62.740 Gratis Sexverhalen
Klik hier voor meer...
Datum: 04-09-2022 | Cijfer: 8.7 | Gelezen: 12411x
Lengte: Zeer Lang | Lezers Online: 0
Dit is het vervolg op: Mini - 227
Die nacht ging de telefoon niet af. Sterker nog: we werden pas om negen uur wakker. “We zullen het wel nodig gehad hebben, Kees”, was het droge commentaar van Joline. “Even de meiden appen of alles goed is.”
Haar vingers gingen razendsnel over de display van haar telefoon en een minuut later kwam het antwoord. Joline lachte.
“Niks gebeurd vannacht. Ze zijn aan het werk en volgens Lot moet een potentiële schurk zich eerst langs Theo, An en Marion vechten, daarna komt hij een stel piraten tegen en vervolgens backoffice. Tegen die tijd is hij wel afgedropen, denkt ze. En nu ga ik mijn lieve mama eens bellen.”

Even later hoorde ik Tony’s stem.
“Hé dochtertje! Kom je klagen over je status als getrouwde vrouw? Daarvoor moet je niet bij mij zijn; je hebt er zelf voor gekozen, Jolientje…”
Ik grinnikte en Joline ook. “Dank voor je medeleven, Ma. Wij zijn ook gek op jou. Maar waar ik voor bel is wél serieus…”
Kort schetste ze de situatie van Charlotte en Margot en vroeg of ze welkom waren in Malden. “Tuurlijk schat. Het zijn lieve meiden, die leggen we wel in de watten, hoor. Wanneer komen ze?”
“Vanavond, Ma. Ik heb gezegd dat ze de dansles maar moeten skippen; ik wil ze het liefst in goed gezelschap zien.”
Tony grinnikte nu ook en ik wist al waar ze heen wilde. “Zal ik dansschool Boogers dan weer openen, Joline? Dan blijven die meiden ten minste in vorm. Vragen we of Karel en Chantal ook komen. En misschien willen Rob, Mel, Ton en Claar ook wel weer langskomen.”
“Ma! Je maakt er weer een feestje van! En dat zonder ons, verdorie…”
Tony zei droog: “Als die bruidegom van jou nou eens wat gas op de lollie geeft, kunnen jullie misschien nog net op tijd thuis zijn.”
“Gaat niet lukken Tony! We staan momenteel met de camper in Oslo; in één ruk naar Malden rijden is een prima recept voor een enkele reis ziekenhuis. Geen zin in!”
“Da’s dan jammer voor jullie, Kees. Dan moeten jullie elkaar maar vermaken…” Joline keek ondeugend.
“En dat lukt prima, lief moedertje van me.”
“Hmmm… Ik zal maar niet naar bijzonderheden vragen. Maar beide zussen zijn hier van harte welkom dit weekend, wees daar van overtuigd, schat. En goed dat jullie hen wéér beschermen.”
“Niet alleen wij, Ma. Heel DT doet mee en vanuit Drenthe houdt Fred ook een digitaal oogje in het zeil.”
Een tevreden brommetje klonk. “Goed zo dochtertje. En schoonzoon. Ik had niet anders van jullie verwacht. Maar… Vermaken jullie je wel een beetje daar in het hoge noorden?”
Moeder en dochter kletsten even verder, tot Joline besloot met: “… en nu gaan we ontbijten Mam. En daarna Oslo in; lekker shoppen. En Kees wil naar een of ander Vikingmuseum. Weer eens wat anders dan koken op een kampvuur in the middle of nowhere.”
“Nou, eet smakelijk dan maar jongelui. En blijven genieten hé? Wij houden de zussen wel onder onze hoede!”
“Welke zussen bedoel je, Tony?”
Het was even stil. “Alle vier, Kees. Tenminste… als die twee roodharige draken ook deze kant uitkomen. En die kunnen het overigens prima vinden met Margot en Charlotte, hebben we gemerkt. Zijn we blij mee.”
Ik onderschepte een uiterst ondeugende blik van Joline, maar ze antwoordde met een vrij neutraal: “Wij ook Ma. Doe je de groeten aan Pa?”
“Goed schat. En geef jij Kees ook maar een knuffel, namens mij.”

Joline verbrak de verbinding en proestte het uit. “Ik had even moeite om netjes te antwoorden na haar opmerking dat Lot, Margot, Mel en Claar het zo goed met elkaar konden vinden, Kees…” “Ik zag het, schoonheid. Maar goed dat we niet aan het beeldbellen waren, anders had ze het meteen gezien en waren de rapen gaar geweest.”
Joline schudde haar hoofd. “Ik denk het niet. Weet je nog wat Pa en Ma zeiden over seks toen ik ze een keertje bezig had gezien? ‘Alles kan en mag als beide partijen het er over eens zijn.’ Dat gold voor hun, dat geldt voor ons en dat zal ook voor een vrijpartijtje met vier meiden gelden, denk ik. Pa en Ma zijn beslist niet homofoob.”
Ze had ondertussen wat te eten gepakt. “Als jij nou eens een bakje thee zet…”

Een uurtje later pakten we wat spullen voor een dagje Oslo. Bij het busstation kocht ik twee dagkaarten voor het openbaar vervoer en we pakten de bus rchting centrum. Ver was het niet. Tijdens de rit kwamen we langs het Posthuset, het hoogste gebouw van Oslo. Geen architectonisch hoogstandje overigens; gewoon een kantoortoren van meer dan 100 meter hoog. “Daar had de architect wel eens beter z’n best op kunnen doen!’ pruttelde Joline.
Tot onze verbazing was het oude centrum van Oslo autovrij. Heerlijk. Geen getoeter om je heen, wel uitkijken voor fietsers, trams en bussen. Joline kon haar hart ophalen in modewinkels, maar kwam telkens met een wat sip gezicht weer naar buiten.
“Stervensduur, Kees. En ik dacht dat de Noorse vrouwen ook best lang waren, maar als ik leuks zag was het niet in mijn maat voorradig of men keek nogal triest en zei dat ze mijn maat gewoon niet hadden, verdorie!”

