Door: Jefferson
Datum: 23-03-2025 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 5133
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 12 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Gemiddeld | Leestijd: 12 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Over De Grens - 11: De Illusie Van Evenwicht
De Opzet
Mathijs had er de afgelopen dagen steeds vaker over nagedacht, had gewikt en gewogen, had zich afgevraagd hoe ver hij kon gaan zonder dat het geforceerd zou aanvoelen, zonder dat Liza zou vermoeden dat hij haar zachtjes een richting opduwde waarvan ze zelf dacht dat ze die vrijwillig bewandelde, en hoe hij er tegelijkertijd voor kon zorgen dat hij niets hoefde te forceren, maar slechts hoefde toe te kijken hoe de dingen zich op natuurlijke wijze zouden ontvouwen.
Maar telkens als hij probeerde rationeel te blijven, dook dat ene beeld weer op, die enkele ervaring die als een diepe, elektrische lading door zijn lijf was geschoten en zich had vastgezet in zijn gedachten. Het moment op de parkeerplaats, de machteloosheid waarmee hij had toegekeken terwijl zijn lieve, mooie, altijd zo normale Liza op haar knieën zat, haar lippen glijdend over een zwarte pik die veel groter was dan de zijne. Hij had er niets tegen kunnen doen, had zich niet kunnen laten gelden als haar man, had slechts ademloos kunnen kijken terwijl hij harder werd dan ooit tevoren.
En nu, steeds weer, keer op keer, speelde dat moment zich af in zijn hoofd, als een verslaving die hij niet kon onderdrukken. Als hij zijn ogen sloot, zag hij het opnieuw: zijn vrouw, de vrouw die altijd bescheiden was geweest, ingetogen, trouw en betrouwbaar, nu met één of meerdere grote, zwarte piemels in haar mond, tussen haar benen, haar lichaam volledig ondergeschikt aan iets wat hij nooit had kunnen voorzien. En hoe meer hij eraan dacht, hoe minder hij zich ertegen verzette. Het was geen simpele herinnering meer. Het was een obsessie geworden, een idee dat hem steeds dieper meesleurde, alsof hij langzaam maar zeker zijn eigen wil begon te verliezen aan de opwinding die ermee gepaard ging. En dan was het wel handig dat je er steeds minimaal drie in de buurt had, waarvan hij wist dat ze naar zijn mooie, blanke vrouw keken met hongerige ogen en ongetwijfeld harde, kloppende erecties en grote, jeukende ballen vol zaad.
En misschien was het juist dat wat hem het meest bezighield. Hij kon zichzelf wijsmaken dat dit slechts een fascinatie was, een spel dat hij observeerde en stuurde, maar diep vanbinnen wist hij dat het groter was dan dat. Wat hem werkelijk gevangen hield, was de gedachte dat Liza dit misschien net zo fascinerend vond als hij. Want nog nooit had hij haar zo gretig, zo toegewijd zien pijpen als daar, in die auto, op die enorme, donkere pik. Het was niet alleen lust, het was overgave, een rauwe, instinctieve drift die hij nog nooit bij haar had gezien, zelfs niet bij hemzelf. En dat vrat aan hem, liet hem hopen – of vrezen – dat er in haar iets verscholen zat dat hij nog niet kende.
Stiekem hoopte hij dat ze net zo gefascineerd was. Dat ze zelf verlangde naar meer, naar groter, naar donkerder. Maar hij durfde haar dat niet te vragen. Wat als ze zou ontkennen? Wat als ze zou toegeven? Wat als hij een antwoord kreeg dat hij niet aankon? Als hij zijn ogen sloot, zag hij het opnieuw: zijn vrouw, de vrouw die altijd bescheiden was geweest, ingetogen, trouw en betrouwbaar, nu met één of meerdere grote, zwarte piemels...
