Door: Zazie
Datum: 03-04-2022 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 9004
Lengte: Lang | Leestijd: 19 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Maagd, Prins, Romantiek, Sprookje,
Lengte: Lang | Leestijd: 19 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Maagd, Prins, Romantiek, Sprookje,
Vervolg op: Het Lelijke (buitenb)eendje: Sprookje 9.1
Sprookje 9.2
Drie jaar geleden werd Asli na de dood van haar stiefmoeder verbannen uit de harem van de Sultan van het grote Ottomaanse rijk, waarna ze als hulpje in de keuken van het Topkapi-paleis terecht kwam. Dankzij haar bijzondere kennis van planten werd ze daar na enkele jaren van ontbering en hard werken de gewaardeerde eerste assistente van de kokkin. Ondertussen groeide ze uit van een mager bleek sprietig witharig meisje tot een prachtige mooie jonge vrouw van zestien jaar.
Eerder vandaag werd ze door de Sultan naar de eetzaal geroepen, waar hij een feestdiner hield voor zijn volledige harem en haar complimenten gaf voor het bijzonder goede eten. Daar ook trof ze haar jeugdvriendje Murat, net die dag benoemd tot kroonprins, de reden voor de feestelijke familiebijeenkomst.
Later die avond liet hij haar door een paleiswacht ophalen en naar zijn vertrekken brengen. Daar maakte hij zijn wens kenbaar dat Asli toe zou treden tot zijn harem, maar dat weigerde zij. Murat legde zich daar na een eerste boosheid bij neer, waardoor hun oude vriendschappelijke gevoelens weer konden opbloeien. En meer dan dat, want Asli wil eenmalig met de prins verkeren…
Praktijk en theorie
In het klasje voor de harem-dochters van de Sultan ging het bijna nergens ander over: hoe een man te behagen en zijn nageslacht voort te brengen. Ook leerden we alles over de eerste keer en dat we dan een beetje dapper moeten zijn. Nu pas merk ik hoe gemakkelijk dat tóen klonk, maar hoe moeilijk en spannend dat nú is. Want wat staat me nu te wachten? Murat heeft me uitgekleed en in de kussens neergelegd, maar ik heb geen idee wat ik nu moet doen of wat me gaat overkomen.
Ik voel me ongemakkelijk zoals hij me eerst een tijdje staat te bekijken en daarna ook zijn kleding aflegt, waardoor ik voor het eerst de staf van een man te zien krijg. Min of meer automatisch druk ik mijn benen tegen elkaar, terwijl ik heel goed weet dat het Murat juist te doen is om het gleufje daartussen. Moet ik ze openen en hem direct toelaten? Moet ik ze gesloten houden en hem verleiden? Bezorgd over hoe dit verder moet kijk ik Murat aan terwijl hij naast me komt liggen. Maar dan lost hij het spannende moment op door me kusjes te geven, overal op mijn gezicht.
‘Wat ben je mooi, Asli’ zegt hij dan, ‘zo anders dan de haremvrouwen die ik mijn vader als een begin voor een eigen harem aan mij doorgaf. Het is net of je ogen nog blauwer zijn geworden en alsof je haren zijn gemaakt uit pure lichtstralen’, waarna hij bewonderend een handvol van mijn haren optilt en ze daarna weer uit laat waaieren. En dan gniffelt hij, terwijl hij mijn borsten streelt: ‘maar deze mogen nog wel een beetje groeien.’ Ik kan het niet laten en reageer: ‘oh, nou, ik vind het niet erg hoor dat als ik sta ik mijn tenen nog kan zien’ waarna hij hartelijk lacht, fijn wel om zijn lichaam zo met die lachschokjes tegen het mijn te voelen bewegen.
Dan komt hij op me komt liggen en dwingt hij mijn benen uiteen met zijn heupen. Terwijl hij zijn staf in gereedheid brengt voor mijn schoot om binnen te treden vraag ik me af of ik dit nu zo maar moet ondergaan? Weet hij wel dat het voor mij de eerste keer is?
Ik besluit er iets over te zeggen want vroeger waren we ook altijd open tegen elkaar. En terwijl ik mijn benen ondanks Murat die er tussen ligt zo dicht mogelijk bij elkaar probeer te houden zeg ik zachtjes: ‘… Murat?’ Als hij me dan aankijkt: ‘… ik ben een beetje bang. Wat ga je nu doen?’
