Door: Brechtje.S
Datum: 11-06-2022 | Cijfer: 8.3 | Gelezen: 1464
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 13 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 13 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Liederlijk Verleden - 10
Zodra de imposante voordeur van het hotel achter ons dichtviel, stelde Stef voor om samen te ontbijten. Zonder verder nadenken ging ik akkoord. De hele weg terug had ik als het ware op wolkjes gelopen. De innige kus zinderde nog na en ondanks dat we onderweg weinig spraken, voelde ik me uitstekend in zijn gezelschap. Samen ontbijten leek me op dat moment gewoon het logische vervolg op een deugddoende ochtendwandeling.
“Tot over een halfuurtje dan?” vroeg hij toen we boven op de gang ieder een andere kant op moesten.
“Oké.”
Eenmaal onder de douche begon mijn geweten alsnog te knagen. Ondanks het heilzame effect van de warme waterstralen op mijn huid, kwam ik binnenin allesbehalve tot rust. Met de minuut groeide het besef dat ik stom was geweest om zo lichtzinnig op Stefs uitnodiging in te gaan. Remco en ik kwamen al jaren in dit hotel. Men kende ons hier. Het personeel zou zich ongetwijfeld vragen stellen als ik zomaar aan tafel ging met een andere man dan de mijne. Hoe meer ik erover nadacht, hoe meer het besef groeide dat ik me als een bakvis door Stef had laten inpakken. Alweer.
Ach, het hotelpersoneel zou wel vaker met zulke situaties te maken krijgen. Met die gedachte probeerde ik om het toenemende protest in mijn hoofd terug te dringen, maar tevergeefs. Wie hield ik eigenlijk voor de gek? Opnieuw had ik me laten leiden door mijn gevoel en dat terwijl ik nog maar pas geleden had besloten om resoluut voor Remco te kiezen. De eerste de beste ontmoeting met mijn ex lief was alweer voldoende gebleken om dat besluit aan het wankelen te brengen. In plaats van Stef een duidelijk signaal te geven dat hij nergens op hoefde te rekenen, had ik precies het omgekeerde uitgelokt.
“Hoog tijd dat jij eens volwassen wordt, Lies,” mompelde ik tegen mijn spiegelbeeld, terwijl ik mijn haren stond te föhnen. Tegelijk groeide het besef dat het nog niet te laat was om wat afstand te creëren, maar dan moest ik daar wel onmiddellijk naar handelen.
Uit het verleden wist ik dat Stef er een hekel aan had als je hem liet wachten. Daar zou ik alvast mee kunnen beginnen. Ruim een kwartier later dan afgesproken, kwam ik de eetzaal binnen, vastbesloten om in stilte te genieten van de nukkige blikken die hij me ongetwijfeld zou toesturen.
“Van harte gefeliciteerd met uw verjaardag, mevrouw,” klonk het van achter de bar. Ik was helemaal niet jarig en dus draaide ik me om, in de veronderstelling dat er iemand achter mij aan kwam voor wie de woorden van de kelner bestemd waren. Er was echter niemand te bekennen en nog voor ik de kans kreeg om te antwoorden, kwam Stef met uitgestoken handen op mij toe gelopen.
“Ook van mij een gelukkige verjaardag, lieve schat.”
Vooraleer ik van de verrassing bekomen was, had hij me al drie opzichtige klapzoenen op mijn wangen gedrukt.
”Ik ben helemaal niet jarig,” stamelde ik. “Dat weet jij maar al te goed.”
“Ik wel,” fluisterde hij in mijn oor, “maar die kelner niet. Kom mee, Lies.”
Hij trok me bij mijn arm mee naar een goed gedekte tafel vlak bij het raam. Wat daar aan lekkers uitgestald lag, kon je bezwaarlijk een ontbijt voor twee noemen. Dat was een heus ontbijtbuffet. Allerlei soorten broodjes puilden uit een rieten mand en naast de gebruikelijk schaaltjes met beleg zag ik gebraden kippenboutjes, witte en zwarte pensen, zalm, gerookte forel… Kortom, te veel om op te noemen.
“Wat heeft dit te betekenen?” vroeg ik aarzelend, terwijl Stef een stoel onder mijn billen schoof. “Dit moet jou een klein fortuin kosten.”
“Nee hoor, lees dit maar eens. Ik had het gisterenavond al gezien.”
