Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 14-06-2017 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 11941
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 84 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Er gaan enkele maanden voorbij, waarbij hard werk en veel liefde voor elkaar het leven voor Roald en zijn gezin vormt. Zijn kinderen groeien als kool, en kruipen al door het huis. De twee pups, Eva en Zack, zijn nu ook al behoorlijk gegroeid en rennen al dagelijks met Roald mee, als hij samen met Ingrid gaat trainen voor de duatlon.

Daar zijn ze ook druk mee bezig en dat is ook nodig, omdat die al over anderhalve maand plaatsvindt. Door de lange winter hebben ze niet altijd buiten kunnen trainen, maar in een goede sportstudio hebben ze wel vrijwel alles kunnen trainen, wat ze nodig hebben om goed voorbereid te zijn voor de duatlon. Roald traint daarnaast ook nog voor de Iron Man, die hij wil gaan lopen, en heeft daarvoor ook het zwemmen in een overdekt zwembad getraind. Hij wordt daarbij begeleid door een arts, die best onder de indruk is van de conditie van Roald.

Op zakelijk vlak heeft Roald ook weer topprestaties geleverd. Hij heeft HRT weer enkele grote orders bezorgd, waarmee de productie voor het jaar al helemaal vol zit. Er zijn zelfs al aanvragen voor orders 2018 en Roald is al druk in overleg met Henk of ze niet op de een of andere manier hun productie niet kunnen verhogen. Daarvoor is Roald samen met Henk aan het kijken of ze niet tijdelijk een hal, die vrijwel langs hun pand ligt, kunnen huren. Het zou voor minstens een jaar voor 14 personen werk opleveren, iets wat de gemeente graag ziet.

En de gemeente werkt maar wat graag mee voor HRT, maar ook in het bijzonder met Roald. Doordat Roald veel grond van Isabel geërfd heeft, en doordat die stukken grond vooral op de plaatsen liggen, waar de gemeente hun gebied willen ontwikkelen, maakt hem dat een voorname speler in dat spel. Niet dat Roald niet genegen was om die grond te verkopen, in tegendeel, maar Roald is ook niet helemaal gek. Uiteindelijk is het tot een ruil gekomen, in samenwerking met de regering, die daar een helpende hand in heeft gehad. Roald heeft ongeveer 20 hectare grond geruild voor 120 hectare grond, gelegen in een natuurgebied. Dat was een bewuste keuze van Roald en zijn gezin. Ze willen hun kinderen straks een stuk natuur nalaten.

Maar dat wil niet zeggen, dat Roald dat stuk grond niet kan exploiteren. Het is een gewild stuk voor bosbouw, maar Roald heeft strenge eisen gesteld in het contract met de bosbouwmaatschappij. Zo mag er maximaal 15 hectare gekapt worden, wat allemaal ook keurig is opgetekend in de contracten. Het stuk grond, dat Roald nu door ruil verkregen heeft, ligt in de buurt van Östersund, ergens halverwege Zweden, tegen de Noorse grens aan.

Maar onlangs kreeg Roald berichten van anderen, dat het bedrijf, waar Roald mee in zee is gegaan, zich helemaal niet zo aan hun contracten zou houden. En de enige manier om dat te controleren, is door zelf te gaan inspecteren. Dus heeft Ada voor Roald en hun gezin een hotel in Östersund geboekt, waar ze dan samen naar toe rijden. Ada gaat dan samen met Roald het gebied inspecteren, dat ligt toch nog een heel stuk weg van Östersund, maar dan zouden ze toch niet al te ver van hun kinderen weg zijn en er een kleine minivakantie van maken.

Allereerst heeft Ada een vliegtuig met piloot geregeld, die hun over het gebied kan vliegen. Dat is een stuk sneller, dan op en neer rijden, want daar zijn toch wel enkele uren mee gemoeid.

Het is toch nog best een stuk vliegen naar het bewuste perceel, bijna een uur. Maar als ze daar aankomen, is de schok groot. Een enorm stuk bos is gekapt en ziet eruit als een troosteloze vlakte, met alleen maar boomstronken en lage struiken als getuige van de vernieling. Roald is werkelijk woest, dit is veel meer dan 15 hectare, zoals afgesproken. Samen met de piloot maakt hij een inschatting van de schade. De piloot meent dat er minimaal 30 hectare bos is gekapt, wat dus het dubbele is, van wat is afgesproken. De terugvlucht naar het vliegveld is dan ook bedrukt. Ze praten over deze schande, en Roald is dan ook echt niet van plan om het hierbij te laten zitten.

Zodra hij uit het vliegtuig is, belt hij meteen zijn advocaat op voor raad. Zelfs die goede man is geschokt en adviseert Roald aangifte te doen van diefstal, fraude en contractbreuk. Maar Roald belt eerst met het bosbouwbedrijf, met wie hij het contract heeft.

‘Svenska Trä kooperativ’

‘Hallo, u spreekt met Roald de Vries. Ik zou graag met Olaf Losfold willen spreken.’

‘Het spijt me, maar mijnheer Losfold zit in een vergadering.’

‘Het is van het grootste belang, dat ik hem spreek. Zo niet, dan zouden de gevolgen voor uw bedrijf wel eens heel erg groot kunnen zijn!’

‘Sorry, ik kan hem echt niet storen!’

‘En ik zeg, dat ik hem nu onmiddellijk moet spreken. Als hij me niet binnen vijf minuten niet terug belt, zie ik me genoodzaakt om aangifte te doen, tegen de misstanden, die ik zojuist ontdekt heb. En ik geef hem ook precies zolang de tijd om zich te melden en uitleg te geven.’

De vrouw aan de telefoon zucht en zegt: ‘Ik ga even kijken of ik mijnheer Losfold toch even kan storen. Heeft u een moment?’

‘Ja, hoor.’

Een paar minuten later krijgt Roald een man aan de telefoon.

‘Hallo, mijnheer De Vries. U spreekt met Herald Uttenfors, directeur van STK. Mijnheer Losfold kan u helaas niet te woord staan, maar misschien neemt u genoegen met mij?’

‘Ja, u volstaat ook. Ik heb zojuist een controle uitgeoefend op het perceel waar wij met u een contract hebben voor het kappen van het bos. En ik zie dat er duidelijk meer is gekapt, dan de afgesproken 15 hectare.’

‘O, dat is helemaal niet goed!’

‘Dat is het zeker niet, het is zelfs meer dan het dubbele! U begrijpt, dat ik hier helemaal niet over te spreken ben! Ik eis een onmiddellijke oplossing en genoegdoening!’

‘Ik zal eerst even moeten onderzoeken, wat er precies gebeurd is, mijnheer De Vries. Ik kan u zo onvoorbereid toch geen toezeggingen doen!’

‘Dat begrijp ik, maar ik wil dat u wel meteen alle werkzaamheden daar meteen stil laat leggen. Ik rij er zo meteen naar toe, en als ze dan nog bezig zijn, laat ik de politie daar iedereen verwijderen. We hadden zeer bewust een perceel van 15 hectare afgesproken, dat ook herplant zou worden. Ik heb een duidelijke bedoeling met dat bos, en dat houdt echt niet in, dat er meer gekapt zou worden als 15 hectare. Dat heb ik ook doelbewust laten vastleggen in het contract, en dat treedt u met grote voeten. Ik verwacht uiterlijk morgen een toezegging, hoe u dit gaat oplossen. Zo niet, dan zal ik niet aarzelen om direct aangifte te doen van diefstal, fraude, vernieling en contractbreuk.’

‘Maar mijnheer De Vries! Zo snel kan ik toch geen toezeggingen doen! U moet me iets meer tijd geven!’

‘Nee, ik accepteer geen uitstel. U heeft mijn ultimatum, en daarmee kunt u het doen. Als het nu om een kleine overschrijding zou gaan, dan had u me niet gehoord, maar dit gaat veel te ver! U laat daar nu onmiddellijk alle werkzaamheden stoppen, en morgen voor 4 uur ’s middags heb ik van u gehoord, wat u daar aan gaat doen. En zo niet, dan kent u de consequenties!’

De man sputtert nog wat tegen, maar Roald maakt er korte metten mee. ‘Heeft u me nog niet begrepen, mijnheer Uttenfors? Ik dacht, dat ik heel duidelijk was geweest. Ik wens u nog een prettige voorzetting van de dag en ik spreek u morgen weer. Goedemiddag!’

Roald verbreekt de verbinding, voordat de man nog wat kan zeggen.

Roald zegt tegen Ada: ‘Niet te geloven! Hij wilde me wijs maken, dat het helemaal niet zo erg zou zijn! Het zou hoogstens om een kleine overschrijding gaan. En dan wilde hij ook nog twee weken tijd hebben om me een antwoord te kunnen geven. Mooi niet, morgenmiddag wil ik antwoord, anders kunnen ze daar op de blaren gaan zitten. En nu rij ik eerst naar het hotel toe, om Ester en Ingrid te informeren en dan rij ik meteen door naar het perceel.’

‘Ik ga met je mee, Roald. Het is werkelijk schandalig! Ik dacht, dat we die contracten toch echt waterdicht hadden afgesloten!’

‘Dat zijn ze ook, Ada. We hebben die toch bij de notaris laten controleren en hij vond ze waterdicht. Nee, dat bedrijf zal weten, dat ze met de verkeerde te maken hebben. Ik laat verdomme toch niet over me heen lopen!’

Ze rijden samen naar het hotel, waar ze Ester en Ingrid informeren. Die zijn behoorlijk geschokt van het nieuws.

Ingrid zegt: ‘Meen je dat nou? Hoe kunnen ze in godsnaam zo’n stuk meer kappen en dan zeggen, dat het niet veel meer is!’

‘Ik denk, dat ze dat heel bewust hebben gedaan, Ingrid. Als ze voor morgenmiddag geen passend antwoord kunnen geven, dan halen ze zich een heleboel problemen op de hals. Dan leren ze mij pas kennen!’

Ingrid ziet dat Roald echt furieus is. Zo boos heeft ze hem nog nooit eerder gezien. Maar ze begrijpt hem wel. Roalds bedoeling was om het geld van het kappen te gebruiken voor de herontwikkeling van de natuur. Roald gaat de natuur echt aan het hart, en hij wilde zo een klein stukje natuur veilig stellen als toekomst voor zijn kinderen. En daarom zijn Ester, Ingrid en Ada ook boos. Ze voelen zich echt in hun recht aangetast.

