Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Yoekie
Datum: 15-04-2013 | Cijfer: 7.7 | Gelezen: 3645
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 67 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Ware Liefde - 16
Het heeft even geduurd. Ze waren het er niet mee eens dat Sarah een nieuwe aan wilde nemen die notabene in verwachting is. Ondanks de testen die goed waren, hadden ze nog steeds hun twijfels.

Sarah heeft gesmeekt en gepusht en uiteindelijk zijn ze overstag gegaan. Eindelijk. Ik ben nu officieel een agente.

Mijn eerste paar weken zitten er ook al weer op. Time flies when you're having fun, toch?

"Goed werk, Caith, die man krijgt zijn verdiende loon", zegt Sarah tegen me en slaat me vriendschappelijk op mijn schouder.

Mijn teamgenoten ruimen hun spullen op en gaan naar huis. Ik gaap. "Vermoeiend soms, hè?", vraagt Sarah.

Ik knik en wrijf in mijn ogen.

"Ga lekker naar huis. Ik blijf nog even hier, maak je geen zorgen."

"Weet je het zeker?", vraag ik.

Ze knikt en omhelst me vluchtig. "Fijn weekend."

"Hetzelfde."

Geeuwend rijd ik naar huis. Naast me op de bijrijders stoel ligt een stapel documenten van Julie en Sara's zaak. Iedere avond en ieder vrij uurtje kijk ik ze opnieuw door om te kijken of ik iets mis. Natuurlijk is het hopeloos.. er zal niet veel nieuws bij komen uit zichzelf.

"Ben thuis", roep ik.

"Hoi, liefste", roept Rose terug. Ik ga naar haar toe en laat me omhelzen. "Hoe was je dag?"

"We hebben de man van het verminkte slachtoffer gevonden en gearresteerd", zeg ik triomfantelijk.

Rose glimlacht. "Goed zo. En nu eten! Weekend", roept ze en ik lach.

De tafel is al gedekt en een heerlijk kip gerecht staat al klaar.

Alsof ik in dagen niet gegeten heb val ik aan op het heerlijke maal. "Het lijkt wel of je een heel weeshuis in je buik hebt", lacht Rose. Het verbaasd haar nog steeds dat ik ineens zoveel eet.

Ik lach en wrijf even over de hele kleine bolling. Als je het niet weet, valt het niet op, maar ik weet het wel en ik vind het prachtig.

Na het eten ruimt Rose de tafel af en ik plof op de bank met de stapel documenten.

Rose komt na een tijdje zuchtend naast me zitten en slaat het papier voor mijn neus zachtjes dicht. "Liefje...", begint ze en stopt even tot ik haar aankijk. "Hou hier mee op. Je kwelt jezelf en deze documenten herschrijven zichzelf niet op welke manier dan ook. Je hebt het al zo vaak doorgelezen dat je ze onderhand uit je hoofd moet kennen. Stop hiermee."

"Dat kan ik niet. Ik heb eindelijk de macht om me er mee te bemoeien, dan doe ik er ook wat mee. Ik heb ze beloofd dat ik ze zal vinden al is het het laatste dat ik doe."

Deze discussie hebben we al zo vaak gevoerd, dat ik ook die bijna uit mijn hoofd ken. Rose beseft het zich ook en staat zuchtend op.

"Nog even en je kan mij arresteren voor het vermoorden van mijn vrouw", zegt ze en ik hoor een speelse ondertoon in haar stem.

Ik kijk met een ruk op en staar in haar strakke gezicht. Haar ogen glinsteren wel een beetje.

"Is dat zo?", vraag ik en sta langzaam op.

Rose knikt en doet een stap achteruit.

"Is dat zo?", herhaal ik nog eens op een strenge toon.

Opnieuw knikt ze en gaat snel achter de bank staan. Ik haal mijn handboeien uit mijn riem en zwaai er losjes mee.

"Dan kan ik beter maatregelen nemen voor het te laat is, niet?"

"Pff, agentje", lacht ze spottend en gilt als ik ineens over de bank heen spring. Ze sprint rond de bank, glijdt bijna uit en rent lachend verder.

Ik ren achter haar aan en spring opnieuw over de bank zodat ik voor haar kom te staan. "Zo, dametje, kom maar hier", zeg ik en draai haar om. Haar handen vouw ik achter haar rug en doe de handboeien om. Niet zo strak als bij een echte verdachte.

"O, nee... agentje laat me gaan, ik ben onschuldig", roept ze.

"Laat me gaan? Niet zonder onderzoek, dat weet je toch? En dat kan uren duren", zeg ik en rek mijn laatste woorden uit.

Rose kreunt zachtjes.

"Wat was dat?", vraagt ik streng.

"Wat?"

"Dat geluid."

"Sorry mevrouw, ik vond het wel leuk klinken", zegt ze en haar duim streelt onhandig over mijn hand die de hare nog vast heeft.

"En nog ongewenst intimideren ook? Dat wordt een lange straf, meisje", mopper ik en duw haar voor me uit naar de gang. Voorzichtig gaat ze de trap omhoog, om haar evenwicht niet te verliezen. Ik ondersteun haar aan haar billen en hervat mijn rol boven weer.

"Kom maar mee", zeg ik en duw haar ruw de kamer in.

"Het spijt me", snikt ze giechelend.

"Dat lachen zal je straks wel vergaan, liefje", brom ik en maak de knoop van haar broek los.

"Wat doe je?", vraagt ze geschrokken.

"Je mag niet in je eigen kleding de cel in, dus ik zal je wat anders aan moeten trekken. En gezien jij geboeid bent..."

Ik stroop haar strakke spijkerbroek af en druk een zacht kusje op haar blote been.

"Ik ga je boeien één voor één los en weer vastmaken, om je shirt uit te trekken. Waag het niet om iets te proberen, want dan heb ik je snel weer te pakken en dan is het niet meer zo leuk", zeg ik en draai haar om. Met het kleine sleuteltje maak ik de haar rechter hand los en trek de korte mouw over haar arm, zodat haar arm onder haar shirt geklemd zit. Ik schuif het shirt omhoog en op het moment dat haar arm vrij is, grijpt ze mijn polsen en duwt me tegen de muur.

"Eens kijken wie hier slimmer is", zegt ze spottend en wil haar lippen op die van mij duwen. Maar ik ben getraind op dit soort aanvallen en draai haar arm zo dat ze half op de grond knielt.

Natuurlijk niet zo hard als normaal, mijn arme vrouw.

"Is dat je antwoord?", zeg ik en trek haar overeind. Snel trek ik haar andere kant ook over haar arm en maak haar boeien weer vast.

"Ik moet andere kleding gaan halen, dus ik moet je vastmaken om er zeker van te zijn dat je niet weer van die fratsen gaat uithalen."

Ik duw haar achterover op het bed, maar een handboei los en klik die aan het bed. Uit de kast haal ik nog wat van onze riemen en maak haar andere hand en voeten ook vast.

"Wat ga je doen?", vraagt Rose als ik de kamer uit loop.

"Kleren halen", zeg ik glimlachend en ga weer naar beneden. Wat een heerlijk gevoel, dit rollenspel.

Na vijf minuten besluit ik om haar niet langer te laten leiden en weer naar boven te gaan.

"Zo, al geleerd van je lesje?"

"Ja, alsjeblieft, maak me los", mompelt ze.

Ik kijk haar aan. Dat klonk alsof ze het meende. Ze kijkt me terug aan en ik zie in de glinstering van haar ogen dat ze met me zit te dollen.

Grommend ga ik boven op haar buik zitten en zeg: "Dat zal je zwaar komen te staan."

Ik buig me voorover en druk mijn lippen op die van haar. Hongerig, geil en passievol beginnen we te zoenen. Haar tong flitst in en uit mijn mond en even vergeet ik waar ik mee bezig was.

"Eh, eh", mompel ik en dwing mezelf om op te houden.

Mijn handen vouwen zich rond haar borsten, die nog verborgen zitten onder de stof van haar knalroze bh.

Ze sluit haar ogen, gooit haar hoofd achterover en kreunt zachtjes. "Ja, dat vind je lekker, hè?", mompel ik en begin zachtjes te kneden in haar perfect roomblanke borsten.

Mijn handen glijden strelend achter haar rug en haken de haakjes los om vervolgens de bh bandjes los te maken als ik me bedenk dat ik de bh niet uit kan doen over haar armen.

