Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 02-04-2021 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 14087
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 78 minuten | Lezers Online: 1
We zijn maken weer een sprongetje in de tijd. Om precies te zijn drie jaar. We staan op het punt met de caravan naar onze jaarlijkse meeting te gaan in Zweden. En dat is tegenwoordig wel even wat anders, als vier jaar geleden. Toen hadden we nog geen kinderen, en nu zelfs drie!

Hebben we wat gemist? Ja, want Chantal is vorig jaar bevallen van een kerngezonde zoon. Roy, die inmiddels al kan lopen. En samen met onze andere twee kinderen hebben we daar heel wat mee te stellen. Je kunt ze immers geen moment uit je blikveld laten ontsnappen.

Rob en Gitje, zoals we Robert en Birgit tegenwoordig met hun troetelnaampjes aanspreken, zijn inmiddels al drie en zijn best ondernemend. Achter de loods hebben we tegenwoordig wat kleinvee staan. Wat geiten, enkele herten, een tweetal pony’s en een hoop kippen en ganzen, die een onbekommerd leven kunnen leiden in de ruime en grazige wei, die we voor hen hebben gecreëerd. En daar zijn die twee amper weg te slaan. Ze vinden de dieren prachtig, al is dat niet altijd wederzijds, omdat ze de dieren soms nogal hardhandig vastpakken. Maar gek genoeg laten ze dat wel gewoon toe. Het is prachtig om te zien, hoe ze met die dieren omgaan.

Maar hoe dol ze ook op hun dieren zijn, zodra ik naar de loods loop om aan mijn wagens te gaan werken, dan is de tweeling als de kippen bij om toe te kijken. Soms is dat leuk, soms ook heel erg lastig, omdat ze me dan onder de voeten lopen. En om al te veel problemen te voorkomen, hebben we een klein bankje met tafeltje voor ze neergezet, waar ze naar hartenlust kunnen spelen en toekijken. Van de tweeling is Rob de wat meer serieuze, terwijl Birgit de wat meer dromerige van het tweetal is. Ze lijken wel erg veel op elkaar, wat ook niet zo verwonderlijk is, omdat ze een tweeling zijn.

Maar nu staan we dus op het punt naar Zweden te gaan naar de meeting, en daarna trekken we door naar Noorwegen, om weer op bezoek te gaan bij Sheila en haar familie. Dat is inmiddels vaste prik, na de meeting rijden we door naar Noorwegen. Er in ons kielzog komen dan een vijftal caravans en zelfs een camper. Want onze vriendengroep wordt steeds hechter, en het helpt zeker, dat onze kinderen veel met elkaar spelen. En tegenwoordig lopen er nogal wat kinderen rond in onze groep. Daan en Melissa hebben het bij één kind gehouden, maar dat kan niet gezegd worden van de rest van onze vrienden!
Sander en Ilse hebben inmiddels twee kinderen, die bijna precies net zo oud zijn als mijn kinderen.
Oscar en Mireille, onze inmiddels Brabantse Hagenees, rijdt ook ieder jaar met ons mee. Hun kinderen zijn al wat ouder, wat ook weer prettig is voor mijn neefje en nichtje, die ongeveer net zo oud zijn.
Leonie en Dean reizen sinds twee jaar ook met ons mee, en Jake en Stephanie staan ieder jaar weer te springen om weer mee te mogen.
En dan hebben we nog Roel en Renate, die nu een dochter van twee jaar hebben.

En niet te vergeten: Ylke en Kurt! Ze hebben elkaar twee jaar geleden het ja-woord gegeven, en uit dat huwelijk is inmiddels ook een kind gekomen. We hadden het echt niet verwacht, maar Ylke was dus echt zwanger geraakt. Het was niet gepland, maar ze waren er niet minder blij om. En sindsdien hebben ze dus sinds een jaar een zoon, die ze Fred hebben genoemd. Kurt heeft zich een oude Amerikaanse camper gekocht, die hij helemaal met de hand heeft beschilderd, en nu een rijdend kunstwerk is geworden. Hij werkt inmiddels niet meer op mijn werk, maar is nu full-time kunstenaar. En zijn werk vindt gretig aftrek. Het heeft veelal het thema, dat te maken heeft met gevangenissen, die hij zeer kunstzinnig weet uit te beelden.

Melissa is inmiddels klaar met haar opleiding, en gebruikt haar talent, kennis en vaardigheden om vintage kleding te maken, maar ze helpt Daan ook met het opknappen van te restaureren auto’s, en dan met name het interieur. Want daar is ze heel erg goed in geworden.

Chantal is inmiddels opgeklommen naar de functie van regisseuse, maar ze combineert haar functie nog steeds met het trainen van zangers. En ik heb ook wel een carrièresprong gemaakt. In enkele jaren tijd ben ik van gewone inkoper naar hoofd inkoper gegaan. Wat dus wil zeggen, dat ik de leidinggevende ben op de inkoop. Dat ik daarvoor vaker op mijn werk moet zijn, dat neem ik dan voor lief, maar gelukkig is Chantal tegenwoordig wat flexibeler in haar werktijden. Zo kunnen we allebei de zorg voor onze kinderen opnemen.

Eira is nu in de laatste fase van haar opleiding, en ze heeft het echt in zich om een goede carrière te kunnen maken. Ze spreekt tegenwoordig vloeiend Nederlands, Engels, Frans en Italiaans, iets wat ze zich eigen heeft gemaakt, toen ze bij een stedentrip vanuit de opleiding kennis maakte met een Zwitser, Dylan genaamd. Dat dit haar relatie met Leon geen goed heeft gedaan, dat spreekt wel voor zich. Maar de jongen heeft het ook erg te pakken van Eira, en heeft zijn spullen gepakt, en is naar Nederland afgereisd. Hij studeert nu in Maastricht meerdere talen, zodat hij later tolk kan worden. En zowel Chantal, als ik, zijn van mening, dat deze relatie wel eens heel erg serieus kon zijn. Ze zijn al samen in Noorwegen geweest, maar deze zomervakantie kiezen ze hun eigen weg, wat ik heel goed begrijpen kan.

Joey en Veerle zijn inmiddels met elkaar verloofd, al heeft hun relatie wel ups en downs gehad. Dat kwam door een medestudent van Veerle, die in zijn hoofd had gezet, dat Veerle zijn vriendin moest worden. En dat ging faliekant fout. De jongen begon Veerle te stalken, en heeft zelfs geprobeerd haar te ontvoeren. Hij had alleen niet gerekend op de vechtkunsten van Veerle, die niet veel hoefde te doen om de jongen uit te schakelen. Joey had op zijn beurt weer last van een van zijn buurvrouwen, die smoorverliefd op hem was. Als Veerle er eens niet was, dan drong ze zich aan hem op, en wat Joey ook zei, het hielp niets. En dat zag Veerle natuurlijk ook niet graag. Dat is het moment geweest, dat ze besloten om te gaan samenwonen. Het was de oplossing van hun problemen, en uiteindelijk heeft dat ook geleidt tot hun verloving. Inmiddels zijn ze ook verhuisd naar een wat grotere woning. En nu Veerle klaar is met haar studie, is ze bij haar vader in de sportschool gestapt. En daar geeft ze zijn sportschool weer nieuwe glans.

Maar goed, we staan dus op het punt weer naar Zweden te gaan. Ik heb de caravan al achter mijn Cadillac hangen, en mijn wagen en de caravan zitten volgepakt met allerlei spullen. En de wagen van Chantal zit ook vol, al zitten daar meer de spullen van de kinderen in. Want de kinderen rijden met Chantal mee, hoe graag ze ook in mijn Cadillac zitten. Maar ook al is mijn wagen enorm, erg veel plaats is er gewoon niet meer over… We hebben al ontdekt, dat je met kleine kinderen ontzettend veel mee moet nemen. De dag voordat we vertrekken ben ik eindelijk klaar met alles laden, waarbij ik echt wel let of de wagens niet overladen zijn.
Sinds ik vader ben, let ik veel meer op veiligheid, dan voorheen. Want voor geen goud zou ik mijn gezin in gevaar willen brengen! Wat dat betreft hebben Chantal en ik veel geleerd. Ons gezin is nu een geoliede machine, waar Chantal en ik zeer goed op elkaar zijn ingespeeld.

Net als ik de auto’s goed op de binnenplaats geparkeerd heb, komen er twee auto’s met caravans, minstens net zo vol beladen dan mijn wagen, de binnenplaats opgereden. Dat zijn Sander en Ilse met hun caravan, die inmiddels ook al helemaal klaar is, en Roel en Renate, die inmiddels ook een caravan gekocht hebben. Ze zetten hun wagens hier neer, zodat we later samen op weg kunnen gaan. Zo hoeven hun wagens dan niet op hun inrit staan, en omdat we van ons huis heel snel op de snelweg zitten, is dit een ideaal vertrekpunt. De rest sluit morgenvroeg bij ons aan, als we in colonne richting Zweden vertrekken.