Roald zegt tegen Ester: ‘Ik rij dadelijk nog naar dat perceel toe. Ada heeft al toegezegd om mee te gaan. We zullen dan ook zeker niet op tijd terug zijn, we nemen wel een paar slaapzakken mee, en wat te eten en te drinken.’

‘Dat lijkt me een goed plan, Roald. Neem anders ook Eva en Zack mee. Hier kunnen ze niet echt lopen, en misschien kunnen ze dat daar wel beter.’

‘Goed idee, Ester. Weet je, toen ik dat zag vanuit het vliegtuig, knapte ik echt uit mijn vel. Dat ze ons zoiets konden flikken! Maar dat gaat ze behoorlijk wat geld kosten, dat verzeker ik je. Het is maar goed, dat ik ze nu niet zie, want ik zou ze misschien wel wat aangedaan hebben.’

‘Doe maar voorzichtig, Roald. Niet dat je dadelijk nog dingen doet, die je beter niet had kunnen doen!’

‘Ben maar niet bang, Ester. Ik mag dan wel boos zijn, maar niet gek!’

Een half uur later heeft Roald de auto alweer gepakt en rijdt hij met Ada en de honden naar het perceel toe. Het is een stevige rit van goed 3 uur en het is al laat als hij op de plek van bestemming aankomt. De aanblik is nog troostelozer, dan vanuit het vliegtuig. Het is al meteen duidelijk, dat er echt veel meer is gekapt, dan afgesproken. Met behulp van zijn telefoon doet Roald metingen en de gruwelijke waarheid is dat er zelfs veel meer dan 30 hectare is gekapt. Roald heeft maar liefst 38 hectare gemeten, dat gekapt is. Hij zegt tegen Ada:

‘Wat moet ik hier toch mee aan? Het is zelfs bijna 2x zoveel als afgesproken!’

‘Ik denk, dat je toch beter even de politie kan bellen, want dit is echt schandalig!’

Roald knikt en ze stappen weer in de auto, op zoek naar het dichtstbijzijnde politiebureau. Gelukkig vinden ze op een uur rijden een politiebureau, waar ze een agent bereid vinden om de aangifte op te nemen. Zelfs de politieagent vindt het een schandaal, dat er zoveel gekapt is. Ze rijden samen terug naar het perceel, waar ze een hoop foto’s maken, en uitmeten hoe groot de werkelijke schade is. Het is al donker, als ze weer terug op het politiebureau komen. En aangezien het pas rond 10 uur donker wordt, hebben ze ruim de tijd gehad om de schade op te nemen. Ze maken met de agent de afspraak om de volgende dag in alle vroegte terug naar het perceel te rijden, en daar de werkzaamheden stop te leggen, als het bedrijf dat nog niet gedaan heeft. De politieagent regelt dan voor Roald en Ada nog een kamer, waar ze kunnen overnachten en nog wat kunnen eten.

De volgende morgen, al om 5 uur ’s morgens, rijden Roald, Ada en twee politiewagens richting het perceel. Als ze daar aankomen, zijn de werkzaamheden al weer in volle gang. De bosbouwers zijn weer gewoon aan het werk gegaan, en zelfs al heel vroeg begonnen. De agenten leggen meteen al het werk stil, wat echt niet enthousiast wordt nageleefd. Maar uiteindelijk leggen de werkers zich erbij neer en zetten alle machines stil.

De agenten sommeren dan de werkers om de machines op te laden en af te voeren. Omdat de mannen

geen andere keuze hebben, volgens ze de orders van de agenten op. Roald en de agenten zien nauwkeurig toe op het naleven van de orders. En na enkele uren zijn alle machines opgeladen en rijden de vrachtwagens met de machines weg.

Opgelucht haalt Roald adem. Nu kan er ten minste niet meer schade worden aangericht. Maar toch hebben de werkers er nog voor kunnen zorgen, dat er bijna nog een hectare aan bomen is geveld.

Nauwelijks een half uur later krijgt Roald een woedend telefoontje van Olaf Losfold, de man, waarmee Roald het contract heeft gesloten.

‘Hallo mijnheer de Vries! Ik krijg net telefoon van mijn werkers, dat u ze gesommeerd heeft onmiddellijk te vertrekken! Wat zijn dat voor praktijken!’

Roald ontploft en zegt: ‘Dat kan ik ook zeggen, mijnheer Losfold! Ik dacht dat we afgesproken hadden om maximum 15 hectare te kappen en ik moet hier constateren dat er maar liefst 39 hectare gekapt is!’

‘Ja, maar we kunnen die machines toch niet voor 15 hectare laten komen! Dat kost veel te veel!’

‘Dan had u er niet aan moeten beginnen! De afspraak was 15 hectare en geen 39 hectare. En omdat u het te duur vond, laat u zomaar, zonder mijn toestemming en medeweten gewoon maar meer kappen? Ik begin me af te vragen, hoeveel er gekapt zou zijn, als ik er zelf niet was achter gekomen!’

‘Maar ik heb een kapvergunning voor 50 hectare. En ik ben ook van plan om het limiet van die vergunning te voldoen.’

‘Dat vind ik prima, maar niet op mijn grond. Ik ontzeg u bij deze de toegang tot mijn grond. En het is maar dat u het weet, dat ik inmiddels al aangifte heb gedaan bij de politie. Dit is een grove schending van mijn rechten, om maar niet te praten over de schade aan de natuur. Het was de bedoeling, dat ik met het geld, wat dit contract op zou brengen, het gebied kostendekkend te maken en dat ik er enkele herstelprojecten mee kon doen. Maar de schade die u heeft toegebracht, is werkelijk enorm.

U kunt een aanklacht tegemoet zien, dit gaat u meer dan alleen een behoorlijke som geld kosten! Dat kan ik u wel verzekeren! Ik heb niet voor niets de contracten waterdicht laten maken! Dacht u werkelijk, dat ik helemaal dom was!’

‘Nee, natuurlijk denken we niet dat u dom was. En zelf versprekend gaan we u ook passend compenseren. En ik verzeker u ook, dat we ook alles weer netjes aanplanten.’

Roald lacht. ‘U dacht werkelijk daarmee zo gemakkelijk weg te komen? Ik dacht het even niet! Ik wijs u er wel even op, dat er in het contract staat, dat u 3x de natuurschade moet herstellen. U heeft nu ongeveer 39 hectare gekapt, dat is dus 117 hectare die u opnieuw mag herplanten. En aangezien u een overschrijding heeft van maar liefst 24 hectare, vind ik dan ook, dat dat stuk zo snel mogelijk moet worden hersteld met bomen, die al een bepaalde hoogte hebben en daarmee ook weer zo snel mogelijk kan dichtgroeien!’

‘Weet u wel, wat dat kost! U bent niet goed wijs!’

‘O, ik ben wijs genoeg om te weten wat dat kost. En ik weet ook, dat uw bedrijf dat uiteindelijk de nek kan kosten. Maar daar had u eerder aan moeten denken, voordat u besloot mij te bedriegen. Nu kan u voor de schade, conform het contract, gaan opdraaien. En geloof maar niet, dat ik ook maar een concessie doe om u te helpen. Ik kan er niet aan denken!’

‘U moet het zelf weten. Wij kunnen het u ook behoorlijk lastig maken, we hebben veel goede contacten in hoge sferen, en die kunnen u behoorlijk veel last bezorgen.’

‘Gaan we nog dreigen ook? Goed, dan moet u het maar zelf weten! Ik heb ook mijn nodige contacten, tot in het koninklijk huis toe. Of dacht u, omdat ik van Nederlandse afkomst ben en hier nog niet zo heel lang woon, dat ik daarom geen goede connecties heb? Sorry, dan moet ik u teleurstellen. Ik heb zeer goede connecties door het hele land en daarbuiten. Dus ga gerust uw gang, dan kunt u ervaren of uw connecties beter zijn, dan de mijne.

En nu ik dit gezegd heb, wil ik er nu even geen woord meer over horen. Als u nog contact met me wil leggen, doet u dat maar via mijn advocaat. Die is al op de hoogte, en hij bereidt de nodige stappen al vast voor. Goedemorgen, mijnheer Losfold!’

Roald verbreekt meteen de verbinding en uit een kreet van frustratie. ‘Werkelijk, Ada! Hoe durven ze! Ze hebben een kapvergunning voor maar liefst 50 hectare aangevraagd voor het contract dat ze met mij hadden. Dus als ik er zelf niet achter gekomen was, dan hadden ze gewoon 35 hectare meer gekapt, dan afgesproken!

Waar halen ze het gore lef vandaan om zoiets te doen! Al kost het me mijn laatste cent, dit ga ik niet op me laten zitten. Ze gaan me de schade vergoeden en goed ook. Al wordt dat hun faillissement, het kan me niet schelen. Zulke bedrijven moeten worden gesloten.’

‘Ik hoorde het, Roald! Echt onvoorstelbaar! Maar ik heb je ook nog nooit zo kwaad gezien! Het is maar goed, dat je hem alleen maar aan de telefoon had. Ik geloof dat je hem wat aangedaan had, als je hem voor je had.’

‘Ik weet het niet, Ada. Maar het zou goed kunnen. Ik sta nog steeds te trillen van woede.’

‘Mijnheer Dosberg heeft mij zojuist gebeld, dat hij de benodigde stappen al in werking heeft gezet. Hij kon het ook niet geloven, dat het contract zo ernstig geschonden was, aangezien het al zo waterdicht was. Hij gaat zijn uiterste best voor ons doen.’

‘Gelukkig. Want als ik nu een ding niet kan uitstaan, dan is het onrecht.’

Roald belt dan eerst even met Ester en Ingrid.

‘Hoi Ester! Het heeft allemaal wat langer geduurd, maar ik vertel je maar alvast, dat we aangifte gedaan hebben, en ook dat mijnheer Dosberg enkele aanklachten tegen STK heeft gedaan. Hij gaat onze belangen behartigen, en daarmee wil ik doorgaan, tot ik mijn recht heb.’

‘Is het zo erg, Roald?’

‘Ja, echt heel erg! Ze hebben bijna 40 hectare gekapt. Dat is bijna 25 meer dan afgesproken en ik ben er net achter gekomen, dat ze zelfs 50 hectare wilden kappen. Echt niet te begrijpen. Ze vonden het anders niet rendabel genoeg! Kun je dat geloven?’

‘Wat zijn dat voor boeven! Die horen in de gevangenis thuis!’

‘Ja, dat zou nog een heel goede plaats zijn voor die heren. Ada zei het net al, het is maar goed, dat ze niet tegenover me stonden, anders had ik ze wat gedaan.’