Stomverbaasd kijkt hij me aan, alsof het nog nooit in hem is opgekomen dat het voor een vrouw spannend is als een man voor het eerst bezit van haar neemt. Ik zie aan zijn reactie dat hij eerst weer boos wordt, alsof ik hem niet toe wil laten, maar dat is het helemaal niet. Ik sla daarom mijn armen om hem heen, probeer mijn benen zoveel mogelijk te ontspannen en zeg dan dat ik het spannend vind maar dat hij wélkom is.
Lievelingsvrouw
Dat verzacht hem. Als reactie gaat hij van me af en haalt hij verderop in zijn kamer uit een kastje een flesje elixer of olie of wat het ook is. Daar doet hij wat van op zijn hand en wrijft het daarna uit over de toegang naar mijn buik en de lipjes aan weerszijden daarvan. Eerst voelt het alleen maar fijn, dat hij me daar zo aanraakt en glad maakt, maar algauw begint het tussen mijn benen ook een beetje te gloeien, te tintelen, alsof er hele kleine naaldjes in me prikken. Het roept een behoefte op dat ik daar nog meer wordt aangeraakt en als reactie doe ik mijn benen verder uit elkaar, als teken dat Murat kan komen. Tegelijk voel ik hoe mijn angst als ijs in de zon verdwijnt en hoe er een intense behoefte voor in de plaats komt om Murat te behagen.
Opnieuw komt hij op me liggen, waarna ik voel hoe hij zijn staf tussen de lippen van mijn toegang plaatst en zich dan langzaam maar zeker bij me naar binnen schuift. Als hij halverwege is doet het pijn maar daar lijkt Murat zich niet van bewust, hij duwt stevig door en even later voel ik hoe zijn buik de mijne raakt, hij zit dus helemaal in me zit. Met een diepe zucht van blijdschap ontspan ik me zoveel mogelijk, ik doe mijn benen nog wat verder open, om Murat zo volledig mogelijk te ontvangen.
Dan komt Murat omhoog, leunend op zijn armen kijkt hij me aan en zegt dan, heel lief: ‘ohw Asli, pas nu snap ik wat het is om een lievelingsvrouw te hebben. Ik voel dit helemaal niet bij de vrouwen die ik van mijn vader kreeg, maar nu ik jou heb begrijp ik wat het is, het is zó fijn om bij je te zijn.’ Als antwoord sla ik mijn armen om hem heen en trek hem dan weer tegen me aan, zodat hij niet alleen met zijn staf in me is maar we ook verenigd zijn in het contact dat onze lichamen met elkaar hebben. Alsof alles één groot zintuig is geworden.
Dan begint hij te bewegen en verlicht hij daarmee de tintelingen die het elixer tussen mijn benen veroorzaakt. Hoe meer hij beweegt hoe fijner het voelt en hoe hárder hij beweegt hoe meer de tintelingen lijken te veranderen in Al-Djannah, in het paradijs dat Allah ons heeft beloofd. Ik wist echt niet dat we dat ook al konden binnengaan tijdens ons leven…
Het lijkt alsof Murat eindeloos lang in me op en neer gaat en het is alsof we daardoor nog meer dan vroeger écht contact met elkaar krijgen, niet alleen via onze hoofden, niet alleen met onze lichamen maar ook dankzij de verbinding die we met zijn staf in het diepste van mijn buik hebben. Het is alsof hij Allah’s paradijs bij me naar binnen heeft gebracht, waardoor het voelt alsof ik álles ervaar in mijn lichaam, alsof alles in me zich met Murat lijkt te verbinden. Niet veel later maak ik een extase door die het mooiste is wat ik tot nu toe ooit in mijn leven heb beleefd. En volgens mij beleeft Murat hetzelfde, hij gaat steeds harder in me op en neer en uiteindelijk zakt hij kreunend op me neer, steeds weer ‘… Asli …Asli’ herhalend.
Terwijl we tot rust komen blijft Murat met zijn staf in me en niet veel later begint hij opnieuw in me te bewegen. En wéér vind ik het heerlijk zoals hij me naar een volgende extase brengt. Een groot deel van de nacht gaat het zo door, tot we uitgeput naast elkaar in slaap vallen. Ik word zoals altijd wakker van het gekraai van de hanen die overal rond het paleis lopen en omdat ik in de keuken aan de slag moet kleed ik me zonder Murat wakker te maken aan. Nog even geniet ik van het kijken naar zijn mooie blote lichaam, waarvan de staf nu vredig op zijn rechterdij rust, hij is zó’n mooie man geworden. Dan glip ik zijn vertrekken uit.
