Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Yoekie
Datum: 25-03-2013 | Cijfer: 7.6 | Gelezen: 3522
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 50 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Ware Liefde - 15
"Jemig, Caithlynn, schiet nou eens op! Je gaat naar de dokter, geen sollicitatie!", roept Rose onderaan de trap.

Hinkend trek ik mijn schoenen aan en pak mijn tas tegelijk. "Ik kom al, ik kom al", roep ik.

Als ik de deur uit wil rennen houdt ze me tegen en strijkt liefdevol een lok haar achter mijn oor. "Ik ben zenuwachtig", piept ze.

Ik knik. "Anders ik wel."

Ze kust me zachtjes en streelt even over mijn buik. "Kom."

Haastig stappen we in de auto en racen naar de dokterspraktijk. We zijn al vijf minuten te laat, door ons plotselinge... ehm... "middagdutje".

"Sorry, we hadden een afspraak. Zijn we nog op tijd?", hijgt Rose aan de balie.

De receptioniste glimlacht naar ons en vraagt onze achternaam, die ze in de computer opzoekt.

"O, jullie zijn nog veel te vroeg", zegt ze, "de afspraak is pas om twee uur, niet om één uur."

"Fijn", zucht ik en laat me in een stoel vallen.

"Kan ik jullie wat te drinken aanbieden tijdens het wachten?", vraagt de vrouw. We knikken en bestellen een kop thee.

"Nou, voor niets gehaast", zegt Rose.

"Ja. Jij zei toch dat het om één uur is?", vraag ik.

"Dat heb jij opgeschreven. Weet ik veel", haalt ze haar schouders op en glimlacht naar me.

"Het maakt ook niet uit. Zijn we in ieder geval niet te laat, toch?"

"Precies, geilde donder. Ik heb genoten net...", knipoogt ze.

Ik bloos en druk een kus op haar mond.

"Caithlynn?", vraagt iemand in een deuropening.

"Ja?", vraag ik en sta op.

"Hallo. Dokter Wittenhuizen. Maar noem me maar gewoon Irene, dat is wat persoonlijker", stelt een vrouw zich voor. Ik laat mijn kop thee staan en stel mezelf voor.

"Ik heb nog een gaatje nu, door een uitgevallen patiënt. Ik kan je nu al helpen", zegt ze vriendelijk.

"Dat is fijn", zeg ik zenuwachtig en knijp in Rose' hand. Ze knijpt stevig terug.

"Doe je shirt maar even uit en dan mag je op die tafel gaan liggen", zegt ze en wijst naar een stoel/tafel. Ik vind het niet echt een tafel. Bij een tafel denk ik aan een plat, hard ding waar je aan eet en schrijft, etc. Dit is meer een hele langwerpige stoel...

Ik doe wat de dokter zegt en voel het koude papier dat over het leer heen ligt op mijn rug. Het werkt ergens wel geruststellend.

"Goed, dan gaan we eens even kijken", zegt Irene en haalt wat apparatuur erbij.

Ze smeert iets op mijn buik, houdt er wat tegen aan en zoekt.

Plots is het daar...

Het mooiste moment in heel mijn leven...

Een heel klein, kloppend hartje.

"Gefeliciteerd, je bent zwanger", zegt Irene en glimlach warm naar ons.

Rose knijpt in mijn hand en kijkt me verliefd en geëmotioneerd aan.

Na een lang proces van een IVF behandeling, is het dan eindelijk zo ver; Ik ben zwanger!

Ik wil het uitgillen en dansen en gaan shoppen voor de baby en alles tegelijk. Toch heb ik nu het gevoel dat mijn buik van porselein is en ieder moment kan breken als ik te wild doe.

We kijken nog even naar het beeldscherm van de echo en ik geniet van het rustgevende, ruisende geluid van het hartje van mijn baby.

Het is nu nog niet meer dan een klein vlekje in mijn buik, maar het is er duidelijk.

Een gevoel van liefde en blijdschap overspoelt me en ik staar glimlachend naar het kleine wezentje.

Irene maakt mijn buik schoon en ik trek mijn shirt weer aan.

"Je weet wat de volgende stappen zijn?", vraagt de verloskundige mij.

"Ja. Duidelijk", knik ik en omhels mijn grote liefde.

We nemen afscheid en lopen de praktijk uit.