‘Dat geloof ik. Jezus, het is amper te bevatten, wat ze gedaan hebben.’

‘Ik weet het. We gaan nu nog even wat kleine boodschappen doen hier in het dorp en dan komen we weer naar jullie toe.’

‘Dat is goed. We zien je straks! Hou van je, en ik moet je ook een kusje geven van Ingrid!’

Roald glimlacht. ‘Geef haar, Isabel, Petr en Anna maar een kusje van mij en ik hou van jullie allemaal!’

‘Dat is goed! Zal ik zeker niet vergeten! Tot straks!’

Roald hangt op en zegt tegen Ada: ‘Kom we gaan eerst even het dorp in. Ik wil wat drinken voor onderweg halen en misschien ook nog wat kleine snacks.’

‘Goed idee.’

Ze stappen dan in de auto en rijden weg. Als ze in het dorp komen, zien ze daar de voertuigen van het bosbedrijf staan. Er is schijnbaar wat tumult met wat inwoners. Dan wordt er op Roald gewezen, en de menigte verplaatst zich richting Roald.

Ze zijn zichtbaar woedend en Roald stapt uit en zegt: ‘Wat is hier aan de hand!’

Er komt een vrouw naar voren, die zegt: ‘Bent u de eigenaar van het stuk bos, dat deze heren gekapt hebben?’

‘Ja, en het is maar goed ook, dat ik gekomen ben. Die idioten hadden daar meer dan eens zoveel gekapt, dan afgesproken, met een enorme schade als gevolg!’

Het levert meteen een reactie op uit de menigte: ‘Het zal wel alleen om het geld gaan, dat u zoveel heeft laten kappen!’

‘Ik zal niet ontkennen, dat ik zou verdienen aan die kap. Maar ik had afgesproken, dat ze maximaal 15 hectare zouden kappen, maar ze hebben zelfs bijna 39 hectare gekapt. En daar ben ik stinknijdig om! Dat was al helemaal niet de afspraak, want ik wilde dat ze niet meer zouden kappen. Het geld dat ik daarmee zou verdienen, was bestemd om het in de toekomst ecologisch te gaan beheren. Ik wil juist enkele stukken wat diverser maken, zodat flora en fauna beter zou worden. Ik weet juist, dat dit een natuurgebied is, waar normaal geen exploitatie mogelijk is. Maar 120 hectare beheren kost behoorlijk veel geld, en dat wilde ik op deze manier regelen.’

‘Dus u heeft geen opdracht gegeven om het hele stuk te kappen?’

‘Nee, ik heb zelfs heel nauwgezet vast laten leggen, dat ze niet meer dan 15 hectare mochten kappen. Maar ze hebben me bedrogen, en dat ga ik ze betaald zetten!’

De sfeer in de menigte begint anders te worden. De vrouw zegt: ‘En durft u deze beweringen dan ook op papier te zetten?’

‘Ja, sterker nog, ik heb gisteravond nog aangifte gedaan tegen het bosbouwbedrijf en mijn advocaat heeft al enkele aanklachten indient bij de rechtbank. Wie dat in wil zien, nodig ik graag uit om die papieren te komen inzien.’

De vrouw fluistert wat in de oren van enkele mensen om haar heen.

‘Mag ik uw naam weten? Dat praat misschien wat gemakkelijker.’

‘Als u me de uwe ook geeft.’

De vrouw glimlacht. ‘Ik ben Freya Holsten. Wij wonen hier, en wij leven hier voornamelijk van het bos hier. Maar dat bedrijf dat u ingehuurd hebt, neemt onze hele kostwinning weg.’

‘Aangenaam. Ik ben Roald de Vries. Ik woon in de buurt van Lidköping, in het plaatsje Spiken, aan het Vänermeer. En het spijt me, dat het voor jullie zo gelopen is. Het is nooit mijn bedoeling geweest om jullie kostwinning te laten verdwijnen, al is het me niet meteen duidelijk, hoe jullie dat zouden doen op mijn grondgebied.’

‘Natuurlijk zouden we nooit iets doen, zonder medeweten van de eigenaar van de grond. Maar er is hier meer bos, dat niet aan u toebehoord, maar uw stuk is wel het grootste hier in de buurt. We wisten al, dat het een nieuwe eigenaar had gekregen, maar we waren nog niet zo ver, om contact met u op te nemen.’

‘Oké, ik begrijp het. Maar ik denk, dat we daar beter later eens over kunnen praten. Ik ben nog drie dagen in Östersund, ik verblijf in het Emma Hotell. Daar kunt u me bereiken.’

‘Zou u anders nu even tijd hebben om met ons te praten?’

‘Ik was eigenlijk al op weg naar het hotel om tijd door te brengen met mijn familie. Ik laat ze niet graag zo lang alleen.’

‘Ach, hooguit een uurtje!’

Roald kijkt Ada aan en zegt: ‘Wat denk je? Een uurtje?’

Ada knikt. ‘Misschien is dat wel beter, Roald. Wie weet wanneer we ze nog eens nodig hebben voor je gebied?’

Roald knikt en zegt: ‘Een uurtje kan ik nog wel vrijmaken. Waar kunnen we praten?’

‘Dat kunnen we bij mij thuis doen. Ik woon daar in dat gele huis.’

Roald kijkt om naar het huis, waar de vrouw naar wijst.

‘Goed, maar eerst laten we hier die gasten van het bosbedrijf maar gaan. Ik heb ze liever hier niet meer in de buurt, maar nog liever heel erg ver weg van hier!’

De vrouw knikt en roept wat tegen enkele personen. Niet lang daarna horen ze de motoren starten van de vrachtwagens, waar de machines op staan en dan vertrekt een hele colonne aan machines en vrachtwagens. Ze kijken de colonne na, die wordt uitgejoeld door de omstanders.

Als de voertuigen uit het zicht zijn verdwenen, druipt de menigte af en lopen Roald en Ada met de vrouw mee naar haar huis. De vrouw nodigt ze uit om binnen te komen en laat ze plaats nemen in de woonkamer. Het huis is smaakvol ingericht, en als even later ook nog enkele andere vertegenwoordigers van de gemeenschap zich melden, beginnen ze met de gesprekken.

De vrouw werpt zich wederom op als leider van hun groepje en zegt: ‘Ik denk dat het nu even beter is, om een hernieuwde voorstelling te doen. Het is beter, als we elkaar gewoon kunnen aanspreken. IK ben Freya Holsten, en dit is mijn man Leif.’

Roald knikt goedkeurend en zegt: ‘Nou, ik ben Roald de Vries, en dit is mijn vrouw en tevens secretaresse Ada.’

De andere drie mannen stellen zich ook netjes voor. Dan zegt een van die mannen: ‘Excuseert u mij, mijnheer De Vries, maar het is net alsof ik u ergens van ken. Maar ik heb geen enkel idee, waarvan.’

Roald glimlacht en zegt: ‘Dat zou kunnen. Ik ben dit jaar wel in het nieuws geweest met mijn huwelijk.’

De man kijkt even verbaasd, maar dan schiet het hem te binnen.

‘O ja! Nu weet ik het weer! U bent die persoon, die door de koning getrouwd is! En u heeft drie vrouwen!’

Roald glimlacht en knikt. ‘Ja, dat ben ik. En ik heb inderdaad nog twee vrouwen, dat zijn de zussen van mijn vrouw Ada. Ik kon geen keuze maken, en zij ook niet, dus heb ik ze maar alle drie getrouwd.’

Nu herkennen ze Roald opeens allemaal. De vrouw zegt: ‘Hoe heeft u dat voor elkaar gekregen? Het is eigenlijk toch niet toegestaan om meer dan een vrouw te trouwen?’

Roald antwoordt: ‘O, maar dat is ook niet vanzelf gegaan. Daar is veel aan vooraf gegaan en bijna had het zelfs niet gemogen. Uiteindelijk heeft de regering daarover een besluit genomen om het me toe te staan.’

‘En hoe heeft u de koning zover gekregen om u te trouwen?’

‘Dat was een hele verrassing voor ons, wij wisten daar helemaal niets vanaf! Maar toen hij voor ons stond, kon ik toch slecht zeggen, dat hij het niet mocht doen, of wel? Dat zou immers een grove belediging zijn, en ik vond het best wel een eer. Later bleek, dat het de enige manier was, om het huwelijk ook wettelijk te laten zijn, ook internationaal. Zweden staat nu garant voor de legaliteit van mijn huwelijk, omdat het bij koninklijk besluit is gesloten.’

‘Maar dan moet u toch wel de nodige connecties hebben in hogere kringen!’

‘Ik kan u verzekeren, dat ik maar heel weinig mensen in Stockholm ken, die wat betekenen in de politiek.

Hoewel, nu is dat iets meer, maar dat brengt mijn werk met zich mee. Maar toen mijn huwelijk gesloten werd, was dat allerminst het geval.’

Een van de mannen mompelt: ‘Zie je, buitenlanders worden altijd bevoordeeld!’

Roald richt zich meteen tot de man en zegt: ‘Hoewel mijn achternaam anders doet vermoeden, ben ik wel degelijk iemand van Zweeds bloed! Mijn overgrootmoeder Isabel Drosben woonde tot haar dood in Zweden, en in haar huis woon ik dan nu ook. Door toeloop van omstandigheden is mijn grootvader als klein kind terecht gekomen, en heeft mijn overgrootmoeder net voor haar dood haar familie weer teruggevonden. Op die gronden heeft men mij ook de Zweedse nationaliteit gegeven, nog voordat ik getrouwd was. En zelfs daar heb ik nooit om gevraagd. Ik heb het gekregen.’

De vrouw, Freya, neemt dan weer het woord. ‘Nou ja, het is nu ook niet belangrijk, hoe u uw nationaliteit heeft gekregen, het gaat zich nu om uw grondgebied.’

Roald knikt. ‘Ja, daar waren we voor hier gebleven.’

‘Meende u echt, wat u zojuist zei over dat u dat bedrijf gaat aanklagen?’

‘O ja, ieder woord! Dat bedrijf gaat een aanklacht krijgen, waar ze nog behoorlijk van gaan schrikken. Ik had 15 hectare met ze afgesproken, maar na berichten, dat ze het niet zo nauw nemen met hun contracten, ben ik hier polshoogte gaan nemen. Ik schrok me werkelijk te pletter, toen ik de schade zag, die ze hadden aangebracht. Ik had namelijk behoorlijk waterdichte contracten met ze gesloten en was echt geschokt, dat ze het met zo’n grote voeten geschonden hadden!’