Lieve vrede
Terwijl we met man en macht bezig zijn met het klaarmaken van het ochtendmaal voor de vele honderden inwoners van het paleis komt er alwéér een wacht van Murat me ophalen. Ik kijk de kokkin aan die ‘nee’ schudt, maar als ik dan zeg dat het te druk is trekt de man zijn zwaard, waarna er me niet veel keuze over blijft. Ziedend van woede loop ik achter hem aan. Terug in de vertrekken van Murat ligt hij nog steeds bloot in de kussens, openlijk naakt en met zijn harde staf in de aanslag. Hij wenkt dat ik naderbij moet komen en vraagt geïrriteerd: ‘wie gaf je toestemming te vertrekken, Asli? Kom, ik wil nog een keer mijn staf in je brengen.’
Ik besef dat dit blijkbaar de andere kant van Murat is, de verwende Murat die tegenwoordig in alles zijn zin wil hebben en ook krijgt. Maar hij kan me wat, ik loop op hem af en wijzend op zijn gretige staf sis ik spinnijdig: ‘steek die maar ergens anders in! Als jij zo doet bezit jij me helemaal nóóit weer, heb je dat begrepen? Waar heb je de lieve Murat die je was gelaten? Ga maar eens naar hem zoek!’ Meteen daarna draai ik me om en loop richting de uitgang, recht op het geheven zwaard van de wachter af. ‘Steek me maar dood, dan ben ik meteen hiervan verlost’ blaas ik hem als een woeste kat toe terwijl ik al bijna aan het zwaard word geregen. ‘Wachter stop!’ brult Murat, waardoor die zich meteen terugtrekt, en weg ben ik.
Terug in de keuken vraagt de kokkin wat dit nou was en als ik het haar uitleg zucht ze eens diep: ‘kijk je wel uit meisje? De hoogheden zijn erg onberekenbaar hoor.’ Ja, dat had ik sinds mijn jeugd in dit palei al wel in de gaten en gelaten ga ik weer aan het werk, niet wetend hoe dit nu verder moet gaan. Als de ochtendwerkzaamheden voorbij zijn krijg ik altijd een uurtje vrij en nadat ik me eerst heb opgefrist ga ik op bed liggen voor een kort slaapje. Sinds ik eerste assistente ben heb ik de luxe van een klein eigen kamertje, en hoef ik niet meer in een grote slaapzaal voor slavinnen te liggen.
Een uur later ben ik amper weer aan het werk voor de middagmaaltijd als een slavin in de keuken naar me toekomt en me influistert dat zijne hoogheid Prins Murat verzoekt me te spreken.
Zo, verzoekt? Innerlijk kan ik een kleine glimlach niet onderdrukken. ‘Laat hem maar weten dat ik over een uur tijd heb’ is mijn antwoord. De slavin aarzelt, dan fluistert ze benauwd: ‘maar mevrouw, hij staat hier al in de gang.’ Ik haal mijn schouders op, waarna ze vertrekt. ‘Echt, pas jij een beetje op Asli, je speelt met vuur hoor,’ reageert de kokkin weer. Ik weet het en knik dat ik het eens ben, maar ik kan niet anders, die jongen zal me niet te koeioneren, dat doet hij maar met die meiden uit zijn harem.
Als ik na een uur op pad wil gaan naar zijn vertrekken tref ik tot mijn verbazing Murat aan in een nis van de gang voor de keuken, op een kussen gezeten, nog steeds wachtend op mij, met pontificaal naast hem een paleiswachter in stramme houding. Als hij me ziet staat hij snel op en zegt dan: ‘Asli, kan ik je even spreken?’ Ik knik en neem hem mee naar mijn kamertje, waar hij verbaasd rondkijkt: ‘moet jij het al die tijd al hier mee doen?’ ‘Nee Murat, niet al die tijd, deze luxe heb ik sinds kort, daarvoor sliep ik in een van de grote slavinnenzalen.’ Als hij verbijsterd zwijgt vraag ik wat hij wil, terwijl ik op het bed ga zitten. Murat komt dan naast me zitten, omdat er verder geen plaats is en zegt dan zachtjes dat het hem spijt. Of ik hem wil vergeven.
