Door: Maxine
Datum: 27-06-2017 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 12700
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 81 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 81 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Vervolg op: Tre Systrar (drie Zussen) - 52
Roald is zonder problemen terug gereden naar Östersund. Na de seks met Ada is zijn boosheid tot een minimum gedaald en hij voelt zich ook veel meer ontspannen. Maar dat wil niet zeggen, dat ze niet gepraat hebben over STK. Sterker nog, Roald heeft een lang gesprek gehad met zijn advocaat. Die was best geschokt, dat het bedrijf zo onbeschoft te werk was gegaan. Zijn advocaat verzekerde Roald, dat hij alles in het werk zou stellen om het recht te doen laten zegevieren. Gelukkig is Roald daarvoor goed verzekerd, een van de adviezen, die hij op aanraden van Henk heeft opgevolgd. En dat komt hem nu goed van pas. Toch zal het hem nog behoorlijk wat geld kosten, maar door de verzekering kan hij het veel gemakkelijker betalen.
Tegen de tijd, dat ze bij het hotel aankomen, zijn ze klaar met het gesprek met de advocaat.
Eenmaal in het hotel worden ze enthousiast begroet door Ester en Ingrid. Ze zoenen elkaar over en weer, wat hun wel wat verbaasde blikken oplevert. Ingrid zegt: ‘Ik ben blij, dat je terug bent, Roald. Ik heb wat van mijn contacten op het werk gebeld, en het toeval wil, dat er een collega hier in Östersund woont. Hij is verantwoordelijk voor deze regio en is al langer bezig met de firma STK. Hij zou erg graag met je willen spreken, als je daartoe bereid bent.’
‘O? Ja, dat wil ik wel! Ada en ik hebben onderweg heel lang gesproken met onze advocaat, en die zei me al, dat ik zo veel mogelijk moest doen om STK in diskrediet te brengen. Toen ik hem opperde, dat ik zoiets misschien wel in het landelijk nieuws kon krijgen, via de krant, vond hij dat een goed idee.’
‘Nou, je kunt je gang gaan, hij zit in de lobby op je te wachten!’
‘Dan zal hij toch echt even moeten wachten. Ik wil eerst Isabel, Petr en Anna zien, ik heb ze zo gemist!’
‘En zij jou ook, Roald. En Ada ook. Het is maar goed, dat we zoveel op elkaar lijken, want we kregen bijna Isabel niet stil. Het enige wat uiteindelijk hielp, was de sweater van Ada aantrekken, die hier nog lag, en haar dan in slaap wiegen. Raar maar waar!’
Ada lacht. ‘Dat heb ik ook soms, als ik Petr in slaap te krijgen, Ester. Schijnbaar zijn onze kinderen er net zo goed in om ons te onderscheiden, als Roald dat is!’
Ester moet ook lachen. ‘Dan hebben ze dat ongetwijfeld van Roald geërfd!’
Daar moeten ze dan weer allemaal om lachen. Ze lopen dan naar hun kamers, waar hun kinderen op bed liggen. Ze zijn al wakker en zijn blij als ze weer de vertrouwde gezichten zien. Roald haalt Isabel uit haar bedje, terwijl Ester en Ingrid Petr en Anna uit hun bedje halen. Het is verbazingwekkend, hoe zeer de drie kinderen op Roald reageren. Ze kunnen al wat kruipen en Roald lijkt wel een magneet voor hun. En Roald vindt het prachtig, hij kan geen genoeg van zijn kinderen krijgen. Hij speelt een hele poos met ze, totdat die weer wat moe worden. Ester, Ingrid en Ada kijken vanaf de bank toe, hoe hun man met hun kinderen spelen. Met genoegen kijken ze toe, het is ook een mooi gezicht, hoe Roald zijn aandacht tussen hun kinderen verdeelt. Niemand komt te kort en niemand wordt voorgetrokken, al weten ze allemaal, dat Isabel een speciaal plekje in Roalds hart heeft. Het is immers zijn eerste kind en haar naam legt associaties met zijn overgrootmoeder, die voor hun allen een zeer belangrijke rol in hun leven gespeeld heeft.
Als het weer bedtijd voor hun kinderen is, geeft Roald ze nog een laatste kus, waarna ze samen naar de lobby gaan. De journalist, die Ingrid geregeld heeft, zit daar nog steeds te wachten. Voor hem staan verschillende koppen koffie en Roald moet glimlachen.
‘Sorry als ik u lang heb laten wachten, maar ik had mijn kinderen al een tijdje niet gezien en normaal speel ik altijd een tijdje met ze, en dat wilde ik ook zo houden.’
‘O, het geeft niet. Uw vrouw had me al ingelicht, dat het zou kunnen gebeuren. Bovendien heb ik nu op internet nog wat speurwerk kunnen doen, dat me kan helpen met mijn artikel over STK. En ik heb begrepen, dat u daarmee te maken heeft gehad?’
‘O ja, en hoe! Wat wil je weten?’
‘U zou me het hele verhaal kunnen vertellen. Dan kan ik daaruit een mooi verhaal maken. Bedrijven als STK en ook Svenske Träminen moeten een halt toegeroepen worden. Ze bederven een tak van beroepen, waar een hoop mensen een eerlijke boterham aan proberen te verdienen.’
‘Svenke Träminen? Is dat ook zo’n firma?’
‘Ja, min of meer. Eigenlijk zijn het dezelfde eigenaren, dus er zit wel een verband tussen die firma’s. Ze opereren alleen in diverse regio’s van het land, zelden in elkaars gebied.’
‘Oké, want ik heb toen ook een offerte van hun gehad, maar de offerte van STK was beter.’
‘Zo gaan ze normaal ook te werk. Zo willen ze andere bedrijven uitsluiten, door met twee bedrijven een contract proberen binnen te slepen. Ze doen een eerste bod, wat op vrij normaal niveau ligt, en dan doet de andere er nog een klein schepje bovenop, zodat de rest geen kans meer heeft. En omdat ze groter zijn, kunnen ze ook tegen die prijzen werken.’
‘Niet alleen omdat ze groter zijn, ze houden zich helemaal niet aan de afspraken! Ze hebben mijn contract met maar liefst 2,5 keer het aantal overschreden. Ze mochten 15 hectare kappen, maar ze hebben er zelfs bijna 40 gekapt!’
‘Wow, dat is niet eens zo’n klein beetje te veel!’
‘Ja, en ze begonnen te dreigen ook nog, toen ik ze sommeerde op te houden! Want ze hadden het limiet van hun kapvergunning nog niet behaald, en dat bleek 50 hectare te zijn!’
De journalist kijkt verbaasd op. ‘Hoe kunnen ze in godsnaam een kapvergunning van 50 hectare krijgen, met een contract van 15 hectare? Dat zit toch aan elkaar gekoppeld?’
‘Ja, dat vroeg ik me ook af. Maar vanmorgen in het dorp, waar ik overnacht had, kreeg ik wel te horen, hoe ze dat voor elkaar gekregen hebben. Een ene mijnheer Kjeld Neymannen zou verantwoordelijk zijn voor het uitgeven van die vergunningen. Zij hebben zo ook hun ervaringen met hem. Ik heb de indruk, dat die mijnheer een klein beetje misbruik maakt van zijn positie.’
Roald vertelt hem dan een beknopte versie van zijn contacten met STK en wat er de afgelopen dagen gebeurd is. Maar ook vertelt hij over zijn eigenlijke plannen met het grondstuk en wat hij nu van plan is te doen.
De journalist noteert het allemaal op een kladblok, en als Roald klaar is, zegt de journalist: ‘Ik hoor hier veel interessante feiten. Ik begrijp, dat ik niet alle details kan opnoemen, in verband met uw aanklacht tegen het bedrijf, maar ik zal proberen een mooi verhaal ervan te maken. En uiteraard krijgt u dat als eerste te lezen.’
‘Dat zou fijn zijn! Ik wil natuurlijk geen problemen krijgen door te veel informatie in het artikel.’
‘Nee, dat is absoluut niet de bedoeling. Maar ik ben hier al langer mee bezig, en hiermee krijg ik nu de kans om ze echt eens goed aan de schandpaal te nagelen. Ik heb al gesproken met de hoofdredacteur en hij zei me, als ik een goed artikel kon brengen, dat het misschien zelfs op de voorpagina in de zaterdagoplage zou kunnen komen!’
‘Wow, dat is nogal wat. Heeft u het artikel dan al zo snel klaar?’
‘Ja, ik had al een stuk klaar, maar nu kan ik dat ook met feiten aanvullen. Heeft u er trouwens problemen mee, als ik uw naam in het artikel gebruik?’
'Nou ja, ik weet het niet.’
‘Ik zal het beknopt houden en echt niet te veel over uw zaak vertellen, maar ik wil aanhalen wat u met het gebied eigenlijk van plan was. Dat zet u namelijk in een veel beter daglicht neer.’
‘O, op die manier. Schrijf dat artikel maar eerst eens, en dan kan ik alsnog beslissen of u mijn naam kunt gebruiken.’
‘Ja, dat is fair. En heeft u er ook problemen mee, als ik me ga informeren in dat dorp? Ik neem aan, dat ze me ook nog een hoop informatie over die Neymannen kan verstrekken. Die naam is me tot nu toe niet echt opgevallen, maar hij is wel al een aantal keren voorbijgekomen.’
‘Van mij mag je. Ik denk dat ze je ook nog wel een heel mooi verhaal kunnen geven over welke invloed bedrijven STK op hun leven heeft.’
‘Oh, nog beter! Mag ik u danken voor uw tijd en uw verhaal? Het was behoorlijk interessant en ik beloof u zo snel mogelijk weer contact met u op te nemen, uiterlijk donderdagavond, want dan moet het stuk klaar zijn.’
‘O, zo snel al?’
‘Ja, dat is mijn deadline. Dat is nu eenmaal het leven van een journalist! Maar ik heb al voldoende informatie voor het stuk, maar meer informatie is nooit weg, en wie weet volgen er nog meer artikelen. Dit kon wel eens uitmonden in een schandaal, en daar smullen de mensen weer van.’
Ze nemen afscheid en Roald blijft met zijn vrouwen achter in de lobby. Ingrid zegt: ‘Ik heb van mijn redacteur gehoord, dat hij best goed is, net een pitbull. Hij is goed in speurwerk en bijt zich er dan stevig in vast. Hij heeft al eens eerder een paar ontzettend goede artikelen gebracht. En dit zou hem misschien wel eens zijn doorbraak als erkende landelijke journalist gaan betekenen.’
‘Ik ben eens benieuwd, Ingrid. Ik hoop dat hij echt zo goed is, als je zegt. Dat zou ons namelijk veel voordeel opleveren.’
‘Als mijn hoofdredacteur dat zegt, geloof ik hem wel. En ik heb ook een aantal stukken van Jeffrey gelezen, die waren echt niet slecht.’
Ze lopen weer terug naar hun kamers, want ze willen hun kinderen ook weer niet te lang alleen laten. Gelukkig is er niets aan de hand en slapen hun kinderen lekker rustig. Ze praten dan nog wat na en gaan zelf ook naar bed.
De volgende dag besteden ze aan een lekker lange wandeltocht door het mooie landschap rondom Östersund. Dat is tevens een voorbereiding voor de Biatlon, die Ester en Ingrid later dit jaar weer willen gaan doen, en dit is een van de plaatsen, die er toe doen in de competitie. Ze rustig hun ronde, als ze plotseling door een inline-skatester worden ingehaald. Die remt plotseling af en keert zich om naar het viertal, dat daar met hun kinderwagens loopt.
De skatester roept: ‘Zijn jullie dat? De drieling van Henstavsen?’
Ze kijken verbaasd op en herkennen dan de sportster, die haar helm en zonnebril afdoet.
‘Åsa! Dat is lang geleden!’
‘Ja, ik heb jullie dit jaar gemist, maar ik denk wel de reden te weten waarom! Zijn jullie mama’s geworden?’
De drie zussen glimlachen. ‘Ja, en dat is de schuld van deze man hier. We zijn inmiddels met hem getrouwd!’
‘Ja, dat had ik gehoord, het hele land eigenlijk wel! Maar wat doen jullie hier! Ik dacht dat jullie in het zuiden woonden? Ik dacht in de buurt van Stockholm?’
‘Daar hebben we gewoond, maar nu wonen we in de buurt van Lidköping. En we zijn hier, omdat Roald een inspectie deed aan zijn grondbezit, hier een 60 kilometer vandaan. En we maken er maar meteen een kleine vakantie van.’
‘Aha, leuk om jullie weer eens te zien! Hebben jullie een hotel in Östersund? Want anders kunnen jullie best wel eens bij me op bezoek komen, want ik woon vrijwel in het centrum.’
‘Ja, we logeren in het Emma.’
‘Ga weg! Dat is bijna op de hoek, van waar ik woon! Dat is echt maar 500 meter van me vandaan!’
Ingrid kijkt Roald aan. ‘Roald, zullen we bij haar op bezoek gaan?’
‘Als jullie dat graag willen, waarom dan ook niet! Ik zie geen reden om het niet te doen.’
Blij kijken de drie vrouwen Roald aan, en dat is een wat grappig gezicht, waardoor Åsa moet lachen.
‘Ik kan wel zien, dat jullie ook echt verliefd zijn op hem. Het was altijd al grappig, omdat jullie vrijwel gelijk reageren, maar het is nog grappiger, hoe jullie op jullie man reageren, dat is ook vrijwel gelijk!’
Iedereen moet lachen. Roald stapt naar voren en zegt: ‘Ik zal me dan maar zelf voorstellen, aangezien mijn vrouwen dat helemaal vergeten zijn! Ik ben Roald de Vries.’
Åsa neemt glimlachend zijn hand aan en zegt: ‘Aangenaam kennis met je te maken, Roald. Ik ben Åsa Lif, een vriendin van je vrouwen, ten minste tijdens de competitie.’
Dan zegt ze tegen Ingrid: ‘Jullie gaan komend seizoen toch wel weer meedoen?’
‘Ja, dat was wel de bedoeling! We zijn nu aan trainen voor een duatlon en een triatlon, Roald en ik willen de Iron-man in Kalmar gaan rennen.’
‘Zo! Dat is nogal wat! Dan moeten jullie behoorlijk fit zijn!’
‘Dat zijn we ook, maar nu rusten we weer wat uit. Over 4 weken gaan we eerst een halve duatlon doen als test, maar we doen zelfs nu al die afstand als training!’
‘Moet ik me al zorgen gaan maken voor de competitie, Ingrid?’
‘Ik ben fitter dan ooit, Åsa. Het zou zomaar eens kunnen!’
‘Oei, dan kan ik maar beter doorgaan met trainen! Niet dat je straks beter wordt, dan ik!’
Ingrid lacht. ‘Met de support van mijn zussen en Roald kom ik echt niets te kort. Ik kan nu iedere dag trainen, zoals ik dat wil, en sinds kort hebben we ook nog eens begeleiding van een sportarts!’
‘Toe maar! Nu je bekend begint te worden, kan dat allemaal opeens?’
Ingrid lacht. ‘Nou ja, bekend worden is zo leuk ook weer niet, maar soms ook wel weer handig. Het is niet, dat ik nu bakken met geld verdien met mijn column, maar Roald heeft een erg goede baan en daardoor kunnen we ons ook een en ander veroorloven. En de atletiekvereniging in Lidköping helpt ons ook een handje. We hebben de hele winter goed kunnen trainen, ook indoor. Ik heb nu meer mogelijkheden om te trainen, dan eerst!’
‘Ik zou wel eens willen weten, of je nu dan ook sterker geworden bent, Ingrid. Want het langlaufen was een
beetje je achilleshiel, schieten kan je als de beste, maar die afstand volhouden, dat was je probleem!’
‘Ik denk niet, dat ik daarmee nu nog een probleem heb, Åsa. Roald zorgt er wel voor, dat we allemaal een zeer goede conditie hebben!’
‘Is hij zo’n sportman dan?’
‘Nou ja, hij doet nooit echt mee in competities, maar hij wil zich dit jaar echt testen en meedoen in die wedstrijden. Ik zeg niet dat hij de wedstrijd gaat winnen, maar zal zeker geen slecht figuur slaan. Hij kan ongelofelijk goed, lang en hard rennen! Als hij zich laat gaan, kan ik hem echt niet meer bijhouden!’
Åsa kijkt vol bewondering. Ze bekijkt Roald eens wat beter. Hij is inderdaad zeer atletisch gespierd, misschien nog iets aan de zware kant, maar zeker heel aantrekkelijk. Een knap kopje erop en zijn kontje ziet er behoorlijk strak eruit. Ze snapt wel, waarom de drie zussen verliefd zijn geworden op hem. En hij lijkt ook zeer betrokken bij hun welzijn, hij is niet echt een man, die voor zijn verantwoordelijkheden wegloopt. Al vraagt Åsa zich wel af, hoe hij in godsnaam drie vrouwen tevreden kan houden. Dan begint ze te lachen, waardoor de drie zussen verbaasd opkijken.
‘Aha, nu begrijp ik, waarom Roald ervoor zorgt dat jullie een goede conditie hebben, Ingrid! Hij moet wel heel erg goed zijn in bed, om jullie alle drie tevreden te houden!’
Roald moet lachen, terwijl de drie zussen blozen. Roald zegt: ‘Volgens mij heb je het precies goed geraden. Al is dat niet de volledige waarheid. Ik stimuleer ze alle drie om te sporten. Vandaar dat ze nu ook zo’n goede conditie hebben.’
Ester moet nu lachen en zegt: ‘Ja, maar als we dat niet deden, dat waren we al uitgeput in bed, voordat jij klaar was. Want je moet echt een goede conditie hebben om die nachten met jou goed te doorstaan!’
Nu is het Åsa, die moet blozen om de vrije reactie van Ester. Ze had nooit verwacht, dat Ester ooit zo vrij zou reageren. En meteen beseft ze ook, dat de drie zussen ook veranderd zijn. Ze lijken vrijer, gelukkiger en vooral gezonder. En nu ze dit allemaal gehoord heeft, begrijpt ze ook, dat ze best wel eens sterker konden zijn. En ze wil zeker niet verliezen van deze gezusters.
Ada ziet Åsa kijken en zegt: ‘Van mij hoef je geen strijd verwachten. Ik offer me op, zodat Ester en Ingrid zich volledig kunnen richten op hun training en zorg dan voor de kinderen.’
Maar in plaats dat het Åsa gerust stelt, maakt ze zich nog meer zorgen. Want als Ester en Ingrid zich volledig kunnen richten op hun training, dan zouden ze nog sterker kunnen worden. Maar ze wil wel weten, hoe sterk de zussen nu zijn.
Ze zegt: ‘Morgen moet ik met mijn looptraining verder. Als jullie zin hebben, dan zouden jullie met mij mee kunnen rennen! Dan blijven jullie in training!’
Ingrid antwoordt: ‘Dat zou fijn zijn! We waren eigenlijk aan het wandelen om te kijken waar we morgenvroeg konden gaan rennen. En ik dacht, dat het circuit voor de biatlon daar misschien wel geschikt voor zou zijn.’
‘Dat zou ik niet doen, nu de sneeuw weg is, is het modderig en ongelijk. Maar je kunt er wel omheen, en dat is een veel beter trainingsparcours met enkele hellingen.’
‘O, dat zou perfect zijn! Wat zeg je, Roald? Rennen we morgen met Åsa mee?’
‘Lijkt me een prima plan. Het is beter om met iemand te rennen, die weet waar je het beste kunt rennen.’
Åsa zegt: ‘Ik begin wel vroeg, Ingrid! Normaal zo rond 6 uur, want dan is het nog niet zo druk op de weg. Niet dat er hier verkeer komt, maar ik vind het fijner als ik niet zo hoef op te letten.’