‘Dat is voor mij moeilijk te geloven. Hoe weten wij, dat u de waarheid spreekt?’

Nu is het Ada die spreekt. ‘Ik zou u een kopie van het contract kunnen laten zien. Daar staat zwart op wit, wat ze wel mogen en wat niet. Het zit juridisch waterdicht, en STK zal dan ook een behoorlijke pijp gaan roken in de rechtbank. En mijn man is vast van plan om zijn recht te gaan halen. Ook als dat ons laatste geld gaat kosten, en ook als dat de nek kost van dat bedrijf. Zulke misstanden behoren zich niet voor te doen!’

Ada laat de vrouw het contract lezen op de tablet, die ze bij zich heeft. De vrouw kan niets anders concluderen, dat Roald en Ada de waarheid spreken.

‘Oké, het lijkt er nu op, dat u werkelijk de waarheid spreekt. Maar wat nu?’

‘Het is voor mij heel eenvoudig. STK moet de schade die ze gemaakt hebben, in drievoud gaan herstellen.

Bovendien staat er in het contract, dat ze bij overschrijding die schade moeten herstellen naar mijn wens. En dat heb ik ze al duidelijk gemaakt, ik wens dat daar bomen geplant worden, die al minstens twee meter hoog zijn, zodat een bebossing weer snel mogelijk is.’

Een man begint te lachen. ‘En u denkt, dat STK zoiets gaat doen? U kent ze schijnbaar niet zo goed!’

Roald kijkt de man aan. ‘Nee, ik ken ze inderdaad niet zo goed, anders was ik waarschijnlijk ook nooit met hun in zee gegaan. Maar aan de andere kant, u kent me ook niet zo goed, en dat geldt ook voor STK. Ik laat niet gemakkelijk over me heen lopen, en dat zullen ze merken ook! Ik schuw me niet, om ze te dwingen aan het contract te voldoen. Misschien dat ze er bij anderen met hun trucjes ervan door kunnen komen, maar dat zal bij mij niet gaan werken. Ze hebben zich misschien ook niet gerealiseerd, wat voor contract ze met mij sloten. Ze kwamen in eerste instantie met hun eigen contract, maar dat wilde ik niet.

Dat was te zeer ongunstig en vol met juridische gaten. Dus heb ik mijn notaris zelf een contract laten opstellen, naar mijn wensen, en dat hebben ze na bestudering getekend. Schijnbaar hebben ze het niet goed gelezen, want anders zouden ze niet zo gemakkelijk dit contract geschonden hebben. Dat wil dus gewoon zeggen, dat ze gewoon geen poot hebben om op te staan. Er staat ook een boeteclausule in, waarin ze tot betalen van forse bedragen gedwongen kunnen worden. En dat kan ik ook eisen, en daarvoor heb ik mijn advocaat ook al laten doen.’

‘En wat gaat u doen met dat geld?’

‘Zoals ik al eerder zei, de schade hier herstellen. Dat geld was niet bedoeld om er zelf rijker van te worden, maar om er een fonds mee te maken, waarmee ik het gebied kostendekkend kan laten beheren.’

‘En dat moet ik geloven?’

‘Geloof het of niet, maar dat zijn inderdaad mijn intenties. Bovendien staat er uitdrukkelijk in de eigendomspapieren, dat dit gebied niet commercieel geëxploiteerd mag worden. Voor die kap van 15 hectare heb ik zelfs speciale toestemming moeten vragen bij de regering. Die hebben daarmee ingestemd. Maar een ding vraag ik me nu wel af, hoe STK een kapvergunning kon krijgen voor 50 hectare. Ik heb daarvoor namelijk geen toestemming gegeven.’

‘Hoezo 50 hectare? Ik dacht dat ze maar 15 hectare van u mochten kappen?’

‘Ja, dat verbaasde mij ook. Dat ga ik nog uitzoeken, want als ik er nu zo over nadenk, moet er iemand zijn, die daar wel toestemming voor heeft gegeven. En ik wil nu ook wel weten, wie dat is.’

Een van die mannen zegt: ‘O, maar dat kan ik u zo ook wel vertellen. Dat is zeer waarschijnlijk Kjeld Neymannen. Hij is verantwoordelijk voor deze regio en bij hem moet je ook zijn voor die vergunningen. Wij hebben ook regelmatig met hem te maken, en hij bezorgt ons ook regelmatig voor problemen.’

‘O, dat maakt het voor mij ook gemakkelijk. Dan kan ik die persoon aanspreken, waarom hij die kapvergunning voor zo’n groot gebied heeft afgegeven, zonder dat ik daarvan als eigenaar van de grond, daarvan op de hoogte was.’

De man schampert: ‘Niet zo moeilijk! Mijnheer Neymannen heeft graag een goed gevulde knipbeurs, als u begrijpt wat ik bedoel. Hij staat erom bekend, dat hij vergunningen behoorlijk veel sneller kan afgeven, als men hem gunstig gezind. Dat kunnen gunsten zijn, maar hij is ook niet vies van een paar steekpenningen. En aangezien er bijna niemand is, die hem controleert, kan hij ongestoord zijn gang gaan!’

‘Dat meen je niet! Dat moet toch niet kunnen!’

‘O, geloof dat maar! Ik denk dat er een hoop mensen zouden staan te juichen, als hij zou moeten oprotten! Geloof me, dit wereldje is behoorlijk verdorven. U heeft zich begeven in een wespennest.’

Roald zegt dan strijdvaardig: ‘Dan is het hoog tijd, dat iemand dat nest uitrookt en vernietigt.’

‘Veel succes! Ik zou het alleen maar toejuichen, maar ik geef u weinig kans. Ze hebben veel te goede connecties en zullen elke gelegenheid aangrijpen om u in diskrediet te brengen.’

‘Laat dat maar aan ons over. Ik heb ook goede connecties, en ze hebben me al gedreigd om zoiets te doen. Maar daar laat ik me niet door intimideren!’

‘Ik hoop dat u geluk hebt, werkelijk waar! Het zou fantastisch zijn, als dit eens stopt, want het is werkelijk schandalig! De kleinere bedrijfjes, zoals wij, die moeten leven van de restjes die ze ons overlaten, hebben amper kans om een goed inkomen te krijgen.’

Ada zegt tegen Roald: ‘Ik denk dat we Ingrid haar contacten eens moeten laten spreken. Ze kent toch genoeg reporters, die zich maar wat graag in een groot schandaal zouden willen duiken?’

Roald knikt en zegt: ‘Daar was ik ook al aan het denken. En ik zal ook eens bij Frank en Diana navragen, wat die kunnen doen. Ik weet zeker, dat ze wel weten, hoe we dit aan moeten pakken.’

‘Dat lijkt me een goed plan.’

Roald knikt en zegt dan: ‘Goed, laat STK maar mijn zorg zijn. Dat is niet jullie zorg. Maar ik wil het even hebben over mijn grondgebied. Ik heb daar behoorlijke plannen mee, en misschien kunnen jullie daar wel behulpzaam in zijn.’

Freya kijkt geïnteresseerd. ‘En wat moet ik me daarbij voorstellen?’

‘Ik heb hier wat onderzoek naar gedaan, en daaruit is gebleken, dat er hier een groot gedeelte eigenlijk loofbos moet zijn geweest. Maar na een grote brand is dat zo goed als verdwenen. En dat wil ik weer herstellen.’

Freya kijkt Roald geschokt aan. ‘Ja, dat klopt. Ongeveer 25 jaar geleden is hier een grote bosbrand geweest, dat heeft bijna 80 hectare bos in de as gelegd. En sindsdien is het hier een naaldbos geworden.’

‘Ja, dat had ik gelezen. Het gebied stond toen destijds bekend als zeer faunarijk, maar dat is nu niet meer, zo heb ik begrepen.’

‘Ook dat klopt. Vroeger zat hier echt veel groot wild, herten, reeën, elanden en rendieren zaten hier in overvloed. Maar dat is nu wel anders.’

Freya zegt: ‘Misschien is het niet eens zo’n hele grote ramp, dat STK nu zo’n groot stuk heeft gekapt. Als u van plan bent, de vroegere situatie te herstellen, dan is dit misschien wel de uitgelezen kans! Want ongeveer op die plaats heeft toen ook het loofbos gestaan.’

‘Meent u dat nu? Dat zou dan toeval zijn. Misschien een gekke vraag, maar doen jullie ook aan herplanten van bossen?’

‘Ja, dat is toch verplicht? Voor elke boom, die we kappen, moeten we er twee terug planten. Hoezo?’

‘Als ik jullie nu eens vraag om de herinrichting van het bos voor mij te gaan doen?’

‘Hoe bedoelt u dat?’

‘Precies zoals ik het zeg! Het bos aanplanten met loofbomen, en het beheren, zodat de naaldbomen daar geen kans krijgen.’

‘Dat zouden we wel kunnen doen. Maar waar halen we zoveel loofbomen vandaan? Dat is alles behalve goedkoop!’

‘Daar ben ik zelf al mee bezig geweest, ik kan zonder problemen aan loofbomen voor ongeveer 10 hectare kunnen kopen, en dat hoeft me nog niet eens heel erg veel te kosten. Met het geld, wat ik toch al zo krijgen van dat contract met STK, kan ik dat wel financieren. Maar dan zitten we nog met de kosten van het beheren.’

Freya zegt: ‘Dan heb ik een voorstel voor u. Als u ons toestaat om de door u aangewezen stukken bos te beheren, dat wil zeggen, oude en slechte bomen kappen, en die te herplanten, zoals dat ook wettelijk is verplicht, en wij dat hout mogen houden, dan konden we wel met een goede regeling komen.’

Roald kijkt geïnteresseerd. ‘En hoe weet ik dan, dat jullie je aan dat contract gaan houden?’

Freya glimlacht. ‘Wij hebben er eigenbelang bij, dat we dit bos in goede staat houden. Het is immers ons eigen inkomen. Op die manier zorgen we zelf voor ons inkomen, terwijl het voor u kostendekkend is. Wij zouden zorgen voor een vakkundig beheer van uw gebied, terwijl het u amper iets kost. En ik ben best bereid u regelmatig op de hoogte te houden van onze werkzaamheden.’

