Door: Keith
Datum: 28-12-2025 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 1787
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 40 minuten | Lezers Online: 3
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 40 minuten | Lezers Online: 3
Vervolg op: Gonnie - 22: Even Ontspannen...
Alles Op Een Rijtje...
Bzzz… Bzzz… Bzzz…Kláp. De wekker. En het was weer maandagochtend kwart over zes. Oei, wat had ik geslapen! Vanaf… tien uur of zo? Teken dat ik het nodig had gehad! Even een korte douche, daarna aankleden. Mijn blauwe rokje was wat korter dan afgelopen vrijdag. In Ede zat ik daar niet mee. Panty aan, schoenen, weer een wit truitje, die vond ik lekker zitten. Ik had er een stuk of acht, ooit gekocht bij de HEMA. Een beige colbertje over de trui.
Tien minuten later was ik beneden en zette theewater op. Boterhammen op tafel en ontbijten. Daarna m’n haren kammen… Ach doe eens gek: het haar in drie strengen vlechten en in een dikke staart, hoog op m’n achterhoofd. Die staart kwam tot halverwege mijn rug. Twee witte haarbanden er in: eentje hoog, eentje laag. Ogen nog even opmaken: een piepklein beetje oogschaduw en m’n wimpers iets accentueren. Prima. Kwart over zeven sloot ik af en stapte in m’n auto.
Tja Gonnie, nu moet je weer schakelen en zo… ’t Is geen Zweeds rendier. Enfin; dit autootje was ten minste van mij en niet van de bank of een leasemaatschappij, zoals die Tesla van een van de buren wél was. Via Bennekom reed ik naar Ede. En op het industrieterrein vlak bij de zaak reed ik nu bijzonder voorzichtig, Geen zin in een confrontatie met een heftruck! Maar daar was het rustig, op een eenzame man die nét het hek van Vika binnenliep.
Ik stopte even en draaide mijn raampje omlaag.
“Meneer!”
Hij draaide zich om. “Mogguh…”
“Meneer, een vraag: Vorige week had ik een bijna-botsing met een van jullie heftrucks die hier uitkwam. Dat ging verder goed hoor, niks aan de hand, maar vanaf hoe laat moet ik rekening houden met heftrucks die hier de weg opdraaien?”
Hij knikte. “Dat zal even schrikken geweest zijn? Snap ik. Onze expeditie begint om half acht. Dan hebben we eerst even een korte werkbespreking met een bak koffie… Houdt er rekening mee dat de heftrucks vanaf kwart voor acht actief zijn.”
Ik glimlachte lief. “Dank u wel. Dat zal ik ook aan mijn collega’s doorgeven.”
Hij stak zijn hand op. “Eén moment mevrouw… U had een bijna aanrijding gehad, zei u?”
Ik knikte. “Ja. Ook deels m’n eigen schuld, hoor. Ik kwam aanrijden maar zat te kletsen met een collegaatje, toen er vanuit deze poort een heftruck de weg op reed. Gelukkig kon ik op tijd remmen.”
Hij keek even bedachtzaam. “Ik ben hoofd expeditie. Ik zal mijn chauffeurs nogmaals op het hart drukken kalm de poort uit te rijden. Met name de jongere chauffeurs denken nog wel eens dat de heftruck een formule één wagen is. Zij komen uit een uitrit; verkeer op deze weg heeft voorrang. Een aantal jaren geleden is hier een fietser door een van onze heftrucks geschept; dat willen we nooit meer. Dank voor de waarschuwing!”
Hij liep door en ik reed verder. Een fietser door een heftruck geschept… Dat ga je niet willen. Als je als fietser overreden werd door zo’n ding was je gewoon dood. Die krengen zijn loodzwaar… Enfin, tot kwart voor acht was het risico op een aanvaring met een heftruck dus gering. Ik stapte op de parkeerplaats uit, pakte mijn tas en sloot de auto af. En op dat moment kwam Mike aangereden. Ik wachtte even.
“Morgen, Mike…”
“Hé Gonnie, goedemorgen. Goed weekend gehad?”
Ik knikte. “Ja. Was wel nodig na alle emotie van vorige week.”
Hij knikte. “Terschuur, bedoel je? Ja, ik had al wat gelezen van Ben. Kóm, ze zeggen dat men hier binnen koffie heeft.”
Yvon en Simon stonden samen in de hal. “Goedemorgen mevrouw en meneer van de directie!”
Mike klonk overdreven vrolijk en Simon draaide zich om. “En wat heb jij gesnoven? Voordat jij je tweede bak koffie op hebt, ben je meestal niet te genieten!”
Mike grinnikte. “Ik was vrij vroeg op en heb dus al twee kopjes koffie binnen. En dat zijn geen, zoals jij dat noemt, ‘bakken’, maar fatsoenlijke kopjes, dank u wel. Geen Delftsblauw, maar wel netjes. Zelfs in mijn éénmans huishouden.”
Yvonne zuchtte. “Nou, meneer de Wit heeft weer eens bijdehandjes gegeten… De klanten mogen wel oppassen!”
Ik vulde aan: “Eén klant mag vandaag sowieso wel oppassen. In Groningen. Die belden gisteravond Frank op of hij als de wiedeweerga naar Groningen kon komen. Hun hele systeem was één puinhoop, begreep ik…”
Simon reageerde: “Oh? En toen? Moesten jullie je als de bliksem aankleden om…”
Yvon onderbrak hem door op zijn tenen te gaan staan. “Mond dicht jij! Gaat je geen flikker aan, ook al ben je directeur van deze toko, ben jij gek…”
Ik keek haar aan. “Dank je wel, Yvon. En voor alle duidelijkheid: ik was thuis in Renkum, zat op de bank uit te puffen van een fietstochtje van bijna 70 kilometer, toen mijn liefje me belde vanuit Schaarsbergen. Ik was zaterdag uit Schaarsbergen weggegaan om even alle emoties te verwerken.”
Yvon fronste. “Toch niets mis, hoop ik?”
“Nee hoor. Maar dat gedoe in Terschuur, Frank die een stuk van zijn jeugd aan me vertelde, ook nogal pittig… Ik had even tijd voor mezelf nodig om alles op een rijtje te zetten. Dus: zondag lekker uitgeslapen, ’s middags op de fiets gestapt van vanuit Renkum naar Amerongen gereden, daar de Rijn overgestoken en via de zuidelijke Rijndijk weer teruggereden. Iets meer dan 70 kilometer.”
Ik keek nu zielig. “En toen was m’n koppie weer helder, maar m’n achterwerk vond het allemaal wat minder…”
Ze lachten en Simon zei: Sorry van die ongepaste insinuatie net, Gonnie.”
Ik haalde m’n schouders op. “Liever dat jij het zegt dan iemand met z’n volle verstand, Simon.”
Yvonne en Mike gniffelden...
Na nog wat kletsen gingen Mike en ik het bureau in, een beker koffie mee. Hij zette de ‘helpdeskcomputer’ alvast aan en legde spullen klaar. Ik was ondertussen met m’n eigen computer bezig, tot Mike zei: “Kom Gon. Nog even met de voeten op tafel; over een kwartier beginnen de klanten te bellen.” We gingen aan de grote tafel zitten en hij keek serieus.
“Gon, als ik er niks mee te maken heb, moet je het gewoon zeggen, maar welke emoties moest jij laten zakken?” Ik zuchtte. “Wat heb jij van Ben gehoord?” Hij haalde zijn schouders op. “Bekende verhaal. Vrouwen zijn niks waard, wij regelen binnen het dorp onze eigen zaakjes wel tot en met discriminatie aan toe. En jij hebt tijdens jouw presentatie of daaromheen een nogal pittige aanvaring gehad met de junior-directeur. Kan me voorstellen dat je dat niet in de koude kleren is gaan zitten meid.”
Ik zuchtte. “Inderdaad… Maar Ben weet niet het vervolg hierop…” In korte lijnen vertelde ik over de ‘sollicitatie’ van Mariëlle, inclusief de aanvaringen in Terschuur. Mike floot zachtjes. “En met die toko wil Simon samenwerken? Hij mag wel oppassen. Als we met hen een samenwerking aangaan en de Arbeidsinspectie doet een inval in Terschuur worden hun naam én die van ons in één adem genoemd. Bloedlink.”
Ik dacht even na. Verdorie, Mike had gelijk! Zeker als de samenwerking zou betekenen dat ‘Terschuur’ en ‘Ede’ te zijner tijd onder één naam verder zouden gaan… “Jij bent goed bezig, Mike. Dank voor je snelle denkwerk. Zullen we dat tijdens de lunch samen aan Simon en Yvon voorleggen?” Hij schudde het hoofd.
“Doe jij maar. Ik heb zo dadelijk m’n kop nodig voor de klanten. Ik heb alleen, vanuit mijn vorige professie als Veiligheidskundige, de risico’s bekeken en onder woorden gebracht. Voor de rest niks. En nu graag kappen, want ik zie dat de eerste klant al belt…” Hij knipoogde en zette de headset op. “Mike de Wit, goedemorgen…” Ik dacht na. Wát wisten we ondertussen uit Terschuur? Ik zette snel een aantal zaken op mijn beeldscherm en printte dat uit. Dit moest Simon weten. Vóór hij aanstaande vrijdag met Senior om tafel ging zitten.
Ik stond op, knipoogde naar Mike en liep naar Yvonne. “Yvon… Ik wil iets met jullie samen bespreken over Terschuur. Mike maakte me net op iets belangrijks attent. Kan dat?” Ze knikte. “Ik haal Simon wel even. Doen we dat hier.” Een minuut later stonden we achter de desk. “Brand los, Gon. Jij bent serieus.”
Ik knikte. “Ja. En het is wellicht hondsbrutaal wat ik nu ga zeggen, maar: wacht met de samenwerking met Terschuur totdat Senior daar alle puin van Junior heeft opgeruimd. En wel hierom…” Stuk voor stuk benoemde ik de punten van mijn kladje. “En als klap op de vuurpijl: als wij nu een innige samenwerking met de firma de Weever uit Terschuur aangaan, en de Arbeidsinspectie of de FIOD doet daar een inval, is de goeie naam van jouw bedrijf misschien ook naar de bliksem, Simon. Zeker als we formeel samen zijn gegaan. Mijn advies: laat Senior hier vrijdag gerust komen; hij lijkt me een redelijke vent. En geef hem de kans om de shit, die Junior het afgelopen jaar heeft veroorzaakt, op te ruimen. Eerst zullen ze hun bedrijfsvoering op orde moeten brengen. De eerste stap heeft hij al gezet: hij heeft HR opdracht gegeven om alle diploma’s en getuigschriften van de medewerkers terug te geven. Maar ze hebben er nogal wat te maken voordat ze hun zaakjes op orde hebben.”
