Door: Janus Petersen
Datum: 12-06-2024 | Cijfer: 7.6 | Gelezen: 3951
Lengte: Lang | Leestijd: 19 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Jong En Oud, Waargebeurd,
Lengte: Lang | Leestijd: 19 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Jong En Oud, Waargebeurd,
Een neef van Dirk-Jan verteld hem keer op keer wat een mooie sport paintballen is. Hij is de voorzitter van een paintball-vereniging die een afgesloten, privéterrein beheerd wat bestaand uit vijf grote speelvelden met onder andere grasland, struiken/bossen, hutjes en autowrakken plus meerdere waterpartijen met houten kades. Ze spelen zelf met hun ervaren team van dertigers in de competitie en als extra inkomen organiseren ze bedrijfsuitjes, vrijgezellenfeesten en kindermiddagen. Dan worden beschermende kostuums ter beschikking gesteld. Bij de Bunny Hunt wordt de vrijgezel door zijn gasten opgejaagd en 'verwend' omdat ze dan met alle liefde op hem of haar schieten. Dat verhaal blijft Dirk-Jan en Yvonne in hun hoofden hangen, want hoe zou hun Eenhoorn, Janus, het doen? Hij heeft een topconditie, is snel en behendig..., sneller als die bierdrinkend neef met zijn vrienden. Toch? Dus doen ze hem een voorstel wat hij met twee handen geil en gretig aanpakt.
Deze zaterdag (18- juni 2022) word ik door zijn Eenhoornjagers (Zie verhaal ‘De Eenhoornjagers’) uitgeleend aan de paintball-vereniging van hun neef. Ze willen getuigen zijn van de jacht, dus word ik door ze opgehaald en gaan we naar het terrein in het oosten van Nederland. Tijdens de autorit vertellen ze me wat we gaan doen, want anders als dat ik zo’n zwart mogelijke trialrun schoenen aan moest doen, weet ik van niets. Er is een paintball jacht op mij georganiseerd. Ik krijg een A3-tje met daarop de plattegrond van het terrein met wat losse beschrijvingen en GoogleMaps foto’s. Omdat het een avond-, nachtelijke jacht wordt zijn we pas laat die middag daar. Het is bewolkt maar droog, zo’n 22 Celsius als we om een uur of zes aankomen, maar vannacht zal het 15 worden of zo. Ik krijg de bivakmuts aangereikt, moet die omdoen als we bij het terrein aankomen. Daar worden we opgewacht, gaan door naar een parkeerplaats bij het clubhuis. Het is een grote houten keet waarin een twintigtal dames en heren zitten. Er is koffie, thee, drank en veel te eten. Ik moet op een grote houten tafel gaan staan om me voor te stellen. Nog gewoon in jeans en T-shirt plus natuurlijk mijn bivakmuts op. Ze bekijken me nieuwsgierig.
Blijkbaar zijn Dirk-Jan en Yvonne de Marshalls (scheidrechters) voor deze wedstrijd. Daarom staat ook Dirk-Jan op en neemt het woord. ‘Dames en Heren jagers, welkom op deze wel heel speciale Bunny Hunt. Een Hunt zoals mijn vrouw en ik al heel lang heimelijk wensen zal vanavond en hopelijk tot diep in de nacht gaan duren. Hopelijk, want de Bunny die wij aanbieden is een waarlijk uniek exemplaar. Dat gaan jullie dadelijk nog beter zien als hij zich presenteert in zijn natuurlijke gedaante. Ik heb een flinke weddenschap met mijn neef want mijn vrouw en ik weten zeker dat onze Bunny het veel langer volhoudt dan iedere andere Bunny die jullie ooit gejaagd hebben. Aan dus aan jullie om dat te bevechten…’ ging hij verder met een grote glimlach want de hele groep roerde zich natuurlijk. Ik kon het verschil tussen beide teams nog niet zien, nog niemand was in uniform. Dan gaat hij verder, ‘De regels zijn simpel: We hebben een blauw en rood team. Zoals gezegd is onze Bunny speciaal, hij draagt geen beschermende kleding (het geroezemoes neemt toe). Nee. Enkel zijn schoenen en een 'G-string thong’ om alles tussen zijn benen in toom te houden. Iedere treffer levert wedstrijdpunten op. Nul voor zijn hoofd, zijn romp 5, ledematen 10, balzak 25, lul 35 en zijn eikel is een superbonus waard van 50 punten! De bivakmuts houdt hij op en hij krijgt een skibril. Zo houden we onze Bunny anoniem en de muts maakt hem wat afstandelijker, onmenselijker voor jullie om er op te schieten. Geen medelijden dus, ook al komt zo’n ontploffend paintballetje hard aan. Jullie krijgen iedere 10 patronen, dus 60 per team. Als die op zijn is de jacht gesloten. O-ja, de zon gaat om 22u03 onder, dan krijgt de Bunny 10 minuten voorsprong en geef ik daarna het startsignaal. Duidelijk?’. Het geroezemoes houdt niet op, maar niemand stelt vragen. ‘Ok dan, We kunnen ons prepareren’.