Voor onze kinderen is het al meteen het begin van de vakantie, want ze blijven ook meteen hier slapen. Eira is met Dylan al op vakantie, dus haar kamer is nu vrij. De kinderen slapen allemaal verdeeld over de twee kinderkamers, die we nu hebben, en op de zolder is ook nog steeds een kamer vrij. We maken het dan ook niet al te laat en in alle vroegte staan we op, zodat we op deze dag een flinke afstand kunnen afleggen. Uiteindelijk kunnen we op pad, en gaan we op reis, richting Zweden. Een behoorlijke colonne van een veertiental voertuigen begeeft zich richting het Noorden.
Het is zomer, en het weer laat zich van zijn beste kant zien. De zon schijnt, maar het is door een wat frisse wind nog niet al te warm. Dat vinden wij, bestuurders van onze oude automobielen, helemaal niet zo erg! Dat is beter voor onze motoren, en onze wagen zijn toch al zo zwaar beladen. Het eerste deel van onze tocht verloopt zonder problemen, maar na de middag begint de lange tocht toch zijn tol te eisen van het materiaal. Gelukkig is het maar een kapotte band, en gebeurde het nog op de parkeerplaats. Met vereende krachten is de band snel verwisseld, en zijn we weer onderweg. Maar daar blijft het niet bij. Een paar kleine technische mankementen verstoren de reis nog enkele keren, maar gelukkig is Daan er ook bij, die de problemen snel kan verhelpen.

Uiteindelijk blijkt het, als we bij de veerboot aankomen, nog wel mee te vallen met de problemen. We hebben wel eens erger meegemaakt, en dan blijkt ook maar weer, hoe fijn zo’n club dan kan zijn. Na een korte overtocht naar Zweden, die slechts enkele uurtjes duurt, zetten we ons kamp op bij een camping, niet erg ver van de kust. Daar hebben we al van tevoren plaats gereserveerd, die dan ook keurig voor ons vrijgehouden is. Hier zullen we een tweetal dagen blijven, tot de rest van de club zich bij ons gevoegd heeft. Dat zijn veelal de clubleden, die geen kinderen hebben, of wiens kinderen al groot genoeg zijn. Onze club is inmiddels ook al flink gegroeid, en bestaat inmiddels al uit dertig leden, waarvan bijna driekwart meegaat naar dit hoogtepunt van het jaar.
Het is een leuk weerzien, sommigen wonen verder weg, en hebben we al enkele weken niet meer gezien.

Zelfs Helmut, die naar Duitsland is verhuisd, is dit jaar weer van de partij. We hebben hem al enkele jaren niet meer gezien, maar het is een leuke verrassing hem weer te zien. Hij is wat dikker geworden, maar de jaren hebben hem wel goed gedaan. Hij ziet er gezonder en gelukkiger uit, en dat is ook wel wat waard. We kunnen weer lekker bijpraten met onze vrienden. En als ik dat zo allemaal zie, dan voel ik me een gelukkig man.

Bij toeval komt Chantal naar me toe gelopen, en ik trek haar op mijn schoot. Ze giechelt even, en we geven elkaar een zoen.
‘Wat kijk je tevreden, John?’
‘Ach, nu weer iedereen hier is, voel ik me gewoon gelukkig. Wat kan iemand zich nog meer wensen? Vakantie, een leuke vrouw, leuke kinderen, veel vrienden en familie. Promotie op het werk gemaakt, jij ook! Soms vraag ik me dan wel af, of het altijd goed blijft gaan!’
Chantal glimlacht. ‘Dat vraag ik me ook soms af. Maar dan denk ik, geniet er maar van, zolang het duurt. En voor mijn part duurt dit nog heel erg lang!’

Helmut ziet me zo met Chantal zitten en zegt glimlachend: ‘Het is goed te zien, dat jullie nog steeds stapelverliefd op elkaar zijn! Ik moet toegeven, dat ik in het begin even mijn twijfels gehad heb over jullie, vooral omdat jullie nogal hard van stapel liepen. Maar dat was ook maar heel even. Ik ken John nu al een tijdje, maar in mijn ogen is hij nu nog steeds even verliefd op je, dan in het begin!’
Chantal glimlacht terug. ‘Dank je, Helmut! Nee, aan liefde is het zeker niet minder geworden, eerder meer! We kennen elkaar nu door en door, en dat miste ik in het begin soms wel eens. Maar John heeft ons er steeds doorheen getrokken, ik snap af en toe niet waar hij de energie vandaan haalt! Als hij thuis is, geeft hij de kinderen meer dan genoeg aandacht, vindt dan zelfs ook nog tijd om zijn thuiswerk te doen, het huishouden mee te doen, en dan heeft hij nog steeds tijd vrij voor mij, en aan de auto’s! Als ik thuis ben met de kinderen, dan ben ik ’s avonds bekaf!’
Helmut krijgt op eens een brede glimlach op zijn gezicht. ‘Daar zal ik over een half jaar ook achter komen, Connie is zwanger!’
‘Wat? Dus jij wordt een papa? Gefeliciteerd! Wie weet het nog allemaal meer?’
‘Mijn ouders, en mijn vrienden in Eschweiler, en jullie. We wilden het vanavond bekend maken, als we allemaal samenzitten. Maar het is ook tevens een afscheid. Connie wil niet meer naar de meetings gaan, als we eenmaal kinderen hebben. En ik kan ook wel begrijpen, waarom. Het is goed geweest om naar Eschweiler te vertrekken, John. We voelen er ons allebei goed thuis, en het heeft onze relatie ook wel goed gedaan. Bovendien begint onze bed and breakfast nu wel heel goed te lopen, daar hebben we onze handen aan vol. We zullen echt geen tijd meer hebben om naar meetings te gaan.’
‘Ga je dan je wagen verkopen?’
‘Dat weet ik nog niet, John. Het is toch een deel van mijn leven, die wagen. Het heeft me veel goede dingen gebracht. Connie, en een hoop goede vrienden. Als ik dan die wagen wegdoe, dan raak ik daar wel een hoop van kwijt!’
‘Ach, onzin! We zullen ook zonder je wagen vrienden blijven! En ik kan zien, dat je veranderd bent, Helmut!’
Helmut lacht. ‘Dat klopt! Connie en ik hebben eens goed samen gepraat, wat uiteindelijk ook een van de redenen is geweest, dat ik terug naar Eschweiler ben gegaan. We hadden allebei een nieuwe impuls in ons leven nodig, en dat heeft echt goed uitgepakt. Waar ik vroeger de kantjes er wel eens vanaf liep…’

Ik moet hardop lachen, waarop Helmut lachend verder gaat: ‘Oké, ik liep er gewoon de kantjes af! Maar nu is dat anders. Ik ben nu ook nog postbode, dat ik naast de B & B doe, zodat we toch een regelmatig inkomen hebben. Connie werkt ook nog een aantal uren als poetshulp in een nabijgelegen restaurant, en daarmee kunnen we het uitstekend redden. En daarnaast verzorgen we ook nog mijn ouders. Met mijn moeder gaat het goed, maar mijn vader begint nu hard achteruit te gaan. We hadden onze twijfels, of we wel zouden moeten gaan, maar mijn moeder heeft ons gewoon weggestuurd. De dochter van een vriendin van mijn moeder zorgt nu voor hen. En dat geeft ons toch wel een beetje rust.’

Chantal kijkt Helmut goedkeurend aan. ‘Dat is nogal een verandering, maar het heeft je zo te zien niet slecht gedaan!’
Connie komt erbij staan. ‘Zijn jullie over ons aan het roddelen?’
‘Roddelen zou ik dat niet noemen, Connie! Eerder bijpraten. Chantal had het erover, dat Helmut een paar kilo is aangekomen!’
Connie lacht. ‘Dat is mijn schuld, maar ik zie hem liever zo, dan hoe het enkele jaren geleden nog was. Als hij op die manier was verder gegaan, dan zou ik zeker niet meer bij hem zijn gebleven!’
‘Je ziet er anders ook goed uit, Connie! En zeker gelukkiger, dat kun je wel stellen! Het heeft jullie allebei goed gedaan!’
‘Ja, dat ben ik helemaal met je eens. Ik ben gelukkiger dan ooit, en heeft Helmut het jullie al verteld? Hij zei me, dat hij het jullie eerst wilde vertellen, voordat we het de rest vertellen.’
‘Ja, dat heeft hij. Maar ik begrijp niet goed, waarom hij dit dan eerst aan ons wilde vertellen? Gefeliciteerd, trouwens!’
‘Dank je! Misschien dat Helmut dat zelf even kan uitleggen. Ik begrijp het wel, maar ik kan het niet uitleggen.’

Helmut knikt. ‘De reden is eigenlijk simpel, John! We zijn vroeger misschien niet de beste vrienden geweest, en ik was wel closer met Gerard, maar ik heb altijd tegen je opgekeken! En toen jij je relatie met Chantal kreeg, was ik zelfs wat jaloers op je. Nu weet ik, dat zoiets helemaal onzinnig was. Het heeft me juist mijn ogen geopend, en ik begrijp nu als geen ander, hoe jij het voor elkaar kreeg om de groep voor bij elkaar te houden. Ik maak nu hetzelfde mee met mijn vrienden. Ik ben nu de spil, die onze vriendengroep drijft en bij elkaar houdt. Daardoor ben ik alles meer gaan waarderen. Ik ben je een excuus schuldig, omdat ik nooit echt de vriend was, die ik voor je had moeten zijn. In plaats daarvan maakte ik gebruik van je goedheid, zonder er ooit iets voor terug te geven.
John, je bent echt een prima kerel, en het zou me erg veel doen, als je me daarvoor wilt vergeven! En als je me niet als een vriend wilt beschouwen, dan is dat ook prima, maar weet dan wel, dat ik je altijd als vriend zal blijven beschouwen. Je bent mijn voorbeeld, en je zult dat altijd blijven!’

