Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 28-05-2022 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 9331
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 99 minuten | Lezers Online: 1
Het is nog vroeg, als ik onze kinderen wek. Robert en Birgit kijken me verbaasd aan, dat ik ze al zo vroeg wakker maak.
‘Waarom moeten we al opstaan, papa? Het is nog erg vroeg!’
‘Dat weet ik, maar we gaan al vroeg weg, omdat we even op bezoek bij opa en oma gaan! Daar blijven jullie dan even, en dan gaan papa en mama even op bezoek bij iemand in Kampen, die dan jarig is.’
‘Gaan we naar opa en oma? Jippie!’
Ik glimlach. ‘Dus snel wassen en aankleden! En vergeet niet je tanden te poetsen! Je weet, wat er zwaait, als ik erachter kom, dat je dat niet gedaan hebt!’

Ze haasten zich naar de badkamer toe, en ik kijk ze glimlachend na. Chantal heeft Roy uit bed gehaald. Het arme joch huilt, omdat hij weer in zijn luier gedaan heeft. Chantal troost hem , maar krijgt hem niet stil. Ik bemoei me er dan mee. Het lukt me altijd om ze stil te krijgen, en dat is nu ook niet anders. Chantal zegt een beetje jaloers: 'Wat is dat toch met jou? Jij hoeft maar iets te zeggen, en ze rennen voor je, terwijl ik moet roepen!'

‘En toch luisteren ze wel naar je, hoor! Ik kan het verschil wel merken. Maar denk je, dat mijn moeder ook wel eens mee zou willen?’
‘Dat is een goed idee! Zou ze al wakker zijn?’
‘Normaal gesproken wel. Ze is niet zo’n lange slaper. Ik zou haar wel eens kunnen bellen. Dan kan ze weer eens lekker bijkletsen met jouw ouders.’
‘Dan bel jij maar naar Tinie, dan bel ik naar mam. Niet dat ze straks niet thuis zijn…’
‘Dat zou ook wat zijn, Chantal!’

Even later is alles geregeld. Chantal haalt mijn moeder op, en ik rijd dan naar Joey toe, om hem op te halen. Hij heeft zijn wagen dan wel in topconditie, maar zo’n lange tocht is toch niet altijd bevorderlijk voor zo’n oude wagen. Daarmee zit mijn wagen toch wel wat vol, waardoor Roy toch plaats moet nemen in de wagen van Chantal. Maar daar is het mannetje wel snel overheen. Samen rijden we richting Kampen. Eenmaal in Kampen staan Jolien en Joris al op te wachten.

‘Wat een leuk idee, dat jullie ons even komen opzoeken!’
Chantal glimlacht. ‘Een leuke gelegenheid om onze nieuwe wagens te testen, mam! En bovendien willen we ook nog de vader van Joey bezoeken. Die is vandaag jarig, en het leek ons een goede gelegenheid om eens te kijken, hoe het nu met hem gaat.’
‘Dat is bijzonder aardig, Chantal. Ik heb laatst nog met hem gesproken. Het gaat nu stukken beter met hem. Dat is hem gewoon aan te zien.’
‘Ik wist niet, dat je hem ook persoonlijk kende, mam!’
‘Hij komt nu ook regelmatig in de kerk. Daar zie ik hem vaker met zijn gezin. Dat vind ik wel een goede ontwikkeling!’
Chantal knikt. Maar ze voegt er lachend aan toe: ‘En jullie komen er juist wat minder!’
Jolien moet nu lachen. ‘Ja, dat is ook waar. Maar we gaan wel regelmatig. We zijn alleen niet meer zo actief. Die tijd is geweest, nu is het tijd voor anderen om die rol op zich te nemen.’

We gaan even binnen zitten, waar we even bijkletsen. Jolien en Joris vinden het bijzonder leuk, dat ik mijn moeder ook meegenomen heb. Maar we blijven niet zo heel lang, want we moeten ook nog naar de verjaardag van Joey’s vader. We laten Chantals wagen staan en nemen mijn wagen om daar naar toe te rijden. Eenmaal daar worden we hartelijk door zijn ouders ontvangen. Het is een heel verschil met vier jaar geleden.

Fred ontvangt ons zelfs met open armen en is zelfs openlijk emotioneel.
‘Ik ben echt blij, dat jullie op bezoek komen. Want ik heb me nooit kunnen verontschuldigen voor mijn buitensporige gedrag, terwijl jullie alles voor Joey, maar ook voor ons deden.’
‘Dat zit wel goed, Fred! We werden op de hoogte gehouden door Joey, en meer was er daarvoor niet nodig.’
‘Maar het heeft me wel laten zien, dat er goede mensen zijn in de wereld. Daar had ik het vertrouwen in verloren.’
‘En je hebt je antwoord ook weer gevonden in het geloof?’
Hij glimlacht. ‘Dat heeft Jolien je zeker verteld? Maar het is waar, het heeft me erg veel geholpen. De drank heb ik helemaal afgezworen, alleen bij hoge uitzondering drink ik nog wel eens een glaasje. Maar dan blijft het ook daarbij. Ik wil niet meer terugvallen, nooit weer!’
‘Dat is de juiste instelling! En dat is meer dan voldoening voor ons. Als we weten, dat het goed is geweest, dat we gedaan hebben, dan geeft dat meer voldoening, dan welke beloning dan ook!’
‘Helemaal waar! Maar bovenal ben ik jullie dankbaar voor Joey. Ik ben nu oprecht trots op hem. En ik kan hem nu ook beschouwen als een zoon, al is dat misschien wat laat. Vooral nu hij al op zijn eigen woont, en verloofd is met Veerle.’

Daar haakt Joey op in. ‘Daarover gesproken, Fred. We hebben iets voor je.’
Ze geven hem een envelop, en Fred maakt voorzichtig de envelop open. Hij leest de kaart, die erin zit.
Blij verrast zegt hij: ‘Dus jullie hebben een datum gepland?’
Joey en Veerle knikken met een brede glimlach. ‘We hebben nu allebei genoeg gespaard om ons een bruiloft te kunnen betalen.’
Chantal en ik kijken verrast naar het paar. ‘Daar hebben jullie ons ook nog niets van verteld!’
Joey lacht. ‘Dat was ook niet de bedoeling! We wilden het zo lang mogelijk geheim houden. Zelfs Veerles ouders weten het nog niet! Fred is nu de eerste, die weet, wanneer we gaan trouwen. Het is ons cadeau voor zijn verjaardag!’

Fred heeft het dan even moeilijk en moet een traan wegpinken. Hij slikt even en staat op.
‘Sorry, dit moet ik even verwerken!’
Hij laat iedereen in de kamer achter, die nogal verbaasd naar elkaar kijken. Zijn vrouw Ylke zegt dan: ‘Volgens mij heeft hem dit diep geraakt, Joey! Ik heb hem nog nooit zo emotioneel gezien!’

Joey knikt, ook best wel geschokt. Hij had wel een reactie verwacht, maar niet zo heftig! Een moment later komt echter Fred weer terug in de kamer.
‘Sorry, dat ik even zo weg liep! Jullie kunnen niet weten, hoeveel dit voor me betekent!’
Dan overhandigt hij Joey een doosje. ‘Ik wil graag, dat je dit van me aanneemt. Het is van je vader geweest, en ik heb het gekregen, net voordat hij overleed. Ik denk, dat hij blij zou zijn, als ik je dit nu zou geven.’
Joey neemt trillend het doosje aan. Er zit een horloge in.

Ylke herkent het meteen! Ze roept: ‘Dat is het horloge, dat hij omhad, toen we met elkaar trouwden!’
Fred knikt. ‘Dat klopt inderdaad, Ylke! Een week voordat hij stierf, gaf hij me dit horloge. Ik heb werkelijk geen idee waarom, maar nu denk ik, dat hij het heeft gedaan, opdat ik het later kon verder geven. En nu is de cirkel rond. Het horloge is nu bij Joey, waar het thuishoort.’

Joey heeft het nu ook erg moeilijk. ‘Maar je hebt me altijd gezegd, dat je niets meer van pap had!’
‘Dat weet ik, en dat spijt me ook! Maar ik kon tot nu toe geen afstand doen van dit horloge. Maar ik heb de laatste paar jaren veel geleerd, en dat is ook loslaten. Het zou me veel plezier doen, als je dit op je bruiloft zou willen dragen!’
‘Natuurlijk! Maar ik doe hem nu ook al gelijk om! Dit is wel een mooi horloge!’
‘Misschien moet je het nog eens laten nakijken, Joey. Het ligt al een tijdje in de kast.’
Joey knikt en probeert het horloge op te winden. Maar helaas doet dat horloge het niet. Ik zeg tegen hem: ‘In Echt zit iemand, die doet niets anders, dan zulke horloges repareren. Daar kun je hem wel laten repareren.’
‘Echt waar? Dat zou ik erg fijn vinden! Ik heb bijna niets van mijn vader, dus dit is me letterlijk alles waard!’
De gesprekken, die dan volgen, gaan vooral over de vader van Joey. Fred is bijzonder loslippig vandaag, en vertelt Joey veel verhalen over zijn vader. Het is te zien, dat het beiden wel goed doet.

Maar uiteindelijk moeten we weer gaan. Het is nog een lange reis naar huis toe, en we willen ook niet te lang misbruik maken van Jolien en Joris, zodat die op onze kinderen passen. Enkele uren later komen we weer thuis, en zoals verwacht kunnen we de kinderen al meteen naar bed brengen. Ze zijn werkelijk bekaf. Zelf zijn we ook behoorlijk moe, en liggen we uitgeput op de bank. Chantal ligt in haar favoriete positie tegen me aan op de bank, op mijn buik, terwijl ze een tijdschrift leest. Dan legt ze haar tijdschrift weg en zegt: ‘Ik vond het nogal wat, dat Fred deed! Wat een verschil met vier jaar geleden!’
‘Dat kun je wel stellen! Het contrast kon niet groter zijn! Zo zie je maar weer, dat drank meer kapot kan maken, dan je lief is! Gelukkig heeft hij het nog iets kunnen herstellen.’
‘Maar ook dat heeft hij weer aan jou te danken. Je hebt hem het laatste zetje gegeven!’
‘Hmm, ik had liever gehad, dat het niet nodig was geweest! Maar goed, hij is nu op de goede weg, en dat is wat telt. Maar op de terugweg zat me iets dwars. Het heeft niet met Joey te maken, maar met Eira. En ik kan eigenlijk niet zeggen, wat dat is!’
‘Hoe bedoel je, John?’
‘Ik weet het niet. Alsof het een soort voorgevoel is? En ik begrijp het eigenlijk niet, want ik vind ze een prima stel en zo.’
‘Misschien zit je het verhaal wat dwars van Dylan, over zijn zelfmoordpoging.’
‘Dat zou kunnen, maar dat kan ik nog wel een beetje begrijpen. Nee, ik heb geen echt goed voorgevoel over hun toekomst. Het kwam zomaar in me op, toen we naar huis reden.’
‘Zit je er soms mee, dat ze over niet al te lange tijd hier zal vertrekken?’
‘Ik weet het echt niet. Het ene moment ben ik echt blij voor Eira, maar dan overvalt me dat gevoel weer. Iets klopt er niet, maar ik weet niet wat!’
‘Je lijkt Mieke wel!’
Ik lach. ‘Laten we maar hopen, dat het niet zo is. Ik vond het leuk, dat ze zo’n gave had, maar ik moet er niet aan denken om die gave zelf te hebben!’
‘Nou, dan laten we maar hopen, dat jouw voorgevoel niet goed is, dat Eira en Dylan samen wel gelukkig worden. En hoe voel je je dan over Joey en Veerle?’
‘Goed! In het begin heb ik wel even mijn twijfels gehad, maar toen ze eenmaal echt gingen samenwonen, wist ik dat het goed zat.’
Chantal glimlacht. ‘Weet je? Ik heb zo’n vermoeden, dat Fred en Ylke wel eens heel snel opa en oma konden worden. Iets in me zegt me, dat die twee daarmee bezig zijn.’
‘Je wilt toch niet zeggen, dat Veerle zwanger is? Otto vreet Joey met huid en haar op!’
Chantal lacht. ‘Helemaal niet! Die is dan ook veel te blij en trots dat hij opa wordt!’
‘Gelukkig duurt dat voor ons nog een hele tijd!’

