Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Reuel
Datum: 16-03-2025 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 1718
Lengte: Lang | Leestijd: 20 minuten | Lezers Online: 1
Gienah
Ik land midden op een savanne te midden van een kudde grazende antilopen. Ik kijk uit over het weidse landschap. Reusachtige baobab bomen met hun metersdikke stammen. De prachtige karakteristieke geelbloeiende acacia’s. Het roodhavergras, het Bermudagras en het olifantsgras hoog opgroeiend. Dit alles beschenen door het geeloranje licht van de reuzenster Gienah. In de verte een kudde olifanten, kafferbuffels en giraffes die met hun lange halzen aan acacia’s knabbelen. In de verte zie ik een troep jagende leeuwinnen. Ze besluipen de antilopen die nog niets in de gaten hebben. Ben ik misschien ook een prooi? Antilopen kunnen hardlopen maar hoe zit het met mij? Dan heeft een van de antilopen iets door. Ze kijkt verschrikt op. Alert kijkt ze om zich heen, haar neusje snuift de lucht op en dan springt de onrust over op de hele kudde die er dan vandoor gaat. Ik sta radeloos te midden van de vluchtende antilopen om me heen te kijken. Waar vlucht ik naartoe? Ik vlucht naar een baobabboom en verschuil me achter de dikke stam. Een stam die wel 120.000 liter water kan bevatten. Angstig kijk ik naar de snel naderende leeuwin. Heeft ze me in de gaten? Voorzichtig kijk ik naar haar vanachter mijn boom. Ze staat stil vlak voor de boom. Haar staart zwaait hard heen en weer, blijkbaar is ze boos. Ze komt op de boom af. Heeft ze me gezien? Ze komt om de boom heen en ik draai weg naar achteren. Heeft ze me nou gezien? Dan sta ik plotseling oog in oog met haar. Ze gromt. Haar staart zwiept. Dan springt ze op me af. Ik duik onder haar door en spring weer op en verschuil me achter de boom. Ze brult, nu is ze echt nijdig. Ze rent me achterna. Weer staan we tegenover elkaar. Ik angstig naar haar starend en zij met haar nijdige blik en slaande staart. Weer springt ze op me af en nogmaals weet ik haar te ontwijken. Ik geef haar een harde schop in haar schaamstreek. Ze jankt van de pijn maar is absoluut niet verslagen. Ik ben de wanhoop nabij, dit kan niet goed blijven gaan. Weer komt ze grommend op me af, klaar voor de sprong. Dan een harde plok. Een pijl dringt diep in de bast van de baobabboom vlak voor de neus van de leeuwin. Ze schrikt en ze geeft een brul. Wild kijkt ze om zich heen. Plok, een volgende pijl bijt zich vast in de boom. De leeuwin schrikt, maar geeft het nog niet op. Plok een volgende pijl boort zich in de achterpoot van de leeuwin. De leeuwin brult maar nu gaat ze er vandoor. Zoef, weer een pijl vliegt rakelings over de kop van de leeuwin en zet haar aan tot grotere spoed.

Verbijsterd kijk ik haar aan, mijn mysterieuze boogschutster. Deze prachtige schoonheid met haar prachtige lange krullende zwarte haren, haar heerlijke lichaam, rank en slank, heerlijke kleine stevige borstjes, haar smachtende bruine ogen. Haar rijpe volle lippen, lippen die jou willen kussen. Ze draagt een kort klokkend wit rokje en een wit triangeltopje. Oh god, wat is ze mooi en wat is ze sexy.

‘Kom met me mee’, zegt ze tegen me.

Ze begint te rennen door het hoge gras en rent voor me uit als een ranke gracieuze hinde. Ik bewonder haar soepele atletische gang en geniet van de schoonheid van haar lichaam. Haar brede heupen en haar door zongebruinde billen die amper bedekt worden door het te korte rokje. Haar slanke taille en haar gespierde schouders, de stevige biceps van haar bovenarmen. Haar prachtige krullende zwarte haren die achter haar aan wapperen terwijl ze over de savanne rent.