"O, mijn god, Caith! We worden weer mama en mama", roept ze blij en maakt een vreugde dansje met mij. "Geen zorgen hoor, je mag wel bewegen", grinnikt ze als ze mijn voorzichtigheid merkt.

We stappen in de auto en rijden naar huis. Onderweg is het stil.

"Denk je nu ook aan hen?", vraag ik Rose.

"Ja."

"Het voelt zo goed en toch als verraad", mompel ik.

"Ik weet het. Maar we kunnen niet ophouden met leven, omdat ze weg zijn. En we nemen geen baby voor Sara in de plaats, Sara zal altijd ons eerste kindje zijn. Deze baby is het broertje of zusje van Sara. Niet meer, niet minder. Oké?"

Ik knik en streel mijn buik afwezig.

Thuis ga ik op de bank zitten en kijk naar de afdruk van het echoscherm dat de verloskundige ons meegegeven heeft.

"Ik ga mam bellen", zeg ik en pak de telefoon.

"Hoi, lieverd", neemt ze op. Haar warme stem overspoelt me als een warme deken en ik voel me gelijk weer wat beter.

"Hai, mam. Met mij. Hebben jullie vanavond wat te doen?", vraag ik.

Vanaf het moment dat ze wisten dat Heather's dochter nog in leven is, zijn ze verhuisd en hier in de buurt komen wonen. Om alle verloren tijd in te halen.

"Nee, niet echt. Hoezo? Is alles goed, meisje?", vraagt ze bezorgd.

"Ja, hoor. We vroegen ons gewoon af of jullie zin hebben om te komen eten", zeg ik en knipoog naar Rose, die me breed grijnzend aankijkt.

"Natuurlijk. Heerlijk. Hoe laat wil je ons hebben?"

"Een uur of vijf?"

"Zo vroeg?"

"Ja, kunnen we nog even kletsen, en zo", verzin ik glimlachend.

"Prima dan. Zien we jullie straks", zegt ze geeft me een telefoonkus en hangt op.

"Wat een lieverd is het toch", zeg ik tegen Rose, die naast me komt zitten en me in haar armen trekt.

"Ja, hè? Ik ben je voor altijd dankbaar dat je haar in mijn leven hebt gebracht. Alle twijfels en ontbrekende puzzelstukjes in mijn leven zijn verdwenen als sneeuw voor de zon. Alles is zo duidelijk en logisch nu ik mijn echte moeder ken."

Ik laat me knuffelen en zoen mijn engel. Een passievolle zoen, vol met liefde voor elkaar.

"Laten we het eten maar voorbereiden", zegt Rose en loopt naar de keuken.

Haar lekkere kontje strak in een witte broek met een strak blauw shirt er op. Mijn prachtige vrouw.

Ik volg haar en kan het niet laten van haar af te blijven. "Is mevrouw nu nog steeds niet verzadigd? Ik had kunnen weten dat je zwanger bent, want je bent niet meer te bevredigen", lach ze en ik lach mee.

Ze begint met het snijden van de groentes voor in de lasagne, terwijl ik haar bekijk. Zo mooi als ze zo gracieus door de keuken beweegt.

"Wat staar je nou naar me?", vraagt ze na een tijdje.

"Gewoon. Hoe lekker je bent", grinnik ik om haar quasi strenge gezicht.

"Ik moet koken, niet afleiden!", probeert ze streng te zeggen, maar het lukt haar niet echt.

"Kom hier", fluister ik.

Ze zucht even overdreven, zet alles in de koelkast en komt met een been aan iedere weerszijde van mijn dijen zitten.

"Ja?", vraagt ze alsof ze niet weet waarom ik haar geroepen heb.

"Kus me", zeg ik zachtjes en ik zie haar ogen verzachten. Verliefd staart ze me aan en gaat met haar vinger langs mijn lippen. Haar mond volgt al snel en we verwikkelen onszelf in een gepassioneerde, geile tongzoen.

Mijn handen glijden automatisch in haar haren en strelen haar zachte krullen en daarna haar nek. Mijn mond volgt al snel en ik zuig me vast in haar nek, als een bloedzuiger. Dat zal wel een lekkere zuigzoen worden, maar het kan me niet veel schelen nu. Haar nek, zo zoet... ik verbreek mijn kus en knabbel aan haar oorlel.

"Je maakt me gek", fluistert Rose zachtjes.