‘Nou, dat klinkt goed. Ik zou zeggen, stuur me een conceptcontract op, en dan zal ik mijn advocaat ernaar laten kijken, maar ik sta niet negatief tegenover uw plan. Maar ik wil wel weten, wat jullie er aan verdienen. Het moet niet zo zijn, dat jullie je exorbitant gaan verrijken over mijn rug. Ik geef er niets om, dat jullie een goede boterham verdienen, maar het moet wel redelijk zijn.’

‘Dat spreekt voor zich, mijnheer de Vries.’

‘Hier heeft u mijn visitekaartje, daar kunt u het contract heen sturen. En als u het niet erg vindt, dan ga ik nu weer naar Östersund om mijn kinderen weer te zien. Dit grapje heeft me weer genoeg tijd gekost, waardoor ik hen nu minder kan zien.’

‘Natuurlijk, dat begrijpen we goed. Ik wens u een goede reis!’

Roald en Ada staan op en nemen afscheid van het gezelschap. Er wordt allerhartelijkst afscheid genomen, alsof ze als goede vrienden uit elkaar gaan. Als Roald en Ada in de auto zitten, zegt Ada: ‘Dat was me het dagje wel! Maar ik ben wel blij, dat alles toch nog goed blijkt te komen. We zouden nu in een klap af zijn met dat beheer van het bos.’

‘Ja, daar ben ik ook wel blij om. En het waren ook vrij aardige mensen. En ik kan het ze echt niet kwalijk nemen, dat ze in het begin wantrouwend waren, maar gelukkig waren ze snel overtuigd van onze goede bedoelingen!’

Ada knikt en zegt: ‘Maar ik moest wel bijna lachen, toen je ze vroeg hoe jij kont weten, dat ze zich wel aan het contract gingen houden. Die was echt goed!’

‘Ja, en ze begrepen het allemaal meteen.’

Roald en Ada rijden dan richting Östersund.

En terwijl ze wegrijden, zegt Freya tegen haar man: ‘Wie had dat ooit gedacht, Leif? Ik had gedacht, dat hij een geldwolf zou zijn, maar hij schijnt alles behalve dat te zijn.’

‘Ja, maar of hij opgewassen is tegen die wolven van STK? Dat moet ik maar eerst eens zien!’

Freya schudt haar hoofd. ‘Nou, ik denk dat hij echt meent, wat hij zegt. En je kunt niet ontkennen, dat hij een bepaalde aura om zich heen heeft. Het heeft iets dwingends, en ik denk ook werkelijk, dat hij wel eens het struikelblok voor STK en hun trawanten zou kunnen zijn. Ik heb de indruk, dat die man behoorlijk wat in zijn mars heeft, en hij schijnt ook werkelijk niet bang te zijn van hun.’

‘Ja, maar dat hebben er wel eens meer gezegd. Ik moet het eerst zien, en dan geloven!’

‘Nou, ik wil hem best geloven! En daarnaast vond ik het wel leuk eens die man te ontmoeten. Hoe vreemd moet zijn leven wel niet zijn?’

De man lacht. ‘Ik zou er niet aan moeten denken om met drie vrouwen getrouwd te moeten zijn! Stel je eens voor, dat ik jou en je zusters zou moeten verdragen? Ik zou me al snel ophangen aan de eerste de beste boom!’

Freya lacht. ‘Dat willen we niet, Leif. Daarvoor ben je me veel te lief. Maar het schijnt voor hun te werken. Zag je niet de aanbidding naar hem van zijn vrouw? Je kon echt zien, dat ze ook echt van elkaar houden. Daar was echt niets gespeeld aan.’

Leif lacht. ‘Ja, dat moet ik toegeven. Ze was behoorlijk aantrekkelijk, maar ze had alleen maar oog voor hem. En hij trouwens ook alleen voor haar.’

‘Ik kan haar geen ongelijk geven, hij is een erg aantrekkelijke man. Ik zou willen, dat ik zo’n atletisch gevormde man zou hebben! Als hij me zou vragen om zich bij zijn harem te voegen, dan wist ik nog niet wat ik deed!’

‘Niets daarvan, je blijft lekker bij mij!’

‘Ik zou ook niets anders willen, Leif!’

Ze geeft haar man een grote zoen, en is verwonderd, dat die zoen haar zoveel opwinding levert. En Leif ervaart hetzelfde. Ze kijken elkaar aan en moeten dan allebei glimlachen.

‘Zou dat nu van hem komen, Freya?’

‘Geen idee. Zou best kunnen, ik voel me eigenlijk zo, sinds we met hem hier binnen zaten.’

Ze kijken elkaar verliefd aan en geven elkaar nog een zoen. En dan bemerken ze, tot hun eigen schande, dat ze nog steeds gasten in hun kamer hebben zitten. Hevig blozend verontschuldigen ze zich bij hun gasten, die enkel glimlachen.

‘Schaam je niet, Freya. Je hebt gelijk. Die man heeft iets bijzonders over zich. Ik kon dat ook voelen. Het is alsof die man liefde uitstraalt, anders kan ik het niet omschrijven. Het is niet, dat ik nu verliefd op jullie of hem word, maar ik verlang nu wel heel erg naar mijn Lisa.’

Freya glimlacht. ‘Dat zal het misschien wel zijn. Lusten jullie nog koffie?’

‘Nee, ik ga naar huis. Het is al laat genoeg en we gaan zo eten. En ik denk, dat ik vandaag maar eens lekker thuis blijf en mijn liefje gezelschap ga houden.’

Leif lacht. ‘Ja ja, gezelschap! Ik denk niet, dat je veel verder dan je slaapkamer komt, Jack!’

De man glimlacht. ‘Dat zou best wel eens kunnen, maar ik wed, dat jullie ook niet veel verder komen!’

Lachend nemen ze dan afscheid van elkaar, waarna ze ieders hun weg gaan.

Freya neemt dan de hand van haar man in de hare en trekt hem mee naar hun slaapkamer. Ze hoeft niets te zeggen, Leif begrijpt haar bedoelingen heel goed en hij wil ook niets anders!

Intussen rijden Roald en Ada weer richting Östersund. Ada merkt nog steeds dat Roald nog boos is, en ze weet dat het niet goed voor hem is, ook al is hij wat gekalmeerd door het gesprek. Dan herinnert ze zich de woorden van Isabel, en dat geeft haar een idee.

‘Roald?’

‘Ja, wat is er?’

‘Zou je hier dadelijk even kunnen stoppen? Volgens mij was hier een klein weggetje, ik moet nodig plassen.’

‘Had je dat net niet nog kunnen doen? We zijn nog maar net weg!’

‘Sorry, toen moest ik nog niet. Maar nu wel!’

Met een zucht van geïrriteerdheid stuur Roald zijn auto het weggetje in. Ada stapt uit, en gaat in de bosjes plassen. Ze hoefde wel niet zo erg, maar ze wil Roald ook niet het idee geven, dat ze helemaal niet hoefde.

Met een glimlach ziet ze hoe Roald haar met zijn ogen volgt. Een gedeelte van haar plannetje is al geslaagd, ze heeft zijn aandacht. En ze ziet ook, dat Roald rustig toekijkt, als ze haar blaas leegt. Niet dat ze zich schaamt om met haar blote kont voor hem te zitten, integendeel! Ze vindt het wel een beetje opwindend.

Lachend zegt ze tegen hem: ‘Kun je het zien, Roald?’

Roald lacht en zegt: ‘Ja hoor! En wat ik zie, bevalt me wel!’

Ada is al weer klaar en laat haar jurkje weer zakken. Heupwiegend loopt ze naar hem toe, met een uitdagende blik.

‘Ik durf te wedden, dat mijnheer hier stiekem met een stijve pik in zijn broek zit!’

Roald lacht. Hij weet dat hij betrapt is, en ook dat Ada hem uitgedaagd heeft. Beiden weten ze al, waar dit op uit gaat draaien, en Roald vindt het best. Het zal hem even met zijn gedachten elders brengen en zich beter laten voelen. Maar hij speelt het spelletje mee.

‘Dat zou zomaar eens kunnen, lekker vrouwtje van me!’

‘Hmm, laat me dan maar eens voelen! Zonde om die lekkere pik van je weer slap te laten worden!’

Ada wacht geen antwoord af, maar laat haar hand meteen in zijn broek glijden. Roald heeft inderdaad een flinke stijve, en kreunt als Ada zijn pik streelt. Ze opent al snel zijn broek, en laat die op zijn knieën zakken. Ze neemt zijn pik in zijn mond, waardoor een kreun van genot bij Roald klinkt. Ada merkt al snel, dat Roald zijn orgasme nabij is, dus ze stopt met pijpen.

Ze wil zelf ook nog wat plezier hebben, en dat begrijpt Roald maar al te goed. Het luchtige jurkje van Ada is snel verwijderd, en ze staat alleen nog in haar ondergoed voor hem. Ze maakt zelf haar BH los, en laat haar slipje zakken, zodat ze helemaal naakt voor hem staat. Roald kleedt zich ook helemaal uit, en loopt naar haar toe. Eerst wil hij haar likken, maar Ada heeft andere wensen.

‘Neuk me, Roald! Ik ben er zo aan toe!’

Roald voldoet maar wat graag aan haar verzoek. Hij zet haar tegen de auto, en zet zijn pik voor haar ingang. Langzaam laat hij zijn pik in haar kutje verdwijnen, terwijl hij Ada helemaal wild maakt van genot. Ze is echt helemaal nat, en zijn pik glijdt zonder problemen in haar. Roald probeert haar langzaam te neuken, maar Ada maakt het hem echt moeilijk. En al snel verliest hij de strijd en spuit zijn lading zaad diep in haar. Maar hij is zo geil en opgewonden, dat hij gewoon doorneukt. Zijn pik is niet eens slap geworden, en Ada geniet met volle teugen. Dan komt ze met een daverend orgasme klaar, met een harde en felle gil. Roald volgt wat later, en komt voor de tweede keer klaar.

Terwijl ze uitrusten tegen de wagen, zegt Roald: ‘Het is maar goed, dat er hier niemand in de buurt woont, want ze zouden je misschien nog wel in het dorp hebben kunnen horen!’

Ada lacht. ‘Het kan me niets schelen, Roald. Dit was zo ontzettend lekker, en ik was er zo erg aan toe, dat ik je desnoods midden in het dorp had genomen!’

Roald lacht. ‘Wat ben je ook een geil ding, Ada! Ik hou van je!’

Ada glimlacht. ‘Ik hou ook veel van jou, Roald. Meer dan ik je ooit zeggen kan!’