Stef duwde me een foldertje in de hand en wees me het bewuste item. Het hotel had een speciaal verjaardagsaanbod. Voor het minieme supplement van één euro per persoon kon het hele gezelschap van een jarige gast genieten van een uitgebreid Engels ontbijt. Het begon me te dagen. Het was echt iets voor Stef om daar gelijk munt uit te slaan. Zo kende ik hem.
“Dus jij hebt gezegd dat ik…?”
“Ja.”
“Moest je dat dan niet bewijzen?”
“Nee hoor, bij het inchecken tikken ze de gegevens van iedere gast in de computer.”
“Dan zien ze toch zo dat het niet klopt. Mijn verjaardag is in november.”
“Sinds vanochtend niet meer.”
“Hoezo?”
“Toen ik daarstraks beneden kwam, was er niemand achter de balie. De computer stond aan en met dat uitgebreid ontbijt in het achterhoofd heb ik snel een paar cijfertjes veranderd in jouw elektronisch formulier. Echt Lies, dat was een fluitje van een cent.”
“Stef, dat … Dat is …”
“Bedrog,” nam hij het grinnikend van me over. “Zullen we maar aanvallen? Ik sterf zo langzaamaan van de honger.”
Dat laatste gold ook voor mij en dus zou het zonde zijn om al dat lekkers onaangeroerd te laten. Het zag er niet alleen goed uit, dat vorstelijk ontbijt smaakte ook voortreffelijk.
“En, Lies?” vroeg Stef nadat de ober als afsluiter nog een bakje koffie en een schaaltje met pralines had gebracht. “Wat zullen we vandaag eens gaan doen?”
“Wé?” De vanzelfsprekendheid waarmee hij aannam dat we de dag samen zouden doorbrengen, stond me niet aan. Het werd hoog tijd om werk te maken van mijn goede voornemens.
“Jij, zul je bedoelen! Ik heb mijn eigen plannen en daar pas jij niet in.”
“Kom nou, Lies. Jij bent hier alleen en ik ben alleen. Wat belet ons om er samen een gezellige dag van te maken? Wij zouden eerst naar de markt kunnen wandelen en daarna…”
“Nee, Stef Wagenmakers, ik ga met jou nergens naartoe. Haal je maar niets in je hoofd.”
“Daarstraks op het strand zou ik nochtans gezworen hebben dat…”
“Genoeg!” onderbrak ik hem. “Dat was een moment van zwakte waar ik liever niet aan herinnerd word.”
“Zwakte, Lies? Ik dacht anders dat jij behoorlijk wat overtuiging in die kus wist te leggen. Ik dacht …”
“Genoeg!” snauwde ik opnieuw.
Blijkbaar was mijn stemverheffing er net iets over, want ik zag de kelner in onze richting kijken. Het leek me beter om mijn stemgeluid wat te dempen bij wat ik hem nog wilde zeggen.
“Het interesseert mij niet wat jij dacht,” vervolgde ik. “Het is niet omdat mijn vriendin je op mijn spoor heeft gezet, dat ik met jou moet optrekken. Daar heb ik namelijk geen zin in.”
Gedurende enkele seconden keek hij me aan met een blik vol ongeloof. Op het eerste zicht had hij daar niet van terug en een bescheiden gevoel van triomf borrelde langzaam in me op. Het bleek voorbarig, ik had het moeten weten. Stef Wagenmakers gaf zich zelden of nooit gewonnen.
“Lies, weet jij eigenlijk zelf wel hoe onweerstaanbaar jij er uitziet als je boos bent?”
“Vleier,” sneerde ik. Tegelijkertijd deed ik wel alsof er buiten iets interessants te zien was. Ik durfde hem niet aan te kijken, bang als ik was dat ik dieprood zou kleuren.
“Serieus, Lies. Ik meen het. Jij bent sowieso de mooiste en de liefste vrouw die ik ooit heb ontmoet.”
“Daar had je eerder aan moeten denken. Jij hebt jouw kans gehad. Mocht het je ontgaan zijn, ik ben tegenwoordig een gelukkig getrouwde vrouw en dat wil ik graag zo houden.”
“Echt?”
“Ja, echt wel!” Dit gesprek liep niet zoals ik wilde en dat besef maakte me nog kribbiger dan ik al was. Dat beterde er niet op toen hij niet antwoordde en ik me naar hem toe draaide. De brede grijns op zijn gezicht vertelde me dat hij absoluut niet onder de indruk was. Dat bleek al gauw te kloppen.