‘6 uur is prima, dat is normaal ook de tijd, dat wij gaan trainen.’
‘En hoeveel kilometer willen jullie rennen?’
‘O, dat maakt ons niet uit. Op het moment rennen we meestal 15 kilometer, soms ook nog wel meer.’
Åsa kijkt Ingrid geschokt aan. ‘Ow! Zoveel? Dat doe ik maar zelden! Meestal maar 8 tot 10 kilometer!’
‘Dat is ook goed, het maakt ons niet uit! Het zal toch wel genoeg zijn voor ons trainingsschema. Een keer wat minder is niet slecht.’
‘Oké, dan zie ik jullie morgenvroeg om 6 uur voor het hotel!’
‘Dat is goed! Ik kijk er al naar uit!’
Åsa zet haar helm en zonnebril weer op en neemt dan afscheid en gaat verder met haar training. Roald en de drie zussen kijken haar na.
Roald zegt: ‘Dus dat is een van jullie concurrentes bij de biatlon?’
‘Ja, maar ze is echt heel erg goed. Ze doet ook internationaal mee.’
‘Dan zal je wel heel erg goed moeten zijn, maar ik had de indruk, dat ze zich toch een beetje zorgen maakte, toen ze hoorde, dat je veel trainde.’
Ingrid lacht. ‘Dat kan ik best begrijpen, Roald. Zoals ze zei, mijn conditie was mijn achilleshiel. En nu niet meer. Ik kon haar meestal wel bijhouden, maar ook niet meer dan dat. En het zou nu best wel eens kunnen, dat ik haar nu ook kan inhalen, ik voel me ook veel sterker!’
Ester zegt: ‘Je bent ook veel sterker, Ingrid! Ik snap best, dat Åsa zich zorgen maakt. Wie wordt er wel graag verslagen in een wedstrijd?’
Ze lopen weer verder en komen later weer terug in het hotel. Als ze langs de receptie komen, roept de receptioniste naar Roald.
‘Mijnheer de Vries! Ik heb een bericht voor u!’
Roald loopt naar de receptioniste toe en neemt een briefje aan. Hij leest wat erop staat, maar snapt het niet helemaal. Wel ziet hij, dat het van Freya Holsten komt, de vrouw waar hij gisteren een en ander mee besproken heeft.
Hij laat het aan Ada zien en zegt: ‘Kun jij hier iets van maken? Ik begrijp het niet!’
Ada lees het briefje ook eens en zegt: ‘Nee, maar van wat ik eruit kan opmaken, willen ze naar hier komen?’
‘Ja, dat had ik ook wel ontcijferd, maar de rest snap ik niet.’
Roald loopt terug naar de receptioniste en zegt: ‘Klopt dit bericht wel? Ik kan er geen touw aan vast knopen, van wat er staat.’
‘Ja, precies zo heeft ze het me doorgegeven. Ik begrijp het ook niet, en ik hoopte dat u het wel zou begrijpen.’
‘Nou ja, dan zal ik haar maar even bellen. Dan zal ik het wel snel genoeg begrijpen.’
Roald bedankt de receptioniste en loopt dan met zijn familie naar hun kamer. Daar kijkt hij op zijn telefoon en ziet dat er een paar voicemailberichten zijn ingesproken door Freya Holsten. Als hij die afluistert, wordt hem een en ander duidelijk, maar nog niet helemaal.
‘Ada, ze willen morgen het voorstel al brengen, maar ze willen ons ook bedanken voor hun hereniging? Ik snap echt niet wat ze bedoelen. Zou dat met iets in het dorp te maken hebben? Hier luister jij dat bericht eens?’
Ada neemt zijn telefoon aan en luistert het bericht af. ‘Nee, ze noemt een paar namen, waarvan ik er een niet ken. Wel die van haar jongste zoon, die heet Jörg, dat heeft ze me zelf gezegd. Maar hoe haar oudste zoon heet, dat weet ik niet. Misschien is dat wel die Rolf, die ze noemt.’
‘Dat zal dan wel. Ik zal haar dan toch maar even opbellen, anders weet ik nog niet waarom het gaat en ik weet niet eens wanneer ze dan willen komen.’
Roald belt dan meteen op.
‘U spreekt met Freya Holsten.’
‘Hallo, met Roald de Vries. Jullie hadden een bericht achtergelaten bij de receptie van mijn hotel?’
‘Oh, mijnheer de Vries! Ja, ik had geprobeerd u te bellen, maar ik kreeg u niet aan de lijn. We moeten toevallig vanmiddag naar Östersund, en we bedachten, dat we dan daar misschien meteen ons voorstel konden afgeven. En tevens wilden we u bedanken, voor iets, wat u misschien heel onbewust heeft veroorzaakt.’
‘Ja, daarvoor bel ik eigenlijk, ik snap er niets van, wat u als bericht heeft doorgegeven.’
‘Mijn excuses, mijn emoties waren op dat moment nogal hoog. Sinds gistermorgen hebben mijn man en mijn zoon weer vrede met elkaar gesloten, en u bent daar zeer onbewust de oorzaak van geweest. Dat zal u nu nog niets zeggen, maar dat zouden we u graag willen komen uitleggen, ten minste als u dat gelegen is.
We willen ons niet echt opdringen, maar we zijn u zo ontzettend dankbaar, dat we het u willen uitleggen en bedanken met een etentje.’
‘Oké, ik snap er nog maar weinig van, maar ik zal eens vragen of het een probleem is.’
Roald vraagt aan Ada: ‘Ze willen vanavond langs komen om het voorstel te komen geven, maar schijnbaar heb ik iets gedaan, waardoor ze weer contact hebben met hun oudste zoon. En daarvoor willen ze me bedanken met een etentje voor ons allemaal.’
‘Dat vind ik best, maar we kunnen Isabel, Petr en Anna toch slecht meenemen. En alleen laten doe ik ze ook niet.’
En daar zijn Ester en Ingrid het mee eens.
Roald zegt tegen Freya: ‘Een etentje is best, maar we zitten wel met onze kinderen. Die kunnen we niet zo lang alleen laten. Die zijn nog veel te jong!’
‘Oh, maar dat is geen probleem! We zouden kunnen eten in het restaurant in het hotel. Daar hebben we al eens eerder gegeten, en het is best goed.’
‘Nou in dat geval zou het misschien eens kunnen, moment!’
Roald legt het nogmaals voor en daarmee kunnen de dames wel instemmen. Ze kunnen dan immers regelmatig gaan kijken of alles nog goed gaat met hun kinderen.
‘Ja, dat is goed. Hoe laat zijn jullie er?’
‘We moeten nog even reserveren, maar we hopen om 8 uur plaats te kunnen krijgen.’
‘Wordt het dan niet erg laat voor jullie om dan nog terug naar huis te rijden?’
‘Dat wel, maar we hebben al kamers geboekt in een hotel vlakbij. Dan hoeven we pas morgen weer naar huis.’
‘Oh, dat is verstandig. Nou, dan zien we jullie vanavond dan!’
‘Ja, heel erg graag! Tot vanavond!’
Roald verbreekt de verbinding en zegt: ‘Nou weet ik eigenlijk nog net zo min als net, maar ik weet nu in ieder geval iets meer. Ik heb schijnbaar iets goeds bij hun gedaan, ook al weet ik nog niet wat.’
Ingrid zegt: ‘Lijkt me leuk, een gezellig etentje, maar we gaan het ook niet heel erg laat maken, Roald! Je weet dat we morgenvroeg afgesproken hebben om te gaan trainen. Dat is al om 6 uur!’
‘Ja, dat hoef je me niet te vertellen, Ingrid. Uiterlijk tot 11 uur vanavond, ik wil nog wat uitrusten. Het waren de afgelopen dagen toch wel weer wat stress en dat wil ik niet.’
Ingrid zegt: ‘Ik kan me niet voorstellen, dat Ada je stress heel hoog heeft laten komen, Roald!’
Roald lacht. ‘Nee, maar toen we daar in het dorp waren, hadden we niet veel privacy. Die kamer bij het hostel was direct naast de slaapkamer van onze gastheren, dus daar hebben we maar uit fatsoen niets gedaan en verder hadden we de hele dag mensen om ons heen. Pas op de terugweg zijn we vlug even gestopt. En tja, toen heeft Ada me verleid.’
Ingrid lacht. ‘Ik had me zoiets wel al gedacht. Als ik met je mee zou zijn gegaan, had ik het misschien net zo aangepakt!’
Roald lacht ook mee. ‘Ja, daar zijn jullie geil genoeg voor! Maar het heeft me wel goed gedaan, die stress bezorgde me toch weer last.’
Ada glimlacht en zegt: ‘Daarom doen we dat ook, Roald. Wij hebben al lang bemerkt, dat seks jouw stress vermindert. En het is echt geen straf voor ons om met jou seks te hebben! Dus eigenlijk helpen we jou en onszelf ook nog eens een keer!’
Ze moeten allemaal lachen. Roald antwoordt: ‘Maar jullie hebben wel gelijk! Ik word meestal meteen rustiger als ik seks heb gehad met jullie. En jullie weten precies hoe jullie me moeten bespelen, ook al begin ik door te draven met mijn gedachten.’
‘Daarvoor zijn we ook je vrouwen, Roald! Sommige mannen laten hun stress los met een massage, maar dat is voor jou echt niet genoeg. En er rust een behoorlijke zware taak op je schouders om HRT goed te leiden, en dat doe je ook heel erg goed. En als wij daardoor je de nodige ontspanning kunnen geven, dan zijn we daar blij mee. Je zorgt zo goed voor ons, daar mogen we best wel wat voor terug doen!’
‘Nu doen jullie net, alsof jullie helemaal niets doen, Ingrid! Dat is niet waar! Jullie doen het huishouden, verzorgen de kinderen, doen boodschappen. Halen mijn kleren uit de stomerij, en ik hoef maar iets te zeggen, of jullie doen het voor me! Als dat niets is, dan vreet ik een bezemsteel!’
‘Maar dat doen we graag voor jou, Roald! Je werkt hard om geld voor ons te verdienen, zodat we een heel goed leven kunnen hebben. We wonen in een prachtig huis, we hebben zelfs twee boten, een aantal auto’s voor de deur, en kunnen ons bijna alles veroorloven wat we willen. En je staat, ondanks je drukke werk, altijd voor ons klaar! Als er iets moet gebeuren, je zeurt niet, je doet het gewoon of zorgt dat het gebeurd. Als ik dan soms onze vrienden hoor, dan gaat het daar soms echt wel anders aan toe. En die mannen hoeven dan nog maar alleen voor een vrouw te zorgen, en jij voor drie!’
Roald glimlacht. ‘Veel mensen denken dat het veel moeilijker is om voor drie vrouwen te zorgen, maar dat is helemaal niet waar. Misschien wel in andere gevallen, maar jullie zijn heel gemakkelijk voor mij. Ik weet meestal toch wel wat er speelt, jullie vertellen me letterlijk alles, en daardoor kan ik meestal al opmaken, wat jullie wensen zijn, of wat er moet gebeuren. En doordat jullie echt in heel veel opzichten op elkaar lijken, zijn jullie wensen en behoeften ook vrijwel gelijk. En datgene, wat ik niet zelf kan inschatten, kan ik meestal wel zelf opvangen. Het zijn die kleine verschillen, die jullie afzonderlijk zo leuk maken.’
De drie vrouwen glimlachen. Ester loopt naar hem toe en zegt: ‘En wat maakt mij dan nou zo leuk, Roald? Wat zijn mijn kleine verschillen?’
Roald kijkt verliefd naar Ester en glimlacht. ‘Jij bent de meest zorgzame van allemaal, Ester. Je hebt er een aard aan, om de wensen van iedereen van hun lippen af te lezen. Niets is je te veel, en je hart is zo ontzettend groot! En daarbij ben je mijn allergrootste liefde. Niet dat ik veel minder van Ingrid en Ada houd, maar er is een klein onderscheid. Je weet wel, wat ik bedoel, Ester.’
Ester knikt en geeft hem een zoen. ‘Ja, ik weet wel, wat je bedoelt, Roald. En datzelfde geldt ook voor jou, Roald! Ik hou heel erg veel van Ingrid en Ada, maar als ik ooit zou moeten kiezen tussen jou en hun, dan zou ik voor jou kiezen, Roald. Ik hoop alleen, dat ik die keuze nooit hoef te maken, want ik zou het verschrikkelijk vinden om die keuze te maken!’
Ada komt langszij staan en zegt tegen Ester: ‘En dat weten we, Ester. En dat is ook niet erg! Ingrid en ik weten dat jij de allergrootste liefde van Roald bent. Maar hij behandelt ons niet minder, en dat waarderen we ook heel erg! En ik weet ook wel, dat ik eigenlijk als laagste in de rang sta, als het hierom gaat, maar ik vind het werkelijk niet erg. Ik ben al blij, dat Roald me ziet als een volwaardige liefde, en zo behandelt hij me ook.’
Roald kijkt verbaasd op en zegt: ‘Hoe kom je erbij, dat jij in de laagste rang van mijn liefde voor jullie staat?’
‘Omdat je me altijd als laatste zal noemen, als je ons voorstelt, Roald. Begrijp me goed, ik vind dat niet erg. Ik was degene, die zich aan jou moest opdringen, omdat ik al zwanger van je was.’
‘Onzin, Ada! Je hebt je niet opgedrongen! Je bent voor mij even lief als Ingrid en Ester! Misschien dat ik je onbewust als laatste voorstel, maar dat is zeker niet omdat jij minder zou zijn!’
Ingrid zegt tegen Ada: ‘Als er zich iemand heeft opgedrongen, dan ben ik dat wel, Ada! Ik heb aan Ester gevraagd of ze Roald zover kon krijgen om eens seks met me te hebben.’
Roald zegt: ‘En wie zegt, dat ik dat zelf ook niet wilde, Ingrid? Ja, in eerste instantie had ik wat bedenkingen. Maar dat kwam vooral omdat ik toen hevig verliefd was op Ester. Maar toen Ester me vertelde over haar plannetje om al haar zussen bij elkaar te verenigen, was ik alleen maar blij! Blij omdat ik dan geen keuze hoefde te maken, omdat ik geen van jullie pijn wilde doen! Want dat is een keuze, die ik nooit had kunnen maken. Waarschijnlijk had ik dan helemaal niet gekozen en zou zijn weggegaan. Ik zou namelijk niet kunnen leven met de gedachte, dan ik er twee teleur zou moeten stellen, terwijl ik wel van ze houd!’
De drie zussen zijn even verbaasd door de openhartige uitspraken van Roald. Ester zegt dan: ‘En stel nou, dat Ada niet had mee willen doen. Wat zou je dan gedaan hebben?’
‘Dat weet ik niet, Ester. Waarschijnlijk zouden we dan alleen zijn doorgegaan, met Ingrid als welkom verzetje tussendoor. Ik denk niet dat we nu zouden zijn wat we nu zijn, als jullie niet alle drie ermee in hadden gestemd.’
Ester kijkt verbaasd en zegt: ‘Meen je dat echt?’
‘Ja, maar het zou echt niet hetzelfde zijn. Ik zou dan nooit zoveel voor Ingrid kunnen voelen, als ik nu doe. Of ook voor Ada, daar zit voor mij niet echt een verschil in. Jullie horen bij elkaar, en het is moeilijk voor me, om jullie los van elkaar te zien. Jullie hebben een liefde voor elkaar, die mijn begrippen te boven gaat. Eentje die bijna sterker is, dan mijn liefde voor jullie. En daarom wil ik ook geen keuze maken. Ik verdeel liever mijn liefde over jullie drie, dan dat ik het moet delen tussen twee.’
Ester, Ingrid en Ada zijn diep ontroerd door zijn woorden. Ze hebben hem nog nooit eerder zo oprecht en diep horen praten over zijn gevoelens voor hun. Ze hadden geen idee, dat zijn gevoelens voor hun zo diep zouden zitten en dat zo sterk zouden zijn. Ze hangen allemaal tegen hem aan, en knuffelen hem stevig. En dat geeft Roald een heerlijk gevoel, dat hun liefde voor hem ook helemaal echt en oprecht is.
Al snel vinden hun lippen die van Roald en glijden hun vingers over elkaars lichamen. De pik van Roald staat al vrijwel meteen stijf, die meteen onder handen genomen wordt door een van de vele handen, die over zijn lijf glijden, hij kan echt niet zeggen, wie nu zijn pik vast heeft. Het interesseert hem ook weinig, hij houdt van alle drie, en bovendien gebeurt het teder, maar met veel ervaring. En dat hebben de drie dames alle drie inmiddels wel! En de drie dames zijn geil, dat kan Roald wel aan hun gepassioneerde kussen merken.
Ze wedijveren met elkaar om de volledige aandacht van Roald te krijgen, ze willen alle drie als eerste. Aan Roald de opgave om een keuze te maken. En hoewel hij heel goed de drie zussen van elkaar kan onderscheiden, is het soms wel moeilijk in zulke situaties ze nog te herkennen. Dus doet hij meestal maar een gok, in de hoop niet de hele tijd dezelfde als eerste te pakken. Meestal komt hij er dan tijdens de seks wel achter, welke van de drie zussen wie is, zodat hij zich later niet vergist. Hij wil niet, dat er een van hun ooit te kort zal komen.
Ook nu maakt hij weer een keuze, niet wetende wie van de drie het is. De twee andere zussen leggen zich er meteen bij neer, ze weten dat Roald hun niet zal vergeten, al zijn ze wel teleurgesteld, dat Ingrid nu als eerste is en niet hun. Maar ze blijven wel actief mee doen met hun liefdesspel. Dat hebben ze door de tijd wel geleerd, ze kunnen elkaar goed bezig houden en er bovendien goed zelf van genieten.
Ester is al tussen de benen van Ada gedoken en is haar al stevig aan het likken. En ook met haar handen is ze behoorlijk actief, ze hebben van Roald geleerd hoe ze zijn massages moeten toepassen. Ze vinden het leuk om zelf ook die massages te kunnen doen, want ze weten uit eigen ervaring wat voor sensatie dat in hun lijf geeft. Het duurt dan ook niet heel erg lang, voordat Ada haar eerste orgasme krijgt, en door de massage van Ester volgt er zelfs meteen een tweede achteraan. Dan worden, na een korte rustpauze, de rollen omgedraaid en is het Ester die mag gaan genieten van de kunsten van Ada.
In de tussentijd is Roald bezig met het neuken van Ingrid, nadat hij haar eerst op vakkundige wijze heeft gemasseerd. Hoe goed de drie zussen ook oefenen met de massages, er is geen van hun, die het zo perfect in hun vingers hebben zitten, als Roald zelf. En het is meer dan alleen de massage zelf, Roald schijnt altijd precies te weten, waar hij op een bepaald moment een kusje moet geven, of een kneepje met zijn vingers. De sensaties die ze dan beleven verhogen het genot, dat ze beleven, heel erg ongemeen. Het laat hun een orgasme beleven, dat met niets anders te vergelijken is.
Maar voor alle drie gaat er toch niets buiten het neuken met Roald. Zijn pik voelt in hun kutjes nog altijd lekker strak en ze voelen iedere ribbel en iedere ader door hun kutje bewegen. Iedere stoot stuurt duizenden plezierige stroompjes van genot door hun hele lichaam.
En terwijl Roald zich in het zweet werkt om naar zijn eigen hoogtepunt te werken, laten ze zich door hem maar wat graag naar hun eigen hoogtepunt begeleiden. Alles aan Roald voelt goed aan. Zijn gespierde bouw, en inmiddels al heel wat slanker buikje, dat al tekenen van een sixpack begint te vormen.
