Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Wisse
Datum: 03-02-2010 | Cijfer: 6.8 | Gelezen: 5367
Lengte: Lang | Leestijd: 27 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Reunie,
Vervolg op: Reünie - 3
Het wond mij op. Ik kreeg een stijve en ik werd er opnieuw emotioneel van. Om alles. Om de hele reünie van weerzien en herinneringen, van confronteren met mijn onvolwassen stiekemheid. Een ongekoesterd geheim dat me een masker had gegeven. Wat is erger, dacht ik nog: het verlangen naar een lieve vent verstopt te houden, of de schande een inwendige hazenlip te hebben. Die hij waarachtig gewoon zonder omhaal te boven was gekomen.

Indiaan Bastiaans haar rook lekker. Zijn lijf was heerlijk warm. Mijn arm er omheen onschuldig, ondanks dat ik een stijve had en ondanks dat het in me gloeide. Voorzichtig schurkte ik me wat dichter tegen hem aan. Het kon me niets verrekken. Eén keer. Eén keer dit te beleven met een vriend van vroeger…

Ik schrok wakker toen de slaapkamer deur werd opengestoten, schrok van mijn zo intieme samenliggen met Bastiaan die nog steeds zo warm en dicht tegen me aanlag, onder mijn arm onder het dekbed. Marieke met een dienblad, met een ontbijt. ‘Mogguh, jongens, schuif e’s op?’ Ik had me niets meer te realiseren. Over of Bastiaan al wakker was geweest terwijl hij zo tegen me aanlag, of me te schamen voor Marieke. Bastiaan duwde me naar achteren met zijn warme lijf om ruimte te maken voor Marieke en ik voelde zijn warme billen in mijn schoot, tegen mijn ochtenderectie.

‘Marieke toch,’ hoorde ik Bastiaan brommen, die zich wat lui uitrekte terwijl en hoofdkussen aan de kant werd getrokken voor het dienblad. Terwijl ik tegen Bastiaan aangeklemd lag, die in me gerold leek, met nog steeds mijn hand onder het dekbed en om zijn middel.

‘Lekker geslapen, lieverds?’ Ik bloosde zowaar. Mijn masker was zoek. Drie mokken koffie, drie glazen jus, drie warme broodjes. ‘Ik hoorde je al bezig in de keuken,’ bromde Bastiaan met zijn hesige stem. Verdomme, dacht ik. Hij was wakker geweest, hij lag gewoon zo warm voor me, zo intiem terwijl ik sliep.

‘En jij Ferre?’ Ze straalde de vrije zaterdagochtend uit, mij tegemoet. Marieke met haar brede bos wilde krullen, haar mager slanke zitten op de bedrand voor Bastiaan. Ik knikte. Ik kon even niks zeggen, terwijl ik me losmaakte van Bastiaan en me wat ophees, op een elleboog steunend op mijn zij hangend omdat er niet meer ruimte was.

‘Een ontbijt op bed. Da’s lang geleden,’ glimlachte Bastiaan hesig, terwijl hij me een mok koffie aangaf. ‘Vertel e’s,’ grinnikte Marieke, ‘nou maak je me nieuwsgierig. ‘O, een scharrel van de sportschool…’ grinnikte indiaan Bastiaan zich op zijn rugdraaiend en daarbij de benen door mijn opgetrokken benen stekend, ‘…lang geleden. Jij was net weg, Ferre. LuïsJan wilde niet alleen gaan… anders was ik er nooit aan begonnen…’ ‘Is het niks geworden?’ vroeg Marieke aan Bastiaan ‘Nee… mannen! Ze zijn niet te vertrouwen.’ Het klonk komisch, vooral zoals Bastiaan het met zijn hese stem zei. En Marieke grinnikte er samen met hem om. Maar bij mij kneep alles samen in ik verborg me achter mijn mok koffie, met Bastiaans warme lijf tegen me aan, zijn gestrekte benen onder het dekbed tussen mijn opgetrokken benen, zijn heup tegen mijn ochtenderectie die van schrik verschrompelde. Bastiaan en mannen… en dat Marieke er zo gewoon overdeed… bij ons in de bouwwereld was dat wel anders…

Later vertrok Marieke, met het dienblad en na twee dikke zoenen voor ons. Ze had verplichtingen elders in dit vrije Hemelvaartsweekend. En zo liet zo ons opnieuw alleen.