Ik kijk Helmut verbaasd aan. Het klopt wel, wat hij zegt, maar het is echt niet zo, dat hij me nooit heeft geholpen.
‘Natuurlijk vergeef ik je! Waarom zou ik dat niet doen? Als ik je geen vriend zou hebben gevonden, dan had ik je vandaag echt niet zo hartelijk ontvangen, Helmut! Maar keek je echt tegen me op? Dat heb ik nooit geweten!’
Helmut knikt, met tranen in zijn ogen. ‘Dat doe ik nog steeds, John! Je leidt het leven, waar iedereen jaloers op kan zijn. Je hebt alles, wat je hartje begeert, wie zou daar niet jaloers op zijn?
Maar iedereen gunt je ook dit leven, en dat is wel een verschil. Want iedereen weet, van hoe ver je bent gekomen om dit te bereiken. En ik ben ook door een dal gegaan, en begrijp nu veel beter, hoe zwaar jij het gehad moet hebben. En toch was je er altijd, klaar om iedereen te helpen. Zo’n man probeer ik nu ook te zijn, en Connie is mijn getuige, dat ik mijn best daarvoor doe!’

Connie glimlacht. ‘Dat is waar, John! De energie, die hij vroeger niet gebruikt heeft, die gebruikt hij nu dubbel en dwars! Hij is nu een man, waar ik met recht trots op ben, en waarvan ik weet, dat hij straks een goede vader zal zijn! En als ik jou zo zie, dan kun je weer een goed voorbeeld voor Helmut zijn!’
‘Nou, dan ben ik ook blij voor jullie. Het is fijn om te horen, dat het tussen jullie weer zo goed gaat!’

Robert en Birgit komen er dan aangerend. Ze hebben flink gespeeld, en hebben nu dorst gekregen. Chantal staat op om ze wat te drinken te halen, terwijl ik het tweetal op mijn schoot zet. Ze vertellen me uitgebreid over hun belevenissen, wat ik met een grote glimlach aanhoor. Nadat ze wat gedronken hebben, willen ze er weer vandoor gaan. Maar omdat het bijna tijd is om te gaan eten, houd ik ze tegen. ‘Hier blijven jullie! We gaan zo eten, en ik was niet van plan jullie te gaan zoeken! Na het eten mogen jullie nog heel even spelen, en daarna gaan jullie naar bed! Begrepen?’
Zonder tegensputteren lopen ze terug naar de caravan, om daar met de honden te spelen, die blij zijn hun vaste speelkameraadjes weer te zien. Connie merkt glimlachend op: ‘Je hebt ze anders goed onder de duim, John!’
Ik lach. ‘Was dat maar altijd zo! Ze zullen wel honger hebben, anders zouden ze echt niet zo luisteren!’
Chantal zegt glimlachend: ‘Ze luisteren wel een heel stuk beter naar John, dan naar mij. Ze weten precies, als John iets meent. Dat hoeft hij ook geen twee keer te zeggen, terwijl ik ze dat keer op keer moet zeggen.’
‘Dat is ook niet helemaal waar, Chantal! Als jij boos bent, dan kunnen ze niet snel genoeg naar binnen komen!’
‘Ja, maar ik moet dan eerst boos worden! Jij hoeft alleen maar een keer te roepen!’

Chantal heeft Roy meegenomen, die heeft op bed gelegen voor zijn middagdutje, en is vrij nieuwsgierig naar al die nieuwe vreemde mensen. Connie kijkt vertederend toe. ‘Is dat nou je jongste, Chantal? Wat een snoesje!’
Ze zijn dan al snel met elkaar in gesprek en ik zeg lachend tegen Helmut: ‘Ik geloof, dat we maar eens beter naar de rest kunnen gaan, want ik heb het al gezien, daar krijgen we geen speld meer tussen!’
Hoewel Chantal met Connie aan het praten is, heeft ze me wel gehoord. ‘Alsof ik er een speld zou tussen krijgen, als jij over auto’s aan het praten ben, John!’
Ik lach. ‘Touché, Chantal! Maar ik was toch al van plan bij Gerard te gaan kijken. De barbecue zal zo wel aangestoken worden, en hij zal nu wel wat hulp kunnen gebruiken, nu bijna iedereen er is!’

Ik geef haar een zoen en loop dan met Helmut weg. Even later zijn we Gerard aan het helpen met de grote barbecue, die hij voor dit doel heeft meegenomen. Het ding is groot genoeg om voor iedereen van eten te voorzien. En Helmut helpt ook flink mee, wat anderen ook meteen opvalt. Sander heeft het ook gezien, en vraagt me: ‘Wat is Helmut opeens actief! Zo ken ik hem helemaal niet!’
‘Ik heb straks even met hem gepraat, Sander. Hij is echt flink veranderd, de afgelopen jaren. Niet alleen in uiterlijk, maar ook innerlijk. En ik ben blij met wat ik nu van hem zie.’
‘Ja, ik ook. Maar ik moet het eerst eens zien. Nu even zijn beste beentje voorzetten, wil nog niet zeggen, dat hij ook echt veranderd is!’
‘Ik geef hem het voordeel van de twijfel. Zoals hij nu bij me overkomt, dan is hij ook echt veranderd! En hij heeft er ook alle reden toe, maar dat zal hij je later wel vertellen.’
‘Wat is er dan?’
‘Dat kan ik je nu nog niet vertellen, maar geloof me, het is alleen maar goed nieuws. Maar vind je het niet prachtig, dat bijna iedereen er is?’
‘Ja, absoluut! We missen alleen nog Ferry, maar die gaat direct naar de meeting toe. Hij kon niet eerder vrij krijgen!’

Opeens horen we getoeter achter onze rug. We draaien ons om, en zien daar Ferry met zijn Cadillac. Ferry is nog niet zo heel lang lid van onze club, maar doet wel zijn best om bij de groep te horen. Het is een aardige gast, maar hij is nog jong. Heel erg jong, want hij is nog maar achttien!
‘Ferry! Wat doe jij hier? Ik dacht, dat je geen vrij kon krijgen?’
‘Dat klopt ook, maar ik ben gewoon gegaan! Mijn baas kan me de kloten kussen!’
‘Daar zal hij dan niet zo blij mee zijn, Ferry!’
‘Kan me niet meer schelen. Als ik terugkom van vakantie, dan heb ik al een nieuwe baan. Eentje, waar ik minder zwaar werk hoef te doen, meer betaald krijg, en waar ik voor deze meeting wel vrij voor krijg!’
‘O, dus je hebt ontslag genomen?’
‘Ja! En blij toe! Ik heb Lisanne meteen thuis opgehaald, en we zijn naar hierheen gereden. Alleen heeft de motor wel flink moeten werken, anders was ik niet op tijd geweest voor het veer, en hadden we nog moeten overnachten. Maar het is gelukkig een Cadillac, die kan dat wel aan!’

We lachen over de jeugdige overmoedigheid van de jongen. We begroeten ze gepast, en tronen dan Ferry mee naar de groep. Daar wordt hij ook hartelijk onthaald. Iedereen van onze club is er nu, een zeldzaamheid! Zelfs met de vergaderingen is nooit iedereen tegelijk aanwezig. En dat geeft wel even een speciaal gevoel. Morgen zullen we in een groot konvooi naar de meeting vertrekken, wat zeker een heel spektakel zal worden. Want er zal echt niet iedere dag een konvooi van ruim 30 oude voertuigen over de Zweedse wegen trekken.

Het eten is dan klaar, en de gehele groep stort zich op het vlees en de groenten, die we hebben klaargemaakt. Na het eten maken Connie en Helmut dan bekend, dat ze papa en mama worden, waarbij ze door iedereen van harte gefeliciteerd worden. En schijnbaar heeft Helmut nog even met Connie gepraat, want hij kondigt ook meteen aan, dat dit zijn laatste meeting zal worden, en dat hij zijn wagen zal gaan verkopen. Daar wordt natuurlijk teleurgesteld op gereageerd, maar iedereen heeft begrip voor hun beslissing.

Connie en Helmut komen dan weer bij ons zitten, er is natuurlijk wel een en ander te bespreken. Opeens zegt Connie tegen mij: ‘John, gaan jullie dit jaar weer na de meeting op vakantie?’
‘Ja, we rijden dan door naar Geiranger, we hebben daar veertien dagen op de camping geboekt.’
‘Zou je het erg vinden, als wij ons bij jullie aansluiten? Als dit de laatste keer is, dat we kunnen komen, dan willen we de mogelijkheid volledig benutten. Helmut heeft net nog naar huis gebeld, dat gaat geen probleem worden. Zijn vader gaat het even wat beter, dus heb ik hem gezegd, dat we het er maar even van moeten nemen.’

Ik kijk Chantal aan. Die haalt haar schouders op. Ik kijk ook de anderen aan, met wie we naar Geiranger zouden gaan, en niemand heeft daar problemen mee. Een kort telefoontje naar de camping verzekert ons dan ook, dat er plaats is voor Connie en Helmut. Ze hebben een tent bij, en hebben daarvoor niet zo veel plaats nodig. En zo is dat ook weer geregeld.
Sander vraagt dan aan Helmut: ‘Ik schrok er wel even van, dat je je wagen gaat verkopen!’
‘Ach, ik heb zelf ook wel wat twijfels gehad. Maar ik zie ons de komende jaren nergens heen gaan met de wagen, en dan zou hij alleen maar stilstaan. Dat is ook niet goed, dan kan ik hem maar beter verkopen. En wie weet, misschien koop ik er later wel weer een terug, maar voorlopig niet! Dat heb ik Connie beloofd, en daar wil ik me ook aan houden.’