Haar tepels staan fier omhoog en smeken me om gestreeld te worden. Opnieuw leg ik mijn warme handen er over heen en voel een rilling door mijn vrouw gaan.

Haar tepels worden nog stijver.

Met mijn vingers pluk ik er aan en kus haar nek zachtjes.

"Je maakt me gek", fluistert ze in mijn oor.

"Dat is de bedoeling, lekker ding", fluister ik terug en we zoenen weer. Hartstochtelijk, passievol en vol verlangen.

Ik daal langzaam af naar haar borsten en neem haar tepels een voor een in mijn mond om er daarna even op te sabbelen.

Wulps drukt Rose haar bovenlichaam tegen mijn mond aan, smekend voor meer. Als antwoord bijt ik even en ze slaakt een gilletje van schrik.

"Luisteren", grom ik en kus haar buik. Ik stop even bij het litteken en kus die ook. Rose verstart even, maar ontspant weer als ik door ga. Ik kus haar venusheuvel en ruik haar geil door haar slipje heen.

Mijn vingers haken zich achter haar slipje en trekken die zo ver mogelijk naar beneden. Voor het gemak maak ik één voet los en haal die uit het gat, zodat het slipje nog maar aan één enkel hangt.

Mijn tong glibbert in één keer door haar natte lipjes en ik proef haar. Dat smaakt altijd naar meer. Mijn duim begint haar klitje te stimuleren, terwijl ik mijn tong in haar gaatje pers.

Ze kreunt luid en buigt haar bekken. Gelijk haal ik alles van haar af en hoor haar ontevreden knorren.

"Nog protesteren ook?", vraag ik en stap van het bed af.

"Wat ga je doen?", vraagt ze angstig als ik de kamer uit loop.

"Je straffen", zeg ik grijnzend en ga opnieuw naar beneden. Ik drink wat water, kijk even tv en ga na een tijdje weer naar boven.

Ze ligt rillend op bed en kijkt me verwijtend aan. Ik glimlach naar haar en steek mijn tong uit. "Nu je lesje geleerd dan?"

"Ja, mevrouw", zegt ze braaf en ik knik goedkeurend.

Opnieuw kniel ik tussen haar benen en merk dat ze nog natter is dan toen straks. "Dus je vond het wel geil?", mompel ik en blaas tegen haar klitje, waardoor ze hard en langgerekt kreunt.

"O, toe", kreunt ze en ik merk dat ze haar bekken wil bewegen, maar dat ze zich net op tijd inhoudt. Een triomfantelijke lach glijdt over mijn lippen en als beloning stort ik me vol op haar grotje. Ik sabbel, knabbel en vinger haar de hoogte in. Ze wiebelt, kreunt, kirt en schokt terwijl ik mijn vaardige vingers en tong op haar loslaat.

"O, Caithlynn... hemels", kirt ze en wil haar handen naar onder halen, waardoor ze aan haar boeien trekt.

In één lange haal lik ik van haar grotje tot aan haar klitje en zuig me dan vast op haar. Dat wordt haar te veel.

Ze gilt, kreunt en roept mijn naam, terwijl haar lichaam schokt en beeft als een bezetene.

Ik maak haar voeten en handen los en kruip naast haar en neem haar in mijn armen.

"Ik hou van je", fluistert Rose uitgeput.

"Ik ook van jou", antwoord ik en streel haar polsen, waar een kleine afdruk zit van de boei. Waarschijnlijk te hard getrokken.

Ze draait zich naar me toe en glimlacht. "Heb je daar iets geleerd waarvan ik moet weten?", vraagt ze.

"Hoezo?"

"Waar haal je dit ineens vandaan? Het was zo verrassend geil! Mijn god, ik dacht dat ik dood ging", babbelt ze en streelt mijn wang.

Ik lach. "Alles voor mijn vrouwtje."

"Hoe voelt mijn vrouwtje zich?", vraagt Rose, doelend op mijn buik.

"Prima hoor. De kleine prinses slaapt lekker."

"Prinses? Hoe weet je zo zeker dat het geen prins wordt?"

"Ik voel het aan mijn water", knipoog ik en Rose lacht.

"Oké, in dat geval moeten we de logeerkamer roze gaan verven, niet?"

"Jep", knik ik.

We hebben besloten de kamers van Julie en Sara nog gewoon te laten zoals ze zijn. Wie weet komen ze nog terug en dan zou één van de kamers weg zijn... wat voor indruk zal dat maken.

Bovendien is de nieuwe baby geen vervanging voor één van beide, dus waarom de kamers wel als we er nog één extra hebben.

Ik wil Rose een kus geven, als ik merk dat ze al in slaap is gevallen. Ik glimlach, haal mijn arm onder haar hoofd uit en dek haar toe.

Zelf ga ik douchen en spoel mijn intensieve werkdag van me af.

Automatisch wrijven mijn handen over mijn bolletje. "Alsjeblieft, blijf voor altijd bij ons. Ik denk niet dat we het aankunnen nog een kindje te verliezen. Oké?", fluister ik.

"Geen zorgen. Ze gaat nergens heen", fluistert Rose ineens achter me en ik slaak een gil van schrik.

"Jezus, Rose, doe dat nooit meer. Ik heb een hartaanval", zucht ik en trek haar tegen me aan.

"Sorry. Ik werd wakker van de douche en wilde net bij je onder de douche gaan toen ik je hoorde fluisteren."

"Geeft niet", zucht ik en zwijgend staan we een tijdje onder het warme water, in elkaars armen.

"Ik ga naar bed, ik ben moe", zegt Rose als de film uit is die we beneden gekeken hebben.

"Is goed. Ga maar vast naar boven, ik sluit af", zeg ik en kijk haar na als ze naar boven verdwijnt. Zelfs in een pyjama is ze nog adembenemend mooi.

Ik spoel de glazen om in de keuken, als een vreemd gevoel me bekruipt. Het is alsof er iemand naar me staat te kijken.

Ik kijk om de hoek van de keuken, maar er is niemand. "Rose?", vraag ik, maar ik krijg geen antwoord.

Ik haal mijn schouders op en geef mijn gedachtes aan Julie en Sara de schuld. Al die gevoelens van toen zullen daardoor wel de kop op steken.

Toch kan ik het gevoel niet van me afschudden en een rilling loopt over mijn rug. Er is iets niet in de haak...

Paranoïde controleer ik of de extra beveiligde sloten echt dicht zijn en of alle ramen dicht zijn. Als ik daarin gerustgesteld ben, ga ik naar boven en poets mijn tanden.

Het gevoel verdwijnt niet helemaal, dus ik laat de lamp op de gang aan, voor mijn eigen gevoel van veiligheid.

"Waarom laat je het licht aan?", vraagt Rose.

Ik vertel haar wat er net gebeurde.

"Ach, kom hier. Ik heb er ook nog wel eens last van", mompelt ze en trekt me in haar armen. Gelijk verdwijnt het gevoel en voel ik me veilig en geborgen.

Het zal wel niets zijn geweest... denk ik en val in slaap.

De volgende morgen word ik geeuwend wakker en sta wrijvend in mijn ogen op, om naar de wc te gaan.

Ik loop de gang op, de badkamer op en laat me op de wc zakken.

Plots dringt het tot me door dat het licht op de gang uit is. Die had ik toch aangelaten?

"Rose?", vraag ik, maar ze reageert niet.

"Rose?", roep ik nu wat paniekeriger.

Ze komt de badkamer in en kijkt me vragend aan. "Wat is er, mop?"

"Ben jij vannacht uit bed geweest?", vraag ik.

"Nee, hoezo?"

"Shit", mompel ik, trek mijn slip weer omhoog en spoel niet eens door. Ik ren naar onze slaapkamer, trek mijn nachtkastje open en haal mijn Glock tevoorschijn.

"Jezus, Caith, wat doe je?", vraagt Rose geschrokken.

"Er is iemand in huis geweest. Ik had het licht expres aangelaten en niemand van ons heeft het uitgedaan", zeg ik zachtjes en zie de ogen van Rose groter worden. "Blijf hier", zeg ik terwijl ik eerst de badkamer check en vervolgens alle kamers van de bovenverdieping. Ik gooi alle kasten open, kijk onder de bedden en overal waar iemand zich maar zou kunnen verstoppen.

Boven is er niemand.