Ik trok een onschuldig gezicht, wat meteen werd opgemerkt.
“Jij hebt iets gemeens in gedachten, Kees, ik zie het. Vooruit, vertel het maar!”
Ik zuchtte. “Oké, als je het persé wilt… Panty’s zijn toch rekbaar, schat?”
Een kneep in mijn arm. “Ja, dat klopt, meneer Jonkman. Maar mooie fijne nylons niet. Die moet je echt in de juiste maat kopen, anders ziet het er niet uit. Ik wel weer een keertje naar Caen. Daar weet ik nog wel een interessante modezaak.”
Ze lachte gemeen. “En een goeie juwelier.”
Ik gromde. “Dan trek je bij die juwelier je eigen creditcard maar, mevrouw Jonkman.” Ze giebelde. “Je vergeet iets, lieve echtgenoot. We zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. Jouw creditcard en de mijne plunderen dezelfde rekening…”
Ik bleef grommen. “Verdomme… Dát stond niet in de kleine lettertjes.” Ze gaf me een lief zoentje, midden op straat en daarna volgde een naar beneden wijzende vinger en de andere hand met 5 gespreide vingers. Ik schudde mijn hoofd. "Vakantie, schat. Zei je een paar dagen geleden zelf." Joline snoof. "Watje... Maar goed: geen lingerie dus, Kees. Maar wel leuke lumberjack-shirts. Dus de eerstvolgende zaak waar ze kleding verkopen mag je mee naar binnen.”

En dat gebeurde ook: Joline greep me bij een kleren-warenhuis onder de arm en nam me mee richting herenafdeling. En met wat speurwerk kwamen we bij een rek met wel 50 ‘lumberjackshirts’. “Oh, Kees, die moet je allemaal passen! En van elke pas-sessie maak ik foto’s…” Joline keek me giebelend aan. “Da’s goed hoor. Daarna gaan we naar de afdeling ‘lingerie’, daar zoek ik wat uit, jij trekt dat aan en dan maak ik de foto’s. Desnoods in het pashokje. Oké? Mooi, we hebben een deal.”
Twee laserstralen schoten mijn kant uit. “Jij hebt je kans gehad, meneertje. Met hele leuke lingerie in een mooi bos. En laat mij nu maar eens kijken of er wat voor jou tussen zit…” Na één pas-sessie om de exacte maat te bepalen haalde ze zes overhemden uit het rek. “Zo. Genoeg voor deze winter, schatje. Hier ga ik van genieten.” Even later liepen we de zaak weer uit en een bus in, terug naar de camper. “Ik ga niet met tassen vol boodschappen in een museum rondlopen, Kees!”

De kleren werden opgeborgen en we gingen weer een bus in, nu richting ‘Vikingmuseet'. Mooi gelegen op een schiereilandje in het midden van fjord. Helaas… het Vikingschip museum was… gesloten! Ik had gisteren op Google Maps gekeken: ‘Temporarely closed’, maar had gedacht dat dit gold voor de reguliere openingstijden. Maar ze zouden tot medio 2024 gesloten zijn wegens renovatie. Jammer!
“Sorry schat. Geen plaatjes van stoere Vikingen bekijken.” Joline drukte zich tegen me aan. “Geeft niet. Ik heb m’n eigen Viking bij me.” Ze keek me even lief aan en vervolgde plagend: “Meer tijd om te shoppen, Kees!” Ik keek op m’n horloge: nét twaalf uur. “Hmmm… Dat gaat ons ernstig veel geld kosten, mevrouw. Gaan we niet doen.” “Nou, dan niet. Dan zie ik wel af van die sexy Noorse lingerie. Maar… wat dan, Kees?” We vonden een bankje en na wat zoeken besloten we uiteindelijk tot een tour in het Koninklijk Paleis.

“Maar eerst even een hapje eten, schat. Anders lopen we door het paleis met een rammelende maag en je zult het nét zien: komen we kroonprinses Mette-Marit van Noorwegen tegen. En die kijkt mij dan onderzoekend aan en vraagt: ‘Kees! Wat loop jij hier te rammelen van de honger? Laat die bruid van je verstek gaan?’ En dan krijg jij ongezouten op je donder omdat je je bruidegom laat verhongeren… Ga je niet willen, schat.”
Joline keek laatdunkend. “Het enige wat Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Mette-Marit van Noorwegen tegen jou zal zeggen is: “Kijk… weer zo’n lompe Hollandse kinkel die ongenuanceerd loopt te knorren in mijn mooie paleis. Gaat henen en vermenigvuldigd u!” En na een minachtende snuif: “…en zo’n Koninklijke opdracht moet natuurlijk onmiddellijk in de Koninklijke lobby uitgevoerd worden, nietwaar Kees? ” “Alleen als die opdracht van jou komt, schat.”
Ginnegappend liepen we richting paleis en onderweg zagen we een broodjeszaak waar we gingen zitten. Na een best wel stevige lunch liepen we verder naar het paleis. We moesten de achteringang hebben: daar waren de toeristen welkom.

“Jammer… Ik had zo graag op die mooie trap op de rode loper willen staan, Kees. Als een echte Freule.” “Dan had je je trouwjurk aan moeten doen, schat. Dan had het wellicht gemogen. Nu, in een spijkerbroek, een windjack en hondenpoep aan je schoenen…” “Wát!!?” Joline inspecteerde meteen haar wandelschoenen. “Rótzak! Als ik een hondendrol tegenkom smijt ik ‘m naar je hoofd!”
“Dat lijkt me een goed plan mevrouw. Hij zou er behoorlijk van opknappen…” hoorde ik achter me en Joline schoot in de lach. Ik draaide me om en een wat ouder echtpaar stond ons een paar meter verderop hartelijk uit te lachen. “Dank u wel… U bent te aardig voor deze wereld”, mopperde ik en stak toen m’n hand uit. “Hallo. Ik ben Kees en die blonde schoonheid wiens hobby het is om hondenpoep te smijten is mijn echtgenote Joline.”
We maakten kennis met Gerard en Ingeborg uit Nunspeet. Ook op campervakantie in Noorwegen. “Zullen we maar aansluiten bij een gids die Engels spreekt?” Dat lukte en twee uur lang werden we onderdompeld in de geschiedenis van het paleis en de Noorse Koninklijke familie.
En die geschiedenis was ook niet zonder slag of stoot gegaan; de komst van Mette-Marie, een alleenstaande, werkende moeder met een ex die een nogal dubieus verleden had, wekte best wel weerstand op onder de Noren. Maar dankzij een charme-offensief, hard werken en het zorgen voor koninklijk nageslacht in de vorm van een dochter en een zoon had ze de harten van de Noren veroverd. Op een van de foto’s had ze haar haren ook in een krans rond haar hoofd gevlochten. “Ze lijkt op jou, Jolientje”, fluisterde ik zachtjes en een knipoog volgde.
We mochten in het paleis geen foto’s maken. Het was alleen toegestaan om een foto te maken voor een meer dan levensgrote foto van een van de zalen, zodat het leek alsof je in die zaal stond. Helaas was het een zaal die me minder aansprak; even daarvoor waren we een zaal doorgewandeld met schilderingen van bomen en struiken, alsof je buiten in een park stond, zó levensecht.