Ze staan op en gaan naar de kleedkamers. Bij iedereen begint de adrenaline te stromen. Net als bij mij. Ik volg Yvonne naar een klein kantoortje waar ik me om moet kleden. Nou, omkleden, het is meer uitkleden. Met enkel nog de bivakmuts op en mijn trialrun schoenen reikt ze me twee erectiepillen aan Een Viagra voor een snelle werking en de ander, zo’n Tadalafil voor de lange duur. Zonder vragen slik ik ze door met een blikje Red Bull. Dan geeft ze me een zwarte, 'G-string thong’, ‘Om je zaakje in toom te houden tijdens de jacht want je zult wel veel gaan rennen, duiken, kruipen en zo.’, legt ze uit. Ik stap in de bandjes van het ding, trek het omhoog. De enigszins elastische bandjes schuiven strak tot boven mijn heupen, vloeiend onder mijn billen door naar de zware sleutelgatvormige cockring om weer terug omhoog uiteen te lopen. Het ding van zwart-rvs lijkt als gegoten te zitten, maar is wel aan de krappe kant. Meneer en mevrouw weten heel goed wat mijn maat is, maar geven sadistisch als ze zijn me altijd een maatje kleiner, ik wed dat deze maar 55m doorsnede heeft. Met veel moeite krijg ik er mijn ballen, een voor een en nadat ik ze met spuug kletsnat heb gemaakt, erdoor. Ook met persen en trekken krijg ik mijn slappe lul (gelukkig) er ook door. Het lange ding van zes, zeven centimeter zit strak tegen mijn lijf en perst alles ver naar voor, mijn ballen in de bredere, hartvormige onderkant en mijn lul in de dunnere, spitsere bovenkant. Ook al werken de erectiepillen nog niet, het orgaan lijkt wel een eigen wil te hebben en reageert opgewonden, als lijkt het uit te kijken naar wat er gaat gebeuren. Ik krijg een laken om als we teruggaan naar de zaal.
Ik zit iets voor en tussen Meneer en Mevrouw op zo’n typische kantinestoel als de deelnemers binnendruppelen. Zonder uitzondering in indrukwekkende uitrusting. Zwaar gecamoufleerd, met gekke helmen, handschoenen en vooral, grote guns. Voor het eerst zie ik ook grote kasten opengaan aan de zijkant van de zaal met daarin rijen met guns aan elektrische laders. Ook worden er patronen gevuld met perslucht, die ze onder in het handvat schuiven. Dan pas besef ik dat ze ook kijkers hebben en besef dat die sprieten op hun helmen voor nachtkijkers zijn. O-shit! Nachtkijkers, dat betekent dat ik me moet verstoppen in of achter dingen, het donker van de nacht is gewoon niet goed genoeg is om onzichtbaar te zijn. Er worden veel powerbars gegeten en Red Bull ’s gedronken en pas als (blijkbaar) de voorzitter van de thuisploeg om een uur of half tien opstaat en zo’n laag opstapkrukje voor me neerzet, wordt het stil. Showtime.
Ik ga uit mezelf op het krukje staan en de voorzitter begint, ‘Teams Rood en Blauw, bij deze onze Bunny zoals gesponsord door meneer en Mevrouw. Uiteraard gaat iemand van ons winnen, en daarmee mijn weddenschap met ze en al helemaal omdat wij gewoonweg het beste team zijn’, wat veel boegeroep oplevert. Voor het eerst zie ik een beetje wie bij wie hoort. Aan de uitrusting is niet te zien hoe of wat. Onze Bunny loopt deze keer niet in en een apen-, konijn-, draak- of Minion-pak maar zo’, en hij wijst me aan. Ik sla het laken open en laat het vallen. Nog voordat het ding op de grond barst het gejoel en gejouw los. De voorzitter laat ze hun gang gaan. Ze schrikken allemaal, ook de voorzitter zelf en Meneer en Mevrouw genieten van hetgeen ik bij ze veroorzaak. Schrik, verbazing, verrassing, ongeloof. De meeste kunnen niet blijven zitten, staan op en komen naar me toe. Stamelen allerlei onzin en tikken elkaar aan, wijzend met hun andere hand naar me en vaker, specifieke ‘onderdelen’. Gedisciplineerd raakt niemand me aan. Na een tijd dirigeert de voorzitter ze terug naar hun stoelen en neemt opnieuw het woord. ‘Jullie kennen de regels, hij wordt dadelijk na zonsondergang losgelaten, maar eerst een expliciete gewetensvraag: Als iemand, maar dan ook wellicht maar EEN van ons hier moeite mee heeft, dus bezwaar maakt tegen deze jacht, spreek alstublieft vrijuit. Het zal niemand nagedragen worden. Wat hier gebeurt, blijft hier. Dus spreek!’