Met knikkende knieën van de zenuwen ga ik naar beneden, voetje voor voetje. Ik steek mijn Glock om de hoek van de trap, maar daar is niemand. Ook de wc is leeg.

Zwaar ademend van de zenuwen open ik de deur van de woonkamer zachtjes. Op het eerste oog is er niets te zien.

Ik kijk ook hier overal. Zelfs in de tuin.

Als ik niets vind, laat ik zuchtend mijn wapen zakken en roep Rose.

"Wat gevonden?", vraagt ze met trillende stem. Ik schud mijn hoofd.

"Misschien is het peertje wel gewoon kapot", giechelt ze. Waarschijnlijk van de zenuwen.

"Nee, ik voel het. Het klopt niet. Wie het ook was, hij of zij is hier niet meer. Misschien wilde iemand ons gewoon bang maken, meer niet", zeg ik bemoedigend en omhels Rose. Ik voel haar stijve houding wat vervagen in mijn armen.

"Even kreeg ik weer een flashback van dat paranoïde gevoel van toen", fluistert ze.

"Ik ook."

We gaan naar boven, kleden ons aan en ik bel John. Ik voel me niet veilig, misschien kan hij ons helpen.

"Ik kom er gelijk aan", zegt hij serieus als ik mijn verhaal heb gedaan.

Binnen een kwartier is hij er en omhelst ons beiden. Gelijk gaat hij naar boven en draait aan het peertje van de lamp. "Niets mis mee", zegt hij en zet de schakelaar aan. Gelijk springt het licht aan.

Ik hoor Rose naar adem happen.

"Rustig maar. Misschien is er nog wel een andere verklaring", probeert John ons gerust te stellen, maar ziet aan onze gezichten dat we niet overdrijven.

"Bel de politie anders", zegt hij.

Even lach ik. "Ik ben de politie."

Hij kijkt me even stom aan en lacht. "Dat is waar ook. Nou, doe jij dan wat! Kijk voor braaksporen of vingerafdrukken", zegt hij.

"Hallo, hé, weet je hoeveel afdrukken er hier in huis zijn", zucht ik en ga naar beneden om de voordeur te bekijken. Speciaal naar het slot.

Alles ziet er intact uit. Zelfs geen verdacht krasje er op.

Ook de ramen zitten nog potdicht en zien er niet uit alsof ze open zijn geweest. Net als de tuindeur.

"Boven ook niet", zegt John als hij beneden komt en mijn verwarde gezicht ziet.

"Is de stroom misschien uitgevallen?", vraagt Rose.

"Dan zou hij vanzelf weer aan gegaan zijn als de stroom er weer was en niet met een schakelaar", legt John uit en ik laat me trillend op de bank zakken. Niet weer... wat willen ze nu weer van ons?

Ik bel Sarah toch voor de zekerheid en leg het uit. Ze beloofd later op de dag te komen om samen met me te zoeken naar vingerafdrukken die niet van ons zijn, als ze boodschappen gedaan heeft.

"Ik zal hier blijven vandaag en vannacht", zegt John beslist.

"Nee, joh. Nergens voor nodig. Het is ook bijna onmogelijk om hier binnen te komen met deze nieuwe sloten..."

"Ja, dat is maar goed dat jullie die vervangen hebben. Iedere amateur kon hier binnenkomen", lacht hij even en vraagt of ik het zeker weet.

"Ja, ga lekker naar je vrouw en zoon. Die hebben je harder nodig", knipoog ik en neem afscheid van hem.

Als ik in de kamer kom, is Rose aan het bellen. Zo te horen met haar moeder.

Ik laat me naast haar op de bank zakken en leg mijn hoofd rustend op de leuning. Zachtjes dommel ik een beetje weg en denk aan hoe verrassend koud het vannacht was voor een zomernacht.

Wacht eens even...

Ik schiet overeind en kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Tegelijkertijd begin ik te lachen. Hard. Ik voel me zo stom...

"Wacht even mam, ik moet even vragen wat er met Caithlynn is", zegt ze en kijkt me vragend aan.

"Ik was het", hik ik.

"Hoe bedoel je?"

"Ik viel net op de bank bijna in slaap en ik bedacht me dat ik het zo koud vond vannacht voor een zomernacht. Hoe kan ik dat nou weten als ik niet naar de wc ben geweest? Ik heb waarschijnlijk nog half geslapen en toen het licht uit gedaan", giechel ik.

"Caithlynn!", roept Rose, maar begint ook te lachen en vertelt het hele verhaal aan haar moeder. Ik hoor de hartelijke lach van Heather door de telefoon.

Gelijk bel ik John op om het te vertellen en na een preek over ongerust zijn moet ook hij lachen. Ik zeg Sarah af, we zullen toch niets vinden behalve mijn vingerafdrukken.

Opgelucht laat ik me in de kussend van de bank vallen en trek mijn benen onder me. Gelijk is al het angstige weg en ontspan ik geheel.

"Zo, trutje, heb je nog wat te zeggen?", vraagt Rose als ze opgehangen heeft.

"Sorry", mompel ik schuldbewust.

Rose glimlacht. "Het geeft niet. Het zullen de hormonen wel zijn geweest."

Ze buigt zich voorover en drukt haar lippen zachtjes op die van mij. Mijn hand glijd in haar nek en streelt haar haren.

Haar hand glijdt over mijn buik, borsten en nek omhoog en legt hem op mijn wang, als onze kus zich verdiept.

"Jij bent aan de beurt", fluistert ze schor en trekt me aan mijn hand omhoog. Opnieuw zoenen we, terwijl ze me uitkleed en me overal streelt en zoent.

Haar handen kneden mijn gevoeligere borsten, mijn buikje en mijn billen. Ik heb alleen een rok aan, met daar onder een string.

Ze schuift de rok als een riem om mijn middel en kneed mijn blote billen. Ik leun tegen haar aan en adem haar heerlijke geur in.

"Draai je om", fluistert ze hees en ik doe wat ze zegt. Met mijn handen op de leuning, voel ik hoe ze haar armen naar voren steekt en mijn borsten opnieuw masseert. Mijn tepels zijn uiterst gevoelig en als ze er in knijpt kan ik een kreun niet onderdrukken. Met één hand masseert ze door en met de andere zakt ze af over mijn rug, naar mijn billen en streelt die.

Één vinger haakt ze onder het minuscule stofje van mijn string en aait over mijn lipjes. Ik hijg.

Het beeld van ons, hoe we nu zitten, maakt me alleen nog maar geiler. Mijn onderarmen steunend op de hoofdleuning van de bank, mijn ontblootte billen naar achter gestoken en Rose om me heen geklemd en me vingerend en strelend.

Haar vingers pompen in en uit en haar duim streelt mijn klitje.

"O, Rose", hijg ik en voel mijn lichaam om haar vingers verkrampen. "Ja", gil ik en begin te schokken en te beven. Volgens mij kan de hele buurt meegenieten van mijn gekreun.

"Laat je gaan", mompelt Rose in mijn oor en gaat door.

"O, stop, stop", gil ik, maar ze gaat door. Het heerlijke gevoel stopt heel even, maar een paar seconde daarna is het daar opnieuw. "Rose", kreun en steun ik en kom opnieuw kei hard klaar.

Uitgeput laat ik mezelf over de leuning van de bank zakken en voel hoe Rose mijn kleding weer rangschikt.

Ze laat zich naast me zakken en trekt me tegen zich aan. Mijn hoofd ligt op haar borst en ik hoor het vertrouwde kloppen van haar hart.

"Hmm", murmel ik en voel hoe ze mijn haren streelt.

"Soms hou ik zo veel van je dat het gewoon pijn doet", fluistert ze en neuriet zachtjes terwijl ze heen en weer wiegt.

Even voel ik me weer vijf jaar en veilig bij mijn moeder op schoot na een val.

Ik sla mijn armen om Rose heen en knuffel haar.

Als ik weer wakker word kijk ik verdwaasd om me heen. Ik ben in de woonkamer... ineens herinner ik het me weer en kom overeind.

Rose is in de keuken aan het koken.

"Hoe lang heb ik geslapen?", vraag ik geeuwend.

"Slaapkop, je hebt een gat in de dag geslapen. Het is al vier uur", zegt ze lachend.

"Vier uur!? O... nou daar gaan onze plannen. Waarom heb je me niet wakker gemaakt?", vraag ik.

