Door: Maxine
Datum: 07-08-2017 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 11802
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 88 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 88 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Vervolg op: Tre Systrar (drie Zussen) - 53
Het is half zes, als de wekker van Roalds telefoon gaat. Slaperig zet Roald de wekker af. Het is iets vroeger dan normaal als hij opstaat om te gaan trainen, maar hij is evengoed snel wakker. Een korte frisse douche maakt hem snel wakker. Als hij zich afdroogt, komt Ingrid al de kamer op. Zij heeft zich ook al gedoucht en heeft al haar trainingspak aan. En ook Ester is wakker geworden. ‘Ik kon wel eens mee gaan. Ik heb Åsa ook al een hele tijd niet meer gezien!’
Ingrid glimlacht en zegt: ‘Ik had al tegen Ada gezegd, dat ze het rijk waarschijnlijk alleen zou hebben. Ze vindt het niet erg. Kan ze lekker nog even uitslapen. En ze vindt het zo leuk om de kinderen in bad te doen.’
Ester glimlacht. ‘Ja, dat vindt ze inderdaad heel erg leuk om te doen. Nou, van mij mag ze. Ik vind het ook wel eens leuk om eens niet die poepluiers te hoeven verschonen.’
Ester staat vlug op en wast zich snel. Nog net op tijd is ze klaar, voordat Roald en Ingrid naar beneden gaan. Voor het hotel wacht Jörg al keurig netjes op een bankje. Hij kijkt verheugd op, als Roald hem roept en komt naar hem toe.
‘En? Heb je er zin in, Jörg?’
‘Ja, heel erg! Gaan jullie allemaal rennen?’
‘Ja, we zijn een heel sportieve familie, Jörg. En we gaan zo rennen met iemand, die Ingrid en Ester goed kennen uit de biatlon. Daar doen ze beiden namelijk aan.’
‘Oh, dat is mijn favoriete sport om naar te kijken. Ik heb het wel eens geprobeerd, maar het is echt heel erg zwaar en moeilijk!’
Ingrid zegt: ‘Oh, maar dan weet je waarschijnlijk ook wie Åsa Lif is.’
‘Ja, die ken ik. Ik heb haar wel eens gezien bij de wedstrijden.’
‘Nou, dan ga je daarmee een stuk rennen. Dat is namelijk onze bekende, waarmee we gaan rennen!’
‘Echt? Ga weg! Dat is echt fantastisch!’
‘Misschien wil ze je straks nog wel een handtekening geven, Jörg. Ze is echt heel erg aardig, maar ik waarschuw je, ze kan echt hard rennen. Ze zal zich heel zeker niet gaan inhouden, nu ze weet dat ik en Ester weer mee gaan doen met de competitie. Ik ken haar, ze wil weten of we een bedreiging voor haar zullen worden.’
‘Hoe ver gaan we rennen?’
‘Ik weet het niet. Gisteren sprak ze over 8 tot 10 kilometer, maar het zou zomaar kunnen dat ze een langer parcours kiest. Maar we zullen het snel weten, want daar is ze al!’
Jörg kijkt meteen om en ziet daar een vrouw en een man rustig aankomen lopen.
Ester en Ingrid begroeten de man en de vrouw hartelijk. Ze kennen de beiden nog uit de competitie.
‘Roald, dit is Asgeir Hovden, een goede vriend van Åsa en voortreffelijk langlaufer.’
Roald geeft de man een hand en zegt: ‘Ik ben Roald de Vries. Aangenaam kennis met u te maken!’
De man glimlacht. ‘Hmm, een stevige handdruk. Dat mag ik wel. Aangenaam ik ben Asgeir Hovden, maar vrienden noemen me Geir. En wie is die jongen?’
‘Oh, dat is de zoon van vrienden van ons. Hij wilde graag eens met ons mee rennen, nu hij toch hier is. Dus waarom ook vandaag niet?’
Åsa zegt: ‘Ow, daar had ik eigenlijk niet op gerekend! Ik heb namelijk nogal een pittig parcours uitgestippeld. Ik hoop niet dat het een probleem is?’
Ingrid zegt: ‘Wat had je dan in gedachten?’
‘Het zijn maar 12 kilometer, maar wel een gedeelte met flinke klimmen. Die zal je wel gaan voelen in je kuiten, Ingrid. Maar kan die knul dat aan?’
‘Dat mag Jörg zich zelf beantwoorden, Åsa. Hij is overigens een fan van je!’
Åsa bekijkt de jongen eens goed. Hij ziet er best goed uit, lekker atletisch. Dan zegt ze: ‘Hoi, ik ben Åsa Lif. En jij bent?’
‘Ik ben Jörg Holsten. En ik ben zulk terrein wel gewend. Want waar ik woon, zijn alleen maar flinke klimmen om te trainen.’
‘Dus je denkt het wel aan te kunnen? Want ik was niet van plan het langzaam aan te doen. We zijn allemaal fanatieke sporters en deze training is voor wedstrijden. Je kunt nu nog zeggen of je mee wilt gaan. Zo nee, even goede vrienden, en zo ja, dan wil ik ook niet op je wachten!’
‘Nee, dat begrijp ik! Ik denk dat ik het wel aankan. Ik ren normaal 8 kilometer per dag en ook op behoorlijk tempo. En bovendien vind ik het supercool, dat ik nu met zo’n bekende sporter mee mag rennen! Beter kan het niet!’
Åsa lacht en zegt: ‘Nou, dan gaan we ook maar meteen van start. Eerst rustig opwarmen, en zodra we in het bos zijn, dan geven we flink gas!’
Daar is iedereen het mee eens, en ze vertrekken dan ook meteen. En als ze eenmaal in het bos zijn, geeft Åsa ook flink gas. Ze moeten flink aan de bak, want ze rent behoorlijk door. Voor Ingrid en Roald is het geen probleem, die zijn dit inmiddels wel gewend. Voor Ester is het wat moeilijker, maar ze kan toch goed volgen.
Asgeir heeft helemaal geen problemen, net als Jörg. Die lopen samen achter het groepje aan, en praten zowaar met elkaar.
Åsa heeft echt niets te veel gezegd, het parcours is echt heel pittig. Maar iedereen kan goed volgen. En Jörg maakt goede indruk, dat hij hun op dit stevige tempo nog zo goed kan volgen, maar hetzelfde geldt ook voor Roald. Als ze weer terug bij het hotel aankomen, zijn ze op Roald na uitgeput en hijgen flink. Roald is wel moe, maar zou best nog wel een stuk door kunnen.
Åsa kijkt hem verbaasd aan en zegt tegen Ingrid en Ester: ‘Is dat normaal, dat jullie man niet moe te krijgen is? Ik dacht hem wel kapot te krijgen door het tempo flink op te voeren, maar zo te zien is hij niet moe te krijgen!’
‘Hij is soms net als superman, Åsa. Roald krijg je niet snel moe. Hij lijkt altijd wel ergens een reservepotje energie over te hebben. Maar hij gaat ook zuinig om met zijn energie. Maar als ik hem nu zo zie, zat hij wel tegen die grens aan, waar hij zijn potje reserve moest aanspreken.’
‘Wow, en hij wil straks een Iron Man gaan rennen? Dat gaat nog een verrassing worden, dat verzeker ik je. Hij zou in staat zijn om die gevestigde orde het moeilijk te maken!’
Roald zegt: ‘Nu overdrijf je wel een beetje, Åsa.’
‘Weet je het zeker, Roald? Heb je al gekeken op je tracker? Dan had je ook gezien, dat we geen 12 maar 15 kilometer gerend hebben en de tijd mag er best zijn! Als jij nog harder zou rennen, zou je vele atleten voorbij rennen! Hoe ben je op de fiets en hoe is het zwemmen?’
‘Op de fiets kan ik ook nog wel best aardig en het zwemmen begint te komen, al is dat mijn achilleshiel. Maar dat kan ik weer compenseren met het fietsen en het rennen.’
‘Nou, ik ben wel eens nieuwsgierig naar jouw tijd, Roald. Die kon best wel eens goed zijn!’
‘Nou ja, mijn eerste test heb ik binnenkort, als ik een korte duatlon ga doen. Dat is 2,5 kilometer rennen, 20 kilometer fietsen en dan weer 5 kilometer gaan rennen.’
Åsa lacht. ‘Dan ben jij pas net opgewarmd, Roald! Wat een conditie heb jij! Maar ook jij, Ingrid! Je kon meer dan goed volgen, en datzelfde geldt ook voor Ester, al had die toch iets meer moeite. En onze jonge knul hier, hij heeft me echt verrast, maar ik zie dat hij nu echt wel buiten adem is.’
Jörg glimlacht naar haar en hijgt: ‘Nou, het was pittig, maar ik ben blij, dat ik toch kon volgen. Ik ga dit zeker thuis nog eens meer trainen, ik vond het wel leuk!’
‘Waar woon je ergens?’
‘In Ånn, bijna tegen de grens aan, mevrouw!’
‘Ah, dat ken ik! Mijn tante woont een paar dorpjes verder, in Enafors. Daar kom ik wel een paar keer per jaar op bezoek. Misschien moest ik dat maar eens vaker doen, als dat daar zo’n goed trainingsgebied is!’
‘U mag van mij rustig eens op bezoek komen, dan kan ik u mijn trainingsroute tonen.’
‘Als dat van je ouders mag, dan kom ik graag eens op bezoek. Maar ik moet nu weer op huis aan, ik moet zo gaan werken. En dat moet Asgeir ook.’
Ze nemen afscheid van elkaar en Jörg blijft met Roald, Ingrid en Ester achter. Ingrid glimlacht en zegt tegen Jörg: ‘Zo jong en nu al flirten met oudere vrouwen!’
Jörg bloost nu hevig en zegt: ‘Zo had ik het helemaal niet bedoeld, mevrouw de Vries!’
‘Ach, ik plaag je maar wat. Maar Åsa zou het toch maar zo kunnen opvatten, Jörg. Je hebt nu een vriendin, en je wilt haar toch zeker geen pijn willen doen, of wel?’
‘Nee, natuurlijk niet. Het is alleen dat ik haar zo bewonder vanwege haar prestaties in de competitie en dat ze hier uit de buurt komt.’
‘Dat begrijpen we wel, Jörg, maar ik wil je alleen maar duidelijk maken, dat andere mensen het ook verkeerd kunnen opvatten, ook je vriendinnetje. Houdt daar dus rekening mee.’
Jörg knikt. Roald zegt: ‘Kom je nog even mee ontbijten? Ze hebben hier een heel goed ontbijt, met alles wat je je kunt wensen.’
‘Eigenlijk zou ik met pap en mam gaan winkelen, direct na het eten. Maar ik weet niet of ze al gegeten hebben.’
‘Ik bel ze wel even op. Dan weten ze ook, waarom het zo lang duurt, voordat je terug bent.’
‘Dat zou heel erg aardig zijn, mijnheer!’
‘Dat is al lang goed, maar één ding, noem me geen mijnheer meer. Ik ben Roald. En ik denk dat Ingrid en Ester ook veel liever met hun voornaam aangesproken worden.’
Ingrid en Ester knikken. Jörg kijkt vergenoegd naar het drietal. Roald is zojuist zijn nieuwe idool geworden. Jörg kan het amper begrijpen, dat Roald nog amper moe oogt na die forse training. Zelf had hij het amper gehaald, en Roald schijnt het amper te deren.
Roald belt naar Freya en legt haar uit, waarom het zolang geduurd heeft en dat Jörg samen met hem zal blijven ontbijten. Daarna biedt hij aan om Jörg wel naar hun pension te brengen. Maar Freya en Leif halen hem liever zelf even op.
Tijdens het ontbijt gaat het dan ook vooral over het sporten. De jongeman is echt enthousiast geworden en wil nu ook echt graag gaan trainen om aan wedstrijden mee te gaan doen. Maar Roald is oprecht geïnteresseerd in de jongeman.
‘En wat wil je nog meer gaan doen, behalve sporten, Jörg?’
‘Ik wil gaan studeren voor natuurbeheerder, Roald. Ik vind het werken met de flora en fauna ontzettend fijn. Maar het is wel een best pittige opleiding.’
‘Als je dat leuk vindt, moet je dat zeker gaan doen, Jörg. Maar ik denk dat er in jou een ontzettend goede verkoper zou zitten. En dan bedoel ik niet een verkoper in een winkel, maar iemand die een geavanceerd product aan de man kan brengen.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou, je zou echt niet misstaan op het bedrijf waar ik directeur van ben. Je praat met passie en weet mensen te boeien. Dat is een heel goed eigenschap. Alleen, op zo’n bedrijf als HRT, moet je wel kunnen praten met de nodige kennis en daarvoor moet je technische wetenschappen studeren en ook marketingtechnieken. Ik denk dat jij het wel in je zou hebben om een goede verkoper te worden.’
Jörg kijkt Roald verbaasd aan en zegt: ‘Denk je echt? Techniek trekt me ook wel, maar ik heb geen zin om hier straks als monteur te gaan eindigen.’
‘Nee, zo bedoel ik het ook niet. Onze verkopers zijn adviseurs, maar ook technici en reparateurs. Ze kunnen kleine reparaties zelf oplossen en aanpassingen doen in de software, als de klant dat wil. Het is echt niet zo, dat ze alleen maar praatjes moeten verkopen, het vergt veel kennis en ervaring.’
‘Dat lijkt me wel interessant om te doen, maar hier in de buurt is geen bedrijf waar ik dat zou kunnen leren.’
‘Ja, dat is waar. Hier zijn niet zo heel veel bedrijven. Hier in Östersund zijn wel bedrijven, waar me mee samenwerken voor onderdelen, maar zo heel technisch als wij dat zijn, dat zijn ze niet. Maar ze zouden je wel een goede stage kunnen vormen.’
Ester zegt tegen Roald: ‘Als ik het niet mis heb, heeft Jörg over twee weken een vakantie. Hij zou dan eens bij jou op het werk eens kunnen meekijken of het iets voor hem is.’
‘Ja, maar dan zouden we ook naar Hoogerheide gaan voor die run-bike-run!’
‘Misschien wil hij zelfs meedoen, Roald!’
Roald glimlacht. Hij weet dat Ester niet snel zal opgeven.
‘Als hij dat zou willen, heb ik daarmee geen probleem. Maar dan moeten zijn vader en moeder het natuurlijk ook nog goed vinden.’
Jörg kijkt Roald blij aan. ‘Ik zou wel graag willen, Roald. En als pap en mam me toestaan, zou ik ook wel eens naar die run-bike-run willen kijken. Lijkt me interessant om het eens van dichtbij te zien.’
Er komt een grijns op het gezicht van Roald en Ester zegt: ‘O jee, nu heb je Roald op een idee gebracht, Jörg!’
Jörg kijkt verbaasd en Roald zegt dan: ‘Alleen maar kijken, Jörg? En als ik nu eens regel, dat je mee zou kunnen doen?’
Jörg kijkt nu geschokt en verbaasd. ‘Meedoen? Maar ik heb toch helemaal niet daarvoor getraind!’
‘Nou, je kon vandaag best goed meekomen en het was best pittig. Ik denk, dat je het wel aan zou kunnen. Als je van je vader en je moeder mag, zorg ik dat je mee mag doen, en ik betaal ook nog je reis.’
Jörg kan zijn oren niet geloven. Dit is als een droom, die uitkomt.
‘Ik ga het zo meteen aan mijn vader en moeder vragen, als ze hier komen! Dat zou werkelijk supercool zijn!’
Ze moeten allemaal lachen om het enthousiasme van Jörg. En lang hoeven ze niet te wachten op Freya en Leif. Slechts enkele minuten later komen ze het hotel binnen gelopen. Jörg stormt letterlijk op ze af en vraagt meteen of hij met Roald mee mag naar de run-bike-run. Freya en Leif worden volledig verrast en begrijpen nog niet heel goed, wat hun zoon van hun wil.
Uiteindelijk vertelt Roald wat de bedoeling is. En Freya en Leif zijn aangenaam verrast door de plannen van Roald. Ze vinden het een goed idee, als Jörg ook eens andere ambachten als natuurbeheerder leert kennen. Een korte stage en tevens vakantie zou goed zijn voor hun zoon. Hij is nog nooit verder geweest dan Östersund, wat op een kleine 130 kilometer van hun dorp ligt. En de wereld ligt voor hem open om te ontdekken en Roald zou wel eens zijn ogen voor hem kunnen openen. Ze stemmen dan ook snel in met het voorstel, waarna Jörg heel dankbaar zijn ouders om de nek vliegt.
Freya glimlacht en zegt: ‘Maar denk je, dat je zo lang zonder Jensa kunt?’
Nu kijkt Jörg wel een beetje bedrukt. Daar had hij nog niet aan gedacht. Freya lacht en zegt: ‘Ik plaag je maar wat, Jörg. Ze zal je echt niet verlaten, omdat jij even een paar weken op vakantie bent.’
Jörg zegt echter: ‘Ik zou aan Renate en Hanne kunnen vragen of ze misschien met me mee mag?’
‘Zou je dat niet eerst even aan Roald vragen, Jörg?’
Roald lacht en zegt: ‘We hebben plaats genoeg in huis, Freya. Een meer of minder is bij ons echt geen probleem. En als zijn vriendinnetje ook nog mee wil naar Hoogerheide, dan mag ze wat mij betreft ons komen aanmoedigen. We hebben daar een huisje in de buurt geboekt, dat is een boerderij, en daar is ook meer dan plaats genoeg.’
‘Nou, dan zal ik Renate maar meteen even bellen, of ze dat wel goed vinden.’
Freya voegt de daad bij het woord en belt haar buurvrouw op.
‘Hey Renate. Met Freya.’
‘Ah, Freya. Wat is er?’
Freya legt aan Renate uit, wat er gaande is. En Renate heeft al snel begrip voor de ontstane situatie. Ze zegt toe het er eens met Hanne erover te praten en ook met Jensa. Die moet natuurlijk ook wel willen, maar daar maakt ze zich geen zorgen over. Wie wil er nu niet een gratis vakantie!
Freya kijkt Jörg aan en zegt: ‘Je weet wat we afgesproken hebben, Jörg. Dat geldt dus ook als je bij Roald op vakantie bent. En je luistert ook naar hem, als hij je wat zegt. Begrepen?’
‘Ja, mam! Ik weet wat we afgesproken hebben! Maak je maar geen zorgen!’
Leif zegt: ‘Maar Roald, je hoeft echt niet alles te betalen voor Jörg. Dat wil ik niet hebben.’
‘Als jullie het treinticket voor hem regelen, dan komt de rest wel goed, Leif. Een of twee eters meer aan tafel, dat is bij ons eerder regel, dan uitzondering. Ester kookt meestal en is het al zo gewend. En voor de wedstrijd, we rijden toch al met twee auto’s, en daar is ook genoeg plaats voor iedereen. Dan blijft er alleen nog een probleempje met een fiets voor Jörg, maar dat probeer ik met een bekende daar te regelen. Hij kent best wel iemand, die een fiets voor die wedstrijd wil uitlenen, en anders huren we er wel een en verrekenen we dat achteraf.’
‘Oké, dat is acceptabel. Ik zal Jörg wel wat zakgeld meegeven, zodat hij ook wat te besteden heeft. Dat hoeft ook niet op jouw kosten.’
De mannen geven elkaar een hand en daarmee is het al geregeld, dat Jörg voor een snuffelstage naar Roald heen komt, en ook nog mee naar Nederland gaat voor die wedstrijd. Ze nemen afscheid van elkaar en nu heeft Roald weer even rust. Ze gaan dan nog even wandelen, en eten en drinken nog wat in een bistro. Dan zit er voor hun ook weer de korte vakantie op. Ze moeten hun spullen nog pakken en morgenvroeg is de terugreis al weer.
De terugreis is niet echt spectaculair, maar zodra ze weer thuis zijn, begint hun dagelijkse leven weer. Roald hoort al snel van zijn advocaat allemaal gedaan heeft om STK aan te klagen, en dat is helemaal niet mis. Nu begrijpt Roald ook wel, waarom STK zo wanhopig probeerde om de klachten tegen hun wat soepeler te krijgen, maar Roald kan ook nu geen medelijden met ze krijgen.
En in de krant lezen ze dan ook nog een heel stuk over de misstanden in de bosbouw, waarbij STK, maar ook andere bedrijven, er flink van langs krijgen. En de reporter heeft flink werk geleverd, door ook al de naam van Neymannen te noemen. En dat artikel in de krant haalt zelfs het journaal. De reporter doet daar zelf zijn verhaal, maar laat heel bewust de namen van zijn bronnen achterwege. Daar is Roald wel blij om, want hij zit echt niet te kijken om een horde reporters op zijn nek te krijgen. En een dag later staat groot in de krant, dat de heer Neymannen is opgepakt en er een groot onderzoek tegen hem gestart is.
Maar daar staat tegenover, dat enkele reporters al achterhaald hebben, wie de bronnen van het artikel in de krant zijn. En daarom staan er een paar dagen later een reporter, compleet met camera bij Roald voor zijn deur. Ze zijn zelfs zo brutaal om het erf van Roald te betreden, maar daar is Roald allerminst van gediend.
Hij belt onmiddellijk Frank op, en die verwijdert de reporters van zijn erf, waarop de mannen afdruipen, omdat ze wel inzien, dat Roald niet van plan is om commentaar te gaan geven. Het is niet dat ze opgeven, ze proberen op allerlei manieren Roald over te halen om iets te zeggen over zijn zaak met STK, maar Roald is net zo volhardend als de reporters. Na een week van allerlei pogingen hebben de meeste reporters de moed al opgegeven, want het nieuws is niet meer zo interessant en Roald weigert ook maar iets te zeggen.
