Lekker Anoniem Webcammen!
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 07-12-2025 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 1657
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 87 minuten | Lezers Online: 8
Start Van Een Weekendje Born
Vrijdagochtend: ik was eerder op het werk dan Frank, en had nét het bureau opengemaakt toen hij, tas onder de arm, binnenstapte. Hij keek naar de grote tafel en baste: “Wie heeft hier zo’n puinhoop veroorzaakt?” Met een bang stemmetje antwoordde ik: “Dat ben ik, meneer…” Hij keek me aan. “En jij wil samen met mij onder één dak wonen? Daar denk ik even over na, juffrouw!” Ik draaide mijn stoel naar hem toe en trok mijn rokje iets op. “Kan ik u niet overtuigen meneer? Hiermee, bijvoorbeeld?” Hij bromde wat onverstaanbaars en ik meende het woord ‘heks’ op te vangen.

Toen werd hij weer serieus. “Wat is dit Gon?” Ik legde de opdracht van Simon uit. “…en daar heb ik gisteren mijn tanden in gezet, Frank. Dit is werk wat ik leuk vind en wat ik goed kan. Volgende week moet ik het aan Simon en Yvonne presenteren; ik denk dat dat wel gaat lukken. Maar voorlopig is dit mijn ‘mindmap’: alles wat in me opkomt noteren; wie weet komt het van pas. Lijnen leggen, verbindingen maken, conclusies trekken… Leuk!”

Hij wees op de tafel. “Maar… moet dat allemaal op tafel? Kun je dat niet beter op een computer doen?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Dan ben ik teveel gefocust op het netjes op het scherm te krijgen. Onhandig. Pas in de laatste fase werk ik het uit, en dan gaan alle papiertjes en flipoverbladen langzaam maar zeker in de versnipperaar. En dan heb jij je nette, opgeruimde kantoor weer terug.”

Hij bromde: “Nou, voor mij maakt het niet zoveel uit, maar Mike gaat ballistisch als hij dit ziet. Als hij eerder op de zaak is dan jij, is hij in staat om alles in één zwieper in de prullenbak te gooien. Stuur hem maar een appje met een foto van dit slagveld en vraag hem héél vriendelijk om alles te laten zoals het nu ligt. Anders krijg je de wind van voren… Ik ken hem wat langer dan vandaag.”

Objectief gezien… als Mike inderdaad zo’n ‘clean-desk-profeet’ was… Ik maakte wat foto’s en typte een mail naar Mike.

‘Lieve Mike. Voordat je een acute hartverzakking krijgt als je maandag op kantoor komt: ik kreeg donderdag een opdracht van Simon om eens in de samenwerking met Wilson B.V. te duiken en de implicaties voor ons bedrijf. Momenteel ben ik bezig één en ander uit te werken. En nee, dat doe ik niet op een beeldscherm; dat doe ik met aantekeningen op flipovers, A4-tjes en post-its. Vandaar dat het een genereuze geitenbende op ons normaal zo nette kantoor lijkt. Een lief verzoek van mijn kant: als je maandag op kantoor komt wil je die ‘rotzooi’ van mij héél alsjeblieft laten liggen waar het ligt en niet alles demonstratief in de fik steken? Ik heb van Frank gehoord dat jij bestuursvoorzitter bent van de extremistische tak van de ‘clean-desk-beweging’, maar kun je je maandag even beheersen? Ik zal je eeuwig dankbaar zijn. Met vriendelijke groet, Gonnie.’

Hup, de foto’s er onder… Send. Ik was benieuwd naar zijn reactie. En nu koffie. Frank had zijn laptop al aan de stroom gehangen en samen liepen we naar de automaat. En daar stond Simon. “Goedemorgen allebei… Goed geslapen?” Frank knikte. “Nou en of… Nadat ik ben afgebeuld door die ogenschijnlijk zo lief uitziende dame hier naast me.” Simon trok een wenkbrauw op en keek me aan. “Ben jij een beetje voorzichtig met je chef, jongedame? Allemaal leuk en aardig dat jullie nu verkering hebben en zo, maar…”

Ik onderbrak hem. “Als jij denkt dat ik mijn chef in bed heb afgebeuld: allereerst gaat je dat geen biet aan en ten tweede: nee, dat is niet zo. Meneer kwam geheel vrijwillig ‘toevallig’ naar het zwembad in Renkum omdat hij wist dat ik daar wat baantjes zou trekken. We hadden niks afgesproken; plotseling stond hij achter me terwijl ik een stel puberjochies uitfoeterde. En vervolgens wil meneer wel tien baantjes naast me zwemmen. En aangezien ik nogal doorzwem en hij blijkbaar niet af wilde gaan… Hij heeft zichzelf dus gewoon afgebeuld, de sukkel. En geheel vrijwillig ook nog.”

Simon’s ogen begonnen te lachen. “Ben jij zo’n zwemwonder dan, Gonnie?” Ik haalde mijn schouders op. “Mijn broer Rick is veel sneller. Hij heeft als bijnaam ‘de Orca’ binnen zijn waterpoloteam. Maar hij heeft Annet en mij wel wat dingetjes geleerd; er waren in Born weinig jongens die ons konden bijhouden, laat ik het zo maar zeggen.” Ik sloeg een arm om Frank heen. “Maar mijn chef sloeg geen slecht figuur; hij tikte nét iets voor mij aan, na 250 meter zwemmen. Ondanks dat hij uitgebreid heeft staan liegen over zijn nogal modale zwemprestaties.”

Frank grinnikte. “Liever was ik een lichaamslengte achter je geëindigd. Dan had ik je in het water beter kunnen bewonderen.” Ik gaf hem een tik. “Smerig mannetje…” Simon grinnikte. “Jaja… en toen bij Frank thuis natuurlijk een uitgebreide…” Hij kwam niet verder.

“Ik weet niet wat Frank bij hem thuis uitgebreid heeft gedaan, maar ik ben in ieder geval na het zwemmen op mijn fiets gesprongen, naar huis gereden, mijn zwemspullen gewassen en daarna in m’n bedje gedoken. En ik was vrij snel richting dromenland vertrokken. De avonturen in de dependance Schaarsbergen van deze leuke firma mag hij zelf vertellen.”

“Nou… zo ongeveer hetzelfde als jij. Spullen wassen, spullen klaarzetten voor het weekend en de koffer in. Ik had vanmorgen mijn koffie wel nodig.”

“Ja, dat zal wel. Maar van die lawaaimachine wordt je wél wakker. Kun je die niet met een tijdklok erop als wekker instellen? Twee voordelen: je bent in één keer goed wakker en een minuut later heb je koffie… Ik zie kansen, Frank!” Een stomverwonderde blik kwam mijn kant uit. “Jij bent écht goed. Ga ik doen… De eerstvolgende keer als je in Schaarsbergen slaapt.”

“Niks ervan!” snauwde ik. “Dan mag je diezelfde dag een nieuwe koffiemachine kopen. Ben jij gek… Dat lawaaiding naast m’n bed?” Simon grijnsde nu breed. “Ik hoor het al. Er zijn nog wat hobbels glad te strijken tussen jullie.”

Ik trok een zedig gezicht.

“Inderdaad. Met name de hobbel die ik onder het dekbed aantref als meneer op z’n rug ligt en ik, gekleed in wufte lingerie, de slaapkamer binnenkom. Maar goed, daar heb ik wel wat middeltjes voor, denk ik”

Simon verslikte zich in zijn koffie en moest met een paar klappen op zijn rug weer tot bedaren worden gebracht. Frank hikte: “Nou… maak me gek, Gon…” Simon zei nog: “Frank… Weet waar je aan begint… Ehh… Voordat jullie elkaar gaan evalueren… of fileren: ik ga mijn kantoortje maar eens in. Gonnie: kunnen wij rond een uur of tien even kijken naar jouw gedachten voor die samenwerking?” Ik knikte. “Prima.” Hij stak een duim op en verdween. En wij liepen ook richting ons kantoortje.

“Zo. Die weet ook waar hij aan toe is. Gonnie de zwembitch in optima forma! Ik ben trots op je, schat. En die laatste opmerking, over die hobbel… Hij was nogal gewaagd, maar ik denk dat ik die graag eens in de praktijk wil uitwerken. Jij in wufte lingerie mijn slaapkamer inlopend… Doet me denken aan de film ‘My stephmother is an alien’, de scene waarin Kim Basinger de slaapkamer van Dan Aykroyd in komt en een strip-act start. Héél interessant, vond ik als puber…”

Ik keek afkeurend. “Jaja… en jezelf aftrekken met Kim in gedachten zeker?” Hij knikte. “Waarschijnlijk net als héél veel andere puber-jongens en volwassen kerels in die tijd… Ik heb ‘m thuis op DVD.” “Dan zullen sommige delen van die DVD wel slijtplekken vertonen”, hoonde ik. “En nu aan ’t werk; de klanten wachten niet en Simon ook niet! Vooruit: een motivatiezoentje kan er wel vanaf; we zijn toch alleen.”

Ik sloeg mijn armen om zijn nek.

“Je bent een liegbeest, Frank Veenstra. Met je verhalen over jouw oh, zo modale zwemkunst. Maar vooruit: in je zwembroek zag je er wel lekker stoer uit.” Ik kuste hem zachtjes en liet toen los. “Met de nadruk op ‘lekker’. Misschien dat ik vanavond wel een slaapkamer binnenkom. In een halfdoorschijnend, wit onderjurkje…” Hij wilde me beetpakken, maar de telefoon was hem voor. “Saved by the bell!” lachte ik en ging weer naar mijn papierverzameling op en rond de grote tafel. En even later piepte ook mijn telefoon: een appje van Mike.

“Je zorgt maar dat er wat tastbaars uit voortkomt. Misschien dat ik je dan vergeef. En met Frank in de buurt hoef ik je geen ‘goed weekend’ te wensen; dat komt dik in orde. Gr, Mike.” Een smiley er achteraan. Mooi.

Na vijf minuten zat ik weer helemaal in de samenwerking. Kapitaalflow, activa en passiva, personeelsbeleid afstemmen, het andere bedrijf had nogal wat (kleine) investeerders; uitkopen of mee laten komen? Ik gaf de voorkeur aan het eerste; ons bedrijf had géén investeerders meer; in het begin, toen Simon begon werkte hij als ‘start-up’ met een paar kleine investeerders die hij gedurende de tijd dat het bedrijf bestond had uitgekocht. Het bedrijf draaide nu op pure kennis, bekendheid en betrouwbaarheid. En de klantenkring breidde zich nog steeds uit. De bekendheid en betrouwbaarheid huisde binnen bureau O&O; de ‘kennis’ huisde boven, bij de ontwerpers: vier nerdy types die zich het liefst opsloten in hun hok.