Roald laat Ada weer op de grond zakken, en ze maken elkaar zuiver met wat tissues, die Roald standaard in de auto heeft liggen. Niet voor wat je zou denken, maar vanwege zijn kinderen. Die reizen ook vaak genoeg in zijn auto mee, en iedere ouder weet, dat je zoiets niet genoeg in je auto kunt hebben liggen. Maar het is natuurlijk ook handig voor zulke seksuele escapades…

Terwijl ze elkaar schoonmaken, denkt Roald iets gezien te hebben in de struiken. Maar hij ziet niets. Terwijl hij de tissues opruimt, pakt hij de smerige tissues en gooit ze een eindje verder weg neer. En ook legt hij iets neer op een grote steen, wat verder weg.

Ze stappen weer in hun auto en rijden verder. Als ze weg zijn, komen er een jongen en een meisje uit het bos. Ze zijn nauwelijks ouder dan 15 jaar, maar hebben nu een behoorlijke blos op hun gezicht. Ze moeten allebei lachen, giechelen is het meer.

‘Dat was spannend, Jensa! Ik dacht bijna, dat ze ons zouden ontdekken!’

‘Ja, Jörg! Wat was het spannend! Dit was ook veel leuker om te zien, als dan dat onze ouders dat doen.’

‘Heb je dat dan eens gezien, Jensa?’

‘Ja, jij nog nooit?’

‘Nee, ik hoor ze wel eens bezig zijn, maar ik had het nog nooit eerder gezien.’

‘Het schijnt best lekker te zijn, maar je kunt er ook zwanger van worden, Jörg.’

‘Ja, dat hebben ze verteld op school, maar ik wist het natuurlijk ook al van mijn broer Rolf. Dan moet je een condoom gebruiken om niet zwanger te raken.’

Jensa zegt: ‘Wat had die man een dikke piemel! Ik had nooit gedacht, dat hij die in haar gleufje zou kunnen duwen!’

‘Ja, dat had ik ook gezien! Maar ze schenen het echt heel erg lekker te vinden! Ik vraag me af, hoe het zou voelen, als ik mijn piemel in zo’n gleufje zou mogen duwen.’

‘Als we een condoom hadden, zou je dat wel eens bij mij mogen proberen, Jörg. Ik zou het niet erg vinden om het eens te proberen.’

‘Zou je dat echt willen doen? Maar ja, waar haal ik een condoom vandaan? Ik zie me al aankomen in de winkel!’

Jensa knikt, iets teleurgesteld. Ze voelt zich geil en weet ook, dat ze erg vochtig is in haar spleetje. Ze had er wel zin in. Maar dan valt haar oog op de grote steen. Daar ligt iets op, wat ze op school ook al eens gezien heeft. Haar ogen worden groot, als ze ziet, dat het een condoom is.

‘Jörg, is dat daar een condoom, daar op die steen?’

Jörg kijkt en is net als Jensa geschokt, als hij daar het pakje ziet liggen.

‘Hoe komt dat nu daar, Jensa?’

‘Ik weet het niet, misschien heeft die man het daar neergelegd. Ik heb gezien, dat hij daar iets neerlegde, maar niet wat!’

‘Dat kan toch niet! Hij heeft ons niet eens gezien!’

‘Misschien wel, Jörg.’

Ze kijken elkaar aan, en Jensa loopt naar de steen toe en pakt het pakje ervan af. Ze laat het aan Jörg zien en zegt: ‘Het is inderdaad een condoom. Nog netjes helemaal in de verpakking.’

‘Ow? En nu?’

‘Als jouw piemel stijf genoeg is, wil ik wel proberen of ik hem er bij jou om kan doen.’

‘Wil je dan echt dat ik mijn piemel in jouw gleufje duw?’

Jensa bloost en knikt. ‘Als je het niet wilt doen, dan is het ook goed, maar je leek het erg graag te willen en ik ben eigenlijk ook wel nieuwsgierig hoe dat voelt.’

Jörg kan niet snel genoeg beamen, dat hij dit ook heel erg graag wil. Hij is al wat langer verliefd op Jensa, maar durfde het haar eigenlijk niet te vragen. En andersom is het bij Jensa hetzelfde. Ze is ook al heel lang verliefd op hem, zelfs al enkele jaren, maar omdat ze altijd samen buiten spelen en goede vrienden zijn, durfde ze het hem nooit te vragen.

Jörg vraagt: ‘Hoe moeten we dat dan nu doen?’

Jensa zegt: ‘Ik denk dat we onze kleren ook moeten uittrekken, net als die man en die vrouw deden. Of wat denk jij?’

Jörg moet nu flink blozen. Dit is voor het eerst, dat iemand hem bloot gaat zien, behalve dan zijn moeder natuurlijk. En nu zijn buurmeisje, op wie hij al zo lang verliefd is, zich nu ook bloot gaat geven en dat ze misschien zo meteen seks gaan hebben, windt hem dat stevig op.

Ze moeten allebei zenuwachtig lachen, maar het is Jensa, die het voortouw neemt door haar shirt uit te trekken. Jörgs ogen vallen er bijna uit, als hij de gebloemde meisjes BH van Jensa ziet. Haar borsten zijn lang niet zo groot als van die vrouw, maar dat wist hij natuurlijk al. Ze zijn wel eens vaker samen gaan zwemmen, en in haar badpak zag ze er ook al altijd lekker uit. Maar dit is natuurlijk wel weer wat anders, dan een paar borsten in een badpak.

Jörg beseft dan, dat Jensa nu van hem een reactie verwacht. Snel trekt hij zijn shirt uit. Jensa kijkt op haar beurt verlekkerd uit naar zijn borstkas. Jörg is best atletisch gevorm, hij sport ook veel, net als Jensa trouwens, en heeft een heuse sixpack, al moet zich het onderste deel van zijn sixpack nog wat meer vormen.

Jensa voelt een golf van geilheid door haar heen vloeien. Ze laat snel haar spijkerbroek zakken, en Jörg volgt snel haar voorbeeld.

Jensa ziet nu voor het eerst dat Jörg al een stijve heeft. Van wat ze al kan opmaken vanuit zijn boxershort, is dat zijn piemel toch een behoorlijk formaat heeft. Ze maakt zich nu wel een beetje zorgen, of dat wel allemaal past. Maar bij die man en vrouw paste dat ook, en zijn piemel was toch echt wel heel erg dik. Zeker als ze die met die van haar vader vergeleek, die ze wel eens onder de douche gezien heeft. Maar het maakt haar gleufje nog natter, als het al is.

Jörg kijkt ook zijn ogen uit. Het passende onderbroekje van Jensa vertoont duidelijk een natte plek en Jörg heeft al genoeg internet bezocht, om te weten, wat dat betekent. Hij had nooit gedacht, dat een vrouw misschien wel eens net zo veel zin in seks kon hebben, als een man. Nu neemt hij het voortouw door als eerste zijn onderbroek te laten zakken en zijn stijve piemel de vrijheid te geven.

Nu is het Jensa die moet blozen. Jörgs piemel heeft een behoorlijk formaat voor een jongen van 15. Bijna 17 centimeter lang, maar gelukkig niet zo dik als die piemel van die man. Terwijl ze zijn piemel bekijkt, voelt ze zich nog natter worden. Haastig maakt ze haar bh los, en bukt zich om haar broekje uit te doen. Dat is al bijna te veel voor Jörg. Hij voelt zijn ballen samentrekken, maar hij kan zich maar net beheersen. Hij wil niet nu al zijn kruit verschieten.

Als Jensa weer recht staat, bonkt zijn piemel als nooit tevoren en als ze naar hem toe loopt, en zijn piemel streelt, gebeurt het onvermijdelijke. Met een kreun spuit Jörg zijn eerste stralen zaad op het jonge lichaam van Jensa.

‘Ow, sorry! Dat was niet de bedoeling!’

Jensa glimlacht. ‘Dat geeft niet. Ik meende dat die man zelfs twee keer een orgasme kreeg en van mijn nichtje heb ik gehoord, dat een man er langer over doet om klaar te komen, als hij al een keer klaargekomen is.’

‘Ik weet niet of ik nog wel eens een keer kan, dat heb ik nog nooit geprobeerd!’

‘Tijd om het uit te vinden, of niet? Of wil je niet meer?’

De pik van Jörg was een beetje slap, maar zodra Jensa zijn pik weer vastpakt, begint hij weer spontaan te groeien. Jörg staat er zelf versteld van, maar is wel blij, dat zijn pik toch weer stijf wordt. Want nu kan hij dan toch voor het eerst in zijn leven een meisje neuken.

Nu wordt het voor hun beiden spannend. Jensa maakt het pakje van het condoom open, en probeert het om de pik van Jörg te krijgen. Het gaat niet gemakkelijk, maar uiteindelijk lukt het haar om het condoom onbeschadigd om zijn stijve pik te krijgen. Dan trekt ze Jörg mee, naar het grasveldje, wat daar is, en gaat liggen. Ze spreidt haar benen, en Jörg gaat op haar liggen.

Beiden hebben ze geen idee over hoe ze het moeten aanpakken, maar als Jörg meteen bij haar binnen wil dringen, wijst Jensa hem af.

‘Kus me, alsjeblieft! Het is voor ons beiden de eerste keer en ik wil wel iets meer als alleen seks!’

Jörg knikt en zegt: ‘Je hebt gelijk. En er is niets liever, dat ik zou willen doen, dan jou te kussen.’

Dan raken hun lippen voor het eerst elkaar, waarbij al meteen de vonk overspringt. Al snel zijn ze gepassioneerd met elkaar verstrengeld, en uiteindelijk houdt Jörg het niet langer. Hij voelt, dat als ze zo door gaan, hij weer opnieuw zal klaarkomen, zonder zijn nieuwe vriendinnetje geneukt te hebben. Hij kijkt haar diep in haar ogen aan, en zet zijn pik voor haar spleetje neer. Jensa spreidt haar benen om hem nog beter te kunnen ontvangen en ze kijkt hem bemoedigend aan. Dan probeert hij zijn pik bij haar binnen te duwen. Dat gaat alles behalve gemakkelijk, maar al snel zit de eikel er al in en glijdt hij steeds dieper in haar natte grotje.

Als hij dan weerstand voelt, ziet hij Jensa een pijnlijk gezicht trekken.

‘Moet ik stoppen?’

‘Nee, het gaat al weer! Ga alsjeblieft door!’

Jörg laat zich dat geen tweede keer zeggen. Het gaat nu al veel gemakkelijker, en hij begint ook veel sneller te stoten. Maar al snel voelt hij een orgasme aankomen, en hij wil dat nog zo lang mogelijk rekken.