Later, toen schoof Bastiaan terug naar zijn eigen plek in het bed, liet mij verbijsterd en koud wordend achter.

Hij had zich laten pijpen vroeger, dat had ik gezien. Maar ik had gemeend, dat hij met zijn handicap en daarom zijn verlegenheid en het gebrek aan vriendinnetjes dat in een soort uitvlucht had gedaan. Zoals zoveel mannen.

En nu Marieke vertrokken was, zag ik weer iets van zijn verlegenheid terug komen. En ik voelde het precies aan, dat zij voor hem een bliksemafleider was geweest. Zoals ik dat zelf altijd ervoer, met een makkelijke derde erbij, zelfs in mijn werk.

‘Vind je het vervelend… ik bedoel, had ik het je moeten zeggen?’ Bastiaan lag er achterover, met zijn uitgespreide dikke haar. Net als vannacht, maar dan nu meer op afstand omdat ik nog steeds aan de bedrand lag. Ik glimlachte. Vreemd. Ik had mijn masker terug. Ik schudde mijn hoofd, terwijl het in mij stormde.

‘Toen we in Frankrijk waren, ben ik verliefd op je geweest… ik dacht echt dat Wout toen iets met je wilde… en dat jij het prettig vond.’ Ik sloot mijn ogen. Ik glimlachte nog steeds. ‘Het is een compliment, hoor?!’ Zijn raar hese en wat timide stem. Het smolt in me en toch was ik machteloos. Het lukte me niet. Verdomme. Die verlegen indiaan Bastiaan had met een dubbele handicap rondgelopen. Althans zo voelde dat voor mij. En hij was het de baas geworden.

Douchen met de deur open. Gewoon. Ongewoon. Om Bastiaan naakt te zien met zijn natte dikke donkere indianen manen, zijn slanke gebruinde lijf, met van werken sterke spierrondingen, zijn slanke bruine billen en sterke benen, zijn bruine ontspannen lul, het weinige lichaamshaar dat niet meer was dan een bijgeknipt schaamplukje.

En ik zelf. Nog gebruind van vorig jaar, met de lichte afdruk van mijn zwemboxer, wat magerder. Te mager, vond ik zelf voor de spiegel staand, en moest terugdenken dat de sproetenkoning Rooie Frank jaloers was geweest op mijn gebruinde wang, die met een vinger gestreeld had. Die lompe stoere Frank.

Een schone slip van Bastiaan, een dunner shirtje want het was prachtig weer, oranje rood met V-hals en beschamend nichterig vond ik, boven mijn eigentijdse nette sleetgemaakte jeans met bruinlederen riem. ‘Stoer,’ vond Bastiaan, in een soortgelijk shirt een versleten jeans en afgetrapte gympen.

Zo haalden we mijn auto af bij het parkeerterreintje van het houten clubgebouwtje waar we gisteren de reünie gevierd hadden. En we reden in mijn auto de stad uit naar het hoveniersbedrijf van Bastiaan en zijn vader.

Een stalen hek. Erachter een exotische weelde die een platte vijftigerjaren bungalow verscholen hield, een loods waarachter Bastiaan een kwekerij begonnen was met inheemse bomen en struiken en planten. Daar was vraag naar. Op het terras in de exotische wereld en de lauwe luwte met een vijver en een klaterend watertje zaten zijn ouders, oude mensen, na vijftien jaar. Geleefde mensen. Aardig, warm. Waar ik al die tijd geweest was. Ja, dat vroeg ik mezelf ook af. We zijn nog door het huis gelopen, na de koffie, de middagborrel en een warme maaltijd. Bastiaan wilde een advies, omdat hij er ter zijner tijd zou gaan wonen. ‘Op z’n minst de isolatie,’ zei hij. ‘Daar moet je het bij laten…’ zei ik, ‘…alles meer doet afbreuk…’

In de loop van de zaterdagmiddag gingen we naar LuïsJan. Een warme lichte doorzonwoning, een warme lichte vriendin, jong en eigenzinnig, een onderhoudsarme tuin waar Bastiaan de hand in had gehad. Mooi, vond ik, om de eenvoud, de kleuren groen, de bladvormen. Het was genoeg.