Hij keek Yvon aan. “Wat denk je ervan?” Yvonne keek mij aan. “We hebben dit weekend ook een paar gesprekken hierover gehad, Gon. En zonder dat ik van een aantal zaken wist, heb ik ook tegen Simon gezegd dat het nú niet verstandig is om met de Weever in zee te gaan. Mijn grootste eis is: Teun wordt afgevoerd van de loonlijst. Komt niet binnen in een organisatie van beide bedrijven samen. En meneer Joziassen ook niet. Geen zin in om me steeds af te vragen of een van de medewerkers nu een verkrachter is of niet. Nu, met jouw argumenten én die van Mike erbij ben ik er helemaal op tegen.
Meneer de Weever Senior lijkt me een goeie vent, maar ook hem treft schuld: hij heeft de teugels compleet aan Junior overgedragen met onvoldoende controle. Hij is gaan rentenieren.” Simon knikte. “Dames: duidelijk. Ik ga hier even op kauwen hoe ik dat netjes aan Gerrit de Weever over kan brengen. Hoe dan ook: ik ga hem vandaag bellen. En misschien rij ik er wel heen, dat lijkt me verstandiger.”
Ik kreeg een brainwave. “Simon… Biedt hem aan dat Mike kosteloos zijn RI&E kan updaten. Mike is toch nog steeds Veiligheidskundige? Nou dan. Dan kan hij inventarisaren wat er mis is op Veiligheidskundig gebied en, wat veel belangrijker is, adviseren wat er dient te verbeteren. Is dat een idee?” Yvon keek me aan. “Jij bent écht goed, Gon…”
En met een stalen gezicht antwoordde ik: “Frank is het daar voor honderd procent mee eens, Yvon. Maar of dat op bedrijfsmatig gebied is… Ik vraag het me af.”
Simon schoot in de lach en Yvonne keek me lang en doordringend aan. “Ik ga het te zijner tijd wel eens navragen bij meneer Veenstra, mevrouw Peters. En oh wee als je hebt staan te jokken!” Toen gniffelde zij ook. “Kom hier, trut!” Ze gaf me een knuffel.
Ik kreeg nóg een brainwave. “Simon, Yvon… hebben wij eigenlijk wel een RI&E? En is die actueel en getoetst?” Simon knikte. “Wat denk je zelf? Met een Veiligheidskundige in je bedrijf? Mike houdt ‘m maandelijks bij. En vorig jaar augustus hebben we een ochtend bij elkaar gezeten om het ding weer door te nemen en het Plan van Aanpak in een jaarplan te gieten. Niet alle verbeteringen hoeven meteen. En dit jaar augustus gaan we dat weer doen. Mike is daar leading in. Als je de RI&E wil inzien… Hij staat op de server.” Ik stak een duim op. “Top! Stel dat de Arbeidsinspectie via de Weever tóch bij ons aanklopt, kunnen we ons dáár in ieder geval geen buil aan vallen.” Yvon keek me aan. “Voor iemand die een paar weken geleden voor het eerst voor mijn balie verscheen, weet jij ondertussen al best wel veel, Gon.”
Ik haalde mijn schouders op. “De studierichting 'Economie en Bedrijfskunde' is redelijk breed, Yvon. ’t Is niet alleen maar stom cijfertjes in een Excelsheet persen, zoals sommige lui wel eens denken. Het curriculum loopt van Arbeidsrecht via in- en verkoop naar voorraad- en voertuigparkbeheer naar cashflow, boekhouding, communicatie, Arbo en jawel: zelfs een stuk HR.” Ik keek gemeen. “Dat u maar weet, mevrouw de personeelsfunctionaris…”
Ze snoof en zei overdreven vinnig: “Trút!” We knipoogden en ik besefte weer dat Yvon écht een vriendin aan het worden was. Simon z’n telefoon ging over en hij stak zijn hand op.
“Dames… Gerrit de Weever belt. Even rust in de keet graag.” Hij nam op.
“Hoi Gerrit…” De telefoon stond niet op speaker, dus we hoorden alleen Simon. “Ja, da’s prima. Ik heb tijd. Mevrouw Makinga en mevrouw Peeters zitten er ook bij… Ja, tot over een half uurtje!”
Hij legde de hoorn langzaam op het toestel. “Nou dames… Gerrit spring nú in zijn auto en komt deze kant uit om wat zaken op te helderen. Ben benieuwd. En hij komt alleen, zei hij.” Yvon knikte langzaam. “Zou hij z’n arrogante zoontje al gedumpt hebben? Ik hoop het…” Een half uur later werd ik geroepen.
Meneer de Weever zat bij Simon en Yvon op het kantoor. Hij stond op toen ik binnenkwam en gaf me een hand.
“Dag mevrouw Peters.”
“Goedemorgen, meneer de Weever. Ik heet Gonnie.”
Hij glimlachte. “En ik heet Gerrit.”
Mooi, da’s al vast één punt binnen… Simon schonk de koffie in.
“Goed... Gerrit, dit wordt geen fijn gesprek, maar…”
Meneer de Weever hief zijn hand op.
“Eén moment, Simon. Sinds afgelopen vrijdag is er bij ons nogal wat gepasseerd. Dat wil ik eerst even kwijt als dat mag.”
Simon maakte een uitnodigend gebaar. “Ga je gang.”
Meneer de Weever zuchtte. “Eerst een stukje geschiedenis. Drie jaar geleden gaf mijn zoon Teun te kennen dat hij wel wilde opvolgen. Hij had bij vier werkgevers gewerkt; geen succes. Hij wilde eigen baas zijn, zei hij. Ik heb daarmee ingestemd, maar onder een aantal voorwaarden. Onder andere dat hij zich in moest kopen; het bedrijf is mijn pensioen, dat geef ik niet zomaar weg. Een andere voorwaarde is dat hij minimaal een HBO-opleiding succesvol moest afronden. Geen HBO? Geen overname.
Enfin, met behulp van een lening van zijn schoonfamilie kocht hij zich per maand een stukje in. Opleiding? Hij ging studeren aan de HAN: HBO Informatica. En dat leek allemaal redelijk goed te gaan. Op 1 januari dit jaar droeg ik de dagelijkse leiding aan hem over en trok me terug; ik ging naar ons tweede huis in Portugal. Inderdaad rentenieren, samen met mijn vrouw. Eens in de maand kwam ik een paar dagen naar Nederland om zaken te regelen voor mijn bedrijf; ik had nog steeds de strategische leiding; Teun de operationele leiding.
In Maart kondigde hij aan dat hij ging scheiden. Gelukkig hadden hij en onze schoondochter nog geen kinderen. Maar door die scheiding kwamen zijn financiën onder druk te staan; schoonfamilie wenste hem niets meer te lenen, sterker nog: hij moest zijn lening terugbetalen. Kortom: ellende. Zijn huis in Barneveld moest hij verkopen en met dat geld kon hij nét zijn schoonfamilie terugbetalen. Nu woont hij in een ‘bakhuus’ naast de boerderij van een bevriende boer. Maar: door al die toestanden raakte hij ook achterop met z’n studie en uiteindelijk heeft de HAN hem een negatief studieadvies gegeven. Einde studie.
Maar… ondertussen had hij wél de dagelijkse leiding over mijn bedrijf. Al zijn frustratie kwam in het bedrijf naar boven. Ik heb dit weekend een aantal gesprekken met de medewerkers en medewerksters gevoerd; ik ben me rot geschrokken. Wát een schrikbewind… En ze mochten aan mij niets laten blijken, anders zouden ze op straat staan. Dus alles wat ik hoorde was nogal nieuw voor me…”
Hij keek mij aan. “Ik ben gisteren op bezoek geweest bij Mariëlle Steenbeeke, Gonnie. En daar heb ik het verhaal gehoord wat jij vrijdag voor haar hebt gedaan. Ze zat te janken toen ze het vertelde.” Ik wees naar Simon en Yvonne. “Zij hebben daar ook aan bijgedragen, Gerrit.” “Klopt; maar jij hebt de zaak in beweging gezet. Overigens: alle persoonlijke papieren van de medewerkers zijn geretourneerd. Er liggen nu alleen nog maar kopieën in de kluis van HR.”
Ik stak mijn duim op en hij vervolgde:
“Na die gesprekken ben ik naar Teun gereden en heb hem in zijn huisje overvallen. Hem geconfronteerd met de zaken die ik te horen had gekregen en een verklaring geëist. Nou, dat werd een minder fijn gesprek, om het maar eens samen te vatten. Het komt erop neer dat ik hem per direct heb ontslagen wegens wanprestatie en wanbeleid. Zijn protegé, meneer Joziassen, is een uur geleden door mij ontslagen wegens verdenking van aanranding. Ik heb hem aangegeven bij de politie en hij is in het bedrijf gearresteerd en afgevoerd.” Hij zuchtte. “Mariëlle zou contact opnemen met haar vroegere collegaatje en haar vragen of ze wilde getuigen. Je kunt erop rekenen dat dit nu als een lopend vuurtje door het dorp gaat…”
Even was het stil, terwijl hij zijn koffie dronk. Simon en Yvonne zeiden niets, keken vrij neutraal.
Gerrit boog zich naar hen toe. “Ik heb mijn pensioen per direct uitgesteld, Simon. Mijn echtgenote is nog in Portugal, die heb ik vanochtend telefonisch ingelicht. Mijn vrouw is voor 25 procent mede-eigenaar van het bedrijf. Kortom: ik ga weer terug naar af: gewoon weer op de zaak zijn en klanten werven. Want we zijn al een aantal klanten kwijt, dankzij de tact van Teun.”