. Het wordt muisstil. De voorzitter wacht. Het blijft muisstil tot het onaangenaam begint te voelen. ‘Ok’, gaat hij dan verder, ‘dan kunnen we. Hier wat specificaties van ons doelwit. De Bunny is net geen 22 jaar oud, is 187,5 lang en weegt 68,9kg. Dat betekent dat deze atleet, student op een sportacademie, een perfect atletisch BMI heeft van 19,6. Hij is dus superfit, vrij van blessures en in topconditie met, zoals jullie allemaal ongetwijfeld gezien hebben een uitzonderlijke, fysieke lichaamsbouw. Tja…, let op’, terwijl hij er een spiekbriefje bij pakt, ‘zijn stijve is, zoals nu dus, is 22,3 lang en 7,7 dik’ De Viagra doet zijn werk denk ik en glimlach ervan. Dat zien ze. Sommige grinniken terug maar veruit de meeste staren naar mijn kruis, de voorzitter gaat onverstoord verder. ‘En heren luistert en huiver, zijn balzak is tweemaal zo groot als die van jullie! Ik zou zeggen, die is niet te missen’, en verslikt zich in zijn lach wat het publiek overneemt. Maar vergeet dus niet, Hoofd 0, romp 5, ledematen 10, zak 25, lul 35 en die supereikel 50 punten voor je team! Je mag de gun op maximale sterkte zetten, geen genade!’. En daarmee beëindigt hij de aftrap.
Maar Dirk-Jan nog niet. Die wacht tot de zon inderdaad helemaal weg is. Als alle dieprode, oranje kleuren weg zijn tikt hij me op de schouder, ‘wegwezen jij en laat je niet pakken!’. En ik ren er als een haas vandoor. Heb de kaart uit mijn hoofd geleerd en bedacht dat niet de lawaaierige kant van de autosnelweg, maar de andere kant, de waterkant mijn kans is. Daar is een grote vijver met meerdere houten kaden. Wellicht kan ik me eronder, of onderwater zwemmend, me tussen meerdere van die dingen heen en weer verstoppen. Het is kouder, maar niet koud en ik word gelijk warm van het rennen. Mijn lul en ballen blijven inderdaad zoals Mevrouw zei helemaal in toom, in positie ook al is mijn pik maximaal opgestijfd. Zonder pillen was dat nooit gelukt, angst maakt hem kleiner, toch? Want bang ben ik wel…, hoe hard is ‘maximale sterkte’, zoals de voorzitter noemde?
Ver achter me hoor ik rumoer. Blijkbaar zijn mijn tien minuten voorsprong voorbij. Fanatiek als ze zijn maken ze ruzie wie linksom en wie rechtsom mag. Fijn, zo weet ik precies waar ze zijn. Ik ga dus snel verder maar o-shit, ineens hoor ik links van me, best dichtbij een krakend geluid, een tak breekt en hoor een harde sis. Knal! En felle klap op mijn rug, echt veel harder als bij het kickboxen. Buiten adem voel ik een tweede, nog voordat ik ook de tweede sis hoor. Ik ben vlak bij het water, ren op mijn harst erna toe en duik er al in als ik amper tot mijn knieën erin sta. Onder water zwem ik door. Geleerd en gewend bij waterpolo, ga ik nu veel verder als de lengte van ons oefenbad in Utrecht en ontsnap.
Een meter of 60…70 kom ik zo beheerst mogelijk naar boven, zonder te proesten of zelfs maar hardop te hijgen. Het water is koud en mijn rug doet pijn. Ik ben aangeschoten, dat is me wel duidelijk. Wat nu? Mijn ogen zijn weliswaar gewend aan het donker, maar ik zie maar heel vaag wat er om me heen is en probeer dat de rijmen met de plattegrond die ik had gezien. Tot ik een autowrak zie staan, een meter of 10 van de rand van het meertje, waar ik tot aan mijn schouders in sta. Ik weet het, hier verder omhoog is zo’n houten kade met dek. Zonder geluid te maken loop ik door het water, erna toe. De bodem is glad en slijmerig, gelukkig mocht ik mijn schoenen aanhouden en als ik erna toe loop wordt het steeds ondieper. Ik sta tot mijn knieën in het water als ik diep moet buigen om onder het dek te komen, tussen de grote meerpalen door. Net eronder hoor ik ze komen. Ze rennen, sissen en het rammelt hard als ze op het dek aankomen. ‘Ik zie hem niet. Andere stem ‘Ik ook niet’. ‘Waar was hij daarstraks?’. ‘Stuk terug, meter of honderd’. ‘Ik kijk hieronder, wacht op me!’. Als ik dat hoor neem ik een diepe hap adem en laat me zakken, zo ver en plat mogelijk, helemaal onder water. Blijf zo lang mogelijk onder, zonder me te bewegen. Dat duurt. Duurt. Angst. Mijn oren piepen, ik moet naar boven. Lucht. Nee…, wachten. Piep-piep-piep. Ik hou het niet meer en kom langzaam omhoog. Als heel snel is mijn hoofd boven, langzaam, zonder lawaai. Ik hoor niets meer als een enkele (water)vogel die hard krijst, ver weg. Ze zijn weg. En zo begint een lange nacht. Koude nacht. Ik pers me achteroverliggend met mijn voeten tegen de kant omhoog, tot nog net en alleen mij n hoofd boven water is. Sluit mijn ogen en probeer de koude te vergeten. Trillend, bevend.