John had inmiddels een tiental keer in huis geholpen, kleine klusjes uitgevoerd, dingen gerepareerd en schoongemaakt, altijd met een stille, bijna onderdanige houding die Mathijs fascinerend vond, alsof hij niet alleen werkte om geld te verdienen, maar ook om een reden te hebben om in hun huis te zijn, om dichter bij Liza te komen zonder dat hij daarvoor een legitieme verklaring hoefde te hebben. Mathijs vond John een oprecht aardige jongen, iemand die meer verdiende dan hij kreeg, die met een soort bescheidenheid in het leven stond die hem onderscheidde van zijn broer en vader, die beide soms iets te arrogant leken, alsof ze zich op een of andere manier verheven voelden boven hun situatie.
En dus had Mathijs er bewust voor gekozen hem niet direct voor alles te betalen, had hij het moment uitgesteld, had hij de laatste keer zelfs luchtig tegen John gezegd dat als hij echt iets wilde, hij het gewoon aan Liza kon vragen, alsof dat de normaalste zaak van de wereld was, alsof dat een logische manier was om de balans te herstellen. Wat hij maar wilde. Ze konden wel wat missen.
Niet altijd was Liza thuis wanneer John langskwam, en Mathijs merkte dat John dan vaak, zo onopvallend mogelijk, informeerde naar haar afwezigheid. De vragen waren kort en bescheiden, verpakt in een terloopse opmerking, maar Mathijs wist wel beter. Hij zag de blik in de jongen zijn ogen, een mengeling van nieuwsgierigheid en onhandig verhulde hoop, alsof hij telkens hoopte dat ze plotseling toch binnen zou lopen. En wanneer Liza er wél was, was John als versteend, zijn ogen constant zoekend naar haar, maar nooit brutaal starend, altijd schichtig, alsof hij bang was betrapt te worden. Mathijs hield zich op zulke momenten vaak afzijdig, liet het moment zich ontvouwen terwijl hij zich onopvallend terugtrok, slechts toeschouwer, een stille observator van het subtiele spel dat zich tussen de twee leek af te spelen.
Hij zag het. De blikken die Liza naar de jongen wierp, vluchtig maar aanwezig. Een soort nieuwsgierige observatie die te lang bleef hangen, een interesse die ze waarschijnlijk zelf niet eens helemaal doorhad. John, die verlegen maar onmiskenbaar gefascineerd bleef hangen in haar aanwezigheid. Mathijs wist hoe het werkte. Er speelde iets tussen hen, een onderhuidse spanning die slechts een klein duwtje nodig had om volledig tot uitbarsting te komen. En als het dan toch moest gebeuren, dan liever met John. Bij hem had Mathijs nog enigszins de illusie van controle, iets wat bij anderen veel minder zeker zou zijn.
Op een dag, alweer een paar weken na het 'incident' op de parkeerplaats, kort voordat John weer zou langskomen, bracht Mathijs het achteloos ter sprake tijdens het ontbijt, alsof het een detail was dat hem net te binnen schoot, alsof het een kleinigheid was die hij bijna was vergeten, terwijl hij zijn koffie inschonk en zonder haar direct aan te kijken opmerkte dat hij John nog niet voor alles had betaald, dat het er gewoon niet van gekomen was, en dat ze de laatste tijd toch wat krap zaten bij kas, iets wat hij met een schouderophalen afdeed als een ongemak waar ze samen wel uit zouden komen.
"Ach," voegde hij eraan toe, met een laconieke glimlach, terwijl hij zijn mok optilde en er even overheen blies, "hij kan het natuurlijk ook gewoon aan jou vragen. Dat lijkt me wel zo makkelijk, toch?"
Liza stopte halverwege haar beweging, haar vork met een stukje fruit boven haar kom zwevend, en keek hem met een mengeling van ongeloof en achterdocht aan, haar ogen smal, haar lippen een tikje getuit, alsof ze op het punt stond hem te wijzen op de absurditeit van zijn woorden, want hoe kon het nou dat ze ineens krap bij kas zaten, wanneer er nergens tekenen waren van financiële problemen, wanneer Mathijs nooit eerder iets over geld had gezegd, wanneer ze nog geen week geleden zonder enige aarzeling een weekendje weg hadden geboekt?