Sander kijkt Helmut even aan. ‘Dan ben je misschien toch meer veranderd, dan ik gedacht had, Helmut. Zo was je vroeger echt niet!’
‘Dat weet ik, en daar heb ik ook wel spijt van. Ik heb de afgelopen jaren veel geleerd. Ik ben nooit de vriend geweest, die ik wel had moeten zijn. Dat spijt me echt heel erg, Sander!’
‘Dat valt wel mee, Helmut. Maar ik moet toegeven, dat ik deze nieuwe Helmut veel liever zie.’
‘Fijn om te horen. En als ik zelf ook eerlijk ben, dit bevalt me ook veel beter. Maar jullie zijn ook veel veranderd! Dat zal ook wel komen, omdat jullie nu kinderen hebben. Dan gaan de wilde haren er wel snel vanaf.’
Sander lacht. ‘Zal tijd voor je worden, Helmut!’
Helmut lacht. ‘Daar ben ik nu ook wel aan toe. We mogen nog van geluk spreken, dat Connie nog zwanger werd. We worden er allebei niet jonger op, en maar voorheen waren we er ook nog niet echt aan toe. Dat is nu anders. Maar we hebben wel flink moeten oefenen, voordat Connie zwanger werd!’
Sander antwoordt gevat: ‘Dat wordt dan wel eens tijd, dat je dat eens leert! Of had ik het eens voor moeten doen?’
We moeten er allemaal om lachen. Helmut schudt lachend zijn hoofd. ‘Dit heb ik wel gemist. Dat was het moeilijkste aan het terugkeren naar Eschweiler. Mijn vrienden missen. Nu heb ik wel weer nieuwe vrienden, en met sommige oude vrienden heb ik de vriendschap weer opgepakt, maar het is toch niet hetzelfde. Maar om op je antwoord terug te komen, Sander: We wisten heus wel, hoe het moest, we hadden alleen wat hulp nodig van de dokters. Mijn zaad blijkt wat langzaam te zwemmen. Even geen flauwe grappen over maken, ik vind het al erg genoeg! Maar gelukkig is daar tegenwoordig een oplossing voor en ik ben dan ook erg blij, dat het ons gelukt is!’

Ik kijk heel toevallig Connie aan, en zie haar lichtjes blozen. We praten nog wat verder, maar al snel vertrekt iedereen naar hun caravan of tent. Alleen Helmut en Connie zitten nog bij ons. Helmut staat op en zegt: ‘Ik ga ook vast slapen, als we morgenvroeg al om acht uur klaar moeten staan!’
Connie knikt. ‘Ik kom er zo aan, ik moet nog even wat vragen aan Chantal!’
Helmut geeft Connie een zoen en loopt dan weg. Pas als Helmut de tent in gaat, zegt Connie: ‘Kunnen jullie een geheim bewaren? Het zit me een beetje hoog, en ik moet het ergens kwijt. In Eschweiler durf ik het aan niemand te vertellen, en thuis ook niet.’
‘Natuurlijk! Wat is er dan?’
Connie slaat haar ogen neer. Ze heeft duidelijk ergens moeite mee, en ze schaamt zich er schijnbaar ook voor. Opeens begint me een lichtje te branden.
‘Het kind, dat je nu draagt, is niet van Helmut, of heb ik dat mis?’
Connie kijkt me aan. Ze knikt en begint te huilen. Chantal slaat een arm om haar heen.
‘Och arme! Wat is er precies gebeurd?’
‘Ach, het is eigenlijk ook zo idioot wat ik gedaan heb! Het zaad van Helmut is gewoon niet meer vruchtbaar. En we wilden allebei zo graag een kind, dat ik naar het uiterste redmiddel heb gegrepen. De vader van Helmut is een erg lieve man. Zijn gezondheid is erg slecht, maar hij is nog goed bij. Met hem kan ik wel praten, en zo kon ik hem ook over Helmut vertellen. Om een lang verhaal kort te maken, hij stelde voor dan zijn zaad maar te gebruiken. En ik was zo ten einde raad, dat ik dat ook gedaan heb. Günther had maar één keer nodig om me zwanger te krijgen. En maar goed ook, meer kon die goede man niet aan.’
We kijken Connie geschokt aan. ‘Dus je hebt het met de vader van Helmut gedaan?’
Connie knikt. ‘Wat moest ik anders? En het ergste is ook nog, dat ik ervan genoten heb! Maar dat ik hierover moet liegen tegenover Helmut en iedereen, dat is zo enorm zwaar!’
‘Och, meisje toch! Kom, droog je tranen! Wat moet Helmut er anders zo meteen van denken?’
‘Die slaapt zo toch al wel! Maak je daar maar geen zorgen over! Maar is het zo verkeerd, dat ik juist daarom hoop, dat de goede man snel doodgaat? Want ik kan hem echt niet meer recht in zijn ogen kijken! Als hij er niet meer is, dan kan ik de leugen vergeten, en er niet meer aan denken!’
‘Weet je zeker, dat Helmut er niets van weet, Connie? Helmut mag dan wel soms erg lomp zijn, en zich dom voordoen, maar dat is hij niet! Dat zou jij als geen ander moeten weten!’
‘Ik weet het niet zeker, John! Maar hoe moet ik hem dit in godsnaam vertellen? Het zal zeker zijn hart breken, dat is één ding, wat zeker is!’
‘Gemakkelijk zal het niet zijn, Connie. Maar het is aan jou of je het wel aankunt altijd met die leugen te moeten leven.’
Connie knikt. ‘Je hebt gelijk, ik zal het hem ooit moeten vertellen. En daar kan ik niet te lang meer mee wachten. Straks is zijn vader dood, en dan kan hij hem niet meer vragen waarom.’

Opeens hoort ze een stem achter zich. ‘Maar ik wist het al, Connie! Sterker nog, ik heb het mijn vader voorgesteld om dit te doen.’
Connie kijkt geschrokken om. ‘Helmut!’
Helmut sluit zijn Connie in zijn armen. ‘Ik ben niet boos op je, Connie. En ik had het je ook moeten vertellen. Ik wist wel, dat mijn zaad niet sterk genoeg zou zijn. Daarom heb ik eens met mijn vader gepraat, en we kwamen zelf tot dezelfde conclusie. Als ik wilde, dat de familiegenen voortgezet zouden worden, dan was er maar één oplossing. Dus heb ik je heel bewust aangestuurd om eens te praten met mijn vader. Dat hij het alleen op natuurlijke wijze heeft gedaan, dat was niet de afspraak, maar ik kan het de oude snoeper ook niet kwalijk nemen, nog eens een groen blaadje te willen scoren…’
Connie kijkt Helmut verbaasd aan. Dan slaakt ze een diepe zucht en drukt zich stevig tegen hem aan. Ze huilt haar spanning weg. Met horten en stoten zegt ze dan: ‘Kun je het me vergeven, Helmut?’
‘Natuurlijk wel! Ergens ben ik wel blij, dat het zo gebeurd is. Ik kan nog steeds zeggen, dat het ons kind is. En wie weet, is er wel een zaadje meegelift met al zijn zaad, want we hebben die dag nog wel een paar keer seks gehad. Ook al is de kans klein, het is nog steeds mogelijk!’
Helmut troost Connie en dat lijkt te helpen. Er lijkt een grote last van ze te zijn afgevallen. Helmut vraagt ons dan: ‘Dat houden jullie toch wel voor je? Je begrijpt, dat ik dit niet graag aan de grote klok hang!’
‘Dat spreekt voor zich, Helmut! Dit blijft onder ons. Wat mij betreft kan ik me wel vinden in dat laatste deel, want wie weet was dat alles wat nodig was.’
Chantal knikt. ‘Ja, dat ben ik wel met John eens. Wat mij betreft ben en blijf jij de vader van je kind, Helmut.’
Connie en Helmut geven ons een knuffel en vertrekken dan naar hun tent.

We gaan dan zelf ook slapen, maar ruimen nog wel vlug wat spullen op. Als we in bed liggen, zegt Chantal tegen me: ‘Wat een ontwikkelingen met die twee! Maar ik ben wel blij, dat het nu voor die twee uitgesproken is. Het lijkt me verschrikkelijk om over zoiets te moeten liegen!’
‘Ja, dat lijkt me ook. Maar ja, het is niet anders. Maar het is inderdaad goed, dat ze het nu uitgesproken hebben. Gelukkig heb ik Helmuts probleem niet!’
Chantal glimlacht. ‘Ja, gelukkig! Maar het kan nooit kwaad om regelmatig te oefenen!’
Ik lach. ‘Dat kan nu geen kwaad meer, Chantal! Als je nu nog eens zwanger raakt, dan weet ik zeker, dat het iemand anders is geweest!’
Chantal lacht en geeft me een zoen. ‘Ik vond het anders destijds wel dapper en stoer van je, dat je je liet steriliseren! Normaal is dat iets, wat een vrouw dan doet!’
‘Hmm, ik weet dat je geloof daar anders over denkt, Chantal. Zo’n moeilijke keuze was het ook weer niet. Al weet ik niet, of ik dat nog eens zou doen, het was vrij pijnlijk!’
‘Ik geloof niet, dat je er nu nog last van hebt, John!’
Ze kijkt me met fonkelende ogen aan en schuift meteen haar hand onder mijn onderbroek. Mijn pik reageert meteen. Ik kan de kreun niet onderdrukken en ik wil het ook niet! Ik laat op mijn beurt mijn hand in haar slipje glijden. Of ten minste, ik dacht dat ze toch echt nog een slipje onder haar slaaphemd aan had. Maar die is geheel afwezig… Ze kijkt me glimlachend aan.
‘Ik had nog wel zin in wat nachtelijke activiteiten!’
Ik laat mijn vingers dan tussen haar schaamlippen verdwijnen. Het verbaast me niets, dat ze al wat nat is. Als Chantal zin in seks heeft, heeft ze niet veel stimulatie nodig.
‘Neuk me, John! Ik wil je diep in me voelen!’
En aan haar verzoek geef ik maar wat graag toe! Ik trek mijn onderbroek naar beneden en Chantal trekt haar slaaphemdje uit. Ik trek daarop ook mijn hemd uit, en zo liggen we al naakt langs elkaar. Maar het kan Chantal niet snel genoeg gaan. Ze opent haar benen en grijpt naar mijn reeds stijve pik. Die leidt ze naar haar hete grotje. Het liefdespel is kort, maar hevig. We hebben allebei niet erg lang nodig om tot een orgasme te komen.
Iets wat we wel de laatste tijd geleerd hebben. Want niet al te zelden worden deze momenten door onze kinderen verstoord. Het is misschien niet de seks, die we in het begin hadden, maar we genieten er allebei niet minder van. Moe en voldaan hijgen we naast elkaar. En dat is goede timing, want we krijgen amper rust, doordat onze kleinste, Roy, begint te huilen. We moeten allebei wel even lachen, en ik schiet het bed uit om te gaan kijken wat er aan de hand is. Gelukkig loos alarm, en ik kan Roy al snel weer in slaap sussen. Even later kruip ik weer langs Chantal in bed, die even van de gelegenheid gebruikt heeft gemaakt om zich was op te frissen. We kruipen tegen elkaar aan, en vallen vrijwel direct in slaap.

