Door: Jefferson
Datum: 29-05-2024 | Cijfer: 7.8 | Gelezen: 2211
Lengte: Lang | Leestijd: 30 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 30 minuten | Lezers Online: 1
Het had een kleine twee maanden geduurd voordat ik haar vertelde dat ik niet kon leven in de rol die ze mij onbewust had toegewezen. Ik kende haar zes of zeven jaar. Te lang om snel te kunnen bepalen hoe lang precies. Misschien zag ik haar voor het eerst zo'n zeven jaar geleden, maar leerde ik haar pas echt kennen een jaar later. Dan kende ik haar zes jaar. Ze was dat vreemde meisje uit mijn klas. En uiteindelijk werd ze dat meisje waar ik alleen nog maar aan kon denken. Ten alle tijden.
We leerden elkaar echt kennen op een feestje van een gemeenschappelijke vriend. Ze was dronken en ongelukkig, en ik was dronken en verliefd. Niet aan het begin van het feestje, maar tegen het einde. Ze zat ongelukkig op een stoel, terwijl iedereen om ons heen plezier had. Haar verdriet trok me aan, en ik vroeg haar simpelweg waarom ze hier zat.
"Waarom zit je hier zo alleen?" vroeg ik voorzichtig.
Ze keek op, haar ogen glinsterden van verdriet. "Het is gewoon... moeilijk," mompelde ze.
Ik probeerde haar op te beuren met grapjes en toonde begrip, zonder te weten wat haar precies dwarszat. Ze was toen nog zeventien, denk ik. Misschien achttien, maar waarschijnlijk zeventien. Een echt meisje met echte problemen, die haar daar op dat moment zo ongelukkig maakten. Maar dat zag ik niet. Wat ik zag, was het mooiste meisje dat ik ooit had gezien, alleen en ongelukkig op een te druk feestje waar ik zelf ook niet thuishoorde.
"Het is soms gewoon zo oneerlijk," zei ze, haar stem zacht maar vol emotie. "Mensen zijn zo... gemeen."
"Ik begrijp het," antwoordde ik. "Daarom ga ik liever met honden om dan met mensen."
Ze lachte om mijn opmerking, een lach die me nog steeds doet smelten. Ze was vrij diepzinnig en liet hier en daar al blijken dat haar kijk op de wereld anders was dan die van de meesten van onze leeftijd. Haar gedachten over de oneerlijkheid in de maatschappij en waarom ze eigenlijk mensen haatte, fascineerden me.
Die avond, terwijl we daar zaten te praten, voelde ik me steeds meer tot haar aangetrokken. Ze was niet alleen mooi, maar ook intrigerend en complex. Haar lach, haar diepzinnigheid, en de manier waarop ze omging met haar verdriet maakten haar alleen maar aantrekkelijker voor mij.
"Je bent anders dan de meeste mensen," zei ik op een gegeven moment.
"En jij ook," antwoordde ze, met een glimlach die zowel droevig als oprecht was.
Ik probeerde haar op te vrolijken, en daar werd ik zelf zo gelukkig van. Het was die avond dat ik besefte hoe speciaal ze voor me was, en hoe graag ik haar beter wilde leren kennen. Maar toen wist ik nog niet dat deze gevoelens me jaren zouden blijven achtervolgen, door goede en slechte tijden heen.
Het werd echt fantastisch toen we eindelijk uitgingen, zij en ik samen. We gingen naar een optreden van een kennis van haar, die met wat vrienden een bandje had. Ik herinner me weinig van die avond bij het optreden zelf; het echte avontuur begon pas bij haar thuis. We kwamen rond een uur of elf aan bij haar huis, waar haar ouders nog op waren. Na een snelle kennismaking trokken we ons terug naar haar kamer op de zolderverdieping.
Dit was mijn eerste echte date en ik had nog nooit eerder bij een meisje op de kamer geweest. De spanning was te snijden. Ik zat op de rand van haar bed, terwijl zij op een klein draaistoeltje zat, op gepaste afstand. De hele avond was ik nerveus geweest en dat gevoel was nog steeds aanwezig. Toch had ik het ontzettend naar mijn zin. Het leek alsof zij me volledig begreep en ik haar. Alsof ik iemand had ontmoet waarbij ik mezelf niet hoefde uit te leggen. Net als zij was ik een beetje gek, een beetje rock-'n-roll, maar dan op onze eigen manier.
Toen haar ouders naar bed gingen, gingen wij naar beneden. We zetten de tv aan en keken naar MTV, waar de ene na de andere zinloze videoclip voorbij kwam. Op een bepaald moment keek ze me hoopvol aan en ik durfde niet meer te vragen dan of ik mijn arm om haar heen mocht slaan.
"Mag ik mijn arm om je heen slaan?" vroeg ik aarzelend.
Ze glimlachte en knikte. "Graag."
Het was een fijn moment. Mijn andere arm lag op mijn schoot en al snel voelde ik haar vingers en nagels zachtjes over mijn huid kriebelen. Het praten stopte en ik voelde me intens gelukkig. Ze was zo mooi en lief, en ik kon mijn gekke, verlegen zelf zijn. Wat ik zei, leek zinnig voor haar. Ik had voor de avond een biertje gedronken om de spanning te verlichten, maar dat hielp niet echt. Ik had ook een roos voor haar gekocht, niet om haar verkering te vragen, maar gewoon als iets romantisch. Die roos had ik nog niet gegeven en zat half verdrukt in de binnenzak van mijn jas.
Toen de klok drie uur sloeg, wist ik eigenlijk niet hoe we vanaf hier verder moesten. Ik drong er wat ongelukkig op aan dat ik maar naar huis moest gaan. Daarbij liet ik wel overspannen glippen dat ik iets voor haar gekocht had.
"Ik heb iets voor je," mompelde ik terwijl ik mijn jas aantrok.
Bij de keukentafel haalde ik het roosje uit mijn jaszak. Ze keek me dromerig aan en voor een moment dacht ik dat ze net zo verliefd op mij was als ik op haar. Zeker toen ze me vluchtig op de mond kuste. Het was mijn eerste kus terwijl ik nuchter was en ik wist niet goed wat ik moest doen. Toen ze losliet, zei ik snel dat ik toch echt naar huis moest.
Achteraf had ik het anders moeten doen, en daar denk ik nog te vaak aan terug. Toen ze me uitliet en ik bij mijn fiets stond, probeerde ik mezelf te redden door haar nog snel te kussen. Het werd een knullige, trage reactie op het eerdere moment, en in mijn zenuwen duwde ik haar hoofd per ongeluk tegen de garagedeur. Ze gniffelde erom en zwaaide me uit alsof er niets gebeurd was.
Ik moest haar sms'en toen ik thuis was, maar halverwege de rit stuurde ik haar al een bericht. Gewoon omdat ik wilde dat ze wat terugstuurde, zodat ik wist dat ze aan me dacht.