"Omdat je werk al druk genoeg is voor jou en de baby en je de slaap blijkbaar hard nodig hebt."

"Ja, mama", zucht ik en kus haar als ik achter haar kom staan in de keuken.

Als ik 's avonds in bed lig overdenk ik wat er die dag gebeurd is en ergens heb ik het gevoel dat ik iets belangrijks over het hoofd zie. En toch... ik zou niet weten wat.

Lamp aan, lamp uit... ik. Ineens snap ik het. Het paranoïde gevoel dat iemand me bekeek... Waar kwam dat dan vandaan als er niemand anders was?

"Rose?", vraag ik zachtjes.

"Ja", murmelt ze.

"Waar kwam mijn paranoïde gevoel van gister avond dan vandaan?"

"Och, schat. Je hebt waarschijnlijk gewoon weer te veel aan de kinderen lopen denken en dan word je gedachte soms wat levendig..."

"Je zal wel gelijk hebben", zucht ik en sluit mijn ogen.

De rest van het weekend verloopt rustig. Ik slaap veel en voel me slapjes. Ik hoop niet dat het een begin is van een griepje.

Maandag is het gelukkig zo ver als over en stap ik vrolijk mijn kantoor binnen, die ik deel met Sarah.

"Goedemorgen, hoe is het weekend nog verlopen na de schrik", lacht ze.

"Goed hoor. Veel geslapen..."

"Tja, baby's zuigen energie, ik weet er alles van", zegt ze en kijkt even naar een foto van haar kinderen op haar bureau.

"Wat hebben we vandaag?", vraag ik.

"Tot nu toe niets, dus we kunnen wat rapporten uitwerken. Hopelijk blijft het zo, maar ik vrees het ergste", zegt ze en duwt een stapel papier naar me toe.

Zwijgend beginnen we alles in te voeren en verslagen te typen.

"Ga je mee lunchen?", vraagt een van de leden van het team om twaalf uur.

Sarah en ik pakken onze boterhammen en schuiven in de kantine aan. Vrolijk kletsend over koetjes en kalfjes eten we onze lunch op.

De telefoon van het kantoor gaat. Sarah kijkt me aan met een ik-zei-het-toch-blik en neemt op. Ze knikt wat, kijkt zorgelijk en knikt opnieuw. Ze eindigt met de zin dat we er aan komen. Automatisch stop ik mijn boterhammen weg en ga mijn spullen halen.

"Een noodgeval op een schoolplein. Er is sprake van een gijzeling, dus het hele team zal aanwezig zijn", zegt ze waarop iedereen zucht en opstaat.

Het is een wirwar van rennende agenten, geroep, sirenes van auto's, etc.

We komen aan bij de school en zien mensen op de grond zitten, met hun handen in hun hoofd, sommige gillen en huilen, sommige rennen voor hun leven.

We persen ons door de menigte heen en roepen dat we van de recherche zijn. In één oogopslag zie ik wat de problemen zijn.

Er staat een man van middelbare leeftijd midden op het plein, met in zijn armen een klein meisje van een jaar of één. Hij heeft een geweer op haar hoofd gericht.

We manen de mensen tot stilte en begeleiden ze van het plein af, zodat ze veilig zijn. Ik hoor de psycholoog van het team praten tegen de man.

"Laat het wapen zakken, dit wil je niet", zegt hij.

"Houd je bek", roept de man terug.

Als één derde van de mensen veilig is, klinkt er een schot. Geschrokken kijk ik naar de gegijzelde, maar het kindje leeft nog. "Nog één zo'n grap en ik schiet raak", zegt de man.

"Sarah, mag ik het eens proberen? Ik geloof dat Harry de verkeerde snaren raakt", fluister ik.

Sarah zegt wat in haar oortje en Harry loopt langzaam achteruit.

"Hallo", zeg ik tegen de man en kom iets dichterbij.

"Staan blijven", roept hij en ik blijf abrupt staan.

"Vertel me eens wat er aan de hand is", zeg ik kalm en probeer zo ontspannen mogelijk over te komen.

"Nee, het gaat je niets aan. Dat is tussen mijn ex-vrouw en mij."

"Waar is je ex-vrouw?", vraag ik.

"Achter je."

Ik draai mijn hoofd en zie een vrouw met bruin haar, helemaal in tranen, smekend om haar kind. Een klein jongetje van basisschool leeftijd klampt zich vast aan haar been.

"Vertel maar wat je op je hart hebt, ze luistert", zeg ik en vraag aan Sarah of ze de vrouw zonder het jongetje naar voren kan sturen.

Ik voel de aanwezigheid van de vrouw achter me en knijp geruststellend in haar hand.

"Trut", roept de man heel kwaad. "Je hebt me alles afgepakt. Mijn huwelijk, mijn huis, mijn kinderen, alles. En nu zal ik jou alles afpakken", roept hij.

"Niet doen, Frank. Noa is bang, laat haar gaan", roept de vrouw terug, snikkend en bevend.

"Nooit", roept hij.

"Hé, Frank, luister. Hou je van Noa?", vraag ik.

"Wat is dat voor vraag. Natuurlijk!"

"Kijk dan eens naar haar. Ze is doodsbang... dat wil je toch niet voor je eigen kinderen, of wel? Geef je dochter aan mij en dan kunnen we dan verder praten, oké?"

Hij aarzelt en kijkt naar het kleine hummeltje in zijn arm. Haar gezichtje is rood van het huilen.

Zijn ogen verzachten voor een moment en er verschijnen tranen.

Frank doet een stap naar voren, laat zijn geweer zakken en richt hem half op mij. "Oké, dan. Maar het is nog niet over", roept hij en ik loop voorzichtig naar voren.

Mijn knieën knikken en mijn handen zweten als ik dichterbij kom en het geweer op mijn buik gericht voel, maar ik laat niets merken.

"Geef maar", zeg ik zachtjes en pak het kleine hummeltje over.

Gelijk doe ik voorzichtig een paar stappen achteruit en draai me naar de vrouw om haar de baby terug te geven. Met Noa in haar armen zakt ze op haar knieën en huilt.

"Ga", zeg ik zachtjes, misschien net iets te hard.

"Ik zei dat het nog niet over is", schreeuwt de man en zijn geweer staat nu strak op de vrouw gericht.

Ik reageer voor ik nadenk. In een reflex buig ik me over hen heen, hoor een schot en voel een stekende pijn. Daarna klinkt er een wirwar van geschreeuw van agenten, van de man, opnieuw sirenes, etc.

En applaus.

Verbaasd krabbel ik overeind en kijk om me heen. Ouders klappen, zelfs collega's doen mee. Ik kijk naar de vrouw naast me, die me verbaasd aankijkt en daarna begint te glimlachen. "Dank je", fluistert ze en wiegt haar huilende kind.

Ik wil opstaan, als er een scherpe pijn door mijn been schiet. Ik kijk en zie dat er in mijn kuit een kleine wond zit.

Sarah helpt me overeind en zegt dat ze trots op me is. Dat de vrouw nu dood geweest kon zijn als ik me niet voor haar had geworpen.

Ik voel me wat verdoofd.

Een ambulancemedewerker zet me in een ambulance en we rijden naar het ziekenhuis om de kogelwond te verzorgen.

"Sarah, wat je ook doet, bel mijn vrouw niet. Ze zal zich alleen maar zorgen maken om niets", zeg ik en Sarah knikt.

In het ziekenhuis halen ze de kogel eruit, hechten en verbinden het. Het doet ook geen pijn meer door de verdoving.

Als ik uit het ziekenhuis kom, staat er een grote groep journalisten voor de uitgang.

"Mevrouw, mogen we u wat vragen stellen?"

"Hoe wist u die man te overtuigen?"

"Waarom bent u voor de kogel gesprongen?"

"Was u niet bang dat u zelf ernstig gewond kon raken?"

De spervuur aan vragen worden op me afgevuurd en het duizelt me. Ik besluit een beknopte versie van mijn eigen verhaal te doen en het daar bij te laten. Zo'n heldendaad was het nu ook weer niet, het was een reflex.

Bovendien moet ik snel naar huis, voor dat Rose er achter komt via het nieuws of zo.

Sarah en ik wurmen ons door de mensen heen en stappen in de patrouille wagen die ons op is komen halen.

Op het bureau neem ik afscheid, krijg hier en daar nog wat complimenten en laat me in mijn eigen auto naar huis rijden.