Maar boven alles is Roald een fijngevoelig en lieve man, die met alles wat hij doet, het beste met hun voor heeft. Hij is eerlijk en betrouwbaar en heeft altijd aandacht voor hun, of hij nu tijd heeft of niet. En al die dingen zorgen ervoor, dat de seks met Roald zowel fysiek als mentaal ontzettend goed is.
En goed is het nu ook met Roald en Ingrid. Terwijl Roald het tempo langzaam opvoert, voelen ze beiden een hoogtepunt aankomen. Ingrid klemt haar benen om die van Roald, en geeft daarmee ook aan, dat Roald het harder en wilder mag gaan doen. En niet veel later als Roald aan haar onuitgesproken verzoek voldoet, komt het met een gil klaar, waarbij ze hevig verkrampt en schokt met haar lichaam.
Roald geniet van het klaarkomen van Ingrid. Hij vindt het nog steeds een fantastische gebeurtenis, als een vrouw hevig klaarkomt tijdens de seks. Er is voor hem niets geilers, dan dat. En terwijl hij gewoon doorneukt om zijn eigen gerief te halen, zit Ingrid nog steeds in een lang en heerlijk orgasme. Net als ze weer uit haar orgasme komt, is het voor Roald zo ver. Met een harde grom en kreun spuit hij zijn lading zaad diep in haar. Hij laat zich op haar vallen, terwijl ze haar armen om hem legt, en hem op zijn rug streelt. Ingrid voelt zich heerlijk voldaan. Zoals altijd heeft Roald haar weer lekker laten genieten en ze vindt het bijna jammer, dat het nu al weer voorbij is. Maar ze weet ook, dat de dag nog niet voorbij is. Wie weet brengt de avond nog wat…
Roald heeft maar een korte tijd nodig om te herstellen en hij laat zich van Ingrid afrollen. Hij geeft haar nog een zoen, maar wordt dan weer door de volgende in beslag genomen. En dat is nu Ester. De drie zussen hebben onderling afgesproken, dat degene die als laatste een orgasme krijgt, als ze samen met elkaar liggen te spelen, ook als laatste met Roald mag. En aangezien Ester Ada in de tussentijd nog naar een orgasme heeft gebracht, mag Ester nu als tweede.
Dat wordt door iedereen als een voorrecht beschouwd, omdat Roald het de tweede keer veel langer volhoudt, en dan nog niet zo moe is. De derde keer is zijn vermoeidheid al wat meer te merken, hoewel hij zich goed staande houdt. En na een pauze is hij dan wel weer genoeg hersteld voor een nieuwe ronde met de drie. Maar de laatste tijd vinden de drie zussen het ook wel genoeg met een ronde. Ze zijn dan immers toch al helemaal aan hun trekken gekomen, en de seks met Roald is meer dan goed genoeg om voldaan te kunnen zijn. Ze willen Roald toch een beetje sparen, omdat hij zo hard werkt en ’s avonds echt moe thuis komt. Aan Roald zal het niet liggen, maar hij snapt de redenen van de drie gezusters. Maar toch is hij blij met de slaap die hij kan krijgen. Gelukkig slapen hun kinderen nu al goed door, maar het komt toch nog regelmatig voor, dat ze er ’s avonds nog uit moeten om ze weer in slaap te sussen.
Maar net als Ester aan Roald een gepassioneerde zoen geeft, gaat de telefoon op de kamer. Verstoort in hun bezigheden, neemt Ada de telefoon licht geïrriteerd op.
‘Ada de Vries’
‘Mijn excuses, mevrouw. Maar we hebben een telefoon voor u.’
‘Wie is het?’
‘De heer Uttenfors van het bedrijf STK wil u spreken.’
Ada zucht eens diep. ‘Een moment, ik zal mijn man even geven.’
Ada houdt de telefoon even opzij en zegt: ‘Roald? Je hebt telefoon. Het is de directeur van STK.’
‘Hij belt later maar even terug. Ik ben nu bezig!’
‘Kom op, Roald! Je kunt op zijn minst hem even te woord staan?’
Met grote tegenzin laat Roald Ester los. De sfeer is toch al bedorven en hij is pisnijdig. Hij pakt de telefoon van Ada over en zegt: ‘Roald de Vries.’
‘Oh, mijnheer de Vries? Ik heb mijnheer Uttenfors voor u aan de lijn. Ik zal u nu doorverbinden.’
‘Ja, dank u.’
Na een piepje in de telefoon heeft Roald de directeur van STK aan de lijn.
‘Ja, met Roald de Vries. Wat kan ik voor u doen?’
‘Oh, hallo. U spreekt met Herald Uttenfors van STK. Ik bel u in verband met uw zaak. Ik bied u mijn excuses aan voor de ontstane situatie! We zijn behoorlijk geschrokken, toen hier net de politie binnen viel en ons om de contracten en de vergunningen voor uw grondstuk vroeg. We hadden ons niet beseft, dat het u zo aan uw hart lag!’
‘Als dat gisteren nog niet duidelijk genoeg was, was het dat nu wel?’, vraagt Roald sarcastisch.
‘Ja, dat is ons nu wel duidelijk! Maar ik begrijp het niet helemaal, mijnheer. Wat ik van de heer Losfold heb begrepen, was er een kapvergunning voor 50 hectare. Ik snap niet wat er dan fout is gegaan, aangezien uw contract maar voor 15 hectare was.’
‘Oh, maar ik snap dat heel goed, mijnheer Uttenfors. Ik heb inmiddels al meerdere personen gesproken, die slechte ervaringen met uw bedrijf hebben gehad. Het is niet de eerste keer dat jullie het zo doen, maar er is niemand geweest, die er tegen in opstand is gekomen. Vooral door het leger advocaten en druk van derden zien ze van een aangifte meestal af. In dit geval zal u dat bitter weinig helpen. Ik heb een prima advocaat en ik heb prima contacten, die me maar wat graag willen helpen.’
‘Ja, dat heb ik al gemerkt. We hebben inderdaad al eens eerder aangiften tegen ons gehad, maar die waren meestal minder zwaar als nu. Maar we hadden nu niet verwacht, dat de politie hier met 12 personen zou komen, en onze hele administratie in beslag zou nemen. We zijn nu als het ware vleugellam, en de enige manier om als bedrijf verder te kunnen functioneren, is om u te vragen de politie ons de administratie terug te laten geven. U bent de enige, die dat kan. Want anders kunnen we het loon van onze werknemers niet eens uitbetalen.’
‘Dat is dan spijtig voor u. Ik ben niet van plan om mijn aanklacht ook maar enigszins in te trekken. U heeft bewust regels overtreden, en nu zult u de gevolgen maar moeten dragen. En wat betreft uw werknemers, dat spijt me echt, maar dat zijn toch echt uw problemen. Ik kan en ga ook echt niets voor u doen. Maar ik heb nu ook geen zin om hier verder over te praten. Ik wens u nog een prettige dag toe, en dan hang ik nu op!’
Nog voordat de man nog iets kan zeggen, legt Roald de telefoon op de haak.
Roald zegt tegen de drie zussen: ‘Werkelijk! Hij belt me op om te vragen of ik de aanklacht wil intrekken, omdat zijn hele administratie in beslag is genomen. En dan wil hij druk zetten door een beroep te doen, omdat hij nu zijn werknemers geen salaris kan betalen. Ik vind het werkelijk jammer voor zijn werknemers, maar ik ga mijn aanklacht echt niet laten vallen. Daar hadden ze dan maar eerder aan moeten denken!’
Ester, Ingrid en Ada zijn het helemaal met Roald eens. Ze begrijpen zijn standpunt helemaal. Ester zegt: ‘Het is alleen jammer, dat hun werknemers nu de dupe zijn van ons conflict met STK. Maar zoals je net al zei, dat is hun probleem.’
‘Dat is ook zo, Ester. Ik vind het werkelijk jammer voor hun werknemers, maar ik ga echt niet mijn aanklacht laten vallen. Bovendien, aan de werkwijze van dit bedrijf moet een einde komen. Ze zijn nu gewoon een brug te ver gegaan.’
De telefoon in de kamer gaat weer. Geïrriteerd neemt Roald de telefoon weer op.
‘Roald de Vries. Het spijt me u weer te moeten storen, maar ik heb een mijnheer Nyklakken voor u aan de lijn.’
‘Hmm, die ken ik niet, maar ik wil hem wel te woord staan.’
‘Goed, ik verbind u door!’
‘Ja, met Roald de Vries!’
‘Ah, mijnheer de Vries. U spreekt met Ronald Nyklakken. U zal me waarschijnlijk niet kennen, maar ik wil u laten weten, dat wij als personeel van STK achter uw besluit staan om uw aanklacht tegen STK niet te laten vallen.’
‘Wacht even? Hoe weet u dit?’
‘Ik werk in de administratie en ik heb toevallig uw gesprek met mijnheer Uttenfors kunnen opvangen, hij had hem op de intercom staan. Maar we zijn het al langer het niet eens, met hoe hier het bedrijf gevoerd wordt, maar we kunnen maar weinig doen.
En ik heb ook gehoord, dat u uw best heeft gedaan om onze werknemers ongeschonden te laten vertrekken, toen die boze dorpsbewoners tegen hun in opstand waren gekomen. Dat waarderen we zeer, en eigenlijk zijn we wel blij, dat er eindelijk iemand is, die opstaat tegen ons bedrijf.’
‘Dus als ik u nu goed begrijp, rebelleren jullie nu een beetje? Want dit gaat toch in tegen de belangen van jullie bedrijf?’
‘Ja, dat klopt, maar we zien ook in, dat het zo echt niet langer kan. Maar wat kunnen we doen?’
Roald is aangenaam verrast. Hij denkt even na en zegt: ‘Jullie zouden contact op kunnen nemen met de vakbond en in staking gaan. Dan weten mijnheer Uttenfors en Losfold dat het jullie menens is, en het zou kunnen, dat jullie dan ook nog een vorm van inkomen zouden kunnen krijgen uit de kas van de vakbond. Ik zou het in ieder geval eens met hun overleggen. Hoe hoger de druk op jullie directie, hoe eerder dit achter de rug is.’
‘Oh, daar hebben we nog niet eens aan gedacht, maar het is een goed idee! Ik zal het hier eens met onze werknemers overleggen, maar ik verwacht dat er velen mee in zullen stemmen.’
‘Nou, dan hoor ik graag van wat de uitkomst is van dat overleg. En het doet me deugd, dat er bij STK ook nog mensen werken, die het niet eens zijn met de praktijken van jullie directie.’
‘Dat was toch het minste wat we konden doen, u te laten weten, dat niet iedereen binnen het bedrijf het daarmee eens is.’
‘Maar zijn jullie je er wel van bewust, dat dit ook het einde van het bedrijf kan betekenen?’
‘Ja, dat weten we. Maar we weten ook, dat het zo niet meer langer door kan gaan. Het zou hoe dan ook een keer fout zijn gegaan. En ik denk dat de meesten hier wel snel een andere baan zouden kunnen vinden, ze zijn ervaren en ervaring wordt nog wel goed gevraagd. Maakt u zich verder geen zorgen over ons. Met uw tips komen we nu al een hele stap verder en wat er dan komt, dat zien we wel. Maar we willen wel zeker zijn, dat we niet voor niets alles op het spel zetten. Als u uw aanklacht standhoudt, dan zullen wij u blijven steunen.’
‘Oh, maar daar kunt u zeker van zijn. En ik zal alles op mijn beurt doen om jullie te helpen, mocht STK failliet gaan.’
‘Dat is erg aardig van u, maar toch ook niet echt nodig. We redden ons wel.’
‘Het is niet in mijn aard om mensen in nood niet te helpen, mijnheer Nyklakken. Dus mocht dit het einde zijn voor STK, dan zal ik me persoonlijk inspannen om jullie te helpen waar ik maar kan.’
‘U heeft nu al mijn respect, mijnheer de Vries! Ik ken maar weinig mannen, die zich het lot van de werknemers van het bedrijf, dat hij zelf aangeklaagd heeft, zo zou aantrekken. Dat getuigt van een grote betrokkenheid. En ik weet nu vrijwel zeker, dat ik alleen daarmee het overgrote deel van onze werknemers achter u zal kunnen krijgen. Maar ik zal u niet langer lastig vallen, ik had begrepen, dat u eigenlijk een korte vakantie had, en dan behoort u zich eigenlijk niet bezig te houden met zulke dingen. Mijn excuses voor het in beslag nemen van uw tijd.’
‘Excuses geaccepteerd, al waren ze niet nodig. Ik hoor graag, dat er binnen STK ook andere geluiden te horen zijn. Want het zat me wel iets dwars, dat de werknemers nu de dupe zouden worden. Maar na wat ik nu hoor, ga ik ook doorzetten.’
‘Onze steun heeft u, en we zijn ook zeker blij met uw steun! Ik wens u nog een goede dag toe en zodra ik weer nieuws heb, zal ik het u zo spoedig mogelijk laten weten.’
‘Dat zou fijn zijn, mijnheer Nyklakken. Ik hoop u spoedig weer te spreken.’
Roald hangt op en zegt: ‘Dat is weer eens wat anders. Ik had weer STK aan de lijn, maar nu iemand van het personeel. Die vertelde me doodleuk, dat ze mij steunen. Ik moest mijn aanklacht tegen STK standhouden, want ze zijn het al langer niet meer eens met het beleid van de directie. Ik heb ze geadviseerd om contact te gaan zoeken met hun vakbond, zodat ze dan in staking konden gaan en verzekerd zouden zijn van een inkomen.’
‘Werkelijk? Hoe bizar is dat dan? Jij klaagt hun bedrijf aan, dat misschien het einde van hun bedrijf kan betekenen, en zij zijn er blij mee. Dat wil dus ook al veel zeggen over het bedrijf!’
‘Dat bedoel ik. Maar het kon toch ook niet anders, dan dat er een hoop ontevreden waren binnen dat bedrijf, maar wat ik begrepen heb, steunt het overgrote deel ons. Dat was zeker een verrassing!’
‘Dat is het zeker! Ik hoorde al, dat je zei, dat je ze zoveel mogelijk zou helpen, waar je maar kan. Maar wat kun je doen, Roald?’
‘Ik kan ze op zijn minst proberen te helpen met werk te vinden. Ik heb een hoop goede contacten, en als ik ze uitleg waarvoor, zullen ze me wel willen helpen.’
Ada zegt: ‘Roald, misschien niet eens waar je meteen aan zou denken, maar zou het dan niets zijn, om STK over te nemen als het failliet gaat en dan een doorstart te laten maken? Dan zou je de mogelijkheid hebben om er een fatsoenlijk bedrijf van te maken, en je zou ook de werknemers ermee helpen.’
‘Dat zou ik dan eens goed moeten onderzoeken, maar het idee staat me wel aan. Maar hoe gaan we dat betalen, Ada? Zo’n bedrijf overnemen is niet goedkoop en het draaiende te houden ook niet.’
‘Je zou eens met Henk kunnen praten, Roald. En daarnaast zou je nog wat grond kunnen verkopen, je weet hoe zeer de gemeente op dat ene stuk grond aast. Dat zou toch voldoende moeten zijn?’
‘Ja, maar dat stuk grond wil ik nog niet kwijt, Ada. Maar als dat de enige optie zou zijn, dan zal ik moeten. Maar dat zal ik me eerst eens moeten uitzoeken en bekijken. Maar ik sta er niet negatief tegenover.’
Ingrid staat dan op en gaat zich douchen. Ada pakt haar kleren op en loopt door de tussendeur naar haar eigen kamer, waar ze ook gaat douchen. Zin om de draad weer op te pakken, hebben ze niet, dus ze gaan zich liever opfrissen.
Roald blijft met Ester achter. Ester zegt: ‘Ik ben trots op je, dat je die werknemers toch nog wil helpen, ook al zal je aanklacht misschien betekenen, dat ze hun baan verliezen. Ik ken maar weinig mensen, die zoiets zouden doen. Maar daarom ben jij ook zo bijzonder en houden we zo veel van je!’
Roald glimlacht en slaat zijn arm om haar heen. ‘Wat kon ik anders doen, Ester? Als zij me zo steunen, is dat het minste wat ik terug kan doen. En ik ben ook niet boos op hun, maar op degene, die bewust alle regels overtreden. De werknemers doen gewoon wat hun opgedragen is, daar kan ik ook niet boos op zijn. Maar wel op de directie.’
De rest van de middag verloopt gemoedelijk. Roald speelt wat met hun kinderen, die er ook voor zorgen, dat hij de hele toestand met STK even vergeet. En de drie zussen doen gezellig met hem mee. Daarna gaan ze nog even een korte wandeling maken, en dan is het alweer tijd om zich klaar te maken voor het etentje met de familie Holsten.
Roald zit met Ester en Ada aan een tafeltje in het restaurant. Ingrid is even naar boven om te kijken of alles goed is met de kinderen en net als ze terug komt, komt de familie Holsten binnen. Ze worden netjes aan elkaar voorgesteld. Ook Roald en Ada zien nu voor het eerst de volledige familie.
En tot hun verbazing heeft de zoon van Leif zijn vrouw en kind meegebracht. Het is een klein jongetje, van net twee jaar oud. Hij jengelt een beetje, hij is vooral moe.
Rolf zegt: ‘We moesten Kjeld wel meenemen, we konden hem slecht achterlaten in het pension. Maar nu denk ik, dat het misschien toch wel een beter idee zou zijn geweest.’
Ingrid zegt: ‘Ach, als hij moe is, zou hij ook wel even bij ons op de kamers mogen slapen. Daar slapen onze drie kinderen ook al, en eentje meer zal echt geen probleem zijn.’
De vrouw van Rolf, die Linda heet, zegt: ‘Oh, dat zou ik heel erg waarderen. Maar eerst moet hij wat eten, daarna zou ik jullie aanbod graag willen aannemen.’
‘Geen probleem. We zijn er toch om elkaar te helpen, nietwaar?’
Er wordt over en weer geglimlacht. Ze bestellen dan maar snel eten, zodat Kjeld snel naar bed kan. En het eten komt ook al snel, zodat iedereen snel aan het eten is.
Freya en Leif leggen nu aan Roald uit, waarom ze zo dankbaar zijn en hun hebben uitgenodigd voor een etentje. Als uiteindelijk de aap uit de mouw komt, moeten Roald en Ada hartelijk lachen. Roald zegt lachend tegen Jörg: ‘Dus jij was dat, samen met je vriendinnetje, die ons zat te begluren!’
Jörg bloost en zegt zachtjes: ‘Ja, mijn excuses daarvoor! Het was eigenlijk niet de bedoeling, maar we konden ook niet onopgemerkt weg en het was eigenlijk best wel spannend om te zien.’
‘Ach, trek het je niet aan. Ik heb begrepen, dat je daardoor nu verliefd op je vriendinnetje bent geworden?’
‘Ja, ik was al langer verliefd op Jensa, maar durfde het niet aan haar te vragen. Ze is al zo lang een vriendin van me, en ik wilde die vriendschap niet kapot maken.’
‘Dat begrijp ik. En nu?’
‘Dat weet ik nog niet. Het is allemaal nog zo vers. Maar ik ga er alles aan doen om het zo te houden. We kennen elkaar al door en door. En daarbij is Jensa heel erg mooi.’
‘Heb je een foto van haar?’
‘Ja, hier op mijn telefoon. Hier, kijk maar!’
Trots laat Jörg de foto van Jensa zien. En inderdaad, het is een echt mooi meisje, met een mooi gezichtje.
‘Daar mag je trots op zijn, Jörg. Ik denk dat alle jongens in de buurt wel jaloers op je zullen zijn!’