Zijn blik veranderde. “En daarom Simon vraag ik jou: Kun jij mijn bedrijf helpen? Ik zou het liefst zo snel al mogelijk willen fuseren. De voordelen heeft Gonnie al opgesomd, de nadelen zijn: je neemt een bedrijf over in crisis. Met een softwareproduct wat op enig moment waardeloos is, met een klantenkring die kleiner wordt. Aan dat laatste ga ik onmiddellijk wat doen. Met personeel waarvan een aantal lui de attitude van Teun maar wat graag hebben overgenomen. De rest…”
Hij zweeg, Simon en Yvonne ook. En daarom hield ik ook mijn kwebbelmond dicht.
Toen boog Simon zich voorover. “Gerrit, wij hebben ook niet stilgezeten en dit weekend intensief met elkaar gepraat. Het resultaat is: Ja, wij willen je helpen. Maar dan wel onder voorwaarden. Gon heeft daarstraks een kladje gemaakt met zaken die bij jullie op de rit moeten komen, dat zal ze zo dadelijk oplepelen. Maar aan de belangrijkste voorwaarden héb je al voldaan: Je zoon én meneer Joziassen er uit. Ik neem aan dat je zoon niet via een of andere listige constructie zijn poot tussen de deur kan krijgen? Als dat het geval is, trekken wij ons onmiddellijk terug en gaat de samenwerking niet door, laat dat duidelijk zijn.”
Gerrit knikte. “Daar zorgt mijn advocaat nu voor; hij heeft straks geen cent meer in het bedrijf zitten en ook geen rechten. Het bedrijf staat op naam van een holding; als ik kom te overlijden is de holding van mijn echtgenote. Mochten wij samen komen te overlijden, wordt er een bewindvoerder aangesteld over het bedrijf en nee, dat wordt Teun niet. Never.”
Het laatste woord kwam er verbitterd uit en Simon knikte.
“Prima, Gerrit. Maar… Dat willen we uiteraard wel op papier. Klemvast, zodat er geen speld tussen te krijgen is.” Gerrit knikte. “Dat is niet meer dan logisch…” Simon ging verder. “Gonnie heeft vanochtend een lijstje gemaakt van zaken die wij nogal verontrustend vinden. Gon?”
Ik pakte mijn A-4tje. “Gerrit, het volgende ga je niet leuk vinden, maar…”
Hij knikte. “Ik zie het maar als de tandarts, Gonnie. Ja, het doet pijn, maar daarna ben je van af. Ga je gang.”
Ik haalde diep adem. “Oké dan…
Eén: Het achterhouden van de originele papieren van het personeel is ondertussen opgelost. Prima.
Twee: Het ontslag van Mariëlle: ze is op straat getrapt. Zonder rechtsgeldige reden. Zonder wettelijke ontslagvergoeding. Ze mocht haar eigen spulletjes niet eens meenemen. Ik raad je aan om daar een hartig woordje over te wisselen met jullie hoofd HR en dat te corrigeren, anders staat het bedrijf een nogal pittige rechtszaak te wachten die veel geld gaat kosten.
Drie: Verdenking van aanranding van in ieder geval één, misschien zelfs meerdere vrouwelijke medewerkers door meneer Joziassen. En wie weet komt er nog meer uit voort. Dat is nu in handen van Justitie. Prima.
Vier: Onderbetaling van medewerkers. Mariëlle stond na drie jaar bij het bedrijf gewerkt te hebben nog steeds op minimum loon.
Vijf: Valse beloften aan personeel. Het was Mariëlle toegezegd dat ze in de automatisering zou werken, maar nee, ze werd tiepmiep en notuliste.
Zes: kledingvoorschriften die nergens op slaan. Een bedrijf mag nooit van kantoormedewerkers eisen dat ze opaque of gebreide kousen moeten dragen, rokken tot vér over de knie en hooggesloten bloesjes in sombere kleuren. Tenzij dat daar een hele gegronde reden voor is. Of dat de dames, eenmaal getrouwd zijnde, hun haren tot een bepaalde lengte af moeten knippen.” Ik haalde mijn hand langs mijn staart. “De eerste de beste die bij mij probeert, heeft tien héle diepe nagelsporen in zijn gezicht en kan zich melden bij de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis en vervolgens bij een plastisch chirurg om het handeltje nog een beetje fatsoenlijk bij elkaar te laten naaien.
Zeven: structurele discriminatie van vrouwelijke medewerkers. Wederom Mariëlle: die mocht de startercursus bij ons doen. En dat deed ze méér dan uitstekend. De docent, mijn collega Gerben, zei daar op dag twee wat over en gaf haar een compliment. Eén van de heren uit de groep, een knul van nét 20, heeft daarna uit de school geklapt tegen Joziassen of tegen Teun en het gevolg was dat Mariëlle de volgende ziek werd gemeld op de cursus. En ik durf er een vinger om te verwedden dat ze diezelfde dag gewoon in Terschuur aan het werk was op de administratie. Want, volgens diezelfde knul: ‘Automatisering is niks voor vrouwen.’
Acht: structurele beslaglegging op de vrije tijd van medewerkers en die niet betalen. Mariëlle en een aantal collega’s van haar moesten op zaterdag op komen draven om te werken. Want ‘dat hoorde er gewoon bij’, volgens Joziassen en/of Teun. Werd niet betaald. Ik neem aan dat ook dat wordt rechtgezet.
Negen: personeel had geen vrije keuze van vakantiedagen. Verplicht verlof rond Kerst en de jaarwisseling, verplicht verlof in de zomer en drie hele snipperdagen die ze konden opnemen als ze die een week van te voren aanvroegen. Strafbaar conform de Arbeidsomstandighedenwet.
Tien: de inrichting van werkplekken voldoet niet aan de eisen die de Arbowet er aan stelt. Ik weet een beetje van de inrichting van beeldschermwerkplekken; AI-blad 02 ken ik redelijk goed. Ik heb beeldschermen gezien die prima passen bij een kolengestookte Commodore 64 uit het jaar 1857. En medewerkers die met samengeknepen ogen daarmee moesten werken. Met meer dan levensgrote spreadsheets of in DOS. En dat zijn alleen nog maar de zaken die mij vrijdag zijn opgevallen en ter ore zijn gekomen. Heeft de Weevers Software een Risico Inventarisatie en Evaluatie, kortweg een RI&E?”
Hij knikte. “Zeker! Die staat keurig in mijn bureau.”
Ik zuchtte even. “Gerrit…. In welk jaar is die opgemaakt?”
“In 2022, vlak na Corona.”
“En toen? Is er iets mee gedaan?”
Hij schudde zijn heeft. “Nee. Het bedrijf moest een RI&E hebben. Nou, die had ik dus even later. Opgemaakt door een kleine firma uit de buurt. Eén van de regeltjes uit Den Haag. ‘Check in the box’.”
Ik zuchtte. “En die firma heeft niet verteld wat ermee moest gebeuren zeker? Die heeft het ding afgeleverd in een mooi mapje, heeft geïncasseerd en is snel vertrokken onder de noemer ‘Uurtje factuurtje’…
Ik haalde diep adem. “Gerrit, sorry voor deze opsomming van ellende. Ik hoop dat de meeste van deze toestanden niet door jouw beleid komen, maar door Teun, maar als de Weever Software vandaag de Arbeidsinspectie op bezoek krijgt voor een niet-aangekondigde controle, wordt je bedrijf gesloten totdat ál deze punten zijn opgelost. En jij wordt verdachte, samen met je zoon. Hij vanwege het feit dat hij dit schrikbewind heeft ingevoerd, maar jij was nog steeds directeur/eigenaar. Alle gevolgen kan ik zo niet inschatten, maar torenhoge boetes zijn het minste wat je kunt verwachten.”
Ik keek hem aan. “Zo, dat was het oordeel van dokter Peters, tandarts te Ede.” Ik vond dat een grapje nu wel kon om de angel er uit te halen.
Gerrit zuchtte. “Deels is het m’n eigen fout. Andere dingen… zijn het laatste half jaar veranderd. En niet ten goede.” Simon boog zich naar voren. “Gerrit, wij willen je graag helpen, maar dan zijn dit de eerste punten waar je aan moet werken. Als hier niets aan gebeurd, komen er geen handtekening van mij onder een document waarop enige vorm van samenwerking staat beschreven. Je zult met een hele grote, maar fijne stofkam door je bedrijf moeten.”
Even was het stil.
“Verdorie… Van dit soort dingen heb ik totaal geen verstand. En ik zou zo één twee drie ook niet weten wie er wél verstand van heeft. En om een buitenstaander in te huren… Daar zit ik ook niet op te wachten… Ik wist dat er zaken niet klopten, maar dat het zó erg was…” Hij zuchtte diep. “Misschien moet ik de zaak gewoon opheffen of verkopen. Dan maar wat minder pensioen, maar dat overleef ik wel.”
Yvonne kneep met haar ogen. “En je personeel dan? Laat je die gewoon maar verrekken? Hoeveel mensen heb jij aan het werk, Gerrit?” “Het waren er 24; sinds vandaag nog maar 21. Mijn zoon, Joziassen en Mariëlle staan niet meer op de loonlijst.”
“Oké, 21 mensen die van jou afhankelijk zijn voor hun dagelijks brood, hun gezin, hun huur of hypotheek. Ik vind er wat van als je die laat verrekken omdat je er zelf geen zin meer in hebt, Gerrit!” Ze keek nu bijna kwaad. Oei… Mevrouw Makinga ging los… Dekking zoeken!
Ze keek Simon kort aan en mij ook.
“Wij moeten even intern overleggen, Gerrit. We gaan even naar hiernaast. Gonnie, ga je mee?” Ik trok m’n wenkbrauwen op, maar Yvon wenkte ongeduldig. De deur ging achter ons dicht en Simon zei: “Brand los, Yvon. Jij hebt wat op je lever…”
Ze knikte. “Ja. Mits Gonnie ermee instemt. Hij is doodbenauwd om ‘iemand van buiten’ in te huren om orde op zaken te stellen, nietwaar? Als wij hem die iemand nu een leveren voor… twee dagen in de week? Voor een fatsoenlijk tarief, dus niet zo’n ‘interim manager’ á 500 euro per uur, maar iemand die de ogen op de goeie plek heeft, niet te bang is om haar mening te geven en als er een mannelijke medewerker van de Weever tegengas geeft, te zorgen dat het rotjong zich met tien diepe nagelsporen op zijn gezicht gaat melden bij de spoedeisende hulp van het ziekenhuis? Oftewel… Gon?”