De week erop sms'te ik voor ruim €300,- met haar. Ik was blind van verliefdheid. En ik had geen WhatsApp, wat toen net een beetje opkwam. Geld was geen probleem, maar soms denk ik nu nog dat het wel wat toevoegde aan de wrangheid toen ik erachter kwam dat ze na die week voor een ander had gekozen. Een jongen die ze al langer leuk vond en tegenkwam op een feestje rondom Koninginnenacht van dat jaar, een week na onze date. Dat geluk van dat eerdere feestje tot het moment dat ik las dat ze een ander had, zou ik nooit meer vergeten. Ik zou er naar terug blijven verlangen tot de dag van vandaag.
Ik herinner me de euforie die ik voelde tijdens het sms'en met haar. Elke trilling van mijn telefoon vulde me met opwinding en verwachting. De gesprekken waren soms luchtig, soms diepgaand, maar altijd intens. Ik kon niet genoeg krijgen van haar woorden, van haar gedachten en gevoelens die ze met me deelde. Ze vulde mijn dagen en nachten met een zoete droom van wat zou kunnen zijn.
Maar dan, opeens, kwam die ene sms die alles veranderde. Ze vertelde me over die jongen, hoe ze hem weer had ontmoet op dat feestje en hoe haar gevoelens voor hem sterker waren geworden. Het was alsof de grond onder mijn voeten wegzakte. Mijn hart brak in duizend stukjes terwijl ik de woorden keer op keer las, hopend dat ik het verkeerd had begrepen. Maar het was duidelijk. Ze koos voor hem.
Het was alsof ik in een nachtmerrie was beland. Het geluk dat ik had gevoeld, de hoop en verwachting, werden in één klap weggevaagd. Ik herinner me hoe ik in mijn kamer zat, starend naar mijn telefoon, niet wetend wat ik moest doen of zeggen. Alles leek opeens zinloos en leeg. Ik wilde schreeuwen, huilen, iets doen om de pijn te verzachten, maar ik zat daar alleen, verslagen en verloren.
Sindsdien bleef de herinnering aan die week en die sms me achtervolgen. Het geluk dat ik had gevoeld was zo puur en intens, en de daaropvolgende teleurstelling zo diep en allesomvattend. Ik bleef terugverlangen naar dat moment, die week waarin alles mogelijk leek en zij het middelpunt van mijn wereld was. De bittere ironie van die kostbare sms'jes, die me een klein fortuin hadden gekost, leek een wrede grap van het lot.
Zeven jaar later voelde ik nog steeds wat ik toen voor haar was begonnen te voelen. We zaten nog drie jaar met elkaar in de klas, wat vaak een hel was. Ze was bijzonder. Ze gaf om me, dat wist ik wel. Ik probeerde ook die coole gast te zijn, die er wel mee kon leven en probeerde vrienden met haar te worden. Al wist ik ook dat ik dat alleen deed om nog bij haar te kunnen zijn en in de hoop dat ze me vroeg of laat alsnog zou zien staan. Maar ze zou me nooit meer zien staan als die jongen die ze toen die week had ontmoet en had leren kennen. Alles was anders daarna. Haar vriend was niet bepaald aardig. Hij zat ook bij ons op school, maar op een andere opleiding. Een beetje een agressieve junkie. Dat feit, plus het feit dat iedereen om ons heen zei dat hij niet goed voor haar was, en dat ik een betere vriend voor haar zou zijn, zorgde ervoor dat ik me diep ongelukkig voelde. Als iedereen het zei en zag, waarom zag zij het dan niet? En als zij voor iemand koos die zo onaardig was, was ik dan nog minder dan die persoon?
Ik was altijd al een vrij stille jongen, maar nu bleef er helemaal niets meer van me over. Met name op school. In haar buurt. Ze kleineerde me zonder dat ze het wist. Zonder dat ze het doorhad. Ze had wel door dat er iets niet goed zat bij mij. En dat zorgde ervoor dat ze naar mij toe kwam, zoals ik ooit naar haar toe was gekomen, toen ik haar ongelukkig aantrof. Ze versterkte het effect alleen nog maar, doordat ik kreeg wat ik wilde: haar aandacht. Ik hoefde niet mijn best te doen om ongelukkig over te komen. Het kwam gewoon vanzelf. En dan troostte ze me. Maar ik had haar nooit verteld wat me dwarszat. Dat ik nog steeds van haar hield. Ik was van haar gaan houden. En dat ik er kapot aan ging als ik haar met hem zag. Zeker omdat hij haar ook zo ongelukkig kon maken.
Maar als zij dan zo ongelukkig was, was ik niet meer die persoon om haar op te vrolijken. Er was al te veel veranderd. En zo werd ik iemand waar ik zelf een hekel aan kreeg. Het was het dieptepunt en het begin van een periode waarin ik wat depressieve klachten ervaarde. Al was het maar een lichte variant. Ik had haar tegen de zomer gezegd dat ik verliefd op haar was. Dat ik van haar hield. Achteraf; nadat we op een festival waren geweest met een paar vrienden van school. Ik hield niet van festivals, maar ik ging mee omdat zij ging. Ze zei me toen dat ze ook van mij hield. En dat was fijn. Maar ze kon haar vriend niet verlaten. Ze hield ook van hem. Een leugen, dacht ik toen.
Elke dag probeerde ik mezelf te overtuigen dat haar gevoelens voor hem niet echt konden zijn. Hoe kon ze van iemand houden die haar zo ongelukkig maakte? Het was alsof ze gevangen zat in een cirkel van verdriet waar ze niet uit kon ontsnappen. En ik was machteloos, gedwongen om van de zijlijn toe te kijken. Haar ogen zochten de mijne als ze weer eens met een gebroken hart naar me toe kwam, en ik deed mijn best om de brokstukken op te rapen, terwijl mijn eigen hart steeds verder brak.
"Waarom blijf je bij hem?" vroeg ik haar eens, niet in staat mijn frustratie langer te verbergen.
Ze zuchtte diep en haalde haar schouders op. "Ik weet het niet. Het is gewoon... ingewikkeld."
"Maar hij maakt je zo ongelukkig," probeerde ik opnieuw, mijn stem trillend van opgekropte emoties.
"Ik weet het, maar ik hou ook van hem," antwoordde ze, haar ogen glanzend van onuitgesproken pijn.
Het voelde alsof mijn wereld instortte bij die woorden. Hoe kon ze van hem houden terwijl ze ook zei dat ze van mij hield? Het leek zo tegenstrijdig, zo oneerlijk. En elke keer dat ze het herhaalde, groeide de kloof tussen ons. Ik voelde me een schaduw van mezelf, een wandelend wrak dat zijn emoties niet meer de baas was.