Ik was er nu drie keer geweest en de laatste keer was ik bijna uitgesmeten door Martin Brands, hun bureauhoofd. “Kun je verdomme niet zien dat we met iets belangrijks bezig zijn? Voortaan eerst kloppen!” had hij gesnauwd. Ik had bij Ben geklaagd. Die lachte. “Martin is uiterst voorzichtig als hij bezig is. Chronisch bang voor bedrijfs-spionage. Zal wel komen door zijn achtergrond bij ASML; daar waren ze nogal benauwd voor de Chinezen. Op zich best een goeie vent, maar je moet hem inderdaad niet storen. Nerd 3.0, verbeterde en ge-upgrade versie. Maar briljant programmeur en goud waard voor deze firma.”

Martin en z’n drie collega’s hadden aan de wieg gestaan van al onze programma’s. En Simon had hen binnengehengeld en was uiterst zuinig op de heren. Ik kwam er zeer weinig, zeker na die snauw van Martin maar ook: het was een ongelofelijke bende in hun ruimte. En als je er uit liep, plakten je schoenen aan het linoleum in de gang. Dan was er waarschijnlijk ergens een blik cola, Red Bull of een kop koffie omgedonderd. En de ‘heren’ hadden het niet gezien of vonden het niet belangrijk genoeg om op te ruimen… Yvonne probeerde hen te bewegen om af en toe schoon schip te maken, maar ook voor haar was het moeilijk; ondanks dat ze nu de ‘echtgenote van’ was, leken de heren programmeurs haar nog steeds te zien als ‘de receptioniste’. En hoe ze tegen mij aankeken? Geen flauw benul. Waarschijnlijk als ‘die rooie van O&O’…

Hé Gonnie, je staat te dromen! Je was bezig met de kernwaarden van je bedrijf uit te tekenen en te categoriseren! Om tien uur had ik weer twee flipoverbladen vol gekliederd. Met op elk blad een aantal post-its met conclusies en openstaande vragen. En toen kwam Simon binnen, drie koffie op een blaadje.

Frank was nog in een gesprek met een klant, stak een duim op toen Simon zijn koffie voor hem neerzette. “Zooo… meneer de directeur die zelf de koffie komt brengen? Wat een democratisch bedrijf is dit!” Ik lachte naar hem. “Kom mevrouw. Even zitten en ontspannen. En als die vent van je klaar is met zijn telefoongesprek…” Hij wees naar Frank en gebaarde.

Frank knikte en zei tegen de klant: “Sorry, maar meneer mijn directeur bracht net koffie binnen en gaf het sein dat ik alles moest laten vallen. Ken je hem toevallig? Simon heet hij, de Laat van z’n achternaam… Ja, is goed, doe ik! Tot volgende week en een goed weekend!” Hij legde zijn telefoon neer. “Nou dat was wel heel amicaal tegen de klant…” Frank gniffelde. “Dat kan ook wel tegen deze klant. Eén van onze eersten en eentje waarbij het allemaal op rolletjes loopt. Heerlijk!” “Marco van Zuilen? Ja, dan kan dat wel”, zei Simon instemmend. “Maar mevrouw en meneer: eerst even een ontspannen momentje en koffie. Mijn lopend geweten is er toch niet, dus…”

Frank keek gemeen. “Oh? Yvon is de bloemetjes aan het buiten zetten?” “Mevrouw de receptioniste, annex hoofd HR, annex hoofd financiële administratie, annex manusje van alles én degene die de koffieautomaat bijvult en tevens niet geheel onbelangrijk: mijn echtgenote, verzocht mij vriendelijk om een dagje te kunnen freewheelen met haar zus. Dat komt neer op een dagje shoppen in Utrecht waarna de dames terug komen met een aantal grote zakken van diverse modeketens. Nou ja, je moet toch wát doen om je personeel tevreden te houden, nietwaar?”

Ik giebelde. “En wanneer mag ik gaan shoppen met de creditcard van de zaak, Simon?” Hij wees op Frank. “Dáár moet je zijn, mevrouw Peters…”

Frank zuchtte. “Zeg Simon… die salarisverhoging… Wanneer wil je die nu eens in laten gaan? Begint hard nodig te worden!” Simon snoof. “Jij hebt niks te klagen over je salaris, vriend Veenstra. En als je nu begint te miepen dat je er een extra onkostenpost bij hebt in de vorm van Gonnie hier: da’s je eigen schuld, vriend!”

En met een blik op mij: “Wel een best aangename vorm, Gonnie, als ik mezelf zo mag uitdrukken.” Ik lachte liefjes. “Netjes, Simon. Ik heb wel eens lompere complimenten gekregen.” Na wat geklets begon Simon mij uit te horen over mijn bevindingen. En passant kreeg ik van hem ook wat info over het andere bedrijf, die ik meteen noteerde. Tot twaalf uur waren we hevig in gesprek en discussie. En dat was leerzaam! Toen stond hij op. “We gaan eten, mensen. Frank, vanmiddag ben ik naar een potentieel nieuwe klant, dus ik wens jullie alvast een fijn weekend.” “Gaat lukken, Simon. Succes met de inventarisatie van de tassen van de grote modeketens!” Hij trok een gezicht en vervolgens de deur achter zich dicht.

“En nu, mevrouw Peters? Mag ik u uitnodigen voor een wandelingetje in de omgeving, terwijl wij ons lunchpakket verorberen? Wellicht is er dan, op een klein open plekje in het bos, helemaal afgesloten van de boze buitenwereld, nog tijd en gelegenheid voor wat zoentjes…” Ik stak mijn neus in de lucht. “Menéér! Wat zijn voor voorstellen? Als u dat van plan bent wil ik op z’n minst de lunch nuttigen op een ruim bemeten plaid, u heeft een grote rieten mand bij u met allerlei lekkere dingen en rond die pickpickplaats hebben zich allemaal leuke en aaibare dieren verzameld die netjes toekijken hoe wij al dat lekkers opeten en vervolgens ons eerste kusje uitwisselen. A la Disney dus. Voor minder doe ik het niet.”

Frank zuchtte. “Weet je: wat jij op je brood hebt gedaan vanochtend mag je zelf opsmikkelen, die mand en die plaid kun je vergeten en al die beesten die toe zitten te kijken… Weet je hoe smerig een wild zwijn stinkt? Een racoon met een darminfectie is er niks bij.” Ik zuchtte. “Kijk, zo ken ik je weer. Frank, de hopeloze romanticus… Naar buiten jij.” Hij rende de trap op. “Even melden dat er beneden niemand is…” Even later kwam hij terug, een brede grijns op z’n gezicht. “Ze zouden wel in de hal hun boterham opeten…”

“Lekker representatief ontvangstcomité dan…” zuchtte ik. “De Hell’s Angels is er niks bij.” We liepen even later langs de spoorlijn richting Barneveld, het ‘Kippelijntje’. Lekker gearmd, zoals elk verliefd stel dat doet. En Frank duwde me even later een smal bospaadje in, sloeg daar zijn armen om me heen en kuste me. Hevig!

“Lekkere Gonnie… Weet je dat ik helemaal gek op je ben? Niet alleen op je mooie hoofd met die prachtige rode haren, maar ook op je verstand, je gekke humor maar ook je rationele kant…” Hij kuste me weer en toen hij me losliet vulde ik aan: “En m’n benen natuurlijk…” Hij keek schuldbewust. “Betrapt. En nu we toch bezig zijn: je hele mooie figuur. Je kunt me er helemaal gek mee maken, schat.”

Ik duwde hem tegen een boom en legde een vinger op zijn lippen. “Nu even je mond houden en luisteren, Frankieboy. Ik ben helemaal gek op jou. Na een uur al. Je ogen, je mooie stem… En ook jij hebt leuke humor, maar ook jij kunt heel rationeel zijn. En toen ik in Schaarsbergen in je armen lag, na onze eerste échte vrijpartij, was ik helemaal gelukkig. En daar moeten we zuinig op zijn, lover. Beloof je dat?” Een korte knik was zijn antwoord; voor mij genoeg.

“Mooi zo. Ehhh… je had het een half uurtje geleden over zoentjes…” Voor ik verder kon gaan trok hij me naar zich toe en kuste me weer. En nu tongend… Lekker! Ik streelde zijn rug, toen zijn borst. En zijn handen gleden over mijn billen… Af en toe een kneepje er in… “Frank… Als je zo doorgaat heb ik een schoon slipje nodig, mooie vent. Je staat me compleet op te geilen hier. En dan komen we zo dadelijk terug en vraagt Martin of een van z’n companen waar die natte vlek op mijn rokje vandaan komt… Geen trek in. Bewaar de rest maar tot vanavond, oké?”

Hij gniffelde.

“Prima… Ik heb ook even tijd nodig om de hormonen te laten zakken, voordat er vragen komen waar die bobbel in mijn broek vandaan komt. Nou ja, dan hoef ik alleen maar naar jou te wijzen en hebben ze hun antwoord.” “Jaja… En dan krijgt Gonnie de indringende vragen. Mooi niet! Kom, terug naar het brede pad, dan weet ik ten minste dat ik niet nog een keer aangerand wordt.” Rustig maakten we onze wandeling af en terug bij de zaak kletsten we nog even met de heren van Martin z’n afdeling.

Uit hun ‘mancave’ bleken ook zij tot een redelijk normale conversatie in staat en moest ik mijn mening een beetje bijstellen. En Martin maakte, zij het wat onbeholpen, zijn excuses over zijn uitval begin deze week. “Sorry Gonnie, maar we waren nét heel geconcentreerd bezig… en dan word ik kribbig als ik afgeleid word.” Ik knikte. “Aanvaard. Die concentratie van jullie levert mooie producten op, heb ik van diverse kanten gehoord. Niet mee zitten, Martin, ik kan wel wat hebben.”

Frank vulde grijnzend aan: “En als je het te bont maakt: ik heb deze aardige mevrouw hier naast me gisteren wat puberjochies af zien blaffen. Die konden daarna alleen maar héél zielig wegwezen. Wees gewaarschuwd.” “Dat wil ik niet meemaken… Kom heren, naar boven; we hebben dit pand lang genoeg bewaakt.” Martin en zijn collega’s verdwenen weer en wij gingen ook het bureau in. Wel met de deur naar de hal open; als de bel ging waren we snel bij de buitendeur. Tijdens de laatste uurtjes van de week was Frank afwisselend aan het bellen of via de computer klanten aan het helpen; ik kon m’n berg aantekeningen enigszins ordenen en op de computer samenvatten.

En om vier uur was de grote tafel leeg! Alleen de flipoverbladen hingen nog aan de muur, die moest ik nog verder uitwerken. Ik maakte van elk blad een foto met m’n telefoon en borg de grote bladen toen op in een lade. Om vier uur was de ruimte weer zoals het hoorde te zijn: netjes. “Mike is maandag trots op je, Gon”, hoorde ik achter me, terwijl het laatste flipoverblad opruimde. “Oh? En jij dan? Van jou hoor ik niks…” Twee handen gleden over mijn heupen. “Wacht maar af, mevrouw Peters. Vanavond…” Ik giebelde. “Vanavond ben je zó duf van alle gesprekken en toespelingen dat je in bed me nog een slaperige welterustenzoen geeft, je omdraait en in slaap valt. En moet Gonnie zich behelpen met haar satisfyer… Lekkere lover ben jij, hoor.”