Toen ook Wout en Frank daar nog binnenstuiterden (had LuïsJan ze opgebeld?) toen vertrok zijn lichtblonde vriendin, nadat ze een flinke portie chinees voor ons had besteld. Mannen onder mekaar… Maar het werd mij vreemd te moede, bij een biertje en met z’n vijven aan een grote tafel. Helemaal toen het werkstuk van vijftien jaar geleden ter tafel kwam, en foto’s van de survival waarvan ik het bestaan niet kende.

‘Hé, Ferre dromer.’ Wout, met een arm om mij heen, me heen en weer schuddend. Ik grinnikte. Hij trok aan het oranjerode shirtje dat ik van Bastiaan te leen had. ‘Staat je. Lul.’ Meer bier. Oldboys together. Rooie Frank met z’n offshore baan was goed in bierdelen.

‘Weet je, Ferre. Eigenlijk ben jij van ons de enige die het gemaakt heeft.’ ‘We gaan toch niet Amerikaans doen, hè?’, grinnikte ik. ‘Nou, dat is toch zo…’ ‘Gemaakt, gemaakt…’ bromde ik afwijzend, ‘…het gaat er toch om dat je gelukkig bent?’ ‘Ja, daar heb je gelijk in.’

En opeens wist dat ik een snaar geraakt had. Mijn eigen snaar, en dat ze het alle vier voelden. Omdat het ineens stil werd.

‘Wie is er gelukkig?’, zei Wout. ‘Ik,’ zei Rooie Frans prompt, het bier heffend. ‘Ik mag niet klagen…’ grinnikte latino LuïsJan in z’n stadsplat, ‘…helemaal niet, eigenlijk.’ Indiaan Bastiaan vlak voor me zweeg en keek naar mij. En ik keek opzij naar blonde Wout die de laatste vraag gesteld had. ‘Half…’zei Wout, ‘… ik zie m’n tweeling te weinig.’

Het was opnieuw stil. ‘Gaan we morgen nog iets leuks doen?’ vroeg LuïsJan toen de stilte verbrekend. ‘Ja…’ bromde Frank, ‘…nog e’s een kater verslaan en dan onze auto’s ophalen.’ ‘Iets leuks, bedoel ik,’ hield LuïsJan vol.

‘Wat is geluk,’ hoorde ik blonde Wout naast me mijmerend. Frank zuchtte duidelijk, was geërgerd. ‘Een rugzak zien kwijt te raken,’ zei indiaan Bastiaan tegenover me met die hese stem waar ik nog steeds aan wennen moest. Een rugzak. Bastiaans verleden, van een idioot halsstarrig dubbelgeheim. ‘En voor jou, Ferre?’, vroeg Wout. Want ik was er immers zelf over begonnen.

‘Dit,’ zei ik met een verstrakte glimlach, omdat ik opnieuw emotioneel was, doelend op ons samenzijn van vijf aan een tafel vol van Chinese resten en foto’s en een oud verslag. Wout schudde me door elkaar met die arm. ‘Blijf dan ook niet zo lang weg…’

Flarden. Een flow van aaneenschakelingen, onwezenlijk bijna. Ik was er nieuwsgierig naar geweest, vooraf. Maar het confronteerde me met mijn veilige bestaan.