Maar een reporter, een jonge vrouw, is erg volhardend. Iedere morgen staat ze aan de poort van zijn huis, zonder opdringend te zijn. Maar ze is er iedere dag, weer of geen weer. En ook bij zijn werk staat ze te wachten. Als het op een dag enorm hard regent en Roald de vrouw daar in de regen ziet staan, breekt er toch een stukje van zijn muur af. Hij laat de vrouw naar binnen halen en laat haar drogen en opwarmen in de kantine. De vrouw is zichtbaar dankbaar voor het medeleven, maar Roald laat zich verder niet zien.
Maar nu de vrouw eenmaal binnen is, begint ze het aanwezige personeel uit te vragen over Roald. Ze is aangenaam verrast, dat iedereen zo lovend is over hun baas. Eerst denkt ze nog, dat het gespeeld is, maar al snel ontdekt ze, dat het echt gemeend is. En dat wekt haar interesse. Roald intrigeert haar, om meerdere redenen. Ze heeft respect voor zijn volhardende houding, maar de verhalen, die ze over hem hoort, maken haar nieuwsgierig. Hoe kan een man uit Nederland hier in Zweden zo snel carrière maken, en zich daarbij ook enorm geliefd maken. En als ze er dan ook nog erachter komt, dat hij getrouwd is met drie vrouwen, waarvan een zelfs zijn persoonlijke secretaresse is, boeit haar het verhaal over STK helemaal niet meer. Roald op zich is nu haar doel.
Roald heeft al lang meegekregen, dat de vrouw het personeel over hem uitvraagt, maar hij laat haar rustig haar gang gaan. Ze stelt geen verkeerde vragen en blijft netjes en correct. Hij is dan ook niet verwonderd, als ze nog steeds aanwezig is, met de middagpauze. En Roald laat zich echt niet afschrikken door haar aanwezigheid. Echter, hij negeert haar helemaal, alsof ze er niet is. En op haar beurt durft ze Roald ook niet aan te spreken. Ze observeert hem op een afstandje, terwijl ze met andere personeelsleden praat. Ze ziet hoe collegiaal Roald met het personeel omgaat, en begrijpt dan ook meteen, waarom Roald zo geliefd is. Roald heeft altijd een luisterend oor voor zijn personeel en is oprecht geïnteresseerd in het leven van zijn personeel.
Een man loopt naar Roald toe en zegt: ‘Roald, ik heb een klein probleem. Je weet dat mijn moeder laatst gevallen is, maar nu moet ze naar het ziekenhuis. Normaal zou mijn vrouw wel met haar meegaan, maar nu lijkt het erop, dat ze geopereerd moet worden. En daar zou ik graag bijzijn, maar we zitten nu ook in de afsluitende fase van dat project!’
Roald kijkt hem aan en zegt: ‘Dan is het toch eenvoudig, Peter, dan ga je met je moeder mee. Je werk hier is belangrijk, maar het kan nooit belangrijker zijn, dan je familie. We hebben een kleine voorsprong op het project, dus we kunnen je best een dag missen. En ik waardeer je betrokkenheid bij het project, en je bent ook van grote waarde, maar je familie gaat echt voor.’
‘Ja, maar het voelt alsof ik het team in de steek laat en dat wil ik ook niet!’
‘Dan kom je toch voor een paar uurtjes langs om te kijken of alles goed gaat, en daarna ga je door naar het ziekenhuis om te kijken of alles goed gaat met je moeder. Ik denk dat je zelf wel een goede balans daarin zult vinden.’
De man kijkt Roald dankbaar aan, en bedankt hem ook hartelijk. Roald staat dan op om zich nog een kop koffie te halen en vraagt zijn collega’s of ze ook nog koffie moeten hebben. Hij loopt langs de reportster en zegt terloops: ‘Als je wat wilt eten, gewoon aan de balie wat vragen. Hier hoeft niemand honger te lijden.’
De reportster schrikt bijna, als Roald dit tegen haar zegt. Maar voordat ze wat kan zeggen, is Roald al weer verder gelopen. Ze bloost bijna, wat een glimlach van een vrouw oplevert.
Die zegt: ‘Ja, Roald is een hele persoonlijkheid. Hij zou hier iedere vrouw kunnen krijgen, als hij dat zou willen, maar hij kijkt naar niemand anders als zijn eigen vrouwen. Zie je die vrouw die daar tegenover Roald zit? Dat is een van zijn vrouwen. Ze heet Ada, en is net als Roald, heel erg aardig en betrokken. Als je wat meer van Roald wilt weten, dan is zij de eerste die je aan moet spreken.’
‘Oh, bedankt voor de tip. Maar ik denk dat ik nu beter kan gaan. Dadelijk denken ze nog, dat ik misbruik wil maken van zijn gastvrijheid. En ik heb hier al zoveel gevraagd.’
‘Maak je je daar maar geen zorgen over, meisje. Als Roald je hier niet gewild had, was je al lang weer buiten geweest. Roald kan een heel aardige man zijn, maar als hij tegen je is, dan zal je dat ook wel merken ook.
Maar hij is niet snel boos, gelukkig maar! Ik mag hem echt heel erg graag en ik heb werkelijk nog nooit een betere baas gehad. Sinds hij hier is, is er ook veel veranderd, in de positieve zin. En we hebben het drukker dan ooit, dat is ook zijn verdienste.
Met onze oude directeur, die nu in het pand hiernaast zit, was het allemaal wat anders. Mijnheer Rouwendaal is de eigenaar van dit bedrijf, maar hij had al heel snel gezien, dat Roald zijn taken veel beter kon uitvoeren. En dat is een gouden zet geweest! Roald is hier nu anderhalf jaar, maar het bedrijf is zo ontzettend hard gegroeid, dat dit pand, dat ook maar een jaar oud is, alweer te klein is.’
‘En komt dat allemaal door Roald?’
‘Ja, dat kun je wel stellen. Natuurlijk doet hij dat niet allemaal zelf, maar hij laat ons veel beter samenwerken ook met de andere bedrijven, die onderdeel uitmaken van het bedrijf. Zo is er een softwarebedrijf, die de software schrijft voor onze robots. Als we een probleem hebben, kunnen zij op afstand meteen oplossen. Vroeger hadden we daar een paar mannetjes voor, die het dan moesten oplossen. Maar nu werkt er meteen een heel team aan, zonder dat wij hoeven te stoppen met onze werkzaamheden.
Ja, mijnheer de Vries heeft hier erg goede ideeën gebracht, die ook nog eens heel goed werken. En zoals je ziet, is hij echt niet te beroerd om zich ook hier onder het personeel te laten zien. Hij voelt zich niet overheven over het werkvolk, en wil weten wat er speelt op de werkvloer en ook in onze thuissituaties. Dan kon je net wel zien.’
‘Ja, dat viel me ook wel op. En spreken jullie hem gewoon met zijn voornaam aan?’
‘Ja, daar staat hij op. Alleen als er bezoekers zijn, meestal klanten of leveranciers, dan spreken we hem met mijnheer de Vries aan.’
‘Bijzonder! Dat heb ik toch elders wel eens anders gezien.’
‘Tja, hij is nu eenmaal zo, en daar zijn we dan ook heel erg blij om. En ik denk dat als je hier om je heen vraagt, dat je zal merken, dat iedereen ook heel erg blij is om hier te mogen werken. Ik weet toevallig van enkele collega’s, dat die een aanbod hebben gekregen om elders te gaan werken, waar ze veel meer zouden kunnen verdienen.
Maar ze gaan niet, iedereen weet, dat ze nooit meer zo’n goede werkplek zouden krijgen. En het is echt niet, dat ze hier nu zo slecht verdienen. Maar we zouden op andere plekken meer kunnen verdienen, dat is zeker. Maar ik zou hier nooit weg willen. Veel te leuk werk hier!’
De reportster is echt aangenaam verrast. Dan ziet ze Ada opstaan en naar haar toelopen.
‘Hoi, ik ben Ada de Vries. Als je zo even met me mee loopt, krijg je een bezoekerspas, dan kun je ook hier door het bedrijf lopen. Je kunt niet overal binnen, want op sommige delen van het bedrijf heerst bedrijfsgeheim, maar verder mag je overal komen, en ook alles vragen, natuurlijk tot zover onze huisregels gaan.’
‘Oh, dat is een verrassing! Dat had ik echt helemaal niet verwacht! Maar ik zal me even voorstellen, ik ben Selma Rakollen. Ik ben freelance reporter.’
‘Dat wisten we al, mevrouw Rakollen. Anders hadden we u heel zeker niet binnen gelaten. We hebben prima contacten binnen de reporterswereld. Loopt u nu even mee? Uw bezoekerspas is al klaar en daarmee kunt u ook eten krijgen hier in de kantine, als u de komende dagen ons nog wilt bezoeken.’
De reportster is met stomheid geslagen. Nog nooit eerder heeft ze zoiets meegemaakt.
‘Hoe wist u eigenlijk wie ik was? Ik bedoel, ik heb mijn naam nog niet eerder genoemd.’
‘We zijn een technologiebedrijf, en we willen heel graag weten, wie we hier naar binnen laten. En daarbij, heeft u bij de bakker in ons dorp vragen gesteld en uw naam genoemd. En aangezien dat maar een kleine gemeenschap is, was het voor ons geen probleem om uw identiteit en reputatie te achterhalen.’
De reportster lacht. ‘Oké, dat is natuurlijk wat anders. Maar mag ik vragen, waarom u me opeens zo gastvrij onthaalt? U heeft me de hele tijd genegeerd, alsof ik er niet was.’
‘Dat moet u Roald vragen. Ik zou het niet weten. En al zou ik het weten, dan zou ik het u ook niet zeggen. Maar het is niet zo, dat we u helemaal genegeerd hebben. We hebben u iedere dag netjes begroet.’
‘Daar heeft u helemaal gelijk in. Nou ja, dit is een zeer aangename verrassing! Ik zal dan maar met u mee lopen, want u wilt waarschijnlijk nog wel even van uw pauze genieten.’
‘Ach, ik ben erg flexibel en het helpt wel, dat mijn man hier de baas is.’
Selma lacht weer. ‘Dat is ook weer zo.’
Ze lopen samen naar het kantoor van Ada. Selma is verrast door het ruime en smakelijk ingerichte kantoorgebouw. De kantoren zijn echt ruim te noemen met veel glas en open deuren. Als ze bij het kantoor van Ada aankomen, ziet ze daar nog een vrouw zitten. Dat is Mimie, de vrouw die Ada vervangen heeft, toen ze met zwangerschapsverlof was. En nu werkt ze als tweede secretaresse bij Roald.
‘Mimie heeft je pasje voor je en als je verder nog vragen hebt, kun je je bij mij of Mimie melden. Wij zullen je dan verder helpen.’
Selma kijkt het kantoor rond en ziet dan een enorme foto hangen van Roald met zijn hele familie.
‘Dat is een mooie foto, mevrouw de Vries. Zijn dat uw kinderen?’
Ada antwoordt met trots: ‘Ja, dat zijn onze kinderen. Dit is Isabel, dat is mijn dochter. En dat is Petr, dat is de zoon van Ester, mijn drieling zus. En dit is Anna, de dochter van Ingrid, ook mijn drieling zus. En dat zijn mijn ouders en dat zijn de ouders van Roald.’
‘Is dat niet wat raar om met al je zussen getrouwd te zijn met een man?’
‘Die vraag stellen ze me wel meer, maar voor ons is dat helemaal niet raar. Het voelt gewoon alsof het heel normaal is. Ik weet dat het dat niet is, maar voor ons is er helemaal geen verschil. En Roald behandelt ons ieder ook alsof we alleen met hem getrouwd zijn. Het enige is dat we hem dan moeten delen, maar dat deden we vroeger ook al wel eens. We lijken zo veel op elkaar, dat we dat vroeger wel eens deden, elkaars vriendjes uitlenen. Niemand die er ooit achter gekomen is, maar dat hoeven we bij Roald niet te proberen. Hij weet ons feilloos uit elkaar te houden. Hij hoeft ons niet eens te zien, om te weten wie er voor hem staat.’
Selma glimlacht. ‘Ja, jullie lijken echt allemaal heel erg op elkaar. En dragen jullie altijd hetzelfde?’
Ada lacht. ‘Dat komt soms wel eens voor, maar niet altijd hoor! Dat zou alleen maar saai zijn. Maar we hebben allemaal wel dezelfde smaak. En dat is soms ook wel handig, we hoeven nooit geen ruzie te maken over de kleren die we van elkaar aantrekken. Het ligt gewoon allemaal in een kast.’
Ze lopen dan weer samen terug naar de kantine. Ada legt uit, wat ze allemaal met haar pasje kan doen. En eenmaal in de kantine loopt Selma met haar pasje naar de balie, waar ze dan ook een maaltijd krijgt. Ze heeft best honger gekregen en als ze dan toch gratis eten kan krijgen, dan laat ze zich die kans niet voorbij schieten.
Roald ziet met genoegen, dat Selma zich wat te eten heeft gehaald en neemt dan afscheid van zijn collega’s en gaat weer aan het werk. Selma ziet hem vertrekken en stuurt hem een dankbare glimlach.
Als Roald weer op zijn kantoor zit, komt Ada zijn kantoor binnen gelopen.
‘Wat ben je eigenlijk van plan met haar, Roald?’
‘Oh, dat is eigenlijk heel eenvoudig, Ada. Zodra ik wist, wie ze was, heb ik me een plannetje uitgedacht. Ze wil heel erg graag een verhaal hebben, dat ze kan publiceren. Nou, ik wil haar best een verhaal geven, maar dan op basis van mijn regels. Ik wil positief in het nieuws komen, zodat STK me niet kan afschilderen als een harteloze man. Want ik heb al lang begrepen, dat STK het daar op wil gaan gooien. Ze hebben me vanmorgen weer opgebeld en gedreigd een verhaal te laten publiceren als ik mijn klachten niet zou versoepelen. En ik laat me niet chanteren, dat weet je goed!’
‘Oh, op die manier. En je zet dan meteen HRT in een goed daglicht, gratis reclame!’
‘Juist! Het zal betekenen, dat we haar enkele dagen moeten dulden, en ik ben ook van plan haar een keer thuis uit te nodigen.’
‘Ja, ik begrijp het. Maar dan moet je dat wel doen, voordat Jörg en Jensa komen. Je moet niet willen, dat zij in dit verhaal worden meegetrokken.’
‘Nee, natuurlijk niet. Ik wil haar maximaal 3 tot 4 dagen de tijd geven om hier een verhaal over te schrijven.’
‘Moet ik nog iets doen?’
‘Ja, het is jouw taak om haar hier binnen het bedrijf rond te leiden. Ik wil dat je een goede band met haar opbouwt. Wie weet kan ze in een later stadium nog nuttig voor ons zijn.’
‘Ik begrijp het. Dat kun je beter niet zelf doen, je weet heel goed, wat voor invloed je hebt op vrouwen! Ik denk dat Selma dat ook wel al gemerkt heeft en gehoord heeft.’
‘Ja, daarom juist. Jij bent juist daarom perfect daarvoor. Je weet alles van me af, en kan ook veel over me vertellen. Maar een ding mag ze niet doen, en dat is hier zomaar binnenlopen. Jij en Mimie moeten haar dan op haar plaats wijzen. Ze mag een afspraak maken voor een interview, en dan laten we haar iets wachten. Ik moet een beetje een ongrijpbaar imago krijgen, zodat ze zich volop in dit verhaal duikt.’
‘Dat imago heb je nu ook al, maar ik begrijp wat je er mee wilt. Goed, dan gaan we dat zo doen!’
Ada zoekt dan Selma weer op in de kantine, waar Selma net klaar is met haar lunch.
‘Heeft het gesmaakt, Selma?’
‘Ja, heel erg lekker! Is het eten hier altijd zo goed?’
‘Ja, Roald wil dat de mensen hier lekker en gezond eten. We hebben daarvoor extra een paar koks aangenomen, die rondom de klok maaltijden voor het personeel klaarmaken. We werken hier 24 uur per dag, dus dat is ook geen overbodige luxe. En dat kan wel erg duur lijken om koks aan te nemen voor het eten van ons personeel klaar te maken, maar we weten nu uit eigen ervaring, dat het rendabel is.
Ons personeel is gezonder, we hebben minder uitval door ziektes, en er is geen geknoei met broodtrommels en rotzooi. Doordat iedereen zijn maaltijden vanaf zijn werkplek op maat kan bestellen, hebben we ook haast geen afval doordat we haast geen eten weg hoeven te gooien.’
‘Dus jullie zijn ook nog eens heel verantwoord bezig!’
‘Dat zijn we toch al. We wekken onze eigen elektriciteit op, alleen de stroom in de productiehallen kunnen we niet zelf voorzien. Maar het hele kantoor en de verlichting in en om het pand komt van onze eigen zonnecellen. En we moedigen het personeel aan om met de fiets naar het werk te komen. Nu woont veel van ons personeel in Lidköping, dus dat is niet echt een probleem.’
‘Zijn jullie soms een modelbedrijf of zo?’
‘Nee, maar dat proberen we wel te zijn. We zijn een technologiebedrijf, gespecialiseerd in robotica. Door ons als ecologisch verantwoord te representeren willen we aangeven, dat met onze producten ook energiezuinig en kostenbesparend gewerkt kan worden.’
‘Klinkt logisch. Maar is het dan ook zo?’
‘We doen er alles aan om onze machines zo energiezuinig te maken. En dat lukt ons ook vrij aardig. We zijn nu marktleider op dat gebied. Onze concurrenten kunnen geen robots maken, die net zo energiezuinig zijn als de onze.’
‘Dat zou ik wel eens willen zien, hoe jullie werken. Misschien kan ik er wel een mooi verhaal van maken.’
Ada glimlacht. ‘Ik heb net met Roald gepraat, dat is schijnbaar ook zijn bedoeling. We zijn heel eerlijk en open in wat we doen, al moet u wel begrijpen, dat sommige technieken zo kostbaar en ingewikkeld zijn, dat ze verborgen moeten blijven voor onze concurrenten.’
‘Dat begrijp ik. Maar ik vind dit gewoon een heel bijzonder bedrijf. Ik heb, om eerlijk te zijn, nog nooit zoiets meegemaakt. Ja, ik krijg wel eens een kop koffie aangeboden, maar zo gastvrij ben ik nog nooit ergens ontvangen.’
‘We willen geen verkeerde indruk maken, en we kunnen wel goede publiciteit gebruiken.’
Selma zegt: ‘Vanwege de zaak met STK?’
‘Ja, dat is een voorname reden, maar het kan ook nooit kwaad om dit bedrijf in een goed daglicht te stellen.’
Selma glimlacht. ‘Jullie zijn inderdaad heel eerlijk en open. Dat bevalt me wel. Ja, ik denk dat ik hier wel een goed stuk over kan schrijven.’
‘Nou, daar zijn we blij om. Zal ik je een rondleiding door het bedrijf geven?’
‘Mag ik dan ook foto’s maken?’
‘Niet op de researchafdeling en ook niet van het productieproces. En als mensen problemen hebben om op de foto te komen, moet u die foto ook meteen wissen. Daarnaast hadden we graag dat u aan het einde van de dag ons de foto’s laat zien, voordat u vertrekt. Verder bent u vrij om foto’s te maken, waar u maar wilt.’
‘Dat is redelijk, gezien de aard van uw bedrijf. Goed, dan neem ik meteen mijn camera mee.’
Even later laat Ada haar het hele bedrijf zien. Selma is werkelijk verbaasd wat ze allemaal ontwikkelen en hoe gecompliceerd het allemaal is. Ze is werkelijk onder de indruk en maakt vele notities. Aan het eind van de rondleiding laat Ada haar ook nog een leeg kantoor zien.
‘Hier kun je je laptop neerzetten en kun je werken, zonder gestoord te worden. Het is voor ons wat aangenamer, als je dat werk niet zou doen in de kantine.’
‘Ow! Wat een luxe! Hartelijk dank!’
‘Als je nog vragen hebt, je weet me te vinden. Maar ik laat je nu weer alleen, ik heb nog een hoop te doen.’
‘Dat is goed en alvast bedankt voor de gastvrijheid! Dit is echt veel meer, dan ik gewend ben!’
‘Schrijf als dank maar een goed verhaal over ons, dat zouden we echt heel erg waarderen!’
‘Ik zal mijn best doen. Nog een klein vraagje, is hier ook wifi? Want dan kan ik op mijn laptop ook wat onderzoekwerk doen.’
‘Ik zal onze IT-afdeling naar je toesturen om dat te regelen. Komt in orde!’
Ada laat Selma dan alleen achter.
Selma gaat meteen achter het bureau zitten en belt met haar chef.
‘Hoi Leo! Je raadt het nooit! Ik ben nu in het bedrijf van mijnheer de Vries! Ze hebben me een gastenpas gegeven, waarmee ik zowat het halve bedrijf ik kan, ze hebben me zelfs een bureau gegeven, waar ik aan kan werken, en er is zelfs gratis eten in de kantine!’
‘O, goed werk! Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’
‘Gewoon volhardend zijn! Maar uiteindelijk heeft hij me zelf binnen gelaten. Maar het is hier bijna onwerkelijk! Die man wordt hier bijna als een God gezien! Echt, je hebt nog nooit zo’n bedrijf gezien. Zo mooi en netjes! En iedereen is vrolijk, en werkt hard. Ik mag hier zelfs foto’s maken, ik zal je er straks wel iets van sturen. Maar ik denk dat ik hier een goed verhaal over kan schrijven.’