Ik wil mijn sleutel uit mijn tas halen, als ik me bedenk dat die nog op het bureau ligt. Zuchtend bedenk ik me dat de reserve sleutel dan toch nog goed van pas komt.

Ik til de deurmat op en tel het aantal stenen er onder. Precies de goede wip ik er uit en... vreemd. De sleutel ligt er niet. Ik weet toch zeker dat Rose en ik die daar hadden neergelegd na het vervangen van de sloten.

Misschien heeft zij hem.

Ik leg de steen en de mat weer terug en bel aan.

Rose doet open en ik zie aan haar gezicht dat het mis is. Ze is het op de een of andere manier al te weten gekomen.

"Hoi", zeg ik zachtjes. "Ik ben mijn tas vergeten."

Ze zegt niets en loopt naar de kamer, zonder nog naar me om te kijken.

"Rose...", mompel ik.

In de kamer draait ze zich abrupt om. "Niets te Rose", sist ze woedend. "Ik moet via de radio horen dat er een schietpartij is geweest op de radio, waarbij mijn bloedeigen vrouw gewond is geraakt en die vrouw neemt vervolgens niet eens de moeite om mij te bellen? Ik heb het bureau gebeld en die gaven aan dat ze het verzoek gekregen hadden mij niet te bellen. Waarom in godsnaam Caithlynn? Waarom denk je niet eens aan je eigen veiligheid? Je draagt verdomme ons kind in je buik en jij gooit je doodleuk voor een kogel."

"Het was niet alsof ik er over nagedacht had of zo...", mompel ik en voel me klein.

"Nee, deed je dat maar is. Al jouw acties zijn ondoordacht. Waarom denk je dat ik me altijd zo'n zorgen maak? Omdat er ieder moment van de dag wat kan gebeuren omdat je niet nadenkt! Zeg eerlijk, heb je ook maar één minuut aan je kind gedacht? Of aan mij?", roept ze en ik zie tranen opwellen in haar ogen.

"Rose", smeek ik.

"Nee, ik ben woedend. Razend. Laat me met rust", roept ze en stampt naar de keuken toe. Ik hoor haar de deurtjes van de kastjes dicht rammen als ze er dingen uit haalt, de koelkast dichtslaan, etc.

Ik besluit heel verstandig om naar boven te vertrekken en me te gaan douchen.

Ze heeft wel gelijk. Ik dacht niet na. Maar wat moest ik dan doen? Die vrouw dood laten schieten? Dat had ik mezelf nooit vergeven als ik er naast stond en niets gedaan had. En er is toch niets? Het is alleen mijn been maar...

Ik zucht. Ik weet ook wel dat het heel anders had kunnen zijn. Ik kan er gewoon niets aan doen...

Snel droog ik me af en schiet in schone kleding. Mijn broek van het uniform gooi ik in de prullenbak. Er zit toch een groot bebloed gat in.

"Laat me eens kijken", zegt Rose achter me. Ze klinkt niet boos meer.

Ik trek mijn broekspijp omhoog en voel hoe ze zich bukt en kijkt naar het verbonden gedeelte van mijn been.

"Hoe kon je zo stom zijn?", vraagt ze zachtjes. Ik hoor iets anders dan woede in haar stem. Meer bezorgdheid en schrik.

"Sorry", fluister ik.

Ze staat op en slaat haar armen van achter om me heen. "Ik weet dat het je spijt, maar dat weegt toch niet op tegen de consequenties die dit had kunnen hebben? Voor hetzelfde geld was je er niet meer geweest. Wat moet ik zonder jou, Caithlynn? Dat kan niet. Dat mag je me niet aan doen", zegt ze, haar stem trilt.

Ik draai me om en neem haar gezicht in mijn handen. Haar helder blauwe ogen zijn nat van de tranen. Ze valt tegen me aan en snikt zachtjes. Haar handen klemmen zich bijna in mijn huid, zo stevig drukt ze me tegen haar aan.

"Weet je waar je vast ook geen rekening mee hebt gehouden?", vraagt ze na een stilte.

"Nou?"

"De media aandacht die je nu gaat krijgen. Iedereen wil 'de held' spreken. Wil je dat? Je hebt net een beetje de rust terug gevonden na... Julie en Sara."

"Nee, daar denk ik niet over na in één enkele seconde die het me kostte om voor die vrouw en haar arme kind te springen. Zou jij niet hetzelfde gedaan hebben? Als ik eerst gedacht had, dan was ze nu waarschijnlijk dood geweest, haar kind erbij. Dat wil ik niet op mijn geweten hebben. Ik ben blij dat ik gedaan heb wat ik heb gedaan. Maar het spijt me wel dat ik jou zo ongerust heb gemaakt, dat is nooit mijn bedoeling, dat weet je toch", leg ik uit.

"Ik weet het", zucht ze en kust mijn nek. "Gelukkig ben je in orde. En nu mee naar beneden, het eten is klaar."

"Tot vanavond", roep ik voor ik de deur uit ga. Rose roept wat terug en ik vertrek naar mijn werk. Het is een donkere, druilerige dag, typisch Nederlandse zomer.

Slaperig rijd ik naar mijn werk, ik heb totaal geen zin vandaag. Ik heb geen idee wat me te wachten staat.

"Daar hebben we Caithlynn", hoor ik Sarah zeggen en glimlach naar haar. Op mijn bureau staat een grote bos bloemen.

"Van wie zijn die?", vraag ik.

"Geen idee, er zit een kaartje aan", zegt ze en ik haal het kaartje uit de mini enveloppe.

Lieve Caithlynn,

Ik dank je zo ontzettend veel voor het redden van mijn baby's leven. De dank die ik voel is niet in woorden te omschrijven.

Het minste dat ik kon doen is je een bosje bloemen sturen.

Weet dat je voor altijd bij mij in het krijt staat.

Groeten Karin (de vrouw wiens leven jij gered hebt).

Ik zucht en laat het kaartje aan Sarah lezen. "Lief", zegt ze en stopt het terug.

"Ik vind het allemaal zo overdreven. Ik heb er echt niet bij nagedacht voor ik voor die kogel sprong..."

"En dat maakt je juist een held. Onzelfzuchtig, impulsief en dus helemaal van goede bedoelingen. En dat maakt je ook een hele goede agente, geloof me."

"Wat nou als ik in mijn buik was geraakt, of erger?"

"Dat is een risico van het vak. En dat is niet gebeurd, toch? Bovendien had je een kogelvrij vest aan, dus er had niet veel kunnen gebeuren."

"Je zal wel gelijk hebben", zucht ik en neem plaats achter mijn bureau om tienduizenden mailtjes te beantwoorden en rapporten te typen.

Rond twee uur merk ik aan mijn knorrende maag dat ik weer eens te diep in mijn werk gezeten heb en besluit mijn boterhammen maar op te eten voor mijn vrouw ze morgen persoonlijk komt voeren aan me.

Ik lach om de gedachte. Dat zou typisch Rose zijn.

Mijn boterhammen zijn net op als mijn telefoon gaat. "Met Caithlynn."

"Caith, met mij... je... hier... help", roept Rose door de telefoon. Ik hoor de helft niet, alleen maar gekraak en Rose hijgend.

"Rose? Wat is er?", roep ik.

"Help", gilt ze kei en kei hard, het gaat door merg en been. Sarah, die tegenover mij zit kijkt met een ruk op en springt van haar stoel. Ik doe met haar mee en blijf tegen Rose praten dat we er aan komen.

Als we halverwege zijn wordt de verbinding verbroken. "Sneller", roep ik tegen Sarah, die met sirenes volle plankgas gaat rijden.

Thuis zie ik dat de voordeur open staat, en een akeliger gevoel dan net bekruipt me. "Rose", roep ik en ren naar binnen.

Verschrikt blijf ik staan.

De hele woonkamer ligt overhoop. Overal liggen glasscherven van de omgevallen fotolijstjes, de vazen liggen op de grond, de gordijnen zijn van hun rails getrokken en alles is een grote rommel.

"Rose?", roept Sarah en doorzoekt het huis met getrokken wapen.

Ik kan daar alleen maar staan, als versteend. O, nee...

Rose... galmt het door mijn hoofd en kom in actie. Ik doorzoek de spullen en kijk of ik aanwijzingen vindt die mijn vermoedens bevestigen.