Het wordt al bijna licht als ik me weer durf te bewegen. Hebt een aantal keren mijn benen en tenen moeten strekken om een oplopende spierpijn te voorkomen, alhoewel ik ongelooflijk veel eiwitten en proteïnen binnenkrijg om dat nou juist te voorkomen. Bovenop hele speciale cocktails na iedere werkhout zelfs. Dus langzaam, geruisloos, stukje voor stukje. Dieper in het steenkoude water schuif ik langs de meerpalen naar een grote bos riet met een soort van smalle doorgang. Waarschijnlijk van zwanen of zo, perfect voor mij. Dacht ik toen nog). Dus ik tijger als een volwaardig commando de kant op. Mijn buik en dus ook ballen, lul en supergevoelige eikel schuren over de natte modder. Au-au-au dus sta ik op. Eerst alleen op mijn knieën, kijk goed rond wacht en doe het nog eens terwijl ik met volle kracht luister…, of hoe zeg je dat? Niets. Dan sta ik heel langzaam op, wijdbeens om zo lang mogelijk laag te blijven en voorover gekromd doe ik een eerste stap. !BOEM! Alles donker.
Achteraf vertellen ze me; Het is ruim 5 uur morgens. De teams hebben de hele nacht naar me gezocht maar op twee schoten na niets van me gezien of gehoord, tot een van de thuisteam-deelnemers wel weet waar ik zit, hij gebruikt het zelf ook. Eerst bang ‘zijn’ geheim te verraden doet hij niets, maar OK, na zo veel uur en om vier uur nachts (het fysiek en psychisch meest zwakke moment) dan toch. Ze gaan naar dé steiger. Het is een inham, dus vanaf de overkant kunnen ze er schuin onder kijken en ja-hoor, ze zien me. Maar in plaats van me direct aan te schieten, leggen ze voor mij een hinderlaag. Dat wordt door een verkenner van het andere team gezien, dus die leggen een hinderlaag achter me. Dan wachten ze, op mij en op elkaar en om een uur of half vijf kom ik eruit. Shit.
Als ik ‘wakker’ wordt is het eerste wat me opvalt de pijn. Pijn door heel mijn lijf, vooral in mijn kruis. Mevrouw ziet het en houd me bij mijn schouders vast als ik over eind probeer te komen. Overeind van een grote houten kantinetafel waar ik plat achterover op lig. ‘Kalm aan maar jochie…, kalm aan’ hoor ik van ze terwijl ik probeer een glas water aan te nemen, maar wat niet lukt door mijn trillende handen? Wat? O-shit…, wat is er met me? Vraag ik me af terwijl ik rond me heen kijk. De warme kantine zit vol met lachende, etende en drinkende mensen. Dan komt ook Meneer en de voorzitter erbij en gaan weerzijde van me in een stoel zitten. Kijken me aan en Meneer begint, ’Goed gedaan jochie, ik heb de weddenschap gewonnen…, duizend Euries voor jou en grijnst gemeen’. Ik hoor hem amper, hoor duizend en zie dan mezelf. Ik dacht eerst nog dat het verf was, maar dat is het niet. Heel mijn onderlijf van onder mijn borstkas tot en met mijn bovenbenen is bont en blauw met vele rode bloeduitstortingen. Ook mijn kruis. Mijn ballen zijn donkerblauw, mijn pik vuurrood en mijn normaal al dikkere eikel is nu een belachelijk groot opgezwollen, rood/blauwe paddenstoel! Ze moeten de mijn horror op mijn gezicht hebben afgelezen. Meneer gaat direct door, ‘Niets wat niet geneest Janus…, we koelen het, jij drinkt veel water…, je hebt pijnstillers en we gaan alles heel veel en intensief masseren…, een dag of drie en dan ben je weer als vanouds…’beloofd hij.