“Nou, nou, … Mevrouw is gelukkig getrouwd,” klonk het spottend. “Ik zou eerder denken dat jij getrouwd bent en alleen Remco daarmee gelukkig is.”
“Laat mijn man hierbuiten!” snauwde ik en inwendig kokend van woede stond ik op. “Wie denk jij wel dat je bent? Ik wil dat je mij voortaan met rust laat. In mijn leven is geen plaats meer voor jou.”
“Oh nee?” Ook Stef stond op. “Dat wil ik nog wel eens zien. Opgeven staat niet in mijn woordenboek. Lies Peters, ik zal niet rusten voor jij en ik weer samenzijn.”
“Wordt toch eindelijk eens volwassen, Stef! Ga de stad in met je ogen open en je zult zien dat er honderden mooie vrouwen rondlopen, waarvan er tientallen vrij zijn en op zoek. Ga op jacht, man!”
“Lies, ik hoef helemaal niet op jacht, want de mooiste en de leukste vrouw staat hier vlak voor me.”
Mijn woorden leken niet bepaald vat op hem te hebben en zuchtend wende ik mijn blik af. Als ik van Stef verlost wilde geraken, dan zou ik iets anders moeten bedenken, een veel drastischer aanpak. Het volgend ogenblik kreeg ik een helder idee. Ik zou de vijand met zijn eigen wapens verslaan.
“Stef,” begon ik poeslief. “Ik weet wat jouw probleem is. Jij bent gewoon bang om een blauwtje te lopen.”
“Oh ja?” Hij probeerde wel om zijn stem even zelfzeker te laten klinken als voordien, maar het was duidelijk dat hij mijn wisselende stemming niet direct kon plaatsen. Ik kende hem voldoende om zijn aarzeling op te merken en dus ging ik maar gauw door.
“Ja, Stef. Je bent niet meer van de jongsten. Je haar wordt langzaam grijs en dat beginnend buikje is ook al geen troefkaart. Ik kan begrijpen dat een man niet zo snel bereid is om dat voor zichzelf toe te geven, maar jij weet zelf vast ook wel dat jouw glorietijd als casanova voorbij is.”
Dat ‘buikje’ klopte eigenlijk niet en dus verwachtte ik daarop een reactie, maar die bleef uit.
“Oh ja?” herhaalde hij zichzelf, maar meer kwam er niet over zijn lippen. De lach op zijn gezicht had plaats gemaakt voor een verbeten trek om zijn mond. Hoog tijd voor het ultieme zetje.
“Stef, het moet pijnlijk voor je geweest zijn om vast te stellen dat jouw charmes niet meer werken zoals vroeger. Daarom hang je zo aan mij. Dat begrijp ik wel, maar dat wil nog niet zeggen dat …”
“Madame Peters!” onderbrak hij me.
Met beide handen in de zij en met de ogen half dichtgeknepen, keek hij me uitdagend aan. “Wil jij misschien beweren dat het mij niet meer lukt om een vrouw te versieren?”
“Euh ja, zoiets.”
Zelf zou ik het wellicht anders geformuleerd hebben, maar eigenlijk kwam het op hetzelfde neer. Nou ja, de vis stond op het punt te bijten, dat was het belangrijkste.
“Zullen we wedden?” vroeg hij.
“Hoezo wedden?”
Waarom mannen zo snel en zo dikwijls een weddenschap aangaan als ze voor een uitdaging komen te staan, is iets wat ik nooit zal begrijpen. Het ‘waarom’ was ditmaal echter ondergeschikt aan het doel. Toch wilde ik niet al te gretig overkomen en dus wachtte ik af.
“Wedden dat ik hier vanavond, in deze zaal, aan tafel ga met een charmante dame?” vroeg hij, “en dat het me lukt om die vrouw nadien mee te nemen naar mijn kamer?”
“Dat lukt je nooit,” antwoordde ik vol overtuiging. Het kostte me moeite om mijn gezicht in een ernstige plooi te houden.
“Wedden van wel?”
“Nou ja,” probeerde ik zo nonchalant mogelijk te klinken. “Als jij zo nodig wil wedden, dan moeten we wel een inzet afspreken. Wat dacht je van vijftig euro?”
“Ben je gek? Ik weet iets veel beter, Lies. Als ik de weddenschap win, dan trekken we morgen een hele dag samen op en mag ik bepalen hoe we de dag invullen.”