Hij keek me glazig aan. “Heb jij…” Ik legde een vinger op zijn lippen. “Stil jij. Dit zijn onderwerpen die we in de auto bespreken. Niet hier. En over auto gesproken: Met welk vervoermiddel verplaatsen wij ons richting Limburg? Want om nou met twee auto’s te gaan is nogal overdreven en niet gezellig.” Frank fronste. “Daar zeg je zowat…” “Ik rijdt mijn auto wel naar Schaarsbergen.” Ik lachte liefjes. “Dan heb ik ten minste een smoes om zondagavond bij jou in je bed te kruipen. Daarom rijden we nu naar Schaarsbergen, gooi ik daar mijn bagage in jouw auto, stap ik bij jou in, rijden we naar Born en met een beetje mazzel, maar dat regel ik zó wel, schuiven we aan bij Gien en Henk voor de avondmaaltijd.” Hij knikte. “Goed plan.” Even later reden we richting Schaarsbergen. Slingerdeslinger het laatste stukje en ik kon de Golf onder Frank z’n carport rijden. Weekendtas pakken en overstappen in zijn Volvo… En vanuit zijn huis zat je snel op de A50 in zuidelijke richting.

Onderweg belde ik Gien op.

“Hoi ma, met je liefste dochtertje. Is het goed als Frank en ik een vorkje mee prikken vanavond? Of waren jullie al begonnen met eten?”

Gien zei: “Nee joh, wij zijn ook nog maar net thuis. Zitten even te ontspannen met een wijntje. Straks beginnen we pas met koken; Annet en Hans zouden hier om zeven uur zijn en die eten ook mee. Gezellig!”

Op de achtergrond hoorde ik Henk brommen: “Verdorie… Nog meer aardappels schillen. Als ik dat allemaal van te voren geweten had…”

Ik giebelde. “Wat zit die ouwe moppersmurf nu weer uit te kramen?”

Gien zei: “Lekker laten kletsen, die vent. Hoe laat zijn jullie hier?”

Ik keek op m’n horloge. “We rijden nu net de Waalbrug over, dus over vijf kwartier zijn we er.”

“Oké, dan zien we jullie wel verschijnen. Ehhh Gon, zit jij bij Frank in de auto?”

“Ja ma. En Frank rijdt, dus ik zit handheld te bellen. Nu mag ik dat. Je hebt een brave dochter.”

“Jaja… Frank?”

“Jawel mevrouw… Wat kan ik voor u betekenen?”

“Nou, voor mij niet zoveel, daar heb ik Henk voor. Voor mijn lieve dochtertje: rij voorzichtig.”

“Ik zal Henk maar niet uithoren over de activiteiten…”

Een scherp: “Nee, doe dat vooral maar niet!”

Hij grinnikte. “Ik hoor net dat je dochter best wel op jou lijkt. Heb ik nog een leuk verhaal over, tijdens het eten.”

“Nou maak me gek…”

Dat Frank niet op zijn mondje was gevallen, wist ik ondertussen wel, maar zijn antwoord verblufte me.

Heel droog kwam eruit: “Nee, want daar heb je Henk voor.”

Een ogenblik was het stil, toen hoorden we Henk gieren van het lachen.

En Gien kon alleen maar een stomverwonderd “Nou ja, zeg…” uitbrengen voor ze de verbinding verbrak.

Ik keek in een breed lachend gezicht. “Zo. Die hebben wat te bespreken voor het eten, geloof ik.” Ik knikte. “Ja. En jij hebt wat uit te leggen tijdens het eten, geloof ik. Het gebeurt niet zo vaak dat mijn lieve moedertje zó overbluft is dat ze geen antwoord heeft. Ik vind het knap.” “Opmaat voor een pittig weekend, denk ik…” Ik knikte. “Zeker weten. Als Annet dan ook nog Bijdehandjes heeft gegeten… Vuurwerk vanavond. En morgen ook, met Cora, Rick, Margriet en Abe erbij. Volgens mij zijn we dan zondagavond allebei helemaal kapot…”

Hij grijnsde gemeen.

“Als jij dan in een wit en doorschijnend onderjurkje mijn slaapkamer binnenkomt om die ‘hobbel te nemen’ die zich onder mijn dekbed bevindt… Volgens mij zijn we dan beiden wel weer wakker.” Ik tikte op zijn been. “Smeerlap.” Toen we de Roermondtunnel inreden legde Frank een hand op mijn been. “En waar slapen wij vannacht, Mooie Rooie?”

Ik dacht even na. Annet zou kunnen besluiten om Hans mee te lokken naar ons bed…

“Even wachten, Frivole Frank. Zusjesoverleg.”

Ik belde Annet. “Hé zus… je belt toch niet met de mededeling dat jullie verstek laten gaan hé?”

“Nee hoor, wees gerust. Ik bel even om een slaaplocatie af te spreken.”

Annet giebelde. “Als we Hans en Frank nou naar Margriet en Abe sturen…”

Ik giebelde mee. “”Goed plan! Ehh… Frank: hou jij van vissen?”

Een smerig gezicht was het antwoord. “Hmmm… Zo te zien gaat Frank niet mee met de vis-sessies van Abe en Hans. Probleem, zussie.” Annet lachte. “Zullen Hans en ik ons dan maar opofferen? Dan kunnen jullie een nachtje van dat lekkere grote bed genieten. Morgen zullen we Rick en Cora aanbieden om er gebruik van te maken, oké?”

“Prima, An. Ik zal zorgen dat Frank met zijn grote handen uit jouw lingerielades blijft.”

Een grom klonk. “Mijn lingerielades zijn van mij. En een beetje van jou, als je weer eens wat vergeten hebt. En vooruit, ook een beetje van Hans, als ik het aan heb. Hoe laat zijn jullie in Born?”

Ik keek op de display van de navigatie. “Volgens die mevrouw hier in het dashboard over 25 minuten.”

“Oké, dan klimmen Hans, Margriet, Abe en ik zo ook in de auto.”

“Komen Margriet en Abe ook mee-eten? Gezellig!”

“Ja. En Cora is er al, samen met Bowie en Lovely. Tot zo!”

Frank keek me aan. “Jullie maken me wel héél nieuwsgierig naar die lingerielades, meisje Peters…” Ik tikte op zijn knie. “Een deel daarvan is niks voor jou. Strenge, leren outfits. Leren laarzen en corsetten. Zwarte netpanty’s. Passend bij de nog strengere ‘mevrouw Annet’. Alle lieve, roze en doorzichtige niemendalletjes bevinden zich in Renkum. Volgens mij is dat meer jouw smaak… Toch?”

Hevig knikken was het antwoord. “Mooi zo. Heb ik tóch de goeie vent uitgekozen.” Frank keek nadenkend. “En Hans? Vindt hij zo’n ‘strenge meesteres’ wel lekker?” Ik gierde het uit. “Soms zou Annet dat wel willen, maar nee; Hans is al net zo’n hopeloze romanticus als jij. Alle strenge kledingstukken van Annet zijn, sinds wij gestopt zijn op de club, volgens mij nog nooit uit Annet d’r lingerielades gekomen, hoor.

Dáár vond ze het spelletje wel leuk en het verdiende ook goed, zonder dat er geneukt werd. Meestal teasede ze een klant dusdanig dat hij uiteindelijk, na de aanraking met een zweepje, spontaan klaar kwam, het gemene kreng…

En dan gingen ze samen nog even in het bubbelbad, waar de vent in kwestie op adem kon komen en met een lieve, moederlijke Annet kennis kon maken…”

Frank keek nu serieus. “En jij, Gon? Wat was jouw specialiteit? Wat vond jij leuk en prettig?” Ik dacht even na. “Zowel Annet als ik konden heel veel rollen spelen. Van het ‘onschuldige kostschoolmeisje’, via het ‘hard to get buurmeisje’ richting de ‘femme fatale’… Maar het liefst wilde ik gewoon softe seks: een vent die ervan genoot als ik in lekkere lingerie hem helemaal gek maakte. Ook een beetje teasen, maar dan op een nét andere manier, met sexy lingerie… Weet je wat het Zuid-Afrikaanse woord is voor een sexy slipje?”

Frank keek hulpeloos. “Sorry, ik heb nog nooit in Kaapstad in een lingeriewinkel gestaan.” Ik grinnikte. “Siepoessienetnie.” Hij moest even denken, schoot toen in de lach. “Nou, dát dus. Genieten van lekkere vrouwelijke kleding. Zacht, dun, doorzichtig… Zo’n halfdoorschijnend onderjurkje van Kim Basinger valt wel in de categorie die ik leuk vind.”

We reden de snelweg af. “Ik denk dat wij wel bepaalde overeenkomsten hebben, mevrouw Peters. En die lingerielades van die zus van je hebben momenteel niet zo’n aantrekkingskracht meer op mij. Maar daar hebben we het vanavond nog wel over, denk ik.” Ik giebelde. “Dat weet je pas als je het gezien hebt, Frank. Niks wit half-transparant onderjurkje, maar Gonnie in een leren corset, lange leren broek, hoge en stoere motorlaarzen en een zweepje in de hand, die de slaapkamer komt binnenlopen…”

Hij trok een gezicht. “Ik hoop dat ik niet te pletter val als ik uit het raam spring. Als ik dát leuk had gevonden, was ik wel gay geweest, denk ik. En da’s niet mijn soort van sport. Ehhh… dame: we zijn er. Gelieve deze discussie voort te zetten op een ander tijdstip. Liefst zonder anderen er bij. Dank u wel.” Een lieve zoen volgde, toen stapten we uit.

Twee honden kwamen naar ons toegerend: Bowie en Lovely, beiden hevig kwispelend. Ik knielde bij de honden en werd afgelikt. “Jajaja, ik heb jullie ook gemist hoor… Brave hondjes! Kennen jullie Frank nog?” Lovely liep naar Frank en na één snuffel begon haar staart te kwispelen. Frank ging ook op zijn hurken zitten en aaide Lovely netjes: onder haar snoet, over haar buik en pas daarna kriebelde hij de hond tussen de oren. Lovely ging zitten en stak een poot uit. “Goed zo, Lovely! Brave hond hoor!”