Oh god, wat is ze mooi.

Uren blijven we zo door rennen tot we bij een brede rivier komen. Een groepje gemeen uitziende nijlkrokodillen met hun wrede bek vol met tanden liggen te baden in de zon.

‘Heel stil zijn’, zegt ze tegen me.

Zachtjes zonder te plassen gaat ze te water en begint te zwemmen, ik vertrouw het niet helemaal, maar ik heb geen keuze en volg haar het water in. We zwemmen naar de overkant van de rivier. We zijn er bijna als een van de nijlkrokodillen wakker wordt en ons begint te achtervolgen. Het beest zoeft door het water als een geladen torpedo en haalt ons snel in. We bereiken de oever van de rivier en gaan aan wal, maar het rotbeest komt achter ons aan en bereikt een indrukwekkende snelheid over het land en haalt ons zienderogen in.

Mijn boogschutster keert zich om en vuurt de ene na de andere pijl af op het vreselijke beest. Het mag echter niet baten en het beest stort zich op haar. Ze krijst van de pijn als het beest haar opvreet. Poef, ze spat uit elkaar en dan is ze weg. Het beest kijkt niet eens bevreemd. Maar hij kijkt wel naar mij.

Ik kijk geschokt toe maar waarschijnlijk ben ik het volgende prooi van het beest dus ik ren hard weg.

Ik blijf rennen en rennen en dan zie ik in de verte een grote tent.

Ik ben doodop en buig voorover en steek mijn hoofd tussen m’n knieën.

Als ik het me realiseer worden mijn ogen vochtig en stromen de tranen over mijn wangen naar beneden die de grond onder mij verkleuren.

Ze heeft haar leven voor mij gegeven.

Als ik een beetje ben bijgekomen loop ik naar de tent.

Een beeldschone naakte blonde vrouw ligt op een Chaise Longue onder een grote luifel. Kandelaars met kaarsen branden overal. Een prachtig Afghaans tapijt bedekt de bodem. Op een laag oosters tafeltje staat een fles met wijn. Twee glazen zijn gevuld. Schaaltjes met kruidig geurend voedsel staan ernaast.

‘Reiziger’, zegt ze.

Ik kijk in haar heldere fonkelende ogen.

‘Ik ben de meesteres van aankomst en jij bent de reiziger, drager van de ring.’

Ik kijk haar aan maar zeg niets.

‘Neem een glas wijn en geniet van het voedsel.’

Zelf neemt ze een glas wijn en neemt een handje met gekruide noten. Ze neemt een slok en stopt vervolgens de nootjes in haar mond.

Ik sta haar maar aan te staren.

‘Neem plaats op die poef en tast toe.’

Ik kijk haar aan zoals ze daar zo naakt voor me ligt. Een knappe vrouw, haar lichaam door de zon gebruind, grote borsten, een slank lichaam, brede heupen, lang blond haar. En een heerlijk gladgeschoren poesje en een superstrak sneetje. Haar vochtige schaamlippen wijken iets uiteen.

Ik neem het glas rode wijn, Tenuta San Guido Sassicaia staat er op het etiket, het blijkt een wijn met een complex smaakprofiel met veel rijk donker fruit en hints van bittere kruiden en munt. Het is een kostelijke wijn. Ik geniet. Ik neem wat te eten en het combineert heerlijk met de wijn.

Terwijl ik zit te genieten bestudeerd de vrouw me.

‘Je hebt een fraai geproportioneerd lichaam. Slank en goed gespierd, je bent vast goed in bed.’

Inmiddels weet ik wel wat er moet gebeuren, ik ben immers al lang genoeg op reis om het patroon te herkennen.

‘Kun je ook lang en hardlopen?’