Een lange nachtrust is ons niet gegund, maar dat zijn we inmiddels wel gewend. We ruimen dan snel alles op, om op tijd klaar te staan voor de reis naar de meeting. Anderhalf uur later is iedereen klaar, en rukt een flinke colonne op richting het midden van Zweden, waar de meeting gehouden zal worden. Het heeft zeker de nodige bekijks, als we door de dorpjes rijden. Eenmaal op het meeting terrein krijgen we een rustige hoek toegewezen. We zijn vaste gasten, die ook graag gezien worden. Maar ze hebben rekening met ons gehouden, nu er flink wat jonge kinderen rondrennen. En op dat rustige terrein is het wat gemakkelijker om onze kinderen in de gaten te houden. We installeren ons snel, en maken dan een korte rondgang op het terrein.

Al snel komen we wat bekenden tegen, waarmee we een kort praatje maken. We komen zelfs de groep Duitsers tegen, met wie we een aantal jaren geleden gevochten hebben. De groep is flink uitgedund, en ze lijken het nu ook rustiger aan te doen. Bovendien verontschuldigen ze zich nog eens, voor hun gedrag destijds, en dat zorgt wel voor een goede sfeer.
Als we even later weer bij ons kamp zijn aangekomen, kijken we verrast op, als we uit de aanhangwagen van Gerard allerlei speeltoestellen zien komen, die hij speciaal voor de kinderen heeft meegenomen. Zelfs een omheining heeft hij meegenomen. Het wordt zeker door iedereen gewaardeerd, en gezamenlijk zetten we de geïmproviseerde speeltuin op. Ik vraag Gerard: ‘Hoe ben je op dat idee gekomen?’
‘Ach, ik heb laatst een partij opgekocht, en daar zat dit bij. Een aangezien we nu niet meer op het grote podium optreden, hoefden we niet zo veel meer mee te nemen, en was er plaats over. En er lopen hier nu zoveel kinderen rond, dus heb ik het maar meegenomen. Alleen de omheining heb ik me er nog bijgekocht. Het zal zeker helpen om die meute wat in toom te houden!’
Ik lach, en bedank hem. Maar Gerard wuift het weg. Even later komt iemand van de organisatie bij ons langs, en lachend bij mijn caravan aan.
‘Jullie hebben altijd wel wat origineels! Nu een speeltuin voor de kinderen? Het moet niet gekker worden! Maar jullie spelen vanavond toch nog wel?’
‘Natuurlijk! Dat willen we niet missen! Maar ja, je weet hoe dat gaat, als je eenmaal kinderen krijgt! Maar dit wist ik ook niet. Een ideetje van een van onze clubleden!’

‘Een goed idee, al zeg ik het zelf! Maar waar ik voor kom, er staat een groep Noorse auto’s aan de poort, die specifiek vragen of ze bij jullie mogen staan. Is daar iets bij jullie over bekend?’
‘Nee, niet dat ik weet. Maar ik ken inmiddels zoveel mensen. Ik zal wel even meelopen. Ik heb wel een vermoeden, maar ik weet het niet zeker.’
Ik loop met de man mee naar de ingang, en zie al meteen om wie het gaat. Het is de groep uit Geiranger en omstreken, met wie we inmiddels een goede vriendschappelijke band hebben opgebouwd. Ik zeg tegen de man: ‘Met die groep hebben we geen problemen, die mogen wel bij ons staan.’
Ik loop naar de wagens toe, het zijn er een stuk of acht, en zie dan tot mijn verbazing Aud en Finn in de voorste wagen zitten.
Ze komen me al tegemoet, en we begroeten elkaar uitbundig.
‘Wat is dit nou? Heb je toegegeven, Aud?’
Finn antwoordt voor Aud: ‘Sterker nog, ze heeft me deze wagen gekocht! Gekregen voor mijn verjaardag!’
‘Nou, dat is anders niet mis! Dan heeft ze goede smaak! Een Ford Torino Wagon! Die zie je niet vaak!’
‘Klopt, en ik ben er ook heel erg blij mee! Er is nog wel wat werk aan, maar dat is altijd wel zo met zulke wagens.’
‘Dat is ook zo. Maar dan moet je Aud wel heel erg dankbaar zijn voor zo’n cadeau!’
‘O, dat ben ik ook! En ik heb ze dan ook passend bedankt, je weet wel wat en waar!’

Ik lach. Ze rijden dan hun wagens naar ons kamp, waar ze hun tenten dan opbouwen. Ook hun groep heeft kinderen bij, die ze maar wat graag in ons geïmproviseerde speeltuintje achterlaten. Al snel ontstaat er een heerlijke en gemoedelijke sfeer, een van de redenen, waarom ik zo graag naar deze evenementen ga. Iedereen is hier met hetzelfde doel. Het tonen van hun wagens, of het bekijken van al die mooie klassieke voertuigen. En dat zorgt voor een leuke onderlinge band. Maar toch zijn er dingen anders, dan in het verleden. Waar ik vroeger het hele terrein rond liep om alle wagens te bewonderen, blijf ik nu vaker bij de caravan. Niet in de laatste plaats om de kinderen, maar vooral omdat er ik zo van kan genieten om ze te zien spelen. En ze vinden het ook prettig, als ik in de buurt ben. Ze komen me vaak halen om met hen mee te spelen, en ik vind dat werkelijk geweldig! Het is wel vermoeiend, maar ik had nooit gedacht, dat ik dit zo leuk zou vinden. Ik ben dan ook oprecht trots op mijn kinderen.

Ik ben net met Daan en Sander aan het praten over een probleempje, dat Sander heeft met zijn wagen, wat relatief gemakkelijk opgelost kan worden, als Robert en Birgit er komen aangestormd. Ze kruipen allebei op mijn schoot. Dat doen ze vaak, en ze zijn me nooit te zwaar en ik sta ze dat ook vaak toe.
‘Papa, wanneer gaan we weer rondrijden?’
Ik glimlach. Ze mogen dan wel kleine snotapen zijn, ze zijn dol op het rondrijden in de Cadillac. En toegegeven, het terrein is ook veel te groot om met hun kleine beentjes rond te lopen. Bovendien rijden er vrijwel continu auto’s rond, die op die manier de vele auto’s bekijken.
‘Als mama weer terug is, dan gaan we even een rondje rijden. En nu, hup, naar de speeltuin!’
‘Maar ik wil niet terug naar de speeltuin! Ik wil hier bij jou zijn!’
Ik zucht eens een keer. Ik ken mijn kinderen, ze hebben hun koppigheid van hun ouders geërfd. Ik zie aan ze, dat ze gewoon moe zijn.
‘En als jullie nu eens eerst lekker even gaan slapen. Dan gaan we straks een rondje rijden, en dan krijgen jullie allemaal een ijsje! Maar dan gaan jullie nu wel even naar bed toe!’
En daarmee zijn ze in twijfel. Naar bed willen ze ook weer niet, maar de verlokking van een rondritje en een ijsje toe, dat is ook wel verlokkelijk. Uiteindelijk geven ze toe, en ik pak ze op en breng ze de caravan in, waar hun broertje Roy nog ligt te slapen. Maar als ze eenmaal in bed liggen, zijn ze binnen enkele tellen vertrokken. Al snel kom ik weer terug en ga weer in mijn stoel zitten.