Dat komt er zó lief uit dat ik niet anders kan, ik wil alleen maar lieve vrede met Murat. Ik trek hem tegen me aan om hem te zoenen en zo komen we met elkaar verstrengeld languit op mijn bed terecht. En terwijl we zo intiem tegen elkaar aan liggen vertelt Murat hoe geschokt hij was om mij terug te zien en hoe graag hij mij bij zich wil hebben. En dan komt zijn hele verhaal eruit. Dat hij me zo gemist heeft, maar dat niemand hem wilde vertellen waar ik was gebleven. En dat zijn vader hem als zijn opvolger ziet en hem daarvoor aan het opleiden is, terwijl Murat veel liever zou gaan reizen om het rijk waar hij zoveel over hoorde en las eens met eigen ogen te zien. Op mijn beurt vertel ik dat ik hem ook zo gemist heb, maar dat ik natuurlijk het geluk had dat ik hem af en toe vanuit de verte nog kon zien.
Dit keer is het opnieuw onvermijdelijk, ik wil dat Murat mij weer gaat bezitten. Hoewel ingeklemd tussen hem en de muur weet ik toch mijn kleren uit te krijgen en als daarna Murat ook alles snel uittrekt ontvang ik hem, tussen mijn armen, tussen mijn benen en in mijn lichaam. Lief en teder vult hij me weer op met zijn staf, een gevoel dat ik de afgelopen nacht zo heerlijk ben gaan vinden en dat ik misschien wel nooit meer kan missen. Zachtjes in me op en neer schuivend brengt Murat al die gevoelens die mijn lichaam nog maar net heeft leren kennen weer tot leven, waarvan misschien nog wel het fijnste is hoe zijn platte harde jongemannen lichaam op het mijn ligt, hoe de warmte van zijn borstkas mijn platgedrukte borsten koestert, hoe zijn ademhaling naast mijn oren klinkt en mijn gezicht verwarmt. Nadat we zo een tijdje met elkaar hebben verkeerd en Murat steeds sneller en harder in me is gaan bewegen voel ik weer de extase opkomen, die extra wordt versterkt doordat Murat daarin dit keer precies gelijk met me opgaat.
Op het moment dat hij kreunend zijn zaad in me schiet realiseer ik me dat ik niet moet vergeten straks het elixer in te nemen, dat voorkomt dat er na vandaag een kindje in me gaat groeien. Ik heb het na veel studie in de boeken uit de paleisbibliotheek zelf samengesteld uit allerlei kruiden en planten en al veel vrouwen in het paleis maken er dankbaar gebruik van.
Op reis
Na afloop buik aan buik tegen elkaar aanliggend, met Murat zijn staf nog steeds een stukje in me, vertel ik hem over de brief van mijn moeder. Dat mijn vader misschien nog wel leeft en dat hij volgens haar een Engelse prins is, dat ik hem zo graag zou willen leren kennen. Murat wordt helemaal stil van het verhaal, alsof hij zich nu pas écht realiseert waarom ik zo anders ben dan hij en al zijn broers en zussen. Dan zegt hij: ‘weet je Asli, ik zou zo graag eens op reis gaan. Misschien is dit wel onze kans,’ waarna hij ineens haast krijgt, hij gaat van me af, kleedt zich aan, geeft me een laatste omhelzing met de woorden ‘je hoort gauw van mij’ en vertrekt dan, mij met vraagtekens achter latend.
Twee dagen hoor ik niks van hem en net als ik begin te denken dat het allemaal een bevlieging van hem was, verschijnt Murat tijdens mijn rustuurtje weer in mijn kamertje. Opnieuw komt hij naast me liggen en dan volgt het grote nieuws: ‘Ik heb lang met mijn vader gepraat, Asli. Ik heb hem uitgelegd dat ik hem alléén kan opvolgen als ik eerst ons hele rijk en de andere landen er omheen kan bezoeken. Ik wil het allemaal leren kennen en dat zal nooit lukken als ik in dit paleis blijf.
Ik heb hem ook verteld van jouw afkomst en dat dit misschien een kans is om een bondgenoot te krijgen in het noorden van Europa. Na een paar dagen aandringen heeft mijn vader ingestemd. We mogen dus samen op reis gaan, mijn vader zal de Engelse Koning laten weten dat ik als zijn troonopvolger in vrede kom en hem een voorstel zal doen. Tijdens de reis zal ik zowel op de heen- als de terugweg allerlei steden van ons rijk en van de omringende landen bezoeken. Wat vind je hiervan?’