Enfin, om half vier stonden weer buiten. “Zo. Ondanks dat ik makkelijke wandelschoenen aan heb, voel ik mijn voeten best wel, Kees.” “Dan gaan we in de gillende looppas richting camping, om daar hijgend op de stoelen in elkaar te ploffen, Jolien. En we laten vanavond een pizza bezorgen vanuit het campingrestaurant.” “Waar staan jullie op de camping?” Ingeborg keek Joline aan. “De Ekeberg camping. Hoezo?”
“Nou, daar staan wij ook. Als jouw echtgenoot nou eens vier pizza’s laat bezorgen en jullie die bij ons komen opeten…” Ze lachte. “Dan hoef ik vanavond ook niet te koken!” “Goed plan, Ingeborg! Kees: doe je plicht!” Ik keek somber. “Ja hoor, Wie is er weer het bokje? Kees Jonkman. Hé dames: jullie hebben pijn aan jullie voeten. Ik niet en Gerard zo te zien ook niet.” Een hand kwam op mijn arm. “Kees… Dat wil je toch wel doen voor je lieve echtgenote? In je wittebroodsweken? Toeeee…”

“Wittebroodsweken? Wat hoor ik nou?” Gerard keek vragend en Joline knikte. “Jazeker! Vandaag vieren wij ons papier-maché huwelijksfeest: we zijn exact twee weken getrouwd. Tijd voor een feestje, dus… pizza!” Al kletsen stapten we in de bus die ons terugbracht naar de camping. We spraken af dat ik inderdaad de pizza’s zou halen en dat Gerard en Ingeborg voor een drankje bij de maaltijd zouden zorgen. In hun camper. We liepen er even langs en mijn mond viel een beetje open: een enorm bakbeest, formaat vrachtwagen met zijwanden die uitschoven en dus veel meer binnenruimte gaven. “Halleluja… Wát een apparaat.” Gerard keek trots. “Ja. We hebben ons huis verkocht, een veel kleiner huis gekocht en van de rest hebben we ons huisje-op-wielen gekocht. En daar gaan we elke zomer een paar maanden mee op pad. Je mag straks even binnen kijken… als je ten minste met pizza’s terugkomt! Hij grinnikte. “Tot straks!”
In onze eigen camper fristen we ons even op; zo’n dagje struinen door de stad en paleis leverde wel wat zweet op. Daarna haalde ik pizza’s bij het campingrestaurant en liepen we naar de camper van Gerard en Ingeborg. Buiten stonden al tuinstoelen klaar. “Ha, daar is de pizzabezorger! En zijn charmante echtgenote… Wat willen jullie drinken? Ik heb diverse soorten fris, sap, bier…” Joline koos appelsap en ik lustte wel een pilsje.

Het was gezellig. Zij bleken pensionado’s te zijn; Gerard was bedrijfsleider geweest bij een metaalbewerkingsbedrijf en Ingeborg had, toen hun twee kinderen op de middelbare school zaten, haar oude beroep als logopediste weer opgepakt. En daar waren ze twee jaar geleden mee gestopt en toen gaan genieten van de vrijheid. “En het voordeel van Scandinavië is dat je wild mag kamperen. Dus niet altijd een vermogen voor een camperplek hoeft te betalen…” Ingeborg knipoogde. “Ons ‘Ollanders bint zuunig hé…” Hun camper was groot, zeker door de uitschuifbare zijwanden. “Hier kun je prima maanden vakantie in vieren zonder elkaar in de weg te lopen!” Joline zei droogjes: “Ach, elkaar in de weg lopen heeft ook z’n voordelen, hoor…”, wat een lachbui tot gevolg had. “Ik heb er beeld bij Joline, met zo’n knappe kerel in de buurt…” Ingeborg lachte.

“Zo dame, nu hoor je het eens van een ander wat een enorme mazzelaar je in feite bent…”
Joline stak haar neus in de lucht. “Poeh! Hoor hem eens! Wie, o wie durfde niet naar mij toe te komen omdat hij bang was om een blauwtje te lopen, meneer Jonkman?” Ik grinnikte, maar zei voor de veiligheid maar niets. We kletsten lekker verder onder het genot van nog wat drinken, tot Joline rond elf uur zei: “Lieve mensen, het is vreselijk gezellig en jullie zijn leuke lui, maar bij mij vallen de luiken bijna dicht. En morgen gaan we een of ander fort bekijken… Moet ik wéér een eind lopen. Kom Kees, wij zoeken onze camper op. Tenminste… als jij die na drie biertjes nog kunt vinden.” Ik stond op. “Geen probleem schat. Ik ga gewoon op de lucht van hondenpoep af. Aan je wandelschoenen, weet je nog? Die staan in de camper...”
Lachend bedankten we Gerard en Ingeborg voor hun gastvrijheid en liepen rustig terug naar ‘onze’ camper. “Leuke lui, Kees. Het was heel gezellig.” Ik knikte. “Ja. En dát miste ik dus tijdens mijn vorige vakanties. Gewoon een avondje gezellig kletsen met mensen die je totaal niet kent, maar met wie het wel klikt.”
Na een snelle douche lagen we om half twaalf in bed. “Geen leuke spelletjes meer, Kees. Ben ik nu te moe voor.” “Snap ik, schat. Bovendien stink ik naar bier. Uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat het voor het knappe meisje dan niet prettig is om haar vent intieme tongzoenen te geven. Daarom voor nu een heel zedig welterusten-zoentje. Met m'n lippen op elkaar.” “Jij begrijpt het tenminste…” Een lieve knuffel volgde en even later was het stil in de camper.