Jörg glimlacht van trots. Dat had hij zich ook al eens bedacht, maar aan de andere kant heeft Jensa nooit echt interesse getoond in de andere jongens van het dorp. En daar is hij nu maar wat blij mee!
Ze zijn al snel klaar met het eten en Linda brengt nu samen met Ingrid Kjeld naar bed. Als de twee vrouwen weg zijn, zegt Freya tegen Roald: ‘Heb je trouwens nog wat gehoord van STK?’
‘Oh, ja! Meerdere keren zelfs. Ze zijn nogal geschrokken. Vandaag heeft de politie daar een inval gedaan en heeft hun gehele administratie in beslag genomen. Ze hebben me opgebeld om te vragen of ik de aanklacht niet wilde versoepelen, omdat ze dan mogelijk niet hun personeel konden uitbetalen. Dat heb ik dus uiteraard niet gedaan. Dat probleem moeten ze maar zelf oplossen.’
‘Wat? Meen je dat werkelijk? Zou het recht dan eindelijk een keer gaan zegevieren? Inderdaad jammer voor hun personeel, maar ik denk niet, dat die echt een probleem zouden hebben om nieuw werk te vinden.’
‘Ja, maar het telefoontje wat ik direct daarna kreeg, was nog veel bijzonderder. Dat was van een woordvoerder van het personeel van STK. Ze belden me op om me te vertellen, dat ze mij steunden. Ze zijn het schijnbaar al langer niet meer eens met het beleid van de directie, maar ze wisten niet wat ze konden doen. Ik heb ze het advies gegeven om contact op te nemen met hun vakbond, zodat ze dan in staking konden gaan en eventueel een inkomen zouden krijgen. Of dat ook zo is, dat weet ik natuurlijk niet, maar het is in ieder geval de moeite waard of dat ook zo kan.’
Leif en Freya zijn aangenaam verrast. ‘Dat is nogal eens een verrassing! Dat had ik echt nooit verwacht!’
Roald antwoordt: ‘Nou ja, het personeel kan er meestal maar weinig aan doen. Er zitten maar een paar rotte appels tussen, en die zitten toevallig in de directie. Daar kun je het personeel niet de schuld van geven.’
‘Ja, dat is ook weer zo. Nu voel ik me alleen weer slecht, omdat we zo boos waren op die bosbouwers, toen jullie er net aangereden kwamen.’
‘Ja, ik denk wel, dat ze zich bedreigd voelden. Maar ze zijn uiteindelijk toch zonder problemen kunnen vertrekken, en dat hebben ze wel gewaardeerd. Vooral omdat die gezien hadden, hoe hoog de emoties waren opgelopen.’
‘Dat kun je wel stellen, ja. Als jij niet was gekomen, zou er waarschijnlijk wel een handgemeen zijn ontstaan. Ik ben nu wel blij, dat er uiteindelijk niets gebeurd is.’
‘Dat heeft nu zeker wel geholpen met hun steun aan mij. Ze vonden, dat ik ze uit hun netelige situatie heb geholpen.’
‘Misschien is dat ook wel zo. We waren het echt zat, het zat ons echt hoog.’
‘Dat kan ik me wel voorstellen. Maar je had een voorstel voor ons?’
‘Ja, we hebben wat rondgebeld om te kijken of we voor dat stuk wel genoeg bomen konden krijgen. Dat was nog lang niet zo gemakkelijk, maar ik denk dat we nu wel een goed voorstel hebben. We hebben er gisteren nog met iedereen over vergaderd, en we zijn het eens geworden.
Als u dit voorstelt goedkeurt, dan vormen we een coöperatie, die het natuurbeheer voor zijn rekening neemt. Dat wil zeggen, we zorgen voor de aanplant, voor de brandveiligheid, en we maken ook een plan voor het omvormen van een naaldbos naar een loofbos. Er is een gedeelte dat we willen gebruiken voor enkel en alleen bosbouw. Daar willen we snelgroeiende bomen gaan plaatsen, waarvan we genoeg hout kunnen oogsten om ons het hele jaar door van een inkomen te voorzien.
Maar het komt er wel op neer, dat we minimaal 60-70 procent van uw bos willen gaan kappen, maar daarvoor willen we dan loofbomen gaan planten. We hebben al een aanbod voor 10 hectare beuken, maar we willen ook nog eiken, populieren en essen gaan aanplanten. En natuurlijk ook nog andere soorten. Alleen zullen die bomen nog kleiner zijn. Hier heb ik het ook al even in het kort op papier uitgewerkt, dit is uiteraard nog niet het uiteindelijke voorstel.’
Roald zegt: ‘Dat klinkt allemaal al een heel stuk beter. Maar nu moet ik het ook even zakelijk bekijken. Buiten het omvormen van het naaldbos naar loofbos, wat word ik er beter van?’
‘Daar hebben we ook al over nagedacht. Dat is ook de reden, waarom we een coöperatie gaan vormen. De winst, die we met de coöperatie behalen, wordt verdeeld onder de leden. U zou dan ook een van de leden zijn, en dus delen in de winst. Dat zal natuurlijk niet zo veel zijn, dan als u het stuk zelf zou beheren, maar aan de andere kant hoeft u er niets meer aan te doen, en ontvangt er toch geld voor. Wij doen al het werk, en houden u op de hoogte van alle vorderingen en problemen.’
‘Kijk, dat hoor ik nu graag. Geld krijgen en er maar bitter weinig voor te doen! Maar dat is ook niet het belangrijkste. Toen ik hier aan begon, wist ik al, dat er ik niets aan zou verdienen. Het gaat mij er vooral om, dat het kostendekkend is, en dat er een stukje natuur bewaard wordt voor mijn kinderen. En als dat meteen een herstelplan is, om dit gebied weer in volle glorie te herstellen, dan kan ik dat alleen maar toejuichen.’
‘Dus in principe stemt u met ons voorstel in?’
‘Ik moet het natuurlijk nog wel even goed bestuderen, maar ja, ik zie wel wat in dit plan.’
‘Dan ga ik met onze dorpsgenoten dit plan nog wat verder uitwerken en u ook het definitieve voorstel voorleggen.’
‘Dat lijkt me een goed plan. En misschien is het ook een idee om ook de andere grondbezitters daar in mee te betrekken. Hoe groter jullie gebied is, hoe minder afhankelijk jullie zijn van een persoon. Je weet immers nooit wat de toekomst jullie zal brengen. Het kan met mij slechter gaan, en dan zou ik misschien deze grond weer moeten verkopen. Niet dat ik dan van plan ben, maar het zou kunnen. Als ik dan al lid moet worden van een coöperatie, dan wil ik ook, dat iedereen er beter van wordt.’
‘Oh, dat is een goed idee! Daar had ik nog niets eens aan gedacht! Bedankt!’
‘Graag gedaan. Op deze manier worden we er toch allemaal beter van, of niet? Er zijn geen winnaars en geen verliezers. Het bos krijgt zijn oorspronkelijke toestand terug, en hopelijk komt de fauna dan ook weer terug op de oude stand. Jullie zouden verzekerd zijn van een toekomst, en mij kost het niets, en er bestaat zelfs een kans, dat ik lichtjes aan verdien. Wat zou je nog meer willen?’
Leif zegt: ‘Dat die wolven STK niet meer in ons gebied mogen komen.’
‘Dat zou met dat voorstel toch bijna uitgesloten worden, Leif. Maar ik denk niet, dat ze nog heel veel kunnen doen. Ik krijg volgende week, als ik weer thuis ben, meer informatie van mijn advocaat. Ik weet nog niet helemaal precies wat voor aanklachten hij heeft ingediend, maar hem kennende is hij niet mild geweest.’
‘U moet wel heel erg rijk zijn, mijnheer de Vries’, zegt Rolf
‘Dat valt best wel mee, Rolf. Ik heb een en ander aan grond geërfd, en ik woon in een groot huis, dat aan mijn overgrootmoeder toebehoord heeft. En ik vaar in een van de mooiste boten, die in Zweden varen. Maar dat heb ik allemaal van mijn overgrootmoeder geërfd. Dat vertegenwoordigt zeker een hoge waarde, maar ik moet net zo goed hard werken voor mijn geld. Ik heb een groot gezin, ik moet drie vrouwen en drie kinderen onderhouden. Gelukkig heb ik een goede baan, dat helpt, maar vanzelf komt er niets. Nu helpt het wel, dat mijn vrouw Ada en Ingrid zelf ook een inkomen hebben. Ada werkt als mijn secretaresse in het bedrijf, en Ingrid schrijft columns in de Dagens Nyheter. Ze is de schrijfster van de zaterdagcolumn.’
‘Meent u dat werkelijk? Ik lees dat altijd! Daar staan altijd interessante onderwerpen in, soms humoristisch, soms politiek, en soms gewoon de misstanden in de samenleving. Ik ben er een grote fan van!’
‘Dat zal ze graag horen. Ze is altijd wel nieuwsgierig over hoe de mensen over haar column denken, al krijgt ze meer dan genoeg fanmail. Zelfs huwelijksaanzoeken, maar jammer voor hun, ze is bezet!’
Ze moeten lachen om het laatste als Linda en Ingrid net terug komen. Ingrid zegt: ‘Wie is er bezet?’
‘Oh, we hadden het er net over, dat je genoeg fanmail krijgt en soms ook huwelijksaanzoeken. En toen zei ik, dat het jammer voor die mannen was, omdat jij al bezet bent!’
Ingrid glimlacht. ‘Ja, en ik zou ook niets anders willen, Roald!’
Freya zegt dan: ‘Is dat dan niet raar om met al je zussen met dezelfde man getrouwd te zijn?’
‘Nee, voor ons is dat heel normaal. Ja, soms is het wel eens lastig, je hebt altijd wel een moment, dat je het liefste met Roald alleen zou willen zijn. Maar in ons gezin gaat dat soms wat moeilijk. Maar gelukkig doen we niet moeilijk en als iemand even een moment alleen wil met Roald, dan gaan ze gewoon even apart zitten.
De tuin is er groot genoeg voor en anders kunnen we altijd nog even in het grilhuisje. Het is gewoon zo, dat je dat elkaar gewoon moet gunnen. Gelukkig zijn we dat wel gewoon, we hebben in het verleden wel eens vaker vriendjes met elkaar gedeeld, maar natuurlijk gaat dit wel een stapje verder. Maar we hebben goede afspraken gemaakt, en Roald is echt meer dan genoeg mans om ons alle drie de baas te zijn en ons ieder genoeg aandacht te geven, die we van hem verlangen. En we komen echt niets te kort. Roald is heel erg fit te noemen, en op seksgebied is er niemand die ook maar een beetje in de buurt van hem kan komen. Zoals ik al zei, we komen echt niets te kort!’
Freya bloost een beetje over het vrije antwoord van Ingrid. ‘Bedoel je, dat hij jullie alle drie kan bevredigen? Wow, dat zie ik Leif nog niet zo snel doen!’
Nu moet Freya nog harder blozen. Ingrid lacht. ‘Ja, dat kan hij inderdaad wel. Hij heeft een heel interessante techniek, waarmee hij iemand kan laten klaarkomen, door hem of haar alleen maar te masseren. De kleren kunnen zelfs nog aanblijven, als is dat natuurlijk niet raadzaam, als je begrijpt wat ik bedoel.’
Rolf kijkt geïnteresseerd en zegt: ‘Kunt u ook mannen laten klaarkomen door een massage? Daar heb ik nog nooit van gehoord. Wel bij vrouwen, maar hoe dat gaat weet ik niet.’
Roald glimlacht. ‘Ja, dat kan. Maar het is wat moeilijker als bij vrouwen. Bij mannen lopen de zenuw- en energiebanen iets anders dan bij vrouwen. Maar je kunt ook andere dingen doen, die voor een man prettig kunnen zijn. Geef me je hand maar eens even, dan zal je snel merken wat ik bedoel!’
Aarzelend geeft Rolf zijn hand aan Roald. Die pakt zijn hand stevig vast, net achter zijn pols. Dan drukt hij op enkele plaatsen en laat hem dan weer los.
Rolf zegt: ‘En wat nu? Ik voel nog niets!’
Roald glimlacht weer en zegt: ‘Oh, maar dat komt zo meteen. Even geduld!’
Iedereen kijkt gespannen naar Rolf om te zien of ze een reactie kunnen zien. Maar buiten dan Rolf wat ongemakkelijk kan blijven zitten, gebeurt er niets. Alleen Roald amuseert zich heel erg goed. Hij kan op een gegeven moment zijn lach niet meer houden, en Ester vraagt wat er loos is.
‘Dat kun je beter even aan Rolf vragen. Maar ik denk dat die vraag beter gesteld kan worden door zijn vrouw.’
Ze kijken allemaal verbaasd naar Roald, behalve Rolf. Die weet wel wat Roald bedoeld.
Linda vraagt dan aan Rolf: ‘Wat heeft hij dan bij jou gedaan, Rolf? Waarom moet hij zo lachen?’
‘Omdat hij me nu met een enorme stijve heeft opgezadeld, en die wil maar niet slap worden!’
Iedereen schiet nu in de lach. Zelfs Rolf moet nu ook wel lachen. Hij ziet er de humor ook wel van in, en hij had er ook wel omgevraagd.
Maar Roald weet hoe ongemakkelijk het kan zijn, om de hele tijd met een stijve te zitten en zegt: ‘Zal ik je er even vanaf helpen? Want het kan nogal lang duren, voordat hij weer slap is, als ik er niets aan doe.’
‘Ja, graag! Waar heb je dat van geleerd?’
‘Dat is een lang verhaal, maar ik zal je eerst even helpen. Geef me je hand nog maar eens een keer.’
Roald pakt weer zijn hand achter zijn pols vast, en drukt dan ergens hard.
‘Zo, dat was het al weer. Het zal snel minder erg worden, maar ik kan je verzekeren, dat hij nog wel even heel gevoelig zal zijn.’
Leif zegt: ‘Dus dat is als viagra, wat jij daar doet?’
‘Zo zou je het kunnen noemen. Eigenlijk is het maar heel simpel, maar het kan ook gevaarlijk zijn om het te doen. Maar meestal kan het bij zo’n jonge kerel als Rolf geen kwaad. Wat ik eigenlijk doe is het blokkeren van een energiebaan, waardoor zijn penis gaat opzwellen. En het kan behoorlijk lang duren, voordat het effect weg is. Uiteindelijk herstelt het lichaam het zelf wel weer, maar je zou zomaar enkele dagen met een stijve kunnen rondlopen.’
‘Kan ik dat ook leren? Niet dat ik de mijne niet meer omhoog kan krijgen, maar het zou in de toekomst kunnen gebeuren.’
Roald kijkt hem even aan en zegt: ‘Ik heb bij jou geen schrik, dat je daar ooit last van zou krijgen. Je energiebanen zijn nog steeds krachtig, en ik zie daarom ook geen reden om het aan jou te leren.’
‘Kun je dat dan zien, of iemand impotent wordt?’
‘Ja, min of meer. Het is echt geen superkracht, maar als je dit kent, weet je waar je op moet letten. Maar ik schuw me ervoor om dit aan iedereen te gaan leren. Het is een enorm krachtige techniek, waar heel gemakkelijk misbruik van zou kunnen worden gemaakt. Ik mag het wel tonen, maar niet aan iedereen leren. Alleen de personen, die ik echt vertrouw, die mag ik het leren. En dan nog leer ik ze nog niet alles.’
‘Jammer, maar begrijpelijk. Maar het lijkt me wel eens leuk om eens te proberen hoe het is om een hele dag een stijve te hebben en dan meerdere malen seks te hebben.’
‘Dat kan op het eerste gezicht leuk lijken, maar het is minder prettig als je zou denken. Ten eerste ben je dan heel erg gevoelig, en geniet veel minder van de seks. Daarbij is het pijnlijk om de hele dag met een stijve rond te lopen.’
Rolf lacht en zegt: ‘Ik begrijp heel goed, wat je bedoelt, Roald. Ik geloof niet, dat mijn piemel ooit zo stijf is geweest. Hij leek bijna te knappen, en dat deed zelfs bijna pijn. Gelukkig is dat nu wel minder, maar hij is nu inderdaad nog wat gevoelig.’
‘Nu heb jij dat nog maar even gehad, Rolf. Stel je dan eens voor daarmee een hele dag opgezadeld te zitten of zelfs enkele dagen!’
Rolf trekt een vies gezicht. ‘Oei, ik moet er niet aan denken! Nee, laat mij maar voorlopig op de normale manier een stijve krijgen! Dat lijkt me veel beter.’
Roald lacht. ‘Dat kan ik me voorstellen, Rolf. Maar als ik jou was, zou ik me vanavond met zo’n mooie vrouw in je bed, echt niet inhouden. Hij kan nu nog wel wat gevoelig zijn, maar als je het zo kort doet, heeft het soms wel wat voordelen. Maar dat moet je zelf maar eens ondervinden!’
Rolf kijkt Linda aan en Linda glimlacht bemoedigend. ‘Wie weet, Roald. De nacht is nog jong en we kunnen morgen zelfs iets uitslapen.’
Freya lacht. ‘En Kjeld slaapt bij zijn grootouders op de kamer, dus ze hebben echt geen reden om zich in te houden.’
Rolf en Linda moeten dan even blozen, maar lachen dan toch mee. De avond heeft nu al een bepaalde lading gekregen, en begint hoe langer hoe gezelliger te worden. Zelfs Jörg begint mee te doen, al kan hij niet bogen op een schat aan ervaring. Maar hij leert wel een hoop dingen, waar hij nog nooit eerder van gehoord heeft. Tegen elf uur, als het restaurant sluit, gaat iedereen naar huis heen.
Roald weet het al, hij heeft weer nieuwe vrienden gekregen. En dat gevoel heeft iedereen wel. Als ze afscheid nemen, zegt Roald: ‘Het wordt ook hoog tijd, dat we gaan slapen. Morgenvroeg om 6 uur moet ik al weer paraat staan om te gaan trainen. We gaan met een bekende hier hardlopen. En dat wordt een waarschijnlijk een pittige training.’
‘Ow? Bent u zo’n sportman?’
‘Nou ja, ik ben van plan om binnenkort een duatlon te gaan lopen en van de zomer een Iron Man. Daar ben ik al een heel jaar voor aan het trainen.’
‘O! Respect. Is dat niets voor jou, Jörg? Jij rent ook iedere morgen een heel stuk.’
‘Hij mag van mij rustig mee, maar ik waarschuw, dat we ook echt gaan hardlopen. Het tempo zal behoorlijk hoog liggen.’
Jörg zegt: ‘Dat maakt me niets uit, mijnheer de Vries. Ik ren nu iedere morgen ook bijna 8 kilometer en dat probeer ik zo snel mogelijk te doen.’
Roald vraagt aan Ingrid: ‘Wat vind jij ervan, zou Jörg met ons mee mogen rennen?’
‘Als hij dat aankan, geen probleem. Maar ik weet niet of Åsa het goed zal vinden. Ze houdt zich niet zo graag in, dat weet ik uit het verleden.’
Roald kijkt Jörg aan. Hij mag de jongeman wel. ‘Hoelang doe je normaal over je rondje, Jörg?’
‘Ligt eraan hoe hard ik wil rennen. Ik kan het binnen drie kwartier, maar meestal net onder het uur.’
Ingrid knikt en zegt: ‘Dat lijkt me snel genoeg. Maar ik moet je wel waarschuwen, we gaan niet op je wachten. Verder heb ik er geen problemen mee.’
‘U zal geen last van me hebben, dat verzeker ik u. Het lijkt me wel eens leuk om met anderen mee te rennen.’
‘Nou, dan verwachten we je om 6 uur precies. En kom niet te laat, we wachten echt niet!’