Bowie vond er wat van en eiste ook de nodige aandacht van Frank op: lebber, lebber…

“Nou, zo te zien hebben jullie het knuffelquotum voor het weekend al weer binnen… Mooi, hoef ik het niet meer te doen!” Cora kwam breed lachend om het huis heen. “Zúsje!!!” Ik rende op haar af en knuffelde haar hevig. “Mooie judoka…” Ze lachte. “Wacht maar tot morgen. Rick rolt om als hij me ziet. En als hij weer bij zinnen is gekomen, ontvoert hij me en zien jullie ons het hele weekend niet meer. Ik heb samen met Annet wat nieuwe dingetjes gekocht, Gon…”

Achter me klonk: “Oh? Ook van dat leren spul?” Cora keek op en zei kattig: “Nee, meneer Veenstra, niét van ‘dat leren spul’. Daar houdt mijn vriendje niet zo van en bovendien gebruik ik andere methodes om kerels onder de duim te houden. Geen zwart leer, maar een zwarte band. Véél effectiever.” Frank lachte gemeen. “Die zwarte band heb ik ook, Cora… We moeten samen maar eens een dojo opzoeken…”

Margriet kwam de hoek omlopen. “Jaja… en het vriendje van Gonnie daarna twee weken in de ziektewet? Hoi Gon, dág Frank… Tenminste: ik neem aan dat jij Frank bent? Niet dat ze binnen een week iemand anders heeft opgedoken…” Ik keek beledigd. “Hé, pas jij een beetje op, Margriet? Jij bent niet mijn aanstaande schoonmoeder, dus ik zit er niet zo mee om je gewoon onderuit te schoffelen, hoor… Mijn zusje zal daar iets voorzichtiger in zijn…”

Ik omhelsde haar. “Fijn om je weer eens te zien, schat.” Ik keek naar Frank. “Als je het nog niet door had: dit is Margriet, de moeder van Cora.” Hij gaf haar een hand. “Hallo Margriet, ik ben Frank, de vriend van Gon.” “We hadden al wat inside information gekregen van Cora, waaronder een foto van jullie tweeën, dus jou identificeren was makkelijk. En bovendien zag ik dat Lovely je kende, dus…” Frank wees op Bowie. “En hij dan?” “Bowie is een allemansvriend. Behalve als je lelijk doet tegen zijn vrouwtje, dan kijk je tegen een stel scherpe snijtanden aan. Bovendien is Bowie zo corrupt als wat; als je brokjes in je zak hebt doet hij alles voor je.”

Op het woord ‘brokjes’ draaide de Lab zich meteen naar Margriet om, ging zitten en begon te kwispelen. “Zie je wat ik bedoel?” Frank lachte. “Ik had vorig weekend al een demo gezien van Bowie’s omkoopbaarheid, mevrouw Amelink.” Margriet keek mij aan. “Vertel jij het of moet ik het doen? Frank, iedereen binnen onze gezinnen kan en mag mij, mijn man Abe, Gien en Henk met de voornaam aanspreken, hoor. Dat onze kinderen ons nog af en toe aanspreken met ‘Ma’ of ‘Pa’… Tja, dat is er ingesleten met de jaren. Maar jij hoeft dat nog niet te doen, Frank.”

Ze lachte.

“En nu naar binnen. De rest van de meute zit al op jullie wachten, want Gien zou pas koffie inschenken als jullie er waren.” Binnen maakte Frank ook kennis met Abe. “Zo. Nu heb je met de hele bende kennis gemaakt, behalve met ons kleine broertje Rick”, zei ik, met een pestende blik naar Cora. “Jullie kleine broertje? Hoorde ik dat nou goed, Gonnie? Kijk maar uit; als ik dat morgen tegen hem zeg, zou je wel eens van de kouwe kermis thuis kunnen komen.”

Annet sprong me bij. “Die kouwe kermis zou wel eens mee kunnen vallen. Ten eerste vloog ons broertje in Afrika; daar kennen ze het begrip ‘kermis’ niet en ten tweede vloog ons broertje in Afrika, en daar is het van alles, maar niet koud.” Henk keek haar aan. “Dat laatste moet ik toch weerleggen, oudste stiefdochter. Ik kan uit ervaring vertellen dat het op de Kilimanjaro in Tanzania behoorlijk koud is. Die berg heeft zelfs ‘eeuwige sneeuw’. Dus…”

Annet keek wanhopig. “Nou, daar heb je wat aan, zo’n lopende encyclopedie.” Gien keek triomfantelijk. “Ja. En die heb ik aan de haak geslagen. Je hebt het maar te accepteren, Annet. Wie wil er koffie?” Frank zuchtte diep. “Ik dacht dat je nooit zou vragen, Gien. Wij werden naar binnengelokt met de uitspraak dat jij dan meteen zou beginnen met de koffie, maar dat bleek een beetje tegen te vallen.”

Gien keek hem scherp aan. “Zeg vriendje van mijn onschuldige jongste dochtertje…” We schoten allemaal in de lach, Frank net zo goed. “…we kennen je net één week en nu ga jij hier een beetje de stoere bink uithangen? Even dimmen graag!” Frank zat niet om een antwoord verlegen, dat bleek. “Nou, als jij zó gaat beginnen… Dan kun je een groot compliment van mijn medewerkers wel vergeten, mevrouw Klok-Peters!” Gien keek vragend. “Ik begrijp dat Gon de loftrompet over mij gestoken heeft? Het zal eens tijd worden…”

Frank schudde zijn hoofd. “Nee. Afgelopen woensdag hadden wij als bureau een intervisie/supervisie dag. Dan is iedereen in Ede en evalueren we de afgelopen maand. Wat ging goed, waar gingen we de mist in, wat kan beter, enzovoort.”

“Nou ja, bij de laatste twee gespreksonderwerpen heb ik wel beeld”, onderbrak Cora hem snel.

“Waar gingen we de mist in?’ Door Gon aan te nemen.

Wat kan er beter? Haar meteen ontslaan… Auw, vuile trut!

Ik had haar geschopt en keek haar boos aan. Frank vervolgde onaangedaan. “Enfin, het was de eerste keer dat we met z’n zessen bij elkaar zaten, dus ik vroeg Gon om iets meer van haar zelf te vertellen. Tijdens die voorstelronde liet ze een foto zien van An, Gien en haarzelf. Drie rooie schoonheden op één plaatje. En één van de collega’s vroeg of jij, Gien, een oudere zus van deze beide dames was. En hij meende het ook nog. Da’s toch een compliment, zou ik zeggen.”

Gien lachte. “Niet de eerste keer dat ik dat compliment hoor. Maar eerlijkheid voor alles: ik had mezelf voor de gelegenheid wel wat opgetut…” “Ja, nogal. Je was twee uur met je make-up bezig voor we ein-de-lijk die foto’s konden maken”, mopperde Annet. “Let even niet op mijn normaal oh zo lieve dochtertjes. Normaal gaan ze door het leven als de deugdzame zusters Annegonda en Godelieve, maar sinds zuster Corina zich bij deze kloosterorde heeft aangesloten zijn ze soms wat obstinaat geworden. Sorry.”

Ze lachte. “Maar misschien kun jij zuster Godelieve een beetje temmen. Zuster Annegonda, ook wel Anaconda genoemd als ze in een slecht humeur is, wordt in de gaten gehouden door broeder Johannes en zuster Corina wordt met ingang van morgen onder de plak gehouden door broeder Ricardus…” Annet snoof. “Anaconda? De eerste de beste dat recht in m’n gezicht durft te zeggen kan meteen z’n eigen risico voor de zorgverzekering aanspreken…”

En ik vulde aan: “Zuster Godelieve laat zich niet temmen, mevrouw Klok - Peters! Das war einmal!” Ik keek nogal strijdlustig, keek naar Frank en zei: “En kijk uit met wat je nu gaat zeggen, meneer Veenstra… Eén verkeerde opmerking en we duiken met z’n drieën op je!” Hans gniffelde. “Op zich is dat wel een aardige ervaring om op terug te kijken, Frank. Twee weken later, als je schammen, builen en je opengehaalde gezicht weer een beetje genezen zijn…”

Ma hief haar hand op en het werd rustig. “Zo. Normaal is het wél zo leuk als een nieuw iemand in een gezelschap beschaafd welkom wordt geheten en niet meteen fysiek bedreigd wordt. Frank: Op Rick na zijn we nu compleet, de families Peters en Amelink. Wij hebben je vorige week al welkom geheten en dat beviel meer dan prima, maar nu weten Abe en Margriet ook wie de vriend van Gon is.”

Frank knikte. “Dank jullie wel.

En voor Abe en Margriet: Gonnie en ik hebben nu al zes hele dagen een relatie. Ik heb veel over dit gezelschap gehoord en bij de meeste verhalen had ik een dikke glimlach op m’n gezicht. Ik weet hoe jullie bij elkaar zijn gekomen en ook tijdens dat verhaal dacht ik: ‘Zó zou de wereld moeten werken.’ Draai daar dus niet krampachtig omheen; ik heb er geluid bij. Beeld nog niet helemaal, maar misschien kan Henk iets vertellen over zijn ‘keuring’ toen hij hier voor de eerste keer voet over de drempel zette. En anders Hans misschien?”

Henk bromde: “Hé! Moet dat nou?” Hans grinnikte. “Ik heb wel genoten van hun ‘oldest trick from the book’. En krijg regelmatig een herhaling; helaas is Gon er dan niet bij.” Ik sputterde: “Je zet maar een spiegel naast Annet, mannetje. Bijna hetzelfde effect.”

Gien stond op. Ik ga de keuken in, er moet gekookt worden! Zijn er vrijwilligers die me willen helpen of moet ik die aanwijzen?” Frank stond op. “Vertel maar wat ik moet doen, Gien. Alles om in een goed blaadje van mijn aanstaande schoonmoeder te komen…” “Slijmbal!” flapte ik er uit en Frank hees mij overeind. “Húp! Jij ook in de benen en helpen. Als we je moeder alleen de aardappels laten schillen, is het eten om tien uur nog niet klaar.”

Gien knikte goedkeurend. “Goed bezig, Frank!” Ik mopperde: “Het is nog steeds hetzelfde strenge regime hier… Niks veranderd.” “Ja”, bitste Gien. “Denk er aan: als jij te belazerd bent om te helpen, ben ik te beroerd om voor je te koken. Dáár staat de broodtrommel, je redt je maar en nee: beleg gaat er niet op.” Frank lachte. “Is dat jouw doctrine, Gien? Knap. Moet ik onthouden. Als onze drie meiden en vier jongens opgroeien kan ik die ook wel eens gebruiken…”

“Drie meiden en vier jongens, Frank Veenstra?” Ik stoof op. “Wie denk ik je dat je voor je hebt? Een fokteef of zo? Dan moet je bij de familie Amelink zijn hoor!” “Hohoho… Wij hebben maar twee kinderen, Gon.”

Margriet keek waarschuwend. “Ja, maar jullie fokken wél. Oké, met de hondjes, maar toch…” Cora bromde. “Pas jij een beetje op, Gonnie? Anders zal ik je even te grazen nemen als je klaar bent met die aardappels!” Een grote pan met aardappels werd voor ons neergezet op de grote keukentafel. “Hier. Niet piepen, maar schillen. En dun, denk er aan!” Cora en Margriet schoven ook aan. “Anders duurt het tóch te lang. En ik heb trek.” Cora keek Frank aan. “De hele middag op een wei met de honden op stap geweest… Lekker trainen.”