‘Waarom vraag je dat?’

Vannacht heb je seks met mij en morgen moet je gaan want anders zul je sterven.

Het is honderd kilometer lopen en het moet in één dag en de Masai zullen je achtervolgen en als ze je te pakken krijgen zullen ze jou doden.

Ze staat op en toont zich in al haar rankheid en al haar schoonheid. Ze neemt me bij de hand en leidt me haar tent binnen. In de tent is er enkel plaats voor het grote lage bed. Een dekbed met een beeltenis van een uit het water opstijgende zwaan ligt over het bed. Kussens met elkaar aankijkende zwanen completeren het geheel.

Ze gaat voor me staan en slaat haar armen om me heen en kust me. Haar enorme boezem drukt tegen mijn borst. Haar harde tepels priemen in de huid van mijn borst.

Haar tong dringt mijn mond binnen en ik proef de vage nasmaak van de heerlijke wijn die we gedronken hebben. Ik kus haar terug en mijn lippen proeven de hare.

Mijn zwellende penis drukt tegen haar onderlichaam.

Ze begint opgewonden te geraken en ze gaat op de rand van het bed zitten. Ik ga naast haar zitten en leg mijn hand in haar kruis. Mijn wijsvinger wrijft over haar clitoris.

Ze schikt een eindje op en legt haar been over de andere. Ze steekt haar hand in haar kruis en begint zich te masturberen.

Maar dat kan ik veel beter. Ik trek haar benen van elkaar en steek mijn hoofd tussen haar benen en begin haar te likken.

‘Oh ja, dat is lekker’, kreunt ze.

Inmiddels weet ik dat het voldoende is om haar een orgasme te bezorgen en dan kan ik mijn weg vervolgen. Maar geen enkele reden natuurlijk om ook niet zelf flink te genieten.

‘Doorgaan’, kreunt ze.

‘Niet ophouden’, zwijmelt ze.

‘Oh god, ik kom klaar.’, steunt ze.

Nu pak ik haar op en leg haar plat op het grote brede bed, nu is het mijn beurt.

Ik penetreer haar en plet haar dikke grote borsten onder mijn borstkas, haar harde tepels priemen in mijn huid. Ik kijk haar recht in haar enigszins van genot vertrokken ogen.

‘Neuk me zo hard als je kunt’, hijgt ze euforisch.

‘Oh ja, spuit me vol met zaad’, zucht ze.

Mijn god wat is die meid geil.

Ze kronkelt van genot onder me terwijl ik haar hard neuk.

Dan komt ze kreunend van genot klaar.

Ik ben nog niet zover en ga door.

Ze duwt me van zich af en grijpt mijn penis en begint me te pijpen.

Dan kom ik algauw klaar en spuit haar mond vol.

Ze toont me het uit haar mond lekkende zaad en slikt dan de rest door.

We vallen in slaap in het grote bed.

Als ik die ochtend wakker wordt is ze al bezig met het ontbijt. Heerlijke warme gekruide broodjes besmeerd met een dikke laag smeltende roomboter.

Terwijl we zitten te eten vertelt ze me wat me te doen staat.

‘Het is honderd kilometer rennen, de Masai zijn snel en je moet ze voor blijven. Het is honderd kilometer en die loop je in een dag want anders vinden de Masai je en dan zullen ze je doden.’

Honderd kilometer hardlopen in een dag is nogal wat. Het is dat ik elk jaar meedoe aan de run honderd in mijn woonplaats Winschoten anders zou ik niet weten hoe dat moest.

‘Kun je dat reiziger?’

‘Ja’, zeg ik.

‘Ga dan.’

Ik krijg een waterzak en een pakje met voedsel mee en dan ga ik op pad.

Ik zet er flink de pas in maar overdrijf het niet, honderd kilometer hardlopen is een kwestie van je krachten doseren.

Ik kijk achterom maar zie geen Masai.

