
- Dank u.
De sociaal assistent verlaat de zaal.
Fred, de hoofdopvoeder komt binnen, legt de eed af en gaat op de getuigenstoel zitten. De voorzitter begint.
- Getuige, U bent in het instituut Foulon de hoofdopvoeder ?
- Ja, meneer de voorzitter.
- Sinds hoe lang bent u daar werkzaam ?
- Sinds twintig jaar.
- U bent dus een ancien, zoals ze zeggen ?
- Zo kunt u het zien, meneer de voorzitter.
- Vertel eens hoe het er aan toe gaat wanneer ene nieuweling in het instituut binnen komt.
- Wel, wanneer een nieuweling aankomt, dan wordt hij naar de ontvangstruimte gebracht, vergezeld van twee opvoeders. Meestal ben ik er bij. De nieuweling moet zich volledig uitkleden, en krijgt de gelegenheid een douche te nemen. Ondertussen worden zijn klederen nagekeken of er geen verboden voorwerpen in zitten. Dan gebeurt ook het lichaamsonderzoek. Dat wil zeggen dat een opvoeder de open mond van de gast onderzoekt, en dan ook de anusopening. Dit is een onderzoek dat voorgeschreven wordt door het reglement van het instituut. De nieuweling moet met zijn buik op een soort zetelleuning liggen en zijn benen spreiden. Er wordt een speculum, ook wel eendenbek genoemd, in de anus gebracht en voorzichtig open gevijzeld, zodat de anusspier helemaal open gaat, en toelaat om in de anus te kijken of er geen drugs of zo in verborgen worden. Voor nieuwelingen is dit onderzoek alles behalve plezant hoor. Dit onderzoek gebeurt nooit wanneer er geen twee opvoeders aanwezig zijn. Eens het onderzoek beëindigd kan de nieuweling zich opnieuw aankleden. Na een of twee dagen krijgt hij dan een kostuum zoals die in het instituut voorgeschreven is. Hij krijgt een bed en kastje op een kamer. Op elke kamer slapen ze met drie of vier jongens en de oudste is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken op de kamer. Opvoeders komen de kamers enkel binnen tijdens een routinecontrole. De jongens hebben dus op hun kamer een familiale privacy en dat appreciëren ze ten volle.
De voorzitter heeft een vraag.
- Getuige, zo’n lichaamsonderzoek is niet enkel frustrerend voor wie het moet ondergaan, doch hoe staan de opvoeders daar tegenover ?
- Eerlijk gezegd, ze zijn niet zo happig om dit te doen. Het is een plicht, het moet, doch geen enkele van de opvoeders vindt het leuk. Echt, niet. Ze doen het, eerder tegen hun zin dan met hun zin. Het moet nu eenmaal, het hoort bij de taak van opvoeder in ons instituut.
- Getuige, in zo’n gemeenschap van allemaal jongens tussen zestien en achttien, twintig, is het samen naakt zijn zeker geen taboe. Hoe ervaren de jongens dit ?
- Meneer de voorzitter, uit ervaring kan ik getuigen dat dit voor de jongens absoluut geen taboe is. Op de slaapkamers zien ze elkaar zoals ze zijn. Ook wanneer ze een douche nemen. Ook bij het omkleden om te sporten. En, het gebeurt niet zelden dat er jongens ’s zomers in de vijver van onze tuin gaan zwemmen, gewoon zoals god hen geschapen heeft. Nee, naakt hoort er nu eenmaal bij en dat zijn de jongens nu eenmaal gewoon.
De voorzitter vraagt aan de advocaten of zij een vraag hebben voor de getuige. Mijn advocaat staat op.
- Getuige, ik kan me voorstellen dat het lijfonderzoek verplicht is voor jongens die als nieuweling het instituut binnen komen. Of wanneer een jongen een weekend bij de familie heeft door gebracht. Doch voor jongens die, zoals de broer van de beschuldigde, elke dag het instituut verlaten om in een school les te volgen, is voor die jongens het lijfonderzoek ook verplicht ?
- Ja en nee. Er wordt een steekproef uitgevoerd en die jongens weten dus nooit vooraf of zijn aan de beurt komen of niet.
- En worden die dan uitgeloot of zo ?
- Nee. De opvoeders beslissen wie er onderzocht wordt. Soms is er dat een, soms twee of zelfs drie.
- Dat betekent dat de opvoeders daar geheel vrij in zijn. Bestaat dan ook niet het gevaar dat ze meestal dezelfde nemen ?
- Nee… Er zijn altijd twee opvoeders aanwezig. Nee, absoluut niet.
De andere advocaat staat op.
- Getuige, was u erbij op die fameuze middag, toen het broertje van de beschuldigde, aan een lijfonderzoek onderworpen werd ?
- Nee. Ik had gewerkt tot ’s middags en moest pas terug om vier uur in de namiddag herbeginnen.
- U weet dus ook niet wat er op die fameuze middag gebeurd is ?
- Nee. En ik heb van de andere opvoeders ook niet gehoord dat er iets speciaals gebeurd zou zijn.
De hoofdopvoeder verdwijnt. De zitting wordt geschorst tot twee uur.
Lees verder: Jaakskes Verhalen - 8: De Werkplaats
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10