Hier kan ik maar één ding van vinden, het maakt me intens gelukkig. Dat ik zo lang samen met Murat zal zijn én dat ik misschien mijn vader zal leren kennen…
Dankjewel dat je dit verhaal leest!
Het wordt wat langer dan ik had verwacht, daarom volgt er nog een derde en laatste deel.
X. Zazie
Eerder vandaag werd ze door de Sultan naar de eetzaal geroepen, waar hij een feestdiner hield voor zijn volledige harem en haar complimenten gaf voor het bijzonder goede eten. Daar ook trof ze haar jeugdvriendje Murat, net die dag benoemd tot kroonprins, de reden voor de feestelijke familiebijeenkomst.
Later die avond liet hij haar door een paleiswacht ophalen en naar zijn vertrekken brengen. Daar maakte hij zijn wens kenbaar dat Asli toe zou treden tot zijn harem, maar dat weigerde zij. Murat legde zich daar na een eerste boosheid bij neer, waardoor hun oude vriendschappelijke gevoelens weer konden opbloeien. En meer dan dat, want Asli wil eenmalig met de prins verkeren…
Praktijk en theorie
In het klasje voor de harem-dochters van de Sultan ging het bijna nergens ander over: hoe een man te behagen en zijn nageslacht voort te brengen. Ook leerden we alles over de eerste keer en dat we dan een beetje dapper moeten zijn. Nu pas merk ik hoe gemakkelijk dat tóen klonk, maar hoe moeilijk en spannend dat nú is. Want wat staat me nu te wachten? Murat heeft me uitgekleed en in de kussens neergelegd, maar ik heb geen idee wat ik nu moet doen of wat me gaat overkomen.
Ik voel me ongemakkelijk zoals hij me eerst een tijdje staat te bekijken en daarna ook zijn kleding aflegt, waardoor ik voor het eerst de staf van een man te zien krijg. Min of meer automatisch druk ik mijn benen tegen elkaar, terwijl ik heel goed weet dat het Murat juist te doen is om het gleufje daartussen. Moet ik ze openen en hem direct toelaten? Moet ik ze gesloten houden en hem verleiden? Bezorgd over hoe dit verder moet kijk ik Murat aan terwijl hij naast me komt liggen. Maar dan lost hij het spannende moment op door me kusjes te geven, overal op mijn gezicht.
‘Wat ben je mooi, Asli’ zegt hij dan, ‘zo anders dan de haremvrouwen die ik mijn vader als een begin voor een eigen harem aan mij doorgaf. Het is net of je ogen nog blauwer zijn geworden en alsof je haren zijn gemaakt uit pure lichtstralen’, waarna hij bewonderend een handvol van mijn haren optilt en ze daarna weer uit laat waaieren. En dan gniffelt hij, terwijl hij mijn borsten streelt: ‘maar deze mogen nog wel een beetje groeien.’ Ik kan het niet laten en reageer: ‘oh, nou, ik vind het niet erg hoor dat als ik sta ik mijn tenen nog kan zien’ waarna hij hartelijk lacht, fijn wel om zijn lichaam zo met die lachschokjes tegen het mijn te voelen bewegen.
Dan komt hij op me komt liggen en dwingt hij mijn benen uiteen met zijn heupen. Terwijl hij zijn staf in gereedheid brengt voor mijn schoot om binnen te treden vraag ik me af of ik dit nu zo maar moet ondergaan? Weet hij wel dat het voor mij de eerste keer is?
Ik besluit er iets over te zeggen want vroeger waren we ook altijd open tegen elkaar. En terwijl ik mijn benen ondanks Murat die er tussen ligt zo dicht mogelijk bij elkaar probeer te houden zeg ik zachtjes: ‘… Murat?’ Als hij me dan aankijkt: ‘… ik ben een beetje bang. Wat ga je nu doen?’
Stomverbaasd kijkt hij me aan, alsof het nog nooit in hem is opgekomen dat het voor een vrouw spannend is als een man voor het eerst bezit van haar neemt. Ik zie aan zijn reactie dat hij eerst weer boos wordt, alsof ik hem niet toe wil laten, maar dat is het helemaal niet. Ik sla daarom mijn armen om hem heen, probeer mijn benen zoveel mogelijk te ontspannen en zeg dan dat ik het spannend vind maar dat hij wélkom is.