En inderdaad, de volgende dagen word ik vorstelijk verwend in ‘mijn’ kamer bij hun thuis in Blaricum. En-ja, inderdaad veel en intensieve massages die me weer keer op keer volkomen bevredigen. Mevrouw is goed hoor…, zowel met haar handen en mond! Voor wat betreft die wedstrijd tussen die teams; Het eindigde in een gelijk spel onder het mom van een ‘FUBAR’. De afkorting van ‘Fucked Up Beyond All Recognition’. (Vertaling naar NL: Onherkenbaar verneukt) Blijkbaar hadden beide teams al hun wapens volkomen leeggeschoten op me, richtend op de plekken met de hoogste scoren. Nou, dat is ze gelukt en de mix van blauw en rood, paars heeft zich perfect doorgezet naar mijn kroonjuwelen.
(** Zoals altijd, alle namen veranderd, behalve die van mij **)
Deze zaterdag (18- juni 2022) word ik door zijn Eenhoornjagers (Zie verhaal ‘De Eenhoornjagers’) uitgeleend aan de paintball-vereniging van hun neef. Ze willen getuigen zijn van de jacht, dus word ik door ze opgehaald en gaan we naar het terrein in het oosten van Nederland. Tijdens de autorit vertellen ze me wat we gaan doen, want anders als dat ik zo’n zwart mogelijke trialrun schoenen aan moest doen, weet ik van niets. Er is een paintball jacht op mij georganiseerd. Ik krijg een A3-tje met daarop de plattegrond van het terrein met wat losse beschrijvingen en GoogleMaps foto’s. Omdat het een avond-, nachtelijke jacht wordt zijn we pas laat die middag daar. Het is bewolkt maar droog, zo’n 22 Celsius als we om een uur of zes aankomen, maar vannacht zal het 15 worden of zo. Ik krijg de bivakmuts aangereikt, moet die omdoen als we bij het terrein aankomen. Daar worden we opgewacht, gaan door naar een parkeerplaats bij het clubhuis. Het is een grote houten keet waarin een twintigtal dames en heren zitten. Er is koffie, thee, drank en veel te eten. Ik moet op een grote houten tafel gaan staan om me voor te stellen. Nog gewoon in jeans en T-shirt plus natuurlijk mijn bivakmuts op. Ze bekijken me nieuwsgierig.
Blijkbaar zijn Dirk-Jan en Yvonne de Marshalls (scheidrechters) voor deze wedstrijd. Daarom staat ook Dirk-Jan op en neemt het woord. ‘Dames en Heren jagers, welkom op deze wel heel speciale Bunny Hunt. Een Hunt zoals mijn vrouw en ik al heel lang heimelijk wensen zal vanavond en hopelijk tot diep in de nacht gaan duren. Hopelijk, want de Bunny die wij aanbieden is een waarlijk uniek exemplaar. Dat gaan jullie dadelijk nog beter zien als hij zich presenteert in zijn natuurlijke gedaante. Ik heb een flinke weddenschap met mijn neef want mijn vrouw en ik weten zeker dat onze Bunny het veel langer volhoudt dan iedere andere Bunny die jullie ooit gejaagd hebben. Aan dus aan jullie om dat te bevechten…’ ging hij verder met een grote glimlach want de hele groep roerde zich natuurlijk. Ik kon het verschil tussen beide teams nog niet zien, nog niemand was in uniform. Dan gaat hij verder, ‘De regels zijn simpel: We hebben een blauw en rood team. Zoals gezegd is onze Bunny speciaal, hij draagt geen beschermende kleding (het geroezemoes neemt toe). Nee. Enkel zijn schoenen en een 'G-string thong’ om alles tussen zijn benen in toom te houden. Iedere treffer levert wedstrijdpunten op. Nul voor zijn hoofd, zijn romp 5, ledematen 10, balzak 25, lul 35 en zijn eikel is een superbonus waard van 50 punten! De bivakmuts houdt hij op en hij krijgt een skibril. Zo houden we onze Bunny anoniem en de muts maakt hem wat afstandelijker, onmenselijker voor jullie om er op te schieten. Geen medelijden dus, ook al komt zo’n ontploffend paintballetje hard aan. Jullie krijgen iedere 10 patronen, dus 60 per team. Als die op zijn is de jacht gesloten. O-ja, de zon gaat om 22u03 onder, dan krijgt de Bunny 10 minuten voorsprong en geef ik daarna het startsignaal. Duidelijk?’. Het geroezemoes houdt niet op, maar niemand stelt vragen. ‘Ok dan, We kunnen ons prepareren’.