‘Ik zal er zijn! U kunt echt op me rekenen!’
Roald geeft de jongeman een hand en dan nemen ze afscheid van elkaar.
Roald en de drie zussen kijken het gezelschap na.
‘Leuke en gezellig mensen waren dat, Roald. Zo zie je maar weer, dat je overal vrienden kunt vinden.’
Daarna gaan ze snel naar bed. Ze zijn allemaal moe en vallen snel in slaap.
Tegen de tijd, dat ze bij het hotel aankomen, zijn ze klaar met het gesprek met de advocaat.
Eenmaal in het hotel worden ze enthousiast begroet door Ester en Ingrid. Ze zoenen elkaar over en weer, wat hun wel wat verbaasde blikken oplevert. Ingrid zegt: ‘Ik ben blij, dat je terug bent, Roald. Ik heb wat van mijn contacten op het werk gebeld, en het toeval wil, dat er een collega hier in Östersund woont. Hij is verantwoordelijk voor deze regio en is al langer bezig met de firma STK. Hij zou erg graag met je willen spreken, als je daartoe bereid bent.’
‘O? Ja, dat wil ik wel! Ada en ik hebben onderweg heel lang gesproken met onze advocaat, en die zei me al, dat ik zo veel mogelijk moest doen om STK in diskrediet te brengen. Toen ik hem opperde, dat ik zoiets misschien wel in het landelijk nieuws kon krijgen, via de krant, vond hij dat een goed idee.’
‘Nou, je kunt je gang gaan, hij zit in de lobby op je te wachten!’
‘Dan zal hij toch echt even moeten wachten. Ik wil eerst Isabel, Petr en Anna zien, ik heb ze zo gemist!’
‘En zij jou ook, Roald. En Ada ook. Het is maar goed, dat we zoveel op elkaar lijken, want we kregen bijna Isabel niet stil. Het enige wat uiteindelijk hielp, was de sweater van Ada aantrekken, die hier nog lag, en haar dan in slaap wiegen. Raar maar waar!’
Ada lacht. ‘Dat heb ik ook soms, als ik Petr in slaap te krijgen, Ester. Schijnbaar zijn onze kinderen er net zo goed in om ons te onderscheiden, als Roald dat is!’
Ester moet ook lachen. ‘Dan hebben ze dat ongetwijfeld van Roald geërfd!’
Daar moeten ze dan weer allemaal om lachen. Ze lopen dan naar hun kamers, waar hun kinderen op bed liggen. Ze zijn al wakker en zijn blij als ze weer de vertrouwde gezichten zien. Roald haalt Isabel uit haar bedje, terwijl Ester en Ingrid Petr en Anna uit hun bedje halen. Het is verbazingwekkend, hoe zeer de drie kinderen op Roald reageren. Ze kunnen al wat kruipen en Roald lijkt wel een magneet voor hun. En Roald vindt het prachtig, hij kan geen genoeg van zijn kinderen krijgen. Hij speelt een hele poos met ze, totdat die weer wat moe worden. Ester, Ingrid en Ada kijken vanaf de bank toe, hoe hun man met hun kinderen spelen. Met genoegen kijken ze toe, het is ook een mooi gezicht, hoe Roald zijn aandacht tussen hun kinderen verdeelt. Niemand komt te kort en niemand wordt voorgetrokken, al weten ze allemaal, dat Isabel een speciaal plekje in Roalds hart heeft. Het is immers zijn eerste kind en haar naam legt associaties met zijn overgrootmoeder, die voor hun allen een zeer belangrijke rol in hun leven gespeeld heeft.
Als het weer bedtijd voor hun kinderen is, geeft Roald ze nog een laatste kus, waarna ze samen naar de lobby gaan. De journalist, die Ingrid geregeld heeft, zit daar nog steeds te wachten. Voor hem staan verschillende koppen koffie en Roald moet glimlachen.
‘Sorry als ik u lang heb laten wachten, maar ik had mijn kinderen al een tijdje niet gezien en normaal speel ik altijd een tijdje met ze, en dat wilde ik ook zo houden.’
‘O, het geeft niet. Uw vrouw had me al ingelicht, dat het zou kunnen gebeuren. Bovendien heb ik nu op internet nog wat speurwerk kunnen doen, dat me kan helpen met mijn artikel over STK. En ik heb begrepen, dat u daarmee te maken heeft gehad?’
‘O ja, en hoe! Wat wil je weten?’
‘U zou me het hele verhaal kunnen vertellen. Dan kan ik daaruit een mooi verhaal maken. Bedrijven als STK en ook Svenske Träminen moeten een halt toegeroepen worden. Ze bederven een tak van beroepen, waar een hoop mensen een eerlijke boterham aan proberen te verdienen.’
‘Svenke Träminen? Is dat ook zo’n firma?’
‘Ja, min of meer. Eigenlijk zijn het dezelfde eigenaren, dus er zit wel een verband tussen die firma’s. Ze opereren alleen in diverse regio’s van het land, zelden in elkaars gebied.’
‘Oké, want ik heb toen ook een offerte van hun gehad, maar de offerte van STK was beter.’
‘Zo gaan ze normaal ook te werk. Zo willen ze andere bedrijven uitsluiten, door met twee bedrijven een contract proberen binnen te slepen. Ze doen een eerste bod, wat op vrij normaal niveau ligt, en dan doet de andere er nog een klein schepje bovenop, zodat de rest geen kans meer heeft. En omdat ze groter zijn, kunnen ze ook tegen die prijzen werken.’
‘Niet alleen omdat ze groter zijn, ze houden zich helemaal niet aan de afspraken! Ze hebben mijn contract met maar liefst 2,5 keer het aantal overschreden. Ze mochten 15 hectare kappen, maar ze hebben er zelfs bijna 40 gekapt!’
‘Wow, dat is niet eens zo’n klein beetje te veel!’
‘Ja, en ze begonnen te dreigen ook nog, toen ik ze sommeerde op te houden! Want ze hadden het limiet van hun kapvergunning nog niet behaald, en dat bleek 50 hectare te zijn!’
De journalist kijkt verbaasd op. ‘Hoe kunnen ze in godsnaam een kapvergunning van 50 hectare krijgen, met een contract van 15 hectare? Dat zit toch aan elkaar gekoppeld?’
‘Ja, dat vroeg ik me ook af. Maar vanmorgen in het dorp, waar ik overnacht had, kreeg ik wel te horen, hoe ze dat voor elkaar gekregen hebben. Een ene mijnheer Kjeld Neymannen zou verantwoordelijk zijn voor het uitgeven van die vergunningen. Zij hebben zo ook hun ervaringen met hem. Ik heb de indruk, dat die mijnheer een klein beetje misbruik maakt van zijn positie.’
Roald vertelt hem dan een beknopte versie van zijn contacten met STK en wat er de afgelopen dagen gebeurd is. Maar ook vertelt hij over zijn eigenlijke plannen met het grondstuk en wat hij nu van plan is te doen.
De journalist noteert het allemaal op een kladblok, en als Roald klaar is, zegt de journalist: ‘Ik hoor hier veel interessante feiten. Ik begrijp, dat ik niet alle details kan opnoemen, in verband met uw aanklacht tegen het bedrijf, maar ik zal proberen een mooi verhaal ervan te maken. En uiteraard krijgt u dat als eerste te lezen.’
‘Dat zou fijn zijn! Ik wil natuurlijk geen problemen krijgen door te veel informatie in het artikel.’
‘Nee, dat is absoluut niet de bedoeling. Maar ik ben hier al langer mee bezig, en hiermee krijg ik nu de kans om ze echt eens goed aan de schandpaal te nagelen. Ik heb al gesproken met de hoofdredacteur en hij zei me, als ik een goed artikel kon brengen, dat het misschien zelfs op de voorpagina in de zaterdagoplage zou kunnen komen!’
‘Wow, dat is nogal wat. Heeft u het artikel dan al zo snel klaar?’
‘Ja, ik had al een stuk klaar, maar nu kan ik dat ook met feiten aanvullen. Heeft u er trouwens problemen mee, als ik uw naam in het artikel gebruik?’
'Nou ja, ik weet het niet.’
‘Ik zal het beknopt houden en echt niet te veel over uw zaak vertellen, maar ik wil aanhalen wat u met het gebied eigenlijk van plan was. Dat zet u namelijk in een veel beter daglicht neer.’
‘O, op die manier. Schrijf dat artikel maar eerst eens, en dan kan ik alsnog beslissen of u mijn naam kunt gebruiken.’
‘Ja, dat is fair. En heeft u er ook problemen mee, als ik me ga informeren in dat dorp? Ik neem aan, dat ze me ook nog een hoop informatie over die Neymannen kan verstrekken. Die naam is me tot nu toe niet echt opgevallen, maar hij is wel al een aantal keren voorbijgekomen.’
‘Van mij mag je. Ik denk dat ze je ook nog wel een heel mooi verhaal kunnen geven over welke invloed bedrijven STK op hun leven heeft.’
‘Oh, nog beter! Mag ik u danken voor uw tijd en uw verhaal? Het was behoorlijk interessant en ik beloof u zo snel mogelijk weer contact met u op te nemen, uiterlijk donderdagavond, want dan moet het stuk klaar zijn.’
‘O, zo snel al?’
‘Ja, dat is mijn deadline. Dat is nu eenmaal het leven van een journalist! Maar ik heb al voldoende informatie voor het stuk, maar meer informatie is nooit weg, en wie weet volgen er nog meer artikelen. Dit kon wel eens uitmonden in een schandaal, en daar smullen de mensen weer van.’
Ze nemen afscheid en Roald blijft met zijn vrouwen achter in de lobby. Ingrid zegt: ‘Ik heb van mijn redacteur gehoord, dat hij best goed is, net een pitbull. Hij is goed in speurwerk en bijt zich er dan stevig in vast. Hij heeft al eens eerder een paar ontzettend goede artikelen gebracht. En dit zou hem misschien wel eens zijn doorbraak als erkende landelijke journalist gaan betekenen.’
‘Ik ben eens benieuwd, Ingrid. Ik hoop dat hij echt zo goed is, als je zegt. Dat zou ons namelijk veel voordeel opleveren.’
‘Als mijn hoofdredacteur dat zegt, geloof ik hem wel. En ik heb ook een aantal stukken van Jeffrey gelezen, die waren echt niet slecht.’
Ze lopen weer terug naar hun kamers, want ze willen hun kinderen ook weer niet te lang alleen laten. Gelukkig is er niets aan de hand en slapen hun kinderen lekker rustig. Ze praten dan nog wat na en gaan zelf ook naar bed.
De volgende dag besteden ze aan een lekker lange wandeltocht door het mooie landschap rondom Östersund. Dat is tevens een voorbereiding voor de Biatlon, die Ester en Ingrid later dit jaar weer willen gaan doen, en dit is een van de plaatsen, die er toe doen in de competitie. Ze rustig hun ronde, als ze plotseling door een inline-skatester worden ingehaald. Die remt plotseling af en keert zich om naar het viertal, dat daar met hun kinderwagens loopt.
De skatester roept: ‘Zijn jullie dat? De drieling van Henstavsen?’
Ze kijken verbaasd op en herkennen dan de sportster, die haar helm en zonnebril afdoet.
‘Åsa! Dat is lang geleden!’
‘Ja, ik heb jullie dit jaar gemist, maar ik denk wel de reden te weten waarom! Zijn jullie mama’s geworden?’
De drie zussen glimlachen. ‘Ja, en dat is de schuld van deze man hier. We zijn inmiddels met hem getrouwd!’
‘Ja, dat had ik gehoord, het hele land eigenlijk wel! Maar wat doen jullie hier! Ik dacht dat jullie in het zuiden woonden? Ik dacht in de buurt van Stockholm?’
‘Daar hebben we gewoond, maar nu wonen we in de buurt van Lidköping. En we zijn hier, omdat Roald een inspectie deed aan zijn grondbezit, hier een 60 kilometer vandaan. En we maken er maar meteen een kleine vakantie van.’
‘Aha, leuk om jullie weer eens te zien! Hebben jullie een hotel in Östersund? Want anders kunnen jullie best wel eens bij me op bezoek komen, want ik woon vrijwel in het centrum.’
‘Ja, we logeren in het Emma.’
‘Ga weg! Dat is bijna op de hoek, van waar ik woon! Dat is echt maar 500 meter van me vandaan!’
Ingrid kijkt Roald aan. ‘Roald, zullen we bij haar op bezoek gaan?’
‘Als jullie dat graag willen, waarom dan ook niet! Ik zie geen reden om het niet te doen.’
Blij kijken de drie vrouwen Roald aan, en dat is een wat grappig gezicht, waardoor Åsa moet lachen.
‘Ik kan wel zien, dat jullie ook echt verliefd zijn op hem. Het was altijd al grappig, omdat jullie vrijwel gelijk reageren, maar het is nog grappiger, hoe jullie op jullie man reageren, dat is ook vrijwel gelijk!’
Iedereen moet lachen. Roald stapt naar voren en zegt: ‘Ik zal me dan maar zelf voorstellen, aangezien mijn vrouwen dat helemaal vergeten zijn! Ik ben Roald de Vries.’
Åsa neemt glimlachend zijn hand aan en zegt: ‘Aangenaam kennis met je te maken, Roald. Ik ben Åsa Lif, een vriendin van je vrouwen, ten minste tijdens de competitie.’
Dan zegt ze tegen Ingrid: ‘Jullie gaan komend seizoen toch wel weer meedoen?’
‘Ja, dat was wel de bedoeling! We zijn nu aan trainen voor een duatlon en een triatlon, Roald en ik willen de Iron-man in Kalmar gaan rennen.’
‘Zo! Dat is nogal wat! Dan moeten jullie behoorlijk fit zijn!’
‘Dat zijn we ook, maar nu rusten we weer wat uit. Over 4 weken gaan we eerst een halve duatlon doen als test, maar we doen zelfs nu al die afstand als training!’
‘Moet ik me al zorgen gaan maken voor de competitie, Ingrid?’
‘Ik ben fitter dan ooit, Åsa. Het zou zomaar eens kunnen!’
‘Oei, dan kan ik maar beter doorgaan met trainen! Niet dat je straks beter wordt, dan ik!’
Ingrid lacht. ‘Met de support van mijn zussen en Roald kom ik echt niets te kort. Ik kan nu iedere dag trainen, zoals ik dat wil, en sinds kort hebben we ook nog eens begeleiding van een sportarts!’
‘Toe maar! Nu je bekend begint te worden, kan dat allemaal opeens?’
Ingrid lacht. ‘Nou ja, bekend worden is zo leuk ook weer niet, maar soms ook wel weer handig. Het is niet, dat ik nu bakken met geld verdien met mijn column, maar Roald heeft een erg goede baan en daardoor kunnen we ons ook een en ander veroorloven. En de atletiekvereniging in Lidköping helpt ons ook een handje. We hebben de hele winter goed kunnen trainen, ook indoor. Ik heb nu meer mogelijkheden om te trainen, dan eerst!’
‘Ik zou wel eens willen weten, of je nu dan ook sterker geworden bent, Ingrid. Want het langlaufen was een
beetje je achilleshiel, schieten kan je als de beste, maar die afstand volhouden, dat was je probleem!’
‘Ik denk niet, dat ik daarmee nu nog een probleem heb, Åsa. Roald zorgt er wel voor, dat we allemaal een zeer goede conditie hebben!’
‘Is hij zo’n sportman dan?’
‘Nou ja, hij doet nooit echt mee in competities, maar hij wil zich dit jaar echt testen en meedoen in die wedstrijden. Ik zeg niet dat hij de wedstrijd gaat winnen, maar zal zeker geen slecht figuur slaan. Hij kan ongelofelijk goed, lang en hard rennen! Als hij zich laat gaan, kan ik hem echt niet meer bijhouden!’
Åsa kijkt vol bewondering. Ze bekijkt Roald eens wat beter. Hij is inderdaad zeer atletisch gespierd, misschien nog iets aan de zware kant, maar zeker heel aantrekkelijk. Een knap kopje erop en zijn kontje ziet er behoorlijk strak eruit. Ze snapt wel, waarom de drie zussen verliefd zijn geworden op hem. En hij lijkt ook zeer betrokken bij hun welzijn, hij is niet echt een man, die voor zijn verantwoordelijkheden wegloopt. Al vraagt Åsa zich wel af, hoe hij in godsnaam drie vrouwen tevreden kan houden. Dan begint ze te lachen, waardoor de drie zussen verbaasd opkijken.
‘Aha, nu begrijp ik, waarom Roald ervoor zorgt dat jullie een goede conditie hebben, Ingrid! Hij moet wel heel erg goed zijn in bed, om jullie alle drie tevreden te houden!’
Roald moet lachen, terwijl de drie zussen blozen. Roald zegt: ‘Volgens mij heb je het precies goed geraden. Al is dat niet de volledige waarheid. Ik stimuleer ze alle drie om te sporten. Vandaar dat ze nu ook zo’n goede conditie hebben.’
Ester moet nu lachen en zegt: ‘Ja, maar als we dat niet deden, dat waren we al uitgeput in bed, voordat jij klaar was. Want je moet echt een goede conditie hebben om die nachten met jou goed te doorstaan!’
Nu is het Åsa, die moet blozen om de vrije reactie van Ester. Ze had nooit verwacht, dat Ester ooit zo vrij zou reageren. En meteen beseft ze ook, dat de drie zussen ook veranderd zijn. Ze lijken vrijer, gelukkiger en vooral gezonder. En nu ze dit allemaal gehoord heeft, begrijpt ze ook, dat ze best wel eens sterker konden zijn. En ze wil zeker niet verliezen van deze gezusters.
Ada ziet Åsa kijken en zegt: ‘Van mij hoef je geen strijd verwachten. Ik offer me op, zodat Ester en Ingrid zich volledig kunnen richten op hun training en zorg dan voor de kinderen.’
Maar in plaats dat het Åsa gerust stelt, maakt ze zich nog meer zorgen. Want als Ester en Ingrid zich volledig kunnen richten op hun training, dan zouden ze nog sterker kunnen worden. Maar ze wil wel weten, hoe sterk de zussen nu zijn.
Ze zegt: ‘Morgen moet ik met mijn looptraining verder. Als jullie zin hebben, dan zouden jullie met mij mee kunnen rennen! Dan blijven jullie in training!’
Ingrid antwoordt: ‘Dat zou fijn zijn! We waren eigenlijk aan het wandelen om te kijken waar we morgenvroeg konden gaan rennen. En ik dacht, dat het circuit voor de biatlon daar misschien wel geschikt voor zou zijn.’
‘Dat zou ik niet doen, nu de sneeuw weg is, is het modderig en ongelijk. Maar je kunt er wel omheen, en dat is een veel beter trainingsparcours met enkele hellingen.’
‘O, dat zou perfect zijn! Wat zeg je, Roald? Rennen we morgen met Åsa mee?’
‘Lijkt me een prima plan. Het is beter om met iemand te rennen, die weet waar je het beste kunt rennen.’
Åsa zegt: ‘Ik begin wel vroeg, Ingrid! Normaal zo rond 6 uur, want dan is het nog niet zo druk op de weg. Niet dat er hier verkeer komt, maar ik vind het fijner als ik niet zo hoef op te letten.’
‘6 uur is prima, dat is normaal ook de tijd, dat wij gaan trainen.’
‘En hoeveel kilometer willen jullie rennen?’
‘O, dat maakt ons niet uit. Op het moment rennen we meestal 15 kilometer, soms ook nog wel meer.’
Åsa kijkt Ingrid geschokt aan. ‘Ow! Zoveel? Dat doe ik maar zelden! Meestal maar 8 tot 10 kilometer!’
