Door: IJsbrand
Datum: 28-09-2012 | Cijfer: 7.6 | Gelezen: 2126
Lengte: Lang | Leestijd: 24 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 24 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: En Nu Verder - 5
‘Karel, ben jij homo? Val jij op mannen?’
Karel keek in een blik van willen weten. Hier kon hij niet met een smoesje wegkomen. En dat wilde hij ook niet. Hij zat hier tegenover iemand die de laatste dagen emotioneel aardig wat te verwerken had gehad. Eerst echt verliefd worden. Dan naar een paar maanden de bons krijgen. Daarna te horen krijgen dat zijn beste maatje homo is en ook al een vriend heeft. Dit alles zal zijn wereld wel een beetje op de kop hebben gezet. Maar waarom die vraag. Waarom die vraag naar hem. Zou hij iets in de gaten hebben of iets gehoord, gezien hebben?
‘Ja Ronald, ik ben homo. Heb je daar moeite mee?’
‘Heb je iets met Jan?’
Wat wist deze jongen. Waarom kwam hij met vragen waar maar heel weinig mensen een antwoord op konden geven. Zouden de jongens iets gezegd hebben? Nee, vast niet, want dan had hij het geweten. Zij hadden een verbond.
Maar Ronald ging door zonder een antwoord af te wachten. Zijn blik bleef in de verte.
‘Is er iets op het kamp gebeurd waar Robbert, Henk, Jan en jij iets mee te maken hebben dat niemand weet?’
‘Stop even met al die vragen Ronald. Het zijn er verschillende. Maar nu eerst een vraag van mij. Dan kan ik pas weten hoe ik je vragen moet beantwoorden.’
Ronald keek hem strak aan en hij ontweek die blik niet.
‘Waarom deze vragen. Die heb je niet voor niets. Is er iets gebeurd dat die vragen bij je oproept?’
‘Ja.’
‘Vertel.’
‘Alles wat ik zeg blijft toch wel onder ons?’
‘Ja.’
‘En neem je me serieus?’
‘Ja.’
Ronald begon te praten met een vaste en zekere stem en nog steeds die serieuze standvastige blik in zijn ogen.
‘Dan zal ik eerst een korte inleiding geven op mijn verhaal, zodat je dat kunt plaatsen en je ook weet waar mijn vragen vandaan komen. Weet je iets af van paranormale gaven die sommige mensen hebben?’
‘Ja dat weet ik, maar ik ken niemand die dat heeft.’
‘Die ken je wel, want die zit tegenover je en ik heb dat al heel lang, maar ik wil er niets mee doen. Het is een bekend verschijnsel in onze familie. Mijn moeder en haar broer hebben het ook en ook nog verdere familieleden. Ik ben daar dus mee opgegroeid en heb dat als een vanzelfsprekendheid aanvaard. Maar ik heb ook al heel jong een keuze gemaakt dat ik daar niets mee wil. Dat lukt redelijk. Ik kan me er goed voor afsluiten. Alleen blijven mijn dromen komen. Dat zijn geen gewone dromen, want die zijn anders. Maar er zijn dromen die mij iets willen vertellen. Soms is het net een puzzel, maar vaak helder en duidelijk. Meestal laat ik ze gewoon voorbij gaan en schenk er weinig aandacht aan. Soms bespreek ik ze met mijn moeder en soms ook met Robbert. Dat hangt van het onderwerp af. Kun je het nog volgen?’
‘Zeker, ik ben erg benieuwd naar het vervolg.’
‘Daar gaat het nu om. Ik heb afgelopen nacht een droom gehad die niet helemaal duidelijk was. Sommige dingen wel, maar andere niet, omdat ik daarvan geen kennis heb. Ik zal bij het begin beginnen.’
Zo vertelde Ronald zijn droom van het drijfzand, de uitgestoken handen van Robbert naar hem. Henk die Robbert tegenhield en de twee naakte leraren daartussen met de armen om elkaars schouders geslagen.
‘Dat is een heel verhaal Ronald. Maar jij denkt dat dat iets te verbergen inhoudt.’
‘Nee, dat denk ik niet. Wanneer ik zo iets krijg en ik stem me daarop af en weet ik het zeker. Maar ik ben niet de diepte ingegaan. Dat wilde ik niet. Bang om dingen te weten te komen die ik liever zelf door de mensen hoor vertellen. Anders ga ik mijn denken beïnvloeden en er een verhaal van maken.’
‘Ik begrijp je gevoelens helemaal, maar ik kan niet overal een antwoord opgeven. Dat kan ik wel maar mag het niet. Ik kan je wel aangeven hoe je aan die informatie kan komen, als dat mogelijk is.’
‘Maar om bij mijn eerste vraag te beginnen kun je wel een antwoord geven. Je bent dus homo.’
‘Ja dat ben ik, zoals ik je net verteld heb.’
‘Heb je iets met Jan gehad tijdens het schoolkamp dat Henk en Robbert gezien hebben en dat niet gezegd mag worden, wat logisch is, want Jan is getrouwd.’
‘Dat kan ik niet zeggen.’
‘Je mag het om een of andere reden niet zeggen.’
Nu snapte hij het. Ronald keek Karel op een speciale manier aan, alsof die dwars door hem heen keek. En weer zakte die even weg in een trance. Hij wist het in één keer. Dat was het dat was ook dat terughouden van Henk t.a.v. Robbert. Dat had niets met hem te maken. Maar met de andere vier. Nu werd hem in één klap de hele droom helder.
De andere vier hadden een geheim waar zij ongewild bij betrokken waren, maar toch deel vanuit maakten.
‘Ik snap dat je het niet mag zeggen. Toch zeg ik wat ik vermoed dat het is. Jullie waren in mijn droom allemaal naakt. Het heeft dus iets te maken met seksuele handelingen. En dat Robbert de handen naar mij uitstak betekent dat hij het mij wel zou willen vertellen, maar jullie hebben afgesproken niets te zeggen. En ik weet dat Robbert zich daar aan houdt.’