Maar ze zei niets, of in ieder geval niet wat ze wilde zeggen, want diep vanbinnen wist ze dat ze geen zin had in een discussie, geen zin had om hem te betichten van vaag gedraai, en misschien, heel misschien, wist ze zelf al een klein beetje waar dit naartoe ging en vond ze dat tegelijkertijd ongemakkelijk en opwindend. Ze vermoedde nog steeds niet dat Mathijs ook maar een beetje op de hoogte was, maar ze kon er niks aan doen—voor ze het wist, schoot er een gedachte door haar hoofd die haar wangen warm deed worden. John betalen in 'natura'? Het was absurd, belachelijk zelfs, en toch… ze kon niet ontkennen dat de gedachte zich vastklampte aan iets dieps in haar, iets waar ze geen grip op had. Het was alsof een verboden wereld zich in haar opende, een wereld die ze rationeel wilde afwijzen, maar die haar tegelijkertijd prikkelde op een manier die ze niet kon negeren. Spoorde ze wel?
Mathijs zag haar aarzeling, haar berekening, het moment waarop ze de gedachte wegduwde en besloot dat het niet de moeite waard was om tegen hem in te gaan, en hij glimlachte lichtjes, nauwelijks merkbaar, terwijl hij deed alsof hij zich al niet meer bezighield met het onderwerp, alsof het slechts een terloopse opmerking was geweest, terwijl hij zijn spullen bij elkaar raapte en haar een snelle kus op haar wang gaf, zijn hand net iets te lang op haar onderrug, zijn stem net iets te warm toen hij zei dat hij naar zijn werk ging en dat hij haar later zou zien. Maar hij ziet in haar ogen dat het zaadje verder ontkiemt.
Terwijl Mathijs in zijn auto stapte en de deur sloot, hoorde hij het zachte gezoem van een fiets die vaart minderde. Hij keek op en zag Eva net komen aanfietsen, haar lange haren licht wapperend in de ochtendbries, haar blik direct op hem gericht. Ze remde subtiel af, haar ogen schoten even kort naar de voordeur van het huis, alsof ze controleerde of Liza binnen was. Op haar gezicht lag die bekende uitdrukking, een mengeling van vriendelijk en bedachtzaam, maar achter haar ogen brandde iets scherpers.
Eva stopte haar fiets en liet haar voet langzaam op de grond zakken, terwijl haar blik even naar Mathijs gleed. Hij keek op, begroette haar met een lichte knik en een glimlach die net nonchalant genoeg was om te suggereren dat hij zich totaal geen zorgen maakte over haar aanwezigheid. "Mooie ochtend, niet?" merkte hij op, terwijl hij ontspannen tegen de rand van de autodeur leunde.
Eva trok haar wenkbrauwen even op, een subtiel gebaar dat nauwelijks opviel, maar haar gedachten verraadden. "Zeker," antwoordde ze kalm, terwijl ze haar zonnebril opzette. "Heb je het druk vandaag?" Haar toon was luchtig, maar haar ogen hielden hem strak in de gaten.
Mathijs haalde zijn schouders op, startte de motor met een achteloze beweging. "Ach, hetzelfde als altijd. Wat werk, wat afspraken." Hij liet een korte pauze vallen, keek haar even schuin aan. "En jij? Nog wat gezelligs gepland met Liza?"
Eva kantelde haar hoofd lichtjes, als een roofdier dat net een interessante beweging in het struikgewas had opgemerkt. "Ja, gewoon wat bijpraten. Ze lijkt de laatste tijd... anders. Maar jij hebt daar vast niks van gemerkt?" Haar glimlach was scherp, haar woorden zorgvuldig gekozen.
Mathijs lachte zacht, schudde zijn hoofd. "Ze heeft het gewoon druk. We hebben allemaal onze momenten." Hij keek even naar haar, ogen ontspannen, houding losjes. "Maar goed dat ze jou heeft, iemand om tegen te praten."