Ik keek haar met grote ogen aan.
“Ben je helemaal gek geworden of zo? Ik werk hier al zeker drie hele weken en een halve dag en nu wil je dat ik bij de Weever orde op zaken ga stellen? Als vrouw? Ze zien me aankomen…”
Yvon bleef me aankijken. “Ja. Omdat jij dat kunt, dat weet ik heel zeker. Je hebt… hoeveel uur in Terschuur rondgelopen? Al met al zullen het maximaal drie uren zijn geweest. Je hebt met Mariëlle gesproken, je hebt nu met Gerrit gesproken en ondertussen heb je al tien heikele punten aan het licht gebracht. Jij kunt bij de Weever de zaak stroomlijnen, schat.” Ik stond nog steeds met open mond, tot Simon zei: “Doe je mond dicht Gonnie, dat staat wat slimmer. En voor de duidelijkheid: Ik ben het voor honderd procent met Yvon eens en nee, dit hebben we gisteravond niét bekonkeld. ’s Avond besteden we onze tijd liever op een andere manier, maar dat begrijp je wel, denk ik.”
Yvonne keek hem nogal nadrukkelijk aan en ik moest even lachen en plofte op een stoel. “Nou… lekker dan. Daar gaat de ondersteunend medewerkster van bureau O&O. Down the drain…” Plots kreeg ik een brainwave. “Yvon, Simon, ik kan dat niet in m’n uppie. Ik wil er iemand bij. En die iemand heet: Mariëlle. Zij kent het bedrijf van voor naar achter en kan ook vertellen welke eventuele rotte appels moeten verdwijnen, wil de sfeer binnen de Weever weer een beetje gezond zijn. En… maximaal twee dagen per week.” Ik moest giebelen. “En niet op vrijdag!”
Yvon schoot in de lach. “Nee, want dan mist Frank z’n wekelijkse bult op z’n kop… Kunnen we die arme vent niet aandoen. En Mariëlle naast je: prima idee! Ook goed voor haar zelfvertrouwen. En ook zij maximaal twee dagen; de drie overige dagen mag ze hier aan haar zelfvertrouwen werken!”
Simon knikte. “Mooi. Je wil het dus doen, Gon?”
Ik knikte. “Goed zo. Over je salaris en dat van Mariëlle moet je dan maar onderhandelen met onze manager HR; die mag gaan onderhandelen met Gerrit.” Yvon keek me vuil aan en Simon wees.
“En nu terug naar Gerrit, dames. Die zit op hete kolen.”
We gingen weer naar Gerrit. “Ehhh… Gerrit, wij hebben even overlegd en komen met een voorstel. Denk daar rustig over na, overleg uiteraard met je echtgenote en eventueel andere stakeholders… Het voorstel is het volgende: Gonnie hier komt twee dagen in de week in Terschuur werken om jouw bedrijfsvoering op hedendaagse poten te zetten. Ze heeft bewezen dat ze héél snel dingen kan doorzien, enfin: dat heb je gemerkt. Maar ze kent jouw bedrijf niet voldoende en wil daarom iemand meenemen die het bedrijf wél kent. En dat is Mariëlle Steenbeeke. Dat zal ongetwijfeld gemor opleveren, maar dat is wel een goeie manier om het discriminerende, vrouw-onvriendelijke kaf van het koren te scheiden. Dit duo is een stuk goedkoper dan zo’n ‘interim manager’, maar ik denk dat jouw bedrijf binnen een half jaar er dan een stuk beter voorstaat dan nu.
En in de tussentijd kunnen we jullie rustig aan opnemen in onze cursuscyclus, zodat jullie adviseurs ons systeem bij jullie klanten kunnen introduceren. Maar goed, nu draaf ik alweer door: Eerst stappen zetten in de bedrijfsvoering, en als dat gelukt is: beide bedrijven meer integreren. Als je ons voorstel niks vind: prima, maar dan trekken wij ons beleefd en zonder hard feelings terug. Graag je eerste reactie.”
Gerrit keek mij aan. “Zou je dat willen?”
Ik zuchtte. “Ik loop ook nog maar net vier minuten aan het idee te wennen, Gerrit. Mijn directeur is nogal van het doorpakken, zeg maar. Maar op zich: het lijkt me boeiend. Ik zeg expres niét: ‘Het lijkt me een uitdaging’, want dat is ondertussen een behoorlijk uitgekauwd zakelijk cliché geworden. Maar ik denk dat deze klus, samen met Mariëlle, goed te klaren is. Die dame is niet dom.”
Gerrit knikte. “Dat geldt voor jou ook, Gonnie. Dat had ik vorige week al door. En je laat je niet de kaas van het brood eten. Je hebt mijn zoon, zonder woorden, even hard op z’n nummer gezet, zag ik aan het begin van je presentatie.”
Ik dacht na. “Pardon?”
Gerrit zei rustig: “Hij bekeek je nogal nadrukkelijk. En jij keek hem recht aan met een nogal venijnige blik in je groene ogen. Daarna haalde hij bakzeil.”
Ik snoof. “Ik ben geen openbaar kunstbezit. Iemand die dat denkt, loopt nogal snel tegen Gonnie Peters aan.”
Yvon giebelde. “Ja. Of heeft een dikke bult op z’n achterhoofd. Sorry Gerrit, grapje voor ingewijden.”
Ik trakteerde Yvon op nét zo’n blik als ik voor Junior had gereserveerd en ze knipoogde. Gerrit knikte. “Het lijkt me het proberen waard, Gonnie. Wanneer kun je beginnen?” Ik dacht na. “Volgende week. En we moeten nog even kijken welke twee dagen van de week wij komen, maar dat hangt ook van Mariëlle af. We kunnen nu wel dingen over haar beslissen, maar zij moet het óók zien zitten. En Gerrit…” Ik keek hem nu recht aan. “Ik wil graag dat jij, op de eerste dag dat wij onze neus laten zien, al het personeel bij elkaar roept en hen recht voor z’n raap vertelt wat er aan de hand is en wat wij komen doen. Iemand die daar bezwaar tegen maakt, mag dat bezwaar openbaar, in die vergadering, kenbaar maken met de reden waarom. Daarna heeft men het maar te accepteren. Ik wil niet achteraf een mes in mijn rug krijgen en Mariëlle zeer zeker niet.”
Hij knikte. “Dat lijkt me een goed plan. Jullie hebben niét de vrije hand, want het is nog steeds mijn bedrijf, maar jullie kunnen wél rekenen op mijn onvoorwaardelijke steun. Duidelijk?”
Ik knikte en hij stond op en gaf me een hand. “Ik heb een paar rotnachten gehad. Fijn dat je me komt helpen, Gonnie.”
Ik voelde een glimlachje opkomen. “Sorry Gerrit. Dáár kan ik je niet mee helpen…”
Hij keek me verbijsterd aan en Simon en Yvon schoten in de lach. Yvon zei: “Nou, nu weet je dat je taalkundig op je hoede moet zijn, Gerrit…” Hij moest ook lachen. “Inderdaad. Mensen: dank voor jullie tijd en hulp. We spreken elkaar deze week nog wel, denk ik.”
Even later was hij vertrokken en ik plofte terug in een van de stoelen in Simon z’n bureau. “Héhé… Zó zit je in deze stoel voor een sollicitatiegesprek voor de functie van ondersteuner bij O&O en nog geen vier weken later ben je interimmanager in Terschuur. Mag het een onsje minder?”
Yvon keek me spottend aan. “Hé! Wie had er nou zo’n grote mond in Terschuur? Dan ook de consequenties, mevrouw Peters!” Ik mopperde: “Simon had jou gewoon die presentatie moeten laten geven. Dan had vriendje Teun nog wat meer been gehad om te determineren, verdorie…”
“Dan had ene Simon hem héél snel op andere gedachten gebracht” snauwde Yvon. “Nietwaar Simon?” Die knikte ijverig. “Zeker, mevrouw Makinga!” Yvon bromde: “Lafaard…” Toen keken beiden mij aan. “Zie je het zitten, Gon? Je steekt je wel in een wespennest…” Ik keek terug.
“Gon Peters is niet voor één gat te vangen, mevrouw en meneer. Als iemand mij denkt te kunnen bejegenen als ‘dat meisje wat net van school komt en nog nergens van weet’, staat hem een nogal onaangename verrassing te wachten. Jullie hebben mij nog nooit écht kwaad gezien; alleen maar een boze blik richting Junior onderschept, maar reken erop dat ik iemand op een manier uit kan vloeken op een manier waar de bootsman van ‘De Zeven Provinciën’, het vlaggenschip van Michiel de Ruyter, van zou verbleken!”
Simon begon langzaam te grijnzen. “Kun je dat boven niet eens een keertje doen? Misschien dat onze programmeurs ein-de-lijk de moeite nemen om hun hok fatsoenlijk op te ruimen.” Yvon knikte al. “Lijkt me een goeie lakmoesproef, Gon… Leef je uit!” Ik rolde met m’n ogen. ‘Jaja. En dan de eeuwigdurende woede van Martin op m’n nek krijgen? Zoek het uit, ik ben voor hen ‘die rooie van O&O’. Niks meer en niks minder. En nu gaat dit meisje eens naar Terschuur bellen. Naar Mariëlle. En desnoods eens bij haar op bezoek gaan, want alleen maar over de telefoon dit nieuws brengen… Nee. Geen goed plan. Ze zou tegen het plafond vliegen.”
Simon knikte. “ Doen. En ga er maar heen. Volgens mij vormen jullie een prima span straks.” Ik giebelde. “Zeker weten, Simon. De oh, zo bescheiden Mariëlle en Gonnie de herstructureringsbitch. En nog iets: Wellicht is het een optie om Mike de RI&E van de Weever te laten actualiseren. Eventueel herschrijven. Kan hij z’n ouwe beroep nog eens praktiseren én komt er wat meer naar boven. Een RI&E gaat niet alleen over fysieke veiligheid, maar ook over welzijn van personeel.”
Simon stak een duim op. “Goed plan! Vraag maar of hij daar zin in heeft! Daarna: naar Mariëlle en nee, je hoeft niet terug te komen als je daar klaar bent.” Ik liep weg, maar hield in de deuropening nog even in.