Zaterdag. Om negen uur zaten we aan het ontbijt en tijdens het eten bestudeerde ik hoe we het beste bij het fort konden komen. Dat viel mee; bij de terminal voor de grote veerboten was ook een aanlegsteiger voor de kleinere veerboten die met een aantal haltes door de hele Oslofjord voeren. Dus om tien uur zaten we weer in de bus en om half elf voer de mooie, witte veerboot uit. Het was een echte ‘roll-on-roll-off’ die op de Waal niet misstaan zou hebben. En redelijk snel! We stonden op het autodek aan de voorzijde en genoten van de tocht.
Er werden een aantal aanlegplaatsen aangedaan; mensen en auto’s gingen er af en kwamen aan boord. Al met al duurde de vaart zo’n 35 minuten en we genoten van elke minuut. De stad Oslo was in het begin van de vaart al achter een heuvelrug verdwenen en we voeren eerst door een breed water, wat allengs smaller werd. Omsloten door lage heuvels, bedekt met bos en huizen… “Dit is heel mooi, Kees… Ik geniet!” Joline stond glimlachend naast me. “Ik geniet ook, mevrouw Jonkman. Als ik naar u kijk.” “Idioot. Kijk om je heen; mij zie je de rest van je leven, deze mooie fjord niet.”

We stonden tussen andere mensen, dus een frivole opmerking liet ik maar achterwege. Wie weet stonden er weer andere Nederlanders binnen gehoorsafstand. Na een aantal stops hoorden we via de scheepsomroep: “Next stop: Oscarsborg.” Even later legde de boot aan op een eiland, midden in de (smalle) fjond en gingen we van boord. “Even kijken hoe laat de laatste boot gaat, Kees. Ik wil in de camper overnachten, niet in een of andere bunker.” We lazen dat de laatste gelegenheid om terug richting Oslo te gaan 17:00 was. En de veerpont voer om het uur. “Tijd genoeg, schat. Eerst een bakje koffie, daarna sluiten we wel bij een gids aan. Als die er is.”
Op het eiland was een fors hotel, gevestigd in het hoofdgebouw van het fort. Gelukkig met een terras met uitzicht over het water. De koffie smaakte prima, het gebak iets minder. Het leek op niet-gebakken deeg voor een boterkoek, vermengd met kokos. “Allemachtig… Als de Noren dit in hun noodrantsoenen stoppen… Met een kilo van dit spul kun je twee weken Noordpool overleven, zoveel calorieën zitten er in!” Ik bekeek de bol kritisch en keek toen op de kaart. Joline had twee ‘Zweedse bollen’ besteld. “Voorproefje op Zweden, Kees!”
Ik keek somber. “Ik denk dat ik het in Zweden bij rendiervlees houd. Allemachtig… Zelfs Fred zou aan één zo’n bolletje genoeg hebben voor een dag.” Joline’s ogen lichtten op. “Zullen we Fred en Wilma een foto sturen van deze dingen?” Even later klikte haar mobiel. Snel zette ze er nog een tekst bij. ‘Volgens Kees heeft zelfs Fred aan één zo’n bolletje per dag wel genoeg!’ Een smiley er achter en de foto was verzonden. Een paar minuten later piepte Joline’s telefoon.
‘Rotzakken! Jullie aan de zoetigheid en wij hier aan het Drentse volkorenbrood. Moest verboden worden! Gr F&W’

We grinnikten. Even later was de koffie op. “Voordat we gaan lopen: Kees, wat is hier gebeurd? Gisteren zag ik dat je op je mobiel iets over dit fort aan het lezen was. Hoor ik liever van jou; zo’n gids haalt er allerlei bijzonderheden bij die ik meteen weer vergeet.” “Oeps… dan pak ik er toch even m’n digitale geheugen bij, schat. Anders vergeet ik wellicht dingen.” Ik spiekte even op de telefoon.

“Fort Oskarsborg werd in de eerste helft van de 19e eeuw gebouwd. 1849 was het gereed en kreeg het zijn naam. Destijds hypermodern. Maar door de uitvinding van brisantgranaten, was het fort tien jaar later al verouderd.
Toch bleef men het behouden, want de locatie was uiterst strategisch: in een smalle doorgang van de Oslofjord. Geen schip kon de stad bereiken zonder langs het fort te moeten. Maar aan de westkant had het fort zwakke plekken: nauwelijks verdedigd en kleinere schepen konden lang de westkant het fort passeren. En daar stond nauwelijks bewapening. Dus werd er een lange onderwatermuur gebouwd die vanuit de zuidwestelijke kant van het fort bijna een kilometer de fjord in stak. Schepen konder daar niet meer langs zonder dat de bodem werd opengereten.

In 1890 werd de bewapening gemoderniseerd: drie zware Duitse Krupp kanonnen kregen een plaats in de zuid-batterij, de oude kanonnen beheersten de westzijde, over de onderwatermuur heen. En op Kaholmen, het noordelijkste eilandje, werd een torpedo-lanceerinrichting opgesteld. Zwaar gecamoufleerd: de torpedobuizen zaten onder water, de richt-installatie verborgen in een bunker. Het bestaan ervan was tot 9 April 1940 bij de Duitsers onbekend.
Enfin… In de Eerste Wereldoorlog was Noorwegen neutraal. Er gebeurde weinig spannends in het fort: men draaide zijn diensten, want het was natuurlijk wel oorlog, maar die ging aan Noorwegen voorbij.