Eva hield zijn blik nog een paar tellen vast, alsof ze iets zocht, iets dat hij haar niet zou geven. Toen knikte ze langzaam. "Ja... goed dat ze iemand heeft."
Mathijs trok de deur dicht, gooide nog een luchtige "Veel plezier dan," haar kant op en reed weg, terwijl Eva hem nakeek, haar vingers strakker om het stuur van haar fiets geklemd dan ze zelf besefte.
-
Maar telkens als hij probeerde rationeel te blijven, dook dat ene beeld weer op, die enkele ervaring die als een diepe, elektrische lading door zijn lijf was geschoten en zich had vastgezet in zijn gedachten. Het moment op de parkeerplaats, de machteloosheid waarmee hij had toegekeken terwijl zijn lieve, mooie, altijd zo normale Liza op haar knieën zat, haar lippen glijdend over een zwarte pik die veel groter was dan de zijne. Hij had er niets tegen kunnen doen, had zich niet kunnen laten gelden als haar man, had slechts ademloos kunnen kijken terwijl hij harder werd dan ooit tevoren.
En nu, steeds weer, keer op keer, speelde dat moment zich af in zijn hoofd, als een verslaving die hij niet kon onderdrukken. Als hij zijn ogen sloot, zag hij het opnieuw: zijn vrouw, de vrouw die altijd bescheiden was geweest, ingetogen, trouw en betrouwbaar, nu met één of meerdere grote, zwarte piemels in haar mond, tussen haar benen, haar lichaam volledig ondergeschikt aan iets wat hij nooit had kunnen voorzien. En hoe meer hij eraan dacht, hoe minder hij zich ertegen verzette. Het was geen simpele herinnering meer. Het was een obsessie geworden, een idee dat hem steeds dieper meesleurde, alsof hij langzaam maar zeker zijn eigen wil begon te verliezen aan de opwinding die ermee gepaard ging. En dan was het wel handig dat je er steeds minimaal drie in de buurt had, waarvan hij wist dat ze naar zijn mooie, blanke vrouw keken met hongerige ogen en ongetwijfeld harde, kloppende erecties en grote, jeukende ballen vol zaad.
En misschien was het juist dat wat hem het meest bezighield. Hij kon zichzelf wijsmaken dat dit slechts een fascinatie was, een spel dat hij observeerde en stuurde, maar diep vanbinnen wist hij dat het groter was dan dat. Wat hem werkelijk gevangen hield, was de gedachte dat Liza dit misschien net zo fascinerend vond als hij. Want nog nooit had hij haar zo gretig, zo toegewijd zien pijpen als daar, in die auto, op die enorme, donkere pik. Het was niet alleen lust, het was overgave, een rauwe, instinctieve drift die hij nog nooit bij haar had gezien, zelfs niet bij hemzelf. En dat vrat aan hem, liet hem hopen – of vrezen – dat er in haar iets verscholen zat dat hij nog niet kende.
Stiekem hoopte hij dat ze net zo gefascineerd was. Dat ze zelf verlangde naar meer, naar groter, naar donkerder. Maar hij durfde haar dat niet te vragen. Wat als ze zou ontkennen? Wat als ze zou toegeven? Wat als hij een antwoord kreeg dat hij niet aankon? Als hij zijn ogen sloot, zag hij het opnieuw: zijn vrouw, de vrouw die altijd bescheiden was geweest, ingetogen, trouw en betrouwbaar, nu met één of meerdere grote, zwarte piemels...
John had inmiddels een tiental keer in huis geholpen, kleine klusjes uitgevoerd, dingen gerepareerd en schoongemaakt, altijd met een stille, bijna onderdanige houding die Mathijs fascinerend vond, alsof hij niet alleen werkte om geld te verdienen, maar ook om een reden te hebben om in hun huis te zijn, om dichter bij Liza te komen zonder dat hij daarvoor een legitieme verklaring hoefde te hebben. Mathijs vond John een oprecht aardige jongen, iemand die meer verdiende dan hij kreeg, die met een soort bescheidenheid in het leven stond die hem onderscheidde van zijn broer en vader, die beide soms iets te arrogant leken, alsof ze zich op een of andere manier verheven voelden boven hun situatie.