“Lekker hoor, zo’n vrije middag… Even in Barneveld op een terrasje zitten met een glaasje advocaat met slagroom. Zullen ze daar vast wel hebben. In ‘Egg-city’…”
“Trut! Aan ’t werk jij!”
De stem van Simon dreunde door de hal en ik liep grinnikend naar bureau O&O...
Tien minuten later was ik beneden en zette theewater op. Boterhammen op tafel en ontbijten. Daarna m’n haren kammen… Ach doe eens gek: het haar in drie strengen vlechten en in een dikke staart, hoog op m’n achterhoofd. Die staart kwam tot halverwege mijn rug. Twee witte haarbanden er in: eentje hoog, eentje laag. Ogen nog even opmaken: een piepklein beetje oogschaduw en m’n wimpers iets accentueren. Prima. Kwart over zeven sloot ik af en stapte in m’n auto.
Tja Gonnie, nu moet je weer schakelen en zo… ’t Is geen Zweeds rendier. Enfin; dit autootje was ten minste van mij en niet van de bank of een leasemaatschappij, zoals die Tesla van een van de buren wél was. Via Bennekom reed ik naar Ede. En op het industrieterrein vlak bij de zaak reed ik nu bijzonder voorzichtig, Geen zin in een confrontatie met een heftruck! Maar daar was het rustig, op een eenzame man die nét het hek van Vika binnenliep.
Ik stopte even en draaide mijn raampje omlaag.
“Meneer!”
Hij draaide zich om. “Mogguh…”
“Meneer, een vraag: Vorige week had ik een bijna-botsing met een van jullie heftrucks die hier uitkwam. Dat ging verder goed hoor, niks aan de hand, maar vanaf hoe laat moet ik rekening houden met heftrucks die hier de weg opdraaien?”
Hij knikte. “Dat zal even schrikken geweest zijn? Snap ik. Onze expeditie begint om half acht. Dan hebben we eerst even een korte werkbespreking met een bak koffie… Houdt er rekening mee dat de heftrucks vanaf kwart voor acht actief zijn.”
Ik glimlachte lief. “Dank u wel. Dat zal ik ook aan mijn collega’s doorgeven.”
Hij stak zijn hand op. “Eén moment mevrouw… U had een bijna aanrijding gehad, zei u?”
Ik knikte. “Ja. Ook deels m’n eigen schuld, hoor. Ik kwam aanrijden maar zat te kletsen met een collegaatje, toen er vanuit deze poort een heftruck de weg op reed. Gelukkig kon ik op tijd remmen.”
Hij keek even bedachtzaam. “Ik ben hoofd expeditie. Ik zal mijn chauffeurs nogmaals op het hart drukken kalm de poort uit te rijden. Met name de jongere chauffeurs denken nog wel eens dat de heftruck een formule één wagen is. Zij komen uit een uitrit; verkeer op deze weg heeft voorrang. Een aantal jaren geleden is hier een fietser door een van onze heftrucks geschept; dat willen we nooit meer. Dank voor de waarschuwing!”
Hij liep door en ik reed verder. Een fietser door een heftruck geschept… Dat ga je niet willen. Als je als fietser overreden werd door zo’n ding was je gewoon dood. Die krengen zijn loodzwaar… Enfin, tot kwart voor acht was het risico op een aanvaring met een heftruck dus gering. Ik stapte op de parkeerplaats uit, pakte mijn tas en sloot de auto af. En op dat moment kwam Mike aangereden. Ik wachtte even.
“Morgen, Mike…”
“Hé Gonnie, goedemorgen. Goed weekend gehad?”
Ik knikte. “Ja. Was wel nodig na alle emotie van vorige week.”
Hij knikte. “Terschuur, bedoel je? Ja, ik had al wat gelezen van Ben. Kóm, ze zeggen dat men hier binnen koffie heeft.”
Yvon en Simon stonden samen in de hal. “Goedemorgen mevrouw en meneer van de directie!”
Mike klonk overdreven vrolijk en Simon draaide zich om. “En wat heb jij gesnoven? Voordat jij je tweede bak koffie op hebt, ben je meestal niet te genieten!”
Mike grinnikte. “Ik was vrij vroeg op en heb dus al twee kopjes koffie binnen. En dat zijn geen, zoals jij dat noemt, ‘bakken’, maar fatsoenlijke kopjes, dank u wel. Geen Delftsblauw, maar wel netjes. Zelfs in mijn éénmans huishouden.”
Yvonne zuchtte. “Nou, meneer de Wit heeft weer eens bijdehandjes gegeten… De klanten mogen wel oppassen!”
Ik vulde aan: “Eén klant mag vandaag sowieso wel oppassen. In Groningen. Die belden gisteravond Frank op of hij als de wiedeweerga naar Groningen kon komen. Hun hele systeem was één puinhoop, begreep ik…”
Simon reageerde: “Oh? En toen? Moesten jullie je als de bliksem aankleden om…”
Yvon onderbrak hem door op zijn tenen te gaan staan. “Mond dicht jij! Gaat je geen flikker aan, ook al ben je directeur van deze toko, ben jij gek…”
Ik keek haar aan. “Dank je wel, Yvon. En voor alle duidelijkheid: ik was thuis in Renkum, zat op de bank uit te puffen van een fietstochtje van bijna 70 kilometer, toen mijn liefje me belde vanuit Schaarsbergen. Ik was zaterdag uit Schaarsbergen weggegaan om even alle emoties te verwerken.”
Yvon fronste. “Toch niets mis, hoop ik?”
“Nee hoor. Maar dat gedoe in Terschuur, Frank die een stuk van zijn jeugd aan me vertelde, ook nogal pittig… Ik had even tijd voor mezelf nodig om alles op een rijtje te zetten. Dus: zondag lekker uitgeslapen, ’s middags op de fiets gestapt van vanuit Renkum naar Amerongen gereden, daar de Rijn overgestoken en via de zuidelijke Rijndijk weer teruggereden. Iets meer dan 70 kilometer.”
Ik keek nu zielig. “En toen was m’n koppie weer helder, maar m’n achterwerk vond het allemaal wat minder…”
Ze lachten en Simon zei: Sorry van die ongepaste insinuatie net, Gonnie.”
Ik haalde m’n schouders op. “Liever dat jij het zegt dan iemand met z’n volle verstand, Simon.”
Yvonne en Mike gniffelden...
Na nog wat kletsen gingen Mike en ik het bureau in, een beker koffie mee. Hij zette de ‘helpdeskcomputer’ alvast aan en legde spullen klaar. Ik was ondertussen met m’n eigen computer bezig, tot Mike zei: “Kom Gon. Nog even met de voeten op tafel; over een kwartier beginnen de klanten te bellen.” We gingen aan de grote tafel zitten en hij keek serieus.
“Gon, als ik er niks mee te maken heb, moet je het gewoon zeggen, maar welke emoties moest jij laten zakken?” Ik zuchtte. “Wat heb jij van Ben gehoord?” Hij haalde zijn schouders op. “Bekende verhaal. Vrouwen zijn niks waard, wij regelen binnen het dorp onze eigen zaakjes wel tot en met discriminatie aan toe. En jij hebt tijdens jouw presentatie of daaromheen een nogal pittige aanvaring gehad met de junior-directeur. Kan me voorstellen dat je dat niet in de koude kleren is gaan zitten meid.”
Ik zuchtte. “Inderdaad… Maar Ben weet niet het vervolg hierop…” In korte lijnen vertelde ik over de ‘sollicitatie’ van Mariëlle, inclusief de aanvaringen in Terschuur. Mike floot zachtjes. “En met die toko wil Simon samenwerken? Hij mag wel oppassen. Als we met hen een samenwerking aangaan en de Arbeidsinspectie doet een inval in Terschuur worden hun naam én die van ons in één adem genoemd. Bloedlink.”
Ik dacht even na. Verdorie, Mike had gelijk! Zeker als de samenwerking zou betekenen dat ‘Terschuur’ en ‘Ede’ te zijner tijd onder één naam verder zouden gaan… “Jij bent goed bezig, Mike. Dank voor je snelle denkwerk. Zullen we dat tijdens de lunch samen aan Simon en Yvon voorleggen?” Hij schudde het hoofd.
“Doe jij maar. Ik heb zo dadelijk m’n kop nodig voor de klanten. Ik heb alleen, vanuit mijn vorige professie als Veiligheidskundige, de risico’s bekeken en onder woorden gebracht. Voor de rest niks. En nu graag kappen, want ik zie dat de eerste klant al belt…” Hij knipoogde en zette de headset op. “Mike de Wit, goedemorgen…” Ik dacht na. Wát wisten we ondertussen uit Terschuur? Ik zette snel een aantal zaken op mijn beeldscherm en printte dat uit. Dit moest Simon weten. Vóór hij aanstaande vrijdag met Senior om tafel ging zitten.
Ik stond op, knipoogde naar Mike en liep naar Yvonne. “Yvon… Ik wil iets met jullie samen bespreken over Terschuur. Mike maakte me net op iets belangrijks attent. Kan dat?” Ze knikte. “Ik haal Simon wel even. Doen we dat hier.” Een minuut later stonden we achter de desk. “Brand los, Gon. Jij bent serieus.”
Ik knikte. “Ja. En het is wellicht hondsbrutaal wat ik nu ga zeggen, maar: wacht met de samenwerking met Terschuur totdat Senior daar alle puin van Junior heeft opgeruimd. En wel hierom…” Stuk voor stuk benoemde ik de punten van mijn kladje. “En als klap op de vuurpijl: als wij nu een innige samenwerking met de firma de Weever uit Terschuur aangaan, en de Arbeidsinspectie of de FIOD doet daar een inval, is de goeie naam van jouw bedrijf misschien ook naar de bliksem, Simon. Zeker als we formeel samen zijn gegaan. Mijn advies: laat Senior hier vrijdag gerust komen; hij lijkt me een redelijke vent. En geef hem de kans om de shit, die Junior het afgelopen jaar heeft veroorzaakt, op te ruimen. Eerst zullen ze hun bedrijfsvoering op orde moeten brengen. De eerste stap heeft hij al gezet: hij heeft HR opdracht gegeven om alle diploma’s en getuigschriften van de medewerkers terug te geven. Maar ze hebben er nogal wat te maken voordat ze hun zaakjes op orde hebben.”