“En wat als het je niet lukt?”
“Simpel, dan bepaal jij wat we morgen zullen doen.”
“Nee Stef, dat wil ik juist niet. Als jij verliest dan betaal je mij gewoon die vijftig euro.”
“Deal!”
Wordt vervolgd
“Tot over een halfuurtje dan?” vroeg hij toen we boven op de gang ieder een andere kant op moesten.
“Oké.”
Eenmaal onder de douche begon mijn geweten alsnog te knagen. Ondanks het heilzame effect van de warme waterstralen op mijn huid, kwam ik binnenin allesbehalve tot rust. Met de minuut groeide het besef dat ik stom was geweest om zo lichtzinnig op Stefs uitnodiging in te gaan. Remco en ik kwamen al jaren in dit hotel. Men kende ons hier. Het personeel zou zich ongetwijfeld vragen stellen als ik zomaar aan tafel ging met een andere man dan de mijne. Hoe meer ik erover nadacht, hoe meer het besef groeide dat ik me als een bakvis door Stef had laten inpakken. Alweer.
Ach, het hotelpersoneel zou wel vaker met zulke situaties te maken krijgen. Met die gedachte probeerde ik om het toenemende protest in mijn hoofd terug te dringen, maar tevergeefs. Wie hield ik eigenlijk voor de gek? Opnieuw had ik me laten leiden door mijn gevoel en dat terwijl ik nog maar pas geleden had besloten om resoluut voor Remco te kiezen. De eerste de beste ontmoeting met mijn ex lief was alweer voldoende gebleken om dat besluit aan het wankelen te brengen. In plaats van Stef een duidelijk signaal te geven dat hij nergens op hoefde te rekenen, had ik precies het omgekeerde uitgelokt.
“Hoog tijd dat jij eens volwassen wordt, Lies,” mompelde ik tegen mijn spiegelbeeld, terwijl ik mijn haren stond te föhnen. Tegelijk groeide het besef dat het nog niet te laat was om wat afstand te creëren, maar dan moest ik daar wel onmiddellijk naar handelen.
Uit het verleden wist ik dat Stef er een hekel aan had als je hem liet wachten. Daar zou ik alvast mee kunnen beginnen. Ruim een kwartier later dan afgesproken, kwam ik de eetzaal binnen, vastbesloten om in stilte te genieten van de nukkige blikken die hij me ongetwijfeld zou toesturen.
“Van harte gefeliciteerd met uw verjaardag, mevrouw,” klonk het van achter de bar. Ik was helemaal niet jarig en dus draaide ik me om, in de veronderstelling dat er iemand achter mij aan kwam voor wie de woorden van de kelner bestemd waren. Er was echter niemand te bekennen en nog voor ik de kans kreeg om te antwoorden, kwam Stef met uitgestoken handen op mij toe gelopen.
“Ook van mij een gelukkige verjaardag, lieve schat.”
Vooraleer ik van de verrassing bekomen was, had hij me al drie opzichtige klapzoenen op mijn wangen gedrukt.
”Ik ben helemaal niet jarig,” stamelde ik. “Dat weet jij maar al te goed.”
“Ik wel,” fluisterde hij in mijn oor, “maar die kelner niet. Kom mee, Lies.”
Hij trok me bij mijn arm mee naar een goed gedekte tafel vlak bij het raam. Wat daar aan lekkers uitgestald lag, kon je bezwaarlijk een ontbijt voor twee noemen. Dat was een heus ontbijtbuffet. Allerlei soorten broodjes puilden uit een rieten mand en naast de gebruikelijk schaaltjes met beleg zag ik gebraden kippenboutjes, witte en zwarte pensen, zalm, gerookte forel… Kortom, te veel om op te noemen.
“Wat heeft dit te betekenen?” vroeg ik aarzelend, terwijl Stef een stoel onder mijn billen schoof. “Dit moet jou een klein fortuin kosten.”
“Nee hoor, lees dit maar eens. Ik had het gisterenavond al gezien.”
Stef duwde me een foldertje in de hand en wees me het bewuste item. Het hotel had een speciaal verjaardagsaanbod. Voor het minieme supplement van één euro per persoon kon het hele gezelschap van een jarige gast genieten van een uitgebreid Engels ontbijt. Het begon me te dagen. Het was echt iets voor Stef om daar gelijk munt uit te slaan. Zo kende ik hem.