‘Doe je best, Selma. Maar weet wel, dat ze je voor hun wagen spannen. Ik krijg hier net een stuk over mijnheer de Vries binnen, waarvan ik nog niet weet of ik het zal plaatsen. Het staat vol van insinuaties en het is niet eens heel goed geschreven. Daarin staat beschreven, dat mijnheer de Vries een harteloze man is.’
‘Nou, van wat ik tot nu toe heb gezien, klopt daar in ieder geval niets van. Wanneer wil je dat stuk gaan plaatsen?’
‘Ik weet nog niet eens of ik het laat plaatsen. Het kost me al weer een paar uur om alleen de taalfouten eruit te halen en er een fatsoenlijk stuk van te laten maken. En dan moet ik ook nog alle uitspraken, die erin staan nagaan. Het zal wel drie dagen duren, voordat ik het volledig heb.’
‘Hmm, dan denk ik ook wel hier klaar te zijn. Ik kan hier 4 dagen gewoon binnen lopen met mijn pasje en heb behoorlijk veel vrijheid. En dat ze me willen gebruiken voor hun eigen belang, dat wist ik al. Dat hebben ze ook gewoon ruiterlijk toegegeven.’
‘Zo? Interessant! Doe je best en hou me op de hoogte.’
‘Zal ik doen! Denk je dat het gepubliceerd zou kunnen worden?’
‘Hij is nog steeds nieuws, en hij staat verder niemand te woord. Dus als we als enige iets over hem kunnen publiceren, dan is dat zeker interessant voor ons. O en nog één ding! Je moet weten, dat een van zijn vrouwen zelf bij de Dagens Nyheter werkt. Ze schrijft daar de zaterdagcolumn!’
‘Oh ja! Dat is toch Ingrid Henstavsen? Ik lees dat altijd, ze is echt ontzettend goed!’
‘Ja, die is dat. Dat is haar meisjesnaam.’
‘Aha, dus daarom wisten ze al wie ik was! Ze zeiden al dat ze goede contacten hadden in de journalistiek!’
Ze hoort haar chef lachen. ‘Ja, ze zijn duidelijk niet van gisteren. Dus pas een beetje op met wat je doet, ze hebben heel snel in de gaten als je iets niet goed doet.’
‘Ik zal er voor waken, al moet ik toegeven, dat ik onder de indruk ben van zoveel vriendelijkheid. Maar ik spreek je later nog wel.’
Als Selma haar laptoptas uit haar auto wil gaan halen, die een eindje verderop geparkeerd staat, zegt haar de receptioniste: ‘Mevrouw Rakollen? Als u wilt, kunt u ook uw auto hier op het parkeer terrein parkeren. Met het pasje kunt u de slagboom laten open gaan. Parkeerplaats 38 is dan voor u.’
‘O? Da’s handig! Dus daar kan ik morgen ook gewoon parkeren?’
‘Ja, als u dat wilt. En als u met uw fiets komt, dan kunt u met het pasje ook het fietsenhok openen.’
‘Leuk! Maar aangezien mijn fiets 200 kilometer verderop staat, zal ik daar geen gebruik van maken. Maar wel leuk om te weten! Hartelijk bedankt!’
Selma haalt snel haar auto op en parkeert hem op de parkeerplaats. Het is een ruime parkeerplaats, maar er staan eigenlijk maar weinig auto’s op. Ze vraagt zich af, of die dan allemaal met de fiets zijn gekomen, want er zijn een hoop mensen binnen. Dan ziet ze een heel erg lang hok staan. Het is misschien wel bijna honderd meter lang met meerdere deuren erin. Als ze haar pasje bij de deur houdt, gaat de deur van het slot.
Ze doet de deur open en ziet tot haar verbazing meer dan honderd fietsen staan. Keurig netjes op een rijtje. Ze sluit de deur weer, die achter haar in het slot valt.
Ze zet dan haar laptop op haar bureau neer en maakt dan zelf een rondje door het bedrijf. Bij de researchafdeling, maar ook bij de productiehallen ziet ze detectiepoortjes staan. Ze loopt terug naar de receptie en vraagt: ‘Mag ik iets vragen? Waarvoor zijn die detectiepoortjes bij de research en de productie?’
‘Dat is om te voorkomen, dat er voorwerpen worden meegenomen uit het gebouw. Alles hier in het gebouw is gemerkt, aangezien we hier werken met vele bedrijfsgeheimen. Dat is om spionage te voorkomen.’
‘Werkelijk? Is het zo erg hier dan?’
‘Het is niet dat we onze collega’s niet vertrouwen, maar onze concurrenten niet. Echt alles is hier gemerkt! Je kunt hier niet eens een kladblaadje meenemen, zonder dat we erachter zouden komen.’
‘Echt? Dat meen je niet!’
‘Ook op een kladblaadje kan veel informatie staan, dat ons schade kan toebrengen!’
‘Dat is ook weer waar! Maar waarom dan?’
‘Omdat er erg veel geld mee is gemoeid, mevrouw. Als onze concurrenten onze geheimen zouden kennen, zouden vele uren research en ontwikkeling teniet gedaan worden.’
‘Ah, ik begrijp het. Maar dan snap ik niet, waarom ze mij dan zo vrij laten loslopen. Ik bedoel, ik ga een artikel over mijnheer de Vries en dit bedrijf schrijven. En ze geven me alle vrijheid!’
‘Die vrijheid is behoorlijk betrekkelijk, mevrouw. Ze laten u echt niet toe, op de plekken, waar u niet mag komen. En u heeft de huisregels al gekregen, daar staat precies in, wat wel mag en wat niet mag. Ik durf te wedden, dat u niet naar buiten komt, voordat u heeft laten zien, wat u die dag gemaakt heeft aan foto’s, maar ze zullen ook uw informatie willen inzien.’
‘Ja, dat is dan ook wel weer zo. Nou ja, ik had het slechter kunnen treffen. Waar krijg je nog zulk lekker en gezond eten voor niets bij het werk?’
‘Dat klopt, maar ook dat maakt deel uit van de veiligheidsregels. Als men geen broodtrommels meeneemt, kan men er ook niets mee naar buiten smokkelen, mocht dat al mogelijk zijn!’
‘Aha, dus dat is ook een reden, waarom ze hier voor iedereen eten serveren!’
‘Ja, natuurlijk! Maar dat is niet de enige reden.’
‘Ja, dat hebben ze me al verteld. Maar niet over die veiligheidsregels. Nou ja, zo belangrijk is het nu ook weer niet.’
Selma loopt dan weer rond door het gebouw. Ze praat met diverse mensen en stelt ze een hoop vragen. Hierdoor krijgt ze al snel een goed idee hoe het bedrijf daar werkt. Een ding is ook al snel duidelijk, Roald is een goede baas, maar hij kan ook heel erg streng zijn. Ze krijgt al snel het idee, dat je inderdaad niet met hem moet sollen. Maar het valt haar op, dat ze maar heel weinig negatieve geluiden over Roald hoort. En als ze die al hoort, zijn ze wel zo onbenullig, dat ze niet eens de moeite waard zijn om op te schrijven.
De eerste dag is voor Selma voor een van verbazing. Het bedrijf loopt soepel en gestructureerd. En het is meer dan duidelijk, dat de mensen daar met enorm veel plezier en enthousiasme werken. Maar het is vooral Roald, die overal met kop en schouder bovenuit steekt. Ze heeft geprobeerd hem te kunnen spreken, maar ze werd tegengehouden door de twee secretaresses, ze moest maar een afspraak maken, Roald had het heel erg druk. Een beetje verbaasd heeft ze dan maar een afspraak voor morgen gemaakt, daar had Roald nog wel een gaatje. En hoe meer ze over Roald hoort, hoe nieuwsgieriger ze naar hem wordt. Ze wil absoluut meer over hem te weten komen. Hij lijkt zo ongrijpbaar en toch zo dichtbij. Ze wordt er bijna gek van!
Als ze weer op haar kamertje in het pension zit, blijven haar hersenen maar malen. En werken op haar laptop kan ze niet, die heeft ze achter moeten laten op het bedrijf, allemaal in het belang van de bedrijfsgeheimen.
Maar haar fotocamera heeft ze wel mee mogen nemen, maar natuurlijk pas nadat ze de foto’s, die ze gemaakt had, had laten zien. Dan pakt ze zich op. Ze moet meer over Roald te weten komen. Ze besluit dan maar om hem bij zijn huis te gaan bespioneren.
Normaal doet ze zoiets nooit, maar nu weet ze zich geen raad meer met zichzelf. Ze besluit te voet te gaan, om niet zo op te vallen. Na een lange wandeling van bijna een uur komt ze aan bij het huis. Ze weet al uit de vorige dagen, dat het niet gemakkelijk is om binnen de omheining te kunnen kijken. Tot ze een met klimop bedekte boom ziet, waar ze vrijwel helemaal uit het zicht over de tuin kan kijken. Met veel moeite klimt ze erin, kijkt nu over de tuin naar het huis heen.
Opeens hoort ze stemmen vlakbij en ze maakt zich zo klein mogelijk, want ze herkent duidelijk de stem van Roald. De stemmen lijken voorbij te lopen, maar ze schrikt zich een hoedje, als ze plotseling hoort: ‘Selma, ik denk dat je maar beter uit die boom kunt komen. Die tak waar je op zit, is dood en zou ieder moment kunnen afbreken.’
Haar hart sloeg toch minstens een aantal hartslagen over, als ze Roald onder aan de boom hoort. Hevig blozend laat ze zich dan zien en klimt beschaamd naar beneden. Roald doet echter of er niets aan de hand is.
‘Als je mijn huis van dichtbij wilt zien, moet je gewoon even aanbellen. Zo moeilijk is dat toch niet, of wel?’
Selma durft Roald amper aan te kijken. De hele dag heeft ze hem amper kunnen zien, en nu staat hij gewoon tegenover haar en heeft haar ook nog eens betrapt bij het begluren van zijn huis. Ze stamelt: ‘Sorry, beroepsgewoonte!’
Roald glimlacht, hij heeft haar precies waar hij haar wil hebben.
‘Nu je toch hier bent, kom toch gewoon even mee naar binnen. We hebben net de grill aangestoken, zin om mee te eten?’
Selma probeert een smoes te verzinnen, maar ze voelt een lichte dwang in zijn stem, die ze niet kan negeren. Toch probeert ze er onderuit te komen.
‘Uhm, ik moest eigenlijk maar weer terug naar huis gaan. Het is nog een heel eind lopen!’
‘Ach wat, ik breng je straks wel weer naar je pension. Je zal nog wel geen avondeten hebben gehad, of wel?’
Nu kan Selma echt geen excuus meer verzinnen, want haar maag knort inderdaad wel. Ze knikt en loopt dan met Roald mee. Bij het betreden van het erf, worden ze onthaalt door twee keffende honden, die lichtjes grommen naar Selma.
‘Eva, Zack! Af! Goed volk!’
De honden worden meteen rustig en lopen met Roald mee, waarbij ze dingen om zijn aandacht. En Roald geeft ze ook ieder net zo veel aandacht. Roald brengt Selma naar de grillhut, waar Ester, Ingrid en Ada buiten van de zon zitten te genieten.
Ada roept: ‘Waar heb je nu weer Selma gevonden, Roald?’
‘Oh, die zat in die oude berkenboom, je weet wel, waar de klimop omheen zit. Ze wilde het huis eens wat beter bestuderen. En daarom heb ik haar maar even meegenomen, kan ze het van dichtbij zien.’
‘Goed idee! Die boom is toch zo goed als rot? Je zou die boom moeten kappen, straks valt hij nog op de omheining!’
‘Ja, dat kon ik misschien wel eens dit weekend doen.’
‘Blijft Selma ook eten?’
‘Ja, ik heb haar uitgenodigd. Ze had nog niets te eten gehad en ze heeft zelfs dat hele stuk vanaf haar pension naar hier gelopen. Ik kon het haar niet aandoen om met honger terug te laten lopen, of wel?’
Selma staat er maar verlegen bij. Normaal is ze dat absoluut niet, maar in de nabijheid van Roald voelt ze zich net weer een klein meisje, dat heimelijk verliefd is op de buurjongen.
Blozend stelt ze zich voor aan Ester en aan Ingrid, waarbij Ingrid meteen haar interesse heeft, omdat ze een collega is.
‘Verontschuldigt me, als het ongepast is, maar mijn chef vertelde me, dat u de schrijfster bent van de zaterdagcolumn in de Dagens Nyheter? Bent u werkelijk Ingrid Henstavsen?’
Ingrid glimlacht en zegt: ‘Ja, dat ben ik. U kent mijn werk?’
‘O ja, ik ben een groot fan van uw column! Het is voor mij en vele collega’s een voorbeeld geworden. U zou delen van uw column moeten uitgeven in een boek! Ik zou het absoluut gaan kopen!’
‘Misschien niet eens zo’n gek idee. Ik zal het eens overwegen. Maar vertel me eens, wat brengt jou eigenlijk naar hier? Je bent behoorlijk volhardend. Al je andere collega’s hadden de moed al lang opgegeven!’
‘Nou ja, ik zag hier een goed verhaal in. Iedereen wil weten wat er nu precies gebeurd is met STK, want dat is nu een groot schandaal aan het worden. En aangezien jullie de betrokken tegenpartijen zijn, is het voor ons natuurlijk heel interessant om te weten wat er nu precies gebeurd is.’
‘Maar daar heeft toch al een heel stuk van in de Dagens Nyheter gestaan, met het hoe en waarom?’
‘Ja, maar de mensen willen ook de achtergronden weten. Ik wil weten, waarom het zo belangrijk voor jullie is, en waarom jullie zo vasthoudend zijn. Want ik hoor aan alle kanten berichten, dat jullie zo boos op STK zijn, dat jullie het bedrijf willen vernietigen. En dat ten koste van hun werknemers!’
Roald neemt dan het woord en zegt: 'Dat mag je rustig weten, Selma. Het is alleen, dat niemand op het idee is gekomen om het me op een rustige en nette manier te vragen. Als je me ongevraagd een microfoon onder mijn neus houdt, ja, dan ga ik natuurlijk niet antwoorden. Er zijn ook nog zoiets als fatsoenregels, of niet dan? En jij legt keurig netjes uit, waarom je het wilt weten, en dan krijg je ook antwoorden.’
Selma weet niet meer hoe ze het heeft. ‘Maar waarom ik wel, en de rest niet?’
‘Zoals ik al zei, je gedraagt je netjes, niet opdringerig. Noem het een gevoel, iets zegt me, dat ik jou wel kan vertrouwen. Daarom laat ik dit ook allemaal toe en laat je ook daarom vrij door het bedrijf lopen.’
‘Nou ja, vrij rondlopen? Wel met een hoop beperkingen! Ik begrijp het wel, jullie willen er zeker van zijn, dat ik niet per ongeluk of ook bewust bedrijfsgeheimen ga publiceren. Maar waarom is jullie veiligheid zo streng?’
‘Weet je hoeveel het kost om een nieuwe robot met zulke geavanceerde technieken, als wij gebruiken, te ontwikkelen?’
‘Nee, ik heb echt geen idee!’
‘Van ontwerp naar de eerste productie, afhankelijk van het soort robot, tussen de 50 miljoen en 150 miljoen kronen.’
Selma fluit eens door haar tanden. ‘Zoveel? Ja, nu begrijp ik dat wel! Zijn die dingen daarom zo duur?’
‘Ja, ze moeten tot op de duizendste millimeter nauwkeurig kunnen zijn, en dan ook nog op hoog tempo kunnen werken. En onze robots kunnen dat allemaal. Vanaf de kleinste robot, die we maken, tot de grootste. Als je zin hebt, kun je morgenmiddag met me mee. Dan gaan we naar een klant van ons, die graag een nieuwe robot erbij wil hebben. Dan kun je zien hoe zo’n ding werkt en hoe tevreden onze klanten over onze robots zijn.’
‘Oh, graag zelfs!’
‘Maar hoe zit dan nu met STK?’
‘Het is heel eenvoudig, Selma. Die grond, waar dat bos op stond, heb ik door ruil verkregen. Ik heb hier in de buurt flinke stukken grond geërfd van mijn overgrootmoeder, die hier in dit huis heeft gewoond. En de gemeente wilde dit stukken grond graag hebben, maar we konden het niet eens worden. Uiteindelijk hebben ze die grond geruild met een heel groot stuk bos. En daarmee ben ik akkoord gegaan.
Maar ik heb plannen met dat gebied. Het is oorspronkelijk een loofbos geweest, maar door een flinke bosbrand is dat vernietigd en zijn er dennenbomen voor in de plaats gekomen. En dat wilde ik geleidelijk weer herstellen. Daarvoor had ik aangevraagd om een stuk te mogen kappen, zodat het herplant kon worden met loofbomen.
Nu is dat behoorlijk duur, dus daarom wilde ik dat in fases doen. Ik had met STK afgesproken, dat ze maximaal 15 hectare mochten kappen. Dat moesten ze ook herplanten, maar ik heb laten opnemen, dat ik de keuze zou hebben in wat voor bomen ze zouden aanplanten. Maar enkele weken geleden kreeg ik van iemand te horen, dat STK het helemaal niet zo nauw nam met hun contracten, dus ben ik daar gaan kijken. Ik schrok me werkelijk kapot toen ik zag, hoe grote vlakte mijn bos nu in een keer was. In plaats van 15 hectare te kappen, hadden ze meer dan 39 hectare gekapt. Dat is meer dan het dubbele! Je kunt dus wel begrijpen, dat ik behoorlijk boos was. Ik heb dan ook meteen aangifte tegen STK gedaan en heb ze gesommeerd meteen van mijn grond te vertrekken. Dat is in het kort het hele verhaal.’
‘Ja, dat heb ik ook zo gelezen. Daar is dus echt niets nieuws over te vertellen? Maar waarom zijn jullie zo vasthoudend en proberen STK te vernietigen? Want dat is wat ik hoor!’
‘Dat ligt aan de manier, waarop ze ons behandeld hebben. Ze hebben ons werkelijk schandalig behandeld en als ik zelf niet achter gekomen was, dat ze meer gekapt hadden, dan overeengekomen, dan zouden ze zelf 50 hectare gekapt hebben, want voor zoveel hadden ze een vergunning voor gekregen.’
‘Aha, dat staat dan weer niet in die artikelen! Maar vind je het dan niet erg voor het personeel van STK?’
‘Ja, heel erg zelfs! Maar vreemd genoeg steunt het hele personeel van STK ons. Op ons advies zijn ze te rade gegaan bij hun vakbond en zijn ze nu in staking. Want anders zouden ze nu helemaal geen inkomen hebben, omdat de hele boekhouding van STK in beslag is genomen. En aangezien wij niet van plan zijn om toe te geven, probeert STK ons overal maar waar ze kunnen zwart te maken.’
‘En daar hebben jullie mijn hulp weer bij nodig!’
‘Ja, zo is het precies. Want het is echt niet waar, dat we het personeel niet willen helpen, maar we zijn vooral boos op de mensen, die opdracht hebben gegeven om ons te bedriegen en die ons bedreigen. Want dat hebben ze ook al geprobeerd. Ze proberen van alle kanten druk te zetten door hun contacten. Maar die laten weer snel afweten, als ze te horen krijgen, wat er werkelijk aan de hand is. En daarnaast ken ik ook nog wel een aantal belangrijke mensen, die me graag willen helpen.’
‘En dat zijn?’
‘Dat ga ik je niet vertellen, Selma. Net als jij ben ik zuinig op mijn contacten. Als ik hun namen zou noemen, zou ik misschien enkelen in diskrediet kunnen brengen. En denk je dan dat ze mij dan nog eens ooit zouden willen helpen? Dus dat ga ik dan ook niet doen.’
‘Nee, daar heeft u gelijk in. Maar ik vraag me af, waarom u niet eerder een interview heeft gegeven. U had daar toch al gelegenheden genoeg voor gehad!’
‘Ik stel veel waarde aan fatsoensnormen. Dat zal je ook wel bemerkt hebben op het bedrijf. En dat werkt ook goed, als men zich maar aan die normen houdt. En zoals ik straks al zei, jij bent de enige, die zich redelijk fatsoenlijk heeft gedragen, op natuurlijk zojuist die boom na dan.’
Selma bloost weer even en zegt: ‘Nog excuses daarvoor. Maar deze hele zaak intrigeert me zo, het laat me niet echt met rust. En ik ken mezelf, als ik geen rust kan vinden, dan ga ik net zo lang door, tot ik die rust wel kan vinden.’
Ingrid glimlacht en zegt: ‘Zoals een goede reporter ook doet, Selma. Ik ken dat nog wel uit mijn tijd, dat ik de baan op moest voor een verhaal. Maar ik heb geluk gehad, doordat ik de column op zaterdag mocht overnemen. Maar ja, ik moest ook onderaan beginnen, net als jij.’
‘Ik mag hopen, dat ik ooit eens zo goed wordt, als jij! Jouw stukken zijn echt heel erg goed! Het verbaast me eigenlijk, dat je afgelopen jaar nog niet in aanmerking bent gekomen voor een prijs.’
‘Ik mag het eigenlijk nog niet vertellen, maar ze willen me dit jaar wel voordragen voor “De Viking”. Maar nog mondje dicht!’
‘Ja, natuurlijk. Maar eerlijk! Je verdient het ook! Je bent echt heel erg goed!’