Bastiaan had minder gedronken dan ik. Hij reed me in mijn auto naar zijn huis en zette me onder de douche. En ik sliep ook die nacht bij hem thuis. En ook weer bij hem in bed al was de bank nu vrij. Ik sliep letterlijk bij hem, ik schurkte me warm in zijn foetushouding. Bastiaan, een homo met een licht gebrek. Hij was het beide te boven. En ik? Een door elkaar geschudde en gemangelde vertwijfelde met een masker, in een lome tipsy dronkenschap alweer, in een heerlijk aanliggen met een heerlijke lieve warme vriend achter me…

In de nacht werd ik wakker. Want Bastiaan was wakker. Dat merkte ik, terwijl hij nog steeds dicht en warm achter me lag. Want ik voelde zijn hand over mijn borst en buik glijden en gelijk zijn stijve lul tegen mijn billen in de strakke boxer drukken. De hand streelde omlaag, zoals ik Bastiaan de vorige nacht had bekeken, doelbewust. En mijn lul zoog zich langzaam vol als een lege spons, was al bijna stijve toen zijn hand erop kwam liggen. Schokkend, zijn lul tegen mijn billen en mijn lul in de slip onder zijn hand.

Het was een droom, meende ik nog, een verwerking die nu niet echt gebeurde. Omdat het donker was. Omdat we stillagen. Maar mijn harde lul schokte spontaan nog e’s op toen hij zijn hand in mijn boxer schoof en mijn harde vlees omvatte. Ik taste naar achteren, voelde een blote heup. Bastiaans verlangen was doelbewust en gepland omdat hij naakt laag, en dat deed mijn bloed jagen. Verlangend in deze stille donkerte, draaide ik me langzaam op mijn rug, voelde zijn harde lul tegen mijn heup, pakte die vast met mijn hand. Een harde warme lul die opschokte.

Ik voelde zijn verlangen naar mij in het ingehouden ademen en strelen van mijn lul, voelde zijn lange haren in mijn gezicht kriebelen. Geen gedachten meer. Alleen mijn sluimerende verlangen van jaren. Met mijn vrije hand streelde ik het dikke lange haar opzij en trok zijn hoofd naar me toe, taste met mijn mond over zijn gezicht en vond zijn lippen.

Even een verstarde verbazing. Van beide. Om de intensiteit, het bijzondere en het onmogelijk wat gewoon gebeurde. Dan een vastzuigen van onze lippen, een schokken van onze lullen die vroegen om elkaars handbeweging, een opjagend snuiven. Zijn vrije arm die plotseling in dat aanwakkerend verlangende vuur mijn hoofd vastklemde, onze monde stijf opeen perste, tanden die elkaar daarbij raakten, terwijl onze lijven beide geilend deinend in onze handen neukten.

Heftig en krachtig. Onstuimig en met kracht omhelzend, zuigend met onze monden. Mijn lul tintelde en zinderde. Mijn hele lijf. Om alles. Omdat het niet anoniem was en afstandelijk. Maar intiem met Bastiaan wat niet kon en toch gebeurde. Het versterkt opeens mijn geilheid, mijn neukend bewegen in zijn hand die over mijn harde lul joeg, hij met zijn harde lul in mijn hand. Geil gekmakend en alles ontziend. Om het zoenen en elkaars hoofd vast knellend, zijn warme lippen… zijn zachte kreunen en steunen toen hij opeens spoot, wat mij gelijk daarop deed ontladen. Remmenloos.

Stilte. Op adem komen zonder te bewegen, alleen het zoenen afbrekend, dicht aaneen, het zaad over mijn hand voelen druipend. Onze verkrampte armen lieten elkaars hoofd los. Als bijna beschamend om de geile drift die geblust was.

‘Sorry, Ferre… ‘ hoorde ik Bastiaan hees fluisteren, ‘… maar je was gisternacht zo lief en warm… en vandaag ook… en nu?… het was bijna net als toen in Frankrijk…’ Ik huiverde toen hij zijn verklevend hand om mijn natte lul wegtrok. Ik voelde hem huiveren toen ik zijn natte lul losliet. Ik voelde zijn hoofd op mijn borst komen liggen, zijn lange haren in mijn hals en over mijn schouder en borst kriebelen. ‘… het spijt me…’ hoorde ik hem in de verte fluisteren, terwijl ik zuchtte. Een zucht van ontspanning om de bevrediging, om de lieve houding van Bastiaan, met zijn kriebelende hoofd op mijn borst. Ik legde mijn hand om zijn schouder, streelde die. Als antwoord. Want praten kon ik niet. En ik sliep in, toen ik merkte hoe Bastiaan, na nog een aanschurkend beter liggen, in slaap viel. Warmte golfde er door me, merkte ik nog.