Mijn dagen werden grijs en eentonig. Op school voelde ik haar aanwezigheid als een constante prikkel, een herinnering aan alles wat ik nooit zou kunnen hebben. Haar vriend, met zijn ruwe gedrag en agressieve uitstraling, leek altijd in de buurt te zijn, als een donkere wolk die mijn licht verduisterde. En hoewel iedereen zei dat ik beter voor haar was, leek het niet uit te maken. Ze bleef in zijn greep, en ik bleef aan de zijlijn, verlangend naar iets wat nooit de mijne zou zijn.
Er begon zich daarna een nieuw gevoel te ontwikkelen. Ik kreeg steeds meer het idee dat ze me aan het lijntje hield, dat ze het wel best vond zoals het was. Ik begon haar te haten terwijl ik nog steeds van haar hield. Het was een verwarrende mix van emoties. Ik zocht een reden of een excuus voor haar gedrag en het feit dat ik niet normaal met de situatie kon omgaan. We gingen nog een keer uit die zomer, als vrienden. Het was een van de fijnste dagen van mijn leven, een polderfietstochtje in de zon. Het voelde alsof zij en ik de enige mensen op de wereld waren.
Later, tijdens een avondje ijs eten, vertelde ze me dat een aantal vrienden van haar vriend ons samen hadden gezien en dat haar vriend niet blij was met ons contact. Ik hield me voor als vriend, maar het liefst wilde ik elke dag met haar afspreken. Na die twee afspraakjes viel ik echter in een donker gat en werd ik vijandelijk naar haar, ook tussen de afspraakjes door. Het was bewonderenswaardig dat ze het geduld kon opbrengen om met me om te blijven gaan. Ze zag het als haar taak om mij erbovenop te helpen, terwijl ze me eigenlijk alleen maar ongelukkiger maakte. Dat kon ik haar echter niet zeggen. Ik kreeg ook het idee dat ze zich schuldig voelde. Ik had allerlei ideeën ontwikkeld over onze relatie als 'vrienden' en was nog steeds op zoek naar antwoorden.
Aan het begin van het nieuwe schooljaar, nadat we die zomer op mijn verzoek enkele weken geen contact hadden gehad, ging ze met een groepje naar Spanje voor een buitenlandse stage. Dat waren ook mijn vrienden, maar ik was de enige jongen in het groepje, en dus mocht ik niet mee. Ik kwam erachter dat het uit was met haar vriend. Ik was bereid om naar Spanje te rijden, maar dat deed ik niet. En zij zag me al helemaal niet meer staan, zo leek het. Ik hoorde bij terugkomst via-via de verhalen over de avonturen die ze hadden beleefd tijdens het stappen. Vooral zij was erg in trek bij de toeristen daar. Het verscheurde me.
Ik werd langzaam volwassen op de meest verschrikkelijke manier die ik me kon indenken. Ik was nu bijna twintig, en dus ouder dan zij. Voor mij was dit allemaal nieuw. Terwijl zij terugging naar een oude ex-vriend, waar ik gehoopt had dat ze mij eindelijk in zicht zou krijgen, werd ik zo kwaad dat we het contact voor bijna drie maanden verbraken. En dat terwijl ik bij haar in de klas zat en dezelfde vrienden deelde. Die vrienden die voor de zomer nog zeiden dat ik beter voor haar was, kozen nu haar kant. En dus was ik nu ook helemaal alleen.
Het contact kwam langzaam terug. We moesten wel, al was het voor onze 'vrienden'. Eerlijk gezegd konden ze stikken. Ik kreeg een vriendinnetje aan het einde van het tweede jaar. Iemand van buitenaf die losstond van alle misère van school. Zij maakte mij gelukkig en zij is nog steeds mijn vriendin, al ruim vier jaar dus. Echter was de andere persoon in kwestie ondertussen weer single. Haar vriendje was niet aardig, en het ging dan ook weer uit. Ze trok altijd onaardige jongens aan. En nu was zij single, en ik niet.
Ik ging op in mijn relatie, al hield ik wel weer goed contact met haar. Ze dronk veel en feestte veel. Ik maakte me erg veel zorgen om haar en wilde er nog altijd voor haar zijn. Maar ik had het gevoel dat dat nu echt niet meer kon. Ik had nu mijn eigen liefdesleven. Ik had een meisje waar ik van hield, en die altijd aardig tegen me was. Ik had mijn eigen gekke meisje gevonden, die me elke keer weer gelukkig maakte. Ze was mooi en slim. Ze zat op de universiteit. En dat had ik zomaar kunnen veroveren met mijn MBO4 onafgerond nog.
Gek genoeg bleef ik me aangetrokken voelen tot mijn eerste liefde. Ik hield van twee personen, en dat maakte het niet makkelijker. Nu voelde ik me schuldig. Alsof ik zelf nu iemand aan het lijntje hield. Toen ik het met mijn vriendin een keer had over exen, noemde ik ook die persoon. En dat terwijl ik nooit een relatie met haar heb gehad. Ik wilde het gewoon zo graag, dat ik erover loog. En als ik dan wilde afspreken met haar, of zij tegenwoordig met mij, moest ik ervoor zorgen dat mijn vriendin niet jaloers werd. Ik had het mezelf moeilijker gemaakt dan nodig was.
Mijn huidige relatie bood me alles wat ik ooit wilde: stabiliteit, liefde, en een gevoel van thuiskomen. Toch bleef de herinnering aan mijn eerste liefde me achtervolgen, als een onzichtbare draad die me terugtrok naar een tijd van intensiteit en verlangen. Elke keer als ik haar sprak, voelde ik die oude gevoelens weer opborrelen. Het was alsof er een deel van mijn hart was dat altijd voor haar zou blijven kloppen, ongeacht hoeveel tijd er verstreek.
Mijn relatie hield makkelijk stand. Ik wist hoe ik me moest gedragen, al bleef dat gevoel van verlangen naar die ene week die al verloren was. Zij kreeg andere vriendjes, maar haar relaties hielden geen stand. We spraken na de opleiding niet meer af, behalve die ene keer. Toen biechtte ze op dat ze een borstvergroting had laten doen. Het was zo gek en onverwachts. Ze had me wel eens verteld hoe ongelukkig ze was als ze voor de spiegel stond, met tranen in haar ogen. Iets wat ik nooit had begrepen. Zij was het mooiste meisje dat ik ooit gezien had. Nog steeds. Het was dan ook heel gek om te horen dat iemand, van wie je denkt dat ze perfect is, zoiets drastisch had gedaan. Ik kon me daar ontzettend druk om maken, nu nog en toen al. Al ver voor die hele operatie, zes jaar terug. Ik haatte mezelf toen zelfs, omdat ik haar er nooit van had kunnen overtuigen dat ze het mooiste schepsel was dat ooit op deze planeet had rondgelopen. Het mocht niet baten, en nu het gebeurd was, vond ik het niet eens erg.