Lievelingsvrouw
Dat verzacht hem. Als reactie gaat hij van me af en haalt hij verderop in zijn kamer uit een kastje een flesje elixer of olie of wat het ook is. Daar doet hij wat van op zijn hand en wrijft het daarna uit over de toegang naar mijn buik en de lipjes aan weerszijden daarvan. Eerst voelt het alleen maar fijn, dat hij me daar zo aanraakt en glad maakt, maar algauw begint het tussen mijn benen ook een beetje te gloeien, te tintelen, alsof er hele kleine naaldjes in me prikken. Het roept een behoefte op dat ik daar nog meer wordt aangeraakt en als reactie doe ik mijn benen verder uit elkaar, als teken dat Murat kan komen. Tegelijk voel ik hoe mijn angst als ijs in de zon verdwijnt en hoe er een intense behoefte voor in de plaats komt om Murat te behagen.
Opnieuw komt hij op me liggen, waarna ik voel hoe hij zijn staf tussen de lippen van mijn toegang plaatst en zich dan langzaam maar zeker bij me naar binnen schuift. Als hij halverwege is doet het pijn maar daar lijkt Murat zich niet van bewust, hij duwt stevig door en even later voel ik hoe zijn buik de mijne raakt, hij zit dus helemaal in me zit. Met een diepe zucht van blijdschap ontspan ik me zoveel mogelijk, ik doe mijn benen nog wat verder open, om Murat zo volledig mogelijk te ontvangen.
Dan komt Murat omhoog, leunend op zijn armen kijkt hij me aan en zegt dan, heel lief: ‘ohw Asli, pas nu snap ik wat het is om een lievelingsvrouw te hebben. Ik voel dit helemaal niet bij de vrouwen die ik van mijn vader kreeg, maar nu ik jou heb begrijp ik wat het is, het is zó fijn om bij je te zijn.’ Als antwoord sla ik mijn armen om hem heen en trek hem dan weer tegen me aan, zodat hij niet alleen met zijn staf in me is maar we ook verenigd zijn in het contact dat onze lichamen met elkaar hebben. Alsof alles één groot zintuig is geworden.
Dan begint hij te bewegen en verlicht hij daarmee de tintelingen die het elixer tussen mijn benen veroorzaakt. Hoe meer hij beweegt hoe fijner het voelt en hoe hárder hij beweegt hoe meer de tintelingen lijken te veranderen in Al-Djannah, in het paradijs dat Allah ons heeft beloofd. Ik wist echt niet dat we dat ook al konden binnengaan tijdens ons leven…
Het lijkt alsof Murat eindeloos lang in me op en neer gaat en het is alsof we daardoor nog meer dan vroeger écht contact met elkaar krijgen, niet alleen via onze hoofden, niet alleen met onze lichamen maar ook dankzij de verbinding die we met zijn staf in het diepste van mijn buik hebben. Het is alsof hij Allah’s paradijs bij me naar binnen heeft gebracht, waardoor het voelt alsof ik álles ervaar in mijn lichaam, alsof alles in me zich met Murat lijkt te verbinden. Niet veel later maak ik een extase door die het mooiste is wat ik tot nu toe ooit in mijn leven heb beleefd. En volgens mij beleeft Murat hetzelfde, hij gaat steeds harder in me op en neer en uiteindelijk zakt hij kreunend op me neer, steeds weer ‘… Asli …Asli’ herhalend.
Terwijl we tot rust komen blijft Murat met zijn staf in me en niet veel later begint hij opnieuw in me te bewegen. En wéér vind ik het heerlijk zoals hij me naar een volgende extase brengt. Een groot deel van de nacht gaat het zo door, tot we uitgeput naast elkaar in slaap vallen. Ik word zoals altijd wakker van het gekraai van de hanen die overal rond het paleis lopen en omdat ik in de keuken aan de slag moet kleed ik me zonder Murat wakker te maken aan. Nog even geniet ik van het kijken naar zijn mooie blote lichaam, waarvan de staf nu vredig op zijn rechterdij rust, hij is zó’n mooie man geworden. Dan glip ik zijn vertrekken uit.