Ik raak zo min mogelijk aan, maar kijk overal op en onder of ik wat vind.

"Wat gevonden?", vraagt Sarah als ze beneden komt. Ik schud mijn hoofd.

"Wat is dit?", vraagt ze en bukt zich. In haar hand houdt ze een zilveren bedelarmband.

Mijn mond valt open en mijn hart klopt als een razende. "Mijn vermoedens kloppen... dit is een armband van Julie", roep ik.

"Kan die niet gewoon uit haar kamer zijn genomen?"

"Nee, die had ze in Amerika gekocht, die armband is hier nog nooit binnen geweest", zeg ik en voel mijn hart zwaar worden in mijn borstkas.

Sarah belt het bureau en vraagt om assistentie om de boel uit te pluizen en de omgeving uit te kammen.

"Als hij hier is geweest kan hij niet ver zijn. We gaan hem vinden en je dochters terugkrijgen, beloofd", zegt ze en rent naar buiten als het team aan komt rijden met gillende sirenes.

Mijn wereld staat op z'n kop. Eerst mijn kinderen, dan mijn vrouw... wat nog meer? Waarom doet hij dit?

Diep in mijn achterhoofd weet ik dat dit wraak is voor het weghalen van Rose bij hem.

Niet dat het mijn schuld was... maar dat denkt hij.

Sarah komt binnen met een andere agent en ze laten me op de bank zitten. "Luister, dit is nu een te persoonlijke zaak voor jou geworden. Om te voorkomen dat je zicht vertroebeld wordt door emoties, halen we je van de zaak. We gaan met volle kracht achter Dave aan, dat is een belofte. We kunnen alleen niet het risico nemen dat jou of Rose en de kinderen iets overkomt, oké?"

Ik zucht. "Heb ik een keus?"

"Nee", zeggen ze beide in koor.

"Oké, dan."

Ze staan op en lopen naar de deur. Ik houd Sarah tegen aan haar arm.

"Alsjeblieft, vindt ze", smeek ik.

Sarah omhelst me en fluistert dat ze haar best gaat doen.

Het is stil in huis. Ik hoor alleen mijn eigen ademhaling, kalm en rustig.

Het is uren geleden dat ik voor het laatst iets heb gehoord van het team.

Wat moet ik doen?

Ik besluit om Heather en Tirza te bellen en daarna mijn broer. Ik heb alle morele steun nodig die ik kan krijgen.

Natuurlijk komen ze allemaal gelijk mijn kant op. Het lucht wat op. Nu ben ik ten minste niet de enige meer die zich zorgen maakt om Rose.

O, Rose... waar ben je? Ik sluit mijn ogen en zie haar voor me. Haar lieve, mooie lach, haar prachtige helderblauwe ogen, haar weelderige, krullende haren. "Waar ben je", fluister ik en voel me totaal verdoofd. Ik kan niet eens huilen om haar verdwijning. Het is alsof ik in een droom leef.

"Caithlynn?", hoor ik Heather bij de voordeur vragen. Ze hebben de sleutel van ons huis.

"Hier", zeg ik zachtjes en hoor hen naar adem snakken als ze de verwoeste woonkamer zien.

"O, meisje", hoor ik Tirza mompelen en beide komen aan weerszijde van mij zitten. Ze slaan hun armen om me heen en wiegen me als een klein kind. Ik vind het fijn.

"Hoe kan dit? Weet je al meer?", vraagt Heather aan mij. Ik zie de ongerustheid en wanhoop in haar ogen.

"Ik weet alleen dat het Dave is, maar waar hij hen heeft opgesloten... ik weet het niet."

"Gaat het met je?", vraagt Tirza.

"Ja, hoor. Thee, koffie?", vraag ik alsof het een normale dag in de week is.

"Laat toch. Ik doe het wel", zegt Tirza en wil op staan. Maar ik ben haar voor en loop naar de keuken. Ondertussen dat het koffiezet apparaat loopt, ruim ik de glasscherven van de grond en herstel dat wat nog te herstellen valt.

"Caithlynn, kom even zitten. Laat dat aan ons over, je hebt andere dingen aan je hoofd", zegt Heather gebiedend, maar ik luister niet en ga door. Het moet toch ooit opgeruimd worden, dus waarom niet nu, nu ik toch niets te doen heb.

"Zusje?", hoor ik John en Anne bij de voordeur. Ze hebben Micah meegenomen. Het kleine kereltje kan al lopen en houdt zijn moeders vinger vast.

Ze omhelzen me beiden en vragen hoe het gaat. Altijd dezelfde vragen. Wat denken ze zelf.

Zwijgend ga ik verder met het huis en probeer de gordijnen weer te fatsoeneren. In één gordijn zit een klein scheurtje, dus ik haar mijn naaiset erbij om die te repareren.

"Caithlynn, laat dat. Kom zitten", zegt ook John en klopt naast zich op de bank.

Ik schud mijn hoofd en naai het gordijn.

"Caithlynn, kom", zegt Tirza.

"Caithlynn, laat dat."

"Caithlynn, dit heeft geen zin, kom hier bij ons."

Langzaam voel ik woede in me opborrelen, terwijl ik het huis weer aan kant maak. Laat mij toch, als ik wil opruimen wil ik opruimen.

"Caithlynn...", begint weer iemand. Dat was de druppel.

De vaas die ik in mijn hand heb vliegt door de kamer en komt met een harde klap tegen de muur aan. Even is het stil. Ik hoor mijn eigen, woedende, ademhaling.

Ik kijk naar de nieuwe scherven op de vloer en breek. Snikkend laat ik me op de grond zakken en verberg mijn hoofd tussen mijn armen.

"Nee", snik ik hartverscheurend en het voelt alsof mijn hart in duizend stukken breekt, net als de vaas bij de muur.

"Sst", fluistert Heather, die naast me op de grond komt zitten en me in haar armen trekt. Ik verberg mijn hoofd tegen haar schouder en snik onophoudelijk.

"Waarom?", vraag ik de hele tijd, maar niemand geeft antwoord.

"Ze komt niet meer terug. Ik voel het. Julie en Sara kwamen ook niet meer terug."

"Nee, liefje. Je vergeet één ding. Dave heeft een grote fout gemaakt door hier terug te komen en de aandacht weer op zich te vestigen. Dit keer is er een grote kans dat ze hem pakken. Hij kan niet ver zijn, echt niet", zegt Heather en streelt mijn haren.

"Zusje, we maken ons allemaal zorgen. Geloof me. Maar we hebben er allemaal het volste vertrouwen in dat je collega's haar terug brengen, oké? Rose en de kinderen komen terug. Dat voel ík", zegt hij met klem en komt ook naast me zitten om me te knuffelen.

Ik ben blij dat ik mijn familie erbij gehaald heb. Ik weet niet wat ik nu zonder ze zou moeten.

Mijn telefoon gaat. Verschrikt en met trillende handen neem ik op.

"Met Caithlynn."

"Caithlynn, god zij dank, met mij. Wat is er allemaal aan de hand?", vraagt Sam aan de andere kant van de lijn. Ergens voel ik een steek van teleurstelling. Ik had gehoopt dat het Sarah was met het nieuws dat ze Rose en de kinderen gevonden hebben.

"Sam, dat is niet iets om over de telefoon te vertellen. Kan je hier heen komen?", vraag ik.

"Ja, natuurlijk. Ik zag op het nieuws allemaal politiewagens voor je huis staan. Ik maakte me zo ongerust. Is alles oké?"

"Kom nu maar", zucht ik.

"Ben er in vijf minuten", roept ze en hangt op.

Arme Sam... net herstellende van een diepe depressie en dan krijgt ze de volgende klap.

"Ik wil het haar niet vertellen", zeg ik tegen John en hij knikt.

"Ik zal het doen."

Ik voel me opeens ongelofelijk moe. Mijn ogen zijn zwaar en ik kan ze bijna niet meer open houden.

"Kom, ik breng je naar bed", zegt Heather en loopt met me mee naar boven.

Ik wil helemaal niet slapen, maar mijn lichaam werkt me tegen. Waarschijnlijk een waarschuwing dat ik rustiger aan moet doen met de baby. Oké dan maar. Voor de baby.

"Sorry, kleintje", fluister ik en aai mijn buikje.

Ik doe mijn schoenen, sokken en broek uit en kruip onder de lakens.