Het was me niet opgevallen voordat ze het gezegd had. En ze zei het pas aan het einde van die dag, bang dat ik haar zou veroordelen, wat ik ergens misschien ook wel deed. Maar ik vroeg haar of ze nu gelukkig was, en dat was ze. Meer hoefde ik niet te weten. Daarna zag ik het natuurlijk wel. Ik had haar altijd al begeerd. Heel erg. Alle fantasieën hadden betrekking op haar. Dat gevoel versterkte na dat moment. Lichtelijk. Ik wist niet dat ik zo oppervlakkig kon zijn, maar ik was ook maar een jongen. Dat was de laatste keer dat ik haar gezien had. Ruim anderhalf jaar hadden we nog wel telefonisch contact. Ik had nu wel WhatsApp en hoefde me geen zorgen te maken over eventuele kosten, die ik nog altijd graag voor haar zou maken.
Ik schreef in mijn vrije tijd verhalen. Dat deed ik al voordat ik haar kende. Veelal van intieme aard, veelal over haar, nadat ik haar had leren kennen. Dat bleef ik doen. Over mijn eigen vriendin kon ik geen verhalen schrijven. Dan voelde ik me schuldig. Maar als ik over haar schreef, luchtte dat op. Het werd therapeutisch. Het gaf me voldoening. Of er nou seks in voorkwam of niet, dat maakte dan echt niet uit. Ik liet het haar lezen, zonder dat ik haar naam in de tekst gebruikte. Ik hoopte dat ze een vermoeden kreeg dat de gevoelens die ik beschreef naar haar gericht waren. Ze had dat vermoeden misschien wel, maar ze was lief genoeg om niet te gaan etteren in mijn 'stabiele' relatie. Zo was ze gewoon niet. Al bood ik haar die kansen nog zo duidelijk.
Misschien vond ze me ook niet meer leuk. We waren opeens zeven jaar verder. Ik voelde nog hetzelfde voor haar, maar zij misschien niet meer voor mij. Op die date hadden we het zo ontzettend gezellig. Het voelde als vanouds. Altijd als we samen waren geweest, was het goed. Ik kon mezelf zijn en zij ook. Dat wist ik omdat de manier zoals zij zich gedroeg als ze bij mij was, ik verder nooit zag bij haar als ze met anderen was. Ik kon daarom ook goed over haar schrijven. Alles wat ik over haar schreef was echt. Dat moest toch wat betekenen. Maar ik weet ook niet alles. Ik bleef over haar schrijven en naar haar verlangen, en hield bijna een soort gemeende schijn op in mijn relatie. Ik zegde afspraken af, zodat ik kon blijven schrijven over dat wat ik echt wilde.
De verhalen die ik schreef, werden een reflectie van mijn innerlijke strijd. Ze waren een manier om mijn emoties te verwerken en mijn verlangens te uiten zonder dat ik mijn huidige relatie in gevaar bracht. Maar hoe meer ik schreef, hoe meer ik me realiseerde dat ik mezelf aan het verliezen was in een wereld van fantasie en onvervulde verlangens. Ik moest een balans vinden, een manier om verder te gaan zonder mezelf te verliezen in wat ooit was.
Het schrijven bleef een uitlaatklep, maar ik wist dat ik op een gegeven moment keuzes moest maken. Ik kon niet blijven hangen in het verleden en tegelijkertijd een gezonde relatie in het heden hebben. Het was een moeilijke weg, maar ik begon langzaamaan mijn prioriteiten te heroverwegen. Mijn vriendin verdiende iemand die volledig toegewijd was, en ik wist dat ik dat moest zijn.
Het meisje in mijn relatie was fantastisch. In de eerste jaren van de relatie had ik vaak geredeneerd dat ik haar zomaar kon verlaten voor die andere. Dat was nu anders. Ik bleef aan mijn oude liefde denken, en dat ging nu steeds meer ten koste van mijn relatie. En dat pikte ik niet meer. Ik was ondertussen niet meer zo depri. Ik was zelfs in therapie geweest. En ik wist dat wat ik had, iets was waar anderen alleen maar van konden dromen. En dus stopte ik het contact.
In een lang tekstbericht zei ik haar dat ik niet meer met haar in contact wilde blijven. Ik vertelde haar alsnog dat ik al die tijd zoveel om haar was blijven geven, maar dat ik voor mezelf moest kiezen. Iets waar ze niets anders dan begrip voor toonde, wat mij deed afvragen wat ze zelf al die tijd heeft moeten denken over mij en over ons. Ze zei me dat ze zoveel vragen had. Over mij en over ons? Want ze stelde die vragen niet. Het was intrigerend. Nadat ik had besloten het contact stop te zetten en zij mij dit nog zei, vroeg ik haar die vragen nu nog te stellen nu het nog kon.
"Wat voor vragen heb je dan?" vroeg ik, bijna smekend. "Vertel het me nu, ik wil het weten."
Maar dat deed ze niet. Ze zei me dat het beter was zo. Misschien nog een laatste gemene truc zodat ik aan haar bleef denken?
"Het is beter zo," antwoordde ze simpelweg. "Soms is het beter om dingen niet te weten."
En nu denk ik aan alles terug. Wat voor vragen kon ze nog hebben over mij en over ons? Over de verhalen misschien? Misschien wel iets heel simpels en misschien wel iets heel diepzinnigs, zoals ik haar had leren kennen. Ik hunker nu nog altijd naar haar en haar vragen. En naar de goede tijden die ik met haar had meegemaakt. De slechte tijden vergat ik dan makkelijk zat. Ik wil haar nog steeds alles vertellen. Alles met haar delen. Ik heb vaak gewenst dat ik haar nooit ontmoet had, of dat ik haar gewoon eens kon vergeten.
Ik weet niet of ik alle antwoorden ooit nog krijg te horen en of ik wel echt wil weten wat ze me nog wilde vragen. Maar er blijft een knagend gevoel achter, dat me nog steeds in staat zou stellen mijn relatie op te zeggen voor haar. En ik weet dan ook gewoon niet wat ik moet doen. Ik wilde geen contact, zodat ik haar kon vergeten. Maar dat werkt helaas niet zo.
Elke dag probeer ik de herinneringen los te laten. Soms lukt het, maar vaker dan niet voel ik die oude verlangens weer opkomen. Ik kijk naar mijn vriendin, die alles voor me doet en me onvoorwaardelijk liefheeft, en ik voel me schuldig omdat mijn hart nog steeds deels bij een ander ligt. Het voelt oneerlijk, zowel tegenover mezelf als tegenover haar.
Waarom blijft het verleden me achtervolgen? Wat maakt die ene liefde zo onvergetelijk? Is het de intensiteit van de eerste verliefdheid, de onbeantwoorde vragen, of simpelweg het verlangen naar iets wat nooit volledig gerealiseerd is? Misschien is het een combinatie van alles. Ik weet het niet zeker.
Wat ik wel weet, is dat ik niet eeuwig zo door kan gaan. Ik moet een manier vinden om vrede te sluiten met mijn verleden, om de onopgeloste vragen los te laten en volledig in het heden te leven. Mijn huidige relatie verdient dat, en ik verdien het om gelukkig te zijn zonder de constante schaduw van wat ooit was.