Hij keek Yvon aan. “Wat denk je ervan?” Yvonne keek mij aan. “We hebben dit weekend ook een paar gesprekken hierover gehad, Gon. En zonder dat ik van een aantal zaken wist, heb ik ook tegen Simon gezegd dat het nú niet verstandig is om met de Weever in zee te gaan. Mijn grootste eis is: Teun wordt afgevoerd van de loonlijst. Komt niet binnen in een organisatie van beide bedrijven samen. En meneer Joziassen ook niet. Geen zin in om me steeds af te vragen of een van de medewerkers nu een verkrachter is of niet. Nu, met jouw argumenten én die van Mike erbij ben ik er helemaal op tegen.
Meneer de Weever Senior lijkt me een goeie vent, maar ook hem treft schuld: hij heeft de teugels compleet aan Junior overgedragen met onvoldoende controle. Hij is gaan rentenieren.” Simon knikte. “Dames: duidelijk. Ik ga hier even op kauwen hoe ik dat netjes aan Gerrit de Weever over kan brengen. Hoe dan ook: ik ga hem vandaag bellen. En misschien rij ik er wel heen, dat lijkt me verstandiger.”
Ik kreeg een brainwave. “Simon… Biedt hem aan dat Mike kosteloos zijn RI&E kan updaten. Mike is toch nog steeds Veiligheidskundige? Nou dan. Dan kan hij inventarisaren wat er mis is op Veiligheidskundig gebied en, wat veel belangrijker is, adviseren wat er dient te verbeteren. Is dat een idee?” Yvon keek me aan. “Jij bent écht goed, Gon…”
En met een stalen gezicht antwoordde ik: “Frank is het daar voor honderd procent mee eens, Yvon. Maar of dat op bedrijfsmatig gebied is… Ik vraag het me af.”
Simon schoot in de lach en Yvonne keek me lang en doordringend aan. “Ik ga het te zijner tijd wel eens navragen bij meneer Veenstra, mevrouw Peters. En oh wee als je hebt staan te jokken!” Toen gniffelde zij ook. “Kom hier, trut!” Ze gaf me een knuffel.
Ik kreeg nóg een brainwave. “Simon, Yvon… hebben wij eigenlijk wel een RI&E? En is die actueel en getoetst?” Simon knikte. “Wat denk je zelf? Met een Veiligheidskundige in je bedrijf? Mike houdt ‘m maandelijks bij. En vorig jaar augustus hebben we een ochtend bij elkaar gezeten om het ding weer door te nemen en het Plan van Aanpak in een jaarplan te gieten. Niet alle verbeteringen hoeven meteen. En dit jaar augustus gaan we dat weer doen. Mike is daar leading in. Als je de RI&E wil inzien… Hij staat op de server.” Ik stak een duim op. “Top! Stel dat de Arbeidsinspectie via de Weever tóch bij ons aanklopt, kunnen we ons dáár in ieder geval geen buil aan vallen.” Yvon keek me aan. “Voor iemand die een paar weken geleden voor het eerst voor mijn balie verscheen, weet jij ondertussen al best wel veel, Gon.”
Ik haalde mijn schouders op. “De studierichting 'Economie en Bedrijfskunde' is redelijk breed, Yvon. ’t Is niet alleen maar stom cijfertjes in een Excelsheet persen, zoals sommige lui wel eens denken. Het curriculum loopt van Arbeidsrecht via in- en verkoop naar voorraad- en voertuigparkbeheer naar cashflow, boekhouding, communicatie, Arbo en jawel: zelfs een stuk HR.” Ik keek gemeen. “Dat u maar weet, mevrouw de personeelsfunctionaris…”
Ze snoof en zei overdreven vinnig: “Trút!” We knipoogden en ik besefte weer dat Yvon écht een vriendin aan het worden was. Simon z’n telefoon ging over en hij stak zijn hand op.
“Dames… Gerrit de Weever belt. Even rust in de keet graag.” Hij nam op.
“Hoi Gerrit…” De telefoon stond niet op speaker, dus we hoorden alleen Simon. “Ja, da’s prima. Ik heb tijd. Mevrouw Makinga en mevrouw Peeters zitten er ook bij… Ja, tot over een half uurtje!”
Hij legde de hoorn langzaam op het toestel. “Nou dames… Gerrit spring nú in zijn auto en komt deze kant uit om wat zaken op te helderen. Ben benieuwd. En hij komt alleen, zei hij.” Yvon knikte langzaam. “Zou hij z’n arrogante zoontje al gedumpt hebben? Ik hoop het…” Een half uur later werd ik geroepen.
Meneer de Weever zat bij Simon en Yvon op het kantoor. Hij stond op toen ik binnenkwam en gaf me een hand.
“Dag mevrouw Peters.”
“Goedemorgen, meneer de Weever. Ik heet Gonnie.”
Hij glimlachte. “En ik heet Gerrit.”
Mooi, da’s al vast één punt binnen… Simon schonk de koffie in.
“Goed... Gerrit, dit wordt geen fijn gesprek, maar…”
Meneer de Weever hief zijn hand op.
“Eén moment, Simon. Sinds afgelopen vrijdag is er bij ons nogal wat gepasseerd. Dat wil ik eerst even kwijt als dat mag.”
Simon maakte een uitnodigend gebaar. “Ga je gang.”
Meneer de Weever zuchtte. “Eerst een stukje geschiedenis. Drie jaar geleden gaf mijn zoon Teun te kennen dat hij wel wilde opvolgen. Hij had bij vier werkgevers gewerkt; geen succes. Hij wilde eigen baas zijn, zei hij. Ik heb daarmee ingestemd, maar onder een aantal voorwaarden. Onder andere dat hij zich in moest kopen; het bedrijf is mijn pensioen, dat geef ik niet zomaar weg. Een andere voorwaarde is dat hij minimaal een HBO-opleiding succesvol moest afronden. Geen HBO? Geen overname.
Enfin, met behulp van een lening van zijn schoonfamilie kocht hij zich per maand een stukje in. Opleiding? Hij ging studeren aan de HAN: HBO Informatica. En dat leek allemaal redelijk goed te gaan. Op 1 januari dit jaar droeg ik de dagelijkse leiding aan hem over en trok me terug; ik ging naar ons tweede huis in Portugal. Inderdaad rentenieren, samen met mijn vrouw. Eens in de maand kwam ik een paar dagen naar Nederland om zaken te regelen voor mijn bedrijf; ik had nog steeds de strategische leiding; Teun de operationele leiding.
In Maart kondigde hij aan dat hij ging scheiden. Gelukkig hadden hij en onze schoondochter nog geen kinderen. Maar door die scheiding kwamen zijn financiën onder druk te staan; schoonfamilie wenste hem niets meer te lenen, sterker nog: hij moest zijn lening terugbetalen. Kortom: ellende. Zijn huis in Barneveld moest hij verkopen en met dat geld kon hij nét zijn schoonfamilie terugbetalen. Nu woont hij in een ‘bakhuus’ naast de boerderij van een bevriende boer. Maar: door al die toestanden raakte hij ook achterop met z’n studie en uiteindelijk heeft de HAN hem een negatief studieadvies gegeven. Einde studie.
Maar… ondertussen had hij wél de dagelijkse leiding over mijn bedrijf. Al zijn frustratie kwam in het bedrijf naar boven. Ik heb dit weekend een aantal gesprekken met de medewerkers en medewerksters gevoerd; ik ben me rot geschrokken. Wát een schrikbewind… En ze mochten aan mij niets laten blijken, anders zouden ze op straat staan. Dus alles wat ik hoorde was nogal nieuw voor me…”
Hij keek mij aan. “Ik ben gisteren op bezoek geweest bij Mariëlle Steenbeeke, Gonnie. En daar heb ik het verhaal gehoord wat jij vrijdag voor haar hebt gedaan. Ze zat te janken toen ze het vertelde.” Ik wees naar Simon en Yvonne. “Zij hebben daar ook aan bijgedragen, Gerrit.” “Klopt; maar jij hebt de zaak in beweging gezet. Overigens: alle persoonlijke papieren van de medewerkers zijn geretourneerd. Er liggen nu alleen nog maar kopieën in de kluis van HR.”
Ik stak mijn duim op en hij vervolgde:
“Na die gesprekken ben ik naar Teun gereden en heb hem in zijn huisje overvallen. Hem geconfronteerd met de zaken die ik te horen had gekregen en een verklaring geëist. Nou, dat werd een minder fijn gesprek, om het maar eens samen te vatten. Het komt erop neer dat ik hem per direct heb ontslagen wegens wanprestatie en wanbeleid. Zijn protegé, meneer Joziassen, is een uur geleden door mij ontslagen wegens verdenking van aanranding. Ik heb hem aangegeven bij de politie en hij is in het bedrijf gearresteerd en afgevoerd.” Hij zuchtte. “Mariëlle zou contact opnemen met haar vroegere collegaatje en haar vragen of ze wilde getuigen. Je kunt erop rekenen dat dit nu als een lopend vuurtje door het dorp gaat…”
Even was het stil, terwijl hij zijn koffie dronk. Simon en Yvonne zeiden niets, keken vrij neutraal.
Gerrit boog zich naar hen toe. “Ik heb mijn pensioen per direct uitgesteld, Simon. Mijn echtgenote is nog in Portugal, die heb ik vanochtend telefonisch ingelicht. Mijn vrouw is voor 25 procent mede-eigenaar van het bedrijf. Kortom: ik ga weer terug naar af: gewoon weer op de zaak zijn en klanten werven. Want we zijn al een aantal klanten kwijt, dankzij de tact van Teun.”
Zijn blik veranderde. “En daarom Simon vraag ik jou: Kun jij mijn bedrijf helpen? Ik zou het liefst zo snel al mogelijk willen fuseren. De voordelen heeft Gonnie al opgesomd, de nadelen zijn: je neemt een bedrijf over in crisis. Met een softwareproduct wat op enig moment waardeloos is, met een klantenkring die kleiner wordt. Aan dat laatste ga ik onmiddellijk wat doen. Met personeel waarvan een aantal lui de attitude van Teun maar wat graag hebben overgenomen. De rest…”
Hij zweeg, Simon en Yvonne ook. En daarom hield ik ook mijn kwebbelmond dicht.