Ze staan op en gaan naar de kleedkamers. Bij iedereen begint de adrenaline te stromen. Net als bij mij. Ik volg Yvonne naar een klein kantoortje waar ik me om moet kleden. Nou, omkleden, het is meer uitkleden. Met enkel nog de bivakmuts op en mijn trialrun schoenen reikt ze me twee erectiepillen aan Een Viagra voor een snelle werking en de ander, zo’n Tadalafil voor de lange duur. Zonder vragen slik ik ze door met een blikje Red Bull. Dan geeft ze me een zwarte, 'G-string thong’, ‘Om je zaakje in toom te houden tijdens de jacht want je zult wel veel gaan rennen, duiken, kruipen en zo.’, legt ze uit. Ik stap in de bandjes van het ding, trek het omhoog. De enigszins elastische bandjes schuiven strak tot boven mijn heupen, vloeiend onder mijn billen door naar de zware sleutelgatvormige cockring om weer terug omhoog uiteen te lopen. Het ding van zwart-rvs lijkt als gegoten te zitten, maar is wel aan de krappe kant. Meneer en mevrouw weten heel goed wat mijn maat is, maar geven sadistisch als ze zijn me altijd een maatje kleiner, ik wed dat deze maar 55m doorsnede heeft. Met veel moeite krijg ik er mijn ballen, een voor een en nadat ik ze met spuug kletsnat heb gemaakt, erdoor. Ook met persen en trekken krijg ik mijn slappe lul (gelukkig) er ook door. Het lange ding van zes, zeven centimeter zit strak tegen mijn lijf en perst alles ver naar voor, mijn ballen in de bredere, hartvormige onderkant en mijn lul in de dunnere, spitsere bovenkant. Ook al werken de erectiepillen nog niet, het orgaan lijkt wel een eigen wil te hebben en reageert opgewonden, als lijkt het uit te kijken naar wat er gaat gebeuren. Ik krijg een laken om als we teruggaan naar de zaal.
Ik zit iets voor en tussen Meneer en Mevrouw op zo’n typische kantinestoel als de deelnemers binnendruppelen. Zonder uitzondering in indrukwekkende uitrusting. Zwaar gecamoufleerd, met gekke helmen, handschoenen en vooral, grote guns. Voor het eerst zie ik ook grote kasten opengaan aan de zijkant van de zaal met daarin rijen met guns aan elektrische laders. Ook worden er patronen gevuld met perslucht, die ze onder in het handvat schuiven. Dan pas besef ik dat ze ook kijkers hebben en besef dat die sprieten op hun helmen voor nachtkijkers zijn. O-shit! Nachtkijkers, dat betekent dat ik me moet verstoppen in of achter dingen, het donker van de nacht is gewoon niet goed genoeg is om onzichtbaar te zijn. Er worden veel powerbars gegeten en Red Bull ’s gedronken en pas als (blijkbaar) de voorzitter van de thuisploeg om een uur of half tien opstaat en zo’n laag opstapkrukje voor me neerzet, wordt het stil. Showtime.
Ik ga uit mezelf op het krukje staan en de voorzitter begint, ‘Teams Rood en Blauw, bij deze onze Bunny zoals gesponsord door meneer en Mevrouw. Uiteraard gaat iemand van ons winnen, en daarmee mijn weddenschap met ze en al helemaal omdat wij gewoonweg het beste team zijn’, wat veel boegeroep oplevert. Voor het eerst zie ik een beetje wie bij wie hoort. Aan de uitrusting is niet te zien hoe of wat. Onze Bunny loopt deze keer niet in en een apen-, konijn-, draak- of Minion-pak maar zo’, en hij wijst me aan. Ik sla het laken open en laat het vallen. Nog voordat het ding op de grond barst het gejoel en gejouw los. De voorzitter laat ze hun gang gaan. Ze schrikken allemaal, ook de voorzitter zelf en Meneer en Mevrouw genieten van hetgeen ik bij ze veroorzaak. Schrik, verbazing, verrassing, ongeloof. De meeste kunnen niet blijven zitten, staan op en komen naar me toe. Stamelen allerlei onzin en tikken elkaar aan, wijzend met hun andere hand naar me en vaker, specifieke ‘onderdelen’. Gedisciplineerd raakt niemand me aan. Na een tijd dirigeert de voorzitter ze terug naar hun stoelen en neemt opnieuw het woord. ‘Jullie kennen de regels, hij wordt dadelijk na zonsondergang losgelaten, maar eerst een expliciete gewetensvraag: Als iemand, maar dan ook wellicht maar EEN van ons hier moeite mee heeft, dus bezwaar maakt tegen deze jacht, spreek alstublieft vrijuit. Het zal niemand nagedragen worden. Wat hier gebeurt, blijft hier. Dus spreek!’. Het wordt muisstil. De voorzitter wacht. Het blijft muisstil tot het onaangenaam begint te voelen. ‘Ok’, gaat hij dan verder, ‘dan kunnen we. Hier wat specificaties van ons doelwit. De Bunny is net geen 22 jaar oud, is 187,5 lang en weegt 68,9kg. Dat betekent dat deze atleet, student op een sportacademie, een perfect atletisch BMI heeft van 19,6. Hij is dus superfit, vrij van blessures en in topconditie met, zoals jullie allemaal ongetwijfeld gezien hebben een uitzonderlijke, fysieke lichaamsbouw. Tja…, let op’, terwijl hij er een spiekbriefje bij pakt, ‘zijn stijve is, zoals nu dus, is 22,3 lang en 7,7 dik’ De Viagra doet zijn werk denk ik en glimlach ervan. Dat zien ze. Sommige grinniken terug maar veruit de meeste staren naar mijn kruis, de voorzitter gaat onverstoord verder. ‘En heren luistert en huiver, zijn balzak is tweemaal zo groot als die van jullie! Ik zou zeggen, die is niet te missen’, en verslikt zich in zijn lach wat het publiek overneemt. Maar vergeet dus niet, Hoofd 0, romp 5, ledematen 10, zak 25, lul 35 en die supereikel 50 punten voor je team! Je mag de gun op maximale sterkte zetten, geen genade!’. En daarmee beëindigt hij de aftrap.