Maar nu had Ronald zich afgestemd en de beelden kwamen stuk voor stuk binnen.
Hij zag duinen en een duinpan, helmgras, golven en daartussen twee vrijende volwassenen met vrijende jongens. De vlammen sloegen hem uit. Hij kreeg het er warm van. Het zweet brak hem uit. Karel kwam naast hem staan.
‘Gaat het?’
Ronald ging staan. Zijn zelfverzekerde houding was weg. Water hij moest water drinken. Hij moest zich afsluiten. Dit wilde hij niet zien. Dit hoefde hij niet te zien en weer schoot die felle pijn door zijn borst. Zijn vriend, zijn maatje met die drie. Hij wilde hier weg. Weg van Karel. Weg van school. Weg van alles. Zijn hoofd bonsde. Hij liep naar de deur, maar Karel was hem voor.
‘Kom ga zitten, je gaat hier niet zo maar weg. Hier drink eerst wat water en vertel me wat er allemaal gebeurde.’
‘Nee, dat doe ik niet. Dit mocht ik niet zien. Dit is van jullie.’
‘Wat is van ons en wat mocht je niet zien.’
Karel ging naast hem zitten en sprak met rustige stem.
‘Vertel het me. Ik kan het bevestigen en ik zal eerlijk tegen over je zijn, want daar heb je recht op.’
Ronald voelde nog steeds die steken in zijn hart. Hij had zich afgesloten Dat kon hij altijd prima. Maar dit kwam hem erg na en de sluizen van zijn gave werden in één keer geopend en hij werd overweldigd met informatie. De deuren waren weer dicht en hij was klam en moe. Het water deed hem goed.
‘Zeg wat je ervaarde. Ik zal ja of nee zeggen en later uitleggen.’
Ronald keek Karel nu op een heel andere manier aan. Deze leraar had liggen te vozen met een getrouwde collega en twee van zijn leerlingen. Dat zou goed op zijn CV staan.
‘Moet ik het eerlijk zeggen?’
‘Ja Ronald, want dan weet ik ten minste waar ik aan toe ben.’
‘Jij hebt op het strand en in de duinen liggen rotzooien met Jan, Henk en Robbert.’
Het bleef even stil en Ronald keek Karel star aan. Wat zou zijn antwoord zijn. Karel kleurde tot aan zijn haarwortels. Deze jongen had zeker een gave. Maar wat nu. Ontkennen had geen zin. En dat pikte die ook niet. Hij had recht op de waarheid, maar die kon hij hem niet vertellen. Het ratelde in zijn kop. Dit moest nu direct worden opgelost.
‘Ik geef je nu geen antwoord, want dat ik mag ik niet, dan zou ik een belofte breken. Ik wil hier de anderen bijhalen. Vind je dat goed?’
‘Hoezo? Waarom kun je gewoon niet met ja of nee antwoorden?’
‘Nee Ronald, dat kan ik niet en mag ik niet. En ik wil dit gedoe ook niet meer zo. Jij bent dichtbij betrokkene en ik vind dat jij de ware toedracht moet weten. Of je het nu leuk vindt of niet. Ik ga Robbert en Henk halen en misschien is Jan ook wel ergens te vinden. Blijf je hier?’
‘Ja, daar zal wel niets anders opzitten. Ik ben nu eenmaal geen wegloper. Maar ik vind dit wel een heel raar zaakje.’
Karel ging de gang op en sms-te Jan dat hij direct naar de decaan kamer moest komen en dat het dringend was. Naarstig ging hij op zoek naar de beide andere jongens. Het was net het wisselen van de lessen dus daar had hij geluk bij.
Hij had ze snel gevonden. Jan kwam er met een onthutst gezicht ook aan. In het kort vertelde hij dat Ronald binnen zat en een droom had verteld dat hun allen aanging.
‘Over ons?’ bracht Robbert uit.
Dat was het wat hij hem vanmorgen wilde vertellen. Nou hij was benieuwd naar de droom, maar die kon hij wel raden. Hij kende de gave van zijn vriend en als dat betrekking had op hun vieren, wist hij ook meteen waar de droom over was gegaan. Maar dat hij dat tegen Karel had gezegd. Zou die dat allemaal wel snappen en hem voor vol aanzien. Nou hij in ieder geval wel. Daar ging het verbond of zouden ze er een bondgenoot bij krijgen. Maar op wat voor een manier?
Karel deed de deur open en ze gingen naar binnen. Ronald zat in de stoel en keek naar de grond. Robbert stapte direct op hem af en sloeg de arm om hem heen.
‘Was het die droom waarover je me vanmorgen wilde vertellen?’
‘Ja, maar hoe weet je dat.’
‘Karel vertelde net dat jij ons jouw droom wilde vertellen en dat hij ons daarom hier naartoe had gehaald. Verder weten we niets.’
‘Jij ook niet?’
‘Kan het wel raden.’
‘En mij niets zeggen hè!’ klonk het verbolgen.
Robbert ging op de leuning zitten en bleef de arm om Ronald heen houden. Deze moest voelen dat hij bij hem was.
‘Je hebt gelijk en je moest eens weten hoe moeilijk dat voor me was, maar je hoort zo wel waarom.’ Robbert bleef met zijn arm om Ronald heen zitten. Hij zou hem niet laten vallen. Dat nooit. Ze hadden samen vaker voor hete vuren gestaan en hadden altijd alles overwonnen. Henk zag die band en voegde zich bij hen. Hier wilde hij niet tussenkomen. Alleen maar toevoegen en hij sloeg zijn arm om Robbert heen. Het was allemaal een groot raadsel voor hem wat hier gebeurde, maar hij liet zijn vrienden niet in de steek.
Karel zag de drie jongens zo bij elkaar en een warm gevoel van genegenheid overviel hem. Wat een kerels die zo dicht bij elkaar stonden. Hij keek ook naar Jan, die daar een beetje onthutst en bedremmeld bij stond met een paar grote vragende ogen. Hij nam het woord. En vertelde dat wat hij net gehoord had van Ronald. Hij meende dat hij direct moest handelen om ons hier bij elkaar te roepen.