Toen boog Simon zich voorover. “Gerrit, wij hebben ook niet stilgezeten en dit weekend intensief met elkaar gepraat. Het resultaat is: Ja, wij willen je helpen. Maar dan wel onder voorwaarden. Gon heeft daarstraks een kladje gemaakt met zaken die bij jullie op de rit moeten komen, dat zal ze zo dadelijk oplepelen. Maar aan de belangrijkste voorwaarden héb je al voldaan: Je zoon én meneer Joziassen er uit. Ik neem aan dat je zoon niet via een of andere listige constructie zijn poot tussen de deur kan krijgen? Als dat het geval is, trekken wij ons onmiddellijk terug en gaat de samenwerking niet door, laat dat duidelijk zijn.”
Gerrit knikte. “Daar zorgt mijn advocaat nu voor; hij heeft straks geen cent meer in het bedrijf zitten en ook geen rechten. Het bedrijf staat op naam van een holding; als ik kom te overlijden is de holding van mijn echtgenote. Mochten wij samen komen te overlijden, wordt er een bewindvoerder aangesteld over het bedrijf en nee, dat wordt Teun niet. Never.”
Het laatste woord kwam er verbitterd uit en Simon knikte.
“Prima, Gerrit. Maar… Dat willen we uiteraard wel op papier. Klemvast, zodat er geen speld tussen te krijgen is.” Gerrit knikte. “Dat is niet meer dan logisch…” Simon ging verder. “Gonnie heeft vanochtend een lijstje gemaakt van zaken die wij nogal verontrustend vinden. Gon?”
Ik pakte mijn A-4tje. “Gerrit, het volgende ga je niet leuk vinden, maar…”
Hij knikte. “Ik zie het maar als de tandarts, Gonnie. Ja, het doet pijn, maar daarna ben je van af. Ga je gang.”
Ik haalde diep adem. “Oké dan…
Eén: Het achterhouden van de originele papieren van het personeel is ondertussen opgelost. Prima.
Twee: Het ontslag van Mariëlle: ze is op straat getrapt. Zonder rechtsgeldige reden. Zonder wettelijke ontslagvergoeding. Ze mocht haar eigen spulletjes niet eens meenemen. Ik raad je aan om daar een hartig woordje over te wisselen met jullie hoofd HR en dat te corrigeren, anders staat het bedrijf een nogal pittige rechtszaak te wachten die veel geld gaat kosten.
Drie: Verdenking van aanranding van in ieder geval één, misschien zelfs meerdere vrouwelijke medewerkers door meneer Joziassen. En wie weet komt er nog meer uit voort. Dat is nu in handen van Justitie. Prima.
Vier: Onderbetaling van medewerkers. Mariëlle stond na drie jaar bij het bedrijf gewerkt te hebben nog steeds op minimum loon.
Vijf: Valse beloften aan personeel. Het was Mariëlle toegezegd dat ze in de automatisering zou werken, maar nee, ze werd tiepmiep en notuliste.
Zes: kledingvoorschriften die nergens op slaan. Een bedrijf mag nooit van kantoormedewerkers eisen dat ze opaque of gebreide kousen moeten dragen, rokken tot vér over de knie en hooggesloten bloesjes in sombere kleuren. Tenzij dat daar een hele gegronde reden voor is. Of dat de dames, eenmaal getrouwd zijnde, hun haren tot een bepaalde lengte af moeten knippen.” Ik haalde mijn hand langs mijn staart. “De eerste de beste die bij mij probeert, heeft tien héle diepe nagelsporen in zijn gezicht en kan zich melden bij de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis en vervolgens bij een plastisch chirurg om het handeltje nog een beetje fatsoenlijk bij elkaar te laten naaien.
Zeven: structurele discriminatie van vrouwelijke medewerkers. Wederom Mariëlle: die mocht de startercursus bij ons doen. En dat deed ze méér dan uitstekend. De docent, mijn collega Gerben, zei daar op dag twee wat over en gaf haar een compliment. Eén van de heren uit de groep, een knul van nét 20, heeft daarna uit de school geklapt tegen Joziassen of tegen Teun en het gevolg was dat Mariëlle de volgende ziek werd gemeld op de cursus. En ik durf er een vinger om te verwedden dat ze diezelfde dag gewoon in Terschuur aan het werk was op de administratie. Want, volgens diezelfde knul: ‘Automatisering is niks voor vrouwen.’
Acht: structurele beslaglegging op de vrije tijd van medewerkers en die niet betalen. Mariëlle en een aantal collega’s van haar moesten op zaterdag op komen draven om te werken. Want ‘dat hoorde er gewoon bij’, volgens Joziassen en/of Teun. Werd niet betaald. Ik neem aan dat ook dat wordt rechtgezet.
Negen: personeel had geen vrije keuze van vakantiedagen. Verplicht verlof rond Kerst en de jaarwisseling, verplicht verlof in de zomer en drie hele snipperdagen die ze konden opnemen als ze die een week van te voren aanvroegen. Strafbaar conform de Arbeidsomstandighedenwet.
Tien: de inrichting van werkplekken voldoet niet aan de eisen die de Arbowet er aan stelt. Ik weet een beetje van de inrichting van beeldschermwerkplekken; AI-blad 02 ken ik redelijk goed. Ik heb beeldschermen gezien die prima passen bij een kolengestookte Commodore 64 uit het jaar 1857. En medewerkers die met samengeknepen ogen daarmee moesten werken. Met meer dan levensgrote spreadsheets of in DOS. En dat zijn alleen nog maar de zaken die mij vrijdag zijn opgevallen en ter ore zijn gekomen. Heeft de Weevers Software een Risico Inventarisatie en Evaluatie, kortweg een RI&E?”
Hij knikte. “Zeker! Die staat keurig in mijn bureau.”
Ik zuchtte even. “Gerrit…. In welk jaar is die opgemaakt?”
“In 2022, vlak na Corona.”
“En toen? Is er iets mee gedaan?”
Hij schudde zijn heeft. “Nee. Het bedrijf moest een RI&E hebben. Nou, die had ik dus even later. Opgemaakt door een kleine firma uit de buurt. Eén van de regeltjes uit Den Haag. ‘Check in the box’.”
Ik zuchtte. “En die firma heeft niet verteld wat ermee moest gebeuren zeker? Die heeft het ding afgeleverd in een mooi mapje, heeft geïncasseerd en is snel vertrokken onder de noemer ‘Uurtje factuurtje’…
Ik haalde diep adem. “Gerrit, sorry voor deze opsomming van ellende. Ik hoop dat de meeste van deze toestanden niet door jouw beleid komen, maar door Teun, maar als de Weever Software vandaag de Arbeidsinspectie op bezoek krijgt voor een niet-aangekondigde controle, wordt je bedrijf gesloten totdat ál deze punten zijn opgelost. En jij wordt verdachte, samen met je zoon. Hij vanwege het feit dat hij dit schrikbewind heeft ingevoerd, maar jij was nog steeds directeur/eigenaar. Alle gevolgen kan ik zo niet inschatten, maar torenhoge boetes zijn het minste wat je kunt verwachten.”
Ik keek hem aan. “Zo, dat was het oordeel van dokter Peters, tandarts te Ede.” Ik vond dat een grapje nu wel kon om de angel er uit te halen.
Gerrit zuchtte. “Deels is het m’n eigen fout. Andere dingen… zijn het laatste half jaar veranderd. En niet ten goede.” Simon boog zich naar voren. “Gerrit, wij willen je graag helpen, maar dan zijn dit de eerste punten waar je aan moet werken. Als hier niets aan gebeurd, komen er geen handtekening van mij onder een document waarop enige vorm van samenwerking staat beschreven. Je zult met een hele grote, maar fijne stofkam door je bedrijf moeten.”
Even was het stil.
“Verdorie… Van dit soort dingen heb ik totaal geen verstand. En ik zou zo één twee drie ook niet weten wie er wél verstand van heeft. En om een buitenstaander in te huren… Daar zit ik ook niet op te wachten… Ik wist dat er zaken niet klopten, maar dat het zó erg was…” Hij zuchtte diep. “Misschien moet ik de zaak gewoon opheffen of verkopen. Dan maar wat minder pensioen, maar dat overleef ik wel.”
Yvonne kneep met haar ogen. “En je personeel dan? Laat je die gewoon maar verrekken? Hoeveel mensen heb jij aan het werk, Gerrit?” “Het waren er 24; sinds vandaag nog maar 21. Mijn zoon, Joziassen en Mariëlle staan niet meer op de loonlijst.”
“Oké, 21 mensen die van jou afhankelijk zijn voor hun dagelijks brood, hun gezin, hun huur of hypotheek. Ik vind er wat van als je die laat verrekken omdat je er zelf geen zin meer in hebt, Gerrit!” Ze keek nu bijna kwaad. Oei… Mevrouw Makinga ging los… Dekking zoeken!
Ze keek Simon kort aan en mij ook.
“Wij moeten even intern overleggen, Gerrit. We gaan even naar hiernaast. Gonnie, ga je mee?” Ik trok m’n wenkbrauwen op, maar Yvon wenkte ongeduldig. De deur ging achter ons dicht en Simon zei: “Brand los, Yvon. Jij hebt wat op je lever…”
Ze knikte. “Ja. Mits Gonnie ermee instemt. Hij is doodbenauwd om ‘iemand van buiten’ in te huren om orde op zaken te stellen, nietwaar? Als wij hem die iemand nu een leveren voor… twee dagen in de week? Voor een fatsoenlijk tarief, dus niet zo’n ‘interim manager’ á 500 euro per uur, maar iemand die de ogen op de goeie plek heeft, niet te bang is om haar mening te geven en als er een mannelijke medewerker van de Weever tegengas geeft, te zorgen dat het rotjong zich met tien diepe nagelsporen op zijn gezicht gaat melden bij de spoedeisende hulp van het ziekenhuis? Oftewel… Gon?”
Ik keek haar met grote ogen aan.