"Mam... wil je bij me blijven tot ik slaap?", fluister ik. Ik voel me ineens zo alleen en ik verlang naar een paar moederlijke armen die me vertellen dat alles goed komt.

"Natuurlijk, lieverd", fluistert ze glimlachend, komt achter me zitten en streelt met haar hand over mijn hoofd. "Slaap maar. Laat het allemaal aan ons over. Maak je maar geen zorgen."

Langzaam zak ik weg.

Ik droom. Een nachtmerrie. Ik ben blind, ik zie niets. Ik hoor overal om me heen geluiden van auto's. Ik wil schreeuwen, maar iets blokkeert mijn geluid. Als ik wil voelen wat er in mijn mond zit, merk ik dat ook mijn handen vast zitten. Opnieuw wil ik schreeuwen, zonder effect.

Met een grote schok merk ik dat ik wakker ben. Ik ben niet aan het dromen! Dit is echt! Ik word ontvoerd!

De paniek slaat toe en ik begin wild te bewegen in een poging los te komen. Ik snijd me ergens aan, maar ga door met wrikken. De touwen om mijn polsen snijden in mijn huid en ook mijn enkels moeten er aan geloven.

Pas als ik geen adem meer krijg door het wilde gedrag, moet ik mezelf tot kalmte manen en probeer ik rustig na te denken. Wat hoor ik? Waar ben ik precies? In wat voor staat bevind ik mij? Heb ik ergens pijn?

Ik luister en het klinkt alsof ik in een rijdende auto zit. Gezien mijn benarde positie, lig ik waarschijnlijk achterin de kofferbak. Nu pas voel ik de kloppende pijn in mijn hoofd en een schrijnende pijn in mijn arm.

We stoppen. Shit... nu heb ik geen tijd om een plan te bedenken.

De kofferbak gaat open en ik zie een vaag streepje licht onder mijn blinddoek door komen.

Iemand pakt me vast en ik ruik de typische geur van tabak en alcohol.

Dave?

"Zo, zo, dametje, we hebben onszelf verwond zie ik", zegt de stem. Die stem... het is hem. Ik weet het zeker.

Ik wil wat zeggen, maar de knevel in mijn mond weerhoud me daar van.

Ruw word ik vooruit geduwd en ik struikel over een ongelijke grond.

"Lopen, trut", gromt Dave.

Ik probeer onder de blinddoek door te kijken om te zien waar we zijn, maar meer dan een streepje grond kan ik niet zien. Een zandweggetje... goh, daar schiet ik wat mee op.

Ik kan ten minste zien waar ik loop en struikel minder onder het geduw van Dave.

"Had je nu echt gedacht dat ik jou onbetuigd zou laten? Stuk vreten. Ik zal wraak nemen, dat heb ik gezworen. En wat is nu een betere wraak dan jou te zien lijden als ik je lieve vrouwtje en kinderen pijn doe, verkracht en vermoord", zegt hij en ik hoor de vieze grijns op zijn gezicht.

Ik word kwaad en wil me los rukken uit zijn greep. Uit alle macht schreeuw ik, maar het is slechts een gedempte schreeuw.

"O, nog praatjes ook", zegt hij kwaad en trapt met zijn voet in mijn knieholte. Omdat ik die niet zag aankomen schiet ik door mijn been en beland met een harde klap op de grond. Ik kreun. Mijn arm voelt aan alsof hij uit de kom is.

Als hij me weer overeind getrokken heeft, zijn we ineens bij een huisje. ten minste, dat denk ik. Ik zie alleen traptreden die naar een voordeur leiden.

Dave gooit de voordeur in het slot en gooit mij over zijn schouder. Opnieuw wil ik gillen, maar bespaar mijn energie. Het heeft toch geen zin nu.

Ik hobbel op zijn schouder als we een trap af gaan.

Plots hoor ik een gil. Koud, angstig, vol van verdriet.

Rose...

Ik begin wild te bewegen en voel hoe Dave zijn grip op mij bijna verliest.

"Verdomme, rot wijf", snauwt hij en gooit me op mijn rug op de grond.

Alle lucht wordt uit mijn longen geperst en ik hoor Rose smekend jammeren om mij te laten gaan. Happend zoek ik naar lucht, maar de knevel voorkomt dat ik door mijn mond in kan ademen. Ik moet rustig worden en door mijn neus ademen. Wordt rustig, zeg ik tegen mezelf en inhaleer langzaam door mijn neus.

Ruw wordt de blinddoek van mijn ogen getrokken en ik knipper tegen het licht. Nog voor ik de situatie kan overzien, word ik weer opgetild, worden mijn handboeien los gesneden en mijn armen boven mijn hoofd getild. Ik schreeuw het uit van de pijn in mijn rechter arm.

"Mama", hoor ik ineens het mooiste geluid in de wereld. Het is alsof alles vervaagd en alleen dat ene woordje nog telt. Julie!

Ik begin woest te bewegen en te spartelen en schreeuw uit alle macht om haar. Even verliest Dave grip op mijn polsen en ik gebruik het moment om hem een trap in zijn ballen te geven.

Kreunend kiept hij voorover en ik wrijf in mijn ogen om het troebele beeld van de tranen weg te vegen.

Wat ik zie, beneemt me opnieuw de adem.

Recht tegenover mij, zit Rose op de grond met een ketting om haar hals. Naast haar hangt Julie bijna aan haar armen, ze kan nog net met haar tenen bij de grond en daar naast... Mijn adem stokt. Nee... nee! Ik gil, trek de knevel van mijn mond en de boeien van mijn benen en ren naar Sara toe.

Haar bewegingloze lichaam ligt naast Julie op de grond. Er komt een klein stroompje bloed uit haar mond.

"Sara", gil ik en schud aan haar lichaam.

"Caith!", roept Rose, maar het is te laat. In mijn impulsieve actie ben ik Dave helemaal vergeten en voel zijn ruwe handen opnieuw op mijn lichaam. Boos trekt hij mijn armen strak naar achter en ik schreeuw opnieuw van de pijn.

Ik hoor Rose en Julie jammeren.

"Nu ontkom je me niet meer, vuil tyfus wijf", schreeuwt hij in mijn gezicht. Ik voel de druppels speeksel op mijn gezicht terecht komen.

Hij heft zijn hand en slaat me met een harde klap in mijn gezicht. Door de klap val ik bijna op de grond, maar de kettingen die om mijn polsen zitten, voorkomen dat. In plaats daar van hang ik aan de arm die uit de kom is. Ik val bijna flauw van de pijn.

Nee, niet opgeven. Hou vol, voor je familie. Ze hebben je nodig, kom op Caithlynn, niet nu. Straks, als alles over is. Niet nu. Praat ik op mezelf in en voel dat ik weer wat kracht vind om op mijn voeten te gaan staan. Mijn wang schrijnt en is warm.

"Zo en nu is het tijd voor dat waar we voor kwamen", zegt Dave grijnzend en loopt op Rose af, die instinctief achteruit kruipt.

Hij trekt haar aan haar haren omhoog en drukt zijn lippen ruw op die van haar. Ik zie dat haar knieën rood zijn van het bloed.

Ik kijk naar Julie en kijk recht in haar ogen. Haar ogen zijn groot van angst, staan vol tranen.

Een soort instinct borrelt opnieuw op in mijn lijf en ik trek aan de ketens waar ik aan hang. Behalve wat gerinkel, haalt het niets uit.

Dave kijkt even op, grinnikt en duwt Rose ruw tegen de muur. Haar hoofd komt er met een smak tegen aan.

"Nee", gil ik. "Nee, alsjeblieft, laat haar gaan. Neem mij, laat haar gaan", smeek ik en begin te snikken. Ik kan dit niet aanzien. Vermoord mij liever dan dat ik moet toekijken hoe mijn vrouw en kinderen worden afgebeuld.

Dave reageert er niet op.

"Hé, vuile zak", roep ik en probeer zelfverzekerd over te komen. "Durf je wel? De zwakste er uit zoeken? Durf je het niet tegen mij op te nemen?"

Hij stopt met het betasten van mijn vrouw.

Met een ruk draait hij zich naar me toe en stormt op me af. Ik bereid me voor op een slag, maar die komt daar waar ik hem niet verwachtte; recht in mijn buik.