De uren verstrijken en ik loop en loop. Kilometer na Kilometer over een weids open landschap. Zo hier en daar een boom en wat struiken.

Ik kijk achterom, heel in de verte zie ik zes Masai rennen. Ze dragen een boog met een pijlenkoker. Ze maken jacht op mij.

Ik verhoog mijn snelheid, ik wil ze liever kwijt.

Een uur blijf ik door rennen in die hogere snelheid.

Dan kijk ik weer achterom. Ze zijn er nog steeds.

Weer verhoog ik mijn snelheid, nog sneller is niet verstandig maar ik wil ze kwijt.

Weer een uur verstrijkt.

Ik kijk weer achterom, ze zijn nu dichterbij.

Spelen ze met me?

Ik ga nog harder rennen, niet verstandig maar ik wil ze kwijt.

Weer een uur verstrijkt.

Ik kijk achterom en kijk opzij.

Vier Masai rennen er achter me, twee rennen naast me. Ze zijn me aan het omsingelen.

Wanhopig zet ik een nog hogere snelheid in, hoelang kan ik dit nog volhouden.

Na een halfuur lopen er twee Masai achter me, twee naast me en twee voor me, ze hebben me te pakken.

Vanachter een grote struik springt plotseling de amazone met haar tweesnijdend zwaard tevoorschijn.

Ja, dat kan er dan ook nog wel bij.

Maar nu gaat het toch anders.

Met een machtige houw van haar zwaard hakt ze een Masai in tweeën.

Ik kijk haar verbijsterd aan, is ze nu plotseling geen vijand meer maar een bondgenoot?

‘Rennen, zo hard als je kunt’, snauwt ze tegen me.

De Masai grijpen naar hun bogen. Nemen een pijl uit hun koker en spannen aan.

De Amazone hakt een van de Masai een arm af en rijgt één van hen aan haar zwaard.

Ik ren en ren als of ik achter nagezeten word door de duivel. Ik kijk achterom en de afstand wordt groter en groter.

De amazone valt de drie overgebleven Masai aan. Maar ze wordt getroffen door drie pijlen. Ze hakt een van hen een hand af en steekt een ander neer. Maar wordt dan door een pijl in haar hart getroffen. Ze stort neer. Even later sterft ze. Poef, ze spat uiteen en dan is ze weg.

De enig overgebleven Masai komt me nu achterna.

Ik begin nog harder te rennen maar hij begint me al gauw in te halen.

Dan blijf ik staan. Hij spant z’n boog en vuurt een pijl op me af. Ik concentreer me. De pijl vliegt op me af, vlak voordat hij me raakt tik ik hem aan de kant. Ik ren op de Masai af. De Masai haalt een volgende pijl uit zijn koker en weer vuurt hij een pijl op me af. Weer tik ik die aan de kant. Zijn ogen worden groot. Ik stort me op hem en grijp hem bij zijn keel. Ik begin hem te wurgen. Hij stompt me hard in m’n maag. Ik negeer de pijn en knijp harder. Zijn ogen beginnen uit te puilen, hij krijgt geen lucht meer. Hij blijft me in mijn maag stompen maar de stompen nemen in kracht af. Hij begint te verzwakken en zakt door zijn knieën en raakt buiten bewustzijn.

De strijd is voorbij en nu realiseer ik me dat de amazone haar leven voor me gaf. Net als de mysterieuze boogschutster. Wat is er veranderd dat ze nu niet langer mijn vijanden zijn?

Ik ren uur na uur verder en de zon zakt richting de horizon als ik in de verte een tent zie staan. Daar zal ik de meesteres van afscheid wel vinden.

Ik kom bij de zwarte tent. Onder de luifel ligt ze, de meesteres van afscheid. Een prachtige rondborstige blondine met lang krullend haar. Slank en gespierd is ze. Brede heupen.

Mijn god wat een mooie vrouw.