Chantal graaft zich met haar schouders wat dieper tegen me aan. ‘Gelukkig wel. Maar soms heb ik wel weer van die momenten, dat ik wel weer eens zwanger zou willen worden.’
Ik lach. ‘Tja, daarvoor is het nu te laat, dat gaat niet meer lukken!’
Chantal knikt. ‘Ik weet het, en drie zijn er ook genoeg, hoor! Daar hebben we nu al onze handen aan vol!’
Ik streel met mijn handen door haar haren. ‘Zou je er anders nog eentje bij willen hebben?’
‘Ik weet het niet. Zo vind ik het ook wel voldoende, maar ik mis wel het gevoel om zwanger te zijn. En nog een meisje erbij, dat zou ik fijn gevonden hebben. Maar om nu te zeggen, dat ik er echt nog één bij wil?’
Ik glimlach. ‘En mocht er toch een paar zaadjes zijn ontsnapt, dan zou je gisteren wel zwanger zijn geworden!’
Chantal giechelt. ‘Ja, daar zit wel wat in! Ik was echt behoorlijk geil! Nu trouwens ook weer! Je weet, dat ik geil word, als je zo door mijn haren streelt!’
Ik lach. ‘Dacht je, dat ik dat niet wist? En je bent ook bijna ongesteld, dan ben je altijd extra geil!’
Chantal lacht dan. ‘Wat doen we dan nog hier beneden?’

We staan dan meteen op. Ik doe vlug alles weer op slot, en kom even later weer in de slaapkamer. Chantal ligt alweer voor me klaar, maar nu heeft ze weer een ander pikant setje aan, nu in een mooie blauwe kleur. Ik lach.
‘Hoeveel van die setjes hebben jullie toen niet gekocht?’
‘Dat is voor mij een weet, en voor jou een vraag, John!’
Ik twijfel dan geen moment en trek snel mijn kleren uit. Ik ben wel moe, maar hiervoor wil ik wel even mijn krachten aan spenderen. Ik kruip langs haar op het bed, waar we al snel lekker tongzoenen met elkaar. Chantal heeft er zin in, en ik prijs me gelukkig met zo’n vrouw. Ze wijst me niet snel af, en neemt ook zelf initiatief om seks met elkaar te hebben. En ook nu weer neemt ze het voortouw, en duwt me achterover. Ze gaat op me zitten, waardoor mijn pik flink opzwelt, en tegen mijn boxershort knelt. Chantal grijnst en zegt: ‘Er heeft iemand flinke zin!’

Ik lach. ‘Met jou altijd, Chantal! Je bent de meest sexy en lieve vrouw, die ik maar ken!’
Chantal glimlacht breed. ‘Ik hou van je, John!’
Dat had ze me niet hoeven te zeggen, want dat wist ik wel. Maar het is altijd fijn om weer te horen.
‘Ik hou ook van jou, Chantal!’
Ze buigt over me heen, waardoor mijn gezicht gevangen zit tussen haar lange rode haren. En daardoor heb ik een goed zicht op haar gezicht en bovenlichaam, met al haar kleine imperfecties. Ik hou er allemaal van. Het neemt nog steeds mijn adem, als ik haar zo weer zie. En het maakt me trots, dat ik me haar man mag noemen.

Ze begint me dan overal te kussen. En daaruit blijkt de liefde, begeerte en haar geilheid. Het windt me nog meer op, dan ik al ben. En Chantal merkt hoe hard mijn pik aan het worden is. Ze stopt waar ze mee bezig is, en laat dan haar bekken over mijn pik glijden. Dan zegt ze: ‘Eerst een overbodig kledingstuk verwijderen!’
Vervolgens kruipt ze van me af, en trekt mijn boxershort uit. Daarna stort ze zich op mijn pik, door me heerlijk af te trekken, waarbij ze ook nog eens haar mond en tong gebruikt. Het maakt me helemaal gek en dat weet ze maar al te goed. Ik kan het niet laten om te kreunen.

‘Nog niet klaarkomen, John! Ik wil alles in mijn kutje!’
Zo ken ik Chantal weer, ze vindt het wel leuk om me te pijpen, en als het nodig is mijn zaad te slikken, maar ze wil liever, dat ik in haar kutje mijn zaad spuit, ook al geeft dat meer rommel. En ik beklaag me echt niet, want dat vind ik zelf ook prettiger. Ik stop haar al snel, want ik voel het al komen. En dat doet ze ook. In plaats daarvan gaat ze weer op me zitten, net buiten het bereik van mijn pik. De opwinding blijft wel, maar de druk neemt wel af. Ik reik mijn handen naar haar borsten, die nog mooi verpakt zitten in het blauwe setje. Het is een prachtig contrast met haar lange rode haren, die tot net aan haar borsten reiken.

Chantal weet maar al te goed, dat ik haar lange haren mooi vindt, ook al geeft het haar veel werk om het zo te houden. En ik kan het ook nu niet laten om haar haren te strelen, die langs haar borsten hangen. Toch weet ik, dat ze graag eens een wat korter kapsel zou willen. Ik kijk haar aan. ‘Wat ben je toch ook mooi, Chantal! Ik kan echt uren naar je kijken, zonder dat het me zou vervelen!’
Ze glimlacht. ‘Gekke vent! Je zou je echt wel vervelen!’
‘Nee, dat zou ik me niet. Maar ik was me net af aan het vragen, hoe ik je moet voorstellen, met je haren wat korter.’
Ze kijkt me verbaasd aan. ‘Waarom begin je daar nu over, John?’
‘Omdat ik wil, dat jij gelukkig bent. Ik weet, dat je graag eens een ander kapsel wilt, wat korter.’
Chantal knikt. ‘Ja, mijn haren zijn nu zo lang, dat het steeds moeilijker borstelen is. Iets korter zou ik wel fijn vinden.’
‘En waarom doe je dat dan niet?’
‘Omdat ik weet, dat jij het zo fijn vindt, als ik lange haren heb.’
‘Maar ik zou het echt niet erg vinden, als je ze wat liet knippen, hoor! Als zou ik het wel fijn vinden, als ze nog wel een beetje lang bleven. Ik vind je haren gewoon zo bij jou horen, lekker lang en rood.’
Chantal twijfelt even. ‘Weet je het zeker, John?’
‘Je hoeft je echt niet voor mij in te houden, Chantal. Ik zal ook van je houden, als je haren opeens zoveel korter zouden zijn. Ik weet, dat je het voor mij doet, maar je mag ook wel eens aan jezelf denken.’
Ze geeft me een zoen. ‘Dus je zou het niet erg vinden, als ik er een stuk af liet halen?’
‘Nee, waarom? Ik kan je alleen mijn voorkeuren geven, en het is aan jou, wat je er uiteindelijk van maakt. Al zou ik natuurlijk niet erg blij zijn, als je opeens terugkomt met stekelhaar…’
Chantal lacht. ‘Bah, nee! Ik zou het graag weer tot net op mijn schouders willen hebben, misschien net ietsjes korter. Ik vind zelf lange haren ook wel bij me passen, maar niet meer zo lang. Het is wel mooi, maar het is zoveel werk! En met drie kinderen, mijn werk en al onze andere dingen, is het toch wel lastig om daar nog zoveel werk aan te besteden.’
‘Dan maak je maar snel eens een afspraak met de kapper. En weet je wat? Laat je zelf maar eens lekker verwennen door een schoonheidsspecialiste.’

Chantal kijkt blij verrast. ‘En waarom kom je daar nu opeens mee?’
Ik glimlach. ‘Zeg nou niet, dat je het vergeten bent, Chantal.’
Chantal denkt even een moment na. ‘O, hoe kon ik dat nou vergeten! Nou ja, echt vergeten was ik het niet, maar ik had er nu even niet aan gedacht! Binnenkort kennen we elkaar vijf jaar!’
Ik glimlach. ‘En ik dacht, dat je daarvoor wel eens op je best eruit zou willen zien.’
‘Jij denkt ook aan alles! O ja, dat zou ik echt fijn vinden!’
‘Dan ga je maandagmiddag maar naar de kapper toe. Dan heb je toch vrij. Mam komt dan hier even op de kinderen passen.’
Chantal kan haar geluk niet op. Ze geeft me een zoen. ‘Ik heb al een tijdje daarover getwijfeld, John. Daarom ben ik ook blij, dat je me nu net dat zetje geeft. Ja, dat ga ik doen!’

Ik glimlach. Het is zo gemakkelijk om Chantal gelukkig te maken. Ze is blijer met kleine dingen, dan hele dure cadeaus. Nu zal het bezoek aan de kapper en schoonheidsspecialiste ook wel niet goedkoop zijn, maar ik weet, dat ze dat graag eens wilde doen. En we kunnen het gemakkelijk betalen, dus waarom zou ik het niet toestaan? Bovendien cijfert ze zichzelf veel te gemakkelijk weg, al kan ik dat wel begrijpen, als het de kinderen betreft. Dat doe ik zelf ook, maar ik koop mezelf wel eens wat dingen voor mezelf. Chantal doet dat maar zelden. Ik moet haar zelfs aanzetten om eens wat voor haarzelf te kopen. Meestal doe ik dat echter slinks, door Melissa op te bellen, dat ze Chantal weer eens mee moet nemen om te gaan shoppen. En dan koopt Chantal ook wel weer wat leuks voor zichzelf. Maar ik heb haar nog nooit terug zien komen met alleen dingen voor zichzelf. Maar nu gaat ze even helemaal voor zichzelf alleen wat doen. Maar ik ben wel nieuwsgierig, hoe ze dan terug zal komen.

Ze kijkt me aan. ‘Nou wil je echt diep in me hebben, John!’. Ze trekt snel haar lingerie uit, en gaat voor me klaar liggen. Ik geef haar eerst een lange zoen, maar zet mijn pik dan tegen haar schaamlippen. Hoewel we een korte pauze hebben gehouden, is ze nog steeds goed nat. Langzaam duw ik mijn pik in haar hete kutje, en Chantal kreunt van genot, als ik in haar dring. Ik kan er nog steeds van genieten, dat ze me helemaal kan hebben, een van de redenen, dat we zo goed bij elkaar passen. Haar hete holte omklemt mijn pik stevig, en ik begin Chantal stevig te neuken, maar wel langzamer, dan we de laatste tijd deden. Meer zoals we in het begin deden, toen we nog geen kinderen hadden, en meer tijd voor elkaar konden nemen. Maar ik voel al mijn orgasme aankomen, en dat wil ik nog niet. Ik trek me terug, zeer tegen de zin van Chantal in. Maar dat verandert snel, als ik tussen haar benen duik en haar begin te likken. Heel erg lang hoeft ze niet te wachten om haar orgasme te krijgen. Ze komt gillend klaar, maar houdt haar hand voor haar mond, om de kinderen niet wakker te maken. Ik moet er wel om lachen. En dat moet Chantal ook, als haar orgasme is uitgeraasd.
Lachend zeg ik: ‘Wat ben je ook een lekker geil wijfje, Chantal!’
Ze glimlacht. ‘Dat komt door jou! Je laat me altijd heerlijk klaarkomen!’

En dan wat serieuzer: ‘Als ik zo op het werk hoor, dat sommigen vrouwen helemaal niet klaarkomen, dan durf ik al bijna niets te zeggen, omdat ik meestal meerdere keren klaarkom…’
Ik lach. ‘Voor jou hoef ik helemaal niet veel moeite te doen om je te laten klaarkomen! En dat is ook niets om je voor te schamen!’
‘Dat weet ik, John, maar waarom lukt het hun dan niet? Ik bedoel, alles wat jij doet, is altijd fijn. Ik weet wel, dat je daar ook moeite voor doet, en dat vind ik ook echt fijn! Ik kan er ook echt van genieten. Dan vraag ik me af, waarom zij dan niet kunnen klaarkomen. Hebben ze dan geen goede seks?’

Ik lach. Echt iets voor Chantal om zich zo iets af te vragen. En ik begrijp best wel, dat ze ook maar weinig vergelijkingsmateriaal heeft gehad in haar verleden. Ik ben haar eerste en de enige, waarmee ze seks heeft gehad.
‘Niet iedereen besteedt er net zo veel aandacht aan. En soms kunnen vrouwen ook gewoon moeilijk klaarkomen. Ik heb wel eens gehoord, dat een vrouw gewoon niet kon klaarkomen. Maar dat wil niet zeggen, dat ze er niet van kunnen genieten, Chantal! Maar jij bent wel een beetje verwend!’
Chantal lacht. ‘Ja ja, dat zal je ego wel flink strelen, John! Maar ik denk, dat je wel gelijk hebt. Je bent gewoon een goede minnaar!’
‘Laat die andere vrouwen maar lekker jaloers op je zijn, Chantal. Dan ga ik lekker door met je verwennen!’
Ze giechelt. ‘Geen bezwaar hier!’