‘Dat is ook goed, het maakt ons niet uit! Het zal toch wel genoeg zijn voor ons trainingsschema. Een keer wat minder is niet slecht.’
‘Oké, dan zie ik jullie morgenvroeg om 6 uur voor het hotel!’
‘Dat is goed! Ik kijk er al naar uit!’
Åsa zet haar helm en zonnebril weer op en neemt dan afscheid en gaat verder met haar training. Roald en de drie zussen kijken haar na.
Roald zegt: ‘Dus dat is een van jullie concurrentes bij de biatlon?’
‘Ja, maar ze is echt heel erg goed. Ze doet ook internationaal mee.’
‘Dan zal je wel heel erg goed moeten zijn, maar ik had de indruk, dat ze zich toch een beetje zorgen maakte, toen ze hoorde, dat je veel trainde.’
Ingrid lacht. ‘Dat kan ik best begrijpen, Roald. Zoals ze zei, mijn conditie was mijn achilleshiel. En nu niet meer. Ik kon haar meestal wel bijhouden, maar ook niet meer dan dat. En het zou nu best wel eens kunnen, dat ik haar nu ook kan inhalen, ik voel me ook veel sterker!’
Ester zegt: ‘Je bent ook veel sterker, Ingrid! Ik snap best, dat Åsa zich zorgen maakt. Wie wordt er wel graag verslagen in een wedstrijd?’
Ze lopen weer verder en komen later weer terug in het hotel. Als ze langs de receptie komen, roept de receptioniste naar Roald.
‘Mijnheer de Vries! Ik heb een bericht voor u!’
Roald loopt naar de receptioniste toe en neemt een briefje aan. Hij leest wat erop staat, maar snapt het niet helemaal. Wel ziet hij, dat het van Freya Holsten komt, de vrouw waar hij gisteren een en ander mee besproken heeft.
Hij laat het aan Ada zien en zegt: ‘Kun jij hier iets van maken? Ik begrijp het niet!’
Ada lees het briefje ook eens en zegt: ‘Nee, maar van wat ik eruit kan opmaken, willen ze naar hier komen?’
‘Ja, dat had ik ook wel ontcijferd, maar de rest snap ik niet.’
Roald loopt terug naar de receptioniste en zegt: ‘Klopt dit bericht wel? Ik kan er geen touw aan vast knopen, van wat er staat.’
‘Ja, precies zo heeft ze het me doorgegeven. Ik begrijp het ook niet, en ik hoopte dat u het wel zou begrijpen.’
‘Nou ja, dan zal ik haar maar even bellen. Dan zal ik het wel snel genoeg begrijpen.’
Roald bedankt de receptioniste en loopt dan met zijn familie naar hun kamer. Daar kijkt hij op zijn telefoon en ziet dat er een paar voicemailberichten zijn ingesproken door Freya Holsten. Als hij die afluistert, wordt hem een en ander duidelijk, maar nog niet helemaal.
‘Ada, ze willen morgen het voorstel al brengen, maar ze willen ons ook bedanken voor hun hereniging? Ik snap echt niet wat ze bedoelen. Zou dat met iets in het dorp te maken hebben? Hier luister jij dat bericht eens?’
Ada neemt zijn telefoon aan en luistert het bericht af. ‘Nee, ze noemt een paar namen, waarvan ik er een niet ken. Wel die van haar jongste zoon, die heet Jörg, dat heeft ze me zelf gezegd. Maar hoe haar oudste zoon heet, dat weet ik niet. Misschien is dat wel die Rolf, die ze noemt.’
‘Dat zal dan wel. Ik zal haar dan toch maar even opbellen, anders weet ik nog niet waarom het gaat en ik weet niet eens wanneer ze dan willen komen.’
Roald belt dan meteen op.
‘U spreekt met Freya Holsten.’
‘Hallo, met Roald de Vries. Jullie hadden een bericht achtergelaten bij de receptie van mijn hotel?’
‘Oh, mijnheer de Vries! Ja, ik had geprobeerd u te bellen, maar ik kreeg u niet aan de lijn. We moeten toevallig vanmiddag naar Östersund, en we bedachten, dat we dan daar misschien meteen ons voorstel konden afgeven. En tevens wilden we u bedanken, voor iets, wat u misschien heel onbewust heeft veroorzaakt.’
‘Ja, daarvoor bel ik eigenlijk, ik snap er niets van, wat u als bericht heeft doorgegeven.’
‘Mijn excuses, mijn emoties waren op dat moment nogal hoog. Sinds gistermorgen hebben mijn man en mijn zoon weer vrede met elkaar gesloten, en u bent daar zeer onbewust de oorzaak van geweest. Dat zal u nu nog niets zeggen, maar dat zouden we u graag willen komen uitleggen, ten minste als u dat gelegen is.
We willen ons niet echt opdringen, maar we zijn u zo ontzettend dankbaar, dat we het u willen uitleggen en bedanken met een etentje.’
‘Oké, ik snap er nog maar weinig van, maar ik zal eens vragen of het een probleem is.’
Roald vraagt aan Ada: ‘Ze willen vanavond langs komen om het voorstel te komen geven, maar schijnbaar heb ik iets gedaan, waardoor ze weer contact hebben met hun oudste zoon. En daarvoor willen ze me bedanken met een etentje voor ons allemaal.’
‘Dat vind ik best, maar we kunnen Isabel, Petr en Anna toch slecht meenemen. En alleen laten doe ik ze ook niet.’
En daar zijn Ester en Ingrid het mee eens.
Roald zegt tegen Freya: ‘Een etentje is best, maar we zitten wel met onze kinderen. Die kunnen we niet zo lang alleen laten. Die zijn nog veel te jong!’
‘Oh, maar dat is geen probleem! We zouden kunnen eten in het restaurant in het hotel. Daar hebben we al eens eerder gegeten, en het is best goed.’
‘Nou in dat geval zou het misschien eens kunnen, moment!’
Roald legt het nogmaals voor en daarmee kunnen de dames wel instemmen. Ze kunnen dan immers regelmatig gaan kijken of alles nog goed gaat met hun kinderen.
‘Ja, dat is goed. Hoe laat zijn jullie er?’
‘We moeten nog even reserveren, maar we hopen om 8 uur plaats te kunnen krijgen.’
‘Wordt het dan niet erg laat voor jullie om dan nog terug naar huis te rijden?’
‘Dat wel, maar we hebben al kamers geboekt in een hotel vlakbij. Dan hoeven we pas morgen weer naar huis.’
‘Oh, dat is verstandig. Nou, dan zien we jullie vanavond dan!’
‘Ja, heel erg graag! Tot vanavond!’
Roald verbreekt de verbinding en zegt: ‘Nou weet ik eigenlijk nog net zo min als net, maar ik weet nu in ieder geval iets meer. Ik heb schijnbaar iets goeds bij hun gedaan, ook al weet ik nog niet wat.’
Ingrid zegt: ‘Lijkt me leuk, een gezellig etentje, maar we gaan het ook niet heel erg laat maken, Roald! Je weet dat we morgenvroeg afgesproken hebben om te gaan trainen. Dat is al om 6 uur!’
‘Ja, dat hoef je me niet te vertellen, Ingrid. Uiterlijk tot 11 uur vanavond, ik wil nog wat uitrusten. Het waren de afgelopen dagen toch wel weer wat stress en dat wil ik niet.’
Ingrid zegt: ‘Ik kan me niet voorstellen, dat Ada je stress heel hoog heeft laten komen, Roald!’
Roald lacht. ‘Nee, maar toen we daar in het dorp waren, hadden we niet veel privacy. Die kamer bij het hostel was direct naast de slaapkamer van onze gastheren, dus daar hebben we maar uit fatsoen niets gedaan en verder hadden we de hele dag mensen om ons heen. Pas op de terugweg zijn we vlug even gestopt. En tja, toen heeft Ada me verleid.’
Ingrid lacht. ‘Ik had me zoiets wel al gedacht. Als ik met je mee zou zijn gegaan, had ik het misschien net zo aangepakt!’
Roald lacht ook mee. ‘Ja, daar zijn jullie geil genoeg voor! Maar het heeft me wel goed gedaan, die stress bezorgde me toch weer last.’
Ada glimlacht en zegt: ‘Daarom doen we dat ook, Roald. Wij hebben al lang bemerkt, dat seks jouw stress vermindert. En het is echt geen straf voor ons om met jou seks te hebben! Dus eigenlijk helpen we jou en onszelf ook nog eens een keer!’
Ze moeten allemaal lachen. Roald antwoordt: ‘Maar jullie hebben wel gelijk! Ik word meestal meteen rustiger als ik seks heb gehad met jullie. En jullie weten precies hoe jullie me moeten bespelen, ook al begin ik door te draven met mijn gedachten.’
‘Daarvoor zijn we ook je vrouwen, Roald! Sommige mannen laten hun stress los met een massage, maar dat is voor jou echt niet genoeg. En er rust een behoorlijke zware taak op je schouders om HRT goed te leiden, en dat doe je ook heel erg goed. En als wij daardoor je de nodige ontspanning kunnen geven, dan zijn we daar blij mee. Je zorgt zo goed voor ons, daar mogen we best wel wat voor terug doen!’
‘Nu doen jullie net, alsof jullie helemaal niets doen, Ingrid! Dat is niet waar! Jullie doen het huishouden, verzorgen de kinderen, doen boodschappen. Halen mijn kleren uit de stomerij, en ik hoef maar iets te zeggen, of jullie doen het voor me! Als dat niets is, dan vreet ik een bezemsteel!’
‘Maar dat doen we graag voor jou, Roald! Je werkt hard om geld voor ons te verdienen, zodat we een heel goed leven kunnen hebben. We wonen in een prachtig huis, we hebben zelfs twee boten, een aantal auto’s voor de deur, en kunnen ons bijna alles veroorloven wat we willen. En je staat, ondanks je drukke werk, altijd voor ons klaar! Als er iets moet gebeuren, je zeurt niet, je doet het gewoon of zorgt dat het gebeurd. Als ik dan soms onze vrienden hoor, dan gaat het daar soms echt wel anders aan toe. En die mannen hoeven dan nog maar alleen voor een vrouw te zorgen, en jij voor drie!’
Roald glimlacht. ‘Veel mensen denken dat het veel moeilijker is om voor drie vrouwen te zorgen, maar dat is helemaal niet waar. Misschien wel in andere gevallen, maar jullie zijn heel gemakkelijk voor mij. Ik weet meestal toch wel wat er speelt, jullie vertellen me letterlijk alles, en daardoor kan ik meestal al opmaken, wat jullie wensen zijn, of wat er moet gebeuren. En doordat jullie echt in heel veel opzichten op elkaar lijken, zijn jullie wensen en behoeften ook vrijwel gelijk. En datgene, wat ik niet zelf kan inschatten, kan ik meestal wel zelf opvangen. Het zijn die kleine verschillen, die jullie afzonderlijk zo leuk maken.’
De drie vrouwen glimlachen. Ester loopt naar hem toe en zegt: ‘En wat maakt mij dan nou zo leuk, Roald? Wat zijn mijn kleine verschillen?’
Roald kijkt verliefd naar Ester en glimlacht. ‘Jij bent de meest zorgzame van allemaal, Ester. Je hebt er een aard aan, om de wensen van iedereen van hun lippen af te lezen. Niets is je te veel, en je hart is zo ontzettend groot! En daarbij ben je mijn allergrootste liefde. Niet dat ik veel minder van Ingrid en Ada houd, maar er is een klein onderscheid. Je weet wel, wat ik bedoel, Ester.’
Ester knikt en geeft hem een zoen. ‘Ja, ik weet wel, wat je bedoelt, Roald. En datzelfde geldt ook voor jou, Roald! Ik hou heel erg veel van Ingrid en Ada, maar als ik ooit zou moeten kiezen tussen jou en hun, dan zou ik voor jou kiezen, Roald. Ik hoop alleen, dat ik die keuze nooit hoef te maken, want ik zou het verschrikkelijk vinden om die keuze te maken!’
Ada komt langszij staan en zegt tegen Ester: ‘En dat weten we, Ester. En dat is ook niet erg! Ingrid en ik weten dat jij de allergrootste liefde van Roald bent. Maar hij behandelt ons niet minder, en dat waarderen we ook heel erg! En ik weet ook wel, dat ik eigenlijk als laagste in de rang sta, als het hierom gaat, maar ik vind het werkelijk niet erg. Ik ben al blij, dat Roald me ziet als een volwaardige liefde, en zo behandelt hij me ook.’
Roald kijkt verbaasd op en zegt: ‘Hoe kom je erbij, dat jij in de laagste rang van mijn liefde voor jullie staat?’
‘Omdat je me altijd als laatste zal noemen, als je ons voorstelt, Roald. Begrijp me goed, ik vind dat niet erg. Ik was degene, die zich aan jou moest opdringen, omdat ik al zwanger van je was.’
‘Onzin, Ada! Je hebt je niet opgedrongen! Je bent voor mij even lief als Ingrid en Ester! Misschien dat ik je onbewust als laatste voorstel, maar dat is zeker niet omdat jij minder zou zijn!’
Ingrid zegt tegen Ada: ‘Als er zich iemand heeft opgedrongen, dan ben ik dat wel, Ada! Ik heb aan Ester gevraagd of ze Roald zover kon krijgen om eens seks met me te hebben.’
Roald zegt: ‘En wie zegt, dat ik dat zelf ook niet wilde, Ingrid? Ja, in eerste instantie had ik wat bedenkingen. Maar dat kwam vooral omdat ik toen hevig verliefd was op Ester. Maar toen Ester me vertelde over haar plannetje om al haar zussen bij elkaar te verenigen, was ik alleen maar blij! Blij omdat ik dan geen keuze hoefde te maken, omdat ik geen van jullie pijn wilde doen! Want dat is een keuze, die ik nooit had kunnen maken. Waarschijnlijk had ik dan helemaal niet gekozen en zou zijn weggegaan. Ik zou namelijk niet kunnen leven met de gedachte, dan ik er twee teleur zou moeten stellen, terwijl ik wel van ze houd!’
De drie zussen zijn even verbaasd door de openhartige uitspraken van Roald. Ester zegt dan: ‘En stel nou, dat Ada niet had mee willen doen. Wat zou je dan gedaan hebben?’
‘Dat weet ik niet, Ester. Waarschijnlijk zouden we dan alleen zijn doorgegaan, met Ingrid als welkom verzetje tussendoor. Ik denk niet dat we nu zouden zijn wat we nu zijn, als jullie niet alle drie ermee in hadden gestemd.’
Ester kijkt verbaasd en zegt: ‘Meen je dat echt?’
‘Ja, maar het zou echt niet hetzelfde zijn. Ik zou dan nooit zoveel voor Ingrid kunnen voelen, als ik nu doe. Of ook voor Ada, daar zit voor mij niet echt een verschil in. Jullie horen bij elkaar, en het is moeilijk voor me, om jullie los van elkaar te zien. Jullie hebben een liefde voor elkaar, die mijn begrippen te boven gaat. Eentje die bijna sterker is, dan mijn liefde voor jullie. En daarom wil ik ook geen keuze maken. Ik verdeel liever mijn liefde over jullie drie, dan dat ik het moet delen tussen twee.’
Ester, Ingrid en Ada zijn diep ontroerd door zijn woorden. Ze hebben hem nog nooit eerder zo oprecht en diep horen praten over zijn gevoelens voor hun. Ze hadden geen idee, dat zijn gevoelens voor hun zo diep zouden zitten en dat zo sterk zouden zijn. Ze hangen allemaal tegen hem aan, en knuffelen hem stevig. En dat geeft Roald een heerlijk gevoel, dat hun liefde voor hem ook helemaal echt en oprecht is.
Al snel vinden hun lippen die van Roald en glijden hun vingers over elkaars lichamen. De pik van Roald staat al vrijwel meteen stijf, die meteen onder handen genomen wordt door een van de vele handen, die over zijn lijf glijden, hij kan echt niet zeggen, wie nu zijn pik vast heeft. Het interesseert hem ook weinig, hij houdt van alle drie, en bovendien gebeurt het teder, maar met veel ervaring. En dat hebben de drie dames alle drie inmiddels wel! En de drie dames zijn geil, dat kan Roald wel aan hun gepassioneerde kussen merken.
Ze wedijveren met elkaar om de volledige aandacht van Roald te krijgen, ze willen alle drie als eerste. Aan Roald de opgave om een keuze te maken. En hoewel hij heel goed de drie zussen van elkaar kan onderscheiden, is het soms wel moeilijk in zulke situaties ze nog te herkennen. Dus doet hij meestal maar een gok, in de hoop niet de hele tijd dezelfde als eerste te pakken. Meestal komt hij er dan tijdens de seks wel achter, welke van de drie zussen wie is, zodat hij zich later niet vergist. Hij wil niet, dat er een van hun ooit te kort zal komen.
Ook nu maakt hij weer een keuze, niet wetende wie van de drie het is. De twee andere zussen leggen zich er meteen bij neer, ze weten dat Roald hun niet zal vergeten, al zijn ze wel teleurgesteld, dat Ingrid nu als eerste is en niet hun. Maar ze blijven wel actief mee doen met hun liefdesspel. Dat hebben ze door de tijd wel geleerd, ze kunnen elkaar goed bezig houden en er bovendien goed zelf van genieten.
Ester is al tussen de benen van Ada gedoken en is haar al stevig aan het likken. En ook met haar handen is ze behoorlijk actief, ze hebben van Roald geleerd hoe ze zijn massages moeten toepassen. Ze vinden het leuk om zelf ook die massages te kunnen doen, want ze weten uit eigen ervaring wat voor sensatie dat in hun lijf geeft. Het duurt dan ook niet heel erg lang, voordat Ada haar eerste orgasme krijgt, en door de massage van Ester volgt er zelfs meteen een tweede achteraan. Dan worden, na een korte rustpauze, de rollen omgedraaid en is het Ester die mag gaan genieten van de kunsten van Ada.
In de tussentijd is Roald bezig met het neuken van Ingrid, nadat hij haar eerst op vakkundige wijze heeft gemasseerd. Hoe goed de drie zussen ook oefenen met de massages, er is geen van hun, die het zo perfect in hun vingers hebben zitten, als Roald zelf. En het is meer dan alleen de massage zelf, Roald schijnt altijd precies te weten, waar hij op een bepaald moment een kusje moet geven, of een kneepje met zijn vingers. De sensaties die ze dan beleven verhogen het genot, dat ze beleven, heel erg ongemeen. Het laat hun een orgasme beleven, dat met niets anders te vergelijken is.
Maar voor alle drie gaat er toch niets buiten het neuken met Roald. Zijn pik voelt in hun kutjes nog altijd lekker strak en ze voelen iedere ribbel en iedere ader door hun kutje bewegen. Iedere stoot stuurt duizenden plezierige stroompjes van genot door hun hele lichaam.
En terwijl Roald zich in het zweet werkt om naar zijn eigen hoogtepunt te werken, laten ze zich door hem maar wat graag naar hun eigen hoogtepunt begeleiden. Alles aan Roald voelt goed aan. Zijn gespierde bouw, en inmiddels al heel wat slanker buikje, dat al tekenen van een sixpack begint te vormen.
Maar boven alles is Roald een fijngevoelig en lieve man, die met alles wat hij doet, het beste met hun voor heeft. Hij is eerlijk en betrouwbaar en heeft altijd aandacht voor hun, of hij nu tijd heeft of niet. En al die dingen zorgen ervoor, dat de seks met Roald zowel fysiek als mentaal ontzettend goed is.