‘Dank je. Ik doe er ook mijn best voor. Maar ik heb er natuurlijk ook tijd genoeg voor. Ik kan hier vanaf thuis mijn werk doen en ik heb nog een heleboel contacten, die me een hoop informatie kunnen aanleveren.’
‘Maar dan nog! Wat je schrijft, dat klopt ook. Je doet gedegen onderzoek en ik verbaas me er altijd weer over, hoe je het voor elkaar krijgt iedere week weer een nieuw onderwerp aan te snijden. Ik vond vorig jaar dat artikel over die zwerfhonden heel erg goed.’
‘Ja, sommige mensen gaan echt schandalig met hun dieren om. Onze honden hebben we ook langs de kant van de weg gevonden. Een man had die als pups in een vuilniszak uit het raam geworpen. Gelukkig zag Roald dat, en heeft die pups meegenomen en heeft de politie gewaarschuwd. En sindsdien zijn die pups nu onze honden. En dat was voor mij meteen ook de inspiratie om dat stuk te schrijven.’
‘En hoe wist je, dat ABBA nog een keer zou optreden? Jij wist het al veel eerder, dan wie dan ook!’
‘Omdat we ze ook persoonlijk kennen. Het is een leuk verhaal, hoe we ze ontmoet hebben.’
‘Ow? Vertel!’
‘Dat is nu alweer 20 maanden geleden. Roald was op het idee gekomen om ons alle drie te vragen met hem te trouwen. Hij wist, dat het wettelijk allemaal niet kon, maar hij wilde ook niemand van ons kwijtraken. En hij wilde er wel iets bijzonders van maken.
Nu had hij via via een telefoonnummer gekregen van Björn. Roald had hem gevraagd of hij er niet bij zou willen zijn, als hij zijn aanzoek ging doen. En hij stemde daarmee in. Nu had Roald buiten ons medeweten ook nog onze ouders uitgenodigd in het ABBA hotel, in Stockholm.
Maar wat hij zelf niet wist, is dat Björn de rest van ABBA bij elkaar getrommeld heeft om ons de verrassing van ons leven te geven. De verrassing was dan ook heel erg groot, toen bleek, dat we een klein privé concert van ABBA kregen. En zo hebben we ze leren kennen. Ze komen nog wel eens af en toe op bezoek, als ze hier in de buurt zijn. Of ze komen om eens met ons zeilschip mee te varen en dan logeren ze hier ook wel eens een paar nachten.’
Selma is met stomheid geslagen. ‘Ik kan me wel voorstellen, dat ze hier wel eens blijven logeren. Je hebt hier veel privacy. Je zou nooit weten, dat ze hier wel eens zouden overnachten.’
‘Maar dit blijft toch wel onder ons, Selma?’
‘Ja, natuurlijk! Ik weet heus wel, wanneer ik iets geheim moet houden en wanneer niet! Als hier al iets over schrijf, dan schrijf ik hoogstens dat jullie bekende landgenoten eens op bezoek hebben gehad.’
‘Ja, dat kun je doen. Dat is namelijk ook wel eens gebeurd. Dan zeg je de volledige waarheid.’
Roald zegt: ‘Ik geef er niets om, dat je een verhaal over ons schrijft, maar ik zou wel willen, dat er zo min mogelijk namen genoemd worden. Ik heb vele vrienden, die er echt niet om staan te springen om in de krant genoemd te worden. Die blijven liever op de achtergrond. Of komen liever met hun eigen dingen in beeld.’
‘Ja, ik begrijp heel goed wat u bedoeld. Ik zal u dat stuk ook nog laten lezen, voordat het geplaatst wordt.’
Ingrid zegt: ‘En kunnen we er dan ook vanuit gaan, dat het stuk dan ook zo geplaatst wordt, zoals wij het dan lezen en goedkeuren?’
‘Dat wordt iets moeilijker, maar dat moet ook wel te regelen zijn. U weet hoe het werkt, het stuk gaan naar de redactie en die passen het aan.’
‘Ja, maar ik weet ook, dat je als reporter op je strepen kunt staan, dat ze het verhaal niet mogen veranderen.’
‘Maar dan kunnen ze besluiten het stuk niet te plaatsen!’
‘Ja, dat kan. Maar dat doen ze niet zo gauw. Je moet als reporter ook voor je bronnen op durven te komen, Selma!’
‘Ik kan niet meer beloven, dat ik mijn uiterste best zal doen, om het stuk, dat jullie gelezen hebben en goedgekeurd hebben, zo veel mogelijk in tact te laten. Meer kan ik echt niet beloven!’
Ingrid knikt naar Roald, het is een acceptabele deal. Roald zegt dan: ‘Goed, onder die voorwaarden gaan we akkoord. Hoe lang heb je de tijd om je artikel te maken?’
‘Ongeveer drie dagen. Ik zal eerlijk tegen u zijn, er ligt nu een artikel bij mijn redacteur, dat gaat ook over u. En dat zal behoorlijk minder fraai zijn, dan wat ik zal schrijven. Ik weet dat het nog nergens anders is aangeboden, maar langer dan drie dagen kan mijn redacteur het niet rekken. Dan hoop ik ook helemaal klaar te zijn met mijn artikel over u en uw bedrijf.’
‘En waarom wil uw redacteur dat zo lang tegenhouden?’
‘We willen serieus nieuws brengen, mijnheer de Vries. We krijgen dagelijks vele artikelen aangereikt van over het hele land, maar slechts een klein gedeelte haalt echt de kranten. En mijn redacteur zei me, dat het echt heel erg slecht geschreven is. Maar u bent nieuws, dus er is wel vraag naar.’
Roald denkt even na en zegt dan: ‘Bel uw redacteur maar op en zeg hem, dat hij dat stuk rustig mag plaatsen. Maar ik heb een heel nieuw voorstel voor u. U kunt uw artikel over mij en mijn bedrijf nog veel groter maken. Wat dacht u van een reportage over mij, waarbij u me enkele dagen bijna 24 uur per dag zal volgen.
Dan maakt u van dichtbij mee, hoe ik werk, wat ik allemaal doe, en hoe ik in het dagelijks leven werkelijk ben. U bent van ’s morgens, als ik opsta, tot ’s avonds, als ik naar bed ga, bij me en tekent dan het leven op, zoals ik het leef. Er zijn natuurlijk wel beperkingen, geen foto’s van mijn vrouwen en kinderen, die hoeven niet in beeld te komen. Details van contracten worden niet opgenomen in uw aantekeningen, en als mensen bezwaar maken tegen uw aanwezigheid, dan vertrekt u zonder morren en wacht tot ik weer terug ben.’
Ingrid zegt: ‘Roald, weet je zeker dat je dit wilt?’
Roald kijkt Ingrid aan en zegt: ‘Ja, wat kan ik anders doen. Als STK me op die manier kapot wil maken, dan mag ik toch wel proberen om dat beeld te weerleggen. En dan krijgen ze ook meteen een idee over hoe vuil STK het spel wil spelen, want ik heb met Dosberg en de advocaat van STK ook nog een vergadering. En die reporter, die we in Östersund hebben ontmoet, die heeft ook al weer gebeld, hij had nog meer nieuws over STK en wilde me nog een keer spreken. Dus ik wil de schrikreactie van de advocaat van STK eens zien, als hij merkt, dat er een reportage over mij gemaakt wordt.’
Ingrid begint te lachen. ‘Ze zullen snel ontdekken, dat het echt beter is, om jou niet boos te maken. Je zal bijna geen vlieg kwaad doen, maar als je boos wordt, en dat is meestal als ze aan ons komen, of je groot onrecht wordt aangedaan, dan kun je je maar beter bergen of overgeven. Want je stopt echt niet, voordat je je weer in je recht gezet voelt.’
Selma zegt: ‘Hoe bedoel je dat, Ingrid?’
‘Precies zoals ik het zeg. Roald krijg je echt niet snel boos, hij is de vriendelijkheid zelf, en nooit te beroerd om iemand te helpen. Dat is ook de reden, waarom hij ook zo veel vrienden heeft. Ook zakelijk gezien. Maar als je Roald tegen je hebt, dan zal hij echt alles uit de kast halen om zijn doel te bereiken. Niemand kan hem dan doen stoppen, ook wij niet. Het is niet, dat hij geweld gebruikt, maar hij zal wel alle middelen gebruiken, die tot zijn beschikking staan om te bereiken wat hij wil. En dat kan betekenen, als STK zo door gaat, dat Roald niet eerder stopt, totdat de beide heren, om wie het werkelijk gaat, geruïneerd zijn. En geloof me, tot nu houdt hij zich echt heel erg in.’
‘Maar kan dat ook niet tegen hem werken, Ingrid?’
‘Ja, misschien wel. Maar Roald heeft niet voor niets in korte tijd zoveel bereikt. Maar hij kan dat op een heel goede manier brengen, dat zal je nog wel merken.’
Roald glimlacht en zegt: ‘Het is niet zo, dat ik er echt op uit ben om die twee mannen echt te gronde te richten. Maar als ze echt doorgaan, ja, dan zou dat wel eens kunnen gebeuren. Ik laat me door niets en niemand op mijn kop zitten, als ik meen, dat ik in mijn recht sta. Je moet van goede huizen komen, om me dan van mijn pad te laten afwijken. Maar ik weet ook heel goed waar mijn grenzen liggen, en dat is ook mijn voordeel. Ik weet van mezelf hoever ik kan en wil gaan.
Ik denk meerdere stappen vooruit, zoals in een schaakspel. Voor elke drie stappen, die mijn tegenstander gepland heeft, heb ik al 15 andere in de planning.’
Selma lacht. ‘Oef, dan zou ik je niet graag als tegenstander hebben. Kun je trouwens schaken?’
‘Ik heb het vroeger wel eens gedaan, maar al jaren niet meer. Misschien moet ik het maar weer eens oppakken.’
‘Misschien moest u dat maar eens doen. Maar als u het niet erg vindt, bel ik nu meteen even met mijn redacteur. Ik wil weten wat hij van uw voorstel vindt.’
‘Oké, ik hoor het wel. Maar niet te lang wegblijven, het vlees is bijna gaar!’
Selma lacht en loopt even weg van de grillhut. Ze belt met haar redacteur en overlegt met hem over Roalds voorstel.
De redacteur is werkelijk onder de indruk. ‘Zo! Die man heeft werkelijk ballen! Zichzelf zo bloot geven, dat is nogal wat! Maar ik heb misschien een ideetje, maar daar moet ik nog wel even een belletje doen. Ik bel je over een half uur terug.’
‘Oké, tot straks!’
Selma gaat weer terug naar de grillhut en zegt: ‘Ik moest van mijn redacteur zeggen, dat u ballen heeft. Hij was diep onder de indruk. Maar hij had nog een ideetje, ik heb geen idee wat, maar hij zou me over een kwartier terug bellen.’
Ze gaan dan maar eten, en ongeveer een goed uur later belt de redacteur naar Selma terug.
‘Selma, ik heb net even gesproken met Frans Dahlmann over het voorstel van mijnheer de Vries. Dit verhaal is veel te goed voor in de krant. Wat zou je er van denken, als je er een televisiereportage van zou mogen maken?’
‘Wat? Meen je dat serieus? Maar dat zou ik toch eerst even aan mijnheer de Vries moeten vragen. Dat is natuurlijk weer heel wat anders, dan een normale reportage!’
‘Ja, doe dat. Ik hoor wel wat hij ervan vindt. Als hij het niet wilt, dan gebeurt het ook niet, maar het zou voor hem en vooral voor jou een uitgelezen kans zijn!’
Selma moet ervan blozen. ‘Ik bel je ze snel mogelijk weer terug! Ik ga dit even overleggen.’
Selma loopt weer terug naar de grillhut en zegt: ‘Mijn redacteur heeft weer terug gebeld. Hij kwam met een heel serieus voorstel, dat nogal wat inhoudt. Hij stelt voor om er een televisiereportage van te maken, ten minste als u dat goed vindt!’
Daar schrikt Roald toch wel een beetje van. Eigenlijk weet hij niet zo goed wat hij hiermee nu moet doen.
‘Oei, dat is heel wat anders, dan ik in gedachten had, Selma. Als ik dat zou doen, zou letterlijk mijn hele leven op straat komen. En dat is ook weer niet de bedoeling. In de krant kan ik dan nog steeds een beetje anoniem door het leven gaan.’
‘Als u het echt niet wilt, dan gebeurt het ook niet, maar het zou u wel een perfecte gelegenheid bieden om uw bedrijf te promoten, maar ook te tonen, dat u niet de man bent, die STK beweert te zijn. En voor mij zou het een enorme kans zijn, want het zou voor mij een grote doorbraak kunnen worden. Misschien kan ik dan wel meer televisiereportages gaan maken! Maar voor mij hoeft u dat niet te doen, u moet zelf willen.’
‘Hier moet ik even heel goed over nadenken, Selma. Zoiets beslis je niet in een paar minuten. Ik heb een gezin, waar ik aan moet denken. Vrienden, collega’s, het bedrijf, mijn klanten, ze raken allemaal betrokken. Daar kan ik niet lichtzinnig besluit over nemen!’
‘Dat begrijp ik. Neem uw tijd, dan bel ik mijn redacteur op, dat u er ten minste over nadenkt. Dat zal hij ook wel begrijpen.’
‘Ja, doet dat maar. Ik moet hier echt even rustig over nadenken.’
‘Dat moet u ook zeker doen. Weet u wat, bespreek dat even met uw gezin, dan loop ik lekker weer terug naar mijn pension. U hoeft me niet te brengen, ik ben ook alleen hier gekomen, dus ik kan ook wel alleen terug.’
‘Weet je het zeker? Ik heb je zo gebracht!’
‘Nee, het lukt wel. Bedankt voor het eten, en sorry dat ik de sfeer een beetje verpest heb.’
‘Maak je daarover geen zorgen, Selma. Ik bel je zo snel mogelijk op, als ik een besluit genomen heb.’
‘Dat is goed. Dan wens ik jullie nog een prettige avond toe!’
Selma groet iedereen en loopt dan weg.
Roald, Ester, Ingrid en Ada zitten even sprakeloos tegenover elkaar. Roald zegt: ‘Wat moet ik daar toch nu mee aan?’
Ester zegt: ‘Ik denk dat je het gewoon moet doen. Laat ze je maar 24 uur per dag volgen. We zijn al eens meer in het nieuws geweest, met foto’s en alles erbij. Mensen hebben toch een oordeel over ons, of ze ons nu kennen of niet. Het enige wat je kunt doen, is ze hun oordeel te laten herzien.’
‘Ja maar, ik wil eigenlijk niet, dat jullie met die hele zaak ermee ingetrokken worden!’
‘Dat is eigenlijk al gebeurd, Roald! Dus wat maakt het dan nog uit? Ik zou alleen heel goede afspraken maken met hun over wat mag en wat niet mag.’
Ingrid zegt: ‘Ik ben het eigenlijk wel met Ester eens. Als je echt wilt, dat je een goede zet wilt maken tegen STK, dan laat je ze die reportage maken. Laat ze maar eens zien, wat voor man je werkelijk bent. Achter woorden in een krant kun je je verschuilen, maar op televisie kan je dat maar amper!’
‘Dat kan allemaal wel zijn, maar om dan ook maar gelijk ons gezinsleven openbaar te maken? Je weet hoe sommige mensen al over ons denken, omdat we met elkaar getrouwd zijn.’
Ester zegt strijdvaardig: ‘Reden te meer om het te doen, Roald! Ze mogen van mij best zien, dat wij maar een heel normaal gezin zijn, ook al is onze situatie buitengewoon. Misschien zijn we dan wel eens voorgoed af van die vooroordelen.’
‘En voor hetzelfde geld zijn er nog meer mensen, die slecht over ons gaan denken, Ester. Moeten we dat willen?’
‘Maakt het dan zoveel uit, Roald? Ook als je het alleen in de krant zou gaan doen, dan nog kun je niet voorkomen, dat er mensen zo over ons gaan denken. Dan kun je beter laten zien, dat het echt niet zo heel vreemd is, wat we hier doen.’
Roald laat het zich even bezinken en zegt: ‘Nou ja, ik denk dat je gelijk hebt. Maar dan moeten we het wel allemaal eens zijn, dat we dit gaan doen.’
Ester zegt: ‘Ik ben voor! Wat vind jij, Ingrid?’
‘Ik ben ook voor! En jij, Ada?’
‘Ik sta er eigenlijk niet op te springen om zo op televisie te komen, maar ik ben het wel met Ester eens. Dus ik ben ook voor.’
Roald glimlacht. ‘Nou, dan gaan we het maar doen. En ik denk dat niemand van ons echt staat te springen om zo op televisie te komen, maar ik denk dat het inderdaad beter is om te doen.’
‘Bel je meteen Selma op, of wacht je tot morgen?’
‘Ik bel haar morgen wel op. We moeten nu ook weer niet te gretig klinken, of wel?’
‘Dat is ook weer zo. Maar ik ben nu wel even wat gretig op iets anders, Roald!’
Roald ziet de ondeugende glimlach bij Ester op haar gezicht.
‘Oh, maar ik kan me wel indenken, wat dat is! Maar dan kunnen we maar beter misschien ons gaan verplaatsen naar de slaapkamer of denk ik dan verkeerd?’
De andere twee zussen lachen en Ester zegt: ‘Volgens mij ben ik niet de enige met die gedachte, Roald. Dus zullen we maar meteen?’
Glimlachend lopen ze gearmd naar hun slaapkamer. Waarbij zich de drie zussen om de lippen van Roald verdringen. Dat is niet voor het eerst, maar ook nu zorgt Roald ervoor, dat geen van de drie te kort krijgt. En hij weet heel goed, met wie hij als eerste de liefde zal bedrijven. Gisteren was die eer aan Ada, dus is nu Ester de gelukkige. Samen belanden ze als eerste op het bed, terwijl ze hevig met elkaar zoenend. Hun tongen zijn in elkaar verstrengeld, terwijl Ester hem stevig tegen haar aan drukt. Even verbreekt ze hun zoen en zegt:
‘Roald, zou je me vandaag alleen maar willen neuken, zonder je handen te gebruiken? Niet dat het erg is, maar ik heb vandaag behoefte aan lekkere ruige en harde seks! Ik ben al sinds vanmiddag geil, en wil je gewoon lekker hard in me voelen!’
Roald knikt en voldoet maar wat graag aan haar wens. Hij gebruikt zijn handen niet, maar dat weerhoudt hem er niet van zijn tong te gebruiken om Ester lekker nat tussen haar benen te krijgen.
Niet dat het echt nodig is, want Ester had niets te veel gezegd, ze was echt al de hele dag geil. En nu ze ook nog de vaardige tong van Roald voelt, is het hek van de dam. Ze krijgt al meteen een lang en spetterend orgasme, waarmee haar hele lichaam verkrampt en ze met haar benen Roald stevig vastklemt, zodat hij amper los kan komen. Hij kan nog maar net ademhalen, maar geniet wel mee van het orgasme van Ester.
Langzaam begint haar greep op Roald minder te worden, waardoor hij zich kan bevrijden. Hij kruipt weer naar boven, wetende dat Ester nu het liefste een zoen krijgt. Vol liefde en genegenheid kust hij haar en Ester krijgt bijna tranen in haar ogen, omdat Roald haar zo goed aanvoelt. Zijn liefde voor haar is bijna tastbaar en nu ze nog nageniet van haar orgasme, voelt het nog emotioneler voor haar.
Maar al snel worden haar gevoelens nog intenser, als Roald zijn pik in haar grotje laat glijden. Het is waar ze al de hele dag op gewacht heeft. En Roald voldoet aan haar wens om ruige en harde seks te hebben. Meedogenloos beukt hij in haar kutje, dat brandt van geiligheid. Dan voelt Ester haar orgasme al weer aankomen. Als een vuurspuwende vulkaan overspoelt haar een heerlijk gevoel vanuit haar binnenste en haar hele lichaam verkrampt, terwijl ze het uitkermt van genot. Het orgasme is zo intens, dat ze geen benul heeft van tijd en plaats. Zelfs Roald is ze voor een klein moment vergeten. Maar al snel komt ze weer tot haar positieven, en klemt zich stevig aan Roald vast, die haar nog steeds neukt, en zijn tempo opvoert.
Ze hoort aan zijn ademhaling dat zijn hoogtepunt ook niet meer ver weg is, en ze haalt alles uit de kast om hem ook een heerlijk orgasme te geven. Maar daardoor beleeft ze nog een orgasme, terwijl Roald diep in haar klaar komt. Beiden komen hemels klaar, en Roald heeft zelfs wat langer tijd nodig om weer verder te kunnen.
Ingrid en Ada hebben toegekeken, terwijl Roald en Ester samen de liefde bedreven. Op sommige momenten kijken ze liever naar het tweetal, omdat het gewoon zo ontzettend geil is, en omdat de liefde er gewoon vanaf spat. Het is gewoon zo ontzettend mooi om te zien hoe Roald samen met hun zuster neukt. Ze zijn volledig op elkaar afgestemd, alsof ze ook echt helemaal voor elkaar bestemd zijn. En dan hopen de twee zusters, dat ze dan ook eenzelfde moment met Roald mogen beleven. Dat gebeurt niet altijd, maar soms ook wel. Dat is ook het fijne om met Roald te vrijen, de kans dat je zulke unieke momenten mag meemaken, is zeker aanwezig. En als het gebeurt, dan geeft dat zo’n ontzettend fijn gevoel.