We zoenen elkaar weer. Mijn pik is nu wel wat gekrompen, maar doordat ik weer tegen haar naakte lichaam schuur, is deze weer snel hard. Chantal duwt me echter op mijn rug. Ze gaat op me zitten en leidt mijn pik naar haar smachtende kutje. Ze neukt me nu, terwijl ik met haar borsten speel. Ik kneed ze, terwijl ze op en neer gaan. En ik voel na een tijdje Chantal alweer klaarkomen, en zelf ben ik ook niet meer ver. Terwijl ze klaarkomt, komt mijn orgasme. En die lijkt eindeloos te zijn. Ik spuit haar helemaal vol, en diep in haar. Chantal laat zich op me vallen. We zijn allebei buiten adem en nog in onze roes van onze orgasmes.

Voldaan blijven we zo even liggen. Na een tijdje rolt ze van me af. Chantal kijkt me aan en zegt: ‘Dat was alweer een tijdje geleden, dan we weer zo’n goede seks hebben gehad!’
Ik knik. ‘Ik vraag me af, of de kinderen wakker zijn geworden…’
‘Ze waren erg moe, dus ik denk het niet. Ik ga even kijken en me ook even opfrissen.’
‘Ik doe wel even een nieuw laken op het bed…’
Chantal glimlacht en komt tien minuten later terug. ‘Ze slapen als roosjes!’
Ze kruipt weer in bed, en gaat weer op onze vertrouwde positie liggen, zoals we altijd slapen. Wel heeft ze zich een nachthemd aangetrokken, en ik een shirt. Liever zou ik gewoon naakt slapen, maar het komt toch wel regelmatig voor, dat een van onze kinderen ’s nachts bij ons wil slapen. En dan hebben we toch liever wat kleding aan.

De volgende morgen is al vele andere morgens. Alleen is Roy vanmorgen wat lastiger, dan normaal. Maar na het ontbijt gaat hij weer lekker spelen. Ik ruim in de loods de caravan leeg, daar heb ik nog geen tijd voor gehad. Chantal helpt me daarbij, terwijl onze kinderen met elkaar spelen op het erf. Ik ben blij, dat we destijds een omheining om ons terrein hebben laten plaatsen, want daardoor hoeven we ons geen zorgen te maken over waar onze kinderen blijven.

Opeens gaat mijn telefoon over. Ik ben nogal verbaasd, dat het Eira is.
‘Hoi Eira, alles goed?’
‘John? Je moet me helpen. Dylan doet heel erg raar en ik ben er gewoon bang van!’
Ik zucht. ‘Wat wil je, dat ik doe?’
‘Kun je me komen halen? Ik wil hier weg!’
‘Kan je vader je niet naar het vliegveld brengen?’
‘Nee, want dan merkt Dylan het. Ik wil hier zo snel mogelijk weg!’
‘Maar ik ben niet zomaar even in Geiranger, Eira!’
‘Dat weet ik, maar zou je me toch kunnen komen halen?’
Ze klinkt echt bang en ik zeg: ‘Ik bel je zo even terug!’
Ik loop naar Chantal toe en vertel haar over het telefoontje van Eira.
‘Ze klonk echt bang en ik heb ook geen keuze, dan haar te gaan halen.’
‘Dus is je voorgevoel toch uitgekomen? Je begint op Mieke te lijken. Maar je hebt gelijk, als ze echt zo bang is, dan moet je haar gaan halen. Maar dan ben je niet op tijd terug, als je weer moet gaan werken!’
‘Dan is dat maar zo, Chantal. Ik bel mijn baas wel op, dat er een noodgeval is. Red jij het hier zolang alleen?’
‘Ja, en anders bel ik Daan en Melissa wel.’
‘Dank je. Dan ga ik me snel even spullen pakken en dan ben ik meteen weg!’

Ik doe snel wat spullen in een tas en als ik weg wil gaan, geeft Chantal me ook nog wat spullen mee.
‘Als ze al niet wil, dat haar vader haar wegbrengt, dan zal ze ook geen spullen meenemen. Dit zijn wat kleren uit haar kast en wat toiletspullen.’
Ik geef Chantal een lange zoen om haar te bedanken en neem dan afscheid van mijn kinderen. En dan rijd ik meteen weg. Ik tank nog snel de wagen vol, zodat ik lang door kan rijden. Ik ben al snel op de Duitse snelwegen, waar ik er een behoorlijk tempo op na houd. Onderweg krijg ik telefoon van Chantal, ze heeft me een overtocht geregeld, waardoor ik zo snel mogelijk in Noorwegen ben. Amper negen uur nadat ik van thuis vertrokken ben, kom ik al aan bij de ferry, en met wat overtuigingskracht kan ik nog mee met de boot, die daar nog ligt, in plaats met de volgende. Ik gebruik de vier uur durende tocht om vlug wat te eten en probeer wat te slapen in een zetel.

Ik word net voor aankomst wakker gemaakt door een van de bemanningsleden, die me vriendelijk vertelt, dat ze binnen enkele minuten van boord rijden. Ik haast me dan naar mijn auto en een kwartier later rijd ik al op de Noorse wegen. Ook nu rijd ik eigenlijk harder, dan toegestaan, maar ik houd het wel binnen de perken. Zeven uur later kom ik dan al aan in Geiranger, het is zes uur ‘s morgens. Maar ik rijd niet naar Sean en Hilde toe, maar naar mijn vrienden Aud en Finn. Ze kijken nogal verbaasd op, als ik voor hun deur sta.
‘John! Wat doe jij hier! En hoe zie je eruit!’
‘Sorry, dat ik jullie even moet lastigvallen, maar er is een noodgeval, en daarom ben ik hier. Kan ik even binnenkomen?’
‘Ja, natuurlijk! En waar is Chantal?’
‘Die is thuis met de kinderen. Het gaat om Eira.’
‘Eira?’
Ik knik. 'Ze belde me gisteren op en was duidelijk bang en in paniek. Ze wilde, dat ik haar kwam halen, ze is schijnbaar als de dood voor haar verloofde! Ik heb werkelijk geen idee, wat er precies aan de hand is, maar ik weet wel, dat het niet goed is. En dan kun je maar één ding doen, en dat is haar halen. Daar heb ik niet eens een seconde over getwijfeld!’
‘Natuurlijk, maar hoe kunnen we je helpen?’
‘Kunnen jullie Eira naar het dorp lokken? Verzin maar een of andere smoes, als ze maar hier komt. Want ik denk, als ze me daar zien, dat er iets gebeurt. En ik wil weg zijn, voordat iemand ook maar iets in de gaten heeft!’
‘Ja, dat kunnen we wel doen. Eira heeft me wel eens vaker meegeholpen, toen ze hier was, dus het zou niet vreemd zijn, als ik haar nu weer zou vragen. Ik wist niet eens, dat ze hier was!’

Finn zegt dan: ‘En jij gaat nu eerst maar eens even slapen. Wij zorgen wel, dat Eira hier komt. Jij hebt je krachten nog wel hard nodig, als je ook nog terug wilt rijden! Ben je aan één stuk hierheen gereden?’
‘Ik heb wat geslapen op de ferry, maar dat waren maar drie uurtjes.’
‘Hoelang ben je onderweg geweest?’
‘Ik ben gisteren zo rond tien uur vertrokken, en ik had geluk, dat ik meteen de boot op kon.’
‘Man, ben je echt in twintig uur naar hierheen gekomen? Je hebt echt een pan loszitten! Ga jij maar slapen, en maak je geen zorgen, wij bekommeren ons over Eira. En ik zal je wagen wel even uit zicht zetten, er is plaats in de garage.’

Ik geef Finn dankbaar mijn sleutels en Aud brengt me naar de logeerkamer, waar ik eerst nog even Chantal bel, voordat ik ga slapen. Chantal is blij, dat ik goed ben aangekomen, en dat ik zo verstandig ben geweest om Aud en Finn in te schakelen. Als ik me dan neerleg, ben ik binnen enkele tellen vertrokken. Rond de middag word ik weer wakker, maar ik voel me wel geradbraakt. De lange tocht vol stress heeft toch wel veel van me gevergd. Aud heeft me mijn spullen op de kamer gebracht en heeft er ook een handdoek bij gelegd. En neem me dan een warme douche, en dat doet echt wonderen voor mijn lichaam. Als herboren kleed ik me dan aan en loop naar de keuken. Daar blijkt Eira al te zijn, die meteen naar me toe rent en me stevig omhelst.

‘Dank je, dat je zo snel bent gekomen! Ik wist echt niet, wat ik anders moest doen!’
‘Het is al goed, Eira. We zijn niet voor niets je pleegouders! Maar vertel eens, wat er precies aan de hand is!’
‘Het begon eigenlijk al op de weg hierheen. Dylan reed erg hard over die kronkelweggetjes en ik vroeg hem om rustiger te rijden. Maar in plaats daarvan begon hij nog harder te rijden en begon me uit te lachen. En voor een behoorlijk scherpe bocht remde hij keihard en stond maar net voor de rand stil. En toen zei hij: ‘Als we hier nu toch eens samen vanaf gevallen waren!’
Dylan had echt een rare blik in zijn ogen en toen werd ik pas echt bang. Ik heb maar niets meer gezegd en heb gewoon mijn ogen maar dicht gedaan tot we thuis waren. Ik werd natuurlijk helemaal wagenziek en ben toen maar direct naar bed gegaan onder het mom, dat ik me echt niet lekker voelde. De volgende morgen leek het weer goed te gaan, maar ’s middags leek hij weer door te draaien! Zo ken ik hem helemaal niet! Ik ben nu echt bang van hem, en ik denk, dat hij weer zelfmoord probeert te plegen, maar dat hij mij ook wil vermoorden.’

Ik kijk Eira geschokt aan. ‘Heeft hij soms medicatie, Eira?’
‘Ja, maar de laatste tijd deed hij al vaker wat raar. Maar het was nog niet zo erg! Ik ben nu echt bang voor hem!’
‘Ik begrijp het. Dan gaan we ook meteen, voordat hij iets in de smiezen krijgt.’
Aud zegt: ‘O nee, eerst gaan jullie wat eten, en dan gaan jullie op pad. Het zal ook niet op een half uur aankomen, of wel?’
Ik glimlach en bedank Aud. Maar een half uur later nemen we afscheid van Aud, en rijden dan naar het tankstation, waar Finn werkt. Daar gooi ik de tank vol en bedank Finn nog eens voor zijn hulp. En dan vertrekken we. We zijn al ruim vijf uur onderweg, als Eira plotseling telefoon van Dylan krijgt.
‘Waar ben je, Eira? Ik was bij Aud, maar die zei, dat je net weg was!’
Eira kijkt me in paniek aan en ik maak met mijn vingers een wandelende beweging. Eira begrijpt meteen de hint en zegt: ‘Klopt, ik ben terug aan het wandelen. Het duurt weer even, voordat we hier terug zijn, dus wil ik nog even alles goed in me opnemen. Ik zie je wel over een paar uur.’
‘Maar Sean en Hilde wilde zo gaan eten!’
‘Sorry, ik had even moeten bellen. Ik bel mam wel even!’
‘Oké, tot straks!’
Eira drukt het gesprek snel weg en zucht eens diep.
‘Pff, zou hij al argwaan hebben?’
‘Ik denk het niet. Gelukkig stonden we net stil, dus hij kon ook niet horen, dat we onderweg waren.’
‘Ik bel nu wel even mijn ouders op, anders maken die zich straks nog ongerust!’
‘Dat lijkt me een goed idee. Zeg maar, dat ik bij je ben, en dat je nu naar huis heen gaat. En zeg ze ook maar, dat ze moeten proberen, het zo lang mogelijk geheim te houden. Je zou kunnen zeggen, dat je nog even aan het kletsen bent met een vriendin?’
‘Ja, goed idee! En dat idee met wandelen was ook geniaal!’

We rijden dan verder en Eira belt dan met haar moeder. Die schrikt natuurlijk nogal, maar zegt meteen medewerking toe. Dylan probeert Eira nog diverse keren te bellen, maar Eira neemt gewoon niet op en zet uiteindelijk haar telefoon uit. Pas als we op de veerboot zitten naar Denemarken, zet ze haar telefoon weer aan.