Frank keek belangstellend. “Jij doet nu toch een opleiding in…”

Cora vulde aan. “Kynologie. Laatste jaar; volgend jaar voorjaar hoop ik af te studeren. Eerst wilde ik naar de Pabo, maar toen ik klaar was met het Atheneum en me eens ging verdiepen in het vak van lerares op een basisschool, begon het me steeds meer tegen te staan. Elk jaar komt er wel weer iets nieuws uit Den Haag en zelden komt het de kinderen ten goede. En ik heb geen zin in ‘tien-minutengesprekken’ met ouders die hun kind de lucht in prijzen en een Gymnasiumschooladvies willen, terwijl het kind zelf veel gelukkiger zou zijn met een praktische opleiding op het VMBO. Een nieuw kindvolgsysteem op basis van Excel… Brrr. Dan liever met de honden bezig zijn en soms tot je knieën in de shit staan. Letterlijk.”

Ze aaide Bowie, die naast haar was komen liggen.

“Bowie is mijn buddy. Dat was hij al voordat Rick op de proppen kwam; mijn hond. En dat wisten de andere honden ook: Bowie is van Cora. Hij heeft een ‘status aparte’ in de roedel thuis. Wij hebben vier honden van onszelf: Sylvia, een grote Husky. Zij is de Alfa female. Dan is er Bernice de Teckel: nummer twee. Plaatsvervangster van Sylvia. Lovely ken je ondertussen, da’s nummer drie. Ook een hond met een aparte status: Rick is van Lovely en omgekeerd. En als Rick er niet is, vult Bowie die plaats prima in; die twee zijn onafscheidelijk.

Als Rick er morgen weer is zul je zien: Lovely is altijd op minder dan één meter bij Rick vandaan. En als Rick en ik gaan slapen, worden we altijd beschermd door twee waakhonden: Bowie en Lovely. Die liggen dan tegen elkaar aan op het kleedje in mijn kamer. En verder is het bij ons een komen en gaan van logeerhonden. As we speak zijn er 7 ‘gasthonden’ in de kennel. Hondjes van mensen die nu op vakantie zijn en de hond niet mee kunnen of willen meenemen.”

Cora’s gezicht betrok. “Liever dat ze dan de hond bij ons brengen dan aan een riem in het bos achterlaten… Zo is Bowie bij ons gekomen. Gedumpt door haar vorige baasjes, vastgemaakt aan een hek in het bos. Gelukkig langs het fietspad; Mensen vonden hem na een dag en brachten hem bij ons. En hij koos mij, toen 14 jaar, uit als zijn baasje…” Ze aaide de hond, die opkeek en kwispelde.

Cora wipte van haar stoel en knielde naast de hond neer. “Bowie is nu wat ouder aan het worden; onder zijn bek wordt hij grijs. Over een paar jaar moeten we afscheid van hem nemen en dat is een moment waar ik héél erg tegenop zie…” Ik keek en zag nog net dat Bowie Cora een lik gaf. “Brave hond, hoor.” Ze ging weer zitten. “Maar Lovely en Bowie zijn ook de beste maatjes. Lovely kochten we een paar jaren geleden van een jong stel wat op vakantie ging. De hond kon niet mee. “Eindelijk een paar weken van je af, stomme lawaaischopper”, zei de eigenaresse nog, toen ze de hond kwam brengen. De over het paard getilde stomme huppelkut..." Cora keek boos en vervolgde toen:

"Enfin, toen ze terugkwamen was Lovely hier al opgenomen in de meute en zonder blikken of blozen verkochten de eigenaren haar aan ons. Een jong stel die de hond duidelijk hadden gekocht om er mee te pronken. Nou, een Chowchow is een hele mooie hond, maar ook heel erg eigenzinnig. Kent maar één baas, de rest hoort bij de roedel, maar is in feite onbelangrijk. En een Chow vereist intensieve verzorging door zijn dikke vacht. Hadden de vorige eigenaren totaal geen aandacht voor gehad. Kortom: toen Lovely bij ons kwam begon voor haar een nieuw en gelukkig leven.”

En Margriet vulde aan:

“En Lovely is ondertussen moeder van 5 pups. We hebben één nest met haar gefokt, vorig jaar. Met een andere Chow gekruist, een reu met een nogal indrukwekkende stamboom. Vijf prachtige pups, die ondertussen allemaal een goed huis hebben.” Ze grinnikte. “Toen de pups één jaar werden, hebben we ze allemaal, inclusief de eigenaren, uitgenodigd voor middag in Born. Dat was een groot succes! Lovely was helemaal in de wolken toen ze haar jonkies weer zag en rook. Nou ja, jonkies… De reutjes waren ondertussen groter dan Lovely nu is. Maar het was een middag van hevig gekwispel, spelen en gek doen. Prachtig!”

Lovely was ondertussen naast Bowie neergeploft en Frank aaide haar. “En nu? Nóg een nestje?” Margriet schudde haar hoofd. “Nee. In ieder geval niet meer met Lovely. Ze heeft het prima gedaan, was een voorbeeldige moederhond, maar tijdens de bevalling is ze er zelf bijna aan onderdoor gegaan. Het laatste pupje zat vast en hebben we operatief er uit moeten halen.”

Ze klopte Cora op de arm. “Wij samen. De dierenarts zou te laat gekomen zijn. Met de telefoon op de speaker hebben we haar kunnen opereren en het pupje er levend uit kunnen halen… Dat pupje is nu een mooie blonde Chow, een teefje. En ze heet Cora.” Die bloosde. “Margriet en ik hebben dat diertje samen gered. En Lovely, anders was ze doodgebloed. Maar gelukkig heb jij het ook gered, hé, mooie hond!” Lovely ging op haar rug liggen, poten uit elkaar en liet zich lekker aanhalen.

“Een pracht van een dier, Margriet…” zei Frank. Margriet knikte. “Ja. En als ons lieve dochtertje eens een keertje gaat hardlopen of wandelen: wij hoeven niet bang te zijn dat haar iets overkomt. Heb je foute bedoelingen met Cora, dan heb je meteen twee woedende honden tegenover je.” Ik gniffelde. “En een boze judoka, Margriet. Dat was je nog even vergeten. Cora de judobitch.” Die knikte. “Ja, hoe kon ik dat vergeten…”

Ondertussen waren er genoeg aardappels voor een weeshuis geschild en Gien nam ze van ons over. “Dan jullie wel. Cora, kun jij misschien helpen met de sla? Dan kunnen Margriet, Gonnie en Frank weer gaan zitten; mensen: over ruim twintig minuten kunnen we eten.” In de kamer kletsten we een tijdje ontspannen met elkaar, tot ik Annet wenkte.

“Zussie… kun je even meekomen?” Ik trok haar naar de gang.

“Waar slapen Hans en jij vannacht?”

Annet giechelde. “Jij wilt met Frank op onze slaapkamer rollebollen, zusje?”

Ze gaf me een knuffel. “Da’s prima, meid. Ik slaap wel bij Hans. En morgennacht? Of zijn jullie dan al weer weg?”

Ik schudde mijn hoofd. “Was niet de bedoeling. Maar morgen wil ik plaats maken voor Cora en Rick. Dan slapen Frank en ik wel in de kelder, gaat ook prima.”

Ze stak een duim op. “Die heren gaan het moeilijk krijgen, Gon. Eerst Frank in zo’n romantische meidenkamer en vervolgens Rick die geconfronteerd wordt met het bed waarop hij ontmaagd is…”

Ik knikte. “Ja. En waar de geur nog hangt van een passionele nacht tussen Frank en mij.”

Annet gaf me een stomp. “Jullie verschonen het bed morgenochtend toch wel hé?” “Hé, wat dacht je zelf, tutje… Maar misschien dat er wel een wasje extra gedraaid moet worden, schat. Frank is ook nogal liefhebber van lekkere lingerie, net als Hans en Rick.”

Annet kuste me. “Nou, als je wat extra’s nodig hebt… Je weet het te liggen, Gon.”

Ik giebelde. “Frank was nogal benieuwd naar de bedrijfskleding van de strenge mevrouw Annet…”

Die keek hooghartig. “Die gaat hij niet meer vinden. Mevrouw Annet heeft haar leren outfits een paar maanden geleden netjes schoongemaakt en teruggebracht naar de club. Die waren er wel blij mee. Geen leren corsetten, lange laarzen en latex jurkjes meer. En de diverse zweepjes en andere ehhh…. ‘gereedschappen’ heb ik ook daar gedumpt. Ik kreeg er nog vierhonderd euro voor terug. Een schijntje natuurlijk, maar goed, het spul was natuurlijk wel ‘tweedehands’.”

Ik legde een arm om haar schouders. “Je bent schat, lieve zus. Dank je wel.”

Ik kuste haar, daarna lachte Annet. “Ik hoop dat het bedankje van Frank morgen iets passioneler is, schatje.”

Ik katte terug: “Morgenochtend, als we samen wakker worden in dat heerlijke bed? Zeer zeker. Dan trekt hij mij in zijn armen en fluistert hij: ‘Ik heb genoten vannacht, lieve Gonnie… Wat denk je? Het is nét zeven uur… Zullen we nog een keertje?’ En terwijl hij dat zegt streelt hij héél lief en zachtjes over mijn tepels…”

Annet snoof. “Verdorie, jij ben wel érg, zeg… Zelfvertrouwen is prima, maar dit riekt naar arrogantie. Kréng!”

De gangdeur ging open en Henk z’n hoofd werd zichtbaar. “Zusjes-overleg? Nog tijd nodig of…? We gaan met vijf minuten eten, meiden.”

“Ja Pa…” spotte Annet en Henk z’n gezicht betrok even. “Niet doen, Annet. Daarmee wil ik niet vergeleken worden.”

“Sorry, Henk. Dat flapte er ongecontroleerd uit.”

We liepen naar binnen en ik zei pestend: “Die zus van mij nog een beetje leren hoe ze haar tong in bedwang moet houden.”

Hans keek op. “Mag ik zo vrij zijn om daarover met jou van mening te verschillen, lieve aanstaande tweelingschoonzus? Ik heb niks te kla…” “Hans! Hou jij je tong ook maar in bedwang! Ben je helemaal belazerd… Ik zit me hier plaatsvervangend te schamen, verdorie!

Margriet keek écht boos naar Hans. Annet maakte het echter nóg bonter. “Nou, Margriet… Ik heb ook niks te kla…” ‘Klets!’ Een spons kwam vanuit de keuken trefzeker tegen haar hoofd aan, en Gien stond klaar met de volgende. “Jij ook je flapuit-klep houden, Annet Peters! En jij, Gon, ook, want ik zie dat jij ook aan iets smerigs dacht! Oppassen allebei, of jullie gaan zonder eten naar bed, net als vroeger, denk er aan!”

Frank keek Hans aan. “Tja, dan moeten wij natuurlijk mee. Vervelend, vind je ook niet?”

Hans gaf Frank een ‘high-five’. “Met jou kan ik praten!”