‘Heb jij ook even Jan?’
‘Ja, ik heb studie uur, dan kunnen ze wel even zonder mij. Je roept ons niet voor niets, dus het zal wel belangrijk zijn en als ik het clubje hier zo bij elkaar zie weet ik waarschijnlijk al waarover het gaat.’
‘Even kort voor Jan en Henk. Ronald heeft soms bepaalde dromen die op een waarheid berusten. Noem het maar paranormale dromen. Dat is een gave van hem die hij liever niet gebruikt, maar soms overkomt hem dan iets. En ook zo nu. Robbert weet dat. Ronald vertel, want daarom zijn we hier.’
Ronald vertelt nu wat uitgebreider dan straks zijn dromen. De gedetailleerdheid van de beschrijvingen was verbluffend. Hun gezichten werden steeds roder. Maar Jan trok helemaal wit weg. Wat had deze jongen? Voelsprieten? Antennes? Hij had wel eens van zoiets gehoord, maar nog nooit meegemaakt. Dat was echt: Ver van mijn bed show. En nu werd hij er mee geconfronteerd. En niet zo zachtjes. Keihard. Met beeldende feiten ondersteund. Wat nu. Zijn gedachten stonden even stil. Hij hapte naar adem en keek Ronald verbijsterd aan. Die keek aan het einde van het verhaal Karel dringend aan en zei:
‘En jij Karel, bent het middelpunt.’
‘Ik? Hoezo.’
‘Jij bent als een spin in het web.’
‘Alles speelt zich momenteel bij jou af. Klopt dat?’
Je kon een speld horen vallen. Ronald was nu echt op dreef.
‘Karels neukhol of zoiets. Ja?’
Karel kon bijna niet roder worden. Ronald zag zijn beide vrienden niet, want die stonden naast hem. Henk was al even verbaasd als de beide leraren. Robbert niet. Die had zoiets van Ronald al lang eerder verwacht. Vooral wanneer Ronald emotioneel erg bij betrokken was kreeg hij van die dromen. En die inzichten gebeurde zelden. Want Ronald wilde dat gewoon niet. Dat gebeurde alleen wanneer hij het zelf toeliet. En dat was nu het geval. De trance was niet meer tegen te houden. Ronald liet zich gaan. Robbert kon aan Ronald onverbiddelijke gezicht zien dat hij nu alles wilde weten. Wanneer dat niet van hen kwam ging hij zich nog verder afstemmen om de diepte in te gaan. En dan kwamen er misschien wel dingen bij hem langs waarvan hij later spijt zou krijgen dat te weten. Dit mocht niet. Hij moest hem weer in het hier en nu krijgen. Hij trok zich niets van de anderen aan en zijn hele zijn was gefocust op Ronald. Hij ging op de knieën voor Ronald zitten pakte hem bij zijn gezicht en zei met een vastberaden stem.
‘Ronald luister. Ik ben hier. Kijk me aan. Ronald kom bij me. Hier en nu. Ronald.’
Hij schudde zijn hoofd zachtjes heen en weer en keek hem heel indringend aan. De anderen waren zich bewust van de chemie tussen deze twee beide mannen. Hier gebeurde iets wat alle verbeelding te buiten ging. Hier gebeurde iets energetisch dat weinigen ooit zouden meemaken. Maar de kamer was voor hun gevoel zo vol dat de drie outsiders hun adem inhielden. Deze serene sfeer, deze intimiteit wilden ze niet verstoren. Hier waren twee maatjes zo met elkaar verbonden dat ieder een brok in zijn keel kreeg. Zoveel intimiteit. Zoveel echtheid, zoveel pure vriendschap.
Een moment van bewustwording, het weer terugkomen in het nu keek Ronald Robbert aan.
Ronalds blik veranderde. Een glimlach verscheen op zijn lippen. En op zijn beurt nam hij het gezicht van Robbert tussen zijn handen en drukte een kus vol op de mond. Hij keek hem aan met een blik die nog nooit iemand tussen deze twee mannen had gezien. Een blik van kennis, vertrouwen en verwantschap. En ….ach dat is met woorden gewoon niet te vatten.
‘Dank je, Robbie.. dank je, want ik kwam op de grens van dingen te zien wat ik helemaal niet wil weten.’
Hij leunde voorover en omhelsde zijn maatje. Henk was helemaal verbaasd wat hij net had gezien en gevoeld. Dit was gewoon iets buitenaards. Hij was getuige van iets geweest tussen zijn vriend en zijn maatje waarvan hij niet wist welke rol hij zou gaan spelen. Hier kon hij niet tussen komen. Maar hij wilde dat ook niet. Maar hij wilde wel deelnemen. Want wat hij nu meegemaakt had van zo mooi, zo rijk, zo intiem dat het gewoon voor hem verheven voelde.
Ronald keek om zich heen en zag de verbaasde en ook verschrikte gezichten van zijn leraren. Hij was blij dat Robbert hem net op tijd uit de trance had gebracht. De beelden die boven kwamen werden zo persoonlijk, maar hij kon ze niet meer stoppen. Hij kreeg opeens beelden van Jan. Hij voelde zijn tweestrijd. Maar hij voelde ook de kracht voor de vorm die hij daarvoor wilde kiezen. Die was onlangs veranderd en had daarom een andere vorm aangenomen. En dat had allemaal te maken met de mensen in deze kamer. Maar net toen hij helemaal weg zou zakken kwam de stem van Robbert. Zijn maatje. Net op het juiste moment had hij hem weer in het hier en nu gebracht. Hij keek om zich heen. De rode kop van Karel. Het witte teruggetrokken gezicht van Jan. Zijn maatje op de knieën voor hem. Henk naast hem.
‘Was het heftig wat ik heb gezegd?’ en hij keek Robbert aan. ‘Kon het door de beugel?’