Ik hap haar adem en piep... de baby! Nee! Een stekende, kloppende pijn schiet door mijn buik. Kuchend en proestend probeer ik adem te halen, als de volgende klap op mijn rug terecht komt. Opnieuw wordt alle lucht uit mijn longen gedreven.

Ik hoor Julie en Rose schreeuwen om mij, maar ik kan niet reageren. Alles doet pijn.

Heel even houd het op. Zou het over zijn?

Dat was natuurlijk een verkeerde gedachte. Dave verschijnt weer voor mij en heeft een priem in zijn handen. O, nee...

"Wat ga je doen", piep ik.

"Je daagde me uit. Eigen schuld. Eerst jij, dan de rest", zegt hij en komt dreigend op me af.

Oké, meid... tijd voor wat actie. Je kunt het.

Ik haal diep adem, ga wat meer aan mijn armen hangen en wacht tot hij bij me is. Met een luide schreeuw zet ik me af, gooi mijn benen in de lucht en trap met al mijn kracht tegen zijn borstkas.

Ik val weer naar beneden en er wordt met kracht aan mijn armen getrokken. Mijn zicht is vertroebeld door de tranen, maar ik zie het silhouet van Dave op de grond liggen. Snel knipper ik het weg en zie dat hij happend naar adem daar ligt.

Oké, snel denken. Kan niet weg, kom niet ver. Hoe houd ik hem daar?

Het antwoord komt vrij onverwacht.

"Julie?", klinkt een klein stemmetje.

"Sara, god zij dank, Sara, luister. Papa is niet lief geweest. Hij is heel stout. Hij heeft ons en onze mama's pijn gedaan. Je moet ons helpen", zegt Julie tegen Sara, die met grote ogen naar ons kijkt.

Langzaam staat ze op en pakt Julie's been vast.

"Zie je die sleutels daar, op dat tafeltje?", vraagt Julie en wijst met haar been naar mijn kant. Sara knikt. "Pak die, snel. En geef ze aan mama", zegt Julie.

Sara rent met haar kleine beentjes naar het tafeltje en houd de sleutels voor mij. Ik smelt als ik in haar diepblauwe ogen kijk. Mijn poppetje... mijn kleine, kleine meisje.

"Nee, andere mama", roept Julie als Dave weer begint te bewegen.

"Snel", roep ik als ik zie dat hij overeind komt. Ik moet haar helpen. Hem afleiden.

"Hé, lamzak, was dat alles? Kom op", roep ik. Het werkt. Woedend grommend komt hij op me af gerend en slaat opnieuw met een vuist in mijn gezicht en overal waar hij me kan raken.

Liever dat dan mijn poppetje.

Plots hoor ik een doffe klap en houden de slagen op. Mijn lijf voelt beurs en doet overal pijn. Plots zakt Dave in elkaar en ligt voor mijn voeten op de vloer.

Rose staat achter hem, in volle lengte, met een houten plank in haar handen. Ze ademt zwaar en kijkt neer op zijn bewusteloze lichaam.

Achter Rose kijkt Sara om het hoekje en snikt zachtjes.

"O god, Caith", snikt ook Rose nu en maakt snel mijn boeien los en ondersteunt me als mijn armen zakken.

Ik kreun van de pijn en ondersteun mijn arm als hij eindelijk gezakt is.

Ook Julie wordt losgemaakt en ze stormt op me af. Al mijn pijn vergetend open ik mijn armen en zak met haar op de grond. Eindelijk, eindelijk na al die weken, maanden, jaren... eindelijk mag ik haar weer vasthouden.

Ik hoor Rose huilen en fluisteren tegen Sara, maar ik heb alleen oog voor mijn prachtige dochter in mijn armen.

"Ik was zo bang. Hij deed je zo veel pijn", snikt ze.

"Sst. Het is goed. Het is over... we zijn oké", snik ik mee en wieg haar en streel haar haren. Dit voelt zo goed...

Julie staat op en strompelt naar Rose toe. Ik zie nu pas dat ze een grote wond op haar been heeft. Wij zelf zitten ook goed onder de schrammen en blauwe plekken.

Sara staat te druilen in het midden van de kelder en ik wenk haar. "Kom hier", fluister ik en zie hoe ze aarzelend op me af komt.

"Ben jij mijn mama?", vraagt ze met een klein stemmetje.

Ik verbaas me er over hoe goed ze kan praten voor een twee-jarige.

"Ja, poppetje. Ik ben mama, net als Rose. Kom hier, je bent veilig", snik ik zachtjes en trek haar tegen me aan.

Ze is al zo groot en toch nog mijn kleine baby. Ik druk mijn neus in haar haren en snuif haar geur op. Ergens ruikt ze nog naar de Sara die ik ken en het kalmeert me.

Alles komt goed. We zijn weer bij elkaar.

"We moeten hier weg. Meer reünie komt later", zegt Rose na een tijdje en trapt hard tegen Dave zijn ribben.

Julie knikt en trekt Rose mee aan haar hand. Ik til Sara op en met haar in mijn armen rennen we naar boven. We ontdekken dat de kelder op slot kan en draaien hem snel op slot. Ik voel me gelijk een stuk veiliger.

"Goed, telefoon... waar", mompel ik en Julie wijst naar een deur.

Ik gooi hem open en storm een woonkamer in. Snel draai ik het alarmnummer en leg alles beknopt uit. Ze waren al op de hoogte en zullen mijn team inlichten.

"Het komt goed. Ze zijn onderweg", zucht ik van verlichting en wieg mijn baby heen en weer.

Zachtjes neurie ik het liedje dat ik altijd voor haar zong.

"Die ik ken", zegt Sara plots en komt overeind.

"Ja, Sara, die heb ik voor je gezongen, zodat je niet zou vergeten wie onze mama's zijn", zegt Julie en kust Sara's wang.

Ik smelt van dankbaarheid, liefde en bewondering voor deze jonge vrouw. Zo dapper...

In de verte horen we sirenes.

Alles gaat heel snel.

Dave wordt uit de kelder opgehaald, wij worden opgevangen door ambulancemedewerkers en het is een grote wirwar van agenten op het terrein.

Nu pas kan ik zien waar we hebben gezeten... een soort van boerderij, maar heel oud en bijna vervallen.

Zuchtend, en met Sara in mijn armen laat ik me naar het ziekenhuis vervoeren.

Één jaar later.

"Voorzichtig!", roep ik naar Sara, die gillend door de tuin rent met Julie achter zich aan.

Rose lacht en slaat haar arm om mijn schouder. "Zo, mama, tijd voor het middaghapje?", vraagt ze.

"Altijd", knik ik gretig en houd mijn armen open.

Rose legt het kleine roze pakketje in mijn armen en mijn hart verwarmt zich opnieuw door bewondering en liefde.

"Zo, kleine meid, tijd voor je lunch", fluister ik en leg haar aan mijn borst. Haar lippen sluiten zich zuigend om mijn tepel en ik streel haar kleine, pluizige hoofdje.

"Mama, waarom zijn Katie's vingers zo klein?", vraagt Sara die aan komt huppelen. Haar hoofd is rood van het rennen en de opwinding.

"Omdat ze nog een baby'tje is. Toen jij zo klein was waren jouw vingertjes ook zo klein", leg ik uit. Ze kijkt me even vragend aan, besluit dat het antwoord voldoet en gaat weer verder spelen in de tuin.

"Ze is zo mooi", zegt Julie en komt naast me zitten.

Ik knik.

"Ongelofelijk dat het al weer vier maanden geleden is dat Kate is geboren. Ze is nog zo klein", zucht ze en streelt het kleine hoofdje.

"Ja, de tijd vliegt", knipoogt Rose.

Ik laat mijn dochter boeren en leg haar in haar reiswiegje in de schaduw.

"Iemand wat drinken?", vraag ik.

"Ik help je wel", zegt Rose en volgt me naar binnen. "Bevalt het nog steeds, mama?", vraagt ze plagend en tikt op mijn billen.

"Hmm, als je niet op past wordt deze mama boos", grom ik lachend.

"Kinky", zegt Rose en ik schiet in de lach. Alleen zij kan dat zo onschuldig laten klinken.

"Kom hier." Ik trek haar naar me toe en sla mijn armen om haar heen.

Zachtjes zoen ik haar op haar mond en knuffel haar.

"Ik hou van je", fluister ik.

"Ik ook van jou."
Lees verder: Ware Liefde - 18
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...