“Dus jij hebt gezegd dat ik…?”
“Ja.”
“Moest je dat dan niet bewijzen?”
“Nee hoor, bij het inchecken tikken ze de gegevens van iedere gast in de computer.”
“Dan zien ze toch zo dat het niet klopt. Mijn verjaardag is in november.”
“Sinds vanochtend niet meer.”
“Hoezo?”
“Toen ik daarstraks beneden kwam, was er niemand achter de balie. De computer stond aan en met dat uitgebreid ontbijt in het achterhoofd heb ik snel een paar cijfertjes veranderd in jouw elektronisch formulier. Echt Lies, dat was een fluitje van een cent.”
“Stef, dat … Dat is …”
“Bedrog,” nam hij het grinnikend van me over. “Zullen we maar aanvallen? Ik sterf zo langzaamaan van de honger.”
Dat laatste gold ook voor mij en dus zou het zonde zijn om al dat lekkers onaangeroerd te laten. Het zag er niet alleen goed uit, dat vorstelijk ontbijt smaakte ook voortreffelijk.
“En, Lies?” vroeg Stef nadat de ober als afsluiter nog een bakje koffie en een schaaltje met pralines had gebracht. “Wat zullen we vandaag eens gaan doen?”
“Wé?” De vanzelfsprekendheid waarmee hij aannam dat we de dag samen zouden doorbrengen, stond me niet aan. Het werd hoog tijd om werk te maken van mijn goede voornemens.
“Jij, zul je bedoelen! Ik heb mijn eigen plannen en daar pas jij niet in.”
“Kom nou, Lies. Jij bent hier alleen en ik ben alleen. Wat belet ons om er samen een gezellige dag van te maken? Wij zouden eerst naar de markt kunnen wandelen en daarna…”
“Nee, Stef Wagenmakers, ik ga met jou nergens naartoe. Haal je maar niets in je hoofd.”
“Daarstraks op het strand zou ik nochtans gezworen hebben dat…”
“Genoeg!” onderbrak ik hem. “Dat was een moment van zwakte waar ik liever niet aan herinnerd word.”
“Zwakte, Lies? Ik dacht anders dat jij behoorlijk wat overtuiging in die kus wist te leggen. Ik dacht …”
“Genoeg!” snauwde ik opnieuw.
Blijkbaar was mijn stemverheffing er net iets over, want ik zag de kelner in onze richting kijken. Het leek me beter om mijn stemgeluid wat te dempen bij wat ik hem nog wilde zeggen.
“Het interesseert mij niet wat jij dacht,” vervolgde ik. “Het is niet omdat mijn vriendin je op mijn spoor heeft gezet, dat ik met jou moet optrekken. Daar heb ik namelijk geen zin in.”
Gedurende enkele seconden keek hij me aan met een blik vol ongeloof. Op het eerste zicht had hij daar niet van terug en een bescheiden gevoel van triomf borrelde langzaam in me op. Het bleek voorbarig, ik had het moeten weten. Stef Wagenmakers gaf zich zelden of nooit gewonnen.
“Lies, weet jij eigenlijk zelf wel hoe onweerstaanbaar jij er uitziet als je boos bent?”
“Vleier,” sneerde ik. Tegelijkertijd deed ik wel alsof er buiten iets interessants te zien was. Ik durfde hem niet aan te kijken, bang als ik was dat ik dieprood zou kleuren.
“Serieus, Lies. Ik meen het. Jij bent sowieso de mooiste en de liefste vrouw die ik ooit heb ontmoet.”
“Daar had je eerder aan moeten denken. Jij hebt jouw kans gehad. Mocht het je ontgaan zijn, ik ben tegenwoordig een gelukkig getrouwde vrouw en dat wil ik graag zo houden.”
“Echt?”
“Ja, echt wel!” Dit gesprek liep niet zoals ik wilde en dat besef maakte me nog kribbiger dan ik al was. Dat beterde er niet op toen hij niet antwoordde en ik me naar hem toe draaide. De brede grijns op zijn gezicht vertelde me dat hij absoluut niet onder de indruk was. Dat bleek al gauw te kloppen.
“Nou, nou, … Mevrouw is gelukkig getrouwd,” klonk het spottend. “Ik zou eerder denken dat jij getrouwd bent en alleen Remco daarmee gelukkig is.”