Robbert grinnikte: ‘Wat weet je nog over het neukhol?’
‘Ja, dat was van Karel.’ en hij keek Karel aan en begon te lachen om de gezichten die hem verbouwereerd aanstaarden alsof ze water zagen branden.
‘Vertel me nu eerlijk wat er tussen jullie is afgesproken. Want ik weet dat er iets is dat Robbert mij niet heeft verteld omdat dat niet kon. En Robbert kent mij. Als dat een geheimhouding is vind ik dat alleen maar lovend voor hem, en ik zou niet anders verwachten. Zo zitten wij nu eenmaal in elkaar. Hoe moeilijk dat soms ook is. Maar hier spelen heel veel stille intriges een rol. Hier gebeurt heel veel dat de buitenwereld niet mag weten. Het lijkt wel een soort verbond.’
Ronald keek iedereen aan. Hij wist dat er wat aan de hand was. Wie durfde als eerste met de billen bloot te gaan.
Henk deed een stap naar voren en ging tussen zijn beide leraren staan.
‘Ronald, ik ben helemaal verbaasd en een beetje beduusd van wat ik net allemaal heb gezien. Hier weet ik zelfs helemaal niets van maar ik ben helemaal overtuigd van jouw gave. En daarom wil ik de anderen voorstellen om open kaart te spelen. Ronald heeft zoveel waarheden aangevoeld dat het voor ons onmogelijk is daarover te zwijgen.’
Henk keek de anderen aan en zijn blik bleef gericht op Karel. Deze snapte de hint en nam het woord over.
‘Ronald, wat jij ons net heb laten zien slaat al ons bevattingsvermogen, behalve die van Robbert. Maar we nemen je allemaal heel serieus. Daarom heb jij recht op de waarheid.’
Alle aandacht was nu gevestigd op Karel en die begon. Wat zou hij zeggen.
‘Mag ik vrijuit praten?’ en hij keek de anderen aan. Deze knikten, maar zeiden geen woord. ‘Ja Ronald, jij hebt het heel goed aangevoeld. Wij hebben een verbond die ons verbood om met anderen daarover te praten. Ik zal je vertellen hoe dat is gekomen, zonder in details te treden. Op het strand hebben Henk en Robbert ons, Jan en mij, betrapt terwijl wij aan het vrijen waren. Dat was voor ons een heel groot probleem. Niet dat vrijen, maar Jan was getrouwd en hij wilde zijn huwelijk niet blootstellen aan een impuls van lust. Wij hebben daar samen met Robbert en Henk over gehad en zij zijn deelgenoot geworden. Daar ga ik nu niet op in, om de details verwijs ik je naar je beide vrienden.
Maar het gaat nu om de kern. We hebben elkaar beloofd om dat tussen ons vieren te houden en daar met niemand over te praten. Wanneer dit naar buiten komt betekent dat het einde van onze carrière en ook van Jan zijn huwelijk. Daarom hebben we een verbond gesmeed. Om ons noem het maar veilig te stellen.
Vandaar dat Robbert je daar niets over kon vertellen. En ik ben trots op zo’n deelgenoot en jij mag trots zijn op zo’n vriend.’
‘En hoe denken jullie nu dat ik daar mee om moet gaan. Ik wordt er mee geconfronteerd terwijl ik geen eed van trouw heb gezworen. Moet ik dit nu naar buiten brengen?’
‘Wat denk jezelf?’
Ronald zag ondanks de heftigheid ook de humor van de situatie in. Vooral de positie waar de beide leraren in verzeild waren geraakt. Hij grinnikte en gooide nog even wat olie op het vuur.
‘Ik kan jullie natuurlijk goed gaan chanteren. De beide toppers van leerkrachten de beste van deze school gaan aan de klooi met hun leerlingen. Ik weet zeker dat dat zal in slaan als een bom. Willen jullie dat niet? Zorg er dan voor dat wij drieën slagen!.’
Ronald zag vier verbaasde gezichten en voelde een onbedaarde lach opkomen. Dat was ook niet meer te stuiten. De tranen biggelden hem over de wangen.
‘Ik zie het al voor me. Twee leraren en twee leerlingen gewikkeld in een gezamenlijke seksueel spel waarbij niets aan de fantasie overliet. Of getrouwde leraar viert zijn lusten bot op een collega en twee mannelijke leerlingen. Of leerlingen en leraren vormen een verbond om hun seksuele lusten te botvieren.’
‘Ronald!!!!!’
Robbert bracht zijn vriend weer even tot bedaren terwijl de anderen de woorden nog door hun hoofden gonsden.
‘Mannen, of ik het nu wel of niet mee eens ben, maakt niet uit. Ik mag jullie allemaal en zeg jullie. Geen woord hierover over mijn lippen.’
Ronald werd door iedereen omhelsd.
Jan moest snel weer naar de klas. En de andere vier bleven achter in de kamer van Karel. Hij zei:
‘Ik denk dat het het beste is om samen naar huis te gaan. Ik denk dat Ronald het recht heeft om wat jullie nodig achten dat hij moet weten om hem ook dat te vertellen.’
De jongens zeiden niets en knikten. Er was al zo veel in het afgelopen uur gebeurd dat ze eerst alles op een rijtje moesten zetten en met elkaar in reine moesten komen.
Maar Karel ging door:
‘Ik zou het erg fijn vinden dat jullie drieën vanavond bij mij thuis komen om dit allemaal te evalueren en samen verder te bepalen hoe we door gaan. Want ons verbond bestaat nu niet op 4 maar uit 5 personen en de vijfde heeft denk ik heel andere belangen.’
‘Dat zou zo wel eens kunnen zijn.’ zei Ronald. ‘Ik vind het een goed idee. Komt Jan ook?’
‘Ik zal het hem vragen.’
De jongens gingen naar het huis van Robbert. Daar waren zij alleen om rustig alles onder ogen te zien. Ronald was benieuwd welk nieuws de vrienden hem zouden gaan vertellen. Hij had meer gezien dan zij zouden willen. Of toch ……….