Ze belt dan met de ouders van Dylan. Die zijn natuurlijk teleurgesteld, maar begrijpen heel goed, dat Eira bang is geworden. Zijn moeder zegt dan ook: ‘We waren er al bang voor, dat het nog eens zou gebeuren. Maar we hadden goede hoop, dat jij hem eroverheen kon helpen. Ik denk, dat het beste voor Dylan is, als we hem naar huis halen, en hem laten behandelen. Want dit gaat echt niet goed!’
‘Dat zou fijn zijn, maar wat moet ik dan tegen Dylan zeggen?’
‘Niets. Negeer al zijn gesprekken. We pakken nu direct het vliegtuig en vliegen dan naar Noorwegen toe, en halen hem dan op. En we blokkeren zijn creditcard, dan kan hij ook niet ver weg. Kun jij hem met een of andere smoes wel daar houden?’
‘Ik verzin wel wat. Sorry, dat het zo moest lopen!’
‘Maak je maar geen zorgen, Eira. We nemen je niets kwalijk!’
‘In ieder geval bedankt. Ik bel nog even terug, als ik weet, of mijn smoes geholpen heeft.’
‘Dat is goed!’

Ze hangt dan op en kijkt me aan. ‘Hoe moet ik er nu voor zorgen, dat Dylan daar nog even blijft?’
Ik denk even na. ‘Waarom bel je hem niet op, dat je naar de Jomfru Stein gaat met een vriendin? Zeg maar, dat het een lokale traditie is, die je later kinderen moet gaan schenken. En dat daar geen mannen bij mogen zijn.'
'Ja, dat is een goed idee! Maar dan moet ik wel even Aud informeren. Ik weet, dat ze zulke dingen wel eens voor toeristen doet. Dan moet ze even haar winkel sluiten. Want ik ken Dylan, en die gaat kijken of het wel waar is.’
‘Doe maar.’

Een paar minuten later is alles geregeld. Eenmaal in Denemarken gaan we snel op weg naar huis, maar halverwege moet ik het stuur even aan Eira overlaten. Ik ben werkelijk bekaf. Ik probeer wat te slapen in de bijrijdersstoel, maar na twee uurtjes is ook Eira te moe. Ik ben dan nog net fit genoeg om helemaal tot thuis te rijden, en ik ben dan ook blij, als ik mijn wagen in de garage parkeer. Chantal komt ons al tegemoet, en ziet hoe moe we zijn. Ze omhelst ons allebei.
‘Wat ben ik blij, dat jullie terug zijn! Hoe is het gegaan?’
Eira vertelt haar het verhaal, en terwijl ze dat doet, krijgt ze telefoon van Dylans ouders, dat ze al in Noorwegen zijn, en Dylan hebben opgehaald. Dat is wel een opluchting voor Eira, want hoe bang ze ook voor Dylan is geworden, ze zou het wel erg vinden, als hij zichzelf wat hebben aangedaan.
Nadat Eira haar verhaal heeft gedaan, gaan we slapen.

Ik moet eigenlijk gaan werken, maar mijn baas heeft er begrip voor, dat ik vandaag nog niet kan komen. Het is trouwens al na de middag en zo rond een uur of zeven maakt Chantal me weer wakker.
‘Wakker worden, koele wegpiraat!’
Ik was al half wakker, en trek haar plotseling op het bed. Ze gilt en moet dan lachen.
‘Ik had het kunnen weten!’
Ze geeft me een zoen en zegt trots tegen me: ‘Dat je haar zo snel kon halen! Je bent echt helemaal gestoord, maar je bent absoluut de allerbeste vader ter wereld! Ik ben echt trots op je!’
‘Dat zou jij ook gedaan hebben, Chantal! Eira is misschien slechts een pleegdochter, maar ze is wel deel van ons gezin. En dan maakt het me niet uit, waar ik haar moest gaan halen, ik was gegaan!’
‘En daarom weet ik ook, dat ik de juiste keuze heb gemaakt, toen ik je daar in Kampen gekust heb!’
Ik glimlach en geef haar een lange zoen.
‘Is Eira al wakker?’
Chantal knikt. ‘Ze is nu aan het bellen met Dylan. Ze wil hem vertellen, waarom ze gevlucht is. En Sean en Hilde komen volgend weekend naar hier heen, want ze willen weten, wat er nu precies aan de hand is. En dan brengen ze de wagen van Dylan met hun spullen en ook Livy mee. De wagen van Dylan wordt dan hier opgehaald.’
‘Wat een toestand, zeg!’
‘Zeg dat wel! Ik vind het jammer voor Eira.’
‘Dat is het ook, maar ze krijgt wel nieuwe kansen. En misschien ontmoet ze wel iemand, die nog beter voor haar is.’
‘Ik wens haar iemand toe, zoals jij!’
‘Wie weet!’

Ik laat dan Chantal los en ga me douchen. Dan voel ik me al snel een stuk beter. Chantal heeft dan het eten al klaar staan, de kinderen hebben dan al gegeten en staan op het punt naar bed te gaan. Maar ik beloof ze, dat ik ze nog even welterusten ga zeggen. Ik merk, dat ik ze in die korte tijd wel gemist heb. Dus eet ik snel mijn bord leeg en geef mijn kinderen dan de aandacht, die ze verdienen.

Birgit vraagt me: ‘Waar was je, papa?’
‘Papa moest Eira ophalen in het land waar ze eigenlijk woont.’
‘Maar ze woont toch hier?’
‘Ja, dat is ook zo, maar haar papa en mama wonen in Noorwegen. Je weet wel, waar we op vakantie zijn geweest.’
‘Oei, dat is ver weg!’
‘Ja, dat is heel ver weg! En daarom was papa ook zo lang weg en was hij ook zo moe, toen ik weer terug kwam.’
‘Ik ben blij, dat je weer terug bent!’
‘Ik ben ook blij jullie weer te zien!’
‘Gaat Eira nu ergens anders wonen?’
‘Voorlopig nog niet, maar uiteindelijk wel. Ook jullie gaan ooit ergens anders wonen. Daar wil ik nu nog niet aan denken, maar dat gebeurt wel ooit!’
‘Maar ik wil helemaal niet weg! Ik wil altijd bij jou blijven, papa!’
‘Je bent ook altijd bij mij, hier in mijn hart! Waar je ook zal zijn, Birgit!’
Ze geeft me een knuffel en ik stop haar netjes toe.
‘Welterusten, Gitje!’
Ze glimlacht en sluit haar ogen. Dan ga ik naar de kamer van Rob en Roy. Die slapen tegenwoordig in dezelfde kamer. Ze zijn ook nog wakker, en daar komen ongeveer dezelfde vragen. Chantal kijkt door de deuropening en glimlacht.

Als ik hun kamer uitloop, staat Chantal me al op te wachten. ‘Kom eens hier, stoere vent van me!’
Ze geeft me een lange zoen. ‘Ze wilden nog niet gaan slapen, voordat ze jou gezien hadden. Gisteren kreeg ik ze maar met moeite naar bed, en alleen met de belofte, dat je weer snel terug zou zijn, bracht ze ertoe, dat ze gingen slapen.’
‘Ik heb ze ook erg gemist, maar jou heb ik nog het hardste gemist!’
‘Ik heb je ook erg gemist! Het duurde wel even, voordat ik kon slapen in dat lege bed!’
‘Gelukkig schoot het allemaal goed op en zonder de hulp van Aud en Finn was het nooit zo soepel gelopen!’
‘Het is handig om op veel plaatsen vrienden te hebben, John. En je weet nooit, wanneer je ooit een vriend nodig zal hebben!’
‘Als je dat maar weet! En zo zie je maar weer, waar zo’n auto goed voor kan zijn!’
‘O ja, voordat ik het nog vergeet, Daan was nog hier, de spullen voor mijn wagen waren binnen!’
‘Ah, dat is snel!’
‘Ja, maar volgens Daan is echt nog alles van die wagen te krijgen. Hij heeft hem hier nog snel op de brug gezet en volgens hem moesten de torsieveren ook nog eens vervangen worden.’
‘Daar kon hij wel eens gelijk in hebben. We zien wel, we hebben nu tijd genoeg. Ik ben trouwens benieuwd of Daan nog aan dezelfde kleur kan komen. Hij had zich onlangs een partij oude verf gekocht. Die zou uit de fabriek komen, waar ze die wagens gebouwd hebben. En daar zou dus ook groen bij zitten. Dan kunnen we die wagen weer in originele lak spuiten.’
‘Echt? Moet er veel aan gebeuren, John?’

‘Er is toch nog wel wat werk aan. Het dagelijkse gebruik heeft toch wel sporen achtergelaten. Ik laat de motor reviseren en de versnellingsbak en achteras reviseren. Dat kost wel flink geld, maar dan kan hij er weer een hele tijd tegenaan.’
‘En Melissa wil al het interieur onderhanden nemen, dat heeft ze me al gezegd. En ik heb Daan gevraagd of hij naar een nieuw stuur wil kijken. Die er nu inzit, heeft een klein scheurtje aan de achterkant. Dat zie je niet, maar dat voel je wel.’
‘Waarom heb je dat nooit gezegd? Dan had ik er al eentje voor je gezocht!’
‘Dat weet ik, maar ik wilde je eigenlijk al vragen om me iets modernere wagen te kopen. Want mijn wagen was niet echt geschikt als gezinswagen! En nu ze groter worden, wil ik toch echt wel iets fatsoenlijks hebben. En die had je al voor me gevonden!’
‘Ben je er blij mee?’
‘O ja, heel erg blij! Misschien kan ik nu ook gewoon met het verkeer mee rijden, zonder me zorgen te maken, of het verbruik te hoog is!’
‘Ze zijn voor Europese maatstaven nog steeds niet echt zuinig, maar beslist veel zuiniger, dan de Plymouth. Dat zal ons nog zeker gaan schelen met ons woon-/werkverkeer in het brandstofverbruik schelen!’
‘Dat zou ook wel fijn zijn! Scheelt ook weer in de portemonnee!’
Ik glimlach, ook al hebben we samen een goed inkomen, we letten toch nog wel op de kleintjes. Anders zouden we deze lifestyle ook niet kunnen volhouden.

Onder in de kamer praat ik nog met Eira en Chantal over de crisis, die we nu weer doormaken. Naar mijn mening gaat Eira er best goed mee om, ze is er dan ook echt helemaal klaar mee, maar natuurlijk heeft ze wel verdriet. Ze was zo verliefd op Dylan, en nu is dat in één keer weg. Ze vertelt dan hoe eng het was geweest, en we begrijpen dan ook volledig haar beslissing. Ik zou het in haar plaats ook gedaan hebben. En ik ben van mening, dat ze in Geiranger ook de beste beslissing heeft gemaakt om me te bellen. Als ik zo hoor, hoe ver Dylan al heen was, dan kan ik er niet blij van worden. Dat is me alle stres en moeite waard geweest. We gaan dan vroeg slapen, omdat ik morgen toch weer aan het werk moet.

’s Morgens zit Eira ook aan de ontbijttafel, terwijl Chantal boven bezig is met de kinderen.
‘John? Is het nou raar, dat ik eigenlijk nog steeds van Dylan houd?’
‘Nee, dat vind ik niet raar. Jullie hadden trouwplannen, dus dat vind ik echt niet zo raar! Maar je had me eerder moeten vertellen over die rare fratsen van Dylan. Dan had ik je wel uit je hoofd gepraat om met hem te verloven. Nou ja, ik weet niet of het ook echt veel effect zou hebben gehad, maar dan had je er in ieder geval beter mee om kunnen gaan!’
Eira glimlacht. ‘Misschien een rare vraag, maar zou ik vandaag met je mee kunnen gaan? Het maakt me niet uit, wat ik moet doen, maar ik wil nu even niet thuis zitten. Ik wil er gewoon even niet aan denken, en bij jou voel ik me veilig.’
Ik glimlach. ‘We verzinnen wel wat voor jou. Smeer maar wat boterhammen voor tussen de middag. Ik vertel het wel even tegen Chantal.’