Misschien moet ik accepteren dat sommige dingen gewoon niet bedoeld zijn om opgelost te worden. Dat sommige vragen onbeantwoord blijven en dat dat oké is. Het is een moeilijk pad, maar ik weet dat ik het moet bewandelen. Voor mezelf, voor mijn vriendin, en voor de toekomst die ik wil opbouwen.
We leerden elkaar echt kennen op een feestje van een gemeenschappelijke vriend. Ze was dronken en ongelukkig, en ik was dronken en verliefd. Niet aan het begin van het feestje, maar tegen het einde. Ze zat ongelukkig op een stoel, terwijl iedereen om ons heen plezier had. Haar verdriet trok me aan, en ik vroeg haar simpelweg waarom ze hier zat.
"Waarom zit je hier zo alleen?" vroeg ik voorzichtig.
Ze keek op, haar ogen glinsterden van verdriet. "Het is gewoon... moeilijk," mompelde ze.
Ik probeerde haar op te beuren met grapjes en toonde begrip, zonder te weten wat haar precies dwarszat. Ze was toen nog zeventien, denk ik. Misschien achttien, maar waarschijnlijk zeventien. Een echt meisje met echte problemen, die haar daar op dat moment zo ongelukkig maakten. Maar dat zag ik niet. Wat ik zag, was het mooiste meisje dat ik ooit had gezien, alleen en ongelukkig op een te druk feestje waar ik zelf ook niet thuishoorde.
"Het is soms gewoon zo oneerlijk," zei ze, haar stem zacht maar vol emotie. "Mensen zijn zo... gemeen."
"Ik begrijp het," antwoordde ik. "Daarom ga ik liever met honden om dan met mensen."
Ze lachte om mijn opmerking, een lach die me nog steeds doet smelten. Ze was vrij diepzinnig en liet hier en daar al blijken dat haar kijk op de wereld anders was dan die van de meesten van onze leeftijd. Haar gedachten over de oneerlijkheid in de maatschappij en waarom ze eigenlijk mensen haatte, fascineerden me.
Die avond, terwijl we daar zaten te praten, voelde ik me steeds meer tot haar aangetrokken. Ze was niet alleen mooi, maar ook intrigerend en complex. Haar lach, haar diepzinnigheid, en de manier waarop ze omging met haar verdriet maakten haar alleen maar aantrekkelijker voor mij.
"Je bent anders dan de meeste mensen," zei ik op een gegeven moment.
"En jij ook," antwoordde ze, met een glimlach die zowel droevig als oprecht was.
Ik probeerde haar op te vrolijken, en daar werd ik zelf zo gelukkig van. Het was die avond dat ik besefte hoe speciaal ze voor me was, en hoe graag ik haar beter wilde leren kennen. Maar toen wist ik nog niet dat deze gevoelens me jaren zouden blijven achtervolgen, door goede en slechte tijden heen.
Het werd echt fantastisch toen we eindelijk uitgingen, zij en ik samen. We gingen naar een optreden van een kennis van haar, die met wat vrienden een bandje had. Ik herinner me weinig van die avond bij het optreden zelf; het echte avontuur begon pas bij haar thuis. We kwamen rond een uur of elf aan bij haar huis, waar haar ouders nog op waren. Na een snelle kennismaking trokken we ons terug naar haar kamer op de zolderverdieping.
Dit was mijn eerste echte date en ik had nog nooit eerder bij een meisje op de kamer geweest. De spanning was te snijden. Ik zat op de rand van haar bed, terwijl zij op een klein draaistoeltje zat, op gepaste afstand. De hele avond was ik nerveus geweest en dat gevoel was nog steeds aanwezig. Toch had ik het ontzettend naar mijn zin. Het leek alsof zij me volledig begreep en ik haar. Alsof ik iemand had ontmoet waarbij ik mezelf niet hoefde uit te leggen. Net als zij was ik een beetje gek, een beetje rock-'n-roll, maar dan op onze eigen manier.
Toen haar ouders naar bed gingen, gingen wij naar beneden. We zetten de tv aan en keken naar MTV, waar de ene na de andere zinloze videoclip voorbij kwam. Op een bepaald moment keek ze me hoopvol aan en ik durfde niet meer te vragen dan of ik mijn arm om haar heen mocht slaan.
"Mag ik mijn arm om je heen slaan?" vroeg ik aarzelend.
Ze glimlachte en knikte. "Graag."
Het was een fijn moment. Mijn andere arm lag op mijn schoot en al snel voelde ik haar vingers en nagels zachtjes over mijn huid kriebelen. Het praten stopte en ik voelde me intens gelukkig. Ze was zo mooi en lief, en ik kon mijn gekke, verlegen zelf zijn. Wat ik zei, leek zinnig voor haar. Ik had voor de avond een biertje gedronken om de spanning te verlichten, maar dat hielp niet echt. Ik had ook een roos voor haar gekocht, niet om haar verkering te vragen, maar gewoon als iets romantisch. Die roos had ik nog niet gegeven en zat half verdrukt in de binnenzak van mijn jas.
Toen de klok drie uur sloeg, wist ik eigenlijk niet hoe we vanaf hier verder moesten. Ik drong er wat ongelukkig op aan dat ik maar naar huis moest gaan. Daarbij liet ik wel overspannen glippen dat ik iets voor haar gekocht had.
"Ik heb iets voor je," mompelde ik terwijl ik mijn jas aantrok.
Bij de keukentafel haalde ik het roosje uit mijn jaszak. Ze keek me dromerig aan en voor een moment dacht ik dat ze net zo verliefd op mij was als ik op haar. Zeker toen ze me vluchtig op de mond kuste. Het was mijn eerste kus terwijl ik nuchter was en ik wist niet goed wat ik moest doen. Toen ze losliet, zei ik snel dat ik toch echt naar huis moest.
Achteraf had ik het anders moeten doen, en daar denk ik nog te vaak aan terug. Toen ze me uitliet en ik bij mijn fiets stond, probeerde ik mezelf te redden door haar nog snel te kussen. Het werd een knullige, trage reactie op het eerdere moment, en in mijn zenuwen duwde ik haar hoofd per ongeluk tegen de garagedeur. Ze gniffelde erom en zwaaide me uit alsof er niets gebeurd was.
Ik moest haar sms'en toen ik thuis was, maar halverwege de rit stuurde ik haar al een bericht. Gewoon omdat ik wilde dat ze wat terugstuurde, zodat ik wist dat ze aan me dacht.
De week erop sms'te ik voor ruim €300,- met haar. Ik was blind van verliefdheid. En ik had geen WhatsApp, wat toen net een beetje opkwam. Geld was geen probleem, maar soms denk ik nu nog dat het wel wat toevoegde aan de wrangheid toen ik erachter kwam dat ze na die week voor een ander had gekozen. Een jongen die ze al langer leuk vond en tegenkwam op een feestje rondom Koninginnenacht van dat jaar, een week na onze date. Dat geluk van dat eerdere feestje tot het moment dat ik las dat ze een ander had, zou ik nooit meer vergeten. Ik zou er naar terug blijven verlangen tot de dag van vandaag.