In 1939 brak de Tweede Wereldoorlog uit. De Noren hoopten en dachten dat ook deze keer het geweld niet tot hun land zou doordringen. Helaas… Ene Adolf H. te B. had andere plannen.
In de nacht van 8 op 9 April 1940 voeren een aantal Duitse schepen met gedoofde lichten de Oslofjord op: De Blücher, een moderne, zware kruiser uit dezelfde klasse als de Prinz Eugen en het wat oudere pantserschip Lützow, de lichte kruiser Emden, twee troepentransportschepen en een aantal kleinere schepen. Het fort “Oslofjord’, een aantal kilometers zuidelijker, had waarschuwingsschoten gelost, die echter door de Duitsers genegeerd werden. Vervolgens werd het fort Oscarsborg gewaarschuwd dat er niet-geïdentificeerde schepen de fjord in voeren.
Fortcommandant was de al 14 jaar gepensioneerde overste Erikson. Hij gaf opdracht de kanonnen te bemannen. De stuksbemanningen waren recruten die nog geen week in dienst waren, aangevuld met een klein aantal ervaren militairen. Erikson verdeelde de ervaren mannen over twee kanonnen en vulde die aan met de recruten. Hij gaf bevel het vuur te openen zodra het kon.
Dat gebeurde: en met de eerste schoten troffen de Noorse kanonnen de Blücher in een munitieopslag en de hangar van het boordvliegtuig. De daar aanwezige brandstof vloog in brand en het vuur verspreidde zich snel. Een tweede schot schakelde de vuurleidingspost en de brug uit. De bemanning van het schip was nog nauwelijks getraind in schadebestrijding. Logisch: het schip was slechts twee maanden daarvoor van de werf gekomen.
De Blücher, nu zonder aandrijving, dreef brandend verder en toen was het de beurt aan de torpedo’s: vanuit de nog steeds geheime torpedobunker werden twee stokoude torpedo’s op de Blücher afgevuurd: eentje trof de boeg, de ander explodeerde ter hoogte van de munitieopslag. De brand op het schip verspreidde zich over het gehele schip en even later kapseisde het in de vaargeul.
Tussen de zeven en achthonderd man kwamen daarbij om: het schip had tjokvol gezeten met soldaten wiens opdracht het was om de Noorse regering en koninklijke familie te arresteren. Na de eerste schoten vanuit het fort waren de Lützow en de andere, kleinere Duitse schepen omgedraaid en verdwenen.
Door de inzet van een stel recruten, onder leiding van een al lang gepensioneerde overste, met dertig jaar oude kanonnen en een ultra-geheime, maar even oude torpedo-installatie, kon de Noorse regering, de goudreserve van Noorwegen én de Noorse Koninklijke familie naar Engeland ontsnappen. Een moderne, gloednieuwe Duitse kruiser werd vernietigd zonder zelf ook maar één schot gelost te hebben, tussen de 830 goed getrainde Duitse soldaten en matrozen gesneuveld, zo’n 1.500 Duitsers krijgsgevangen genomen: de overlevenden van de Blücher die geschrokken, moe en zeiknat de oever van de fjord hadden kunnen bereiken. Kortom: een enorme bloedneus voor de Kriegsmarine en voor Hitler.

Natuurlijk werd het fort daarna zwaar gebombardeerd door de Luftwaffe, maar bij dat vijf uur durende bombardement kwamen geen Noorse militairen om het leven: die zaten in de versterkte gangen onder het fort. Nadat Noorwegen had gecapituleerd, richtten de Duitsers een monument op voor hun gevallen kameraden. Een monument wat vijf jaar later door de Noren onmiddellijk werd vernietigd. Logisch.
Na de oorlog kreeg het fort zijn oorspronkelijke bestemming weer terug: verdedigen van Oslo tegen een aanval uit zee. In de Koude Oorlog wel zo belangrijk. Tevens werd het de artillerieschool voor de Noorse krijgsmacht. De torpedobunker werd gemoderniseerd en was atoombomproof. In het begin van deze eeuw, na de val van het IJzeren Gordijn, werd de militaire status van het fort opgeheven, zodat Jolientje en Kees er een kijkje op konden nemen, waarvoor hartelijk dank.”

Joline floot even. “Wat een moed, Kees.” Ik knikte. “Op de hoofdpoort van de Jan van Schaffelaerkazerne in Ermelo staat de tekst: ‘Wat sterk is door innerlijke overtuiging, faalt nooit.’ Een citaat van Frank van Bijnen, een Nederlands verzetsman, gesneuveld in Apeldoorn. Die tekst geldt onverkort ook voor de commandant van dit fort en zijn mannen.” Ze knikte langzaam. “Kom, laten we gaan lopen. Ik wil het nu wel eens zien.”
Rustig liepen we naar de zuidzijde van het fort. Achter een dikke wal stonden vier grote kanonnen. “30 centimeter kaliber. Kanonnen die niet misstaan zouden hebben op een zware kruiser of een klein slagschip. De kanons van de Blücher hadden een kaliber van 20 centimeter.”
Joline keek vragend. “De ene keer zeg je ‘kanonnen’, de andere keer ‘kanons’… Waarom?” Ik grinnikte. “Militaire traditie. Ooit is me dat in Den Helder, door een bootsman van de Marine verteld. Het meervoud van een kanon bij de Marine is ‘kanons’. Bij de Landmacht is dat ‘kanonnen’. Dus dit…” ik legde mijn hand op het sluitstuk van het Krupp-kanon, “…zijn kanonnen, de wapens die daar in het water liggen weg te roesten, zijn ‘kanons’. Ik wees en Joline schrok.

“Ligt dat schip daar nog steeds?” “Ja. Op tachtig meter diepte, dus geen kans dat een ander schip er op strandt. En soms lekt ze nog stookolie. Maar de Noren hebben het tot oorlogsgraf verklaard, dus het schip mag niet geborgen worden. Dit tot groot verdriet van sommige staalproducenten…” Ik keek grimmig en Joline nieuwsgierig. “Hoezo?” “Staal van voor 1945 in nogal kostbaar. Met name staal wat afgeschermd is van nucleaire straling. In 1945: twee atoombommen op Japan. Daarna werden er nogal wat bovengrondse atoomproeven gedaan.
Door Amerika, de USSR, China, India en niet te vergeten Noord-Korea. De straling en de fall-out van die bommen dreven in wolken de wereld rond. En ‘infecteerden’ diverse materialen, waaronder staal. Daarom zijn de gezonken Nederlandse schepen in de Javazee, ondanks dat het ook oorlogsgraven waren, een paar jaar geleden door een sloopbedrijf zonder enige vorm van geweten illegaal in stukken gesneden, opgetakeld en waarschijnlijk voor heel veel geld verkocht.
De Nederlandse kruisers De Ruyter en Java en de Engelse kruiser Exeter en een paar torpedobootjagers. Klootzakken. En ondanks dat het een Duits schip is wat hier in deze fjord ligt: je blijft er af, want het is een graf.”
Joline keek nu ook boos. “Hoe kún je…” “Precies. Maar ja, als je geen scrupules hebt en snel geld wil verdienen…” We zaten even tegen elkaar, toe stond Joline op.