’s Ochtend kreeg ik van Bastiaan ontbijt op bed. Met die wat timide maar ook ondeugende glimlach. Hij was mooi. Hij was lief. Hij was zelfs stoer, met dat lange dikke glanzende haar. Hij maakte me warm van binnen en gelijk bleef er mijn onmacht hangen.

‘Sorry van vannacht…’ Bastiaan zei het rechtuit en ronduit, hij die vroeger zo schuwe indiaan. ‘… maar ik was zo opgewonden… en zo vaak overkomt het me niet dat ik bij een leuke vent in bed lig… en dan zo! Bijna zoals vroeger… vond je het erg?’ Ik glimlachte alleen maar en haalde de schouders op. Ik had het nu moeten zeggen maar kon het niet.

‘Zullen we straks een bakkie bij je ouders doen?’ ‘Hè?!’ Ik keek op de wekker. Het was al over half elf. ‘Zo meteen, als ze uit de kerk zijn.’ Bastiaan wist nog hoe het bij mij thuis in elkaar stak. Maar ik schudde mijn hoofd. Daar had ik geen trek meer in. Na alles. Daarna wilde ik weg. Ik kleedde me in mijn eigen kleren. Ik had tijd nodig. Verdomme. Bastiaan kneep me bij het afscheid achter zijn voordeur bijna fijn, gaf me een zoen op de wang. En ik rook nog even in zijn lange ongepunte dikke donkere manen…

Het was warm geweest. Te warm. Het was lief geweest. Te lief. Het was intens geweest. Te intens…

De herinneringen hadden me vooraf nieuwsgierig gemaakt. Maar nu had ik wat om over na te denken, meende ik ontstemd over me zelf toen ik wegreed.

Twee etmalen, van vrijdagmiddag tot zondagmiddag. Een flow was het geweest, de reünie en ook het weerzien van de jongens daarna, het logeren bij Bastiaan. En Bastiaan openlijk homo, al had niemand van de anderen het erover gehad, hij zei het wel gewoon. Ik moest het laten bezinken. Gevoelens werkten langzaam door. Te langzaam. En daarna zou ik erover na moeten gaan denken. Ik zette muziek aan in de auto. Eerst nog maar even niet denken… Gevoelens voor Bastiaan… Twee nachten… ze waren er duidelijk geweest… zoals destijds in die verwarring direct na onze vakantie in zuid Frankrijk voor Nordi?

Voor ik de stad verliet reed ik met een omweg langs de sportschool. Om het te zien, om de herinnering op te roepen. Waarom ik toen op mijn racefiets tien, twintig keer en die dagen daar voorlangs gereden was met een pijnlijke stijve op het harde zadel.

De sportschool bestond nog, had nog dezelfde naam. Het was er stil. Het was zondag, immers. In een flits zag ik nog even de steeg, de deur van het magazijn die opengestaan had en waar Nordi gestaan had. En in diezelfde kort glimp voelde ik het terug. Ik was smoorverliefd geweest op die blonde innemende energieke jonge sportinstructeur. En Nordi zelf? Die moet dat gemerkt hebben, gevoeld hebben, die wilde me verrassen en verwennen, die had me willen inwijden in de herenliefde. En ik had ernaar gehunkerd. Ik had me er gretig in mijn onwennigheid in mee laten voeren. Helemaal toen die man plotseling opdook, voor me klaar had gestaan. En het was ook niet te veel in een keer geweest, merk ik nu na vijftien jaar. Want ik had me als een wilde gedragen in die uitbarsting. Nee, het was de beklemmende teleurstelling geweest, achteraf vooral. Mij was het te doen geweest om Nordi. Geen triootjes of kwartetten… Dat het zo’n impact had gehad…

Onderweg naar huis ging mijn autotelefoon. Een onbekend nummer, las ik. ‘Hé Ferre…’ LuïsJans stem en warmbloedige energie galmde en vulde mijn auto. Natuurlijk. Ik had mij op Angela’s adressenlijst laten zetten. ‘…ik belde net met Bastiaan… je zit alweer in de auto, hè?… snelle jongen…’ Ik grinnikte, ook omdat heerlijke accent van hem. ‘’t Was leuk om je weer te zien.’ ‘Ja,’ zei ik terwijl de warmte weer door me heen golfde, ‘ik vond het ook heel leuk.’ ‘Heb je het komende Pinksterweekend al wat?’, vroeg LuïsJan. ‘Nee, nog niet echt…’