En dus had Mathijs er bewust voor gekozen hem niet direct voor alles te betalen, had hij het moment uitgesteld, had hij de laatste keer zelfs luchtig tegen John gezegd dat als hij echt iets wilde, hij het gewoon aan Liza kon vragen, alsof dat de normaalste zaak van de wereld was, alsof dat een logische manier was om de balans te herstellen. Wat hij maar wilde. Ze konden wel wat missen.
Niet altijd was Liza thuis wanneer John langskwam, en Mathijs merkte dat John dan vaak, zo onopvallend mogelijk, informeerde naar haar afwezigheid. De vragen waren kort en bescheiden, verpakt in een terloopse opmerking, maar Mathijs wist wel beter. Hij zag de blik in de jongen zijn ogen, een mengeling van nieuwsgierigheid en onhandig verhulde hoop, alsof hij telkens hoopte dat ze plotseling toch binnen zou lopen. En wanneer Liza er wél was, was John als versteend, zijn ogen constant zoekend naar haar, maar nooit brutaal starend, altijd schichtig, alsof hij bang was betrapt te worden. Mathijs hield zich op zulke momenten vaak afzijdig, liet het moment zich ontvouwen terwijl hij zich onopvallend terugtrok, slechts toeschouwer, een stille observator van het subtiele spel dat zich tussen de twee leek af te spelen.
Hij zag het. De blikken die Liza naar de jongen wierp, vluchtig maar aanwezig. Een soort nieuwsgierige observatie die te lang bleef hangen, een interesse die ze waarschijnlijk zelf niet eens helemaal doorhad. John, die verlegen maar onmiskenbaar gefascineerd bleef hangen in haar aanwezigheid. Mathijs wist hoe het werkte. Er speelde iets tussen hen, een onderhuidse spanning die slechts een klein duwtje nodig had om volledig tot uitbarsting te komen. En als het dan toch moest gebeuren, dan liever met John. Bij hem had Mathijs nog enigszins de illusie van controle, iets wat bij anderen veel minder zeker zou zijn.
Op een dag, alweer een paar weken na het 'incident' op de parkeerplaats, kort voordat John weer zou langskomen, bracht Mathijs het achteloos ter sprake tijdens het ontbijt, alsof het een detail was dat hem net te binnen schoot, alsof het een kleinigheid was die hij bijna was vergeten, terwijl hij zijn koffie inschonk en zonder haar direct aan te kijken opmerkte dat hij John nog niet voor alles had betaald, dat het er gewoon niet van gekomen was, en dat ze de laatste tijd toch wat krap zaten bij kas, iets wat hij met een schouderophalen afdeed als een ongemak waar ze samen wel uit zouden komen.
"Ach," voegde hij eraan toe, met een laconieke glimlach, terwijl hij zijn mok optilde en er even overheen blies, "hij kan het natuurlijk ook gewoon aan jou vragen. Dat lijkt me wel zo makkelijk, toch?"
Liza stopte halverwege haar beweging, haar vork met een stukje fruit boven haar kom zwevend, en keek hem met een mengeling van ongeloof en achterdocht aan, haar ogen smal, haar lippen een tikje getuit, alsof ze op het punt stond hem te wijzen op de absurditeit van zijn woorden, want hoe kon het nou dat ze ineens krap bij kas zaten, wanneer er nergens tekenen waren van financiële problemen, wanneer Mathijs nooit eerder iets over geld had gezegd, wanneer ze nog geen week geleden zonder enige aarzeling een weekendje weg hadden geboekt?