Henk zag het nog even aan, maar wees toen op de tafel. “Dames, heren: zitten. Het diner wordt zo geserveerd en ik ken de gastvrouw: die wordt nogal onhebbelijk als je haar met veel liefde en toewijding bereide maaltijd koud laat worden óf ongeïnteresseerd naar binnen propt.” “Ervaring mee, Henk? En wil je er over praten?” Frank vroeg het schijnheilig, met geveinsde interesse. “Ervaring: ja en nee, ik wil er niet over praten. Pas na de afwas. Anders moet ík namelijk zonder eten naar bed…”

Gien snoof. “Watje. Lieve mensen: de pot schaft vandaag: aardappelen, ‘Haricots Verts’ oftewel gewone sperzieboontjes waar de groothandel een Frans naampje aan gegeven heeft om de winstmarge wat op te krikken, daar staat een schaal sla, door Cora gemaakt, maar volgens het recept uit dit huis; dat heeft mevrouw Amelink Junior onbeschaamd van haar vriendje gejat, er is voor iedereen een rundervink en er staan twee juskommen op tafel, want eentje zou wat krapjes zijn, zo met z’n negenen.

Om vitaminegebrek te voorkomen ligt er ook een komkommer op tafel met een schaaf: help yourself daarmee. En bij elk bord staat een beker: die mag je vullen met éénmaal jus ‘d Orange, en de refill is water met ijsblokjes. Cola serveren wij niét tijdens het eten. Bijzonderheden daarover mag je bij mijn echtgenoot opvragen. Eet smakelijk.”

Iedereen schepte om de beurt wat op en even later waren we lekker aan het eten. Wel zo rustig; even geen gekakel om je heen.

Totdat… Cora pakte de komkommer, liet de schaaf voor wat hij was en stopte de komkommer in de zak van haar jasje.

Gien keek wantrouwend. “Waar gaat die komkommer heen, mevrouw Amelink Junior?”

Cora keek onschuldig. “Je zei net over die komkommer: ‘Help yourself daarmee’. En aangezien ik nog een uur of zestien op mijn stoere piloot moet wachten, dacht ik: Die komkommer kan vanavond wel van pas komen…” Gien keek Margriet aan. “Geef jij haar een pak rammel of doe ik het?”

Margriet griste de komkommer tevoorschijn en legde het ding weer op tafel. “Ik doe het wel. Als we thuis zijn. Ik wil Frank niet in verlegenheid brengen. Maar ja, ik weet niet wat hij gewend is…” Ik pakte Frank bij de arm. “Deze mooie vent is sinds bijna twee weken Gonnie gewend als collega en bijna een week Gonnie gewend als vriendin, dus die is ondertussen redelijk door de wol geverfd, wees maar niet bang.”

Abe zei droogjes: “Oh, dan kunnen we onze gang gaan lui! Vanaf nu: stoppen met toneelspelen, laat zien wie je bent en gooi je haar los!” “Ja, jij vooral, Abe”, zei Annet smalend. De haardos van Abe was nogal dun en daarom hield hij z’n haar ook kort.

Ik keek Frank aan: zijn ogen lachten. Die had het wel naar z’n zin, zo te zien. Zo ging de maaltijd verder: af en toe een grap of een toespeling, dan weer een stukje serieus gesprek… Heerlijk! En na het dessert tikte Frank even op zijn beker.

“Beste mensen, mag ik heel even de aandacht?” Het werd stil en hij vervolgde:

“Ik was door Gon al een beetje voorbereid dat jullie elkaar nogal ‘vrij’ benaderen en ze waarschuwde me dat ik me niet in moest houden. Ik doe m’n best, maar sommige conversaties zijn wel érg bijzonder, moet ik zeggen. Zeker als het over de vruchten van de ‘Cucumis sativus’ gaat…” “De wát?” vroeg Hans en Frank verklaarde: “De Cucumis sativus, in het geval van Cora bijna tot Cucumis satisfactus geworden, maar…”

Een lachbui barstte uit en Cora stak dreigend een vinger op. “Jou krijg ik nog wel, meneer Veenstra!” Hij lachte haar uit en vervolgde: “… maar ik ben enig kind. Na mijn geboorte vonden mijn ouders: ‘Beter wordt het niet’ en ze hadden gelijk natuurlijk.

Daarom ben ik zo’n gezelschap niet gewend; mijn ouders, hoewel hartstikke toffe lui, waren nogal op zichzelf. Hadden slechts twee stel vrienden die af en toe op de koffie kwamen of kwamen logeren. En dan was het best gezellig, maar de woordspelingen die ik zojuist mocht aanhoren, zouden hen nogal doen verbleken.”

Hij zweeg even.

“Nu lukt dat niet meer, want mijn ouders rusten nu op het kerkhof van Heelsum. Mijn moeder leed in laatste jaren van haar leven aan kanker, en toen zij overleden was, openbaarde zich bij mijn vader prostaatkanker. Hij heeft haar nét geen jaar overleefd en is op hun trouwdag gestorven.” Het was nu doodstil rond de tafel.

“Een paar dagen voor zijn dood ben ik bij hem geweest om alle papieren samen door te spitten en toen ik, met heel veel moeite weg ging wist ik: dit is de laatste keer dat ik hem levend zie. En dat klopte: twee dagen later werd hij door de thuishulp dood gevonden. Het hele huis opgeruimd, alles afgewassen en op z’n plaats; het enige gebruikte stukje serviesgoed was een glas waar nog een bodempje water in zat. Een excuusbrief op tafel waarin hij de thuiszorg bedankte en zich verontschuldigde voor de overlast die zijn dood zou veroorzaken. Na het schrijven van dat briefje heeft hij z’n hele voorraad pijnstillers ingenomen. Hij is bewust uit het leven gestapt. En bewust op hun trouwdag. ‘Dan kan ik weer bij je moeder zijn, Frank’ zei hij tijdens mijn laatste bezoek.

Zij geloofden rotsvast in een leven na de dood. Hij is begraven in het graf waar ook mijn moeder lag: naast ‘het kerkje op de heuvel’ in Heelsum. En elk jaar op hun trouwdag fiets ik er naar toe met een fles sterke drank in m’n fietstas…”

Ik grinnikte, wist wat er zou komen. En Gien zond mij een vermanende blik en ik wist wat die blik inhield: ‘Mond dicht of je krijgt er spijt van!’

Ik knipoogde naar haar.

Frank was ondertussen verder gegaan. “En die fles en een borrelglas gaan mee naar het graf. Eén glaasje gooi ik leeg over hun graf; er ligt grind op, dus die Jägermeister komt wel beneden aan. Niet meer dan één glaasje want, zoals ik al tegen Gon zei, bijna twee weken terug: ze zouden eens aanstootgevende dingen kunnen doen daar met z’n tweeën.” Heel even het stil, daarna werd er voorzichtig gelachen. Frank vervolgde: “En daarna schenk ik een glaasje voor mezelf in, proost op hun leven én dat van mij en dat glaasje gaat in één keer naar binnen.” Hij gniffelde.

“De laatste keer werd ik aangesproken door een mevrouw die vond dat het geen pas gaf ‘dat ik me op een begraafplaats liet vol lopen’. Ik heb haar vriendelijk verteld van het hoe en waarom, daarna maakte ze haar excuses en liep ze weg.” Gien zei zachtjes: “Dank je wel voor dit verhaal, Frank…” Hij knikte. “Het is nog niet af, Gien…”

Hij keek mij aan en ik legde een hand op zijn been. “Aanstaande zondag ga ik er weer heen. Niet op hun trouwdag, maar wél om Gonnie aan hen voor te stellen.” Hij keek nu ondeugend. “En voor de duidelijkheid: dan gaan er twee glaasjes mee!” Zowel Gien, Margriet als Henk staken hun duim op, de rest knikte. “Prima, meid”, zei Annet.

Frank vervolgde: “Ja, je zus is inderdaad een ‘prima meid’. Ik heb drie jaar samengewoond met Hetty. Ook in Schaarsbergen. Die relatie liep fout: zij vereenzaamde daar; ik was heel veel weg voor m’n werk en m’n studie en zij had haar baan opgezegd. Had ze niet moeten doen, maar dat is ‘with the benefit of hindsight’.

Toen ik haar eens voorstelde om mee te gaan naar de begraafplaats in Heelsum keek ze alsof ze water zag branden en zei: ‘Waarom? Ik ken ze helemaal niet. Geen trek in.’ En dus ging ik een paar dagen later alleen. En toen ik dit verhaal recent aan Gon vertelde zei zij: ‘Dan ga ik met je mee.’ Zonder gedoe. Zo is ze blijkbaar opgevoed, waarvoor dank, Gien. En mede daarom hou ik van deze rooie dame hier naast me.” Hij gaf me een zoen en er werd gefloten en gejoeld.

Totdat Gien het woord nam. “Lieve Frank… Vorige week, toen jullie weg waren, zeiden Henk en ik tegen elkaar: ‘Dat is een hele goeie vent. Als hij en Gonnie het eens kunnen worden… Prima!’ En normaal zeg je dat als moeder van je… ahum… lieve en onschuldige dochtertje natuurlijk never nooit niet tegen een potentieel aanstaande partner; als moeder bezie je alle kerels met een enorm wantrouwende blik, daar ben je moeder voor. Da’s onze levenstaak. Maar bij hoge uitzondering zeg ik dat nu wel tegen jou: je bent een prima kerel en hier ben je, mét of zonder Gon, altijd welkom.”

Ze stond op en gaf Frank een zoen. “En dat geldt voor ons ook, ook al word je geen schoonzoon van ons, Frank: maar ook in Born-West ben je van harte welkom.” Margriet stond ook op om hem een zoen te geven. Annet trok Cora overeind. “Dan moeten wij ook maar hé?” Cora giechelde. “Ja. Nu kan het nog. Voor mij ten minste. Rick is er toch niet.” Annet knikte. “En Hans heeft het maar te slikken.”

“Ehhh… Da’s meer jouw afdeling, zuster Annegonda…” Hij zei het zachtjes, zodat beide ouderparen het niet hoorden. Uiteindelijk had iedereen Frank een zoen of een hand gegeven.

Ik keek hem aan. “En? Hoe beviel je maidenspeech in Huize Peters?” Hij knikte. ‘Viel best wel mee. Ze gooiden ten minste niet met rotte eieren en overrijpe tomaten.” Ik gaf hem een snelle zoen. “Ik ben trots op jou.” Henk riep ons allemaal tot de orde. “Dames, heren… We hebben heerlijk gegeten en zo, maar daarna moet er ook afgewassen worden. Meestal is dat mijn taak, maar dan was ik het spul van twee, hooguit vier mensen af. Nu hebben we met z’n negenen gegeten en dat vind ik iets te gortig om alleen te doen. Ik zoek dus Chinese vrijwilligers.”

Frank keek me aan. “Chinese vrijwilligers? Wat is dat?” Ik zuchtte. “Iemand zoekt vrijwilligers voor een rotklus. Iedereen doet een stap naar achteren, maar er zijn altijd wel een paar sukkels die blijven staan. En daar heb je je vrijwilligers.” Hij keek bedenkelijk. “Ik heb net al meer aardappelen geschild dan Vincent van Gogh ooit geschilderd heeft, dus ik pas even.”