Ik herinner me de euforie die ik voelde tijdens het sms'en met haar. Elke trilling van mijn telefoon vulde me met opwinding en verwachting. De gesprekken waren soms luchtig, soms diepgaand, maar altijd intens. Ik kon niet genoeg krijgen van haar woorden, van haar gedachten en gevoelens die ze met me deelde. Ze vulde mijn dagen en nachten met een zoete droom van wat zou kunnen zijn.
Maar dan, opeens, kwam die ene sms die alles veranderde. Ze vertelde me over die jongen, hoe ze hem weer had ontmoet op dat feestje en hoe haar gevoelens voor hem sterker waren geworden. Het was alsof de grond onder mijn voeten wegzakte. Mijn hart brak in duizend stukjes terwijl ik de woorden keer op keer las, hopend dat ik het verkeerd had begrepen. Maar het was duidelijk. Ze koos voor hem.
Het was alsof ik in een nachtmerrie was beland. Het geluk dat ik had gevoeld, de hoop en verwachting, werden in één klap weggevaagd. Ik herinner me hoe ik in mijn kamer zat, starend naar mijn telefoon, niet wetend wat ik moest doen of zeggen. Alles leek opeens zinloos en leeg. Ik wilde schreeuwen, huilen, iets doen om de pijn te verzachten, maar ik zat daar alleen, verslagen en verloren.
Sindsdien bleef de herinnering aan die week en die sms me achtervolgen. Het geluk dat ik had gevoeld was zo puur en intens, en de daaropvolgende teleurstelling zo diep en allesomvattend. Ik bleef terugverlangen naar dat moment, die week waarin alles mogelijk leek en zij het middelpunt van mijn wereld was. De bittere ironie van die kostbare sms'jes, die me een klein fortuin hadden gekost, leek een wrede grap van het lot.
Zeven jaar later voelde ik nog steeds wat ik toen voor haar was begonnen te voelen. We zaten nog drie jaar met elkaar in de klas, wat vaak een hel was. Ze was bijzonder. Ze gaf om me, dat wist ik wel. Ik probeerde ook die coole gast te zijn, die er wel mee kon leven en probeerde vrienden met haar te worden. Al wist ik ook dat ik dat alleen deed om nog bij haar te kunnen zijn en in de hoop dat ze me vroeg of laat alsnog zou zien staan. Maar ze zou me nooit meer zien staan als die jongen die ze toen die week had ontmoet en had leren kennen. Alles was anders daarna. Haar vriend was niet bepaald aardig. Hij zat ook bij ons op school, maar op een andere opleiding. Een beetje een agressieve junkie. Dat feit, plus het feit dat iedereen om ons heen zei dat hij niet goed voor haar was, en dat ik een betere vriend voor haar zou zijn, zorgde ervoor dat ik me diep ongelukkig voelde. Als iedereen het zei en zag, waarom zag zij het dan niet? En als zij voor iemand koos die zo onaardig was, was ik dan nog minder dan die persoon?
Ik was altijd al een vrij stille jongen, maar nu bleef er helemaal niets meer van me over. Met name op school. In haar buurt. Ze kleineerde me zonder dat ze het wist. Zonder dat ze het doorhad. Ze had wel door dat er iets niet goed zat bij mij. En dat zorgde ervoor dat ze naar mij toe kwam, zoals ik ooit naar haar toe was gekomen, toen ik haar ongelukkig aantrof. Ze versterkte het effect alleen nog maar, doordat ik kreeg wat ik wilde: haar aandacht. Ik hoefde niet mijn best te doen om ongelukkig over te komen. Het kwam gewoon vanzelf. En dan troostte ze me. Maar ik had haar nooit verteld wat me dwarszat. Dat ik nog steeds van haar hield. Ik was van haar gaan houden. En dat ik er kapot aan ging als ik haar met hem zag. Zeker omdat hij haar ook zo ongelukkig kon maken.
Maar als zij dan zo ongelukkig was, was ik niet meer die persoon om haar op te vrolijken. Er was al te veel veranderd. En zo werd ik iemand waar ik zelf een hekel aan kreeg. Het was het dieptepunt en het begin van een periode waarin ik wat depressieve klachten ervaarde. Al was het maar een lichte variant. Ik had haar tegen de zomer gezegd dat ik verliefd op haar was. Dat ik van haar hield. Achteraf; nadat we op een festival waren geweest met een paar vrienden van school. Ik hield niet van festivals, maar ik ging mee omdat zij ging. Ze zei me toen dat ze ook van mij hield. En dat was fijn. Maar ze kon haar vriend niet verlaten. Ze hield ook van hem. Een leugen, dacht ik toen.
Elke dag probeerde ik mezelf te overtuigen dat haar gevoelens voor hem niet echt konden zijn. Hoe kon ze van iemand houden die haar zo ongelukkig maakte? Het was alsof ze gevangen zat in een cirkel van verdriet waar ze niet uit kon ontsnappen. En ik was machteloos, gedwongen om van de zijlijn toe te kijken. Haar ogen zochten de mijne als ze weer eens met een gebroken hart naar me toe kwam, en ik deed mijn best om de brokstukken op te rapen, terwijl mijn eigen hart steeds verder brak.
"Waarom blijf je bij hem?" vroeg ik haar eens, niet in staat mijn frustratie langer te verbergen.
Ze zuchtte diep en haalde haar schouders op. "Ik weet het niet. Het is gewoon... ingewikkeld."
"Maar hij maakt je zo ongelukkig," probeerde ik opnieuw, mijn stem trillend van opgekropte emoties.
"Ik weet het, maar ik hou ook van hem," antwoordde ze, haar ogen glanzend van onuitgesproken pijn.
Het voelde alsof mijn wereld instortte bij die woorden. Hoe kon ze van hem houden terwijl ze ook zei dat ze van mij hield? Het leek zo tegenstrijdig, zo oneerlijk. En elke keer dat ze het herhaalde, groeide de kloof tussen ons. Ik voelde me een schaduw van mezelf, een wandelend wrak dat zijn emoties niet meer de baas was.
Mijn dagen werden grijs en eentonig. Op school voelde ik haar aanwezigheid als een constante prikkel, een herinnering aan alles wat ik nooit zou kunnen hebben. Haar vriend, met zijn ruwe gedrag en agressieve uitstraling, leek altijd in de buurt te zijn, als een donkere wolk die mijn licht verduisterde. En hoewel iedereen zei dat ik beter voor haar was, leek het niet uit te maken. Ze bleef in zijn greep, en ik bleef aan de zijlijn, verlangend naar iets wat nooit de mijne zou zijn.