En goed is het nu ook met Roald en Ingrid. Terwijl Roald het tempo langzaam opvoert, voelen ze beiden een hoogtepunt aankomen. Ingrid klemt haar benen om die van Roald, en geeft daarmee ook aan, dat Roald het harder en wilder mag gaan doen. En niet veel later als Roald aan haar onuitgesproken verzoek voldoet, komt het met een gil klaar, waarbij ze hevig verkrampt en schokt met haar lichaam.
Roald geniet van het klaarkomen van Ingrid. Hij vindt het nog steeds een fantastische gebeurtenis, als een vrouw hevig klaarkomt tijdens de seks. Er is voor hem niets geilers, dan dat. En terwijl hij gewoon doorneukt om zijn eigen gerief te halen, zit Ingrid nog steeds in een lang en heerlijk orgasme. Net als ze weer uit haar orgasme komt, is het voor Roald zo ver. Met een harde grom en kreun spuit hij zijn lading zaad diep in haar. Hij laat zich op haar vallen, terwijl ze haar armen om hem legt, en hem op zijn rug streelt. Ingrid voelt zich heerlijk voldaan. Zoals altijd heeft Roald haar weer lekker laten genieten en ze vindt het bijna jammer, dat het nu al weer voorbij is. Maar ze weet ook, dat de dag nog niet voorbij is. Wie weet brengt de avond nog wat…
Roald heeft maar een korte tijd nodig om te herstellen en hij laat zich van Ingrid afrollen. Hij geeft haar nog een zoen, maar wordt dan weer door de volgende in beslag genomen. En dat is nu Ester. De drie zussen hebben onderling afgesproken, dat degene die als laatste een orgasme krijgt, als ze samen met elkaar liggen te spelen, ook als laatste met Roald mag. En aangezien Ester Ada in de tussentijd nog naar een orgasme heeft gebracht, mag Ester nu als tweede.
Dat wordt door iedereen als een voorrecht beschouwd, omdat Roald het de tweede keer veel langer volhoudt, en dan nog niet zo moe is. De derde keer is zijn vermoeidheid al wat meer te merken, hoewel hij zich goed staande houdt. En na een pauze is hij dan wel weer genoeg hersteld voor een nieuwe ronde met de drie. Maar de laatste tijd vinden de drie zussen het ook wel genoeg met een ronde. Ze zijn dan immers toch al helemaal aan hun trekken gekomen, en de seks met Roald is meer dan goed genoeg om voldaan te kunnen zijn. Ze willen Roald toch een beetje sparen, omdat hij zo hard werkt en ’s avonds echt moe thuis komt. Aan Roald zal het niet liggen, maar hij snapt de redenen van de drie gezusters. Maar toch is hij blij met de slaap die hij kan krijgen. Gelukkig slapen hun kinderen nu al goed door, maar het komt toch nog regelmatig voor, dat ze er ’s avonds nog uit moeten om ze weer in slaap te sussen.
Maar net als Ester aan Roald een gepassioneerde zoen geeft, gaat de telefoon op de kamer. Verstoort in hun bezigheden, neemt Ada de telefoon licht geïrriteerd op.
‘Ada de Vries’
‘Mijn excuses, mevrouw. Maar we hebben een telefoon voor u.’
‘Wie is het?’
‘De heer Uttenfors van het bedrijf STK wil u spreken.’
Ada zucht eens diep. ‘Een moment, ik zal mijn man even geven.’
Ada houdt de telefoon even opzij en zegt: ‘Roald? Je hebt telefoon. Het is de directeur van STK.’
‘Hij belt later maar even terug. Ik ben nu bezig!’
‘Kom op, Roald! Je kunt op zijn minst hem even te woord staan?’
Met grote tegenzin laat Roald Ester los. De sfeer is toch al bedorven en hij is pisnijdig. Hij pakt de telefoon van Ada over en zegt: ‘Roald de Vries.’
‘Oh, mijnheer de Vries? Ik heb mijnheer Uttenfors voor u aan de lijn. Ik zal u nu doorverbinden.’
‘Ja, dank u.’
Na een piepje in de telefoon heeft Roald de directeur van STK aan de lijn.
‘Ja, met Roald de Vries. Wat kan ik voor u doen?’
‘Oh, hallo. U spreekt met Herald Uttenfors van STK. Ik bel u in verband met uw zaak. Ik bied u mijn excuses aan voor de ontstane situatie! We zijn behoorlijk geschrokken, toen hier net de politie binnen viel en ons om de contracten en de vergunningen voor uw grondstuk vroeg. We hadden ons niet beseft, dat het u zo aan uw hart lag!’
‘Als dat gisteren nog niet duidelijk genoeg was, was het dat nu wel?’, vraagt Roald sarcastisch.
‘Ja, dat is ons nu wel duidelijk! Maar ik begrijp het niet helemaal, mijnheer. Wat ik van de heer Losfold heb begrepen, was er een kapvergunning voor 50 hectare. Ik snap niet wat er dan fout is gegaan, aangezien uw contract maar voor 15 hectare was.’
‘Oh, maar ik snap dat heel goed, mijnheer Uttenfors. Ik heb inmiddels al meerdere personen gesproken, die slechte ervaringen met uw bedrijf hebben gehad. Het is niet de eerste keer dat jullie het zo doen, maar er is niemand geweest, die er tegen in opstand is gekomen. Vooral door het leger advocaten en druk van derden zien ze van een aangifte meestal af. In dit geval zal u dat bitter weinig helpen. Ik heb een prima advocaat en ik heb prima contacten, die me maar wat graag willen helpen.’
‘Ja, dat heb ik al gemerkt. We hebben inderdaad al eens eerder aangiften tegen ons gehad, maar die waren meestal minder zwaar als nu. Maar we hadden nu niet verwacht, dat de politie hier met 12 personen zou komen, en onze hele administratie in beslag zou nemen. We zijn nu als het ware vleugellam, en de enige manier om als bedrijf verder te kunnen functioneren, is om u te vragen de politie ons de administratie terug te laten geven. U bent de enige, die dat kan. Want anders kunnen we het loon van onze werknemers niet eens uitbetalen.’
‘Dat is dan spijtig voor u. Ik ben niet van plan om mijn aanklacht ook maar enigszins in te trekken. U heeft bewust regels overtreden, en nu zult u de gevolgen maar moeten dragen. En wat betreft uw werknemers, dat spijt me echt, maar dat zijn toch echt uw problemen. Ik kan en ga ook echt niets voor u doen. Maar ik heb nu ook geen zin om hier verder over te praten. Ik wens u nog een prettige dag toe, en dan hang ik nu op!’
Nog voordat de man nog iets kan zeggen, legt Roald de telefoon op de haak.
Roald zegt tegen de drie zussen: ‘Werkelijk! Hij belt me op om te vragen of ik de aanklacht wil intrekken, omdat zijn hele administratie in beslag is genomen. En dan wil hij druk zetten door een beroep te doen, omdat hij nu zijn werknemers geen salaris kan betalen. Ik vind het werkelijk jammer voor zijn werknemers, maar ik ga mijn aanklacht echt niet laten vallen. Daar hadden ze dan maar eerder aan moeten denken!’
Ester, Ingrid en Ada zijn het helemaal met Roald eens. Ze begrijpen zijn standpunt helemaal. Ester zegt: ‘Het is alleen jammer, dat hun werknemers nu de dupe zijn van ons conflict met STK. Maar zoals je net al zei, dat is hun probleem.’
‘Dat is ook zo, Ester. Ik vind het werkelijk jammer voor hun werknemers, maar ik ga echt niet mijn aanklacht laten vallen. Bovendien, aan de werkwijze van dit bedrijf moet een einde komen. Ze zijn nu gewoon een brug te ver gegaan.’
De telefoon in de kamer gaat weer. Geïrriteerd neemt Roald de telefoon weer op.
‘Roald de Vries. Het spijt me u weer te moeten storen, maar ik heb een mijnheer Nyklakken voor u aan de lijn.’
‘Hmm, die ken ik niet, maar ik wil hem wel te woord staan.’
‘Goed, ik verbind u door!’
‘Ja, met Roald de Vries!’
‘Ah, mijnheer de Vries. U spreekt met Ronald Nyklakken. U zal me waarschijnlijk niet kennen, maar ik wil u laten weten, dat wij als personeel van STK achter uw besluit staan om uw aanklacht tegen STK niet te laten vallen.’
‘Wacht even? Hoe weet u dit?’
‘Ik werk in de administratie en ik heb toevallig uw gesprek met mijnheer Uttenfors kunnen opvangen, hij had hem op de intercom staan. Maar we zijn het al langer het niet eens, met hoe hier het bedrijf gevoerd wordt, maar we kunnen maar weinig doen.
En ik heb ook gehoord, dat u uw best heeft gedaan om onze werknemers ongeschonden te laten vertrekken, toen die boze dorpsbewoners tegen hun in opstand waren gekomen. Dat waarderen we zeer, en eigenlijk zijn we wel blij, dat er eindelijk iemand is, die opstaat tegen ons bedrijf.’
‘Dus als ik u nu goed begrijp, rebelleren jullie nu een beetje? Want dit gaat toch in tegen de belangen van jullie bedrijf?’
‘Ja, dat klopt, maar we zien ook in, dat het zo echt niet langer kan. Maar wat kunnen we doen?’
Roald is aangenaam verrast. Hij denkt even na en zegt: ‘Jullie zouden contact op kunnen nemen met de vakbond en in staking gaan. Dan weten mijnheer Uttenfors en Losfold dat het jullie menens is, en het zou kunnen, dat jullie dan ook nog een vorm van inkomen zouden kunnen krijgen uit de kas van de vakbond. Ik zou het in ieder geval eens met hun overleggen. Hoe hoger de druk op jullie directie, hoe eerder dit achter de rug is.’
‘Oh, daar hebben we nog niet eens aan gedacht, maar het is een goed idee! Ik zal het hier eens met onze werknemers overleggen, maar ik verwacht dat er velen mee in zullen stemmen.’
‘Nou, dan hoor ik graag van wat de uitkomst is van dat overleg. En het doet me deugd, dat er bij STK ook nog mensen werken, die het niet eens zijn met de praktijken van jullie directie.’
‘Dat was toch het minste wat we konden doen, u te laten weten, dat niet iedereen binnen het bedrijf het daarmee eens is.’
‘Maar zijn jullie je er wel van bewust, dat dit ook het einde van het bedrijf kan betekenen?’
‘Ja, dat weten we. Maar we weten ook, dat het zo niet meer langer door kan gaan. Het zou hoe dan ook een keer fout zijn gegaan. En ik denk dat de meesten hier wel snel een andere baan zouden kunnen vinden, ze zijn ervaren en ervaring wordt nog wel goed gevraagd. Maakt u zich verder geen zorgen over ons. Met uw tips komen we nu al een hele stap verder en wat er dan komt, dat zien we wel. Maar we willen wel zeker zijn, dat we niet voor niets alles op het spel zetten. Als u uw aanklacht standhoudt, dan zullen wij u blijven steunen.’
‘Oh, maar daar kunt u zeker van zijn. En ik zal alles op mijn beurt doen om jullie te helpen, mocht STK failliet gaan.’
‘Dat is erg aardig van u, maar toch ook niet echt nodig. We redden ons wel.’
‘Het is niet in mijn aard om mensen in nood niet te helpen, mijnheer Nyklakken. Dus mocht dit het einde zijn voor STK, dan zal ik me persoonlijk inspannen om jullie te helpen waar ik maar kan.’
‘U heeft nu al mijn respect, mijnheer de Vries! Ik ken maar weinig mannen, die zich het lot van de werknemers van het bedrijf, dat hij zelf aangeklaagd heeft, zo zou aantrekken. Dat getuigt van een grote betrokkenheid. En ik weet nu vrijwel zeker, dat ik alleen daarmee het overgrote deel van onze werknemers achter u zal kunnen krijgen. Maar ik zal u niet langer lastig vallen, ik had begrepen, dat u eigenlijk een korte vakantie had, en dan behoort u zich eigenlijk niet bezig te houden met zulke dingen. Mijn excuses voor het in beslag nemen van uw tijd.’
‘Excuses geaccepteerd, al waren ze niet nodig. Ik hoor graag, dat er binnen STK ook andere geluiden te horen zijn. Want het zat me wel iets dwars, dat de werknemers nu de dupe zouden worden. Maar na wat ik nu hoor, ga ik ook doorzetten.’
‘Onze steun heeft u, en we zijn ook zeker blij met uw steun! Ik wens u nog een goede dag toe en zodra ik weer nieuws heb, zal ik het u zo spoedig mogelijk laten weten.’
‘Dat zou fijn zijn, mijnheer Nyklakken. Ik hoop u spoedig weer te spreken.’
Roald hangt op en zegt: ‘Dat is weer eens wat anders. Ik had weer STK aan de lijn, maar nu iemand van het personeel. Die vertelde me doodleuk, dat ze mij steunen. Ik moest mijn aanklacht tegen STK standhouden, want ze zijn het al langer niet meer eens met het beleid van de directie. Ik heb ze geadviseerd om contact te gaan zoeken met hun vakbond, zodat ze dan in staking konden gaan en verzekerd zouden zijn van een inkomen.’
‘Werkelijk? Hoe bizar is dat dan? Jij klaagt hun bedrijf aan, dat misschien het einde van hun bedrijf kan betekenen, en zij zijn er blij mee. Dat wil dus ook al veel zeggen over het bedrijf!’
‘Dat bedoel ik. Maar het kon toch ook niet anders, dan dat er een hoop ontevreden waren binnen dat bedrijf, maar wat ik begrepen heb, steunt het overgrote deel ons. Dat was zeker een verrassing!’
‘Dat is het zeker! Ik hoorde al, dat je zei, dat je ze zoveel mogelijk zou helpen, waar je maar kan. Maar wat kun je doen, Roald?’
‘Ik kan ze op zijn minst proberen te helpen met werk te vinden. Ik heb een hoop goede contacten, en als ik ze uitleg waarvoor, zullen ze me wel willen helpen.’
Ada zegt: ‘Roald, misschien niet eens waar je meteen aan zou denken, maar zou het dan niets zijn, om STK over te nemen als het failliet gaat en dan een doorstart te laten maken? Dan zou je de mogelijkheid hebben om er een fatsoenlijk bedrijf van te maken, en je zou ook de werknemers ermee helpen.’
‘Dat zou ik dan eens goed moeten onderzoeken, maar het idee staat me wel aan. Maar hoe gaan we dat betalen, Ada? Zo’n bedrijf overnemen is niet goedkoop en het draaiende te houden ook niet.’
‘Je zou eens met Henk kunnen praten, Roald. En daarnaast zou je nog wat grond kunnen verkopen, je weet hoe zeer de gemeente op dat ene stuk grond aast. Dat zou toch voldoende moeten zijn?’
‘Ja, maar dat stuk grond wil ik nog niet kwijt, Ada. Maar als dat de enige optie zou zijn, dan zal ik moeten. Maar dat zal ik me eerst eens moeten uitzoeken en bekijken. Maar ik sta er niet negatief tegenover.’
Ingrid staat dan op en gaat zich douchen. Ada pakt haar kleren op en loopt door de tussendeur naar haar eigen kamer, waar ze ook gaat douchen. Zin om de draad weer op te pakken, hebben ze niet, dus ze gaan zich liever opfrissen.
Roald blijft met Ester achter. Ester zegt: ‘Ik ben trots op je, dat je die werknemers toch nog wil helpen, ook al zal je aanklacht misschien betekenen, dat ze hun baan verliezen. Ik ken maar weinig mensen, die zoiets zouden doen. Maar daarom ben jij ook zo bijzonder en houden we zo veel van je!’
Roald glimlacht en slaat zijn arm om haar heen. ‘Wat kon ik anders doen, Ester? Als zij me zo steunen, is dat het minste wat ik terug kan doen. En ik ben ook niet boos op hun, maar op degene, die bewust alle regels overtreden. De werknemers doen gewoon wat hun opgedragen is, daar kan ik ook niet boos op zijn. Maar wel op de directie.’
De rest van de middag verloopt gemoedelijk. Roald speelt wat met hun kinderen, die er ook voor zorgen, dat hij de hele toestand met STK even vergeet. En de drie zussen doen gezellig met hem mee. Daarna gaan ze nog even een korte wandeling maken, en dan is het alweer tijd om zich klaar te maken voor het etentje met de familie Holsten.
Roald zit met Ester en Ada aan een tafeltje in het restaurant. Ingrid is even naar boven om te kijken of alles goed is met de kinderen en net als ze terug komt, komt de familie Holsten binnen. Ze worden netjes aan elkaar voorgesteld. Ook Roald en Ada zien nu voor het eerst de volledige familie.
En tot hun verbazing heeft de zoon van Leif zijn vrouw en kind meegebracht. Het is een klein jongetje, van net twee jaar oud. Hij jengelt een beetje, hij is vooral moe.
Rolf zegt: ‘We moesten Kjeld wel meenemen, we konden hem slecht achterlaten in het pension. Maar nu denk ik, dat het misschien toch wel een beter idee zou zijn geweest.’
Ingrid zegt: ‘Ach, als hij moe is, zou hij ook wel even bij ons op de kamers mogen slapen. Daar slapen onze drie kinderen ook al, en eentje meer zal echt geen probleem zijn.’
De vrouw van Rolf, die Linda heet, zegt: ‘Oh, dat zou ik heel erg waarderen. Maar eerst moet hij wat eten, daarna zou ik jullie aanbod graag willen aannemen.’
‘Geen probleem. We zijn er toch om elkaar te helpen, nietwaar?’
Er wordt over en weer geglimlacht. Ze bestellen dan maar snel eten, zodat Kjeld snel naar bed kan. En het eten komt ook al snel, zodat iedereen snel aan het eten is.
Freya en Leif leggen nu aan Roald uit, waarom ze zo dankbaar zijn en hun hebben uitgenodigd voor een etentje. Als uiteindelijk de aap uit de mouw komt, moeten Roald en Ada hartelijk lachen. Roald zegt lachend tegen Jörg: ‘Dus jij was dat, samen met je vriendinnetje, die ons zat te begluren!’
Jörg bloost en zegt zachtjes: ‘Ja, mijn excuses daarvoor! Het was eigenlijk niet de bedoeling, maar we konden ook niet onopgemerkt weg en het was eigenlijk best wel spannend om te zien.’
‘Ach, trek het je niet aan. Ik heb begrepen, dat je daardoor nu verliefd op je vriendinnetje bent geworden?’
‘Ja, ik was al langer verliefd op Jensa, maar durfde het niet aan haar te vragen. Ze is al zo lang een vriendin van me, en ik wilde die vriendschap niet kapot maken.’
‘Dat begrijp ik. En nu?’
‘Dat weet ik nog niet. Het is allemaal nog zo vers. Maar ik ga er alles aan doen om het zo te houden. We kennen elkaar al door en door. En daarbij is Jensa heel erg mooi.’
‘Heb je een foto van haar?’
‘Ja, hier op mijn telefoon. Hier, kijk maar!’
Trots laat Jörg de foto van Jensa zien. En inderdaad, het is een echt mooi meisje, met een mooi gezichtje.
‘Daar mag je trots op zijn, Jörg. Ik denk dat alle jongens in de buurt wel jaloers op je zullen zijn!’
Jörg glimlacht van trots. Dat had hij zich ook al eens bedacht, maar aan de andere kant heeft Jensa nooit echt interesse getoond in de andere jongens van het dorp. En daar is hij nu maar wat blij mee!
Ze zijn al snel klaar met het eten en Linda brengt nu samen met Ingrid Kjeld naar bed. Als de twee vrouwen weg zijn, zegt Freya tegen Roald: ‘Heb je trouwens nog wat gehoord van STK?’