Ik trok hem overeind. “Niks ervan, meehelpen jij. Je hebt zojuist weliswaar een paar puntjes gescoord met je ontroerende toespraak, maar da’s niet genoeg voor een eerste weekend, vriend. Húp, aan het werk en vooruit: ik zal ook de handen uit de mouwen steken. Henk, vertel: wat wil dat wij doen?” Die wees. “Laat Frank maar afwassen, jij droogt en ik ruim op. Dan kan ik het spul ten minste overmorgen weer terugvinden…”

Ik keek boos. “Alsof ik er een puinhoop van maak hier… écht niet. Jullie kerels kunnen een keuken gewoon niet organiseren.” Met wat goedmoedig gekibbel werd er afgewassen. En op een gegeven moment kwam het gesprek op IT, toen gingen de heren nogal los. Enfin, de afwas duurde wat langer dan gebruikelijk. Toen we weer in de voorkamer aanschoven nam Gien het gesprek over.

“Even over morgen, mensen. Hoe laat zou Rick op Beek landen, Cora?” Die raadpleegde haar telefoon. “13:20. Met een vlucht van Ryan Air, de zielepoot. Kan dus het eerste halve uur niet lopen door trombose in z’n benen, dankzij de vele beenruimte die Ryan Air aan haar passagiers gunt.” Ze grijnsde gemeen. “Nou ja, als hij dan niet kan lopen, kan hij ook niet weglopen als hij me ziet; dan heb ik ‘m zó te pakken.”

Gien kapte haar af. “Mooi. Als jij je vriendje dan op één of andere manier naar mijn Tiguan transporteert, rijden we daarna hierheen en vieren we zijn thuiskomt.” Ze keek naar Abe, Margriet en Hans. “En daar zijn jullie ook bij, denk er aan! Wat we daarna gaan doen, mag een ieder voor zichzelf weten, maar eerst vieren we dat mijn stoere zoon weer thuis is.” Annet giebelde. “Ik heb wel een indicatie wat Rick en Cora daarna gaan doen… Moeten wij Lovely en Bowie dan maar even bezig houden, Cora?”

Die schudde haar hoofd. “Niks ervan. Anders gaat Lovely helemaal ballistisch: haar baasje terug en nu mag ze niet meer naar boven? Als je een woedende Chow tegenover je wilt hebben, moet je dát vooral proberen…” Margriet knikte. “Lijkt me een goed plan. Dan wel die komkommer beneden laten, Coortje. Rick zou er iets van kunnen vinden.”

Cora keek nu verbluft. “En dat is mijn eigen moeder? De normaal zo nette mevrouw Amelink? Hoeksteen van de Bornse samenleving, de strenge eigenaresse van een gerenommeerd hondenpension, waar de hondjes na drie weken als herboren weer aan hun baasjes worden teruggegeven? Het zal toch niet…” Margriet lachte haar uit.

Cora zuchtte en keek op haar horloge. “Verdorie, waarom gaan die wijzers niet sneller?” Annet legde een arm om haar heen. “Hé meid, zit je zó te wachten op die stoere broer van ons?” Cora knikte. “Het kan me niet snel genoeg morgenmiddag zijn…” Annet keek mij aan, vervolgens Hans en Frank. “Jongelui, wij gaan ons even moe maken in het zwembad. Zorgen dat juffrouw Amelink lekker slaapt vannacht. Gon en Frank: hebben jullie zwemspullen bij je?”

Wij knikten. “Mooi. Die pakken, alsmede handdoeken enfin, al het spul wat je normaal in een zwembad bij je hebt. Dan rijden wij even naar Born-West, daar halen Coor en Hans even hun zwemspullen op en vervolgens rijden we naar het zwembad. Dat is tot negen uur open, dus we hebben nog bijna twee uur.” Ik sprong op. “Prima plan, zusje. Onze spullen staan nog in Frank z’n auto, dus…” Margriet en Abe keken elkaar aan. “Wij nemen Bowie en Lovely straks wel mee. Ehh… Coor, Hans: waar slapen jullie?”

“Gewoon thuis, ma.” Annet giebelde. “Ik niet. Ik duik bij mijn stoere vent in bed. Op zolder, dus niemand hoort wat…” Hans rolde met zijn ogen en dat zag ik. “Ja Hans, het is afzien met haar. Maar je hebt er zelf voor gekozen, kerel.” Annet trok hem de gang in. “Mee jij, voordat Gon je gaat verleiden.”

Even later zaten we in Frank z’n auto. Heel rolbevestigend: Frank en Hans voorin, de meiden achterin. En ik in het midden. Ik moest mijn benen verdelen over een nogal hoge middentunnel: één voet links, één voet rechts. “Jammer dat je geen kort rokje draagt, schat”, zei Frank plagend toen ik zat te worstelen om fatsoenlijk te zitten. “Zal ik binnenkort wel eens aantrekken. En dan hier gaan zitten terwijl we op weg zijn naar Renkum. Ik hoop van harte dat al die airbags in zo’n Volvo werken, want die zullen hard nodig zijn als jij, met een laatste blik op mijn meer dan volmaakte bovenbenen, deze auto in de vangrail parkeert… met 150 kilometer per uur. Het lijkt me op zich wel een mooie dood, schatje.” Hans zei droogjes: “Als jullie daar even mee willen wachten tot An, Coor en ik zijn uitgestapt… Fijn, alvast dank.”

Even later stonden we voor Huize Amelink. Cora en Hans renden naar binnen voor hun zwemspullen; een hele meute honden stond voor het hek te kwispelen. Ik stapte uit en deed het hek open. Bernice de teckel blafte een keer; toen rook ze me en was het goed. Sylvia de Husky kwam ook poolshoogte nemen: ook die herkende mij als ‘goed volk’. De andere honden snuffelden even, maar liepen toen weer richting schuur.

Ik wenkte Frank. “Kom maar. Even kennismaken met de twee andere vaste bewoners van dit huis. De Husky heet Sylvia. Zij is de Alfa-female. Bernice, zo heet de teckel, is tweede in de roedelvolgorde. Klein, maar ze heeft de wind er altijd goed onder! Als één van de logeerhonden iets doet wat haar niet zint heeft die hond daarna een heilig ontzag voor teckels. Ze is razendsnel en bijzonder slim. Samen houden zij orde en rust in de roedel.

En die roedel varieert best wel; om de paar weken zijn er andere logeerhonden. Sylvia laat de dagelijkse gang van zaken over aan Bernice; pas als er écht ingegrepen moet worden grauwt Sylvia een keertje en laat haar tanden zien. Daarna is de opstandeling wel rustig…” Frank liet zijn hand door Sylvia en Bernice besnuffelen. En beiden keurden hem goed. “Waarschijnlijk omdat je samen met Coor hier binnenkwam. Haar lucht zit aan je handen. En de lucht van Bowie en Lovely natuurlijk; die heb je nogal intensief geaaid.” Frank knikte. “Prachtig, al die honden… Met name deze Husky. Wát een mooi dier…” Ik knikte. “Ja. Maar het is veel en hard werken. Eerste runde Margriet de opvang alleen en sprongen Hans en Coor alleen in de vakantie bij; nu Coor met haar studie bezig is, heeft Margriet er een bijna fulltime medewerkster bij. Daarom kon ze ook fokken met Lovely; zo’n nest met pups kost enorm veel tijd en nachtrust. Als ze dat alleen had moeten doen…” Ik schudde mijn hoofd.

Frank zat op zijn hurken de Husky te aaien. En Sylvia vond dat blijkbaar prima; die ging zitten genieten. Ogen half dicht… Plotseling gooide ze haar kop in haar nek en produceerde een lange ‘wolvenhuil’. “Teken dat ze je wel mag, Frank. Sylvia voelt zich op haar gemak bij je. Eén advies voor als je hier vaker komt: Husky’s zijn over het algemeen best wel sympathieke en aardige honden, maar laat ze met rust als ze eten. Als jij het gore lef hebt om haar bak met eten te benaderen, krijg je een hele lage, gemene grom te horen en kijk je tegen haar tanden aan. Ga je dan toch door, heb je diezelfde tanden in je hand zitten. En de beet van een volwassen Husky is bijna net zo krachtig als de beet van een wolf. Dat je het maar weet…”

Frank zat er niet zo mee; hij bleef Sylvia rustig strelen. “Wij hebben nooit huisdieren gehad, Gon. Mijn moeder was allergisch. Een goudvis had gekund, maar da’s gewoon zielig. Als ik dit zie, en Bowie en Lovely…” Ik kuste op zijn kruin. “Ja, het ziet er allemaal heel lief en aandoenlijk uit, Frank, maar bedenk wel: wij werken allebei. En ik ga niet stoppen met werken, nu we een relatie hebben. Dus we zijn allebei overdag weg. Een hond kan niet mee naar het werk of mee naar een klant. En thuislaten? Alleen? De beste manier om een hond doodongelukkig te maken.

Zó is Lovely groot geworden: baas en bazin overdag weg en de hond moest zich maar redden. Het beest was schuw, bang voor letterlijk alles en iedereen. Uiteindelijk hebben Rick en Cora haar gerehabiliteerd en Rick werd haar Alfa-male. En kijk nu: Ja, ze blijft een Chow, dus best wel eenkennig, maar ze is niet schuw meer, is een vrolijke hond die haar ‘forever home’ gevonden heeft. En een schat van een dier. En zij is morgen helemaal door het dolle als Rick er weer is, dat weet ik zeker.”

“Inderdaad… Lovely zal van gekkigheid niet weten wat ze moet doen…” Cora lachte. “Eens kijken of we haar meenemen naar het vliegveld. Ze is in staat om die kist in te stormen, Rick er uit te sleuren en van boven tot onder af te likken…” Frank stond op. “Ik heb nú al medelijden met Rick. Door zijn twee vrouwen worden aangerand… Want jij hebt ook grote plannen met hem, mevrouw Amerlink Junior! En kijk maar niet zo zedig, daar trap ik niet in!”

Cora stak een vinger in een pruilmondje. “Weet ik niets van. Ik ben een heel onschuldige studente…” Ik maakte een spottend geluid tussen mijn tanden. Hans kwam erbij staan. “Zo. Ik ben er ook klaar voor. Zullen we?” Een kwartier later liepen Annet, Cora en ik het ‘familie-kleedhok’ uit. Zoals gewoonlijk hadden we ons samen omgekleed. Annet en ik hadden hetzelfde badpak aan: zwarte met groene strepen; Cora een lichtgele bikini die bijzonder goed stond bij haar zongebruinde huid. Toen ze hem had aangetrokken floten Annet en ik even. “Dat broertje van ons vreet je op, schat. Als we morgen nog gaan zwemmen… Ik zou maar een kuisheidsgordel dragen als ik jou was.”

Cora knipoogde. “Misschien heb ik daar helemaal geen zin in, lieverds. Maar nu: zwemmen!”