“Kom professor, we gaan verder lopen. En ik hoef zo nodig een gids; ik heb m’n eigen amateur-historicus bij me.” Ik klopte op mijn mobiel. “Hé, het meeste haalde ik uit dit ding, hoor. Had jij net zo goed op kunnen zoeken…” Ze pakte mijn hand. “Misschien. Maar jij vertelt boeiender, zodat je zaken in perspectief ziet. En wellicht omdat je zelf wat gevechtservaring hebt.” Ik bromde wat, maar even later liepen we verder over het eiland. Ondanks de vele tekenen van militaire geschiedenis was het eiland zonder meer mooi. Rotsachtig, maar veel bomen, bloemen en planten. Na een uurtje rondgestruind te hebben staken we het bruggetje over naar het noordelijkste eilandje en liepen we richting torpedobunker.

“In feite een uniek stuk militair vakmanschap: de torpedo’s werden bovengronds geladen, en daarna liet men ze zakken en lanceerde ze via twee onderwaterbuizen, niet zichtbaar vanaf de oppervlakte. Het enige wat ze verried was de bellenbaan van de aandrijving. Maar op dit kleine stukje water had een schip geen enkele kans om uit te wijken of achteruit te slaan. Bovendien was het tijdens de aanval van de Duitsers donker, en had men aan boord van de Blücher wat andere dingen te doen dan uitkijken naar torpedo’s. En de Duitsers waren dit hele fort, inclusief kanonnen vergeten, óf ze dachten dat het al lang buiten gebruik was. En de lanceer-installatie voor torpedo’s was uiterst geheim; er waren maar een handjevol mensen die er van wisten. En dat waren Noren.”
We liepen binnen. Een van de ruimtes was volgestouwd met apparatuur uit de jaren van het IJzeren Gordijn. Maar bij de ingang lag nog een torpedo: een lange sigaar met een doorsnede van zo’n 50 centimeter en twee contra-roterende schroeven aan de achterzijde.
“Kijk, schat: 2/3 van dit ding is voortstuwing. Brandstof, zuurstof, motor, schroefas en schroeven. 1/3 is explosieve lading. Waarschijnlijk Torpex, en anders TNT. Bij de moderne torpedo’s als holle lading vormgegeven, bij deze waarschijnlijk nog niet. Die moest het hebben van pure brute kracht. Maar goed, dat is er wel als er zo’n halve ton explosieven ontploft…”
“Holle lading? Wat is nou weer?”

Ik keek benauwd. “Hoe leg ik dat nou weer uit… Jij weet wel wat van wijn hé? Hoe ziet de onderkant van een wijnfles er uit?” “Hol. Pa noemt dat de ‘ziel’ van de fles.” “Precies. Als je zo’n wijnfles vol zou kunnen proppen met explosieven en de ziel van de fles zou bekleden met een zacht metaal zoals koper… En je zou die fles met de ziel tegen een pantserstalen plaat aan zetten, en de springstof laten ontsteken, gaat het explosiefront naar voren en concentreert zich in het midden van de ziel van de fles. Met een snelheid van zo’n 5.000km per seconde verplaatst het explosiefront naar voren. De koperen kern wordt vervormd tot een ‘prop’ en perst zich door de enorme druk van de explosie door het pantserstaal heen. Het koper én het staal wordt plasma en perst een klein gat in het staal.
En aan de andere kant van de plaat spreidt al dat spul zich uit, komt op brandstof, gereedliggende munitie, hydrauliek-leidingen onder druk… Kortom, het wordt wat minder gezellig daar. En eventueel personeel in die ruimte overleeft ook niet: overdruk, hitte, rondvliegende druppels vloeibaar metaal, nou ja, laat maar.
De Duitsers hebben de holle lading voor het eerst gebruikt tegen Fort Eben Emaël in België aan het Albertkanaal in Mei 1940. En vanaf toen is die vinding steeds meer geperfectioneerd. Ik heb met de AT-4 geschoten; een 84mm terugstootloze vuurmond. Een niet zo groot kaliber, maar door de holle lading wel een penetratievermogen van ruim 50 cm homogeen staal. En de TOW II, een draadgeleide anti-tank raket, kon op 3.750 meter een stalen plaat van anderhalve meter dik doorboren. ”

Joline schudde haar hoofd. “Laat maar, Kees. Dit neem ik niet meer op. Ik heb het beeld voor me van die mannen in dat schip toen die torpedo insloeg… Gruwelijk!” Ik knikte. “Ja, inderdaad. Gruwelijk. Maar bedenk wel dat het over een invasiemacht ging, schat. Kerels die er niet mee zaten om zonder waarschuwing de hoofdstad van een ander land te bombarderen, de regering omver te werpen of te doden, de koning te gijzelen en iedereen die ze in de weg stonden te doden.
Weet je nog wat ik tegen Mel zei, destijds in Frankrijk? ‘Voor sommige lieden is de enige taal die ze verstaan de taal van geweld. En dan moet je zorgen dat je nét wat beter bent dan de ander.’ Hier hebben de Noren de Kriegsmarine in ieder geval een enorme dreun verkocht.”
Langzaam knikte ze. “Kom, verder lopen. Genieten van het uitzicht op deze schitterende omgeving. Geen oorlogsverhalen meer, Kees, ik ben er een beetje klaar mee.”