Hij vermindert zijn tempo, zeer tot ongenoegen van Jensa. Die zit ook vlak tegen een orgasme aan, en probeert Jörg aan te moedigen het tempo weer te verhogen. Ze knijpt met haar kutspieren en voert de druk bij hem op. Jörg reageert op instinct en voert dan het tempo gelukkig op. Terwijl hij zichzelf naar een hoogtepunt heen neukt, komt Jensa met een kreetje klaar. Ze zweeft in een gelukzalige roes van haar orgasme en kan nog net meemaken, hoe Jörg met een kreun in haar klaarkomt. Ze voelt hoe zijn zaad het condoom vult.

Voldaan laat Jörg zich dan op haar vallen, met zijn pik nog steeds in haar kutje. Jensa slaat haar armen om hem heen en streelt hem over zijn rug.

‘Jörg, dat was fantastisch! Eerst deed het een beetje pijn, ik denk dat het mijn maagdenvlies was, maar daarna was het gewoon fantastisch! Dit wil ik nog wel veel meer!’

‘Voor mij was het ook heel erg fijn! Ik had nooit gedacht, dat het zo fijn kon zijn, Jensa! En als je weer wilt, ik zal je graag weer neuken!’

Jensa giechelt en zegt: ‘Zijn we dan nu ook een stelletje? Ik bedoel, ben je dan echt mijn vriendje?’

Jörg glimlacht en zegt: ‘Als je dat graag wilt, ik vind het niet erg! Ik had al heel lang gehoopt, dat je ooit mijn vriendinnetje zou willen worden.’

Jensa lacht. ‘En ik hoopte al heel lang, dat jij ooit verliefd op mij zou worden!’

Beiden moeten ze nu hard lachen. Jörg voelt zijn pik al meteen weer stijf worden en zegt: ‘Denk je, dat ik nog een keer met dat condoom zou kunnen? Ik begin al weer stijf te worden!’

‘Hij is nog niet echt slap geweest, Jörg. Ik ben er wel voor in!’

Jensa streelt zijn pik nog een keer, en al snel staat die stokstijf. Jörg wil nu weer op haar gaan liggen, maar Jensa heeft andere ideeën. Ze duwt hem omver en gaat op hem zitten. Ze manoeuvreert zijn pik naar haar natte grotje en begint hem dan te neuken. Doordat ze nu zelf het tempo kan bepalen, geniet ze er veel meer van. En Jörg geniet heel erg van de borsten van Jensa, die nu voor hem dansen, terwijl ze hem neukt. Hij kan de drang niet weerstaan om haar borsten vast te pakken en er zachtjes in te knijpen. Als hij een genotsvolle kreun van Jensa hoort, gaat hij door.

Al snel krijgt Jensa een orgasme, maar ze neukt hem stevig door. Jörg wordt gek van de hevige kriebel aan zijn pik. Als Jensa iets later nog een orgamse krijgt, geeft hij zich volledig over en spuit zijn laatste lading in het condoom. Uitgeput laat Jensa zich op Jörg vallen en geeft hem een zoen.

‘Kunnen we dit niet iedere dag doen, Jörg? Dit is zo lekker!’

‘Ik zou wel willen, maar waar haal ik de condooms vandaan?’

Jensa kijkt teleurgesteld, maar krijgt dan een ingeving. ‘En als ik nu eens aan de pil ging? Dan kunnen we zo veel neuken, als we willen!’

‘Echt? Dat zou fantastisch zijn!’

‘Ik zal het er eens met mijn moeder over hebben, of ze met mij naar de dokter wil gaan.’

‘Ga je het haar vertellen, dat we seks hebben gehad?’

‘Ja, ik denk het wel, Jörg. Ik vertel haar anders ook altijd alles. Maar misschien moet ik alleen maar zeggen, dat we gezoend hebben, en dat je geprobeerd hebt om seks met me te hebben. Dat lijkt me misschien wel verstandiger.’

‘Dat lijkt me ook! Ik weet niet, hoe ik dit thuis moet vertellen. Ik ben bang, dat mijn vader me zal slaan, als hij hierachter komt!’

‘Zo erg is hij toch niet, Jörg?’

‘Nee, normaal niet, maar ik weet dat hij behoorlijk kwaad was, toen hij erachter kwam, dat Rolf seks had gehad met een meisje.’

‘Misschien had je broer het niet veilig gedaan, zoals wij wel gedaan hebben, Jörg. En misschien moet je hem maar hetzelfde verhaal vertellen, als ik aan mijn moeder vertel.’

‘Ik weet het niet, Jensa. Ik wil wel, maar ik durf het niet. Je weet wat er toen met Rolf en Dana gebeurd is.'

‘Ze komen er anders toch wel achter, dat we nu verliefd op elkaar zijn, Jörg. We zijn al 15 jaar en altijd samen. Het zou gek zijn, als er dan nooit iets zou gebeuren! Misschien zijn ze wel opgelucht als ze horen, dat we er wel over hebben nagedacht.’

‘Misschien wel. Goed, als jij het toch tegen je moeder vertelt, dan kan ik dat ook maar beter doen. Niet dat mijn ouders het van jouw ouders horen, want dan hebben we de poppen aan het dansen!’

‘Daarom juist, Jörg!’

Ze geven elkaar een zoen, en staan dan op. Jörg haalt het condoom van zijn gekrompen pik en lacht. ‘Maar goed dat die man een condoom voor ons achter heeft gelaten! Want anders was dit nooit gebeurd! En misschien zouden we dan wel eens toch onveilige seks met elkaar hebben gehad!’

Jensa kijkt Jörg verliefd aan en zegt: ‘Ja, ik denk dat we hem wel dankbaar moeten zijn.’

Ze kleden zich weer snel aan, en lopen dan hand in hand terug naar huis. Als ze thuis aankomen, laten ze elkaar snel los, bang om samen gezien te worden. Maar ze zijn al te laat. Door het keukenraam heeft de moeder van Jörg ze al samen gezien. Ze kan vanuit de keukenraam een heel eind wegkijken en heeft de beiden al van verre aan zien komen.

Verbaasd is ze niet, dit had ze al heel lang zien aankomen en zegt: ‘Zeg Leif! Moet je nu eens kijken! Ik denk dat het eindelijk eens zover is gekomen met Jörg en Jensa! Kijk, ze lopen hand in hand en ik durf te wedden, dat ze nu verliefd op elkaar zijn!’

‘Verrek! Je hebt gelijk! Ik denk dat het tijd is, om eens goed met hem te gaan praten. Praat jij anders ook even met Renate, ik denk dat we zoiets goed moeten afspreken. Ze zijn al oud genoeg voor seks, en straks gebeurt er nog eens wat, net als toen bij Rolf.’

‘Ja, dat lijkt me een goed idee, maar ik heb het er al eens vaker met Renate over gehad, Leif. Het zat er gewoon aan te komen, dat kon niet anders. Die twee zijn altijd samen, en het verbaast me, dat het nog niet eerder gebeurd is!’

‘Ja, je hebt gelijk. Ik heb het er ook al over gehad met Hanne. Maar ik mag hopen, dat ze nog niets gedaan hebben!’

‘En als dat wel zo is, dan houd je je in, Leif! Ik wil niet nog eens zo’n gezeik als met Rolf! Je weet hoe dat is afgelopen!’

‘Ja, ik weet het! Gelukkig zijn ze nu wel gelukkig getrouwd, maar ik wil dat niet nog eens meemaken!’

Ze horen dan Jörg het huis binnen komen. Jörg komt de keuken binnen en groet zijn ouders.

‘Leuke dag gehad, Jörg?’

Jörg heeft meteen een kop als een boei en zegt: ‘Ja, het was wel leuk. Maar ik moet jullie iets vertellen!’

‘Ow? Wat dan? Heeft dat te maken met Jensa?’

Jörg kijkt geschokt naar zijn ouders en zegt: ‘Ja, maar hoe weten jullie dat?’

‘Kom op, Jörg, we zijn niet dom en blind! Maar het is niet erg, zolang als jullie maar geen domme dingen doen.’

‘Dus jullie vinden het niet erg, als Jensa nu mijn vriendinnetje is? Als je begrijpt wat ik bedoel?’

‘We zagen jullie al lang van de berg afkomen, voordat jullie elkaar loslieten, Jörg! En we hadden het al lang eerder verwacht. Ik wist al lang, dat Jensa verliefd op je was, en dat jij dat heimelijk ook op haar was.’

Jörg bloost hevig en slaat zijn ogen neer. Zijn vader lacht en zegt: ‘Kom op, Jörg! Zo erg is het toch niet! Ik ben blij voor je. Jensa is een keurig meisje en ze zal echt niet snel gekke dingen doen. Maar ik hoop alleen, dat jullie nog geen domme dingen doen, zoals je broer Rolf. Of wil je ook al zo jong vader worden?’

Jörg schudt zijn hoofd, maar bloost nog heviger. Leif kijkt zijn zoon eens wat beter aan. Dan slaat hem de schrik om zijn hart.

‘Nee hé! Je gaat me toch niet vertellen, dat je al seks met haar hebt gehad!’

Jörg durft zijn vader niet aan te kijken, die zienderogen woedender begint te worden.

‘Kijk me aan, verdomme! Vertel me de waarheid! Want ik zweer het je, als ik nog een keer dat hele gezeik door moet, zoals bij Rolf, dat je je spullen kunt pakken!’

Freya maant haar man tot kalmte. ‘Doe nou rustig, Leif! Zo jaag je hem alleen maar tegen je in het harnas. Laat hem nu eens rustig vertellen, wat er allemaal gebeurd is.’

Leif knikt en zegt: ‘Goed, ik laat hem zijn verhaal doen.’

Freya kijkt haar zoon aan en zegt: ‘Nou, vertel op!’

Jörg durft haar niet aan te kijken en zegt: ‘Het begon, toen we door het bos aan het lopen waren, toen er opeens een grijze Volvo aan kwam rijden. Er stapte een man en een vrouw uit. De vrouw moest plassen, maar toen ze klaar was, gingen die seks met elkaar hebben. Jensa en ik hebben ons snel verstopt en hebben toen toegekeken, hoe die man en die vrouw seks hadden.’

‘Oké, en dat bracht jullie in een sfeer om hetzelfde maar te doen?’