“Ben je helemaal gek geworden of zo? Ik werk hier al zeker drie hele weken en een halve dag en nu wil je dat ik bij de Weever orde op zaken ga stellen? Als vrouw? Ze zien me aankomen…”
Yvon bleef me aankijken. “Ja. Omdat jij dat kunt, dat weet ik heel zeker. Je hebt… hoeveel uur in Terschuur rondgelopen? Al met al zullen het maximaal drie uren zijn geweest. Je hebt met Mariëlle gesproken, je hebt nu met Gerrit gesproken en ondertussen heb je al tien heikele punten aan het licht gebracht. Jij kunt bij de Weever de zaak stroomlijnen, schat.” Ik stond nog steeds met open mond, tot Simon zei: “Doe je mond dicht Gonnie, dat staat wat slimmer. En voor de duidelijkheid: Ik ben het voor honderd procent met Yvon eens en nee, dit hebben we gisteravond niét bekonkeld. ’s Avond besteden we onze tijd liever op een andere manier, maar dat begrijp je wel, denk ik.”
Yvonne keek hem nogal nadrukkelijk aan en ik moest even lachen en plofte op een stoel. “Nou… lekker dan. Daar gaat de ondersteunend medewerkster van bureau O&O. Down the drain…” Plots kreeg ik een brainwave. “Yvon, Simon, ik kan dat niet in m’n uppie. Ik wil er iemand bij. En die iemand heet: Mariëlle. Zij kent het bedrijf van voor naar achter en kan ook vertellen welke eventuele rotte appels moeten verdwijnen, wil de sfeer binnen de Weever weer een beetje gezond zijn. En… maximaal twee dagen per week.” Ik moest giebelen. “En niet op vrijdag!”
Yvon schoot in de lach. “Nee, want dan mist Frank z’n wekelijkse bult op z’n kop… Kunnen we die arme vent niet aandoen. En Mariëlle naast je: prima idee! Ook goed voor haar zelfvertrouwen. En ook zij maximaal twee dagen; de drie overige dagen mag ze hier aan haar zelfvertrouwen werken!”
Simon knikte. “Mooi. Je wil het dus doen, Gon?”
Ik knikte. “Goed zo. Over je salaris en dat van Mariëlle moet je dan maar onderhandelen met onze manager HR; die mag gaan onderhandelen met Gerrit.” Yvon keek me vuil aan en Simon wees.
“En nu terug naar Gerrit, dames. Die zit op hete kolen.”
We gingen weer naar Gerrit. “Ehhh… Gerrit, wij hebben even overlegd en komen met een voorstel. Denk daar rustig over na, overleg uiteraard met je echtgenote en eventueel andere stakeholders… Het voorstel is het volgende: Gonnie hier komt twee dagen in de week in Terschuur werken om jouw bedrijfsvoering op hedendaagse poten te zetten. Ze heeft bewezen dat ze héél snel dingen kan doorzien, enfin: dat heb je gemerkt. Maar ze kent jouw bedrijf niet voldoende en wil daarom iemand meenemen die het bedrijf wél kent. En dat is Mariëlle Steenbeeke. Dat zal ongetwijfeld gemor opleveren, maar dat is wel een goeie manier om het discriminerende, vrouw-onvriendelijke kaf van het koren te scheiden. Dit duo is een stuk goedkoper dan zo’n ‘interim manager’, maar ik denk dat jouw bedrijf binnen een half jaar er dan een stuk beter voorstaat dan nu.
En in de tussentijd kunnen we jullie rustig aan opnemen in onze cursuscyclus, zodat jullie adviseurs ons systeem bij jullie klanten kunnen introduceren. Maar goed, nu draaf ik alweer door: Eerst stappen zetten in de bedrijfsvoering, en als dat gelukt is: beide bedrijven meer integreren. Als je ons voorstel niks vind: prima, maar dan trekken wij ons beleefd en zonder hard feelings terug. Graag je eerste reactie.”
Gerrit keek mij aan. “Zou je dat willen?”
Ik zuchtte. “Ik loop ook nog maar net vier minuten aan het idee te wennen, Gerrit. Mijn directeur is nogal van het doorpakken, zeg maar. Maar op zich: het lijkt me boeiend. Ik zeg expres niét: ‘Het lijkt me een uitdaging’, want dat is ondertussen een behoorlijk uitgekauwd zakelijk cliché geworden. Maar ik denk dat deze klus, samen met Mariëlle, goed te klaren is. Die dame is niet dom.”
Gerrit knikte. “Dat geldt voor jou ook, Gonnie. Dat had ik vorige week al door. En je laat je niet de kaas van het brood eten. Je hebt mijn zoon, zonder woorden, even hard op z’n nummer gezet, zag ik aan het begin van je presentatie.”
Ik dacht na. “Pardon?”
Gerrit zei rustig: “Hij bekeek je nogal nadrukkelijk. En jij keek hem recht aan met een nogal venijnige blik in je groene ogen. Daarna haalde hij bakzeil.”
Ik snoof. “Ik ben geen openbaar kunstbezit. Iemand die dat denkt, loopt nogal snel tegen Gonnie Peters aan.”
Yvon giebelde. “Ja. Of heeft een dikke bult op z’n achterhoofd. Sorry Gerrit, grapje voor ingewijden.”
Ik trakteerde Yvon op nét zo’n blik als ik voor Junior had gereserveerd en ze knipoogde. Gerrit knikte. “Het lijkt me het proberen waard, Gonnie. Wanneer kun je beginnen?” Ik dacht na. “Volgende week. En we moeten nog even kijken welke twee dagen van de week wij komen, maar dat hangt ook van Mariëlle af. We kunnen nu wel dingen over haar beslissen, maar zij moet het óók zien zitten. En Gerrit…” Ik keek hem nu recht aan. “Ik wil graag dat jij, op de eerste dag dat wij onze neus laten zien, al het personeel bij elkaar roept en hen recht voor z’n raap vertelt wat er aan de hand is en wat wij komen doen. Iemand die daar bezwaar tegen maakt, mag dat bezwaar openbaar, in die vergadering, kenbaar maken met de reden waarom. Daarna heeft men het maar te accepteren. Ik wil niet achteraf een mes in mijn rug krijgen en Mariëlle zeer zeker niet.”
Hij knikte. “Dat lijkt me een goed plan. Jullie hebben niét de vrije hand, want het is nog steeds mijn bedrijf, maar jullie kunnen wél rekenen op mijn onvoorwaardelijke steun. Duidelijk?”
Ik knikte en hij stond op en gaf me een hand. “Ik heb een paar rotnachten gehad. Fijn dat je me komt helpen, Gonnie.”
Ik voelde een glimlachje opkomen. “Sorry Gerrit. Dáár kan ik je niet mee helpen…”
Hij keek me verbijsterd aan en Simon en Yvon schoten in de lach. Yvon zei: “Nou, nu weet je dat je taalkundig op je hoede moet zijn, Gerrit…” Hij moest ook lachen. “Inderdaad. Mensen: dank voor jullie tijd en hulp. We spreken elkaar deze week nog wel, denk ik.”
Even later was hij vertrokken en ik plofte terug in een van de stoelen in Simon z’n bureau. “Héhé… Zó zit je in deze stoel voor een sollicitatiegesprek voor de functie van ondersteuner bij O&O en nog geen vier weken later ben je interimmanager in Terschuur. Mag het een onsje minder?”
Yvon keek me spottend aan. “Hé! Wie had er nou zo’n grote mond in Terschuur? Dan ook de consequenties, mevrouw Peters!” Ik mopperde: “Simon had jou gewoon die presentatie moeten laten geven. Dan had vriendje Teun nog wat meer been gehad om te determineren, verdorie…”
“Dan had ene Simon hem héél snel op andere gedachten gebracht” snauwde Yvon. “Nietwaar Simon?” Die knikte ijverig. “Zeker, mevrouw Makinga!” Yvon bromde: “Lafaard…” Toen keken beiden mij aan. “Zie je het zitten, Gon? Je steekt je wel in een wespennest…” Ik keek terug.
“Gon Peters is niet voor één gat te vangen, mevrouw en meneer. Als iemand mij denkt te kunnen bejegenen als ‘dat meisje wat net van school komt en nog nergens van weet’, staat hem een nogal onaangename verrassing te wachten. Jullie hebben mij nog nooit écht kwaad gezien; alleen maar een boze blik richting Junior onderschept, maar reken erop dat ik iemand op een manier uit kan vloeken op een manier waar de bootsman van ‘De Zeven Provinciën’, het vlaggenschip van Michiel de Ruyter, van zou verbleken!”
Simon begon langzaam te grijnzen. “Kun je dat boven niet eens een keertje doen? Misschien dat onze programmeurs ein-de-lijk de moeite nemen om hun hok fatsoenlijk op te ruimen.” Yvon knikte al. “Lijkt me een goeie lakmoesproef, Gon… Leef je uit!” Ik rolde met m’n ogen. ‘Jaja. En dan de eeuwigdurende woede van Martin op m’n nek krijgen? Zoek het uit, ik ben voor hen ‘die rooie van O&O’. Niks meer en niks minder. En nu gaat dit meisje eens naar Terschuur bellen. Naar Mariëlle. En desnoods eens bij haar op bezoek gaan, want alleen maar over de telefoon dit nieuws brengen… Nee. Geen goed plan. Ze zou tegen het plafond vliegen.”
Simon knikte. “ Doen. En ga er maar heen. Volgens mij vormen jullie een prima span straks.” Ik giebelde. “Zeker weten, Simon. De oh, zo bescheiden Mariëlle en Gonnie de herstructureringsbitch. En nog iets: Wellicht is het een optie om Mike de RI&E van de Weever te laten actualiseren. Eventueel herschrijven. Kan hij z’n ouwe beroep nog eens praktiseren én komt er wat meer naar boven. Een RI&E gaat niet alleen over fysieke veiligheid, maar ook over welzijn van personeel.”
Simon stak een duim op. “Goed plan! Vraag maar of hij daar zin in heeft! Daarna: naar Mariëlle en nee, je hoeft niet terug te komen als je daar klaar bent.” Ik liep weg, maar hield in de deuropening nog even in.
“Lekker hoor, zo’n vrije middag… Even in Barneveld op een terrasje zitten met een glaasje advocaat met slagroom. Zullen ze daar vast wel hebben. In ‘Egg-city’…”
“Trut! Aan ’t werk jij!”
De stem van Simon dreunde door de hal en ik liep grinnikend naar bureau O&O...
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10

Ontdek meer over mij op mijn profiel pagina, bekijk mijn verhalen, laat een berichtje achter of schrijf je in om een mail te ontvangen bij nieuwe verhalen!