Lieve vrede
Terwijl we met man en macht bezig zijn met het klaarmaken van het ochtendmaal voor de vele honderden inwoners van het paleis komt er alwéér een wacht van Murat me ophalen. Ik kijk de kokkin aan die ‘nee’ schudt, maar als ik dan zeg dat het te druk is trekt de man zijn zwaard, waarna er me niet veel keuze over blijft. Ziedend van woede loop ik achter hem aan. Terug in de vertrekken van Murat ligt hij nog steeds bloot in de kussens, openlijk naakt en met zijn harde staf in de aanslag. Hij wenkt dat ik naderbij moet komen en vraagt geïrriteerd: ‘wie gaf je toestemming te vertrekken, Asli? Kom, ik wil nog een keer mijn staf in je brengen.’
Ik besef dat dit blijkbaar de andere kant van Murat is, de verwende Murat die tegenwoordig in alles zijn zin wil hebben en ook krijgt. Maar hij kan me wat, ik loop op hem af en wijzend op zijn gretige staf sis ik spinnijdig: ‘steek die maar ergens anders in! Als jij zo doet bezit jij me helemaal nóóit weer, heb je dat begrepen? Waar heb je de lieve Murat die je was gelaten? Ga maar eens naar hem zoek!’ Meteen daarna draai ik me om en loop richting de uitgang, recht op het geheven zwaard van de wachter af. ‘Steek me maar dood, dan ben ik meteen hiervan verlost’ blaas ik hem als een woeste kat toe terwijl ik al bijna aan het zwaard word geregen. ‘Wachter stop!’ brult Murat, waardoor die zich meteen terugtrekt, en weg ben ik.
Terug in de keuken vraagt de kokkin wat dit nou was en als ik het haar uitleg zucht ze eens diep: ‘kijk je wel uit meisje? De hoogheden zijn erg onberekenbaar hoor.’ Ja, dat had ik sinds mijn jeugd in dit palei al wel in de gaten en gelaten ga ik weer aan het werk, niet wetend hoe dit nu verder moet gaan. Als de ochtendwerkzaamheden voorbij zijn krijg ik altijd een uurtje vrij en nadat ik me eerst heb opgefrist ga ik op bed liggen voor een kort slaapje. Sinds ik eerste assistente ben heb ik de luxe van een klein eigen kamertje, en hoef ik niet meer in een grote slaapzaal voor slavinnen te liggen.
Een uur later ben ik amper weer aan het werk voor de middagmaaltijd als een slavin in de keuken naar me toekomt en me influistert dat zijne hoogheid Prins Murat verzoekt me te spreken.
Zo, verzoekt? Innerlijk kan ik een kleine glimlach niet onderdrukken. ‘Laat hem maar weten dat ik over een uur tijd heb’ is mijn antwoord. De slavin aarzelt, dan fluistert ze benauwd: ‘maar mevrouw, hij staat hier al in de gang.’ Ik haal mijn schouders op, waarna ze vertrekt. ‘Echt, pas jij een beetje op Asli, je speelt met vuur hoor,’ reageert de kokkin weer. Ik weet het en knik dat ik het eens ben, maar ik kan niet anders, die jongen zal me niet te koeioneren, dat doet hij maar met die meiden uit zijn harem.
Als ik na een uur op pad wil gaan naar zijn vertrekken tref ik tot mijn verbazing Murat aan in een nis van de gang voor de keuken, op een kussen gezeten, nog steeds wachtend op mij, met pontificaal naast hem een paleiswachter in stramme houding. Als hij me ziet staat hij snel op en zegt dan: ‘Asli, kan ik je even spreken?’ Ik knik en neem hem mee naar mijn kamertje, waar hij verbaasd rondkijkt: ‘moet jij het al die tijd al hier mee doen?’ ‘Nee Murat, niet al die tijd, deze luxe heb ik sinds kort, daarvoor sliep ik in een van de grote slavinnenzalen.’ Als hij verbijsterd zwijgt vraag ik wat hij wil, terwijl ik op het bed ga zitten. Murat komt dan naast me zitten, omdat er verder geen plaats is en zegt dan zachtjes dat het hem spijt. Of ik hem wil vergeven.
Dat komt er zó lief uit dat ik niet anders kan, ik wil alleen maar lieve vrede met Murat. Ik trek hem tegen me aan om hem te zoenen en zo komen we met elkaar verstrengeld languit op mijn bed terecht. En terwijl we zo intiem tegen elkaar aan liggen vertelt Murat hoe geschokt hij was om mij terug te zien en hoe graag hij mij bij zich wil hebben. En dan komt zijn hele verhaal eruit. Dat hij me zo gemist heeft, maar dat niemand hem wilde vertellen waar ik was gebleven. En dat zijn vader hem als zijn opvolger ziet en hem daarvoor aan het opleiden is, terwijl Murat veel liever zou gaan reizen om het rijk waar hij zoveel over hoorde en las eens met eigen ogen te zien. Op mijn beurt vertel ik dat ik hem ook zo gemist heb, maar dat ik natuurlijk het geluk had dat ik hem af en toe vanuit de verte nog kon zien.