Karel keek in een blik van willen weten. Hier kon hij niet met een smoesje wegkomen. En dat wilde hij ook niet. Hij zat hier tegenover iemand die de laatste dagen emotioneel aardig wat te verwerken had gehad. Eerst echt verliefd worden. Dan naar een paar maanden de bons krijgen. Daarna te horen krijgen dat zijn beste maatje homo is en ook al een vriend heeft. Dit alles zal zijn wereld wel een beetje op de kop hebben gezet. Maar waarom die vraag. Waarom die vraag naar hem. Zou hij iets in de gaten hebben of iets gehoord, gezien hebben?
‘Ja Ronald, ik ben homo. Heb je daar moeite mee?’
‘Heb je iets met Jan?’
Wat wist deze jongen. Waarom kwam hij met vragen waar maar heel weinig mensen een antwoord op konden geven. Zouden de jongens iets gezegd hebben? Nee, vast niet, want dan had hij het geweten. Zij hadden een verbond.
Maar Ronald ging door zonder een antwoord af te wachten. Zijn blik bleef in de verte.
‘Is er iets op het kamp gebeurd waar Robbert, Henk, Jan en jij iets mee te maken hebben dat niemand weet?’
‘Stop even met al die vragen Ronald. Het zijn er verschillende. Maar nu eerst een vraag van mij. Dan kan ik pas weten hoe ik je vragen moet beantwoorden.’
Ronald keek hem strak aan en hij ontweek die blik niet.
‘Waarom deze vragen. Die heb je niet voor niets. Is er iets gebeurd dat die vragen bij je oproept?’
‘Ja.’
‘Vertel.’
‘Alles wat ik zeg blijft toch wel onder ons?’
‘Ja.’
‘En neem je me serieus?’
‘Ja.’
Ronald begon te praten met een vaste en zekere stem en nog steeds die serieuze standvastige blik in zijn ogen.
‘Dan zal ik eerst een korte inleiding geven op mijn verhaal, zodat je dat kunt plaatsen en je ook weet waar mijn vragen vandaan komen. Weet je iets af van paranormale gaven die sommige mensen hebben?’
‘Ja dat weet ik, maar ik ken niemand die dat heeft.’
‘Die ken je wel, want die zit tegenover je en ik heb dat al heel lang, maar ik wil er niets mee doen. Het is een bekend verschijnsel in onze familie. Mijn moeder en haar broer hebben het ook en ook nog verdere familieleden. Ik ben daar dus mee opgegroeid en heb dat als een vanzelfsprekendheid aanvaard. Maar ik heb ook al heel jong een keuze gemaakt dat ik daar niets mee wil. Dat lukt redelijk. Ik kan me er goed voor afsluiten. Alleen blijven mijn dromen komen. Dat zijn geen gewone dromen, want die zijn anders. Maar er zijn dromen die mij iets willen vertellen. Soms is het net een puzzel, maar vaak helder en duidelijk. Meestal laat ik ze gewoon voorbij gaan en schenk er weinig aandacht aan. Soms bespreek ik ze met mijn moeder en soms ook met Robbert. Dat hangt van het onderwerp af. Kun je het nog volgen?’
‘Zeker, ik ben erg benieuwd naar het vervolg.’
‘Daar gaat het nu om. Ik heb afgelopen nacht een droom gehad die niet helemaal duidelijk was. Sommige dingen wel, maar andere niet, omdat ik daarvan geen kennis heb. Ik zal bij het begin beginnen.’
Zo vertelde Ronald zijn droom van het drijfzand, de uitgestoken handen van Robbert naar hem. Henk die Robbert tegenhield en de twee naakte leraren daartussen met de armen om elkaars schouders geslagen.
‘Dat is een heel verhaal Ronald. Maar jij denkt dat dat iets te verbergen inhoudt.’
‘Nee, dat denk ik niet. Wanneer ik zo iets krijg en ik stem me daarop af en weet ik het zeker. Maar ik ben niet de diepte ingegaan. Dat wilde ik niet. Bang om dingen te weten te komen die ik liever zelf door de mensen hoor vertellen. Anders ga ik mijn denken beïnvloeden en er een verhaal van maken.’
‘Ik begrijp je gevoelens helemaal, maar ik kan niet overal een antwoord opgeven. Dat kan ik wel maar mag het niet. Ik kan je wel aangeven hoe je aan die informatie kan komen, als dat mogelijk is.’
‘Maar om bij mijn eerste vraag te beginnen kun je wel een antwoord geven. Je bent dus homo.’
‘Ja dat ben ik, zoals ik je net verteld heb.’
‘Heb je iets met Jan gehad tijdens het schoolkamp dat Henk en Robbert gezien hebben en dat niet gezegd mag worden, wat logisch is, want Jan is getrouwd.’
‘Dat kan ik niet zeggen.’
‘Je mag het om een of andere reden niet zeggen.’
Nu snapte hij het. Ronald keek Karel op een speciale manier aan, alsof die dwars door hem heen keek. En weer zakte die even weg in een trance. Hij wist het in één keer. Dat was het dat was ook dat terughouden van Henk t.a.v. Robbert. Dat had niets met hem te maken. Maar met de andere vier. Nu werd hem in één klap de hele droom helder.
De andere vier hadden een geheim waar zij ongewild bij betrokken waren, maar toch deel vanuit maakten.
‘Ik snap dat je het niet mag zeggen. Toch zeg ik wat ik vermoed dat het is. Jullie waren in mijn droom allemaal naakt. Het heeft dus iets te maken met seksuele handelingen. En dat Robbert de handen naar mij uitstak betekent dat hij het mij wel zou willen vertellen, maar jullie hebben afgesproken niets te zeggen. En ik weet dat Robbert zich daar aan houdt.’
Maar nu had Ronald zich afgestemd en de beelden kwamen stuk voor stuk binnen.