Maar Dirk-Jan nog niet. Die wacht tot de zon inderdaad helemaal weg is. Als alle dieprode, oranje kleuren weg zijn tikt hij me op de schouder, ‘wegwezen jij en laat je niet pakken!’. En ik ren er als een haas vandoor. Heb de kaart uit mijn hoofd geleerd en bedacht dat niet de lawaaierige kant van de autosnelweg, maar de andere kant, de waterkant mijn kans is. Daar is een grote vijver met meerdere houten kaden. Wellicht kan ik me eronder, of onderwater zwemmend, me tussen meerdere van die dingen heen en weer verstoppen. Het is kouder, maar niet koud en ik word gelijk warm van het rennen. Mijn lul en ballen blijven inderdaad zoals Mevrouw zei helemaal in toom, in positie ook al is mijn pik maximaal opgestijfd. Zonder pillen was dat nooit gelukt, angst maakt hem kleiner, toch? Want bang ben ik wel…, hoe hard is ‘maximale sterkte’, zoals de voorzitter noemde?
Ver achter me hoor ik rumoer. Blijkbaar zijn mijn tien minuten voorsprong voorbij. Fanatiek als ze zijn maken ze ruzie wie linksom en wie rechtsom mag. Fijn, zo weet ik precies waar ze zijn. Ik ga dus snel verder maar o-shit, ineens hoor ik links van me, best dichtbij een krakend geluid, een tak breekt en hoor een harde sis. Knal! En felle klap op mijn rug, echt veel harder als bij het kickboxen. Buiten adem voel ik een tweede, nog voordat ik ook de tweede sis hoor. Ik ben vlak bij het water, ren op mijn harst erna toe en duik er al in als ik amper tot mijn knieën erin sta. Onder water zwem ik door. Geleerd en gewend bij waterpolo, ga ik nu veel verder als de lengte van ons oefenbad in Utrecht en ontsnap.
Een meter of 60…70 kom ik zo beheerst mogelijk naar boven, zonder te proesten of zelfs maar hardop te hijgen. Het water is koud en mijn rug doet pijn. Ik ben aangeschoten, dat is me wel duidelijk. Wat nu? Mijn ogen zijn weliswaar gewend aan het donker, maar ik zie maar heel vaag wat er om me heen is en probeer dat de rijmen met de plattegrond die ik had gezien. Tot ik een autowrak zie staan, een meter of 10 van de rand van het meertje, waar ik tot aan mijn schouders in sta. Ik weet het, hier verder omhoog is zo’n houten kade met dek. Zonder geluid te maken loop ik door het water, erna toe. De bodem is glad en slijmerig, gelukkig mocht ik mijn schoenen aanhouden en als ik erna toe loop wordt het steeds ondieper. Ik sta tot mijn knieën in het water als ik diep moet buigen om onder het dek te komen, tussen de grote meerpalen door. Net eronder hoor ik ze komen. Ze rennen, sissen en het rammelt hard als ze op het dek aankomen. ‘Ik zie hem niet. Andere stem ‘Ik ook niet’. ‘Waar was hij daarstraks?’. ‘Stuk terug, meter of honderd’. ‘Ik kijk hieronder, wacht op me!’. Als ik dat hoor neem ik een diepe hap adem en laat me zakken, zo ver en plat mogelijk, helemaal onder water. Blijf zo lang mogelijk onder, zonder me te bewegen. Dat duurt. Duurt. Angst. Mijn oren piepen, ik moet naar boven. Lucht. Nee…, wachten. Piep-piep-piep. Ik hou het niet meer en kom langzaam omhoog. Als heel snel is mijn hoofd boven, langzaam, zonder lawaai. Ik hoor niets meer als een enkele (water)vogel die hard krijst, ver weg. Ze zijn weg. En zo begint een lange nacht. Koude nacht. Ik pers me achteroverliggend met mijn voeten tegen de kant omhoog, tot nog net en alleen mij n hoofd boven water is. Sluit mijn ogen en probeer de koude te vergeten. Trillend, bevend.