Eira glimlacht en ik loop naar boven heen. Ik pak Chantal bij haar heupen vast en zeg: ‘Eira wil vandaag met mij mee naar het werk. Ze voelt zich nog steeds niet helemaal veilig, en dat begrijp ik ook wel. En schijnbaar geef ik haar een veilig gevoel, dus wil ze met me mee.’
‘Dat begrijp ik heel erg goed, John. En het is misschien ook goed, dat ze even andere mensen ziet. Maar heb je wel wat te doen voor haar op het werk?’
‘O ja, er moet nog een hoop documenten worden in gescand, want ik ben er zeker van, dat dit werk is blijven liggen. Daar is ze wel even mee bezig, sterker nog, ik denk niet, dat ze het vandaag afkrijgt.’
‘Dan kan ze eventueel nog een extra dag met je mee. Ja, dat is een goed idee!’

Ik geef Chantal een kus, en dan ook mijn kinderen, en ga dan naar beneden. Eira heeft dan net haar boterhammen klaar, en we lopen dan naar mijn auto. ‘Vinden ze dat zomaar goed, dat ik met je mee naar je werk kom?’
‘Ik denk, dat er nog werk genoeg is, en als ik mijn baas zeg, dat je komt helpen om de achterstand weg te werken, dan maakt hij geen problemen. En je zal er waarschijnlijk nog een zakcentje mee verdienen, want je hoeft ook niet voor niets te werken.’
‘O, dat is dan handig meegenomen!’

Niet veel later kom ik op mijn werk aan, waar ik mijn auto op de vertrouwde plek parkeer. Ik krijg al meteen een opmerking van mijn collega. ‘Waar heb je je oldtimer gelaten, John?’
‘Ingeruild op deze. Die is toch wat praktischer, en bovendien een Cadillac!’
De man lacht. ‘Ziet er niet slecht uit!’
‘En rijdt ook niet slecht!’
‘Dat geloof ik meteen! En wie heb je nu weer bij?’
‘Dat is mijn pleegdochter, Eira.’
‘Ach, is dat nu Eira? Wauw, een mooie meid!’
Eira bloost. Ze zegt tegen me: ‘Heb je over mij verteld op je werk?’
‘Natuurlijk! We gaan hier vrij vriendschappelijk met elkaar om. Zo houden we een goede band met elkaar, en werk je gemakkelijker samen.’

Ik breng Eira naar mijn kantoor toe, en zeg haar daar even te wachten. Gelukkig is mijn baas al aanwezig, en ik leg hem in beknopt de situatie uit.
‘Geen probleem, John! En inderdaad een goed idee om zo die achterstand weg te werken!’
Eenmaal terug op mijn kantoor zet ik Eira aan het werk, en kan ik aan mijn eigen werk beginnen. En daar ligt meer dan genoeg. Maar door het werk van Eira kan ik flink werk inhalen. En Eira heeft er ook wel plezier in. Ze heeft kennis gemaakt met enkele van mijn collega’s en babbelt er al lustig op los. Als ze even weg uit het kantoor is, om iets voor me te halen, zegt een van mijn collega’s: ‘Eira is wel een vlotte meid geworden! Je kunt trouwens nauwelijks nog horen, dat ze niet uit Nederland komt!’
‘Je hoort het soms nog wel, maar ze heeft het echt goed onder de knie gekregen.’

Ik wil nog iets zeggen, maar dan krijg ik plotseling telefoon. Het zijn de ouders van Dylan.
‘Hallo, met John Vliegers.’
‘Hallo, met Albert Justine.’
‘Ah, u bent de vader van Dylan?’
‘Ja, dat klopt. Ik bel even over de toestand van Dylan. Die is ernstiger, dan we gedacht hebben, en er is nu nog een probleem ontstaan.’
‘O, en dat is?’
‘We hadden hem laten opnemen in een kliniek, maar daar is hij ontsnapt. Het is mogelijk, dat hij naar jullie toe gaat. We hebben de politie al ingelicht, maar voorlopig ontbreekt ieder spoor van hem. Het kan zijn, dat hij zichzelf nu van het leven beroofd heeft, maar omdat hij wel kleren meegenomen heeft en zijn portemonnee, denken we, dat hij naar jullie toe wil komen.’
‘Mijn God! Dat is verschrikkelijk! Hoe erg is hij eraan?’
‘Heel erg. Het blijkt, dat hij al meer dan een maand zijn medicijnen niet meer wil slikken, en volgens de dokter zit hij nu in een soort psychose. Hij weet echt niet, wat hij allemaal doet. Het spijt me echt voor u, maar het is mogelijk, dat u en uw gezin in gevaar zijn!’
‘Ik begrijp het. Kunt u me op de hoogte houden, als er nieuws over hem is?’
‘Natuurlijk! En we horen het ook graag van u, als u hem ziet.’
‘Uiteraard!’

We nemen afscheid en ik hang op. En net dan komt Eira weer binnen. Ik twijfel even, of ik haar dit moet vertellen, en besluit het nog niet te doen. Ik wil het hier eerst even met Chantal over hebben. Eira gaat nietsvermoedend door met haar werk, en ik loop even naar buiten en bel met Chantal.
‘Hoi John! Alles goed met Eira?’
‘Met Eira gaat het prima, ze heeft het prima naar haar zin. Maar ik heb wel minder goed nieuws, Chantal. Dylans vader belde me net op. Ze hadden Dylan laten opnemen in een kliniek, en daar is hij nu uit ontsnapt. Hij schijnt in een soort psychose te zitten, omdat hij zijn medicijnen niet wil slikken. En ze vermoeden, dat hij nu onderweg naar Nederland is. En dat hij wel eens gevaarlijk kon zijn!’
‘Houdt het dan nooit op, John?’
‘Ik weet het. Bel jij Frits even op, dat hij die sensor aan het begin van de straat gaat plaatsen? Dan weten we in ieder geval, als er iemand over die weg komt. Dat geeft ons de kans om alles snel te sluiten.’
‘Goed, dat zal ik doen. Wat denk je, dat hij wil gaan doen?’
‘Ik heb geen idee, maar het lijkt me geen leuke plannen. Ik vermoed, dat hij ons als schuldige aanziet, dat hij nu Eira verloren is. En dan kan hij alles doen. Dus ik ga de beveiliging wat opvoeren. De kinderen mogen even niet meer buiten de omheining spelen en ik ga vragen, of ik mijn werk voorlopig niet thuis kan gaan doen. Maar wat vertellen we Eira?’
‘Is het niet beter, dat ze de waarheid weet?’
‘Ja, maar vertel ik haar dat nu, of straks, als we weer thuis zijn?’
‘Misschien beter als ze weer thuis is. Dan kan ze nog even haar gedachten verzetten. Ze heeft het al zwaar genoeg!’
‘Goed, dan doen we het na het eten!’

Ik regel dan buiten medeweten van Eira, dat ik vanaf morgen een tijdje thuis blijf werken. En door de vorderingen van Eira is dat ook geen echt groot probleem. Maar als we naar huis toe rijden, zegt Eira tegen me: ‘John? Je bent de hele dag zo stil tegen me. Is er iets?’
Ik twijfel even, of ik het al moet zeggen, maar misschien is het wel beter zo. Ik zet de wagen aan de kant en kijk Eira aan.
‘Ik kreeg vanmorgen telefoon van Albert. Dylan is uit zijn kliniek ontsnapt en ze denken dat hij hierheen komt.’
Eira kijkt geschokt. ‘Waarom heb je niets gezegd?’
‘Omdat jij even je gedachten moest kunnen verzetten. Je hebt het toch leuk gehad op het werk, of niet dan?’
Eira knikt. ‘Ja, misschien was dat wel goed zo. Ik neem het je niet kwalijk. Maar wat nu?’
‘Ik ga voorlopig thuis werken, en dat kan door jouw goed werk. En voorlopig mag er niemand zonder reden de poort uit. Chantal heeft al gebeld om snel een sensor aan het begin van de weg te plaatsen, zodat we kunnen horen, of er iemand de weg over komt. En dan hopen we maar, dat Dylan zich bedenkt.’
Eira schudt haar hoofd. ‘Ik denk het niet, John. Dylan is best vastberaden. Wat er in zijn kop zit, dat gaat hij ook doen.’
‘Wat hij ook van plan is, hier zal hij van een koude kermis thuiskomen! Niemand komt aan mijn gezin, ook hij niet!’
Eira zegt glimlachend: ‘En ben ik even blij, dat ik deel van je gezin uitmaak, John!’
‘Ja, dat ben je ook! Je kunt hier niet vier jaar wonen, zonder deel uit te maken, Eira!’
‘En daar ben ik ook blij om. Ik heb hier een fijne tijd gehad, en daar ben ik ook echt dankbaar voor! De kansen, die ik hier heb gekregen, zou ik elders nooit gekregen hebben. Het is misschien wel jammer van dat aanbod in dat operagebouw, maar ik krijg wel weer nieuwe aanbiedingen. Mijn leven is niet over, omdat het nu uit is met Dylan!’

Ik glimlach. ‘Weet je zeker, dat het over is, Eira?’
Ze knikt. ‘Ik had me al nooit met hem moeten verloven, John. Hij overrompelde me en ik was te verliefd om nee te zeggen. En ik dacht, dat ik nog invloed op hem had, maar ik was zo naïef!’
‘Ja, en dat kwam met een prijs. Maar dat moet je niet tegen mij zeggen, maar tegen Dylan, als hij hier is.’
Eira knikt. ‘Je hebt gelijk. Maar wat als hij zich dan zelf wat aandoet? Of erger nog, als hij mij iets aandoet?’
‘Daar krijgt hij geen kans toe, Eira. Dat laat ik niet toe. Dylan is ziek en ik moet hem beschermen tegen zichzelf.’
Opeens krijg ik een idee en ik pak meteen mijn telefoon. Ik bel met de vader van Dylan, Albert.
‘Hallo, met Albert.’
‘Met John Vliegers.’
‘O, heeft u al iets gehoord van Dylan?’
‘Nee, helaas of gelukkig niet. Maar Eira denkt, dat hij hierheen komt. Maar weet u, of hij zijn portemonnee bij heeft?'
'Ja, die heeft hij meegenomen.’
‘En ik neem aan, dat zijn creditcard nog steeds geblokkeerd is?’
‘Ja, hoezo?’
‘Kunt u die blokkade eraf halen? Want dan kan de politie hem namelijk volgen, als hij bijvoorbeeld gaat tanken.’
‘Goed idee! Ik ga het even overleggen met de politie! Maar u belt me, zodra u verder iets weet?’
‘Uiteraard!’
Ik hang dan weer op. Eira zegt meteen: ‘Dat was slim van je, John! Dat daar niemand aan gedacht heeft!’
‘Soms helpt het wel eens om crimi-series te kijken, Eira!’
Eira glimlacht. ‘Ik ben blij, dat ik vandaag met je mee ben gegaan. Het heeft me tijd gegeven om even goed na te denken, zonder dat ik bang hoefde te zijn.’

Ik sla een arm om haar schouder en trek haar tegen me aan. ‘Ik ben blij, dat je je zo veilig voelt bij mij.’
‘En misschien wil ik nog wel een keer mee, als dit voorbij is.’
‘Ow? Vond je het zo leuk werk?’
‘Dat niet, maar ik zag wel een hele knappe jongen op kantoor zitten. Dennis was geloof ik zijn naam.’
‘Dennis Geraerts? Al zo snel weer op vrijersvoeten, Eira?’
Eira giechelt. ‘Ik moet toch ook weer verder, of niet?’
‘Dennis is wel oké. Misschien een leuk weetje over hem: Hij speelt in een band!’
‘Echt? Dat meen je niet!’
‘Ik heb hem geïnspireerd, toen we met de band voor het personeel hebben gespeeld op het bedrijfsfeest. Hij werkte er toen net.’
‘Cool! Je inspireert veel mensen, John! Dat vind ik een mooie eigenschap van jou!’
‘Ach, ik doe gewoon mijn ding, en toevallig vinden andere mensen dat ook leuk. Dat is alles!’
‘En ik ken iemand, die je allergrootste fan is.’
‘Mijn moeder?’
‘Die ook, maar Chantal is echt je allergrootste fan. Zal ik je een klein geheimpje vertellen over Chantal, waar jij helemaal niets van weet?’
‘Wat? Chantal heeft geheimen voor mij?’
Eira glimlacht. ‘Heeft je ze verteld, dat ze op het werk bezig is met een musical?’
‘Ja, dat gaat over een rockband.’
‘Weet je ook, wie die musical geschreven heeft?’
‘Ja, Luc Dammers.’
‘Die heeft de muziek geschreven, dat klopt. Maar de musical heeft Chantal geschreven.’