Maar ze zei niets, of in ieder geval niet wat ze wilde zeggen, want diep vanbinnen wist ze dat ze geen zin had in een discussie, geen zin had om hem te betichten van vaag gedraai, en misschien, heel misschien, wist ze zelf al een klein beetje waar dit naartoe ging en vond ze dat tegelijkertijd ongemakkelijk en opwindend. Ze vermoedde nog steeds niet dat Mathijs ook maar een beetje op de hoogte was, maar ze kon er niks aan doen—voor ze het wist, schoot er een gedachte door haar hoofd die haar wangen warm deed worden. John betalen in 'natura'? Het was absurd, belachelijk zelfs, en toch… ze kon niet ontkennen dat de gedachte zich vastklampte aan iets dieps in haar, iets waar ze geen grip op had. Het was alsof een verboden wereld zich in haar opende, een wereld die ze rationeel wilde afwijzen, maar die haar tegelijkertijd prikkelde op een manier die ze niet kon negeren. Spoorde ze wel?
Mathijs zag haar aarzeling, haar berekening, het moment waarop ze de gedachte wegduwde en besloot dat het niet de moeite waard was om tegen hem in te gaan, en hij glimlachte lichtjes, nauwelijks merkbaar, terwijl hij deed alsof hij zich al niet meer bezighield met het onderwerp, alsof het slechts een terloopse opmerking was geweest, terwijl hij zijn spullen bij elkaar raapte en haar een snelle kus op haar wang gaf, zijn hand net iets te lang op haar onderrug, zijn stem net iets te warm toen hij zei dat hij naar zijn werk ging en dat hij haar later zou zien. Maar hij ziet in haar ogen dat het zaadje verder ontkiemt.
Terwijl Mathijs in zijn auto stapte en de deur sloot, hoorde hij het zachte gezoem van een fiets die vaart minderde. Hij keek op en zag Eva net komen aanfietsen, haar lange haren licht wapperend in de ochtendbries, haar blik direct op hem gericht. Ze remde subtiel af, haar ogen schoten even kort naar de voordeur van het huis, alsof ze controleerde of Liza binnen was. Op haar gezicht lag die bekende uitdrukking, een mengeling van vriendelijk en bedachtzaam, maar achter haar ogen brandde iets scherpers.
Eva stopte haar fiets en liet haar voet langzaam op de grond zakken, terwijl haar blik even naar Mathijs gleed. Hij keek op, begroette haar met een lichte knik en een glimlach die net nonchalant genoeg was om te suggereren dat hij zich totaal geen zorgen maakte over haar aanwezigheid. "Mooie ochtend, niet?" merkte hij op, terwijl hij ontspannen tegen de rand van de autodeur leunde.
Eva trok haar wenkbrauwen even op, een subtiel gebaar dat nauwelijks opviel, maar haar gedachten verraadden. "Zeker," antwoordde ze kalm, terwijl ze haar zonnebril opzette. "Heb je het druk vandaag?" Haar toon was luchtig, maar haar ogen hielden hem strak in de gaten.
Mathijs haalde zijn schouders op, startte de motor met een achteloze beweging. "Ach, hetzelfde als altijd. Wat werk, wat afspraken." Hij liet een korte pauze vallen, keek haar even schuin aan. "En jij? Nog wat gezelligs gepland met Liza?"
Eva kantelde haar hoofd lichtjes, als een roofdier dat net een interessante beweging in het struikgewas had opgemerkt. "Ja, gewoon wat bijpraten. Ze lijkt de laatste tijd... anders. Maar jij hebt daar vast niks van gemerkt?" Haar glimlach was scherp, haar woorden zorgvuldig gekozen.
Mathijs lachte zacht, schudde zijn hoofd. "Ze heeft het gewoon druk. We hebben allemaal onze momenten." Hij keek even naar haar, ogen ontspannen, houding losjes. "Maar goed dat ze jou heeft, iemand om tegen te praten."
Eva hield zijn blik nog een paar tellen vast, alsof ze iets zocht, iets dat hij haar niet zou geven. Toen knikte ze langzaam. "Ja... goed dat ze iemand heeft."
Mathijs trok de deur dicht, gooide nog een luchtige "Veel plezier dan," haar kant op en reed weg, terwijl Eva hem nakeek, haar vingers strakker om het stuur van haar fiets geklemd dan ze zelf besefte.
-
Lees verder: Over De Grens - 13: Onvergeeflijk
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10