Het wordt al bijna licht als ik me weer durf te bewegen. Hebt een aantal keren mijn benen en tenen moeten strekken om een oplopende spierpijn te voorkomen, alhoewel ik ongelooflijk veel eiwitten en proteïnen binnenkrijg om dat nou juist te voorkomen. Bovenop hele speciale cocktails na iedere werkhout zelfs. Dus langzaam, geruisloos, stukje voor stukje. Dieper in het steenkoude water schuif ik langs de meerpalen naar een grote bos riet met een soort van smalle doorgang. Waarschijnlijk van zwanen of zo, perfect voor mij. Dacht ik toen nog). Dus ik tijger als een volwaardig commando de kant op. Mijn buik en dus ook ballen, lul en supergevoelige eikel schuren over de natte modder. Au-au-au dus sta ik op. Eerst alleen op mijn knieën, kijk goed rond wacht en doe het nog eens terwijl ik met volle kracht luister…, of hoe zeg je dat? Niets. Dan sta ik heel langzaam op, wijdbeens om zo lang mogelijk laag te blijven en voorover gekromd doe ik een eerste stap. !BOEM! Alles donker.
Achteraf vertellen ze me; Het is ruim 5 uur morgens. De teams hebben de hele nacht naar me gezocht maar op twee schoten na niets van me gezien of gehoord, tot een van de thuisteam-deelnemers wel weet waar ik zit, hij gebruikt het zelf ook. Eerst bang ‘zijn’ geheim te verraden doet hij niets, maar OK, na zo veel uur en om vier uur nachts (het fysiek en psychisch meest zwakke moment) dan toch. Ze gaan naar dé steiger. Het is een inham, dus vanaf de overkant kunnen ze er schuin onder kijken en ja-hoor, ze zien me. Maar in plaats van me direct aan te schieten, leggen ze voor mij een hinderlaag. Dat wordt door een verkenner van het andere team gezien, dus die leggen een hinderlaag achter me. Dan wachten ze, op mij en op elkaar en om een uur of half vijf kom ik eruit. Shit.
Als ik ‘wakker’ wordt is het eerste wat me opvalt de pijn. Pijn door heel mijn lijf, vooral in mijn kruis. Mevrouw ziet het en houd me bij mijn schouders vast als ik over eind probeer te komen. Overeind van een grote houten kantinetafel waar ik plat achterover op lig. ‘Kalm aan maar jochie…, kalm aan’ hoor ik van ze terwijl ik probeer een glas water aan te nemen, maar wat niet lukt door mijn trillende handen? Wat? O-shit…, wat is er met me? Vraag ik me af terwijl ik rond me heen kijk. De warme kantine zit vol met lachende, etende en drinkende mensen. Dan komt ook Meneer en de voorzitter erbij en gaan weerzijde van me in een stoel zitten. Kijken me aan en Meneer begint, ’Goed gedaan jochie, ik heb de weddenschap gewonnen…, duizend Euries voor jou en grijnst gemeen’. Ik hoor hem amper, hoor duizend en zie dan mezelf. Ik dacht eerst nog dat het verf was, maar dat is het niet. Heel mijn onderlijf van onder mijn borstkas tot en met mijn bovenbenen is bont en blauw met vele rode bloeduitstortingen. Ook mijn kruis. Mijn ballen zijn donkerblauw, mijn pik vuurrood en mijn normaal al dikkere eikel is nu een belachelijk groot opgezwollen, rood/blauwe paddenstoel! Ze moeten de mijn horror op mijn gezicht hebben afgelezen. Meneer gaat direct door, ‘Niets wat niet geneest Janus…, we koelen het, jij drinkt veel water…, je hebt pijnstillers en we gaan alles heel veel en intensief masseren…, een dag of drie en dan ben je weer als vanouds…’beloofd hij.
En inderdaad, de volgende dagen word ik vorstelijk verwend in ‘mijn’ kamer bij hun thuis in Blaricum. En-ja, inderdaad veel en intensieve massages die me weer keer op keer volkomen bevredigen. Mevrouw is goed hoor…, zowel met haar handen en mond! Voor wat betreft die wedstrijd tussen die teams; Het eindigde in een gelijk spel onder het mom van een ‘FUBAR’. De afkorting van ‘Fucked Up Beyond All Recognition’. (Vertaling naar NL: Onherkenbaar verneukt) Blijkbaar hadden beide teams al hun wapens volkomen leeggeschoten op me, richtend op de plekken met de hoogste scoren. Nou, dat is ze gelukt en de mix van blauw en rood, paars heeft zich perfect doorgezet naar mijn kroonjuwelen.
(** Zoals altijd, alle namen veranderd, behalve die van mij **)
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10