Hij zag duinen en een duinpan, helmgras, golven en daartussen twee vrijende volwassenen met vrijende jongens. De vlammen sloegen hem uit. Hij kreeg het er warm van. Het zweet brak hem uit. Karel kwam naast hem staan.
‘Gaat het?’
Ronald ging staan. Zijn zelfverzekerde houding was weg. Water hij moest water drinken. Hij moest zich afsluiten. Dit wilde hij niet zien. Dit hoefde hij niet te zien en weer schoot die felle pijn door zijn borst. Zijn vriend, zijn maatje met die drie. Hij wilde hier weg. Weg van Karel. Weg van school. Weg van alles. Zijn hoofd bonsde. Hij liep naar de deur, maar Karel was hem voor.
‘Kom ga zitten, je gaat hier niet zo maar weg. Hier drink eerst wat water en vertel me wat er allemaal gebeurde.’
‘Nee, dat doe ik niet. Dit mocht ik niet zien. Dit is van jullie.’
‘Wat is van ons en wat mocht je niet zien.’
Karel ging naast hem zitten en sprak met rustige stem.
‘Vertel het me. Ik kan het bevestigen en ik zal eerlijk tegen over je zijn, want daar heb je recht op.’
Ronald voelde nog steeds die steken in zijn hart. Hij had zich afgesloten Dat kon hij altijd prima. Maar dit kwam hem erg na en de sluizen van zijn gave werden in één keer geopend en hij werd overweldigd met informatie. De deuren waren weer dicht en hij was klam en moe. Het water deed hem goed.
‘Zeg wat je ervaarde. Ik zal ja of nee zeggen en later uitleggen.’
Ronald keek Karel nu op een heel andere manier aan. Deze leraar had liggen te vozen met een getrouwde collega en twee van zijn leerlingen. Dat zou goed op zijn CV staan.
‘Moet ik het eerlijk zeggen?’
‘Ja Ronald, want dan weet ik ten minste waar ik aan toe ben.’
‘Jij hebt op het strand en in de duinen liggen rotzooien met Jan, Henk en Robbert.’
Het bleef even stil en Ronald keek Karel star aan. Wat zou zijn antwoord zijn. Karel kleurde tot aan zijn haarwortels. Deze jongen had zeker een gave. Maar wat nu. Ontkennen had geen zin. En dat pikte die ook niet. Hij had recht op de waarheid, maar die kon hij hem niet vertellen. Het ratelde in zijn kop. Dit moest nu direct worden opgelost.
‘Ik geef je nu geen antwoord, want dat ik mag ik niet, dan zou ik een belofte breken. Ik wil hier de anderen bijhalen. Vind je dat goed?’
‘Hoezo? Waarom kun je gewoon niet met ja of nee antwoorden?’
‘Nee Ronald, dat kan ik niet en mag ik niet. En ik wil dit gedoe ook niet meer zo. Jij bent dichtbij betrokkene en ik vind dat jij de ware toedracht moet weten. Of je het nu leuk vindt of niet. Ik ga Robbert en Henk halen en misschien is Jan ook wel ergens te vinden. Blijf je hier?’
‘Ja, daar zal wel niets anders opzitten. Ik ben nu eenmaal geen wegloper. Maar ik vind dit wel een heel raar zaakje.’
Karel ging de gang op en sms-te Jan dat hij direct naar de decaan kamer moest komen en dat het dringend was. Naarstig ging hij op zoek naar de beide andere jongens. Het was net het wisselen van de lessen dus daar had hij geluk bij.
Hij had ze snel gevonden. Jan kwam er met een onthutst gezicht ook aan. In het kort vertelde hij dat Ronald binnen zat en een droom had verteld dat hun allen aanging.
‘Over ons?’ bracht Robbert uit.
Dat was het wat hij hem vanmorgen wilde vertellen. Nou hij was benieuwd naar de droom, maar die kon hij wel raden. Hij kende de gave van zijn vriend en als dat betrekking had op hun vieren, wist hij ook meteen waar de droom over was gegaan. Maar dat hij dat tegen Karel had gezegd. Zou die dat allemaal wel snappen en hem voor vol aanzien. Nou hij in ieder geval wel. Daar ging het verbond of zouden ze er een bondgenoot bij krijgen. Maar op wat voor een manier?
Karel deed de deur open en ze gingen naar binnen. Ronald zat in de stoel en keek naar de grond. Robbert stapte direct op hem af en sloeg de arm om hem heen.
‘Was het die droom waarover je me vanmorgen wilde vertellen?’
‘Ja, maar hoe weet je dat.’
‘Karel vertelde net dat jij ons jouw droom wilde vertellen en dat hij ons daarom hier naartoe had gehaald. Verder weten we niets.’
‘Jij ook niet?’
‘Kan het wel raden.’
‘En mij niets zeggen hè!’ klonk het verbolgen.
Robbert ging op de leuning zitten en bleef de arm om Ronald heen houden. Deze moest voelen dat hij bij hem was.
‘Je hebt gelijk en je moest eens weten hoe moeilijk dat voor me was, maar je hoort zo wel waarom.’ Robbert bleef met zijn arm om Ronald heen zitten. Hij zou hem niet laten vallen. Dat nooit. Ze hadden samen vaker voor hete vuren gestaan en hadden altijd alles overwonnen. Henk zag die band en voegde zich bij hen. Hier wilde hij niet tussenkomen. Alleen maar toevoegen en hij sloeg zijn arm om Robbert heen. Het was allemaal een groot raadsel voor hem wat hier gebeurde, maar hij liet zijn vrienden niet in de steek.
Karel zag de drie jongens zo bij elkaar en een warm gevoel van genegenheid overviel hem. Wat een kerels die zo dicht bij elkaar stonden. Hij keek ook naar Jan, die daar een beetje onthutst en bedremmeld bij stond met een paar grote vragende ogen. Hij nam het woord. En vertelde dat wat hij net gehoord had van Ronald. Hij meende dat hij direct moest handelen om ons hier bij elkaar te roepen.