Daan lacht. ‘Verdorie! Als ik Helene in bed wil doen, dan duurt het een eeuwigheid, voordat ze slaapt. En jij hoeft ze maar te zeggen, dat ze moeten gaan slapen en dan slapen ze ook binnen een paar tellen! Ik ben jaloers op je! Kunnen we niet eens even ruilen?’, zegt hij dan lachend.
‘Je zou binnen een uur horendol worden. Ze luisteren inderdaad wel naar mij, maar echt niet altijd. En dan moet je er twee in de gaten houden. Maar zo slecht doe je het toch ook weer niet, Daan!’
‘Ach, het valt ook wel mee. Maar Melissa en ik zijn wel bezig om na te denken voor een broertje of zusje voor Helene. Of liever gezegd, Melissa wil dat, ik twijfel nog iets.’
‘Waarom twijfel je? Het is niet, dat je niet goed bent met kinderen. Helene verafgoodt je!’
‘Ik weet het niet, John. Als ik zie, hoeveel werk jij er mee hebt?’
‘Ach, dat valt in het niets, en dat weet je zelf ook wel! Je hebt nu je financiën weer op orde, dus wat let je nu nog? En diep in je, wil je toch wel een jongetje als kind erbij hebben. Als ik dan soms zie, hoe je met Robert omgaat…’
Daan glimlacht. ‘Als er een tweede komt, dan hoop ik inderdaad wel op een jongetje. Maar als het dan een meisje zou worden, dan ben ik net zo blij…’
Ik lach en zeg: ‘Hoor je jezelf praten, Daan? Je bent er zelf net zo hard aan toe, geef het maar toe!’
Daan glimlacht. ‘Misschien heb je wel gelijk.’
Dan grijnst hij. ‘Hmm, dat konden wel eens interessante nachten worden, John!’

We moeten allemaal lachen. Achter ons horen we: ‘Waarom moeten jullie nu weer lachen?’
‘Ach, niets bijzonders. Gewoon mannen onder elkaar, Chantal.’
‘Waar zijn Robert en Birgit?’
‘Die heb ik even op bed gelegd, ze waren zo moe!’
‘Dat geloof ik meteen. Ze zijn de hele dag al aan het spelen!’
‘Ik had ze beloofd om straks een rondje met de auto over het terrein te maken, als je weer terug was. Zal ik ze wakker maken?’
‘Nee, laat ze nog maar even slapen. Het is wel even lekker, als het even rustig is.’
Daan staat op en zegt: ‘Ik ga nog even naar die standjes toe, waar ze allerlei onderdelen verkopen. Ik heb nog wat onderdelen nodig, misschien dat ik ze daar voor een leuke prijs kan krijgen.’
Sander staat ook op. ‘Dan loop ik even met je mee.’
Daan kijkt me aan en zegt: ‘Ga je ook mee, John?’
‘Nee, ik ga later wel een keer. Ik heb eigenlijk ook niets meer nodig!

Sander en Daan lopen dan samen weg, en ik blijf met Chantal alleen over. We hoeven elkaar een moment aan te kijken, om van elkaar te weten, dat we van zo’n zeldzaam moment direct gebruiken moeten maken. We sprinten bijna de caravan in, waarbij we wel waken om niet te veel lawaai te maken, zodat de kinderen wakker worden. Maar in de slaapkamer kunnen we haast niet snel genoeg onze kleren uitkrijgen. Alleen moet Chantal wel wat giechelen, omdat het eigenlijk te zot voor woorden is, op welke manier we dit nu doen. Maar het geeft wel een bepaalde spanning, die het opwindend voor ons maakt. De spanning om betrapt te worden, of juist verstoort te worden door onze kinderen. Begerig kussen we elkaar, terwijl we ons op het bed laten ploffen. Maar ik verbreek onze kus, omdat ik Chantal eens lekker wil gaan verwennen, zoals ik dat altijd bij haar deed. Ze werkt gewillig mee, door haar benen voor me te spreiden. En daar stort ik me met overgave op haar edele delen. Chantal moet echt haar best doen om haar kreunen in te houden, maar ze geniet er echt niet minder van. En ik vind het echt heerlijk om haar te zien klaarkomen. Ik lik haar kutje, bewerk haar klitje, en haar geil spuit net niet uit haar kutje. Normaal zou ik het niet erg gevonden hebben, als ze zou squirten, maar dan moeten we onze lakens gaan verversen, en ik weet heel zeker, dat Chantal dat niet zo graag heeft. Ik slobber haar geil zo goed mogelijk op, waardoor mijn gezicht wel wat glimt van haar geil. Ze moet lachen, als ze mijn gezicht ziet, als ik weer naar boven kruip.
Want nu is het mijn tijd om lekker van haar te genieten. Want ik wil maar één ding, en dat is lekker samen met Chantal neuken. We kreunen allebei ingetogen, als ik bij haar binnendring. En steeds weer verbaas ik me erover, hoe strak Chantal nog is, ondanks dat ze al drie kinderen ter wereld heeft gebracht. Op een vrij regelmatig tempo neuk ik Chantal, een tempo, dat ik best lang kan volhouden. En daarbij kijken we elkaar in elkaars ogen aan. Dit willen we allebei, de aantrekkingskracht tot ons beiden is in de afgelopen jaren niet echt minder geworden. Zachtjes moedigt Chantal me aan.
‘Kom, John! Geef het me! Ik wil alles hebben!’
Ze kent me nu door en door, en weet dat ik niet ver van mijn orgasme af zit. En haar aanmoediging is voor mij het teken, dat ik het tempo even moet opvoeren. Meestal komt Chantal dan zelf ook nog eens klaar, ze is daar best gevoelig voor. En dat is nu ook niet anders. Ik voel haar spieren aanspannen en om mijn pik spannen. Ze slaat haar armen om me heen en ik zet nog wat meer aan, om dan in een heerlijk orgasme mijn sperma diep in haar te spuiten. Ons orgasme is tegelijkertijd gekomen, en ik laat me dan uitgeput op haar vallen. We moeten allebei flink uit hijgen. Het duurt dan ook even, voordat we weer op adem zijn. Chantal zegt dan: ‘Het is lang geleden, dat we zo’n lekkere seks hebben gehad, John! Het was net, alsof we terug in de tijd zijn gegaan, toen we nog maar net samen waren.’
En ik moet haar gelijk geven, het was één van de betere keren. De passie en de gevoelens waren als vanouds, en dat was toch de afgelopen jaren wel iets minder geworden. Niet dat de seks slechter werd, maar toch anders. Ik kijk dan in de mooie groene ogen van Chantal, de vrouw waar ik zo ontzettend veel van houd, en dat waarschijnlijk ook de rest van mijn leven zal blijven doen. Hoewel we nu al vier jaar getrouwd zijn, kan ik het nog steeds amper geloven, dat ze hier nu naast me ligt.
Chantal ziet me peinzen. ‘Wat is er?’
Ik glimlach. ‘Niets. Ik zat me opeens te bedenken, dat het alweer vier jaar geleden is, dat we getrouwd zijn. Soms kan ik het nog steeds amper geloven, maar dan zie ik je weer naast me, en dan voel ik me gewoon zo gelukkig!’
Chantal glimlacht. ‘Dat heb ik ook nog steeds, John! Elke morgen ben ik weer bang, dat het steeds een droom is geweest. Maar gelukkig blijkt het nog steeds de waarheid te zijn. En daar ben ik erg blij om, want ik zou echt niet weten, wat ik zonder je zou moeten doen!’

We blijven dan nog even naast elkaar liggen, en kijken elkaar alleen aan. Woorden zijn niet nodig, ze zouden alleen het moment verpesten. Maar na een tijdje horen we opeens iemand roepen: ‘Zeg stelletje Bonobo’s! Zijn jullie eindelijk klaar met kezen? We willen gaan barbecueën!’
We schieten allebei in de lach, en ik roep terug: ‘Steek maar vast aan, dat kunnen jullie ook heel goed zonder mij!’
We staan dan wel op, en duiken samen vlug in de badkamer, waar we ons wat fatsoeneren. Chantal heeft wat langer nodig, dus ik kijk nog even naar de kinderen. Die hebben van alles niets meegekregen en slapen nog allemaal. Toch maak ik ze wakker. Ik moet glimlachen als ik Robert en Birgit amper wakker krijg, ze slapen toch nog best vast. Ze waren toch meer vermoeid, dan ik gedacht had. Ik help ze met aankleden, terwijl Chantal me te hulp schiet en Roy uit bed haalt. Dan komen we gezamenlijk naar buiten. Buiten zitten onze vrienden, maar er wordt geen woord gezegd over mijn intiem samenzijn met Chantal. Wel wordt er geglimlacht, wat meer zegt, dan duizend woorden. Ik ga dan Gerard helpen met de barbecue, en de kinderen hoef ik echt niet te vertellen waar hun privé speeltuintje is. Die zijn al snel verdwenen, al blijft Roy wel bij Chantal.

Als ik met Gerard aan de barbecue sta, zegt Gerard zachtjes: ‘Je hebt je nogal ingehouden, zojuist! Maar het was toch luid genoeg, dat we toch wel een en andere meekregen, John!’
Ik lach. ‘Soms moet je de vrouw ook voldoende aandacht geven, en neem het me eens kwalijk, dat ik er dan ook wat van profiteer!’
Gerard lacht ook. ‘Ik geef je groot gelijk! Zeker als ik zo’n mooie vrouw had, als Chantal! Je bent echt een geluksvogel, John!’
‘Alsof jij echt hoeft te klagen, Gerard!’
‘Dat hoef ik ook niet! Maar ik zou soms wel eens willen, dat de mijne zo vrij en los was, als Chantal! Dit zou ze echt niet durven!’
‘Het is echt niet zo, dat Chantal dit altijd zo wil doen, maar we waren even alleen, en het voelde als een goed tijdstip. De kinderen sliepen, en niemand in de buurt. Dat jullie terug zouden komen, en wel een en ander zouden horen, dat kon me echt niets schelen, Gerard. Want op dat moment waren we helemaal alleen, alleen voor elkaar!’
‘En zo moet dat ook zijn! En ik vind het mooi om te zien, dat jullie nog steeds zo verliefd op elkaar zijn. En ik begrijp ook heel goed, dat er met drie kleine kinderen soms wat minder tijd voor elkaar over blijft, en dat je dan de eerste beste gelegenheid grijpt om elkaar die aandacht te geven.’