Dit keer is het opnieuw onvermijdelijk, ik wil dat Murat mij weer gaat bezitten. Hoewel ingeklemd tussen hem en de muur weet ik toch mijn kleren uit te krijgen en als daarna Murat ook alles snel uittrekt ontvang ik hem, tussen mijn armen, tussen mijn benen en in mijn lichaam. Lief en teder vult hij me weer op met zijn staf, een gevoel dat ik de afgelopen nacht zo heerlijk ben gaan vinden en dat ik misschien wel nooit meer kan missen. Zachtjes in me op en neer schuivend brengt Murat al die gevoelens die mijn lichaam nog maar net heeft leren kennen weer tot leven, waarvan misschien nog wel het fijnste is hoe zijn platte harde jongemannen lichaam op het mijn ligt, hoe de warmte van zijn borstkas mijn platgedrukte borsten koestert, hoe zijn ademhaling naast mijn oren klinkt en mijn gezicht verwarmt. Nadat we zo een tijdje met elkaar hebben verkeerd en Murat steeds sneller en harder in me is gaan bewegen voel ik weer de extase opkomen, die extra wordt versterkt doordat Murat daarin dit keer precies gelijk met me opgaat.
Op het moment dat hij kreunend zijn zaad in me schiet realiseer ik me dat ik niet moet vergeten straks het elixer in te nemen, dat voorkomt dat er na vandaag een kindje in me gaat groeien. Ik heb het na veel studie in de boeken uit de paleisbibliotheek zelf samengesteld uit allerlei kruiden en planten en al veel vrouwen in het paleis maken er dankbaar gebruik van.
Op reis
Na afloop buik aan buik tegen elkaar aanliggend, met Murat zijn staf nog steeds een stukje in me, vertel ik hem over de brief van mijn moeder. Dat mijn vader misschien nog wel leeft en dat hij volgens haar een Engelse prins is, dat ik hem zo graag zou willen leren kennen. Murat wordt helemaal stil van het verhaal, alsof hij zich nu pas écht realiseert waarom ik zo anders ben dan hij en al zijn broers en zussen. Dan zegt hij: ‘weet je Asli, ik zou zo graag eens op reis gaan. Misschien is dit wel onze kans,’ waarna hij ineens haast krijgt, hij gaat van me af, kleedt zich aan, geeft me een laatste omhelzing met de woorden ‘je hoort gauw van mij’ en vertrekt dan, mij met vraagtekens achter latend.
Twee dagen hoor ik niks van hem en net als ik begin te denken dat het allemaal een bevlieging van hem was, verschijnt Murat tijdens mijn rustuurtje weer in mijn kamertje. Opnieuw komt hij naast me liggen en dan volgt het grote nieuws: ‘Ik heb lang met mijn vader gepraat, Asli. Ik heb hem uitgelegd dat ik hem alléén kan opvolgen als ik eerst ons hele rijk en de andere landen er omheen kan bezoeken. Ik wil het allemaal leren kennen en dat zal nooit lukken als ik in dit paleis blijf.
Ik heb hem ook verteld van jouw afkomst en dat dit misschien een kans is om een bondgenoot te krijgen in het noorden van Europa. Na een paar dagen aandringen heeft mijn vader ingestemd. We mogen dus samen op reis gaan, mijn vader zal de Engelse Koning laten weten dat ik als zijn troonopvolger in vrede kom en hem een voorstel zal doen. Tijdens de reis zal ik zowel op de heen- als de terugweg allerlei steden van ons rijk en van de omringende landen bezoeken. Wat vind je hiervan?’
Hier kan ik maar één ding van vinden, het maakt me intens gelukkig. Dat ik zo lang samen met Murat zal zijn én dat ik misschien mijn vader zal leren kennen…
Dankjewel dat je dit verhaal leest!
Het wordt wat langer dan ik had verwacht, daarom volgt er nog een derde en laatste deel.
X. Zazie
Lees verder: Het Lelijke (buitenb)eendje: Sprookje 9.3
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10