‘Nou ja, we waren allebei wel nieuwsgierig over hoe het zou voelen als je seks zou hebben. En toen stelde Jensa voor, als we een condoom hadden, dat we het eens konden uitproberen.’

‘En hadden jullie een condoom?’

‘Nee, waar moet ik die dan vandaan halen, mam? Ze zien me al aankomen in de supermarkt!’

De schrik slaat Freya om haar hart, maar stilletjes moet ze wel lachen om de redenering van haar zoon. Ergens heeft hij wel een punt, en daar hadden ze al veel eerder op moeten inspringen.

‘En toen, Jörg?’

We dachten, dat die man en die vrouw ons niet gezien hadden, maar ik denk dat die man ons wel gezien heeft. Hij had op een grote steen een condoom gelegd. En toen we die vonden, was er eigenlijk geen houden meer aan.’

Leif en Freya halen opgelucht adem. ‘Och, God zij dank! Jullie hebben dus wel een condoom gebruikt?’

‘Ja, anders zouden we het nooit gedaan hebben, mam! Ik weet toch hoe het gegaan is bij Rolf!’

Leif begint te lachen en zegt: ‘Gelukkig hebben jullie wat meer verstand als Rolf. Maar eigenlijk zijn wij net zo goed schuldig daaraan, als toen Rolf. We hadden het moeten voorzien, net als wij hadden moeten voorzien, dat jij en Jensa misschien ooit iets samen zouden kunnen krijgen. Ik denk, dat wij als ouders toch iets te kort geschoten zijn, Jörg. Ik ben echt blij, dat jullie er ten minste over na hebben gedacht en niet zomaar seks hebben gehad. Maar vertel eens, hebben jullie al eens vaker met elkaar gekust?’

Jörg bloost weer, maar niet meer zo hevig. Hij is vooral blij, dat zijn ouders opeens niet meer zo boos zijn.

‘Nee, maar ik vond het helemaal niet erg, dat het nu wel gebeurde. Ik ben al heel lang verliefd op Jensa.’

‘Dat wisten we al lang, Jörg. Kom eens hier, dat ik je een knuffel geef! Je begint al een echte man te worden!’

Jörg omarmt zijn vader, en er rolt een traan over zijn wang. Hij is blij, dat dit achter de rug is, en dat zijn ouders en welgezind tegenover staan, dat Jensa nu meer is, dan alleen een vriendin. Als zijn vader hem na een stevige knuffel loslaat, staat Leif op.

Hij pakt zijn jas en Freya vraagt aan hem: ‘Wat ga je nu doen, Leif?’

‘Wat ik al veel eerder had moeten doen, Freya! Ik ga naar Rolf en biedt hem mijn welgemeende excuses aan. Ik ben tekort geschoten als vader en ik had het recht eigenlijk niet om zo boos op hem te zijn.’

Freya krijgt tranen in haar ogen en rent naar hem toe en pakt hem stevig vast. ‘Daar heb je anders wel lang over gedaan om dat te beseffen, Leif!’

‘Ik weet het, maar ik moest het wel leren van onze jongste zoon!’

Jörg omarmt zijn ouders, en die rossen hem door zijn haren. Dan gaat Leif de deur uit en zegt in het voorbijgaan tegen Jörg: ‘En ik zal dan maar meteen een grote verpakking condooms voor je halen, Jörg. We zouden niet willen, dat er iets zou gaan gebeuren, dat je niet wilt! En als je je schaamt om die dingen te gaan halen, nou ja, dan moeten wij er maar voor zorgen, of niet?’

Jörg omarmt zijn vader nog eens, en laat hem dan gaan. Als hij weg is, zegt zijn moeder: ‘Jörg, je zei, dat die man en die vrouw in een grijze Volvo reden? Hoe zagen die eruit?’

‘Ze waren niet zo heel oud, hij was lang, sportief en zij was blond, lang haar en slank.’

Freya glimlacht. ‘Zou het zijn? Jörg, kun je even je laptop pakken? Ik wil even iets opzoeken.’

Jörg knikt en snelt weg. Even later is hij terug en start zijn laptop op.

‘Wat zoek je, mam?’

‘Weet je nog, een hele tijd geleden was dat in het nieuws. Een man, die door de koning getrouwd was, en met drie vrouwen getrouwd is, een drieling!’

‘O ja, dat weet ik nog! Dat was uitgebreid in het nieuws en in de krant!’

‘Ja, kun je me dat even opzoeken?’

‘Ja, natuurlijk! Waarom wil je dat?’

‘Omdat ik wil weten, of je dan die man herkent, Jörg. We hebben vanmorgen met die man gepraat.’

‘Hoe bedoel je, mam?’

‘Je weet toch, ze hebben het bos in het noorden van ons dorp gekapt, en wij waren bezig actie te voeren, om dat bedrijf weg te krijgen. Het blijkt, dat die man de nieuwe eigenaar van het bos is. En vanmorgen hebben we hier in de keuken met elkaar gepraat.’

Jörg kijkt verbaasd op. Maar hij zoekt wel het betreffende artikel op. Als hij de foto’s ziet, zegt hij meteen: ‘Ja, dat is hij! En die vrouw lijkt er ook heel erg op!’

Freya glimlacht. ‘Zal ik je eens een geheimpje vertellen, Jörg?’

‘Wat dan, mam?’

‘Die man vertelde ons, wie hij was. Een aantal jaren geleden heb ik eens gehoord van een behoorlijk machtige vrouw, ze woonde in het zuiden van het land. Die vrouw was wel machtig, maar ze misbruikte haar macht nooit, tenzij het echt nodig was. En die man, dat is haar achterkleinzoon. En de geruchten gaan, dat die vrouw symbool stond voor seks. Wie in haar buurt kwam, werd bezeten van seks. Nu denk ik persoonlijk, dat het zo erg wel niet zal zijn geweest, maar ik begrijp wel, wat ze ermee bedoelen.

Die man, hij heet Roald de Vries, heeft gewoon een bepaalde uitstraling. Het is niet zo, dat je bezeten wordt van seks, maar zodra je met hem te maken hebt gehad, denk je wel veel meer aan seks. Je krijgt er meer zin in, maar het is niet, dat je er bezeten van wordt. Toen hij hier was geweest, hebben je vader en ik weer eens heerlijke seks met elkaar gehad. En ik denk, dat het door hem gekomen is. En omdat jullie hem ook ontmoet hebben, hebben jullie hetzelfde gevoeld.’

Jörg kijkt zijn moeder verbaasd aan. ‘Denk je dat echt, mam? Zo bijzonder leek hij toch niet!’

‘Ja, dat denk ik echt. Maar een man hoeft niet bijzonder te lijken, om het te zijn, Jörg! Hij was hier, omdat hij erachter gekomen was, dat het bedrijf, dat voor hem het bos kapte, hem bedrogen had. Je weet welk bedrijf dat is, en je weet ook, dat het alles behalve lieverdjes zijn!

Maar hij leek oprecht boos, en ik denk ook niet, dat hij over zich heen laat lopen. Zo’n man, als hem, kan gevaarlijk worden, als hij boos is, en je grootste vriend zijn, als hij je mag. Dat is de indruk, die ik van hem kreeg. Hij heeft er echt de hand in, om je je heel goed in zijn nabijheid te voelen. Heel erg vreemd, maar ik mag hem echt. En hij is ook heel erg begaan met het leven hier, en ook de natuur. Als alles goed verloopt, dan kunnen we hier weer een heel goede boterham aan het bos gaan verdienen. En dat allemaal door hem!’

‘Meen je dat echt, mam? Wat gaat er dan gebeuren?’

‘Hij wil dat we voor hem zijn hele bos gaan beheren en opnieuw gaan aanplanten. Die aasgieren van STK hebben maar liefst bijna 40 hectare gekapt, terwijl er maar 15 hectare was afgesproken. En die man wil dat zo snel mogelijk weer gaan herstellen.’

Jörg kijkt geschokt. Hij weet heel goed, dat zijn ouders het moeilijk hebben de touwtjes aan elkaar te knopen, maar hij begrijpt ook heel goed, dat zijn ouders nu een unieke kans geboden krijgen.

‘Dat is toch ook goed nieuws, mam!’

‘Ja, dat is het zeker! Maar we zijn er nog niet. We moeten een contract bij hem gaan aanbieden, en daarvoor zullen we hier in het dorp iedereen op één lijn moeten krijgen. En dat zal nog wel een hele strijd gaan worden. Je weet hoe koppig ze hier kunnen zijn!’

Jörg knikt. Opeens valt alles op zijn plek bij Jörg. Als zijn ouders de kans krijgen om goed te verdienen, dan zou hij misschien de kans krijgen om te gaan leren, wat hij altijd echt al wilde gaan doen. Jörg zou het liefst natuurbeheerder willen worden, maar daarvoor moet hij gaan studeren. En als zijn ouders daarvoor het geld niet hebben, zal het hem waarschijnlijk ook niet lukken zijn droom te verwezenlijken. Maar als de plannen, die zijn ouders hebben zouden lukken, dan konden zijn dromen misschien wel eens uitkomen!

Freya kent haar zoon goed en zegt: ‘Ben je weer aan het dagdromen?’

Jörg bloost lichtjes en zegt: ‘Nou ja, ik dacht, als het jullie zou lukken om hier weer goed te verdienen, dan zou ik misschien toch kunnen gaan studeren.’

‘Wil je dat nog steeds, natuurbeheerder worden?’

‘Ja, ik vind het fijn om in de natuur te zijn en er mee bezig te zijn. Niet dat ik iets tegen de bosbouw heb, maar ik vind het leuker om ook met de planten en dieren te werken.’

‘Dan moet je dat doen, Jörg. Laat je nooit tegenhouden door anderen. En geld kun je verdienen. Als je je dromen werkelijkheid wilt maken, dan moet je er voor gaan!’

‘Maar hoe kan ik gaan studeren, als jullie het niet kunnen betalen, mam?’

‘Laat dat maar onze zorgen zijn, Jörg. Ik praat wel met je vader, dat komt wel goed. En maak jij je nu maar eens druk om Jensa.’

Jörg glimlacht. ‘Zou je het erg vinden, als ik nog even naar haar toe ga?’

‘Natuurlijk niet! Als je maar op tijd terug bent voor het eten!’

Jörg staat blij op en drukt zijn moeder een kus op haar wang.

‘Bedankt! En tot straks! Ik zal op tijd zijn!’

Lachend kijkt Freya haar zoon na, blij over het feit, dat hij nu eindelijk verliefd is.
Trefwoord(en): Zussen, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...