We liepen rustig nog een uurtje rond en toen stapten we weer op de veerboot. Zittend op een bankje leunde Joline steeds zwaarder tegen me aan: na tien minuten was ze in slaap gevallen… Toen de steiger in zicht kwam waar we van boord moesten maakte ik Joline wakker. “Hé slaapkop… Overeind, zo meteen gaan we van boord en dan moeten we nog naar de camper lopen. Tijd om wakker te worden.”
Ze rekte zich uit. “Rij de camper maar deze kant uit, Kees… Dan blijf ik nog wel even slapen op een bankje op de kade.” Ik grinnikte. “Niks ervan. Dan komt er een of andere stoere Noor en ontvoert je naar zijn eilandje. Geen zin in. Lopen met je charmante onderstel in spijkerbroek.” Zachtjes mopperend liep Joline even later naast me, de helling op naar de camping. “Je bent en blijft een bruut. Zelfs tijdens je huwelijksreis. Niet eens zo galant om je tere bruid een zware wandeling te besparen…” “Wen er maar aan schat. Over anderhalve week jaag ik je weer over de weilanden bij Gorinchem of door het bos in Veldhoven.”

Bij de camper plofte ze in een tuinstoel. “Zo. En hier blijf ik zitten totdat het eten voor me staat. En na het eten gaat dit meisje douchen in het toiletgebouw. Lekker lang en luxe. En als ik terugkom staat er een lekkere kop koffie op tafel met een schaal met koekjes. En later op de avond een glas wijn met wat blokjes kaas.” Ze keek me aan. “Ik ben écht een beetje op, Kees.” Ik zuchtte. “Twee keer pizza in twee dagen is me wat te gortig. Dus ik denk dat ik een blik soep open maak. Met wat brood erbij en sla. Ik heb ook geen zin om lang in de keuken te pionieren.”
Na het eten vertrok Joline inderdaad richting douchegebouw, en toen ze terugkwam ging ik. Maar toen ik weer bij de camper kwam was er geen Joline te bekennen. De camper zat niet op slot, dus was ze binnen… Inderdaad. Op bed liggend, diep in slaap, nog in haar badjas. Ik maakte er een foto van: ze lag niet eens onder het dekbed. Zonde om al om acht uur te gaan slapen tijdens een van de langste avonden van het jaar… Maar ja, mevrouw was moe...

Voorzichtig liep ik weer naar buiten en pakte mijn telefoon. Even Malden bellen…
“Hoi Lot, met Kees. Stoor ik tijdens een Weense wals?”
“Nee hoor. We zitten hier gezellig even uit te buiken met een kop koffie. Daarna gaan we de kelder in!”
“Mooi dame… En wie is ‘we’? Zijn mijn lieve zusjes en hun vriendjes er ook?”
“Wat dacht je zelf, Kees? Toen die de zin ‘Dansschool Boogers gaat vanavond open!’ hoorden, zaten ze binnen tien minuten in de auto’s.”
Op de achtergrond hoorde ik Clara giebelen. “…nadat we ons hadden aangekleed, Lot!”
Ik schoot in de lach. “Ik hoor het alweer. Afzien zeker, Ton?”
Hij kwam zo te horen wat dichter bij de telefoon. “Er stonden wat zaken tegenover, Kees. We hebben net hachee gegeten.”
“Mazzelaar… Ik heb vanavond uit pure ellende maar een blik soep opengetrokken omdat mijn echtgenote haar culinaire plichten verzaakte; ze was kapot na een dagje lopen op een fort in de Oslofjord. En vervolgens gaat mevrouw uitgebreid douchen, daarna ik en wat trof ik aan toen ik terugkwam? Mevrouw mijn echtgenote, badjas nog aan, compleet bewusteloos op het bed achter in de camper. En nu sta ik buiten maar met jullie te bellen…”
Charlotte giechelde. “Arme kerel. Jij zit daar met een bewusteloze op bed en wij gaan zo meteen lekker dansen… Maar waarvoor bel je, Kees?”
“Je hebt het antwoord zelf al gegeven, Lot. Jullie zijn veilig en hebben het naar je zin. Dát wilde ik even weten.”
Het was een paar seconden stil. “Je bent lief, Kees. En je vrouw ook, ondanks dat die nu ligt te snurken.”
Ik grinnikte. “Ik zal haar dadelijk lekker laten slapen. Is ze morgen weer fris en fruitig en kan ze af en toe het stuur van de camper overnemen. Want morgen emigreren wij naar Zweden. Da’s een kwestie van puur oostwaarts rijden. Overnachten we ergens in een bos, want het is dit weekend het weekend van ‘Midsummar’, en dan staan alle campings ramvol. Dan rijden we via Zweden kalm aan in zuidelijke richting en hopen vrijdag weer in Malden te staan.”
“Ben jij een beetje lief voor mijn enige dochtertje, Kees?” De stem van Rob senior.
“Ik vind van wel, pa. Joline is het wellicht niet altijd met me eens, maar ze heeft nog geen poging gedaan om de camper uit te vluchten en naar huis te gaan liften.”
Achter me ging de camperdeur open. “Hoewel er momenten waren dat ik daar zeer ernstig over dacht!”
Joline kwam naar buiten, in badjas en op slippers. “Oh shit… Mevrouw Jonkman is bij bewustzijn… Nu moet ik op m’n woorden gaan letten, anders doen m’n oren pijn!”
Joline nam de telefoon over. “En met wie heb ik het genoegen? … Oh, dag lieve papa. Ja, hij is meestal wel aardig voor me hoor. Maar soms ook weer een lompe bruut…”

Ze had de telefoon niet op speaker staan, dus ik kreeg maar de helft van de conversatie mee. Maar regelmatig keek Joline me aan en knipoogde naar me. Tot ze op een gegeven moment zei: “En nu ga ik ophangen Lot. Jullie moeten dansen, ik trek m’n badjas uit en iets anders aan. En nee, daar krijg je geen foto’s van!”
Een lachbui was hoorbaar en Charlotte giechelde: “Dat zal Kees wel op prijs stellen, denk ik. Maar goed; we zien jullie volgende week weer! Have fun allebei!” Joline gaf mij m’n telefoon terug.