Maar helaas zit dat er vandaag voor de beiden zussen er niet in. Niet dat ze er nu veel minder van genieten, maar het zou wel leuk zijn geweest. Toch zijn ze alle vier volledig voldaan, als ze tegen elkaar aanliggen en loom nagenieten van de heerlijke seks, die ze met elkaar hebben gehad.
Ingrid glimlacht en zegt: ‘Ik had al tegen Ada gezegd, dat ze het rijk waarschijnlijk alleen zou hebben. Ze vindt het niet erg. Kan ze lekker nog even uitslapen. En ze vindt het zo leuk om de kinderen in bad te doen.’
Ester glimlacht. ‘Ja, dat vindt ze inderdaad heel erg leuk om te doen. Nou, van mij mag ze. Ik vind het ook wel eens leuk om eens niet die poepluiers te hoeven verschonen.’
Ester staat vlug op en wast zich snel. Nog net op tijd is ze klaar, voordat Roald en Ingrid naar beneden gaan. Voor het hotel wacht Jörg al keurig netjes op een bankje. Hij kijkt verheugd op, als Roald hem roept en komt naar hem toe.
‘En? Heb je er zin in, Jörg?’
‘Ja, heel erg! Gaan jullie allemaal rennen?’
‘Ja, we zijn een heel sportieve familie, Jörg. En we gaan zo rennen met iemand, die Ingrid en Ester goed kennen uit de biatlon. Daar doen ze beiden namelijk aan.’
‘Oh, dat is mijn favoriete sport om naar te kijken. Ik heb het wel eens geprobeerd, maar het is echt heel erg zwaar en moeilijk!’
Ingrid zegt: ‘Oh, maar dan weet je waarschijnlijk ook wie Åsa Lif is.’
‘Ja, die ken ik. Ik heb haar wel eens gezien bij de wedstrijden.’
‘Nou, dan ga je daarmee een stuk rennen. Dat is namelijk onze bekende, waarmee we gaan rennen!’
‘Echt? Ga weg! Dat is echt fantastisch!’
‘Misschien wil ze je straks nog wel een handtekening geven, Jörg. Ze is echt heel erg aardig, maar ik waarschuw je, ze kan echt hard rennen. Ze zal zich heel zeker niet gaan inhouden, nu ze weet dat ik en Ester weer mee gaan doen met de competitie. Ik ken haar, ze wil weten of we een bedreiging voor haar zullen worden.’
‘Hoe ver gaan we rennen?’
‘Ik weet het niet. Gisteren sprak ze over 8 tot 10 kilometer, maar het zou zomaar kunnen dat ze een langer parcours kiest. Maar we zullen het snel weten, want daar is ze al!’
Jörg kijkt meteen om en ziet daar een vrouw en een man rustig aankomen lopen.
Ester en Ingrid begroeten de man en de vrouw hartelijk. Ze kennen de beiden nog uit de competitie.
‘Roald, dit is Asgeir Hovden, een goede vriend van Åsa en voortreffelijk langlaufer.’
Roald geeft de man een hand en zegt: ‘Ik ben Roald de Vries. Aangenaam kennis met u te maken!’
De man glimlacht. ‘Hmm, een stevige handdruk. Dat mag ik wel. Aangenaam ik ben Asgeir Hovden, maar vrienden noemen me Geir. En wie is die jongen?’
‘Oh, dat is de zoon van vrienden van ons. Hij wilde graag eens met ons mee rennen, nu hij toch hier is. Dus waarom ook vandaag niet?’
Åsa zegt: ‘Ow, daar had ik eigenlijk niet op gerekend! Ik heb namelijk nogal een pittig parcours uitgestippeld. Ik hoop niet dat het een probleem is?’
Ingrid zegt: ‘Wat had je dan in gedachten?’
‘Het zijn maar 12 kilometer, maar wel een gedeelte met flinke klimmen. Die zal je wel gaan voelen in je kuiten, Ingrid. Maar kan die knul dat aan?’
‘Dat mag Jörg zich zelf beantwoorden, Åsa. Hij is overigens een fan van je!’
Åsa bekijkt de jongen eens goed. Hij ziet er best goed uit, lekker atletisch. Dan zegt ze: ‘Hoi, ik ben Åsa Lif. En jij bent?’
‘Ik ben Jörg Holsten. En ik ben zulk terrein wel gewend. Want waar ik woon, zijn alleen maar flinke klimmen om te trainen.’
‘Dus je denkt het wel aan te kunnen? Want ik was niet van plan het langzaam aan te doen. We zijn allemaal fanatieke sporters en deze training is voor wedstrijden. Je kunt nu nog zeggen of je mee wilt gaan. Zo nee, even goede vrienden, en zo ja, dan wil ik ook niet op je wachten!’
‘Nee, dat begrijp ik! Ik denk dat ik het wel aankan. Ik ren normaal 8 kilometer per dag en ook op behoorlijk tempo. En bovendien vind ik het supercool, dat ik nu met zo’n bekende sporter mee mag rennen! Beter kan het niet!’
Åsa lacht en zegt: ‘Nou, dan gaan we ook maar meteen van start. Eerst rustig opwarmen, en zodra we in het bos zijn, dan geven we flink gas!’
Daar is iedereen het mee eens, en ze vertrekken dan ook meteen. En als ze eenmaal in het bos zijn, geeft Åsa ook flink gas. Ze moeten flink aan de bak, want ze rent behoorlijk door. Voor Ingrid en Roald is het geen probleem, die zijn dit inmiddels wel gewend. Voor Ester is het wat moeilijker, maar ze kan toch goed volgen.
Asgeir heeft helemaal geen problemen, net als Jörg. Die lopen samen achter het groepje aan, en praten zowaar met elkaar.
Åsa heeft echt niets te veel gezegd, het parcours is echt heel pittig. Maar iedereen kan goed volgen. En Jörg maakt goede indruk, dat hij hun op dit stevige tempo nog zo goed kan volgen, maar hetzelfde geldt ook voor Roald. Als ze weer terug bij het hotel aankomen, zijn ze op Roald na uitgeput en hijgen flink. Roald is wel moe, maar zou best nog wel een stuk door kunnen.
Åsa kijkt hem verbaasd aan en zegt tegen Ingrid en Ester: ‘Is dat normaal, dat jullie man niet moe te krijgen is? Ik dacht hem wel kapot te krijgen door het tempo flink op te voeren, maar zo te zien is hij niet moe te krijgen!’
‘Hij is soms net als superman, Åsa. Roald krijg je niet snel moe. Hij lijkt altijd wel ergens een reservepotje energie over te hebben. Maar hij gaat ook zuinig om met zijn energie. Maar als ik hem nu zo zie, zat hij wel tegen die grens aan, waar hij zijn potje reserve moest aanspreken.’
‘Wow, en hij wil straks een Iron Man gaan rennen? Dat gaat nog een verrassing worden, dat verzeker ik je. Hij zou in staat zijn om die gevestigde orde het moeilijk te maken!’
Roald zegt: ‘Nu overdrijf je wel een beetje, Åsa.’
‘Weet je het zeker, Roald? Heb je al gekeken op je tracker? Dan had je ook gezien, dat we geen 12 maar 15 kilometer gerend hebben en de tijd mag er best zijn! Als jij nog harder zou rennen, zou je vele atleten voorbij rennen! Hoe ben je op de fiets en hoe is het zwemmen?’
‘Op de fiets kan ik ook nog wel best aardig en het zwemmen begint te komen, al is dat mijn achilleshiel. Maar dat kan ik weer compenseren met het fietsen en het rennen.’
‘Nou, ik ben wel eens nieuwsgierig naar jouw tijd, Roald. Die kon best wel eens goed zijn!’
‘Nou ja, mijn eerste test heb ik binnenkort, als ik een korte duatlon ga doen. Dat is 2,5 kilometer rennen, 20 kilometer fietsen en dan weer 5 kilometer gaan rennen.’
Åsa lacht. ‘Dan ben jij pas net opgewarmd, Roald! Wat een conditie heb jij! Maar ook jij, Ingrid! Je kon meer dan goed volgen, en datzelfde geldt ook voor Ester, al had die toch iets meer moeite. En onze jonge knul hier, hij heeft me echt verrast, maar ik zie dat hij nu echt wel buiten adem is.’
Jörg glimlacht naar haar en hijgt: ‘Nou, het was pittig, maar ik ben blij, dat ik toch kon volgen. Ik ga dit zeker thuis nog eens meer trainen, ik vond het wel leuk!’
‘Waar woon je ergens?’
‘In Ånn, bijna tegen de grens aan, mevrouw!’
‘Ah, dat ken ik! Mijn tante woont een paar dorpjes verder, in Enafors. Daar kom ik wel een paar keer per jaar op bezoek. Misschien moest ik dat maar eens vaker doen, als dat daar zo’n goed trainingsgebied is!’
‘U mag van mij rustig eens op bezoek komen, dan kan ik u mijn trainingsroute tonen.’
‘Als dat van je ouders mag, dan kom ik graag eens op bezoek. Maar ik moet nu weer op huis aan, ik moet zo gaan werken. En dat moet Asgeir ook.’
Ze nemen afscheid van elkaar en Jörg blijft met Roald, Ingrid en Ester achter. Ingrid glimlacht en zegt tegen Jörg: ‘Zo jong en nu al flirten met oudere vrouwen!’
Jörg bloost nu hevig en zegt: ‘Zo had ik het helemaal niet bedoeld, mevrouw de Vries!’
‘Ach, ik plaag je maar wat. Maar Åsa zou het toch maar zo kunnen opvatten, Jörg. Je hebt nu een vriendin, en je wilt haar toch zeker geen pijn willen doen, of wel?’
‘Nee, natuurlijk niet. Het is alleen dat ik haar zo bewonder vanwege haar prestaties in de competitie en dat ze hier uit de buurt komt.’
‘Dat begrijpen we wel, Jörg, maar ik wil je alleen maar duidelijk maken, dat andere mensen het ook verkeerd kunnen opvatten, ook je vriendinnetje. Houdt daar dus rekening mee.’
Jörg knikt. Roald zegt: ‘Kom je nog even mee ontbijten? Ze hebben hier een heel goed ontbijt, met alles wat je je kunt wensen.’
‘Eigenlijk zou ik met pap en mam gaan winkelen, direct na het eten. Maar ik weet niet of ze al gegeten hebben.’
‘Ik bel ze wel even op. Dan weten ze ook, waarom het zo lang duurt, voordat je terug bent.’
‘Dat zou heel erg aardig zijn, mijnheer!’
‘Dat is al lang goed, maar één ding, noem me geen mijnheer meer. Ik ben Roald. En ik denk dat Ingrid en Ester ook veel liever met hun voornaam aangesproken worden.’
Ingrid en Ester knikken. Jörg kijkt vergenoegd naar het drietal. Roald is zojuist zijn nieuwe idool geworden. Jörg kan het amper begrijpen, dat Roald nog amper moe oogt na die forse training. Zelf had hij het amper gehaald, en Roald schijnt het amper te deren.
Roald belt naar Freya en legt haar uit, waarom het zolang geduurd heeft en dat Jörg samen met hem zal blijven ontbijten. Daarna biedt hij aan om Jörg wel naar hun pension te brengen. Maar Freya en Leif halen hem liever zelf even op.
Tijdens het ontbijt gaat het dan ook vooral over het sporten. De jongeman is echt enthousiast geworden en wil nu ook echt graag gaan trainen om aan wedstrijden mee te gaan doen. Maar Roald is oprecht geïnteresseerd in de jongeman.
‘En wat wil je nog meer gaan doen, behalve sporten, Jörg?’
‘Ik wil gaan studeren voor natuurbeheerder, Roald. Ik vind het werken met de flora en fauna ontzettend fijn. Maar het is wel een best pittige opleiding.’
‘Als je dat leuk vindt, moet je dat zeker gaan doen, Jörg. Maar ik denk dat er in jou een ontzettend goede verkoper zou zitten. En dan bedoel ik niet een verkoper in een winkel, maar iemand die een geavanceerd product aan de man kan brengen.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou, je zou echt niet misstaan op het bedrijf waar ik directeur van ben. Je praat met passie en weet mensen te boeien. Dat is een heel goed eigenschap. Alleen, op zo’n bedrijf als HRT, moet je wel kunnen praten met de nodige kennis en daarvoor moet je technische wetenschappen studeren en ook marketingtechnieken. Ik denk dat jij het wel in je zou hebben om een goede verkoper te worden.’
Jörg kijkt Roald verbaasd aan en zegt: ‘Denk je echt? Techniek trekt me ook wel, maar ik heb geen zin om hier straks als monteur te gaan eindigen.’
‘Nee, zo bedoel ik het ook niet. Onze verkopers zijn adviseurs, maar ook technici en reparateurs. Ze kunnen kleine reparaties zelf oplossen en aanpassingen doen in de software, als de klant dat wil. Het is echt niet zo, dat ze alleen maar praatjes moeten verkopen, het vergt veel kennis en ervaring.’
‘Dat lijkt me wel interessant om te doen, maar hier in de buurt is geen bedrijf waar ik dat zou kunnen leren.’
‘Ja, dat is waar. Hier zijn niet zo heel veel bedrijven. Hier in Östersund zijn wel bedrijven, waar me mee samenwerken voor onderdelen, maar zo heel technisch als wij dat zijn, dat zijn ze niet. Maar ze zouden je wel een goede stage kunnen vormen.’
Ester zegt tegen Roald: ‘Als ik het niet mis heb, heeft Jörg over twee weken een vakantie. Hij zou dan eens bij jou op het werk eens kunnen meekijken of het iets voor hem is.’
‘Ja, maar dan zouden we ook naar Hoogerheide gaan voor die run-bike-run!’
‘Misschien wil hij zelfs meedoen, Roald!’
Roald glimlacht. Hij weet dat Ester niet snel zal opgeven.
‘Als hij dat zou willen, heb ik daarmee geen probleem. Maar dan moeten zijn vader en moeder het natuurlijk ook nog goed vinden.’
Jörg kijkt Roald blij aan. ‘Ik zou wel graag willen, Roald. En als pap en mam me toestaan, zou ik ook wel eens naar die run-bike-run willen kijken. Lijkt me interessant om het eens van dichtbij te zien.’
Er komt een grijns op het gezicht van Roald en Ester zegt: ‘O jee, nu heb je Roald op een idee gebracht, Jörg!’
Jörg kijkt verbaasd en Roald zegt dan: ‘Alleen maar kijken, Jörg? En als ik nu eens regel, dat je mee zou kunnen doen?’
Jörg kijkt nu geschokt en verbaasd. ‘Meedoen? Maar ik heb toch helemaal niet daarvoor getraind!’
‘Nou, je kon vandaag best goed meekomen en het was best pittig. Ik denk, dat je het wel aan zou kunnen. Als je van je vader en je moeder mag, zorg ik dat je mee mag doen, en ik betaal ook nog je reis.’
Jörg kan zijn oren niet geloven. Dit is als een droom, die uitkomt.
‘Ik ga het zo meteen aan mijn vader en moeder vragen, als ze hier komen! Dat zou werkelijk supercool zijn!’
Ze moeten allemaal lachen om het enthousiasme van Jörg. En lang hoeven ze niet te wachten op Freya en Leif. Slechts enkele minuten later komen ze het hotel binnen gelopen. Jörg stormt letterlijk op ze af en vraagt meteen of hij met Roald mee mag naar de run-bike-run. Freya en Leif worden volledig verrast en begrijpen nog niet heel goed, wat hun zoon van hun wil.
Uiteindelijk vertelt Roald wat de bedoeling is. En Freya en Leif zijn aangenaam verrast door de plannen van Roald. Ze vinden het een goed idee, als Jörg ook eens andere ambachten als natuurbeheerder leert kennen. Een korte stage en tevens vakantie zou goed zijn voor hun zoon. Hij is nog nooit verder geweest dan Östersund, wat op een kleine 130 kilometer van hun dorp ligt. En de wereld ligt voor hem open om te ontdekken en Roald zou wel eens zijn ogen voor hem kunnen openen. Ze stemmen dan ook snel in met het voorstel, waarna Jörg heel dankbaar zijn ouders om de nek vliegt.
Freya glimlacht en zegt: ‘Maar denk je, dat je zo lang zonder Jensa kunt?’
Nu kijkt Jörg wel een beetje bedrukt. Daar had hij nog niet aan gedacht. Freya lacht en zegt: ‘Ik plaag je maar wat, Jörg. Ze zal je echt niet verlaten, omdat jij even een paar weken op vakantie bent.’
Jörg zegt echter: ‘Ik zou aan Renate en Hanne kunnen vragen of ze misschien met me mee mag?’
‘Zou je dat niet eerst even aan Roald vragen, Jörg?’
Roald lacht en zegt: ‘We hebben plaats genoeg in huis, Freya. Een meer of minder is bij ons echt geen probleem. En als zijn vriendinnetje ook nog mee wil naar Hoogerheide, dan mag ze wat mij betreft ons komen aanmoedigen. We hebben daar een huisje in de buurt geboekt, dat is een boerderij, en daar is ook meer dan plaats genoeg.’
‘Nou, dan zal ik Renate maar meteen even bellen, of ze dat wel goed vinden.’
Freya voegt de daad bij het woord en belt haar buurvrouw op.
‘Hey Renate. Met Freya.’
‘Ah, Freya. Wat is er?’
Freya legt aan Renate uit, wat er gaande is. En Renate heeft al snel begrip voor de ontstane situatie. Ze zegt toe het er eens met Hanne erover te praten en ook met Jensa. Die moet natuurlijk ook wel willen, maar daar maakt ze zich geen zorgen over. Wie wil er nu niet een gratis vakantie!
Freya kijkt Jörg aan en zegt: ‘Je weet wat we afgesproken hebben, Jörg. Dat geldt dus ook als je bij Roald op vakantie bent. En je luistert ook naar hem, als hij je wat zegt. Begrepen?’
‘Ja, mam! Ik weet wat we afgesproken hebben! Maak je maar geen zorgen!’
Leif zegt: ‘Maar Roald, je hoeft echt niet alles te betalen voor Jörg. Dat wil ik niet hebben.’
‘Als jullie het treinticket voor hem regelen, dan komt de rest wel goed, Leif. Een of twee eters meer aan tafel, dat is bij ons eerder regel, dan uitzondering. Ester kookt meestal en is het al zo gewend. En voor de wedstrijd, we rijden toch al met twee auto’s, en daar is ook genoeg plaats voor iedereen. Dan blijft er alleen nog een probleempje met een fiets voor Jörg, maar dat probeer ik met een bekende daar te regelen. Hij kent best wel iemand, die een fiets voor die wedstrijd wil uitlenen, en anders huren we er wel een en verrekenen we dat achteraf.’
‘Oké, dat is acceptabel. Ik zal Jörg wel wat zakgeld meegeven, zodat hij ook wat te besteden heeft. Dat hoeft ook niet op jouw kosten.’
De mannen geven elkaar een hand en daarmee is het al geregeld, dat Jörg voor een snuffelstage naar Roald heen komt, en ook nog mee naar Nederland gaat voor die wedstrijd. Ze nemen afscheid van elkaar en nu heeft Roald weer even rust. Ze gaan dan nog even wandelen, en eten en drinken nog wat in een bistro. Dan zit er voor hun ook weer de korte vakantie op. Ze moeten hun spullen nog pakken en morgenvroeg is de terugreis al weer.
De terugreis is niet echt spectaculair, maar zodra ze weer thuis zijn, begint hun dagelijkse leven weer. Roald hoort al snel van zijn advocaat allemaal gedaan heeft om STK aan te klagen, en dat is helemaal niet mis. Nu begrijpt Roald ook wel, waarom STK zo wanhopig probeerde om de klachten tegen hun wat soepeler te krijgen, maar Roald kan ook nu geen medelijden met ze krijgen.
En in de krant lezen ze dan ook nog een heel stuk over de misstanden in de bosbouw, waarbij STK, maar ook andere bedrijven, er flink van langs krijgen. En de reporter heeft flink werk geleverd, door ook al de naam van Neymannen te noemen. En dat artikel in de krant haalt zelfs het journaal. De reporter doet daar zelf zijn verhaal, maar laat heel bewust de namen van zijn bronnen achterwege. Daar is Roald wel blij om, want hij zit echt niet te kijken om een horde reporters op zijn nek te krijgen. En een dag later staat groot in de krant, dat de heer Neymannen is opgepakt en er een groot onderzoek tegen hem gestart is.
Maar daar staat tegenover, dat enkele reporters al achterhaald hebben, wie de bronnen van het artikel in de krant zijn. En daarom staan er een paar dagen later een reporter, compleet met camera bij Roald voor zijn deur. Ze zijn zelfs zo brutaal om het erf van Roald te betreden, maar daar is Roald allerminst van gediend.
Hij belt onmiddellijk Frank op, en die verwijdert de reporters van zijn erf, waarop de mannen afdruipen, omdat ze wel inzien, dat Roald niet van plan is om commentaar te gaan geven. Het is niet dat ze opgeven, ze proberen op allerlei manieren Roald over te halen om iets te zeggen over zijn zaak met STK, maar Roald is net zo volhardend als de reporters. Na een week van allerlei pogingen hebben de meeste reporters de moed al opgegeven, want het nieuws is niet meer zo interessant en Roald weigert ook maar iets te zeggen.