Er begon zich daarna een nieuw gevoel te ontwikkelen. Ik kreeg steeds meer het idee dat ze me aan het lijntje hield, dat ze het wel best vond zoals het was. Ik begon haar te haten terwijl ik nog steeds van haar hield. Het was een verwarrende mix van emoties. Ik zocht een reden of een excuus voor haar gedrag en het feit dat ik niet normaal met de situatie kon omgaan. We gingen nog een keer uit die zomer, als vrienden. Het was een van de fijnste dagen van mijn leven, een polderfietstochtje in de zon. Het voelde alsof zij en ik de enige mensen op de wereld waren.
Later, tijdens een avondje ijs eten, vertelde ze me dat een aantal vrienden van haar vriend ons samen hadden gezien en dat haar vriend niet blij was met ons contact. Ik hield me voor als vriend, maar het liefst wilde ik elke dag met haar afspreken. Na die twee afspraakjes viel ik echter in een donker gat en werd ik vijandelijk naar haar, ook tussen de afspraakjes door. Het was bewonderenswaardig dat ze het geduld kon opbrengen om met me om te blijven gaan. Ze zag het als haar taak om mij erbovenop te helpen, terwijl ze me eigenlijk alleen maar ongelukkiger maakte. Dat kon ik haar echter niet zeggen. Ik kreeg ook het idee dat ze zich schuldig voelde. Ik had allerlei ideeën ontwikkeld over onze relatie als 'vrienden' en was nog steeds op zoek naar antwoorden.
Aan het begin van het nieuwe schooljaar, nadat we die zomer op mijn verzoek enkele weken geen contact hadden gehad, ging ze met een groepje naar Spanje voor een buitenlandse stage. Dat waren ook mijn vrienden, maar ik was de enige jongen in het groepje, en dus mocht ik niet mee. Ik kwam erachter dat het uit was met haar vriend. Ik was bereid om naar Spanje te rijden, maar dat deed ik niet. En zij zag me al helemaal niet meer staan, zo leek het. Ik hoorde bij terugkomst via-via de verhalen over de avonturen die ze hadden beleefd tijdens het stappen. Vooral zij was erg in trek bij de toeristen daar. Het verscheurde me.
Ik werd langzaam volwassen op de meest verschrikkelijke manier die ik me kon indenken. Ik was nu bijna twintig, en dus ouder dan zij. Voor mij was dit allemaal nieuw. Terwijl zij terugging naar een oude ex-vriend, waar ik gehoopt had dat ze mij eindelijk in zicht zou krijgen, werd ik zo kwaad dat we het contact voor bijna drie maanden verbraken. En dat terwijl ik bij haar in de klas zat en dezelfde vrienden deelde. Die vrienden die voor de zomer nog zeiden dat ik beter voor haar was, kozen nu haar kant. En dus was ik nu ook helemaal alleen.
Het contact kwam langzaam terug. We moesten wel, al was het voor onze 'vrienden'. Eerlijk gezegd konden ze stikken. Ik kreeg een vriendinnetje aan het einde van het tweede jaar. Iemand van buitenaf die losstond van alle misère van school. Zij maakte mij gelukkig en zij is nog steeds mijn vriendin, al ruim vier jaar dus. Echter was de andere persoon in kwestie ondertussen weer single. Haar vriendje was niet aardig, en het ging dan ook weer uit. Ze trok altijd onaardige jongens aan. En nu was zij single, en ik niet.
Ik ging op in mijn relatie, al hield ik wel weer goed contact met haar. Ze dronk veel en feestte veel. Ik maakte me erg veel zorgen om haar en wilde er nog altijd voor haar zijn. Maar ik had het gevoel dat dat nu echt niet meer kon. Ik had nu mijn eigen liefdesleven. Ik had een meisje waar ik van hield, en die altijd aardig tegen me was. Ik had mijn eigen gekke meisje gevonden, die me elke keer weer gelukkig maakte. Ze was mooi en slim. Ze zat op de universiteit. En dat had ik zomaar kunnen veroveren met mijn MBO4 onafgerond nog.
Gek genoeg bleef ik me aangetrokken voelen tot mijn eerste liefde. Ik hield van twee personen, en dat maakte het niet makkelijker. Nu voelde ik me schuldig. Alsof ik zelf nu iemand aan het lijntje hield. Toen ik het met mijn vriendin een keer had over exen, noemde ik ook die persoon. En dat terwijl ik nooit een relatie met haar heb gehad. Ik wilde het gewoon zo graag, dat ik erover loog. En als ik dan wilde afspreken met haar, of zij tegenwoordig met mij, moest ik ervoor zorgen dat mijn vriendin niet jaloers werd. Ik had het mezelf moeilijker gemaakt dan nodig was.
Mijn huidige relatie bood me alles wat ik ooit wilde: stabiliteit, liefde, en een gevoel van thuiskomen. Toch bleef de herinnering aan mijn eerste liefde me achtervolgen, als een onzichtbare draad die me terugtrok naar een tijd van intensiteit en verlangen. Elke keer als ik haar sprak, voelde ik die oude gevoelens weer opborrelen. Het was alsof er een deel van mijn hart was dat altijd voor haar zou blijven kloppen, ongeacht hoeveel tijd er verstreek.
Mijn relatie hield makkelijk stand. Ik wist hoe ik me moest gedragen, al bleef dat gevoel van verlangen naar die ene week die al verloren was. Zij kreeg andere vriendjes, maar haar relaties hielden geen stand. We spraken na de opleiding niet meer af, behalve die ene keer. Toen biechtte ze op dat ze een borstvergroting had laten doen. Het was zo gek en onverwachts. Ze had me wel eens verteld hoe ongelukkig ze was als ze voor de spiegel stond, met tranen in haar ogen. Iets wat ik nooit had begrepen. Zij was het mooiste meisje dat ik ooit gezien had. Nog steeds. Het was dan ook heel gek om te horen dat iemand, van wie je denkt dat ze perfect is, zoiets drastisch had gedaan. Ik kon me daar ontzettend druk om maken, nu nog en toen al. Al ver voor die hele operatie, zes jaar terug. Ik haatte mezelf toen zelfs, omdat ik haar er nooit van had kunnen overtuigen dat ze het mooiste schepsel was dat ooit op deze planeet had rondgelopen. Het mocht niet baten, en nu het gebeurd was, vond ik het niet eens erg.
Het was me niet opgevallen voordat ze het gezegd had. En ze zei het pas aan het einde van die dag, bang dat ik haar zou veroordelen, wat ik ergens misschien ook wel deed. Maar ik vroeg haar of ze nu gelukkig was, en dat was ze. Meer hoefde ik niet te weten. Daarna zag ik het natuurlijk wel. Ik had haar altijd al begeerd. Heel erg. Alle fantasieën hadden betrekking op haar. Dat gevoel versterkte na dat moment. Lichtelijk. Ik wist niet dat ik zo oppervlakkig kon zijn, maar ik was ook maar een jongen. Dat was de laatste keer dat ik haar gezien had. Ruim anderhalf jaar hadden we nog wel telefonisch contact. Ik had nu wel WhatsApp en hoefde me geen zorgen te maken over eventuele kosten, die ik nog altijd graag voor haar zou maken.