‘Oh, ja! Meerdere keren zelfs. Ze zijn nogal geschrokken. Vandaag heeft de politie daar een inval gedaan en heeft hun gehele administratie in beslag genomen. Ze hebben me opgebeld om te vragen of ik de aanklacht niet wilde versoepelen, omdat ze dan mogelijk niet hun personeel konden uitbetalen. Dat heb ik dus uiteraard niet gedaan. Dat probleem moeten ze maar zelf oplossen.’
‘Wat? Meen je dat werkelijk? Zou het recht dan eindelijk een keer gaan zegevieren? Inderdaad jammer voor hun personeel, maar ik denk niet, dat die echt een probleem zouden hebben om nieuw werk te vinden.’
‘Ja, maar het telefoontje wat ik direct daarna kreeg, was nog veel bijzonderder. Dat was van een woordvoerder van het personeel van STK. Ze belden me op om me te vertellen, dat ze mij steunden. Ze zijn het schijnbaar al langer niet meer eens met het beleid van de directie, maar ze wisten niet wat ze konden doen. Ik heb ze het advies gegeven om contact op te nemen met hun vakbond, zodat ze dan in staking konden gaan en eventueel een inkomen zouden krijgen. Of dat ook zo is, dat weet ik natuurlijk niet, maar het is in ieder geval de moeite waard of dat ook zo kan.’
Leif en Freya zijn aangenaam verrast. ‘Dat is nogal eens een verrassing! Dat had ik echt nooit verwacht!’
Roald antwoordt: ‘Nou ja, het personeel kan er meestal maar weinig aan doen. Er zitten maar een paar rotte appels tussen, en die zitten toevallig in de directie. Daar kun je het personeel niet de schuld van geven.’
‘Ja, dat is ook weer zo. Nu voel ik me alleen weer slecht, omdat we zo boos waren op die bosbouwers, toen jullie er net aangereden kwamen.’
‘Ja, ik denk wel, dat ze zich bedreigd voelden. Maar ze zijn uiteindelijk toch zonder problemen kunnen vertrekken, en dat hebben ze wel gewaardeerd. Vooral omdat die gezien hadden, hoe hoog de emoties waren opgelopen.’
‘Dat kun je wel stellen, ja. Als jij niet was gekomen, zou er waarschijnlijk wel een handgemeen zijn ontstaan. Ik ben nu wel blij, dat er uiteindelijk niets gebeurd is.’
‘Dat heeft nu zeker wel geholpen met hun steun aan mij. Ze vonden, dat ik ze uit hun netelige situatie heb geholpen.’
‘Misschien is dat ook wel zo. We waren het echt zat, het zat ons echt hoog.’
‘Dat kan ik me wel voorstellen. Maar je had een voorstel voor ons?’
‘Ja, we hebben wat rondgebeld om te kijken of we voor dat stuk wel genoeg bomen konden krijgen. Dat was nog lang niet zo gemakkelijk, maar ik denk dat we nu wel een goed voorstel hebben. We hebben er gisteren nog met iedereen over vergaderd, en we zijn het eens geworden.
Als u dit voorstelt goedkeurt, dan vormen we een coöperatie, die het natuurbeheer voor zijn rekening neemt. Dat wil zeggen, we zorgen voor de aanplant, voor de brandveiligheid, en we maken ook een plan voor het omvormen van een naaldbos naar een loofbos. Er is een gedeelte dat we willen gebruiken voor enkel en alleen bosbouw. Daar willen we snelgroeiende bomen gaan plaatsen, waarvan we genoeg hout kunnen oogsten om ons het hele jaar door van een inkomen te voorzien.
Maar het komt er wel op neer, dat we minimaal 60-70 procent van uw bos willen gaan kappen, maar daarvoor willen we dan loofbomen gaan planten. We hebben al een aanbod voor 10 hectare beuken, maar we willen ook nog eiken, populieren en essen gaan aanplanten. En natuurlijk ook nog andere soorten. Alleen zullen die bomen nog kleiner zijn. Hier heb ik het ook al even in het kort op papier uitgewerkt, dit is uiteraard nog niet het uiteindelijke voorstel.’
Roald zegt: ‘Dat klinkt allemaal al een heel stuk beter. Maar nu moet ik het ook even zakelijk bekijken. Buiten het omvormen van het naaldbos naar loofbos, wat word ik er beter van?’
‘Daar hebben we ook al over nagedacht. Dat is ook de reden, waarom we een coöperatie gaan vormen. De winst, die we met de coöperatie behalen, wordt verdeeld onder de leden. U zou dan ook een van de leden zijn, en dus delen in de winst. Dat zal natuurlijk niet zo veel zijn, dan als u het stuk zelf zou beheren, maar aan de andere kant hoeft u er niets meer aan te doen, en ontvangt er toch geld voor. Wij doen al het werk, en houden u op de hoogte van alle vorderingen en problemen.’
‘Kijk, dat hoor ik nu graag. Geld krijgen en er maar bitter weinig voor te doen! Maar dat is ook niet het belangrijkste. Toen ik hier aan begon, wist ik al, dat er ik niets aan zou verdienen. Het gaat mij er vooral om, dat het kostendekkend is, en dat er een stukje natuur bewaard wordt voor mijn kinderen. En als dat meteen een herstelplan is, om dit gebied weer in volle glorie te herstellen, dan kan ik dat alleen maar toejuichen.’
‘Dus in principe stemt u met ons voorstel in?’
‘Ik moet het natuurlijk nog wel even goed bestuderen, maar ja, ik zie wel wat in dit plan.’
‘Dan ga ik met onze dorpsgenoten dit plan nog wat verder uitwerken en u ook het definitieve voorstel voorleggen.’
‘Dat lijkt me een goed plan. En misschien is het ook een idee om ook de andere grondbezitters daar in mee te betrekken. Hoe groter jullie gebied is, hoe minder afhankelijk jullie zijn van een persoon. Je weet immers nooit wat de toekomst jullie zal brengen. Het kan met mij slechter gaan, en dan zou ik misschien deze grond weer moeten verkopen. Niet dat ik dan van plan ben, maar het zou kunnen. Als ik dan al lid moet worden van een coöperatie, dan wil ik ook, dat iedereen er beter van wordt.’
‘Oh, dat is een goed idee! Daar had ik nog niets eens aan gedacht! Bedankt!’
‘Graag gedaan. Op deze manier worden we er toch allemaal beter van, of niet? Er zijn geen winnaars en geen verliezers. Het bos krijgt zijn oorspronkelijke toestand terug, en hopelijk komt de fauna dan ook weer terug op de oude stand. Jullie zouden verzekerd zijn van een toekomst, en mij kost het niets, en er bestaat zelfs een kans, dat ik lichtjes aan verdien. Wat zou je nog meer willen?’
Leif zegt: ‘Dat die wolven STK niet meer in ons gebied mogen komen.’
‘Dat zou met dat voorstel toch bijna uitgesloten worden, Leif. Maar ik denk niet, dat ze nog heel veel kunnen doen. Ik krijg volgende week, als ik weer thuis ben, meer informatie van mijn advocaat. Ik weet nog niet helemaal precies wat voor aanklachten hij heeft ingediend, maar hem kennende is hij niet mild geweest.’
‘U moet wel heel erg rijk zijn, mijnheer de Vries’, zegt Rolf
‘Dat valt best wel mee, Rolf. Ik heb een en ander aan grond geërfd, en ik woon in een groot huis, dat aan mijn overgrootmoeder toebehoord heeft. En ik vaar in een van de mooiste boten, die in Zweden varen. Maar dat heb ik allemaal van mijn overgrootmoeder geërfd. Dat vertegenwoordigt zeker een hoge waarde, maar ik moet net zo goed hard werken voor mijn geld. Ik heb een groot gezin, ik moet drie vrouwen en drie kinderen onderhouden. Gelukkig heb ik een goede baan, dat helpt, maar vanzelf komt er niets. Nu helpt het wel, dat mijn vrouw Ada en Ingrid zelf ook een inkomen hebben. Ada werkt als mijn secretaresse in het bedrijf, en Ingrid schrijft columns in de Dagens Nyheter. Ze is de schrijfster van de zaterdagcolumn.’
‘Meent u dat werkelijk? Ik lees dat altijd! Daar staan altijd interessante onderwerpen in, soms humoristisch, soms politiek, en soms gewoon de misstanden in de samenleving. Ik ben er een grote fan van!’
‘Dat zal ze graag horen. Ze is altijd wel nieuwsgierig over hoe de mensen over haar column denken, al krijgt ze meer dan genoeg fanmail. Zelfs huwelijksaanzoeken, maar jammer voor hun, ze is bezet!’
Ze moeten lachen om het laatste als Linda en Ingrid net terug komen. Ingrid zegt: ‘Wie is er bezet?’
‘Oh, we hadden het er net over, dat je genoeg fanmail krijgt en soms ook huwelijksaanzoeken. En toen zei ik, dat het jammer voor die mannen was, omdat jij al bezet bent!’
Ingrid glimlacht. ‘Ja, en ik zou ook niets anders willen, Roald!’
Freya zegt dan: ‘Is dat dan niet raar om met al je zussen met dezelfde man getrouwd te zijn?’
‘Nee, voor ons is dat heel normaal. Ja, soms is het wel eens lastig, je hebt altijd wel een moment, dat je het liefste met Roald alleen zou willen zijn. Maar in ons gezin gaat dat soms wat moeilijk. Maar gelukkig doen we niet moeilijk en als iemand even een moment alleen wil met Roald, dan gaan ze gewoon even apart zitten.
De tuin is er groot genoeg voor en anders kunnen we altijd nog even in het grilhuisje. Het is gewoon zo, dat je dat elkaar gewoon moet gunnen. Gelukkig zijn we dat wel gewoon, we hebben in het verleden wel eens vaker vriendjes met elkaar gedeeld, maar natuurlijk gaat dit wel een stapje verder. Maar we hebben goede afspraken gemaakt, en Roald is echt meer dan genoeg mans om ons alle drie de baas te zijn en ons ieder genoeg aandacht te geven, die we van hem verlangen. En we komen echt niets te kort. Roald is heel erg fit te noemen, en op seksgebied is er niemand die ook maar een beetje in de buurt van hem kan komen. Zoals ik al zei, we komen echt niets te kort!’
Freya bloost een beetje over het vrije antwoord van Ingrid. ‘Bedoel je, dat hij jullie alle drie kan bevredigen? Wow, dat zie ik Leif nog niet zo snel doen!’
Nu moet Freya nog harder blozen. Ingrid lacht. ‘Ja, dat kan hij inderdaad wel. Hij heeft een heel interessante techniek, waarmee hij iemand kan laten klaarkomen, door hem of haar alleen maar te masseren. De kleren kunnen zelfs nog aanblijven, als is dat natuurlijk niet raadzaam, als je begrijpt wat ik bedoel.’
Rolf kijkt geïnteresseerd en zegt: ‘Kunt u ook mannen laten klaarkomen door een massage? Daar heb ik nog nooit van gehoord. Wel bij vrouwen, maar hoe dat gaat weet ik niet.’
Roald glimlacht. ‘Ja, dat kan. Maar het is wat moeilijker als bij vrouwen. Bij mannen lopen de zenuw- en energiebanen iets anders dan bij vrouwen. Maar je kunt ook andere dingen doen, die voor een man prettig kunnen zijn. Geef me je hand maar eens even, dan zal je snel merken wat ik bedoel!’
Aarzelend geeft Rolf zijn hand aan Roald. Die pakt zijn hand stevig vast, net achter zijn pols. Dan drukt hij op enkele plaatsen en laat hem dan weer los.
Rolf zegt: ‘En wat nu? Ik voel nog niets!’
Roald glimlacht weer en zegt: ‘Oh, maar dat komt zo meteen. Even geduld!’
Iedereen kijkt gespannen naar Rolf om te zien of ze een reactie kunnen zien. Maar buiten dan Rolf wat ongemakkelijk kan blijven zitten, gebeurt er niets. Alleen Roald amuseert zich heel erg goed. Hij kan op een gegeven moment zijn lach niet meer houden, en Ester vraagt wat er loos is.
‘Dat kun je beter even aan Rolf vragen. Maar ik denk dat die vraag beter gesteld kan worden door zijn vrouw.’
Ze kijken allemaal verbaasd naar Roald, behalve Rolf. Die weet wel wat Roald bedoeld.
Linda vraagt dan aan Rolf: ‘Wat heeft hij dan bij jou gedaan, Rolf? Waarom moet hij zo lachen?’
‘Omdat hij me nu met een enorme stijve heeft opgezadeld, en die wil maar niet slap worden!’
Iedereen schiet nu in de lach. Zelfs Rolf moet nu ook wel lachen. Hij ziet er de humor ook wel van in, en hij had er ook wel omgevraagd.
Maar Roald weet hoe ongemakkelijk het kan zijn, om de hele tijd met een stijve te zitten en zegt: ‘Zal ik je er even vanaf helpen? Want het kan nogal lang duren, voordat hij weer slap is, als ik er niets aan doe.’
‘Ja, graag! Waar heb je dat van geleerd?’
‘Dat is een lang verhaal, maar ik zal je eerst even helpen. Geef me je hand nog maar eens een keer.’
Roald pakt weer zijn hand achter zijn pols vast, en drukt dan ergens hard.
‘Zo, dat was het al weer. Het zal snel minder erg worden, maar ik kan je verzekeren, dat hij nog wel even heel gevoelig zal zijn.’
Leif zegt: ‘Dus dat is als viagra, wat jij daar doet?’
‘Zo zou je het kunnen noemen. Eigenlijk is het maar heel simpel, maar het kan ook gevaarlijk zijn om het te doen. Maar meestal kan het bij zo’n jonge kerel als Rolf geen kwaad. Wat ik eigenlijk doe is het blokkeren van een energiebaan, waardoor zijn penis gaat opzwellen. En het kan behoorlijk lang duren, voordat het effect weg is. Uiteindelijk herstelt het lichaam het zelf wel weer, maar je zou zomaar enkele dagen met een stijve kunnen rondlopen.’
‘Kan ik dat ook leren? Niet dat ik de mijne niet meer omhoog kan krijgen, maar het zou in de toekomst kunnen gebeuren.’
Roald kijkt hem even aan en zegt: ‘Ik heb bij jou geen schrik, dat je daar ooit last van zou krijgen. Je energiebanen zijn nog steeds krachtig, en ik zie daarom ook geen reden om het aan jou te leren.’
‘Kun je dat dan zien, of iemand impotent wordt?’
‘Ja, min of meer. Het is echt geen superkracht, maar als je dit kent, weet je waar je op moet letten. Maar ik schuw me ervoor om dit aan iedereen te gaan leren. Het is een enorm krachtige techniek, waar heel gemakkelijk misbruik van zou kunnen worden gemaakt. Ik mag het wel tonen, maar niet aan iedereen leren. Alleen de personen, die ik echt vertrouw, die mag ik het leren. En dan nog leer ik ze nog niet alles.’
‘Jammer, maar begrijpelijk. Maar het lijkt me wel eens leuk om eens te proberen hoe het is om een hele dag een stijve te hebben en dan meerdere malen seks te hebben.’
‘Dat kan op het eerste gezicht leuk lijken, maar het is minder prettig als je zou denken. Ten eerste ben je dan heel erg gevoelig, en geniet veel minder van de seks. Daarbij is het pijnlijk om de hele dag met een stijve rond te lopen.’
Rolf lacht en zegt: ‘Ik begrijp heel goed, wat je bedoelt, Roald. Ik geloof niet, dat mijn piemel ooit zo stijf is geweest. Hij leek bijna te knappen, en dat deed zelfs bijna pijn. Gelukkig is dat nu wel minder, maar hij is nu inderdaad nog wat gevoelig.’
‘Nu heb jij dat nog maar even gehad, Rolf. Stel je dan eens voor daarmee een hele dag opgezadeld te zitten of zelfs enkele dagen!’
Rolf trekt een vies gezicht. ‘Oei, ik moet er niet aan denken! Nee, laat mij maar voorlopig op de normale manier een stijve krijgen! Dat lijkt me veel beter.’
Roald lacht. ‘Dat kan ik me voorstellen, Rolf. Maar als ik jou was, zou ik me vanavond met zo’n mooie vrouw in je bed, echt niet inhouden. Hij kan nu nog wel wat gevoelig zijn, maar als je het zo kort doet, heeft het soms wel wat voordelen. Maar dat moet je zelf maar eens ondervinden!’
Rolf kijkt Linda aan en Linda glimlacht bemoedigend. ‘Wie weet, Roald. De nacht is nog jong en we kunnen morgen zelfs iets uitslapen.’
Freya lacht. ‘En Kjeld slaapt bij zijn grootouders op de kamer, dus ze hebben echt geen reden om zich in te houden.’
Rolf en Linda moeten dan even blozen, maar lachen dan toch mee. De avond heeft nu al een bepaalde lading gekregen, en begint hoe langer hoe gezelliger te worden. Zelfs Jörg begint mee te doen, al kan hij niet bogen op een schat aan ervaring. Maar hij leert wel een hoop dingen, waar hij nog nooit eerder van gehoord heeft. Tegen elf uur, als het restaurant sluit, gaat iedereen naar huis heen.
Roald weet het al, hij heeft weer nieuwe vrienden gekregen. En dat gevoel heeft iedereen wel. Als ze afscheid nemen, zegt Roald: ‘Het wordt ook hoog tijd, dat we gaan slapen. Morgenvroeg om 6 uur moet ik al weer paraat staan om te gaan trainen. We gaan met een bekende hier hardlopen. En dat wordt een waarschijnlijk een pittige training.’
‘Ow? Bent u zo’n sportman?’
‘Nou ja, ik ben van plan om binnenkort een duatlon te gaan lopen en van de zomer een Iron Man. Daar ben ik al een heel jaar voor aan het trainen.’
‘O! Respect. Is dat niets voor jou, Jörg? Jij rent ook iedere morgen een heel stuk.’
‘Hij mag van mij rustig mee, maar ik waarschuw, dat we ook echt gaan hardlopen. Het tempo zal behoorlijk hoog liggen.’
Jörg zegt: ‘Dat maakt me niets uit, mijnheer de Vries. Ik ren nu iedere morgen ook bijna 8 kilometer en dat probeer ik zo snel mogelijk te doen.’
Roald vraagt aan Ingrid: ‘Wat vind jij ervan, zou Jörg met ons mee mogen rennen?’
‘Als hij dat aankan, geen probleem. Maar ik weet niet of Åsa het goed zal vinden. Ze houdt zich niet zo graag in, dat weet ik uit het verleden.’
Roald kijkt Jörg aan. Hij mag de jongeman wel. ‘Hoelang doe je normaal over je rondje, Jörg?’
‘Ligt eraan hoe hard ik wil rennen. Ik kan het binnen drie kwartier, maar meestal net onder het uur.’
Ingrid knikt en zegt: ‘Dat lijkt me snel genoeg. Maar ik moet je wel waarschuwen, we gaan niet op je wachten. Verder heb ik er geen problemen mee.’
‘U zal geen last van me hebben, dat verzeker ik u. Het lijkt me wel eens leuk om met anderen mee te rennen.’
‘Nou, dan verwachten we je om 6 uur precies. En kom niet te laat, we wachten echt niet!’
‘Ik zal er zijn! U kunt echt op me rekenen!’
Roald geeft de jongeman een hand en dan nemen ze afscheid van elkaar.
Roald en de drie zussen kijken het gezelschap na.
‘Leuke en gezellig mensen waren dat, Roald. Zo zie je maar weer, dat je overal vrienden kunt vinden.’
Daarna gaan ze snel naar bed. Ze zijn allemaal moe en vallen snel in slaap.
Lees verder: Tre Systrar (drie Zussen) - 54
Trefwoord(en): Zussen,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10