Maar een reporter, een jonge vrouw, is erg volhardend. Iedere morgen staat ze aan de poort van zijn huis, zonder opdringend te zijn. Maar ze is er iedere dag, weer of geen weer. En ook bij zijn werk staat ze te wachten. Als het op een dag enorm hard regent en Roald de vrouw daar in de regen ziet staan, breekt er toch een stukje van zijn muur af. Hij laat de vrouw naar binnen halen en laat haar drogen en opwarmen in de kantine. De vrouw is zichtbaar dankbaar voor het medeleven, maar Roald laat zich verder niet zien.
Maar nu de vrouw eenmaal binnen is, begint ze het aanwezige personeel uit te vragen over Roald. Ze is aangenaam verrast, dat iedereen zo lovend is over hun baas. Eerst denkt ze nog, dat het gespeeld is, maar al snel ontdekt ze, dat het echt gemeend is. En dat wekt haar interesse. Roald intrigeert haar, om meerdere redenen. Ze heeft respect voor zijn volhardende houding, maar de verhalen, die ze over hem hoort, maken haar nieuwsgierig. Hoe kan een man uit Nederland hier in Zweden zo snel carrière maken, en zich daarbij ook enorm geliefd maken. En als ze er dan ook nog erachter komt, dat hij getrouwd is met drie vrouwen, waarvan een zelfs zijn persoonlijke secretaresse is, boeit haar het verhaal over STK helemaal niet meer. Roald op zich is nu haar doel.
Roald heeft al lang meegekregen, dat de vrouw het personeel over hem uitvraagt, maar hij laat haar rustig haar gang gaan. Ze stelt geen verkeerde vragen en blijft netjes en correct. Hij is dan ook niet verwonderd, als ze nog steeds aanwezig is, met de middagpauze. En Roald laat zich echt niet afschrikken door haar aanwezigheid. Echter, hij negeert haar helemaal, alsof ze er niet is. En op haar beurt durft ze Roald ook niet aan te spreken. Ze observeert hem op een afstandje, terwijl ze met andere personeelsleden praat. Ze ziet hoe collegiaal Roald met het personeel omgaat, en begrijpt dan ook meteen, waarom Roald zo geliefd is. Roald heeft altijd een luisterend oor voor zijn personeel en is oprecht geïnteresseerd in het leven van zijn personeel.
Een man loopt naar Roald toe en zegt: ‘Roald, ik heb een klein probleem. Je weet dat mijn moeder laatst gevallen is, maar nu moet ze naar het ziekenhuis. Normaal zou mijn vrouw wel met haar meegaan, maar nu lijkt het erop, dat ze geopereerd moet worden. En daar zou ik graag bijzijn, maar we zitten nu ook in de afsluitende fase van dat project!’
Roald kijkt hem aan en zegt: ‘Dan is het toch eenvoudig, Peter, dan ga je met je moeder mee. Je werk hier is belangrijk, maar het kan nooit belangrijker zijn, dan je familie. We hebben een kleine voorsprong op het project, dus we kunnen je best een dag missen. En ik waardeer je betrokkenheid bij het project, en je bent ook van grote waarde, maar je familie gaat echt voor.’
‘Ja, maar het voelt alsof ik het team in de steek laat en dat wil ik ook niet!’
‘Dan kom je toch voor een paar uurtjes langs om te kijken of alles goed gaat, en daarna ga je door naar het ziekenhuis om te kijken of alles goed gaat met je moeder. Ik denk dat je zelf wel een goede balans daarin zult vinden.’
De man kijkt Roald dankbaar aan, en bedankt hem ook hartelijk. Roald staat dan op om zich nog een kop koffie te halen en vraagt zijn collega’s of ze ook nog koffie moeten hebben. Hij loopt langs de reportster en zegt terloops: ‘Als je wat wilt eten, gewoon aan de balie wat vragen. Hier hoeft niemand honger te lijden.’
De reportster schrikt bijna, als Roald dit tegen haar zegt. Maar voordat ze wat kan zeggen, is Roald al weer verder gelopen. Ze bloost bijna, wat een glimlach van een vrouw oplevert.
Die zegt: ‘Ja, Roald is een hele persoonlijkheid. Hij zou hier iedere vrouw kunnen krijgen, als hij dat zou willen, maar hij kijkt naar niemand anders als zijn eigen vrouwen. Zie je die vrouw die daar tegenover Roald zit? Dat is een van zijn vrouwen. Ze heet Ada, en is net als Roald, heel erg aardig en betrokken. Als je wat meer van Roald wilt weten, dan is zij de eerste die je aan moet spreken.’
‘Oh, bedankt voor de tip. Maar ik denk dat ik nu beter kan gaan. Dadelijk denken ze nog, dat ik misbruik wil maken van zijn gastvrijheid. En ik heb hier al zoveel gevraagd.’
‘Maak je je daar maar geen zorgen over, meisje. Als Roald je hier niet gewild had, was je al lang weer buiten geweest. Roald kan een heel aardige man zijn, maar als hij tegen je is, dan zal je dat ook wel merken ook.
Maar hij is niet snel boos, gelukkig maar! Ik mag hem echt heel erg graag en ik heb werkelijk nog nooit een betere baas gehad. Sinds hij hier is, is er ook veel veranderd, in de positieve zin. En we hebben het drukker dan ooit, dat is ook zijn verdienste.
Met onze oude directeur, die nu in het pand hiernaast zit, was het allemaal wat anders. Mijnheer Rouwendaal is de eigenaar van dit bedrijf, maar hij had al heel snel gezien, dat Roald zijn taken veel beter kon uitvoeren. En dat is een gouden zet geweest! Roald is hier nu anderhalf jaar, maar het bedrijf is zo ontzettend hard gegroeid, dat dit pand, dat ook maar een jaar oud is, alweer te klein is.’
‘En komt dat allemaal door Roald?’
‘Ja, dat kun je wel stellen. Natuurlijk doet hij dat niet allemaal zelf, maar hij laat ons veel beter samenwerken ook met de andere bedrijven, die onderdeel uitmaken van het bedrijf. Zo is er een softwarebedrijf, die de software schrijft voor onze robots. Als we een probleem hebben, kunnen zij op afstand meteen oplossen. Vroeger hadden we daar een paar mannetjes voor, die het dan moesten oplossen. Maar nu werkt er meteen een heel team aan, zonder dat wij hoeven te stoppen met onze werkzaamheden.
Ja, mijnheer de Vries heeft hier erg goede ideeën gebracht, die ook nog eens heel goed werken. En zoals je ziet, is hij echt niet te beroerd om zich ook hier onder het personeel te laten zien. Hij voelt zich niet overheven over het werkvolk, en wil weten wat er speelt op de werkvloer en ook in onze thuissituaties. Dan kon je net wel zien.’
‘Ja, dat viel me ook wel op. En spreken jullie hem gewoon met zijn voornaam aan?’
‘Ja, daar staat hij op. Alleen als er bezoekers zijn, meestal klanten of leveranciers, dan spreken we hem met mijnheer de Vries aan.’
‘Bijzonder! Dat heb ik toch elders wel eens anders gezien.’
‘Tja, hij is nu eenmaal zo, en daar zijn we dan ook heel erg blij om. En ik denk dat als je hier om je heen vraagt, dat je zal merken, dat iedereen ook heel erg blij is om hier te mogen werken. Ik weet toevallig van enkele collega’s, dat die een aanbod hebben gekregen om elders te gaan werken, waar ze veel meer zouden kunnen verdienen.
Maar ze gaan niet, iedereen weet, dat ze nooit meer zo’n goede werkplek zouden krijgen. En het is echt niet, dat ze hier nu zo slecht verdienen. Maar we zouden op andere plekken meer kunnen verdienen, dat is zeker. Maar ik zou hier nooit weg willen. Veel te leuk werk hier!’
De reportster is echt aangenaam verrast. Dan ziet ze Ada opstaan en naar haar toelopen.
‘Hoi, ik ben Ada de Vries. Als je zo even met me mee loopt, krijg je een bezoekerspas, dan kun je ook hier door het bedrijf lopen. Je kunt niet overal binnen, want op sommige delen van het bedrijf heerst bedrijfsgeheim, maar verder mag je overal komen, en ook alles vragen, natuurlijk tot zover onze huisregels gaan.’
‘Oh, dat is een verrassing! Dat had ik echt helemaal niet verwacht! Maar ik zal me even voorstellen, ik ben Selma Rakollen. Ik ben freelance reporter.’
‘Dat wisten we al, mevrouw Rakollen. Anders hadden we u heel zeker niet binnen gelaten. We hebben prima contacten binnen de reporterswereld. Loopt u nu even mee? Uw bezoekerspas is al klaar en daarmee kunt u ook eten krijgen hier in de kantine, als u de komende dagen ons nog wilt bezoeken.’
De reportster is met stomheid geslagen. Nog nooit eerder heeft ze zoiets meegemaakt.
‘Hoe wist u eigenlijk wie ik was? Ik bedoel, ik heb mijn naam nog niet eerder genoemd.’
‘We zijn een technologiebedrijf, en we willen heel graag weten, wie we hier naar binnen laten. En daarbij, heeft u bij de bakker in ons dorp vragen gesteld en uw naam genoemd. En aangezien dat maar een kleine gemeenschap is, was het voor ons geen probleem om uw identiteit en reputatie te achterhalen.’
De reportster lacht. ‘Oké, dat is natuurlijk wat anders. Maar mag ik vragen, waarom u me opeens zo gastvrij onthaalt? U heeft me de hele tijd genegeerd, alsof ik er niet was.’
‘Dat moet u Roald vragen. Ik zou het niet weten. En al zou ik het weten, dan zou ik het u ook niet zeggen. Maar het is niet zo, dat we u helemaal genegeerd hebben. We hebben u iedere dag netjes begroet.’
‘Daar heeft u helemaal gelijk in. Nou ja, dit is een zeer aangename verrassing! Ik zal dan maar met u mee lopen, want u wilt waarschijnlijk nog wel even van uw pauze genieten.’
‘Ach, ik ben erg flexibel en het helpt wel, dat mijn man hier de baas is.’
Selma lacht weer. ‘Dat is ook weer zo.’
Ze lopen samen naar het kantoor van Ada. Selma is verrast door het ruime en smakelijk ingerichte kantoorgebouw. De kantoren zijn echt ruim te noemen met veel glas en open deuren. Als ze bij het kantoor van Ada aankomen, ziet ze daar nog een vrouw zitten. Dat is Mimie, de vrouw die Ada vervangen heeft, toen ze met zwangerschapsverlof was. En nu werkt ze als tweede secretaresse bij Roald.
‘Mimie heeft je pasje voor je en als je verder nog vragen hebt, kun je je bij mij of Mimie melden. Wij zullen je dan verder helpen.’
Selma kijkt het kantoor rond en ziet dan een enorme foto hangen van Roald met zijn hele familie.
‘Dat is een mooie foto, mevrouw de Vries. Zijn dat uw kinderen?’
Ada antwoordt met trots: ‘Ja, dat zijn onze kinderen. Dit is Isabel, dat is mijn dochter. En dat is Petr, dat is de zoon van Ester, mijn drieling zus. En dit is Anna, de dochter van Ingrid, ook mijn drieling zus. En dat zijn mijn ouders en dat zijn de ouders van Roald.’
‘Is dat niet wat raar om met al je zussen getrouwd te zijn met een man?’
‘Die vraag stellen ze me wel meer, maar voor ons is dat helemaal niet raar. Het voelt gewoon alsof het heel normaal is. Ik weet dat het dat niet is, maar voor ons is er helemaal geen verschil. En Roald behandelt ons ieder ook alsof we alleen met hem getrouwd zijn. Het enige is dat we hem dan moeten delen, maar dat deden we vroeger ook al wel eens. We lijken zo veel op elkaar, dat we dat vroeger wel eens deden, elkaars vriendjes uitlenen. Niemand die er ooit achter gekomen is, maar dat hoeven we bij Roald niet te proberen. Hij weet ons feilloos uit elkaar te houden. Hij hoeft ons niet eens te zien, om te weten wie er voor hem staat.’
Selma glimlacht. ‘Ja, jullie lijken echt allemaal heel erg op elkaar. En dragen jullie altijd hetzelfde?’
Ada lacht. ‘Dat komt soms wel eens voor, maar niet altijd hoor! Dat zou alleen maar saai zijn. Maar we hebben allemaal wel dezelfde smaak. En dat is soms ook wel handig, we hoeven nooit geen ruzie te maken over de kleren die we van elkaar aantrekken. Het ligt gewoon allemaal in een kast.’
Ze lopen dan weer samen terug naar de kantine. Ada legt uit, wat ze allemaal met haar pasje kan doen. En eenmaal in de kantine loopt Selma met haar pasje naar de balie, waar ze dan ook een maaltijd krijgt. Ze heeft best honger gekregen en als ze dan toch gratis eten kan krijgen, dan laat ze zich die kans niet voorbij schieten.
Roald ziet met genoegen, dat Selma zich wat te eten heeft gehaald en neemt dan afscheid van zijn collega’s en gaat weer aan het werk. Selma ziet hem vertrekken en stuurt hem een dankbare glimlach.
Als Roald weer op zijn kantoor zit, komt Ada zijn kantoor binnen gelopen.
‘Wat ben je eigenlijk van plan met haar, Roald?’
‘Oh, dat is eigenlijk heel eenvoudig, Ada. Zodra ik wist, wie ze was, heb ik me een plannetje uitgedacht. Ze wil heel erg graag een verhaal hebben, dat ze kan publiceren. Nou, ik wil haar best een verhaal geven, maar dan op basis van mijn regels. Ik wil positief in het nieuws komen, zodat STK me niet kan afschilderen als een harteloze man. Want ik heb al lang begrepen, dat STK het daar op wil gaan gooien. Ze hebben me vanmorgen weer opgebeld en gedreigd een verhaal te laten publiceren als ik mijn klachten niet zou versoepelen. En ik laat me niet chanteren, dat weet je goed!’
‘Oh, op die manier. En je zet dan meteen HRT in een goed daglicht, gratis reclame!’
‘Juist! Het zal betekenen, dat we haar enkele dagen moeten dulden, en ik ben ook van plan haar een keer thuis uit te nodigen.’
‘Ja, ik begrijp het. Maar dan moet je dat wel doen, voordat Jörg en Jensa komen. Je moet niet willen, dat zij in dit verhaal worden meegetrokken.’
‘Nee, natuurlijk niet. Ik wil haar maximaal 3 tot 4 dagen de tijd geven om hier een verhaal over te schrijven.’
‘Moet ik nog iets doen?’
‘Ja, het is jouw taak om haar hier binnen het bedrijf rond te leiden. Ik wil dat je een goede band met haar opbouwt. Wie weet kan ze in een later stadium nog nuttig voor ons zijn.’
‘Ik begrijp het. Dat kun je beter niet zelf doen, je weet heel goed, wat voor invloed je hebt op vrouwen! Ik denk dat Selma dat ook wel al gemerkt heeft en gehoord heeft.’
‘Ja, daarom juist. Jij bent juist daarom perfect daarvoor. Je weet alles van me af, en kan ook veel over me vertellen. Maar een ding mag ze niet doen, en dat is hier zomaar binnenlopen. Jij en Mimie moeten haar dan op haar plaats wijzen. Ze mag een afspraak maken voor een interview, en dan laten we haar iets wachten. Ik moet een beetje een ongrijpbaar imago krijgen, zodat ze zich volop in dit verhaal duikt.’
‘Dat imago heb je nu ook al, maar ik begrijp wat je er mee wilt. Goed, dan gaan we dat zo doen!’
Ada zoekt dan Selma weer op in de kantine, waar Selma net klaar is met haar lunch.
‘Heeft het gesmaakt, Selma?’
‘Ja, heel erg lekker! Is het eten hier altijd zo goed?’
‘Ja, Roald wil dat de mensen hier lekker en gezond eten. We hebben daarvoor extra een paar koks aangenomen, die rondom de klok maaltijden voor het personeel klaarmaken. We werken hier 24 uur per dag, dus dat is ook geen overbodige luxe. En dat kan wel erg duur lijken om koks aan te nemen voor het eten van ons personeel klaar te maken, maar we weten nu uit eigen ervaring, dat het rendabel is.
Ons personeel is gezonder, we hebben minder uitval door ziektes, en er is geen geknoei met broodtrommels en rotzooi. Doordat iedereen zijn maaltijden vanaf zijn werkplek op maat kan bestellen, hebben we ook haast geen afval doordat we haast geen eten weg hoeven te gooien.’
‘Dus jullie zijn ook nog eens heel verantwoord bezig!’
‘Dat zijn we toch al. We wekken onze eigen elektriciteit op, alleen de stroom in de productiehallen kunnen we niet zelf voorzien. Maar het hele kantoor en de verlichting in en om het pand komt van onze eigen zonnecellen. En we moedigen het personeel aan om met de fiets naar het werk te komen. Nu woont veel van ons personeel in Lidköping, dus dat is niet echt een probleem.’
‘Zijn jullie soms een modelbedrijf of zo?’
‘Nee, maar dat proberen we wel te zijn. We zijn een technologiebedrijf, gespecialiseerd in robotica. Door ons als ecologisch verantwoord te representeren willen we aangeven, dat met onze producten ook energiezuinig en kostenbesparend gewerkt kan worden.’
‘Klinkt logisch. Maar is het dan ook zo?’
‘We doen er alles aan om onze machines zo energiezuinig te maken. En dat lukt ons ook vrij aardig. We zijn nu marktleider op dat gebied. Onze concurrenten kunnen geen robots maken, die net zo energiezuinig zijn als de onze.’
‘Dat zou ik wel eens willen zien, hoe jullie werken. Misschien kan ik er wel een mooi verhaal van maken.’
Ada glimlacht. ‘Ik heb net met Roald gepraat, dat is schijnbaar ook zijn bedoeling. We zijn heel eerlijk en open in wat we doen, al moet u wel begrijpen, dat sommige technieken zo kostbaar en ingewikkeld zijn, dat ze verborgen moeten blijven voor onze concurrenten.’
‘Dat begrijp ik. Maar ik vind dit gewoon een heel bijzonder bedrijf. Ik heb, om eerlijk te zijn, nog nooit zoiets meegemaakt. Ja, ik krijg wel eens een kop koffie aangeboden, maar zo gastvrij ben ik nog nooit ergens ontvangen.’
‘We willen geen verkeerde indruk maken, en we kunnen wel goede publiciteit gebruiken.’
Selma zegt: ‘Vanwege de zaak met STK?’
‘Ja, dat is een voorname reden, maar het kan ook nooit kwaad om dit bedrijf in een goed daglicht te stellen.’
Selma glimlacht. ‘Jullie zijn inderdaad heel eerlijk en open. Dat bevalt me wel. Ja, ik denk dat ik hier wel een goed stuk over kan schrijven.’
‘Nou, daar zijn we blij om. Zal ik je een rondleiding door het bedrijf geven?’
‘Mag ik dan ook foto’s maken?’
‘Niet op de researchafdeling en ook niet van het productieproces. En als mensen problemen hebben om op de foto te komen, moet u die foto ook meteen wissen. Daarnaast hadden we graag dat u aan het einde van de dag ons de foto’s laat zien, voordat u vertrekt. Verder bent u vrij om foto’s te maken, waar u maar wilt.’
‘Dat is redelijk, gezien de aard van uw bedrijf. Goed, dan neem ik meteen mijn camera mee.’
Even later laat Ada haar het hele bedrijf zien. Selma is werkelijk verbaasd wat ze allemaal ontwikkelen en hoe gecompliceerd het allemaal is. Ze is werkelijk onder de indruk en maakt vele notities. Aan het eind van de rondleiding laat Ada haar ook nog een leeg kantoor zien.
‘Hier kun je je laptop neerzetten en kun je werken, zonder gestoord te worden. Het is voor ons wat aangenamer, als je dat werk niet zou doen in de kantine.’
‘Ow! Wat een luxe! Hartelijk dank!’
‘Als je nog vragen hebt, je weet me te vinden. Maar ik laat je nu weer alleen, ik heb nog een hoop te doen.’
‘Dat is goed en alvast bedankt voor de gastvrijheid! Dit is echt veel meer, dan ik gewend ben!’
‘Schrijf als dank maar een goed verhaal over ons, dat zouden we echt heel erg waarderen!’
‘Ik zal mijn best doen. Nog een klein vraagje, is hier ook wifi? Want dan kan ik op mijn laptop ook wat onderzoekwerk doen.’
‘Ik zal onze IT-afdeling naar je toesturen om dat te regelen. Komt in orde!’
Ada laat Selma dan alleen achter.
Selma gaat meteen achter het bureau zitten en belt met haar chef.
‘Hoi Leo! Je raadt het nooit! Ik ben nu in het bedrijf van mijnheer de Vries! Ze hebben me een gastenpas gegeven, waarmee ik zowat het halve bedrijf ik kan, ze hebben me zelfs een bureau gegeven, waar ik aan kan werken, en er is zelfs gratis eten in de kantine!’
‘O, goed werk! Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’
‘Gewoon volhardend zijn! Maar uiteindelijk heeft hij me zelf binnen gelaten. Maar het is hier bijna onwerkelijk! Die man wordt hier bijna als een God gezien! Echt, je hebt nog nooit zo’n bedrijf gezien. Zo mooi en netjes! En iedereen is vrolijk, en werkt hard. Ik mag hier zelfs foto’s maken, ik zal je er straks wel iets van sturen. Maar ik denk dat ik hier een goed verhaal over kan schrijven.’
‘Doe je best, Selma. Maar weet wel, dat ze je voor hun wagen spannen. Ik krijg hier net een stuk over mijnheer de Vries binnen, waarvan ik nog niet weet of ik het zal plaatsen. Het staat vol van insinuaties en het is niet eens heel goed geschreven. Daarin staat beschreven, dat mijnheer de Vries een harteloze man is.’