Ik kijk geschokt. ‘Chantal? Is dat haar eigen musical? Waarom houdt ze dat voor me verborgen?’
‘Omdat ze niet wil, dat je weet, waarover die musical gaat!’
Ik hoef niet eens een seconde na te denken, waarover die musical dan gaat.
‘Het gaat over mij en haarzelf!’
‘Niet verklappen, dat ik je dat verteld heb!’
‘Geen zorgen, daar heb je mijn woord voor! Wauw, ik ben er even stil van! Hoelang is ze daar al mee bezig?’
‘Drieënhalf jaar. Ik heb het gelezen, en het gaat echt geweldig worden! En dat denken ze daar op haar werk ook!’

Ik ben echt even ontroerd. Maar het maakt me wel nieuwsgierig naar hoe de musical eruit zal zien. Eigenlijk is de timing van Eira niet verkeerd, want over twee maanden zou de musical in première gaan. En dan besef ik me opeens, dat het dan precies vijf jaar geleden is, dat ik haar heb leren kennen. Ik weet het nog als de dag van gisteren, en ik weet nog precies, wat ze die dag droeg, en zelfs hoe ze haar lange rode haren droeg.
Ik zie dan een parkeerplaats en zet de wagen even stil. Dit doet me even te veel en ik moet echt nodig een traan wegpinken. Eira is er best van geschrokken, maar ik stel haar al snel gerust.
‘Ik ben alleen even overmand door gevoelens, Eira! Als je zoveel van iemand houdt, en je dan hoort, dat die persoon zoiets voor je doet, dat laat je absoluut niet koud!’
Ik zucht even en pink nog een traan weg. Nog een paar zuchten verder en ik verman me, en rijd dan weer verder.

Eenmaal thuis moet ik mijn best doen om normaal tegen Chantal te doen, maar het lijkt me te lukken. Gelukkig is er nog de crisis met Dylan en dat leidt mijn gedachtes af. Na het eten kijken we naar het nieuws, waar dan opeens een melding is van een schietpartij langs de Duitse snelweg in de buurt van Köln, een drieëntwintigjarige Zwitser is daarbij gewond geraakt en opgepakt. Eira trekt bleek weg.
‘John, dat moet Dylan zijn geweest! Dat is te veel toeval!’
Ik knik en bel meteen naar de vader van Dylan. En die bevestigt dat vermoeden. De man vindt, dat dit misschien nog wel de beste oplossing is. Nu kan Dylan niet meer ontsnappen en krijgt hij de hulp, die hij echt nodig heeft. En de kans, dat hij nog vrij komt, die is best klein, aangezien hij een agent levensgevaarlijk verwond heeft en een pompbediende bedreigd heeft met zijn wapen, om brandstof te krijgen. En dat is toch wel een opluchting voor Eira. En niet te vergeten voor ons. Later belt de moeder van Dylan Eira op, en ze vertelt haar, dat Dylan echt helemaal doorgedraaid is, en dat ze hebben moeten opsluiten in een psychiatrische gevangenis om hem tegen zichzelf en anderen te beschermen. Eira wenst de ouders van Dylan sterkte toe, maar zegt ook meteen, dat ze Dylan absoluut niet meer wil zien. Dat begrijpen ze, maar ze vragen Eira nog wel, of ze een afscheidsbrief naar Dylan wil schrijven, in de hoop, dat hij dan wat kalmer zal worden. En dat doet ze dan ook meteen. Ze laat ons de brief ook lezen, en ik heb bewondering voor haar moed deze brief te schrijven, want dat lijkt me absoluut niet gemakkelijk.

Ze vraagt of ik een doosje voor haar heb, en ik heb er nog wel één in de loods staan. Ik geef haar het doosje, en ze doet wat kranten in het doosje, samen met het doosje van haar verlovingsring, en de brief, die ze er keurig inlegt. Dat plakt ze dicht en zet er het adres van de ouders van Dylan op.
‘Zo, morgen naar de post brengen en dan is dat ook afgehandeld!’
‘Zoiets moet je niet met de post doen, Eira. Laat mij dat maar regelen.’
‘Ook goed!’
Ik ga even achter mijn laptop zitten en zorg er dan voor, dat het pakket opgehaald wordt en goed verzekerd is tegen kwijtraken. Morgen ben ik toch de hele dag thuis, dan kan de koerier het ophalen en wordt het naar Zwitserland gestuurd. Dat kost wel wat meer, maar ik wil gewoon niet, dat het pakket op een of andere manier verloren zou gaan.

De volgende dag bel ik mijn baas op, dat ik alleen vandaag nog thuis werk, en dat de crisis gekeerd is. En daar is hij wel blij om, en ik ook. De dag erna gaat Eira weer met me mee, want er is nog steeds een hoop werk, dat ze kan doen. En al snel wordt me duidelijk, dat Eira het hoofdstuk Dylan zo snel mogelijk wil afsluiten, aangezien ze veelvuldig bij Dennis te vinden is.

Als ik later die dag het magazijn in wil lopen, komt Dennis me achterna.
‘Mijnheer de Vries?’
‘Wat is er, Dennis? En het is gewoon John, hoor!’
‘Dat weet ik wel, maar zou u het erg vinden, als ik vanavond Eira bij u kom afhalen? Ik heb haar gevraagd om mee te gaan naar een bioscoop.’
‘Ze is oud en wijs genoeg om dat zelf uit te maken, en ik ben slechts haar pleegvader.’
‘Daar ben ik me wel van bewust, maar ik weet, dat Eira veel waarde hecht aan uw oordeel. En ik heb veel respect voor u, dus ik wil het op de juiste manier doen! Ik vind namelijk Eira erg mooi en leuk.’
‘Nou, dan zal ik maar een vaderlijke vraag stellen, Dennis. Wat zijn je bedoelingen met Eira?’
‘Ik wil haar gewoon beter leren kennen. En mocht er niet meer ontstaan dan vriendschap, dan kan ik daar mee leven. Maar liever hoop ik, dat er meer ontstaat.’
‘Je weet, dat ze oorspronkelijk van Noorwegen komt?’
‘Ja, dat heeft ze me al verteld. Noorwegen is een prachtig land, ik ben er ook al een paar keren geweest met mijn vader.’
‘Nou, dan is dat al een goed begin. Maar heb wat geduld met Eira, Dennis. Ze heeft net een hele zware tijd achter de rug. Ze doet er nog wel rustig over, maar de echte klap zal nog moeten komen. En wat dat is, dat moet je maar zelf uitvinden. Als ze je het zelf verteld, dan heb je geluk, en anders moet je er zelf maar achter komen.’
‘Ik zal het in gedachten houden, mijnheer de Vries, uhm, John!’
Ik glimlach en zeg: ‘Dan zie ik je vanavond wel even verschijnen, Dennis.’
‘Dank je, John!’

Ik glimlach en loop dan verder. Als ik klaar ben met wat ik in het magazijn moet doen, loop ik over het buitenterrein terug naar mijn kantoor en bel dan Chantal op.
‘Heeft Eira je toevallig al gebeld?’
‘Nee, hoezo?’
‘Ze maakt er vaart mee om Dylan zo snel mogelijk te vergeten. Vanavond heeft ze al een afspraakje met een jongen van het werk. Een goede gast, ik zou het niet erg vinden, als ze met hem aanpapt.’
‘Echt waar? Dat is snel!’
‘Ja, maar ik denk niet, dat het al helemaal voorbij zal zijn. Ze moet dit echt nog een keer verwerken, voordat ze echt verder kan.’
‘Ja, dat denk ik ook. Maar het is fijn om te horen, dat ze niet bij de pakken neer gaat zitten.’
‘Ja, en ik dacht, dat je dit wel wilde weten!’

Opeens begint Chantal te lachen. ‘Ik krijg net telefoon van Eira. Ik denk, dat ze me het goede nieuws wil gaan vertellen!’
Ik lach ook. ‘Dan was ik haar net voor!’
‘Tot vanavond!’
‘Tot vanavond, hou van je!’
‘Ik ook van jou!’

Ze hangt dan meteen op en ik glimlach. Ik kan het nooit genoeg van haar horen en ik kan het ook nooit genoeg tegen haar zeggen, dat ik van haar houd. Als ik terugkom op kantoor zit Eira nog te bellen met Chantal en even later hangt ze op.
‘Oude roddeltante!’
Ik lach. ‘Wat? Mag ik goed nieuws niet meer aan Chantal vertellen?’
‘Je gaf me niet eens de kans om het haar eerst te vertellen!’
Ik lach. ‘Zo erg is dat toch ook weer niet, of wel?’
Ze schudt haar hoofd. ‘John, je vindt het zeker toch ook niet erg, als Dennis straks meteen meerijdt en blijft eten?’
‘Zo, je maakt er nogal meteen werk van! Blijft hij ook al slapen?’
‘Nee, gek! Ik ben niet zo wanhopig als jij en Chantal!’
Ik lach. ‘Maar stiekem hoop je er wel op?’

Ze bloost, en ik lach nog harder. Ze gooit een propje naar me, die ik terug gooi. De collega naast me, Fred, lacht. ‘Als ik jullie zo zie, zou je echt zeggen, dat jullie vader en dochter zijn, al weet ik, dat het niet zo is.’
Eira geeft me dan het grootste compliment, dat ze me maar kan geven.
‘Hij is ook mijn vader, mijn tweede vader. En ik mag me gelukkig prijzen, dat ik hem heb leren kennen. Hij is misschien niet mijn echte vader, maar zo voelt hij wel. En daar zal ik hem ook altijd dankbaar voor zijn!’

Fred glimlacht. ‘Nou, John! Een groter compliment dan dit kun je niet krijgen! Maar ik had niet anders verwacht van een man als jij!’
Ik moet lichtjes blozen, maar glimlach. Als we ’s avonds naar huis toe rijden, volgt Dennis ons in zijn kleine Japanner. Ik weet, dat hij ook droomt van een grote Amerikaan, eigenlijk wil hij net zo’n leven leiden, als ik dat doe. Ik plaag hem een beetje, door af en toe wat meer gas te geven, waardoor hij nauwelijks kan volgen. Eira lacht, als ik dat doe, maar ik zorg er steeds voor, dat Dennis ons weer bij kan halen.

Eenmaal thuis stelt Dennis zich netjes voor aan Chantal, waarna ik hem een rondleiding geef in de garage. Dennis kijkt zijn ogen uit. De wagen van Chantal staat nu op de brug, want daar wil ik binnenkort aan beginnen. De hal staat weer vol met wagens, Daan heeft zich weer enkele wagens gekocht, die hij zolang hier even stalt. En verder staan er natuurlijk nog de rest van de wagens van de club, zover die al zijn teruggebracht. Dennis voelt zich als een kind in een speelgoedwinkel en bekijkt de wagens goed. Maar hij heeft bijzonder veel oog voor een Ford Mustang, die er roestig uitziet, maar wel potentie heeft. Ik weet, wat Daan ervoor wil hebben, en de prijs is ook naar de toestand. Het is zeker een faire prijs en Dennis zucht als hij de wagen nog eens bekijkt.
‘Wat is er, Dennis?’
‘Wat een prachtige bak is dit! Hij ziet er nu nog niet zo uit, maar hier is echt wel een mooie wagen van te maken!’
‘O, zeker! En hij is te koop. Hij is van een vriend van me, die in zulke wagens handelt en ook restaureert.’
‘Is deze te koop? Dan zal hij wel erg duur zijn!’
‘Dat valt ook best mee. Maar ik moet zeggen, er is werk aan, en de wagen is niet helemaal compleet. En de softtop moet vervangen worden, maar het dak is elektrisch en werkt.’
‘Weet je toevallig ook, wat hij ervoor vraagt?’
‘Ja, maar ik kan hem wel eens bellen?’

Dennis knikt. Ik pak mijn telefoon en bel Daan op.
‘Daan, ik heb misschien iemand voor de Mustang. Heb je even tijd?’
‘O, nu meteen?’
‘O nee, we gaan eerst even eten. Over een uurtje? Dan kan hij nog even zwijmelen bij zijn droomwagen.’
‘Ah, dus zeer geïnteresseerd?’
‘Ja, maar ik vrees niet veel geld. Maar dan ben je hem wel weer snel kwijt, dat is ook wat waard. En misschien een nieuw lid voor de club…’
‘Dat is me ook weer wat waard. Het zou leuk zijn om die wagen weer gerestaureerd terug te zien!’