Ze draagt enkel een doorzichtige lendendoek opgehouden door een zwart leren met gele saffieren bezette riem. Onder het dunne doorzichtige stof schemert een geil geschoren vingertje schaamhaar.

In haar navel fonkelt een gele saffier en aan haar oorlellen hangen oorbellen in de vorm van in het water landende zwanen.

‘Reiziger, drager van de ring, ga bij me aan tafel zitten en geniet van de maaltijd.’

Op dat moment komt de laatste Masai aanstormen. Hij richt zijn boog met een pijl op me en laat los. De pijl zoeft op me af.

De vrouw weert de pijl af met een verblindende schicht van hitte en licht. De pijl verkruimelt voor me en vervalt tot stof.

De vrouw kijkt de Masai aan en wuift hem weg. Hij buigt voor haar, keert om en vertrekt.

‘Ik ben de meesteres van afscheid en ik duld deze inmenging niet, nog een pijl en ik had hem gedood. Eet, geniet van de maaltijd.’

Het is een Indische rijsttafel en ik heb honger. Ze schenkt er La Capitana Barrel Reserve Chardonnay bij die erg goed combineert.

‘Zo meteen gaan we vrijen en morgenvroeg ga je dan op reis’, zegt ze tegen me.

Ik geniet van de heerlijke maaltijd. Mijn vermoeidheid van honderd kilometer hardlopen trekt weg.

‘Kom, ga met me mee’, beveelt ze me.

We gaan de tent binnen. De grond is bedekt met een groot tapijt met de afbeelding van een uit het water opstijgende zwaan. De ruimte wordt verlicht door lantaarns met afbeeldingen van broedende zwanen. De afbeeldingen ervan schemeren tegen de binnenkant van het tentdoek. Op het bed ligt een dekbed van zuivere zijde en een sprei met de afbeelding van een vliegende zwaan glijdt bijna van het bed.

Ik neem haar in mijn armen en zet haar op de rand van het bed. Ik spreid haar benen en trek de lendendoek van haar lichaam. Ik begin haar te beffen. Met het puntje van m’n tong masseer ik haar clitoris. Ze kreunt van genot.

‘Doorgaan’, beveelt ze me.

Ik kruip verder naar boven en mijn tong glijdt over haar lichaam naar haar navel. Mijn tong speelt met de gele saffier. Ze kreunt van genot. Ik kruip nog verder naar boven en vindt haar tepels. Ik begin ze te likken en ze worden hard onder de halen die ik ze geef met de ruwe kant van mijn tong. Ze begint onder me te kronkelen van genot. Mijn harde penis rust nu op haar ingang. Dan penetreer ik haar en begin haar te neuken.

‘Oh ja’, steunt ze.

IK kijk haar recht in haar geile ogen en kus haar en kus haar tot ze me terug kust.

Ze drukt haar grote borsten omhoog en haar dikke tepels priemen in mijn huid. Ze stoot haar bekken omhoog als ik de mijne naar beneden stoot.

Ze gilt het uit van genot.

Ik voel mijn orgasme aankomen.

‘Neuk me, neuk me zo hard Als je kunt’, krijst ze.

Ik voel dat ze klaar gaat komen.

Ik voel dat ik klaar ga komen.

Samen komen we dan gelijktijdig klaar.

Uitgeput van het hardlopen en het neuken rol ik van haar af en val in slaap.

Als ik ’s morgens wakker wordt dringt de geur van verse koffie in mijn neus.

Ik loop de tent uit en zie haar aan tafel zitten. Verse broodjes, plakken kaas en een schaaltje honing en een kop zwarte koffie staan voor me klaar.

Samen genieten we ons ontbijt, dan grijpt ze mijn hand en wrijft over de ring.

De omgeving hult zich in nevelen en dan flitsen de sterren als schichten langs me heen. Langzaam wordt de zwakke rode reus Ruchba groter en groter.

© Reuel 2025
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...