“En waarom zou ik de camper uit moeten vluchten en gaan liften, vriendje van me?” Ik keek haar aan. “Omdat ik soms nog best wel bot ben, schat.”
Ze wees op een stoel. “Zitten jij.” En daarna ging ze bij mij op schoot zitten.
“Lieverd, soms plaag ik je er mee. Maar als het er op aankomt ben jij de liefste vent die ik ken. Anders was ik namelijk niet met je getrouwd. En nu gaat Jolientje zich omkleden, jij schenkt een wijntje in en snijdt wat kaas en dan gaan we genieten van de op één na langste avond. Op een mooie camping in Oslo. En we staan redelijk verwijderd van anderen, dus kunnen we, als de zon is ondergegaan en iedereen slaapt, ons aan elkaar te buiten gaan. Deal?”
Ze kuste me en keek me van dichtbij aan. “Dat slaapje heeft je goed gedaan, mevrouw.” Ze knikte. “Héél goed. En het feit dat jij me even lekker liet liggen ook. En nu ga ik me omkleden. En jij schenkt wijn in. En daarna spelen we een spelletje schaak. Hebben we nog niet gedaan deze vakantie. Ik trek wel schaak-kleren aan…” En met een plagend lachje stond ze op. Schaak-kleren. Hmmm. Op een camping. Ben benieuwd…
Lees verder in: Mini - 229
GEEF DIT VERHAAL EEN CIJFER  

5   6   7   8   9   10  

De Vriendengroep - 85Door: Jefferson
Reacties: 0
Lengte: Lang
"Dat had een mooi einde kunnen zijn. En een mooi begin van misschien wel een nieuw hoofdstuk in ons leven. Het nagenieten was ook begonnen. Adil had zijn ongeloof uitgesproken, en dit zonder zich schuldig te voelen. Goed zo, dacht ik dan. Elise vindt ..."
28-04
8.2
Mini - 307Door: Keith
Reacties: 2
Lengte: Zeer Lang
"Zaterdag Na een heerlijke knuffelpartij op bed stonden Joline en ik om acht uur in de keuken om het ontbijt klaar te maken. Met mijn butlerstem zei ik Goed eten, mevrouw. Heeft u nodig na zo n inspannende avond. Joline keek me ondeugend aan. D..."
28-04
9.5
De Vriendengroep - 84Door: Jefferson
Reacties: 5
Lengte: Lang
"Stond hij dan. Een metertje of anderhalf voor mijn vriendin die eindeloos geprobeerd had hem zo ver te krijgen. Ieder ander had zonder twijfel al bij het eerste aanbod toegeslagen. Maar hij niet. Zij zat daar nog poeslief op de rand van de tafel. Haa..."
27-04
9.0
Ontmoetingen - 1Door: Muffer
Reacties: 5
Lengte: Zeer Lang
Tags: Dochter, Moeder,
"De omgeving waar mijn caravan stond was prachtig een open plek in het bos aan de rand van een riviertje dat kon worden bereikt door een paadje te volgen dat alleen werd getoond op mijn gedetailleerde natuurbeheerkaart. Alleen die gespecialiseerde k..."
26-04
9.6
De Vriendengroep - 83Door: Jefferson
Reacties: 3
Lengte: Gemiddeld
"Ik was een belangrijk detail vergeten toen ik Adil inlichtte over de smaak van Elise. Dat had ik bewust weggelaten. Anders was hij misschien nooit komen helpen. Maar nu leek het weglaten van dit detail juist op dit moment weerstand op te roepen. Well..."
26-04
8.3
Sinds Een Dag ... - 13Door: Rainman
Reacties: 5
Lengte: Lang
Tags: Italië,
"Teun trok helemaal lijkwit weg bij het horen van die naam. In ongeloof staarde hij nu naar Alex die langzaam was opgestaan. Hoe...hoe ben je ..ik bedoel hoe weet je dat .ik ., Hoe ik weet dat je naar de hoeren bent gegaan onderbrak Ale..."
26-04
9.7
De Vriendengroep - 82Door: Jefferson
Reacties: 6
Lengte: Lang
"Met oud en nieuw wilde Elise wel thuis zijn. Ik bleef hier. Ik was ook gewoon open op oudjaar. De drukste dag van het jaar. Ik wilde Elise graag erbij hebben in de winkel, maar moest het uiteindelijk doen met de hulp van Eke. Ook niet vervelend. Zeke..."
25-04
8.7
De Vriendengroep - 81Door: Jefferson
Reacties: 3
Lengte: Lang
" Beste lezers, Wat betreft Elise en de Goden ... Ondanks dat het personages zijn uit De Vriendengroep , staat het verhaal er verder los van. Het zegt niks over een eventueel verloop van De Vriendengroep. Het heeft niet voor niks..."
24-04
9.1
Het Kasteel - 26Door: Borrie70
Reacties: 3
Lengte: Zeer Lang
Tags: Kasteel,
"De week vloog voorbij en in dat weekend hadden Sanne, Esmee en ik weer een heerlijke avond vol seks met elkaar. Na de miskraam had ik ook niet meer met Esmee geneukt en het was heerlijk om weer met haar te mogen vrijen en om te kijken hoe de twee moo..."
23-04
9.7
Sinds Een Dag ... - 12Door: Rainman
Reacties: 10
Lengte: Lang
Tags: Italie,
"Het gezin met de kinderen was inmiddels verdwenen, maar het leek alsof het alsmaar drukker werd in het restaurant. Aan de bar stond het 2 rijen dik met mensen gezellig keuvelend en stevig aan de drank. Links en rechts werden tafels aan de kant gescho..."
20-04
9.7
Sinds Een Dag ... - 12Door: Rainman
Reacties: 31
Lengte: Lang
Tags: Italie,
" Beste, deel 12 is ietwat uit de klauwen gelopen, waardoor ik het in twee n heb moeten knippen. Mocht er animo of belangstelling voor zijn, kan ik eventueel, bij hoge uitzondering .het volgende deel dit weekend nog plaatsen. Anders schuif ..."
19-04
9.8
Vriendinnen - 2Door: Muffer
Reacties: 1
Lengte: Lang
Tags: Vriendinnen,
"Martijn en ik hadden onze hockeywedstrijd gespeeld en na afloop nog een biertje gedronken in het clubhuis. Daarna gingen we weer naar huis, want hoe gezellig het ook was, we wilden weer naar Vera en de meiden toe. Maar toen ik onze telefoons en porte..."
18-04
9.7
Klik hier voor meer...