Eira komt ons dan halen, omdat het eten klaar is. Ze ziet Dennis verliefd naar de Mustang kijken en ik zeg lachend: ‘Ik ben bang, dat Dennis een nieuwe liefde heeft gevonden, Eira. Pech voor jou!’
Ze kijkt even verbaasd en zegt: ‘Waarom zou ik dan pech hebben? Het zou toch cool zijn, als ik een vriend heb, die ook een vette Amerikaan heeft? Dat zou ik niet erg vinden, hoor!’
Ik lach. ‘En ik ben bang, dat het vanavond geen film wordt, Daan komt straks, want Dennis heeft echt interesse in die Mustang. En ik weet, wat Daan ervoor wil hebben, maar misschien kunnen we nog iets aan de prijs doen. En tja, dan is Dennis voorlopig al zijn spaarcenten kwijt! Dus geen leuke dates…’
‘Dan help ik hem toch met het opknappen? Dat mag hij toch wel hier doen?’
Ik lach. ‘Dat zou je wel willen! Daar moeten we het dan nog wel over hebben, Eira!’
‘En anders wordt hij toch gewoon lid van de club, dan mag hij hier zijn wagen stallen en eraan werken!’
Ik lach luid. Eira laat zich zo snel niet van de wijs brengen. Maar precies zo had ik het al in gedachten. Ik weet, dat Dennis niet al te ver van Echt woont, dus dat zou voor hem ook wel te doen moeten zijn.

Dennis laat zich maar met moeite meeslepen en heeft zelfs amper gehoord, wat ik allemaal tegen Eira verteld heb. Maar eenmaal bij het eten is hij toch weer bij de les. Daar laat hij zich al snel weer van de beste kant zien. Chantal mag de jongen al direct en ook bij de kinderen ligt hij al meteen goed. Maar als Chantal hem vraagt, naar welke film ze willen gaan, aarzelt Dennis om antwoord te geven.
Ik lach en zeg tegen Chantal: ‘Ik denk, dat Dennis nu even aan zijn spaarpot denkt, want ik ben bang, dat die wel eens aan diggelen kon gaan. Hij is verliefd geworden op de Mustang in de loods.’
‘Ow, dus ook al een liefhebber van auto’s? Dan zit je hier wel goed!’

Dennis bloost. ‘Maar dat was niet de bedoeling! Ik wilde gewoon met Eira film gaan kijken, maar voordat ik het wist, vroeg ze me, of ik hier kwam eten!’
Ik kijk Eira even streng aan en zie haar blozen. Dan moet ik hard lachen. ‘Ehm, Dennis? Volgens mij heeft ze je erin geluisd, op je computer heb je een grote afbeelding van een Ford Mustang staan. En Eira wist verdomd goed, dat Daan er hier eentje had geparkeerd! Ze probeert je te paaien om dat ding te kopen, zodat ze je vaak hier zal zien!’
Dennis kijkt verbaasd. ‘Meen je dat nou? En om eerlijk te zijn, zou ik dat helemaal niet erg vinden!’
‘Dat dacht ik al. Maar eigenlijk vind ik wel, dat Eira een klein beetje straf moet krijgen, dat ze dit zo geniepig doet! Wat denk jij, Chantal?’
Ik heb Chantal al een knipoog gegeven, en ze begrijpt de hint.
‘Ja, dat denk ik ook! Ik denk, dat Eira Dennis maar een flinke zoen moet geven als verontschuldiging! En dan geen kleine meisjeskusjes, Eira!’

Eira kijkt geschokt, maar met een knikje beduid ik dan haar, dat ik het er wel mee eens ben. Dennis kijkt ook verbaasd, maar ziet me grijnzen. ‘Als ze dit gepland heeft, dan wil ik me best opofferen!’
Eira kijkt nu even in paniek, maar ze weet, dat ze er nu niet meer onderuit kan. Ze zucht een keer en staat dan op. Ze geeft Dennis een zoen op zijn wang, maar Chantal zegt: ‘Ik had toch gezegd, geen kleine meisjeskusjes! Dus opnieuw!’
‘Maar ik kan toch niet…’
‘Dat kun je wel!’
Eira zucht dan diep en geeft Dennis een lange zoen op zijn lippen. En dat lijkt Dennis helemaal niet erg te vinden en Eira klaarblijkelijk ook niet. En op dat moment komen net Daan en Melissa binnen.
‘Nou, nou! Jij laat er ook geen gras over groeien, Eira!’

Eira laat Dennis snel los en zegt: ‘Ik moest dat doen van Chantal en John!’
‘Ja, je kunt me nog meer vertellen! Zelfs al moest je het doen, dan leek je me er toch teveel van te genieten, Eira!’
We moeten dan allemaal lachen, behalve Eira, die flink moet blozen. Daan stelt zich voor aan Dennis, die hem een flinke handdruk geeft.
‘Zeg, heb ik jou al niet eerder eens gezien?’
‘Misschien op het bedrijfsfeest, waar de band van John heeft gespeeld?’
‘Dat kan, maar heb ik je een tijdje geleden niet gezien in Nederweert, op dat Custom treffen?’
‘Ja, daar was ik ook. O ja, ik heb toen een tijdje met je staan praten. Je had daar een Ford Galaxy te koop staan.’
‘Juist! Zie je wel! Dus je bent al een liefhebber?’
‘Absoluut! Ik ben al een tijdje aan het sparen voor zo’n wagen, maar ze zijn zo duur! In ieder geval de wagen, die ik wil. En dat is een Mustang begin jaren zeventig.’
‘Die zijn inderdaad prijzig. En ik heb er een te koop staan.’
‘Ik zou hem heel graag kopen, maar ik weet niet, of ik al genoeg gespaard heb!’
‘De prijs is heel redelijk, zeker voor wat je koopt. Er is nog wel wat werk aan, maar als je lid wordt van de club, dan kun je hier bij John een goedkope stalling hebben, en mag je gebruik maken van zijn werkplaats. En je krijgt korting bij mij, als je onderdelen nodig hebt.’
‘Dat klinkt niet slecht! Maar wat moet hij kosten?’
‘Zevenduizend.’
‘Oei, zoveel heb ik nog niet. Ik heb niet meer dan zesduizend.’

Ik zie Daan rekenen. ‘En dan heb je nog geen geld over om de wagen al te restaureren?’
Dennis schudt zijn hoofd.
‘Ik heb deze wagen heel goedkoop kunnen kopen, en als je beloofd lid te worden van de club, dan mag je hem kopen voor vijfenvijftighonderd. Maar dan wil ik wel zien, dat je hem goed restaureert. En ik weet zeker, dat John daar wel een oogje op houdt!’
Ik knik. ‘Zeker, we willen geen half werk in de club. We houden van mooie wagens, niet van roestbakken!’
Dennis kan amper zijn oren geloven. Hij steekt zijn hand naar Daan uit en zegt: ‘Deal! Vijfenvijftighonderd!’
‘Zullen we hem eerst samen goed gaan bekijken, voordat je ja zegt?’
Dennis knikt. Ik zeg tegen Daan: ‘Kunnen we hem even op de brug duwen? Dan kun je alles beter zien. Dan haal ik Chantals wagen even van de brug.’
Even later staat de Mustang op de brug en bekijken we de wagen nog eens goed. De wagen is eigenlijk nog best in goede staat. Er moet wel wat plaatwerk vervangen worden, maar het chassis is zo goed als roestvrij en het onderstel en de assen ziet er nog redelijk goed uit.
Daan zegt: ‘Ik ga nog spijt krijgen, dat ik mijn prijs al gezegd heb! Dit is duidelijk meer waard. Maar een woord is een woord, Dennis. Nog steeds een deal?’

Dennis knikt en schudt de hand van Daan. Lachend zeg ik dan tegen Dennis: ‘Dan krijg ik nog een keer tweehonderdvijftig euro van je, dat is voor het lidmaatschap van de club en voor de stalling. En daarvoor krijg je dan de voordelen, die Daan zojuist al genoemd had. En niet te vergeten, Daan biedt ook korting voor leden, die hun wagen daar opnieuw laten spuiten.’
‘Dat is fijn, maar daar heb ik voorlopig het geld niet voor.’
‘Vraag maar eens aan Joey, die had ook geen geld voor de restauratie van zijn wagen. En moet je die wagen nu eens zien!’
‘Is dat die mooie zwarte Plymouth?’
‘Ja, dat is hem. Joey heeft die wagen gekregen, toen hij hier woonde. Iedereen van de club heeft toen wat bijgelegd, en heeft die toen van iedereen gekregen. Maar de restauratie heeft hij zelf gedaan, al heb ik hem daarbij natuurlijk geholpen.’

Daan knikt. ‘En tegenwoordig is hij erg goed in het opspuiten van auto’s. En hij is bijna net zo goed in lassen, als John.’
‘Ja, hij maakt goede vorderingen. Ik zag laatst nog, hoe hij die DeSoto aan het opknappen was. Prachtig gedaan, zou ik amper beter gekund hebben!’
‘Ja, hij is echt goed geworden! Maar sommige dingen kun jij nog steeds beter. Ik denk niet, dat Joey die ingreep aan mijn Brougham gedurfd had. Daar heb je gewoon kennis en ervaring voor nodig!’
‘Nou, ik weet zeker, dat binnen een paar jaar, hij zoiets ook zou kunnen. Maar wat ik al een tijdje vragen wou, hoe ver is Hans nu met zijn Capri?’
‘Nou, dat moet niet meer zo heel lang duren! Het probleem zit hem erin, dat hij een geheel nieuwe toelating moet doen, en daarvoor moet hij nog wat dingen aanpassen. Maar volgend jaar is hij klaar. En dat is me toch een gave bak geworden! Van buiten lekker breed en van binnen een mooie combinatie van luxe en race-elementen. Hij heeft met dat ding al eens gereden op Zolder. Dat ding is echt een beest! Zeker met die nieuwe motor en versnellingsbak. Die perst er namelijk vijfhonderd pk uit…’
Ik fluit eens door mijn tanden. ‘Niet gek op een Ford Capri! Dan snap ik wel, waarom de RDW zo moeilijk doet!’
‘Die wagen krijgt een geheel nieuwe toelating, maar blijft wel bouwjaar 1978.’
Dennis zegt dan: ‘Een Ford Capri met een 302?’
‘Ja, maar zoiets heb je nog nooit gezien! Wacht ik heb hier een foto!’
Hij laat de foto van de wagen zien en Dennis kijk geschokt. ‘Jezus! Wat een gaaf ding! Ik houd normaal niet zo van uitgebouwde wagens, maar dit is wel heel erg mooi!’
Daan zegt dan: ‘Ik zou Hans nog eens kunnen vragen, wat hij voor die oude 302 wil hebben. Die zou wel heel erg mooi in je Mustang passen. Die heeft wel wat aandacht nodig, maar loopt nog. Als hij die verkoopt, zou ik snel toehappen, Dennis. Dat is een Boss 302.’
Dennis kijkt weer geschokt. ‘En verkoopt hij die?’
‘Ik kan het hem vragen. Hij lijkt er in ieder geval geen haast mee te hebben.’
‘Ik zal eens eerst zorgen, dat de carrosserie weer toonbaar is!’
Opeens horen we het gepruttel van een Amerikaan en zie dat het Joey is.
‘Hey, kijk eens, wie we daar hebben! Joey!’
‘Chantal belde me op, dat ik hierheen moest komen! Dus ik ben gekomen! Wat is er?’