‘Heb jij ook even Jan?’
‘Ja, ik heb studie uur, dan kunnen ze wel even zonder mij. Je roept ons niet voor niets, dus het zal wel belangrijk zijn en als ik het clubje hier zo bij elkaar zie weet ik waarschijnlijk al waarover het gaat.’
‘Even kort voor Jan en Henk. Ronald heeft soms bepaalde dromen die op een waarheid berusten. Noem het maar paranormale dromen. Dat is een gave van hem die hij liever niet gebruikt, maar soms overkomt hem dan iets. En ook zo nu. Robbert weet dat. Ronald vertel, want daarom zijn we hier.’
Ronald vertelt nu wat uitgebreider dan straks zijn dromen. De gedetailleerdheid van de beschrijvingen was verbluffend. Hun gezichten werden steeds roder. Maar Jan trok helemaal wit weg. Wat had deze jongen? Voelsprieten? Antennes? Hij had wel eens van zoiets gehoord, maar nog nooit meegemaakt. Dat was echt: Ver van mijn bed show. En nu werd hij er mee geconfronteerd. En niet zo zachtjes. Keihard. Met beeldende feiten ondersteund. Wat nu. Zijn gedachten stonden even stil. Hij hapte naar adem en keek Ronald verbijsterd aan. Die keek aan het einde van het verhaal Karel dringend aan en zei:
‘En jij Karel, bent het middelpunt.’
‘Ik? Hoezo.’
‘Jij bent als een spin in het web.’
‘Alles speelt zich momenteel bij jou af. Klopt dat?’
Je kon een speld horen vallen. Ronald was nu echt op dreef.
‘Karels neukhol of zoiets. Ja?’
Karel kon bijna niet roder worden. Ronald zag zijn beide vrienden niet, want die stonden naast hem. Henk was al even verbaasd als de beide leraren. Robbert niet. Die had zoiets van Ronald al lang eerder verwacht. Vooral wanneer Ronald emotioneel erg bij betrokken was kreeg hij van die dromen. En die inzichten gebeurde zelden. Want Ronald wilde dat gewoon niet. Dat gebeurde alleen wanneer hij het zelf toeliet. En dat was nu het geval. De trance was niet meer tegen te houden. Ronald liet zich gaan. Robbert kon aan Ronald onverbiddelijke gezicht zien dat hij nu alles wilde weten. Wanneer dat niet van hen kwam ging hij zich nog verder afstemmen om de diepte in te gaan. En dan kwamen er misschien wel dingen bij hem langs waarvan hij later spijt zou krijgen dat te weten. Dit mocht niet. Hij moest hem weer in het hier en nu krijgen. Hij trok zich niets van de anderen aan en zijn hele zijn was gefocust op Ronald. Hij ging op de knieën voor Ronald zitten pakte hem bij zijn gezicht en zei met een vastberaden stem.
‘Ronald luister. Ik ben hier. Kijk me aan. Ronald kom bij me. Hier en nu. Ronald.’
Hij schudde zijn hoofd zachtjes heen en weer en keek hem heel indringend aan. De anderen waren zich bewust van de chemie tussen deze twee beide mannen. Hier gebeurde iets wat alle verbeelding te buiten ging. Hier gebeurde iets energetisch dat weinigen ooit zouden meemaken. Maar de kamer was voor hun gevoel zo vol dat de drie outsiders hun adem inhielden. Deze serene sfeer, deze intimiteit wilden ze niet verstoren. Hier waren twee maatjes zo met elkaar verbonden dat ieder een brok in zijn keel kreeg. Zoveel intimiteit. Zoveel echtheid, zoveel pure vriendschap.
Een moment van bewustwording, het weer terugkomen in het nu keek Ronald Robbert aan.
Ronalds blik veranderde. Een glimlach verscheen op zijn lippen. En op zijn beurt nam hij het gezicht van Robbert tussen zijn handen en drukte een kus vol op de mond. Hij keek hem aan met een blik die nog nooit iemand tussen deze twee mannen had gezien. Een blik van kennis, vertrouwen en verwantschap. En ….ach dat is met woorden gewoon niet te vatten.
‘Dank je, Robbie.. dank je, want ik kwam op de grens van dingen te zien wat ik helemaal niet wil weten.’
Hij leunde voorover en omhelsde zijn maatje. Henk was helemaal verbaasd wat hij net had gezien en gevoeld. Dit was gewoon iets buitenaards. Hij was getuige van iets geweest tussen zijn vriend en zijn maatje waarvan hij niet wist welke rol hij zou gaan spelen. Hier kon hij niet tussen komen. Maar hij wilde dat ook niet. Maar hij wilde wel deelnemen. Want wat hij nu meegemaakt had van zo mooi, zo rijk, zo intiem dat het gewoon voor hem verheven voelde.
Ronald keek om zich heen en zag de verbaasde en ook verschrikte gezichten van zijn leraren. Hij was blij dat Robbert hem net op tijd uit de trance had gebracht. De beelden die boven kwamen werden zo persoonlijk, maar hij kon ze niet meer stoppen. Hij kreeg opeens beelden van Jan. Hij voelde zijn tweestrijd. Maar hij voelde ook de kracht voor de vorm die hij daarvoor wilde kiezen. Die was onlangs veranderd en had daarom een andere vorm aangenomen. En dat had allemaal te maken met de mensen in deze kamer. Maar net toen hij helemaal weg zou zakken kwam de stem van Robbert. Zijn maatje. Net op het juiste moment had hij hem weer in het hier en nu gebracht. Hij keek om zich heen. De rode kop van Karel. Het witte teruggetrokken gezicht van Jan. Zijn maatje op de knieën voor hem. Henk naast hem.
‘Was het heftig wat ik heb gezegd?’ en hij keek Robbert aan. ‘Kon het door de beugel?’
Robbert grinnikte: ‘Wat weet je nog over het neukhol?’