Toen Frank en Hans erbij kwamen staken die hun bewondering ook niet onder stoelen of banken: er werd gefloten. We renden onder de douche door en Cora nam de leiding. “Waterpolotraining, dames en heren! Tien maal 25 meter, om en om onder en boven water. Vanaf de startblokken naar de overkant onder water, de terugweg boven water. En degene die het laatste aankomt is een watje. Op de startblokken…”

Er stond een badmeester te kijken en ik wenkte hem. Een jonge knul die een tijdje geleden een poging had gedaan om met Annet en mij aan te pappen. Louis heette hij. “Louis… Kun je ons een plezier doen en ons een startsein geven en de tijd bijhouden? We zwemmen tien baantjes, afwisselend onder en boven water…” Hij grinnikte. “Waterpolotraining? Prima… Op de startblokken dan, als ik fluit, mogen jullie er in.” Hij keek vanaf de zijkant. “Iedereen gereed? Opletten dan…” En hij floot.

Ik maakte een lange duik, lekker vlak. Prima, dat lukte goed. Meteen voorsprong. Schoolslag onder water, borstcrawl boven water. Ik lette niet op de rest, concentreerde me alleen maar op perfecte slagen en goede keertechniek. Gelukkig waren bij dit zwembad de tegels aan de korte kanten van het bad voorzien van ribbels; geen kans dat ik uitgleed bij het keren, zoals in Renkum! Tijdens het keren voor het 6e baantje keek ik voor het eerst bewust naar de anderen: Frank lag één lichaamslengte achter me, Annet en Cora daar iets achter en Hans moest nog twee meter, dan zou hij keren. Mooi zo… Nu dit tempo volhouden Gonnie! Want het zou me niets verbazen als Frank, maar ook Annet, hun krachten spaarden voor de laatste twee baantjes. En ik voelde langzaam de verzuring toeslaan…

Het 7e en 8e baantje lieten geen verandering zien, maar bij het keren voor het 9e baantje zag ik dat Frank dichterbij was gekomen. Verdorie… Gás erop, Gon! Maar onder water, met schoolslag kon ik niet sneller en Frank blijkbaar wel; we gingen gelijk op. Laatste baantje, boven water: je geheime wapen, Gon: vlinderslag! Ja, kost meer kracht, maar je gebruikte andere spieren. Bij elke slag kwam ik half boven water uit en dat scheelde weerstand. En dus snelheid… Compleet buiten adem tikte ik aan en hing meteen als een zoutzak aan de handgreep onder het startblok.

Frank was vlak achter me geëindigd. Cora en Annet zwommen bijna gelijk op en tikten ook aan. En Hans finishte als laatste, zo’n meter of acht na beide meiden. Alle vijf hingen we nogal ‘total loss’ aan de handgrepen. Louis, boven ons, deelde de score mee. “De winnares: Gonnie met een tijd van 3 minuut 56 seconden. Gevolgd door meneer in baan 3 met een halve seconde achterstand. Derde plaats: Annet en Cora met 0,6 seconden daar achter en sorry dames, ik kon jullie niet apart klokken; er zat misschien een haarbreedte verschil tussen jullie. En als laatste, maar niet minder verdienstelijk: Hans in baan 4 die 1,2 seconde achter deze dames aantikte… Ehhh… Er is nog plaats in ons waterpoloteam!”

We gniffelden en Cora zei hijgend: “Morgen komt een van de leden weer een paar weken terug, Louis. Rick Peters.” Louis keek nadenkend. “Is dat ‘Rick de Orca’? Zullen ze bij het eerste team blij mee zijn. Maar dames en heren: prima tijden neergezet, ik kan niet anders zeggen!” “Dank je wel voor het klokken, Louis. Aardig van je.” Hij lachte. “Het is rustig, dus het kon. Graag gedaan. En doe de groeten aan Rick! Dat is toch jullie broer?” Ik knikte en wees naar Annet. “Van ons tweeën. Maar: veel belangrijker: zijn vriendin zwom op baan 5.” Cora stak haar hand op. “Oké… Nogmaals: doe hem de groeten van me.” Hij lachte ondeugend. “En hoe je dat doet…”

Cora snibde: “Daar heb ik wel mijn eigen middeltjes voor, Louis!” “Ja, dat dacht ik al… Fijne avond samen!” Hij liep weg, richting kinderbad, waar nog wat ouders met hun kinderen speelden. “Zeg Gon…” Annet keek me aan. “Wat gooien ze in Ede door de koffie? Verdorie, meestal zwommen wij wel gelijk op…”

Ik wees naar Frank.

“Ik moest wel. Mijn strenge chef zwom achter me aan. Maar… dames en heren: wij zijn allemaal onder de vier minuten geëindigd! Da’s toch best een prestatie.” Annet lachte vals en sloeg haar armen om Hans z’n nek. “Ja, zelfs mijn stoere vriendje. Valt me niks tegen, Hans. Je kunt je zó aanmelden voor het onderdeel rolstoelzwemmen.” De normale uiterst rustige en gelijkmatige Hans, die slechts met grote moeite van zijn stuk te brengen was, snauwde nu:

“Je kunt ook op een normale manier tegen me zeggen dat ik goed gezwommen heb in plaats van me te kakken te zetten.” En hij liet de handgreep los en zwom naar het trapje.

Cora hield hem tegen. “Hé jij! Omdraaien en terug naar je vriendinnetje. Die is zich rot geschrokken. An: doe normaal!” De ogen van Annet waren groot van schrik geworden. “Sorry Hans… Ja, dat was een rotopmerking.” Hij bromde: “Nogal. Viel niet goed. Dit was de snelste 250 meter die ik ooit heb gezwommen en dan word ik nóg afgezeken. Door jou, notabene.”

Ondertussen had An haar armen om zijn nek geslagen en zoende hem. Frank draaide zich om richting trapje. “Kom dames. Later we die twee even tijd gunnen.” We gingen het bad uit en onder leiding van Frank deden we wat spier-oefeningen op het gras. Even later kwamen Hans en Annet er ook bij: weer hand in hand lopend. Cora keek naar Annet: “Uitgepraat?” Die knikte. “De rest doen we vanavond wel…”

“Ik heb nú al medelijden met je, Hans” zei Frank en Annet snauwde: “Daar heb jij helemaal geen verstand van, meneer Veenstra! Weliswaar lijkt jouw vriendinnetje best wel op mij, maar in sommige zaken zijn we behoorlijk verschillend, denk er aan!” Frank antwoordde niet, maar knipoogde.

Na wat rek- en strek-oefeningen puften we even uit in het gras. Ik hing tegen Frank aan, Annet tegen Hans met Cora aan de andere kant. De conversatie werd langzaam en rustig, zonder al te veel grappen. Hans vertelde wat over zijn projecten bij Nedcar, Frank legde uit wat ons bedrijf deed en Cora vertelde wat over de huidige logeerhonden.

Om half negen zagen we Louis bezig de drijvende lijnen uit het 25 meter bad te halen. Cora liep naar hem toe, ze kletsten even, daarna kwam Cora terugrennen. “We hebben nog 25 minuten om nog even te poedelen, jongens. Er zijn geen lui meer die baantjes willen trekken en de poort is al dicht. Om negen uur moet iedereen het bad uit zijn, om half tien sluiten ze af. Dus…?” Annet sprong op en trok Hans overeind. En ik Frank.

“Kom op, heren. Lang genoeg geluierd. Nog even lekker stoeien in het water.” “Nee hé, niet wéér…”, mopperde Hans. “Luister dames: water is grotendeels bedoeld om in te vissen. Nou ja, dit water niet, want geen vis het overleven, maar…” Annet trok hem richting het bad, Cora hielp mee. “Er in, luie mopperkont!” En met een lompe plons verdween hij onder water. Frank keek me aan. “Als jij denkt dat je mij zo in het water kunt smijten… Forget it, dame!”

Ik giebelde. “Meiden! Willen jullie even helpen om Frank bij Hans te brengen?” Annet en Cora kwamen aangerend. “Hulp nodig, Gon? Wacht maar…” Cora greep Frank beet om hem ten val te brengen maar dat viel niet mee: hij ontweek haar voetveeg handig. Annet greep hem van achteren beet, ik van voren en samen dwongen we hem op de grond. Ik ging op zijn borst zitten. “Zo, meneer Veenstra. Ga je zelf lopen naar dat bad of moeten we je er in smijten?”

Hij keek me rustig aan. “Wedden dat je binnen tien seconden gillend van me af springt?” Hij greep me plotseling tussen mijn benen en ik gilde inderdaad. Van de schrik. “Rotzak!” Annet er Cora zagen wat hij deed en grepen zijn armen. “Ik dacht dat jij een lief vriendje was voor mijn zus… Je bent gewoon een smeerlap, Frank! Cora, jij pakt hem links aan een arm en een been, ik rechts! Gon, jij houdt z’n benen in bedwang. En samen richting water. Kom op, meiden!”

Ik pakte Frank zijn voeten, de andere meiden tilden hem op en samen droegen we hem naar de waterkant. Frank probeerde zich nog los te worstelen, maar dat hield snel op toen ik zijn kruis greep. “Stoppen, anders knijp ik harder!” “Ja, lieve Gonnie…” Hij hield op met schoppen en verdween even later ook onder water. Ik gaf de meiden een high five. “Dank jullie wel, schatten. Kom, wij er ook in, anders krijgen we commentaar.”

Ik dook onder water naar Frank en trok snel zijn zwembroek omlaag. Annet zag wat ik deed en maakte dezelfde beweging bij Hans. Cora maakte het af door de zwembroek van Hans helemaal omlaag te trekken, tot zijn enkels. Kortom: binnen de minuut was het één grote stoeipartij in het water, waarbij wat zwembroeken, bikinibroekjes en bovenstukjes werden verschoven of verwijderd. En na tien minuten hijgde ik: “Zullen we er maar uitgaan jongelui? Zo dadelijk komt Louis terug terwijl hier een paar zwembroeken en bikini’s los in het water drijven…” Hans zei: “Nou én? Gun die knul ook een leuke afsluiting van de werkdag…”

Cora keek nuffig. “Niks ervan, broertje. En ik morgen tekst en uitleg moeten geven aan Rick, omdat meneer Louis z’n klep niet kon houden? Echt niet. Aantrekken die handel.” “Gelukkig maar”, zei Frank. “Zonder badpak zou ik niet geweten hebben bij wie ik in het badhokje moest zijn…”

Annet keek hem aan. “Dan had Hans je dat héél snel duidelijk gemaakt, meneer. Mijn vriendje is weliswaar geen judo-goeroe, maar best wel goed in het hanteren van een willekeurig stuk boomstam of steigerpijp.” “En ik denk dat je van mij ook wat commentaar had gekregen als je bij Annet in een badhokje was gekropen, denk er goed aan!”

We gniffelden. “Kom jongens. Weer samen in zo’n familie-kleedruimte. Wel zo handig. ten slotte zijn we bijna familie… Toch?”

Annet keek rond en er kwam geen tegenspraak...
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...