‘We hebben een nieuw lid in de club, Joey! Dat moeten we nog wel even afstemmen, dat weet je ook wel, maar dat lijkt me een formaliteit. Dennis hier heeft net de Mustang van Daan gekocht!’
‘Wauw, dat kan een gave bak worden! En je moet Hans vragen voor die 302!’
We moeten lachen. ‘Daar hadden we het net over. Maar ik ben bang, dat Dennis voorlopig daar het geld nog niet voor heeft!’
‘Die 302 is nog niet verkocht. Hans zei laatst nog, dat hij die alleen wil verkopen aan iemand, die hij kent. Dus als Dennis een tijdje in de club zit, dan wil hij hem best aan Dennis verkopen.’
Joey bekijkt dan de wagen op de brug en zegt: ‘Nou, hier hoef je betrekkelijk weinig aan te doen, Dennis! Een paar kleine plekjes op het chassis, maar dat fixt John wel voor je. En dat plaatwerk doet hij ook wel voor je, als je hem lief aankijkt!’
Ik lach. ‘Ik had eigenlijk de restauratie van Chantals wagen voor ogen, Joey! Waarom praat jij niet eens met Dennis, en vertel hem dan eens, hoe jij je wagen gerestaureerd hebt. Want dat heb je gedaan met minimale middelen, en je hebt toch een resultaat om trots op te zijn!’
Joey knikt en wenkt Dennis om met hem aan tafel te gaan zitten. Maar hij merkt ook op, dat Eira erbij komt zitten. Lachend zegt hij: ‘Ga je ook de wagen restaureren, Eira?’
‘Ja, waarom niet? Ik wil straks ook meerijden met die wagen?’
Joey kijkt even niet begrijpend, en dan maakt Eira meteen heel duidelijk, hoe de situatie is. Ze geeft Dennis, die daar helemaal niet op bedacht is, een lange zoen. Dennis voelt zich wel overrompeld, maar biedt maar weinig tegenstand. Joey lacht. ‘Nou, dan heb je Dylan ook wel snel vergeten! En dat is maar goed ook!’
Eira is dan meteen stil en ik zeg tegen Joey: ‘Dit ligt nog wat gevoelig, Joey. Gisteren hebben we te horen gekregen, dat Dylan iemand neer heeft geschoten, op weg naar hier. Hij was echt helemaal van de wereld, en ik wil me niet eens bedenken, wat hij hier had kunnen doen.’
Joey kijkt geschokt. ‘Sorry, dat wist ik niet! Sorry, Eira!’
‘Het geeft niet, je kon het ook niet weten!’
Dennis zegt dan: ‘Maar wie is Dylan?’
Eira staat op en zegt: ‘Als je even meeloopt, dan vertel ik je dat. Ik vind, dat je dit moet weten.’
Dennis staat op en loopt dan met Eira mee.

Daan ziet Dennis dan weglopen en roept: ‘Maar hij heeft het verkoopcontract nog niet getekend!’
Lachend zeg ik: ‘Je denkt toch zeker niet, dat hij er nog onderuit wil komen, Daan! Laat ze maar even, dit is belangrijk voor Eira en ook voor Dennis. Zeker als ze ooit een toekomst samen willen hebben. Morgen is er ook nog wel tijd voor dat contract. Laat het maar hier, dan regel ik dat wel met hem.’
‘Dank je, John! Wat is er nou precies gebeurd met Dylan?’
Ik leg het dan Daan en Joey uit, en die kijken nogal geschokt. ‘Verdorie, John! Dat had fout kunnen aflopen hier!’
‘Ja, ik weet het! Maar wat doe je eraan?’
‘Ik weet het! Maar dan zet Eira er wel vaart achter om Dylan zo snel mogelijk te vergeten!’
‘Toen ik haar heb opgehaald, was ze er al klaar mee. Ik heb haar nog nooit zo bang gezien! Ik denk, dat ze echt voor haar leven gevreesd heeft, en daarom kan ze ook nu al verder. En ze heeft Dennis leren kennen op mijn werk. Ze is een paar dagen mee met me geweest, omdat ze zich veilig voelde met mij in de buurt. En daar had ze al snel een oogje op Dennis.’
‘Geen slechte keuze, als je het mij vraagt!’
‘Dat denk ik ook. Ik ken Dennis een beetje, en hij is wel in orde. Ik hoor hem nooit over gekke dingen praten, hij heeft als hobby muziek en auto’s en is een beetje idolaat van mij. Hij wil alles, wat ik ook heb.’

Daan lacht. ‘Dan kan hij hier meteen in de leer. Waar woont hij?’
‘Reuver. Dat is niet zo heel ver van hier!’
‘Nee, dat valt best mee. Een twintig minuten met de auto?’
‘Ja, zoiets. En dat kleine koekblik daar, dat is zijn auto. Dus die is ook lekker zuinig.’
Joey lacht. ‘Die past in mijn kofferbak!’
We moeten allemaal lachen. ‘Maar hij heeft een eigen autootje, en rijdt daar best goedkoop mee. Ik denk niet, dat hij daarvoor inclusief brandstof tweehonderd euro per maand kwijt is.’
‘Hmm, dat is inderdaad niet zo duur. Veerle wil zich ook een klein wagentje kopen voor de boodschappen en zo. Maar ik heb liever, dat ze iets groters koopt.’
Ik kijk hem aan en zeg: ‘Is dat dan nodig, Joey?’
Hij bloost. ‘Ehm, we zijn wel bezig…’
Ik glimlach. ‘Dacht ik al.’
Daan zegt dan: ‘Joey, misschien heb ik nog wat voor je. Voor die El Camino krijg ik een auto in ruil met bijbetaling. Dat is een Nissan Pixo. Het is niet heel groot, maar ook niet duur. Maar er zit wel alles op en aan.’
Joey zegt dan gehaaid: ‘Met personeelskorting?’
Daan heft zijn handen. ‘Ik ga hier nog failliet! Moet ik de Mustang al met minder winst verkopen en nu ook nog die Nissan!’
Ik lach. ‘Je doet net of je arm van je handel wordt! Je hebt amper drieduizend voor die Mustang betaald! Maar vijfenhalf is een mooie prijs, niets van te zeggen!’
Daan glimlacht. ‘Dat is ook weer waar! Maar jij moet niet klagen, je deelt gewoon mee in de winst, en hoeft er niet eens wat voor te doen!’
Ik lach. ‘Ik nam ook een flink risico, Daan!’
‘Dat is ook zo, en je hoort me niet klagen! Zonder jou had ik het ook niet gered. Dat weet ik maar al te goed!’
‘Als je dat maar weet! Als ik je toen niet dat geld had geleend voor die partij auto’s, dan was je nu niet, waar je nu bent!’

Eira en Dennis komen dan hand in hand terug de loods in.
‘Alles verteld?’
Eira knikt. ‘En Dennis begrijpt het.’
‘Dat willen we graag horen! Nou Daan, dan kun je alsnog je verkoopcontract laten tekenen!’
Dat wordt dan snel geregeld en Dennis is toch wel even zenuwachtig, als hij zijn handtekening zet. Maar hij is wel opgelucht, als hij het gedaan heeft.
‘Ik ben wel benieuwd, wat mijn ouders zullen zeggen. Ze hadden natuurlijk gehoopt, dat ik dat geld zou gebruiken om een huisje te kopen. Maar dat komt nog wel.’

Natuurlijk komt er niets meer terecht om nog naar de film te gaan, want Dennis is veel te blij met zijn nieuwe aanwinst. Ik maak met hem een afspraak op welke dagen hij aan de wagen kan werken, en daarmee zijn ook meteen de dagen bekend, dat hij Eira kan zien. Want Eira moet nog afstuderen en ook al is ze volwassen, daar willen we toch wel vaste hand in houden. Ze moet nog een half jaar doorbijten, dan kan ze doen, wat ze wil. Gelukkig begrijpt ze dat ook.

Als later iedereen naar huis toe is, en Chantal en ik in bed liggen, zegt Chantal: ‘Wie had dat ooit zien aankomen! Maar ik ben wel blij voor Eira. Dennis lijkt me een veel betere jongen voor haar, dan Dylan!’
‘Dat is hij ook. Zoals ik hem meemaak op het werk, daar kan ik echt geen fout woord over zeggen. Altijd vriendelijk, altijd behulpzaam. Alleen jammer, dat hij voorlopig niet meer kan opklimmen. Maar misschien weet ik daar nog wel raad mee.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Het wordt steeds drukker op de inkoop en ik heb al aangegeven, dat ik er eigenlijk iemand bij moet hebben. En ik heb de HR-manager al gezegd, dat hij Dennis eens moet polsen, of hij daar geen interesse in heeft. En dat was nog voor de vakantie.’
‘Dus voordat Eira hem kende. Dat zegt me wel iets. Maar ik ben wel blij, dat Dylan nu opgepakt zit en opgesloten is.’
Ik trek Chantal tegen me aan en zeg: ‘Daar ben ik ook blij om. Want ik weet echt niet, wat ik gedaan zou hebben, als hij hier zou zijn gekomen. Ik weet wel, tegen een geweer of pistool maak ik geen kans, maar ik denk niet, dat me dat iets geïnteresseerd zou hebben op dat moment.’
‘Zoals ik je ken, is dat inderdaad zo. Daarom voelt Eira zich ook zo veilig bij jou. En ik voel dat ook zo. Je straalt geborgenheid uit en je ziet er stoer en stevig uit. En je bent absoluut niet bang!’
‘Er is absoluut niets, wat ik niet zou doen voor mijn gezin, Chantal! Jullie zijn alles voor me. En daar heb ik veel voor over!’
‘Dat blijkt maar weer! En daarom hou ik ook zo van jou!’
Het blijft even stil.

‘John?’
‘Ja?’
‘Ik wilde je dit al een tijdje geleden al vertellen, maar er kwam steeds wat tussen. Je weet toch, dat ik aan een musical werk?’
‘Ja, schiet het al een beetje op?’
‘Ja, het loopt echt super! Nog een beetje fijn tunen, maar de eerste repetities lopen goed. Ze houden me goed op de hoogte!’
‘Je hebt me nog niet verteld, waar die eigenlijk over gaat!’
‘Dat wilde ik je net vertellen, John! Ik heb die musical geschreven, samen met Luc. Ik heb het script en de teksten geschreven, Luc heeft de muziek erbij gemaakt.’
‘Zo? Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’
‘Ik ben er al veel langer mee bezig, John. Kort nadat we getrouwd waren, ben ik er al mee begonnen. Eerst was het vooral een verhaal over jou en mij, maar het werd steeds groter. En toevallig kwam een van de producenten bij me langs, en die las een stukje, van wat ik op het scherm had staan. En hij vond dat erg goed. En zo is het balletje gaan rollen. Het is een geromantiseerde versie van ons leven geworden. Natuurlijk gebruik ik andere namen, maar onze vrienden en familie zullen het heel gemakkelijk herkennen. Veel van onze vrienden komen er in voor, en in plaats van auto’s gebruik ik motoren. Maar je weet zelf ook, dat die wereld niet zo veel verschilt met wat wij beleven.’
‘Waarom heb je het gedaan, die musical schrijven?’
‘Omdat ik mijn gevoelens voor jou op een of andere manier wilde uiten. Ik hou zoveel van je, meer dat ik je zo kan zeggen. Ik wilde je laten zien, hoeveel ik van je hou, John! Vind je het erg, dat ik het zo wil laten zien?’
‘Ben je gek! Ik vind het een hele eer! Zolang ik dan maar niet op het podium hoef te staan!’

Chantal lacht. ‘Nee, dat hoeft niet. Misschien één liedje samen? Dat zou ik wel fijn vinden.’
‘Daar wil ik wel over denken. Maar ik weet zo ook wel, dat je veel van me houdt, Chantal! Dat laat je me iedere dag zien, en dat zie ik ook in onze kinderen terug en hoe je je best voor ons doet! Ik merk het aan je, als je me kust, als je me vasthoudt. Als je glimlacht, zodra je me ziet! En dan besef ik me weer, hoe gelukkig ik wel ben! Wat kan een man zich nog meer wensen? Ik heb alles! Een mooie en lieve vrouw, drie schatten van kinderen, een paar honden. Een mooi huis, een loods voor onze auto’s. Mooie auto’s, leuk werk, leuke en goede vrienden en een prachtig leven, waar altijd wel iets gebeurd. Soms ook wel minder leuke dingen, maar dat maakt ons juist sterker! Hoe kun je je dan nog ongelukkig voelen? Daarom sta ik iedere dag ook met een glimlach op, omdat ik weet, dat jij er bent, en dat je van me houdt. Zelfs zonder al het andere zou ik me dan nog de gelukkigste man ter wereld voelen!’

Chantal moet een traantje wegpinken. ‘Dat is het liefste, wat je me ooit gezegd hebt, John! Na al die jaren moet ik mezelf nog steeds af en toe knijpen, zodat ik zeker weet, dat ik niet droom! Want ik heb echt een droomleven! Ik begrijp best, dat er een hoop vrouwen zijn, die me benijden. En dat neem ik ze niet kwalijk, maar er is geen haar op mijn hoofd, die eraan denkt om jou met hun te delen! Maar ik zou ook zonder alle luxe kunnen, als jij maar bij me bent!’
Ik geef Chantal een lange, innige zoen, maar daarna gaan we slapen.
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...