En daarmee is het wel afgedaan. We schakelen over naar een ander onderwerp. Gerard vraagt me: ‘John, wat zou je ervan zeggen, als we nog eens zouden optreden in de grote tent?’
‘Hoe bedoel je? Je hebt toch lang niet alles bij?’
‘Dat weet ik wel, maar de organisator vroeg het me vanmiddag. De band, die vanavond zou komen, heeft pech met hun busje. En een van de andere bands zouden wel bereid zijn om ons wat spullen te lenen. En misschien kan ik ze zelfs overhalen gewoon mee te spelen.’
‘Dat zou erg leuk zijn, maar dan moeten we wel even kijken, hoe we dat met de kinderen gaan doen. Die zullen dan wel slapen, maar we kunnen niet zomaar allebei weg!’
‘Daar hebben we ook al over nagedacht. Melissa wil wel hier blijven en op alle kinderen passen. Ik denk niet, dat jullie kinderen daar heel moeilijk over zullen doen.’
‘Nou, in dat geval lijkt me dat een goed plan! Ik moet Chantal natuurlijk wel even vragen, wat zij ervan vindt.’
‘Natuurlijk!’
Ik loop meteen even naar Chantal, die alweer lekker gezellig aan het kletsen is met de andere vrouwen.
‘Chantal, Gerard vertelde me net, dat we gevraagd zijn om nog eens te zingen in de grote tent.’
‘Ja, dat vertelde Melissa me net. Ik heb wel zin, jij ook?’
‘Ik wilde het je net komen vragen. Dus je bent er wel mee eens, dat Melissa hier dan even een oogje in het zeil houdt?’
‘Ja, dat kan wel even. Maar ik blijf niet de hele avond hangen, John. Wat jij dan doet, dat moet je zelf maar weten.’
Ik knik en loop dan weer terug naar Gerard. ‘Chantal wil ook, dus van mij uit kunnen we!’
‘Cool! Ik zal het meteen even doorgeven. Let je hier even op?’

Terwijl Gerard even weg is, let ik op het vlees en de groenten op de barbecue. Gerard is niet veel later terug.
‘Geregeld! Dat gaat me weer een feest worden! Toen ik het bij de organisatie vertelde, waren er nog meer daar. En het nieuws, dat we weer gaan spelen, gaat nu volgens mij als een lopend vuurtje rond!’
‘Ze zijn ons dus nog niet vergeten, leuk om te weten!’
Na het eten beginnen we onze spullen te pakken, maar als we daarmee bezig zijn, herinnert Robert me nog eens aan de belofte, die ik hem gemaakt heb.
‘Papa, wanneer gaan we rondrijden?’
Ik zucht even. Ik breek niet graag mijn belofte, en zeker niet een belofte aan mijn kinderen. Maar ik ben al bijna klaar, dus ik zou nog wel even tijd hebben voor een kort ritje.
‘Goed, roep mama maar even, dan maken we nog een kort ritje. Maar niet te lang, want jullie moeten zo naar bed!’
Juichend rent Robert dan weg, en haalt Chantal op. Chantal kijkt me vragend aan. ‘Ik had het ze beloofd. Kom, een kort ritje, en dan leggen we ze op bed.’
Chantal knikt, en even later rijden we over het terrein. De kinderen staan op de achterbank te springen van vreugde, ze vinden dit echt heel erg leuk. En dat maakt het voor ons weer leuk om ze zo enthousiast te zien zijn. Chantal zegt tegen me: ‘Misschien moet je morgen maar eens wat meer tijd vrijmaken voor zo’n ritje. Ik heb ook wel zin om alles eens te bekijken, maar het komt er steeds niet van.’
‘Ja, je hebt gelijk. En we moeten wel opschieten, want voor we het weten is het alweer voorbij!’
Ik keer dan terug richting de caravan, waarop Birgit me vraagt: ‘Papa, nog een rondje!’
‘Nee, we gaan terug. Maar morgen gaan we nog een keer rijden, beloofd!’
Natuurlijk zijn ze het er niet mee eens, dat we nu terug naar de caravan gaan, maar als ik dan dreig, dat het morgen dan niet doorgaat, zijn ze meteen stil. Eenmaal bij de caravan leggen we ze meteen in bed, waarna we ons passend voor het optreden omkleden.

We hebben onze kleding wel bij, dus we zullen er zeker goed uitzien. Als we klaar zijn, zegt Chantal tegen me: ‘John, je hoeft vanavond echt niet meteen terug naar de caravan te gaan. Ga maar eens lekker met de jongens mee stappen. Dat doe je veel te weinig! Ik red me wel! De kinderen slapen toch wel, en dan kan ik ook lekker vroeg slapen.’
Ik knik, en geef Chantal een zoen. Het idee om weer eens lekker uit te gaan met de mannen, staat me wel aan. Chantal heeft gelijk, sinds Robert en Birgit geboren zijn, ben ik eigenlijk niet meer alleen op stap weg geweest. Eigenlijk is dat zelfs sinds ik Chantal ken, hoewel ik tussendoor nog wel eens alleen ben weggeweest. Maar toen dronk ik geen alcohol, omdat ik nog moest rijden. En eens goed doorzakken, dat zou geen kwaad kunnen.

Met de anderen lopen we dan naar de tent toe. Dat is toch best een stuk lopen, zeker twintig minuten. Maar uiteindelijk komen we aan in de afgeladen volle tent. Gelukkig heeft de organisatie voor ons een plekje vrijgehouden, wat ze voor alle bands doen. We vermaken ons prima, tot onze beurt komt. En dan maken we er een knallende show van. Het is prachtig om te zien, hoe veel van de toeschouwers spontaan beginnen te dansen, ondanks dat het best druk is. Er wordt gewoon wat ruimte gemaakt, door wat dichter op elkaar te staan. Na anderhalf uur geven we het stokje weer over aan de volgende band, en begeven we ons terug naar plek, die voor ons vrij is gehouden. De stemming is opperbest en de drank vloeit ook wel rijkelijk.
Chantal blijft wel even, maar gaat niet lang daarna naar de caravan, zoals ze al aangekondigd had. Ik weet, dat ze niet zo heel erg veel moet hebben van feesten met veel alcohol. Ze heeft er niets op tegen, dat ik me dan eens lekker uitleef, als ze het zelf maar niet hoeft te doen.

Ondanks dat Chantal weg is, amuseer ik me prima. En naar mate de avond vordert, begint de alcohol bij mij alle remmingen weg te nemen. Een jonge vrouw, die al de hele avond bij me in de buurt staat, probeert dan gebruik te maken van de situatie. Ze dringt zich nogal aan me op. Ik heb het niet eens in de gaten, daarvoor ben ik veel te dronken. Maar gelukkig zijn mijn vrienden dat niet.
‘John, ga naar huis toe! Je bent veel te dronken. Straks doe je nog wat, waar je spijt van krijgt! Denk aan Chantal!’

Eerst willen die woorden nog niet zo op me inwerken, maar op de naam Chantal reageer ik wel. Zo dronken als ik ben, wil ik dan ook meteen weg. Ik begin te beseffen, hoe zeer ik haar mis. De jonge vrouw, die wel heel dicht tegen me aanleunt, kan me opeens niet meer interesseren, hoewel ik met haar aan het praten was. Ze is lucht voor me geworden. Ze probeert me te omarmen, maar ik loop gewoon weg. En omdat ik onvast op mijn voeten sta, gaat dat alles behalve gemakkelijk. Eenmaal de warme feesttent uit, doet de frisse lucht er nog even een schepje bovenop. Maar het heeft wel als gevolg, dat ik weer iets helderder kan nadenken. De vrouw is me nagelopen en probeert me met haar mee te krijgen. Maar wat ze ook probeert, het helpt haar niet. Ik ruk me van haar los, en zet koers naar mijn caravan. Ze probeert me nog tegen te houden, maar heeft al snel door, dat het geen nut heeft. Hoe ik daarna in de caravan gekomen ben, dat stukje film ben ik kwijt, maar wat ik wel nog weet, is dat het ruim een uur heeft geduurd, voordat ik er was.
De volgende dag word ik met een knallende hoofdpijn wakker, als mijn slaap ruw verstoord wordt door Robert en Birgit, die op het bed springen. In de deuropening staat Chantal glimlachend toe te kijken. Ze zegt me: ‘Sta je op? Het is al bijna middag!’
Ik knik en probeer op te staan. Erg gemakkelijk gaat dat niet, maar ik zet wel door. Ik fris me wat op in de badkamer, en samen met wat aspirientjes probeer ik de koppijn te lijf te gaan. Het duurt wel een goed half uur, voordat ik enig effect begin te merken. En pas dan komen er weer wat flarden van afgelopen avond terug. En dan herinner ik me ook, wat ik met die vrouw aan het doen was. Gelukkig was het nog vrij onschuldig, maar als mijn vrienden me er niet van weerhouden hadden, had ik wellicht een zeer grote fout gemaakt, die ik eeuwig zou berouwen.