‘Ja, dat was van Karel.’ en hij keek Karel aan en begon te lachen om de gezichten die hem verbouwereerd aanstaarden alsof ze water zagen branden.
‘Vertel me nu eerlijk wat er tussen jullie is afgesproken. Want ik weet dat er iets is dat Robbert mij niet heeft verteld omdat dat niet kon. En Robbert kent mij. Als dat een geheimhouding is vind ik dat alleen maar lovend voor hem, en ik zou niet anders verwachten. Zo zitten wij nu eenmaal in elkaar. Hoe moeilijk dat soms ook is. Maar hier spelen heel veel stille intriges een rol. Hier gebeurt heel veel dat de buitenwereld niet mag weten. Het lijkt wel een soort verbond.’
Ronald keek iedereen aan. Hij wist dat er wat aan de hand was. Wie durfde als eerste met de billen bloot te gaan.
Henk deed een stap naar voren en ging tussen zijn beide leraren staan.
‘Ronald, ik ben helemaal verbaasd en een beetje beduusd van wat ik net allemaal heb gezien. Hier weet ik zelfs helemaal niets van maar ik ben helemaal overtuigd van jouw gave. En daarom wil ik de anderen voorstellen om open kaart te spelen. Ronald heeft zoveel waarheden aangevoeld dat het voor ons onmogelijk is daarover te zwijgen.’
Henk keek de anderen aan en zijn blik bleef gericht op Karel. Deze snapte de hint en nam het woord over.
‘Ronald, wat jij ons net heb laten zien slaat al ons bevattingsvermogen, behalve die van Robbert. Maar we nemen je allemaal heel serieus. Daarom heb jij recht op de waarheid.’
Alle aandacht was nu gevestigd op Karel en die begon. Wat zou hij zeggen.
‘Mag ik vrijuit praten?’ en hij keek de anderen aan. Deze knikten, maar zeiden geen woord. ‘Ja Ronald, jij hebt het heel goed aangevoeld. Wij hebben een verbond die ons verbood om met anderen daarover te praten. Ik zal je vertellen hoe dat is gekomen, zonder in details te treden. Op het strand hebben Henk en Robbert ons, Jan en mij, betrapt terwijl wij aan het vrijen waren. Dat was voor ons een heel groot probleem. Niet dat vrijen, maar Jan was getrouwd en hij wilde zijn huwelijk niet blootstellen aan een impuls van lust. Wij hebben daar samen met Robbert en Henk over gehad en zij zijn deelgenoot geworden. Daar ga ik nu niet op in, om de details verwijs ik je naar je beide vrienden.
Maar het gaat nu om de kern. We hebben elkaar beloofd om dat tussen ons vieren te houden en daar met niemand over te praten. Wanneer dit naar buiten komt betekent dat het einde van onze carrière en ook van Jan zijn huwelijk. Daarom hebben we een verbond gesmeed. Om ons noem het maar veilig te stellen.
Vandaar dat Robbert je daar niets over kon vertellen. En ik ben trots op zo’n deelgenoot en jij mag trots zijn op zo’n vriend.’
‘En hoe denken jullie nu dat ik daar mee om moet gaan. Ik wordt er mee geconfronteerd terwijl ik geen eed van trouw heb gezworen. Moet ik dit nu naar buiten brengen?’
‘Wat denk jezelf?’
Ronald zag ondanks de heftigheid ook de humor van de situatie in. Vooral de positie waar de beide leraren in verzeild waren geraakt. Hij grinnikte en gooide nog even wat olie op het vuur.
‘Ik kan jullie natuurlijk goed gaan chanteren. De beide toppers van leerkrachten de beste van deze school gaan aan de klooi met hun leerlingen. Ik weet zeker dat dat zal in slaan als een bom. Willen jullie dat niet? Zorg er dan voor dat wij drieën slagen!.’
Ronald zag vier verbaasde gezichten en voelde een onbedaarde lach opkomen. Dat was ook niet meer te stuiten. De tranen biggelden hem over de wangen.
‘Ik zie het al voor me. Twee leraren en twee leerlingen gewikkeld in een gezamenlijke seksueel spel waarbij niets aan de fantasie overliet. Of getrouwde leraar viert zijn lusten bot op een collega en twee mannelijke leerlingen. Of leerlingen en leraren vormen een verbond om hun seksuele lusten te botvieren.’
‘Ronald!!!!!’
Robbert bracht zijn vriend weer even tot bedaren terwijl de anderen de woorden nog door hun hoofden gonsden.
‘Mannen, of ik het nu wel of niet mee eens ben, maakt niet uit. Ik mag jullie allemaal en zeg jullie. Geen woord hierover over mijn lippen.’
Ronald werd door iedereen omhelsd.
Jan moest snel weer naar de klas. En de andere vier bleven achter in de kamer van Karel. Hij zei:
‘Ik denk dat het het beste is om samen naar huis te gaan. Ik denk dat Ronald het recht heeft om wat jullie nodig achten dat hij moet weten om hem ook dat te vertellen.’
De jongens zeiden niets en knikten. Er was al zo veel in het afgelopen uur gebeurd dat ze eerst alles op een rijtje moesten zetten en met elkaar in reine moesten komen.
Maar Karel ging door:
‘Ik zou het erg fijn vinden dat jullie drieën vanavond bij mij thuis komen om dit allemaal te evalueren en samen verder te bepalen hoe we door gaan. Want ons verbond bestaat nu niet op 4 maar uit 5 personen en de vijfde heeft denk ik heel andere belangen.’
‘Dat zou zo wel eens kunnen zijn.’ zei Ronald. ‘Ik vind het een goed idee. Komt Jan ook?’
‘Ik zal het hem vragen.’
De jongens gingen naar het huis van Robbert. Daar waren zij alleen om rustig alles onder ogen te zien. Ronald was benieuwd welk nieuws de vrienden hem zouden gaan vertellen. Hij had meer gezien dan zij zouden willen. Of toch ……….
Lees verder: En Nu Verder - 7
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10