LuïsJan stak een heel verhaal af. Dat hij als gymleraar de mentor was van de examenklas. En over een groepje leerlingen die vanuit verschillende vakken één werkstuk maakten over de omgeving van de stad die ik net verlaten had. Biologie, geologie en geschiedenis. En dat ze als afsluiting een bagpacker weekend wilden houden. Om foto’s te maken. LuïsJan en zijn vriendin Ellen, die biologie bleek te geven, zouden als begeleiders meegaan. Een heel verhaal, wat erop neerkwam, dat één van de jongens had afgehaakt omdat de verliefdheid met een van de meisjes voorbij was en er nu een plek over was.

‘Als bagpacker?’ vroeg ik. ‘Ja, onder andere. Ook kanoën. En een museum, en het oude centrum van V. … Dat interesseerde jou vroeger toch zo? Ze hebben alles al geregeld… maar we moeten met een even aantal zijn…’ Ik probeerde het me voor te stellen. Drie volwassenen en vijf examenleerlingen. Maar ook de oude zo bekende omgeving, met aan de ene kant heuvels en bossen en aan de andere kant het watergebied, het stadje V… Opeens trok het me. ‘Goh…’ zei ik omdat het me overviel. ‘Ik hoor het al…’ hoorde ik LuïsJan door de telefoon grinniken, ‘…geweldig… kunnen we e’s lekker bijpraten… vrijdagavond bij ons verzamelen… Ellen zet nu het programma op je mail.’

Thuis overviel het contrast me even. Waar ik gemeend had in vijftien jaar van studie en werk en sport met enkele vrienden en vriendinnen een stabiel leventje te hebben opgebouwd en bepaald niet alleen was, daar was het nu leeg, leek het koud, voelde het eenzaam.

Ik opende mijn mailbox. Ik was nieuwsgierig. Het mailtje van LuïsJan en Ellen verwees naar een website. Jeugd en het digitale tijdperk: Zelfs het bagpacker Pinksterweekend zou al een verslag op zichzelf worden. Met foto’s van de donkere latino LuïsJan in het contrast met zijn jongere vriendin Ellen in het uiterste licht blonde. En twee meiden, drie jongens. Zelfs al een foto van mij hadden ze erbij gezet, van duidelijk op de reünie genomen.. Een programma. Zaterdag door V. cultuur snuiven, zondag kanoën, maandag de heuvels en bossen in…

Ik opende Google earth, zoomde in op een gebied waar ik tot mijn achttiende gewoond en geleefd had, verward was geweest, eenzame tochten had ondernomen…

Wat later typte ik op de zoekpagina de naam van de sportschool in. Nog een website. Nog meer foto’s, van het personeel. De eigenaar, vijftien jaar ouder, nu rond de vijftig en amper nog te herkennen. Maar ook een foto van Nordi, die er nog steeds werkte, die nu toch zeker zes, zeven en dertig moest zijn. Maar geen spat veranderd leek. Opeens broeide het in me, drukte er die warmte die ik ook gevoeld had de beide afgelopen nachten met Bastiaan.

Nadenken, zei ik tegen me zelf. Maar wat, als afgesloten gevoelens zo heftig opborrelen en de zo zorgvuldig getrainde rationaliteit overstemmen?

Ik nam een biertje en zette een diepvriesmaaltijd te ontdooien in de magnetron en gooide de deuren naar het dakterras open. Lucht…

Op dat momtent ging de bel. ‘FerreFerro…’ Wouts stem kraakte door de intercom. Blonde stoere en amicale Wout, die op de terugreis naar zijn eigen huis een omweg had gemaakt. En terwijl ik op de opener drukte en het slot beneden hoorde zoemen en wachtte, wist ik dat ik dat ik niet van hen afwas, dat ik geen tijd kreeg om na te denken. Ze lieten me niet meer los. Ik had er geen controle meer op, op hen niet, op mijzelf dus niet. Ik, freak.