Chantal ziet meteen, dat er wat is.
‘Wat is er, John?’
Ik wenk haar even de caravan in, en vertel haar dan, wat er gebeurd is. En ik vertel haar dan ook, dat ik er veel spijt van heb. Maar tot mijn verbazing glimlacht Chantal alleen maar, hoewel ik haar net verteld heb, dat ik haar bijna bedrogen had. Ze ziet mijn verbazing en zegt: ‘Gerard had het me al verteld. Maar je was zo dronken, dat je volgens hem zelfs met een krokodil gezoend zou hebben…’
Ik lach. ‘Ik had volgens mij wel wat te veel op, ten minste aan mijn kop te voelen, veel te veel! Maar vind je dat niet erg dan?’
‘Nou ja, ik vind het natuurlijk niet fijn, dat je met die vrouw zo close was. Maar toen Gerard me je reactie vertelde, toen je mijn naam hoorde, toen was dat niet meer zo erg. Je liet die vrouw gewoon vallen, alsof ze niet meer bestond. En ook daarna bleef ze lucht voor je. En daarbij heb je afgelopen nacht zoveel in je slaap liggen te praten, dat ik niet langer boos op je kon zijn.’
‘Ik heb in mijn slaap gepraat?’
‘Dat doe je wel eens vaker, maar nu was je bijna een spraakwaterval! Ik wist wel, dat je veel van me hield, maar na afgelopen nacht begrijp ik dat ook veel beter.’
‘Wat heb ik dan allemaal gezegd? Ik weet er echt niets meer van!’
‘Alleen maar leuke dingen. Je hebt zelfs wat verteld over je jeugd! Je zou gaan voetballen, en je vader zou je wegbrengen. Maar je kwam te laat, omdat er een hele colonne oude auto’s voorbij kwam, waardoor jullie moesten wachten.’
‘Heb ik dat verteld? Maar het is wel waar. Dat kan ik me nog goed herinneren. Ik denk zelfs, dat daar mijn voorliefde voor oude wagens begonnen is.’
Ze geeft me dan een zoen, maar trekt al snel een vies gezicht. ‘Bah, je stinkt nog steeds naar bier!’
‘Sorry!’

Na het eten gaat het al weer een stuk beter met me, maar ik ben zeker niet in staat om al met de auto te rijden. En dat stelt me wel voor een dilemma. Want ik heb Chantal en de kinderen wel beloofd, dat we een groter ritje met de Cadillac gingen maken. En ik weet, dat ze zich er op verheugd hebben. Ik loop naar Chantal toe en omhels haar.
‘Schat? Ik heb een klein probleempje. Ik had jullie beloofd om met de Cadillac rond te gaan rijden, maar ik ben nog veel te veel onder invloed van de alcohol. Maar ik wil mijn belofte niet breken. Zou je het erg vinden, als jij dan zou rijden?’
Chantal kijkt me verbaasd aan. Het is maar zelden, dat ik haar toesta om in mijn wagen te rijden. Ze weet, wat de wagen voor me betekent, en waarom ik er zo zuinig op ben. Bovendien heeft ze haar eigen wagen, waar ze maar wat trots op is.
‘Weet je het zeker, John?’
‘Natuurlijk, anders zou ik het je niet vragen. Eigenlijk zou je dat vaker moeten doen. Ik weet, dat je graag in je eigen wagen rijdt, maar ik weet ook, dat je het stiekem erg leuk vindt om in mijn wagen te rijden.’
Chantal glimlacht. ‘Je kent me veel te goed. Maar het klopt, want jouw wagen rijdt echt heerlijk! Dat is toch weer heel anders dan mijn Dodge.’

Ik trek haar dicht tegen me aan. ‘Ik weet, dat je graag in je Dodge rijdt. Maar ik was erover aan het denken om je een andere dagelijkse wagen te kopen. Een wat modernere wagen, waar onze kinderen ook veilig in kunnen zitten. Dan spaar je je Dodge wat meer, en heb je er veel langer plezier van.’
Chantal kijkt me verbaasd aan. ‘Hoe kom je daar opeens op?’
‘Ik realiseerde me opeens, dat je Dodge wellicht eens wat meer voor je betekent, dan ik me besefte. En daarbij wil ik gewoon, dat onze kinderen veilig zijn, als we ergens heen gaan. We rijden in mooie wagens, maar qua veiligheid is het eigenlijk niets.’
Chantal knikt. Ze begrijpt, waar ik heen wil.
‘Wat wil je dan gaan kopen?’
‘Ik heb hem al eigenlijk gekocht, Chantal. Of ja, ik heb toegezegd, dat ik het er met jou over zou hebben, en dat ik hem dan zou willen kopen.’
‘Wat wil je dan kopen?’
‘Een Cadillac natuurlijk! Maar dan een vrijwel nieuwe. Alleen is het geen V8.’
Nu begint Chantal nieuwsgierig te worden. Ik toon haar dan de foto’s van de wagen, en in haar ogen zie ik meteen, dat deze wel in de smaak valt.
‘Die wil je echt gaan kopen, John?’
Ik knik. ‘Als vervanging voor je winterauto, maar ook als dagelijks vervoer. Want daarin zit dan wel mijn kostbaarste bezit, dat me dierbaarder is, dan wat dan ook!’
‘En dat heeft niets te maken met afgelopen avond?’
‘O nee, dit had ik al veel eerder willen doen. Vind je het wat?’
‘Ja, natuurlijk! Hij is erg mooi!’
‘En zeker niet langzaam. Het is geen nieuwe, dat begrijp je natuurlijk wel.’
Ze geeft me een dikke zoen. ‘Oh John! Daar ben ik echt heel erg blij mee!’
‘Dus ik kan Daan zeggen, dat hij die Cadillac bij ons kan parkeren?’
‘Heeft Daan die wagen staan?’
‘Wat dacht je dan? Maar ik moet wel zeggen, dat ik hem gevraagd had om er naar te kijken. Hij is maar drie jaar oud, en heeft amper wat gelopen.’
Ze geeft me nog een zoen. ‘Je bent echt de beste man ter wereld!’
Ik glimlach. ‘Zullen we nou maar die rondrit even doen?’
Chantal knikt. Ze is echt helemaal in haar nopjes door deze onverwachte verrassing. Even later zit ze ook nog eens achter het stuur van mijn Cadillac, wat voor haar zeker genieten is. We rijden dan de hele middag over het terrein, zeer tot vreugde van mijn kinderen. Die vermaken zich prima, zeker als we na afloop nog even een ijsje gaan halen.

Eenmaal terug bij de caravan vertel ik Daan, dat ik de wagen wel wil kopen, en Daan verzekert me, dat hij het voor me zal gaan regelen. Chantal op haar beurt vertelt dan aan haar vriendinnen, wat ik voor haar gekocht heb. Daan en ik zien en horen het, en Daan zegt tegen me: ‘Ze lijkt er erg mee in haar nopjes, John!’
‘Dat geloof ik meteen. Maar het is niet zo, dat het helemaal uit de lucht komt vallen. De Dodge heeft dringend groot onderhoud nodig, en als ze haar wagen nog lang wil houden, moest ik wat doen. En bovendien zat het me een beetje dwars, dat onze kinderen niet zo veilig vervoerd worden. Als er ooit iets zou gebeuren, dan zou ik mezelf nooit vergeven, dat ik nooit een betere wagen voor Chantal gekocht had.’
‘Heb je dan Chantal ook al verteld, dat je voor jezelf ook iets anders hebt gekocht?’
‘Nog niet, maar zoiets moet je voorzichtig brengen. Heb je al een koper voor de Plymouth?’
‘Al meerdere! Dat kon wel eens flink wat voor je opbrengen, John! Dan kosten je die twee wagens niet meer zoveel.’
‘Ik hoop het. Maar Daan, vertel me eens eerlijk. Wat heb ik gisteren eigenlijk allemaal gedaan. Ik weet er echt niet meer veel van. Ik heb nog wel wat flarden, maar dat is het ook.’
‘Zelf heb je eigenlijk helemaal niets gedaan. De hele avond stond al die vrouw dicht bij je, en later dacht ze haar kans te kunnen grijpen en je te versieren. Daarop hebben ik en Gerard in gegrepen. Die vrouw zal nooit kunnen begrijpen, wat Chantal echt voor je betekent. Ze heeft het wel meteen ervaren, want hoe dronken je ook mocht zijn, je liet haar meteen vallen en je was weg. Precies zoals ik al verwacht had.’
‘Bedankt, Daan! Ik zou me het zelf nooit vergeven hebben, als ik met die vrouw was meegegaan!’
‘Dat weet ik, en daar zijn we ook vrienden voor.’
Ik geef hem een knuffel, zoals we wel vaker doen. We gaan lekker bij onze vrouwtjes zitten. Chantal is nog vol bezig over haar nieuwe wagen. Opeens lijkt ze een ingeving te krijgen.
‘Zeg John? Nu koop je wel een wagen voor mij, maar de kinderen zitten eigenlijk net zo vaak bij jou in de auto!’
Ik lach. ‘Je bent me net voor, Chantal. Ik heb me namelijk de Plymouth ingeruild op twee auto’s. Die witte voor jou, maar een wat oudere, blauwe Cadillac is dan voor mij.’
Chantal kijkt eerst even verbaasd, maar moet dan lachen. ‘Eigenlijk had ik het wel kunnen verwachten. Maar laat die foto’s dan ook even zien, want ik weet zeker, dat je die ook hebt!’
Ik laat haar dan de foto’s van mijn nieuwe wagen zien.
‘Die is ook heel erg mooi! Maar jij hebt een V6 en ik maar een viercilinder!’
‘Verschil moet er zijn, Chantal! Maar zoveel sneller is die van mij nou ook weer niet! Maar je vindt het goed?’
‘Waarom niet? Bovendien is het jouw wagen, John! Ik ben al blij met mijn nieuwe, en dan heb ik hem nog niet eens!’
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...