“Laat mijn man hierbuiten!” snauwde ik en inwendig kokend van woede stond ik op. “Wie denk jij wel dat je bent? Ik wil dat je mij voortaan met rust laat. In mijn leven is geen plaats meer voor jou.”
“Oh nee?” Ook Stef stond op. “Dat wil ik nog wel eens zien. Opgeven staat niet in mijn woordenboek. Lies Peters, ik zal niet rusten voor jij en ik weer samenzijn.”
“Wordt toch eindelijk eens volwassen, Stef! Ga de stad in met je ogen open en je zult zien dat er honderden mooie vrouwen rondlopen, waarvan er tientallen vrij zijn en op zoek. Ga op jacht, man!”
“Lies, ik hoef helemaal niet op jacht, want de mooiste en de leukste vrouw staat hier vlak voor me.”
Mijn woorden leken niet bepaald vat op hem te hebben en zuchtend wende ik mijn blik af. Als ik van Stef verlost wilde geraken, dan zou ik iets anders moeten bedenken, een veel drastischer aanpak. Het volgend ogenblik kreeg ik een helder idee. Ik zou de vijand met zijn eigen wapens verslaan.
“Stef,” begon ik poeslief. “Ik weet wat jouw probleem is. Jij bent gewoon bang om een blauwtje te lopen.”
“Oh ja?” Hij probeerde wel om zijn stem even zelfzeker te laten klinken als voordien, maar het was duidelijk dat hij mijn wisselende stemming niet direct kon plaatsen. Ik kende hem voldoende om zijn aarzeling op te merken en dus ging ik maar gauw door.
“Ja, Stef. Je bent niet meer van de jongsten. Je haar wordt langzaam grijs en dat beginnend buikje is ook al geen troefkaart. Ik kan begrijpen dat een man niet zo snel bereid is om dat voor zichzelf toe te geven, maar jij weet zelf vast ook wel dat jouw glorietijd als casanova voorbij is.”
Dat ‘buikje’ klopte eigenlijk niet en dus verwachtte ik daarop een reactie, maar die bleef uit.
“Oh ja?” herhaalde hij zichzelf, maar meer kwam er niet over zijn lippen. De lach op zijn gezicht had plaats gemaakt voor een verbeten trek om zijn mond. Hoog tijd voor het ultieme zetje.
“Stef, het moet pijnlijk voor je geweest zijn om vast te stellen dat jouw charmes niet meer werken zoals vroeger. Daarom hang je zo aan mij. Dat begrijp ik wel, maar dat wil nog niet zeggen dat …”
“Madame Peters!” onderbrak hij me.
Met beide handen in de zij en met de ogen half dichtgeknepen, keek hij me uitdagend aan. “Wil jij misschien beweren dat het mij niet meer lukt om een vrouw te versieren?”
“Euh ja, zoiets.”
Zelf zou ik het wellicht anders geformuleerd hebben, maar eigenlijk kwam het op hetzelfde neer. Nou ja, de vis stond op het punt te bijten, dat was het belangrijkste.
“Zullen we wedden?” vroeg hij.
“Hoezo wedden?”
Waarom mannen zo snel en zo dikwijls een weddenschap aangaan als ze voor een uitdaging komen te staan, is iets wat ik nooit zal begrijpen. Het ‘waarom’ was ditmaal echter ondergeschikt aan het doel. Toch wilde ik niet al te gretig overkomen en dus wachtte ik af.
“Wedden dat ik hier vanavond, in deze zaal, aan tafel ga met een charmante dame?” vroeg hij, “en dat het me lukt om die vrouw nadien mee te nemen naar mijn kamer?”
“Dat lukt je nooit,” antwoordde ik vol overtuiging. Het kostte me moeite om mijn gezicht in een ernstige plooi te houden.
“Wedden van wel?”
“Nou ja,” probeerde ik zo nonchalant mogelijk te klinken. “Als jij zo nodig wil wedden, dan moeten we wel een inzet afspreken. Wat dacht je van vijftig euro?”
“Ben je gek? Ik weet iets veel beter, Lies. Als ik de weddenschap win, dan trekken we morgen een hele dag samen op en mag ik bepalen hoe we de dag invullen.”
“En wat als het je niet lukt?”
“Simpel, dan bepaal jij wat we morgen zullen doen.”
“Nee Stef, dat wil ik juist niet. Als jij verliest dan betaal je mij gewoon die vijftig euro.”
“Deal!”
Wordt vervolgd
Lees verder: Liederlijk Verleden - 12
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10