Ik opende mijn voordeur. En blonde Wout sloot de deur, plofte er zijn weekendtas op de vloer pakte met een brede grijns mijn handen vast. ‘Ik zei toch dat je er niet stiekem tussen uit mocht knijpen? Ik had toch nog wel even met je willen praten.’ En terwijl hij met zijn rug tegen de deur ging leunen trok hij me naar zich toe en kwam ik gedwongen tussen zijn gespreide voeten staan. Hij trok me tegen zich aan. ‘Ferruh…’ fluisterde hij, stoere blonde Wout, nu met het verweerdblonde, korte en dikke gedekte haar met het kuifje, de militaire instructeur, in mijn hals. ‘…je moet me straks maar een doodschop geven…’ Zijn stem kriebelde in mijn hals terwijl ik machteloos tegen hem aanleunde omdat zijn klemmende handen op mijn rug me dwongen.

‘…ik mocht je vroeger graag. Maar dat ene weekje in Frankrijk met ons vijven… je was zo heerlijk jezelf…’ Zijn handen streelden mijn rug. ‘…ik ben van je gaan houden. Wij alle vier… je was zo lekker ontspannen… en zoals jij in de auto tegen LuïsJan en tegen Bastiaan in slaap viel… je moest e’s weten hoe gelukkig ik je zag zijn… met alles… en dat je Bastiaan gewoon ’s nachts lekker tegen je aan liet liggen…’

Verdomme, dacht ik nog, omdat mijn verwarring weer compleet was, omdat dit iets onmogelijks was. Twee jonge kerels, hoe amicaal Wout ook altijd was. Ik zakte weg in mijn machteloosheid, zijn kracht, zijn warmte, zijn adem en wachtte op een genadeschot. ‘…ik heb altijd gedacht dat het toen aan onze leeftijd lag, en omdat we een jaarlang samen aan dat werkstuk geploeterd hebben… dat ik het daarom zo voelde, als afsluiting… maar dit weekend, na al die jaren, heb ik gemerkt dat het nog steeds hetzelfde is… Ferre, we willen je vaker zien… we horen toch een beetje bij elkaar… en als ik je ergens mee kan helpen…’

Geen genade schot. Wel warmte. Straling. Kracht. ‘…maar d’r zit zo’n muur om je heen…’ Als hij, stoere volwassen militaire Wout, nog harder met zijn sterke armen om me heen had toegeknepen, zou hij de tranen uit mijn ogen hebben geperst.

Opeens spoelde het door me heen. Alsof ik een deur had opengezet. Omdat het én veilig was én warm.

‘En nu wil ik ook wel een biertje,’ grinnikte Wout en kneep verschrikkelijk hard in de middel. Tuurlijk, dacht ik, ik stonk al weer naar bier, ik, die altijd zo matig ben…

Praten over gevoelens? Dat is niet de sterkste kant van mannen. Wouter was buiten zichzelf getreden, daar bij mijn voordeur. Want het ging verder over dingen, en over zijn eigen leven, terwijl we samen aan tafel aten. Over zijn eigen hopeloosheid, zijn scheiding, zijn tweeling die hij zo weinig zag… omdat hij niet in staat was een relatie te kunnen aangaan. Om het ongeregelde soldatenleven, maar ook omdat er telkens wel weer een meidje was dat spannender leek en ontdekt moest worden…

Later stonden we samen als soldatenmaten bloot onder de douche. Dat was al vroeg in de avond, want hij wilde blijven slapen, moest erg vroeg opstaan vanwege het militaire appèl. En ik had nergens moeite meer mee. Zelfs niet toen we ieder op onze eigen helft in mijn tweepersoonsbed lagen dat nooit als zodanig was gebruikt.

Totdat in het donker het bed bewoog en ik hem opeens stijf achter me voelde, met een arm om me heen, met zijn ontspannen lul tegen mijn billen. ‘Ferre…hé, ontspan je… weet je?…’
Lees verder: Reünie - 5
Trefwoord(en): Reunie, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...