‘Nou, van wat ik tot nu toe heb gezien, klopt daar in ieder geval niets van. Wanneer wil je dat stuk gaan plaatsen?’
‘Ik weet nog niet eens of ik het laat plaatsen. Het kost me al weer een paar uur om alleen de taalfouten eruit te halen en er een fatsoenlijk stuk van te laten maken. En dan moet ik ook nog alle uitspraken, die erin staan nagaan. Het zal wel drie dagen duren, voordat ik het volledig heb.’
‘Hmm, dan denk ik ook wel hier klaar te zijn. Ik kan hier 4 dagen gewoon binnen lopen met mijn pasje en heb behoorlijk veel vrijheid. En dat ze me willen gebruiken voor hun eigen belang, dat wist ik al. Dat hebben ze ook gewoon ruiterlijk toegegeven.’
‘Zo? Interessant! Doe je best en hou me op de hoogte.’
‘Zal ik doen! Denk je dat het gepubliceerd zou kunnen worden?’
‘Hij is nog steeds nieuws, en hij staat verder niemand te woord. Dus als we als enige iets over hem kunnen publiceren, dan is dat zeker interessant voor ons. O en nog één ding! Je moet weten, dat een van zijn vrouwen zelf bij de Dagens Nyheter werkt. Ze schrijft daar de zaterdagcolumn!’
‘Oh ja! Dat is toch Ingrid Henstavsen? Ik lees dat altijd, ze is echt ontzettend goed!’
‘Ja, die is dat. Dat is haar meisjesnaam.’
‘Aha, dus daarom wisten ze al wie ik was! Ze zeiden al dat ze goede contacten hadden in de journalistiek!’
Ze hoort haar chef lachen. ‘Ja, ze zijn duidelijk niet van gisteren. Dus pas een beetje op met wat je doet, ze hebben heel snel in de gaten als je iets niet goed doet.’
‘Ik zal er voor waken, al moet ik toegeven, dat ik onder de indruk ben van zoveel vriendelijkheid. Maar ik spreek je later nog wel.’
Als Selma haar laptoptas uit haar auto wil gaan halen, die een eindje verderop geparkeerd staat, zegt haar de receptioniste: ‘Mevrouw Rakollen? Als u wilt, kunt u ook uw auto hier op het parkeer terrein parkeren. Met het pasje kunt u de slagboom laten open gaan. Parkeerplaats 38 is dan voor u.’
‘O? Da’s handig! Dus daar kan ik morgen ook gewoon parkeren?’
‘Ja, als u dat wilt. En als u met uw fiets komt, dan kunt u met het pasje ook het fietsenhok openen.’
‘Leuk! Maar aangezien mijn fiets 200 kilometer verderop staat, zal ik daar geen gebruik van maken. Maar wel leuk om te weten! Hartelijk bedankt!’
Selma haalt snel haar auto op en parkeert hem op de parkeerplaats. Het is een ruime parkeerplaats, maar er staan eigenlijk maar weinig auto’s op. Ze vraagt zich af, of die dan allemaal met de fiets zijn gekomen, want er zijn een hoop mensen binnen. Dan ziet ze een heel erg lang hok staan. Het is misschien wel bijna honderd meter lang met meerdere deuren erin. Als ze haar pasje bij de deur houdt, gaat de deur van het slot.
Ze doet de deur open en ziet tot haar verbazing meer dan honderd fietsen staan. Keurig netjes op een rijtje. Ze sluit de deur weer, die achter haar in het slot valt.
Ze zet dan haar laptop op haar bureau neer en maakt dan zelf een rondje door het bedrijf. Bij de researchafdeling, maar ook bij de productiehallen ziet ze detectiepoortjes staan. Ze loopt terug naar de receptie en vraagt: ‘Mag ik iets vragen? Waarvoor zijn die detectiepoortjes bij de research en de productie?’
‘Dat is om te voorkomen, dat er voorwerpen worden meegenomen uit het gebouw. Alles hier in het gebouw is gemerkt, aangezien we hier werken met vele bedrijfsgeheimen. Dat is om spionage te voorkomen.’
‘Werkelijk? Is het zo erg hier dan?’
‘Het is niet dat we onze collega’s niet vertrouwen, maar onze concurrenten niet. Echt alles is hier gemerkt! Je kunt hier niet eens een kladblaadje meenemen, zonder dat we erachter zouden komen.’
‘Echt? Dat meen je niet!’
‘Ook op een kladblaadje kan veel informatie staan, dat ons schade kan toebrengen!’
‘Dat is ook weer waar! Maar waarom dan?’
‘Omdat er erg veel geld mee is gemoeid, mevrouw. Als onze concurrenten onze geheimen zouden kennen, zouden vele uren research en ontwikkeling teniet gedaan worden.’
‘Ah, ik begrijp het. Maar dan snap ik niet, waarom ze mij dan zo vrij laten loslopen. Ik bedoel, ik ga een artikel over mijnheer de Vries en dit bedrijf schrijven. En ze geven me alle vrijheid!’
‘Die vrijheid is behoorlijk betrekkelijk, mevrouw. Ze laten u echt niet toe, op de plekken, waar u niet mag komen. En u heeft de huisregels al gekregen, daar staat precies in, wat wel mag en wat niet mag. Ik durf te wedden, dat u niet naar buiten komt, voordat u heeft laten zien, wat u die dag gemaakt heeft aan foto’s, maar ze zullen ook uw informatie willen inzien.’
‘Ja, dat is dan ook wel weer zo. Nou ja, ik had het slechter kunnen treffen. Waar krijg je nog zulk lekker en gezond eten voor niets bij het werk?’
‘Dat klopt, maar ook dat maakt deel uit van de veiligheidsregels. Als men geen broodtrommels meeneemt, kan men er ook niets mee naar buiten smokkelen, mocht dat al mogelijk zijn!’
‘Aha, dus dat is ook een reden, waarom ze hier voor iedereen eten serveren!’
‘Ja, natuurlijk! Maar dat is niet de enige reden.’
‘Ja, dat hebben ze me al verteld. Maar niet over die veiligheidsregels. Nou ja, zo belangrijk is het nu ook weer niet.’
Selma loopt dan weer rond door het gebouw. Ze praat met diverse mensen en stelt ze een hoop vragen. Hierdoor krijgt ze al snel een goed idee hoe het bedrijf daar werkt. Een ding is ook al snel duidelijk, Roald is een goede baas, maar hij kan ook heel erg streng zijn. Ze krijgt al snel het idee, dat je inderdaad niet met hem moet sollen. Maar het valt haar op, dat ze maar heel weinig negatieve geluiden over Roald hoort. En als ze die al hoort, zijn ze wel zo onbenullig, dat ze niet eens de moeite waard zijn om op te schrijven.
De eerste dag is voor Selma voor een van verbazing. Het bedrijf loopt soepel en gestructureerd. En het is meer dan duidelijk, dat de mensen daar met enorm veel plezier en enthousiasme werken. Maar het is vooral Roald, die overal met kop en schouder bovenuit steekt. Ze heeft geprobeerd hem te kunnen spreken, maar ze werd tegengehouden door de twee secretaresses, ze moest maar een afspraak maken, Roald had het heel erg druk. Een beetje verbaasd heeft ze dan maar een afspraak voor morgen gemaakt, daar had Roald nog wel een gaatje. En hoe meer ze over Roald hoort, hoe nieuwsgieriger ze naar hem wordt. Ze wil absoluut meer over hem te weten komen. Hij lijkt zo ongrijpbaar en toch zo dichtbij. Ze wordt er bijna gek van!
Als ze weer op haar kamertje in het pension zit, blijven haar hersenen maar malen. En werken op haar laptop kan ze niet, die heeft ze achter moeten laten op het bedrijf, allemaal in het belang van de bedrijfsgeheimen.
Maar haar fotocamera heeft ze wel mee mogen nemen, maar natuurlijk pas nadat ze de foto’s, die ze gemaakt had, had laten zien. Dan pakt ze zich op. Ze moet meer over Roald te weten komen. Ze besluit dan maar om hem bij zijn huis te gaan bespioneren.
Normaal doet ze zoiets nooit, maar nu weet ze zich geen raad meer met zichzelf. Ze besluit te voet te gaan, om niet zo op te vallen. Na een lange wandeling van bijna een uur komt ze aan bij het huis. Ze weet al uit de vorige dagen, dat het niet gemakkelijk is om binnen de omheining te kunnen kijken. Tot ze een met klimop bedekte boom ziet, waar ze vrijwel helemaal uit het zicht over de tuin kan kijken. Met veel moeite klimt ze erin, kijkt nu over de tuin naar het huis heen.
Opeens hoort ze stemmen vlakbij en ze maakt zich zo klein mogelijk, want ze herkent duidelijk de stem van Roald. De stemmen lijken voorbij te lopen, maar ze schrikt zich een hoedje, als ze plotseling hoort: ‘Selma, ik denk dat je maar beter uit die boom kunt komen. Die tak waar je op zit, is dood en zou ieder moment kunnen afbreken.’
Haar hart sloeg toch minstens een aantal hartslagen over, als ze Roald onder aan de boom hoort. Hevig blozend laat ze zich dan zien en klimt beschaamd naar beneden. Roald doet echter of er niets aan de hand is.
‘Als je mijn huis van dichtbij wilt zien, moet je gewoon even aanbellen. Zo moeilijk is dat toch niet, of wel?’
Selma durft Roald amper aan te kijken. De hele dag heeft ze hem amper kunnen zien, en nu staat hij gewoon tegenover haar en heeft haar ook nog eens betrapt bij het begluren van zijn huis. Ze stamelt: ‘Sorry, beroepsgewoonte!’
Roald glimlacht, hij heeft haar precies waar hij haar wil hebben.
‘Nu je toch hier bent, kom toch gewoon even mee naar binnen. We hebben net de grill aangestoken, zin om mee te eten?’
Selma probeert een smoes te verzinnen, maar ze voelt een lichte dwang in zijn stem, die ze niet kan negeren. Toch probeert ze er onderuit te komen.
‘Uhm, ik moest eigenlijk maar weer terug naar huis gaan. Het is nog een heel eind lopen!’
‘Ach wat, ik breng je straks wel weer naar je pension. Je zal nog wel geen avondeten hebben gehad, of wel?’
Nu kan Selma echt geen excuus meer verzinnen, want haar maag knort inderdaad wel. Ze knikt en loopt dan met Roald mee. Bij het betreden van het erf, worden ze onthaalt door twee keffende honden, die lichtjes grommen naar Selma.
‘Eva, Zack! Af! Goed volk!’
De honden worden meteen rustig en lopen met Roald mee, waarbij ze dingen om zijn aandacht. En Roald geeft ze ook ieder net zo veel aandacht. Roald brengt Selma naar de grillhut, waar Ester, Ingrid en Ada buiten van de zon zitten te genieten.
Ada roept: ‘Waar heb je nu weer Selma gevonden, Roald?’
‘Oh, die zat in die oude berkenboom, je weet wel, waar de klimop omheen zit. Ze wilde het huis eens wat beter bestuderen. En daarom heb ik haar maar even meegenomen, kan ze het van dichtbij zien.’
‘Goed idee! Die boom is toch zo goed als rot? Je zou die boom moeten kappen, straks valt hij nog op de omheining!’
‘Ja, dat kon ik misschien wel eens dit weekend doen.’
‘Blijft Selma ook eten?’
‘Ja, ik heb haar uitgenodigd. Ze had nog niets te eten gehad en ze heeft zelfs dat hele stuk vanaf haar pension naar hier gelopen. Ik kon het haar niet aandoen om met honger terug te laten lopen, of wel?’
Selma staat er maar verlegen bij. Normaal is ze dat absoluut niet, maar in de nabijheid van Roald voelt ze zich net weer een klein meisje, dat heimelijk verliefd is op de buurjongen.
Blozend stelt ze zich voor aan Ester en aan Ingrid, waarbij Ingrid meteen haar interesse heeft, omdat ze een collega is.
‘Verontschuldigt me, als het ongepast is, maar mijn chef vertelde me, dat u de schrijfster bent van de zaterdagcolumn in de Dagens Nyheter? Bent u werkelijk Ingrid Henstavsen?’
Ingrid glimlacht en zegt: ‘Ja, dat ben ik. U kent mijn werk?’
‘O ja, ik ben een groot fan van uw column! Het is voor mij en vele collega’s een voorbeeld geworden. U zou delen van uw column moeten uitgeven in een boek! Ik zou het absoluut gaan kopen!’
‘Misschien niet eens zo’n gek idee. Ik zal het eens overwegen. Maar vertel me eens, wat brengt jou eigenlijk naar hier? Je bent behoorlijk volhardend. Al je andere collega’s hadden de moed al lang opgegeven!’
‘Nou ja, ik zag hier een goed verhaal in. Iedereen wil weten wat er nu precies gebeurd is met STK, want dat is nu een groot schandaal aan het worden. En aangezien jullie de betrokken tegenpartijen zijn, is het voor ons natuurlijk heel interessant om te weten wat er nu precies gebeurd is.’
‘Maar daar heeft toch al een heel stuk van in de Dagens Nyheter gestaan, met het hoe en waarom?’
‘Ja, maar de mensen willen ook de achtergronden weten. Ik wil weten, waarom het zo belangrijk voor jullie is, en waarom jullie zo vasthoudend zijn. Want ik hoor aan alle kanten berichten, dat jullie zo boos op STK zijn, dat jullie het bedrijf willen vernietigen. En dat ten koste van hun werknemers!’
Roald neemt dan het woord en zegt: 'Dat mag je rustig weten, Selma. Het is alleen, dat niemand op het idee is gekomen om het me op een rustige en nette manier te vragen. Als je me ongevraagd een microfoon onder mijn neus houdt, ja, dan ga ik natuurlijk niet antwoorden. Er zijn ook nog zoiets als fatsoenregels, of niet dan? En jij legt keurig netjes uit, waarom je het wilt weten, en dan krijg je ook antwoorden.’
Selma weet niet meer hoe ze het heeft. ‘Maar waarom ik wel, en de rest niet?’
‘Zoals ik al zei, je gedraagt je netjes, niet opdringerig. Noem het een gevoel, iets zegt me, dat ik jou wel kan vertrouwen. Daarom laat ik dit ook allemaal toe en laat je ook daarom vrij door het bedrijf lopen.’
‘Nou ja, vrij rondlopen? Wel met een hoop beperkingen! Ik begrijp het wel, jullie willen er zeker van zijn, dat ik niet per ongeluk of ook bewust bedrijfsgeheimen ga publiceren. Maar waarom is jullie veiligheid zo streng?’
‘Weet je hoeveel het kost om een nieuwe robot met zulke geavanceerde technieken, als wij gebruiken, te ontwikkelen?’
‘Nee, ik heb echt geen idee!’
‘Van ontwerp naar de eerste productie, afhankelijk van het soort robot, tussen de 50 miljoen en 150 miljoen kronen.’
Selma fluit eens door haar tanden. ‘Zoveel? Ja, nu begrijp ik dat wel! Zijn die dingen daarom zo duur?’
‘Ja, ze moeten tot op de duizendste millimeter nauwkeurig kunnen zijn, en dan ook nog op hoog tempo kunnen werken. En onze robots kunnen dat allemaal. Vanaf de kleinste robot, die we maken, tot de grootste. Als je zin hebt, kun je morgenmiddag met me mee. Dan gaan we naar een klant van ons, die graag een nieuwe robot erbij wil hebben. Dan kun je zien hoe zo’n ding werkt en hoe tevreden onze klanten over onze robots zijn.’
‘Oh, graag zelfs!’
‘Maar hoe zit dan nu met STK?’
‘Het is heel eenvoudig, Selma. Die grond, waar dat bos op stond, heb ik door ruil verkregen. Ik heb hier in de buurt flinke stukken grond geërfd van mijn overgrootmoeder, die hier in dit huis heeft gewoond. En de gemeente wilde dit stukken grond graag hebben, maar we konden het niet eens worden. Uiteindelijk hebben ze die grond geruild met een heel groot stuk bos. En daarmee ben ik akkoord gegaan.
Maar ik heb plannen met dat gebied. Het is oorspronkelijk een loofbos geweest, maar door een flinke bosbrand is dat vernietigd en zijn er dennenbomen voor in de plaats gekomen. En dat wilde ik geleidelijk weer herstellen. Daarvoor had ik aangevraagd om een stuk te mogen kappen, zodat het herplant kon worden met loofbomen.
Nu is dat behoorlijk duur, dus daarom wilde ik dat in fases doen. Ik had met STK afgesproken, dat ze maximaal 15 hectare mochten kappen. Dat moesten ze ook herplanten, maar ik heb laten opnemen, dat ik de keuze zou hebben in wat voor bomen ze zouden aanplanten. Maar enkele weken geleden kreeg ik van iemand te horen, dat STK het helemaal niet zo nauw nam met hun contracten, dus ben ik daar gaan kijken. Ik schrok me werkelijk kapot toen ik zag, hoe grote vlakte mijn bos nu in een keer was. In plaats van 15 hectare te kappen, hadden ze meer dan 39 hectare gekapt. Dat is meer dan het dubbele! Je kunt dus wel begrijpen, dat ik behoorlijk boos was. Ik heb dan ook meteen aangifte tegen STK gedaan en heb ze gesommeerd meteen van mijn grond te vertrekken. Dat is in het kort het hele verhaal.’
‘Ja, dat heb ik ook zo gelezen. Daar is dus echt niets nieuws over te vertellen? Maar waarom zijn jullie zo vasthoudend en proberen STK te vernietigen? Want dat is wat ik hoor!’
‘Dat ligt aan de manier, waarop ze ons behandeld hebben. Ze hebben ons werkelijk schandalig behandeld en als ik zelf niet achter gekomen was, dat ze meer gekapt hadden, dan overeengekomen, dan zouden ze zelf 50 hectare gekapt hebben, want voor zoveel hadden ze een vergunning voor gekregen.’
‘Aha, dat staat dan weer niet in die artikelen! Maar vind je het dan niet erg voor het personeel van STK?’
‘Ja, heel erg zelfs! Maar vreemd genoeg steunt het hele personeel van STK ons. Op ons advies zijn ze te rade gegaan bij hun vakbond en zijn ze nu in staking. Want anders zouden ze nu helemaal geen inkomen hebben, omdat de hele boekhouding van STK in beslag is genomen. En aangezien wij niet van plan zijn om toe te geven, probeert STK ons overal maar waar ze kunnen zwart te maken.’
‘En daar hebben jullie mijn hulp weer bij nodig!’
‘Ja, zo is het precies. Want het is echt niet waar, dat we het personeel niet willen helpen, maar we zijn vooral boos op de mensen, die opdracht hebben gegeven om ons te bedriegen en die ons bedreigen. Want dat hebben ze ook al geprobeerd. Ze proberen van alle kanten druk te zetten door hun contacten. Maar die laten weer snel afweten, als ze te horen krijgen, wat er werkelijk aan de hand is. En daarnaast ken ik ook nog wel een aantal belangrijke mensen, die me graag willen helpen.’
‘En dat zijn?’
‘Dat ga ik je niet vertellen, Selma. Net als jij ben ik zuinig op mijn contacten. Als ik hun namen zou noemen, zou ik misschien enkelen in diskrediet kunnen brengen. En denk je dan dat ze mij dan nog eens ooit zouden willen helpen? Dus dat ga ik dan ook niet doen.’
‘Nee, daar heeft u gelijk in. Maar ik vraag me af, waarom u niet eerder een interview heeft gegeven. U had daar toch al gelegenheden genoeg voor gehad!’
‘Ik stel veel waarde aan fatsoensnormen. Dat zal je ook wel bemerkt hebben op het bedrijf. En dat werkt ook goed, als men zich maar aan die normen houdt. En zoals ik straks al zei, jij bent de enige, die zich redelijk fatsoenlijk heeft gedragen, op natuurlijk zojuist die boom na dan.’
Selma bloost weer even en zegt: ‘Nog excuses daarvoor. Maar deze hele zaak intrigeert me zo, het laat me niet echt met rust. En ik ken mezelf, als ik geen rust kan vinden, dan ga ik net zo lang door, tot ik die rust wel kan vinden.’
Ingrid glimlacht en zegt: ‘Zoals een goede reporter ook doet, Selma. Ik ken dat nog wel uit mijn tijd, dat ik de baan op moest voor een verhaal. Maar ik heb geluk gehad, doordat ik de column op zaterdag mocht overnemen. Maar ja, ik moest ook onderaan beginnen, net als jij.’
‘Ik mag hopen, dat ik ooit eens zo goed wordt, als jij! Jouw stukken zijn echt heel erg goed! Het verbaast me eigenlijk, dat je afgelopen jaar nog niet in aanmerking bent gekomen voor een prijs.’
‘Ik mag het eigenlijk nog niet vertellen, maar ze willen me dit jaar wel voordragen voor “De Viking”. Maar nog mondje dicht!’
‘Ja, natuurlijk. Maar eerlijk! Je verdient het ook! Je bent echt heel erg goed!’
‘Dank je. Ik doe er ook mijn best voor. Maar ik heb er natuurlijk ook tijd genoeg voor. Ik kan hier vanaf thuis mijn werk doen en ik heb nog een heleboel contacten, die me een hoop informatie kunnen aanleveren.’