Ik schreef in mijn vrije tijd verhalen. Dat deed ik al voordat ik haar kende. Veelal van intieme aard, veelal over haar, nadat ik haar had leren kennen. Dat bleef ik doen. Over mijn eigen vriendin kon ik geen verhalen schrijven. Dan voelde ik me schuldig. Maar als ik over haar schreef, luchtte dat op. Het werd therapeutisch. Het gaf me voldoening. Of er nou seks in voorkwam of niet, dat maakte dan echt niet uit. Ik liet het haar lezen, zonder dat ik haar naam in de tekst gebruikte. Ik hoopte dat ze een vermoeden kreeg dat de gevoelens die ik beschreef naar haar gericht waren. Ze had dat vermoeden misschien wel, maar ze was lief genoeg om niet te gaan etteren in mijn 'stabiele' relatie. Zo was ze gewoon niet. Al bood ik haar die kansen nog zo duidelijk.
Misschien vond ze me ook niet meer leuk. We waren opeens zeven jaar verder. Ik voelde nog hetzelfde voor haar, maar zij misschien niet meer voor mij. Op die date hadden we het zo ontzettend gezellig. Het voelde als vanouds. Altijd als we samen waren geweest, was het goed. Ik kon mezelf zijn en zij ook. Dat wist ik omdat de manier zoals zij zich gedroeg als ze bij mij was, ik verder nooit zag bij haar als ze met anderen was. Ik kon daarom ook goed over haar schrijven. Alles wat ik over haar schreef was echt. Dat moest toch wat betekenen. Maar ik weet ook niet alles. Ik bleef over haar schrijven en naar haar verlangen, en hield bijna een soort gemeende schijn op in mijn relatie. Ik zegde afspraken af, zodat ik kon blijven schrijven over dat wat ik echt wilde.
De verhalen die ik schreef, werden een reflectie van mijn innerlijke strijd. Ze waren een manier om mijn emoties te verwerken en mijn verlangens te uiten zonder dat ik mijn huidige relatie in gevaar bracht. Maar hoe meer ik schreef, hoe meer ik me realiseerde dat ik mezelf aan het verliezen was in een wereld van fantasie en onvervulde verlangens. Ik moest een balans vinden, een manier om verder te gaan zonder mezelf te verliezen in wat ooit was.
Het schrijven bleef een uitlaatklep, maar ik wist dat ik op een gegeven moment keuzes moest maken. Ik kon niet blijven hangen in het verleden en tegelijkertijd een gezonde relatie in het heden hebben. Het was een moeilijke weg, maar ik begon langzaamaan mijn prioriteiten te heroverwegen. Mijn vriendin verdiende iemand die volledig toegewijd was, en ik wist dat ik dat moest zijn.
Het meisje in mijn relatie was fantastisch. In de eerste jaren van de relatie had ik vaak geredeneerd dat ik haar zomaar kon verlaten voor die andere. Dat was nu anders. Ik bleef aan mijn oude liefde denken, en dat ging nu steeds meer ten koste van mijn relatie. En dat pikte ik niet meer. Ik was ondertussen niet meer zo depri. Ik was zelfs in therapie geweest. En ik wist dat wat ik had, iets was waar anderen alleen maar van konden dromen. En dus stopte ik het contact.
In een lang tekstbericht zei ik haar dat ik niet meer met haar in contact wilde blijven. Ik vertelde haar alsnog dat ik al die tijd zoveel om haar was blijven geven, maar dat ik voor mezelf moest kiezen. Iets waar ze niets anders dan begrip voor toonde, wat mij deed afvragen wat ze zelf al die tijd heeft moeten denken over mij en over ons. Ze zei me dat ze zoveel vragen had. Over mij en over ons? Want ze stelde die vragen niet. Het was intrigerend. Nadat ik had besloten het contact stop te zetten en zij mij dit nog zei, vroeg ik haar die vragen nu nog te stellen nu het nog kon.
"Wat voor vragen heb je dan?" vroeg ik, bijna smekend. "Vertel het me nu, ik wil het weten."
Maar dat deed ze niet. Ze zei me dat het beter was zo. Misschien nog een laatste gemene truc zodat ik aan haar bleef denken?
"Het is beter zo," antwoordde ze simpelweg. "Soms is het beter om dingen niet te weten."
En nu denk ik aan alles terug. Wat voor vragen kon ze nog hebben over mij en over ons? Over de verhalen misschien? Misschien wel iets heel simpels en misschien wel iets heel diepzinnigs, zoals ik haar had leren kennen. Ik hunker nu nog altijd naar haar en haar vragen. En naar de goede tijden die ik met haar had meegemaakt. De slechte tijden vergat ik dan makkelijk zat. Ik wil haar nog steeds alles vertellen. Alles met haar delen. Ik heb vaak gewenst dat ik haar nooit ontmoet had, of dat ik haar gewoon eens kon vergeten.
Ik weet niet of ik alle antwoorden ooit nog krijg te horen en of ik wel echt wil weten wat ze me nog wilde vragen. Maar er blijft een knagend gevoel achter, dat me nog steeds in staat zou stellen mijn relatie op te zeggen voor haar. En ik weet dan ook gewoon niet wat ik moet doen. Ik wilde geen contact, zodat ik haar kon vergeten. Maar dat werkt helaas niet zo.
Elke dag probeer ik de herinneringen los te laten. Soms lukt het, maar vaker dan niet voel ik die oude verlangens weer opkomen. Ik kijk naar mijn vriendin, die alles voor me doet en me onvoorwaardelijk liefheeft, en ik voel me schuldig omdat mijn hart nog steeds deels bij een ander ligt. Het voelt oneerlijk, zowel tegenover mezelf als tegenover haar.
Waarom blijft het verleden me achtervolgen? Wat maakt die ene liefde zo onvergetelijk? Is het de intensiteit van de eerste verliefdheid, de onbeantwoorde vragen, of simpelweg het verlangen naar iets wat nooit volledig gerealiseerd is? Misschien is het een combinatie van alles. Ik weet het niet zeker.
Wat ik wel weet, is dat ik niet eeuwig zo door kan gaan. Ik moet een manier vinden om vrede te sluiten met mijn verleden, om de onopgeloste vragen los te laten en volledig in het heden te leven. Mijn huidige relatie verdient dat, en ik verdien het om gelukkig te zijn zonder de constante schaduw van wat ooit was.
Misschien moet ik accepteren dat sommige dingen gewoon niet bedoeld zijn om opgelost te worden. Dat sommige vragen onbeantwoord blijven en dat dat oké is. Het is een moeilijk pad, maar ik weet dat ik het moet bewandelen. Voor mezelf, voor mijn vriendin, en voor de toekomst die ik wil opbouwen.
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10