‘Maar dan nog! Wat je schrijft, dat klopt ook. Je doet gedegen onderzoek en ik verbaas me er altijd weer over, hoe je het voor elkaar krijgt iedere week weer een nieuw onderwerp aan te snijden. Ik vond vorig jaar dat artikel over die zwerfhonden heel erg goed.’
‘Ja, sommige mensen gaan echt schandalig met hun dieren om. Onze honden hebben we ook langs de kant van de weg gevonden. Een man had die als pups in een vuilniszak uit het raam geworpen. Gelukkig zag Roald dat, en heeft die pups meegenomen en heeft de politie gewaarschuwd. En sindsdien zijn die pups nu onze honden. En dat was voor mij meteen ook de inspiratie om dat stuk te schrijven.’
‘En hoe wist je, dat ABBA nog een keer zou optreden? Jij wist het al veel eerder, dan wie dan ook!’
‘Omdat we ze ook persoonlijk kennen. Het is een leuk verhaal, hoe we ze ontmoet hebben.’
‘Ow? Vertel!’
‘Dat is nu alweer 20 maanden geleden. Roald was op het idee gekomen om ons alle drie te vragen met hem te trouwen. Hij wist, dat het wettelijk allemaal niet kon, maar hij wilde ook niemand van ons kwijtraken. En hij wilde er wel iets bijzonders van maken.
Nu had hij via via een telefoonnummer gekregen van Björn. Roald had hem gevraagd of hij er niet bij zou willen zijn, als hij zijn aanzoek ging doen. En hij stemde daarmee in. Nu had Roald buiten ons medeweten ook nog onze ouders uitgenodigd in het ABBA hotel, in Stockholm.
Maar wat hij zelf niet wist, is dat Björn de rest van ABBA bij elkaar getrommeld heeft om ons de verrassing van ons leven te geven. De verrassing was dan ook heel erg groot, toen bleek, dat we een klein privé concert van ABBA kregen. En zo hebben we ze leren kennen. Ze komen nog wel eens af en toe op bezoek, als ze hier in de buurt zijn. Of ze komen om eens met ons zeilschip mee te varen en dan logeren ze hier ook wel eens een paar nachten.’
Selma is met stomheid geslagen. ‘Ik kan me wel voorstellen, dat ze hier wel eens blijven logeren. Je hebt hier veel privacy. Je zou nooit weten, dat ze hier wel eens zouden overnachten.’
‘Maar dit blijft toch wel onder ons, Selma?’
‘Ja, natuurlijk! Ik weet heus wel, wanneer ik iets geheim moet houden en wanneer niet! Als hier al iets over schrijf, dan schrijf ik hoogstens dat jullie bekende landgenoten eens op bezoek hebben gehad.’
‘Ja, dat kun je doen. Dat is namelijk ook wel eens gebeurd. Dan zeg je de volledige waarheid.’
Roald zegt: ‘Ik geef er niets om, dat je een verhaal over ons schrijft, maar ik zou wel willen, dat er zo min mogelijk namen genoemd worden. Ik heb vele vrienden, die er echt niet om staan te springen om in de krant genoemd te worden. Die blijven liever op de achtergrond. Of komen liever met hun eigen dingen in beeld.’
‘Ja, ik begrijp heel goed wat u bedoeld. Ik zal u dat stuk ook nog laten lezen, voordat het geplaatst wordt.’
Ingrid zegt: ‘En kunnen we er dan ook vanuit gaan, dat het stuk dan ook zo geplaatst wordt, zoals wij het dan lezen en goedkeuren?’
‘Dat wordt iets moeilijker, maar dat moet ook wel te regelen zijn. U weet hoe het werkt, het stuk gaan naar de redactie en die passen het aan.’
‘Ja, maar ik weet ook, dat je als reporter op je strepen kunt staan, dat ze het verhaal niet mogen veranderen.’
‘Maar dan kunnen ze besluiten het stuk niet te plaatsen!’
‘Ja, dat kan. Maar dat doen ze niet zo gauw. Je moet als reporter ook voor je bronnen op durven te komen, Selma!’
‘Ik kan niet meer beloven, dat ik mijn uiterste best zal doen, om het stuk, dat jullie gelezen hebben en goedgekeurd hebben, zo veel mogelijk in tact te laten. Meer kan ik echt niet beloven!’
Ingrid knikt naar Roald, het is een acceptabele deal. Roald zegt dan: ‘Goed, onder die voorwaarden gaan we akkoord. Hoe lang heb je de tijd om je artikel te maken?’
‘Ongeveer drie dagen. Ik zal eerlijk tegen u zijn, er ligt nu een artikel bij mijn redacteur, dat gaat ook over u. En dat zal behoorlijk minder fraai zijn, dan wat ik zal schrijven. Ik weet dat het nog nergens anders is aangeboden, maar langer dan drie dagen kan mijn redacteur het niet rekken. Dan hoop ik ook helemaal klaar te zijn met mijn artikel over u en uw bedrijf.’
‘En waarom wil uw redacteur dat zo lang tegenhouden?’
‘We willen serieus nieuws brengen, mijnheer de Vries. We krijgen dagelijks vele artikelen aangereikt van over het hele land, maar slechts een klein gedeelte haalt echt de kranten. En mijn redacteur zei me, dat het echt heel erg slecht geschreven is. Maar u bent nieuws, dus er is wel vraag naar.’
Roald denkt even na en zegt dan: ‘Bel uw redacteur maar op en zeg hem, dat hij dat stuk rustig mag plaatsen. Maar ik heb een heel nieuw voorstel voor u. U kunt uw artikel over mij en mijn bedrijf nog veel groter maken. Wat dacht u van een reportage over mij, waarbij u me enkele dagen bijna 24 uur per dag zal volgen.
Dan maakt u van dichtbij mee, hoe ik werk, wat ik allemaal doe, en hoe ik in het dagelijks leven werkelijk ben. U bent van ’s morgens, als ik opsta, tot ’s avonds, als ik naar bed ga, bij me en tekent dan het leven op, zoals ik het leef. Er zijn natuurlijk wel beperkingen, geen foto’s van mijn vrouwen en kinderen, die hoeven niet in beeld te komen. Details van contracten worden niet opgenomen in uw aantekeningen, en als mensen bezwaar maken tegen uw aanwezigheid, dan vertrekt u zonder morren en wacht tot ik weer terug ben.’
Ingrid zegt: ‘Roald, weet je zeker dat je dit wilt?’
Roald kijkt Ingrid aan en zegt: ‘Ja, wat kan ik anders doen. Als STK me op die manier kapot wil maken, dan mag ik toch wel proberen om dat beeld te weerleggen. En dan krijgen ze ook meteen een idee over hoe vuil STK het spel wil spelen, want ik heb met Dosberg en de advocaat van STK ook nog een vergadering. En die reporter, die we in Östersund hebben ontmoet, die heeft ook al weer gebeld, hij had nog meer nieuws over STK en wilde me nog een keer spreken. Dus ik wil de schrikreactie van de advocaat van STK eens zien, als hij merkt, dat er een reportage over mij gemaakt wordt.’
Ingrid begint te lachen. ‘Ze zullen snel ontdekken, dat het echt beter is, om jou niet boos te maken. Je zal bijna geen vlieg kwaad doen, maar als je boos wordt, en dat is meestal als ze aan ons komen, of je groot onrecht wordt aangedaan, dan kun je je maar beter bergen of overgeven. Want je stopt echt niet, voordat je je weer in je recht gezet voelt.’
Selma zegt: ‘Hoe bedoel je dat, Ingrid?’
‘Precies zoals ik het zeg. Roald krijg je echt niet snel boos, hij is de vriendelijkheid zelf, en nooit te beroerd om iemand te helpen. Dat is ook de reden, waarom hij ook zo veel vrienden heeft. Ook zakelijk gezien. Maar als je Roald tegen je hebt, dan zal hij echt alles uit de kast halen om zijn doel te bereiken. Niemand kan hem dan doen stoppen, ook wij niet. Het is niet, dat hij geweld gebruikt, maar hij zal wel alle middelen gebruiken, die tot zijn beschikking staan om te bereiken wat hij wil. En dat kan betekenen, als STK zo door gaat, dat Roald niet eerder stopt, totdat de beide heren, om wie het werkelijk gaat, geruïneerd zijn. En geloof me, tot nu houdt hij zich echt heel erg in.’
‘Maar kan dat ook niet tegen hem werken, Ingrid?’
‘Ja, misschien wel. Maar Roald heeft niet voor niets in korte tijd zoveel bereikt. Maar hij kan dat op een heel goede manier brengen, dat zal je nog wel merken.’
Roald glimlacht en zegt: ‘Het is niet zo, dat ik er echt op uit ben om die twee mannen echt te gronde te richten. Maar als ze echt doorgaan, ja, dan zou dat wel eens kunnen gebeuren. Ik laat me door niets en niemand op mijn kop zitten, als ik meen, dat ik in mijn recht sta. Je moet van goede huizen komen, om me dan van mijn pad te laten afwijken. Maar ik weet ook heel goed waar mijn grenzen liggen, en dat is ook mijn voordeel. Ik weet van mezelf hoever ik kan en wil gaan.
Ik denk meerdere stappen vooruit, zoals in een schaakspel. Voor elke drie stappen, die mijn tegenstander gepland heeft, heb ik al 15 andere in de planning.’
Selma lacht. ‘Oef, dan zou ik je niet graag als tegenstander hebben. Kun je trouwens schaken?’
‘Ik heb het vroeger wel eens gedaan, maar al jaren niet meer. Misschien moet ik het maar weer eens oppakken.’
‘Misschien moest u dat maar eens doen. Maar als u het niet erg vindt, bel ik nu meteen even met mijn redacteur. Ik wil weten wat hij van uw voorstel vindt.’
‘Oké, ik hoor het wel. Maar niet te lang wegblijven, het vlees is bijna gaar!’
Selma lacht en loopt even weg van de grillhut. Ze belt met haar redacteur en overlegt met hem over Roalds voorstel.
De redacteur is werkelijk onder de indruk. ‘Zo! Die man heeft werkelijk ballen! Zichzelf zo bloot geven, dat is nogal wat! Maar ik heb misschien een ideetje, maar daar moet ik nog wel even een belletje doen. Ik bel je over een half uur terug.’
‘Oké, tot straks!’
Selma gaat weer terug naar de grillhut en zegt: ‘Ik moest van mijn redacteur zeggen, dat u ballen heeft. Hij was diep onder de indruk. Maar hij had nog een ideetje, ik heb geen idee wat, maar hij zou me over een kwartier terug bellen.’
Ze gaan dan maar eten, en ongeveer een goed uur later belt de redacteur naar Selma terug.
‘Selma, ik heb net even gesproken met Frans Dahlmann over het voorstel van mijnheer de Vries. Dit verhaal is veel te goed voor in de krant. Wat zou je er van denken, als je er een televisiereportage van zou mogen maken?’
‘Wat? Meen je dat serieus? Maar dat zou ik toch eerst even aan mijnheer de Vries moeten vragen. Dat is natuurlijk weer heel wat anders, dan een normale reportage!’
‘Ja, doe dat. Ik hoor wel wat hij ervan vindt. Als hij het niet wilt, dan gebeurt het ook niet, maar het zou voor hem en vooral voor jou een uitgelezen kans zijn!’
Selma moet ervan blozen. ‘Ik bel je ze snel mogelijk weer terug! Ik ga dit even overleggen.’
Selma loopt weer terug naar de grillhut en zegt: ‘Mijn redacteur heeft weer terug gebeld. Hij kwam met een heel serieus voorstel, dat nogal wat inhoudt. Hij stelt voor om er een televisiereportage van te maken, ten minste als u dat goed vindt!’
Daar schrikt Roald toch wel een beetje van. Eigenlijk weet hij niet zo goed wat hij hiermee nu moet doen.
‘Oei, dat is heel wat anders, dan ik in gedachten had, Selma. Als ik dat zou doen, zou letterlijk mijn hele leven op straat komen. En dat is ook weer niet de bedoeling. In de krant kan ik dan nog steeds een beetje anoniem door het leven gaan.’
‘Als u het echt niet wilt, dan gebeurt het ook niet, maar het zou u wel een perfecte gelegenheid bieden om uw bedrijf te promoten, maar ook te tonen, dat u niet de man bent, die STK beweert te zijn. En voor mij zou het een enorme kans zijn, want het zou voor mij een grote doorbraak kunnen worden. Misschien kan ik dan wel meer televisiereportages gaan maken! Maar voor mij hoeft u dat niet te doen, u moet zelf willen.’
‘Hier moet ik even heel goed over nadenken, Selma. Zoiets beslis je niet in een paar minuten. Ik heb een gezin, waar ik aan moet denken. Vrienden, collega’s, het bedrijf, mijn klanten, ze raken allemaal betrokken. Daar kan ik niet lichtzinnig besluit over nemen!’
‘Dat begrijp ik. Neem uw tijd, dan bel ik mijn redacteur op, dat u er ten minste over nadenkt. Dat zal hij ook wel begrijpen.’
‘Ja, doet dat maar. Ik moet hier echt even rustig over nadenken.’
‘Dat moet u ook zeker doen. Weet u wat, bespreek dat even met uw gezin, dan loop ik lekker weer terug naar mijn pension. U hoeft me niet te brengen, ik ben ook alleen hier gekomen, dus ik kan ook wel alleen terug.’
‘Weet je het zeker? Ik heb je zo gebracht!’
‘Nee, het lukt wel. Bedankt voor het eten, en sorry dat ik de sfeer een beetje verpest heb.’
‘Maak je daarover geen zorgen, Selma. Ik bel je zo snel mogelijk op, als ik een besluit genomen heb.’
‘Dat is goed. Dan wens ik jullie nog een prettige avond toe!’
Selma groet iedereen en loopt dan weg.
Roald, Ester, Ingrid en Ada zitten even sprakeloos tegenover elkaar. Roald zegt: ‘Wat moet ik daar toch nu mee aan?’
Ester zegt: ‘Ik denk dat je het gewoon moet doen. Laat ze je maar 24 uur per dag volgen. We zijn al eens meer in het nieuws geweest, met foto’s en alles erbij. Mensen hebben toch een oordeel over ons, of ze ons nu kennen of niet. Het enige wat je kunt doen, is ze hun oordeel te laten herzien.’
‘Ja maar, ik wil eigenlijk niet, dat jullie met die hele zaak ermee ingetrokken worden!’
‘Dat is eigenlijk al gebeurd, Roald! Dus wat maakt het dan nog uit? Ik zou alleen heel goede afspraken maken met hun over wat mag en wat niet mag.’
Ingrid zegt: ‘Ik ben het eigenlijk wel met Ester eens. Als je echt wilt, dat je een goede zet wilt maken tegen STK, dan laat je ze die reportage maken. Laat ze maar eens zien, wat voor man je werkelijk bent. Achter woorden in een krant kun je je verschuilen, maar op televisie kan je dat maar amper!’
‘Dat kan allemaal wel zijn, maar om dan ook maar gelijk ons gezinsleven openbaar te maken? Je weet hoe sommige mensen al over ons denken, omdat we met elkaar getrouwd zijn.’
Ester zegt strijdvaardig: ‘Reden te meer om het te doen, Roald! Ze mogen van mij best zien, dat wij maar een heel normaal gezin zijn, ook al is onze situatie buitengewoon. Misschien zijn we dan wel eens voorgoed af van die vooroordelen.’
‘En voor hetzelfde geld zijn er nog meer mensen, die slecht over ons gaan denken, Ester. Moeten we dat willen?’
‘Maakt het dan zoveel uit, Roald? Ook als je het alleen in de krant zou gaan doen, dan nog kun je niet voorkomen, dat er mensen zo over ons gaan denken. Dan kun je beter laten zien, dat het echt niet zo heel vreemd is, wat we hier doen.’
Roald laat het zich even bezinken en zegt: ‘Nou ja, ik denk dat je gelijk hebt. Maar dan moeten we het wel allemaal eens zijn, dat we dit gaan doen.’
Ester zegt: ‘Ik ben voor! Wat vind jij, Ingrid?’
‘Ik ben ook voor! En jij, Ada?’
‘Ik sta er eigenlijk niet op te springen om zo op televisie te komen, maar ik ben het wel met Ester eens. Dus ik ben ook voor.’
Roald glimlacht. ‘Nou, dan gaan we het maar doen. En ik denk dat niemand van ons echt staat te springen om zo op televisie te komen, maar ik denk dat het inderdaad beter is om te doen.’
‘Bel je meteen Selma op, of wacht je tot morgen?’
‘Ik bel haar morgen wel op. We moeten nu ook weer niet te gretig klinken, of wel?’
‘Dat is ook weer zo. Maar ik ben nu wel even wat gretig op iets anders, Roald!’
Roald ziet de ondeugende glimlach bij Ester op haar gezicht.
‘Oh, maar ik kan me wel indenken, wat dat is! Maar dan kunnen we maar beter misschien ons gaan verplaatsen naar de slaapkamer of denk ik dan verkeerd?’
De andere twee zussen lachen en Ester zegt: ‘Volgens mij ben ik niet de enige met die gedachte, Roald. Dus zullen we maar meteen?’
Glimlachend lopen ze gearmd naar hun slaapkamer. Waarbij zich de drie zussen om de lippen van Roald verdringen. Dat is niet voor het eerst, maar ook nu zorgt Roald ervoor, dat geen van de drie te kort krijgt. En hij weet heel goed, met wie hij als eerste de liefde zal bedrijven. Gisteren was die eer aan Ada, dus is nu Ester de gelukkige. Samen belanden ze als eerste op het bed, terwijl ze hevig met elkaar zoenend. Hun tongen zijn in elkaar verstrengeld, terwijl Ester hem stevig tegen haar aan drukt. Even verbreekt ze hun zoen en zegt:
‘Roald, zou je me vandaag alleen maar willen neuken, zonder je handen te gebruiken? Niet dat het erg is, maar ik heb vandaag behoefte aan lekkere ruige en harde seks! Ik ben al sinds vanmiddag geil, en wil je gewoon lekker hard in me voelen!’
Roald knikt en voldoet maar wat graag aan haar wens. Hij gebruikt zijn handen niet, maar dat weerhoudt hem er niet van zijn tong te gebruiken om Ester lekker nat tussen haar benen te krijgen.
Niet dat het echt nodig is, want Ester had niets te veel gezegd, ze was echt al de hele dag geil. En nu ze ook nog de vaardige tong van Roald voelt, is het hek van de dam. Ze krijgt al meteen een lang en spetterend orgasme, waarmee haar hele lichaam verkrampt en ze met haar benen Roald stevig vastklemt, zodat hij amper los kan komen. Hij kan nog maar net ademhalen, maar geniet wel mee van het orgasme van Ester.
Langzaam begint haar greep op Roald minder te worden, waardoor hij zich kan bevrijden. Hij kruipt weer naar boven, wetende dat Ester nu het liefste een zoen krijgt. Vol liefde en genegenheid kust hij haar en Ester krijgt bijna tranen in haar ogen, omdat Roald haar zo goed aanvoelt. Zijn liefde voor haar is bijna tastbaar en nu ze nog nageniet van haar orgasme, voelt het nog emotioneler voor haar.
Maar al snel worden haar gevoelens nog intenser, als Roald zijn pik in haar grotje laat glijden. Het is waar ze al de hele dag op gewacht heeft. En Roald voldoet aan haar wens om ruige en harde seks te hebben. Meedogenloos beukt hij in haar kutje, dat brandt van geiligheid. Dan voelt Ester haar orgasme al weer aankomen. Als een vuurspuwende vulkaan overspoelt haar een heerlijk gevoel vanuit haar binnenste en haar hele lichaam verkrampt, terwijl ze het uitkermt van genot. Het orgasme is zo intens, dat ze geen benul heeft van tijd en plaats. Zelfs Roald is ze voor een klein moment vergeten. Maar al snel komt ze weer tot haar positieven, en klemt zich stevig aan Roald vast, die haar nog steeds neukt, en zijn tempo opvoert.
Ze hoort aan zijn ademhaling dat zijn hoogtepunt ook niet meer ver weg is, en ze haalt alles uit de kast om hem ook een heerlijk orgasme te geven. Maar daardoor beleeft ze nog een orgasme, terwijl Roald diep in haar klaar komt. Beiden komen hemels klaar, en Roald heeft zelfs wat langer tijd nodig om weer verder te kunnen.
Ingrid en Ada hebben toegekeken, terwijl Roald en Ester samen de liefde bedreven. Op sommige momenten kijken ze liever naar het tweetal, omdat het gewoon zo ontzettend geil is, en omdat de liefde er gewoon vanaf spat. Het is gewoon zo ontzettend mooi om te zien hoe Roald samen met hun zuster neukt. Ze zijn volledig op elkaar afgestemd, alsof ze ook echt helemaal voor elkaar bestemd zijn. En dan hopen de twee zusters, dat ze dan ook eenzelfde moment met Roald mogen beleven. Dat gebeurt niet altijd, maar soms ook wel. Dat is ook het fijne om met Roald te vrijen, de kans dat je zulke unieke momenten mag meemaken, is zeker aanwezig. En als het gebeurt, dan geeft dat zo’n ontzettend fijn gevoel.
Maar helaas zit dat er vandaag voor de beiden zussen er niet in. Niet dat ze er nu veel minder van genieten, maar het zou wel leuk zijn geweest. Toch zijn ze alle vier volledig voldaan, als ze tegen elkaar aanliggen en loom nagenieten van de heerlijke seks, die ze met elkaar hebben gehad.
Lees verder: Tre Systrar (drie Zussen) - 55
Trefwoord(en): Zussen,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10