"Wacht maar", grinnik ik en leg haar op haar rug op de keukentafel.

Ik liefkoos haar mooie borsten en kneed ze zachtjes. Langzaam zak ik af naar haar broek en knoop hem los, waarna ik hem gulzig over haar mooie billen trek.

"Hmm", kreunt ze zachtjes, omdat ze weet wat er gaat komen.

Tergend langzaam streel ik met mijn vingers over haar string en voel er door heen hoe nat ze is.

"En dan zegt ze wat over mij", mompel ik en hoor haar lachen.

Als reactie op dit heerlijke geluid schiet een vinger van mij onder het minuscule stukje stof en streelt haar lipjes. Ze kreunt luidruchtig.

Ik buig voorover en zet mijn mond op het stof. Zuigend proef ik haar sappen door haar string heen komen en geniet van de smaak.

"O, Caithlynn... laat me komen, alsjeblieft, zo geil", mompelt ze hijgend en grijpt haar eigen borsten vast.

Ik geef gewillig toe en stroop haar string omlaag, waarna ik gelijk aanval op haar knopje. Mijn vingers druk ik bij haar naar binnen en zoeken haar G-spot. Ik merk aan de luide kreun precies wanneer ik die heb gevonden en begin haar te vingeren.

Hijgend en kreunend ligt ze op de keukentafel, knedend in haar borsten.

"O, ga door", kreunt ze en begint haar spieren aan te spannen. Ik ga nog een tandje sneller en luister naar de heerlijke soppende geluiden.

Ze wordt ineens zo stijf als een plank, een langgerekte "ja", volgt en daarna begint ze te beven en te trillen.

Zuchtend en steunend komt ze tot bedaren en gaat zitten. "Zo, dat was heftig", zegt ze zachtjes en kust me teder.

Haar tong likt haar eigen sappen van mijn mond af.

"En nu jij, moppie", fluistert ze en laat haar hand over mijn buik naar beneden glijden. Ze gaat op de stoel zitten waar ik eerst zat en trekt mijn broek over mijn heupen. Ze stroopt mijn shirt op tot aan mijn borsten en kijkt verliefd naar mijn, nog even, platte buik. Zachtjes drukt ze er een kus op en fluistert: "Ik zal je altijd beschermen."

Ik voel een traan van ontroering opwellen, maar die verdwijnt al snel als Rose plots een vinger bij me naar binnen duwt. Ik schreeuw het uit en zak bijna door mijn benen. Ze duwt me op de tafel en spreidt mijn benen, zodat ze er tussen kan.

Haar mond drukt ze vrijwel onmiddellijk op mijn grotje en haar tong flitst over mijn klitje. Ik ben zo ongelofelijk geil, dat er niet veel voor nodig is om me klaar te laten komen.

Ze merkt het en verhoogd haar tempo nog een beetje. Het is me te veel. Het is alsof ik tot grote hoogte zweef en met een rotvaart naar beneden dender. Het gevoel is te heftig en ik kom gillend en schokkend klaar. Het is alsof mijn ingewanden er uit vallen.

"Zo, hé", zucht ik en kom overeind.

Rose likt haar lippen af en drukt opnieuw een kus op mijn buik. "Sorry als ik je wakker heb gemaakt, kleintje."

Ik smelt en kruip in haar armen. Mijn hoofd rustend op haar schouder. "Ik hou zielsveel van je. Dat weet je toch?", vraag ik zachtjes.

"Ik weet het. Ik ook van jou", antwoordt ze en schrikt op. "Schat, het is al half vier. We moeten het eten nog afmaken."

We fatsoeneren onszelf weer en ik help Rose met de voorbereidingen voor haar heerlijke lasagne.

We hebben van de week al een kleinigheidje gehaald om het op een originele manier te vertellen aan de oma's. Ik haal ze boven en pak ze nog even snel in, voor ze er zijn.

Om kwart voor vijf gaat de bel, precies op het moment dat ik klaar ben. Snel berg ik de spullen op en doe de deur open.

"Hallo", zegt Heather vrolijk en drukt een dikke kus op mijn wang.

"Hé, meis. Wat zie je er stralend uit, wat heb je gedaan?", vraagt Tirza en ook zij geeft me een kus.

"Geen idee, het is gewoon een mooie dag", verzin ik glimlachend en volg ze naar de kamer.

Tirza is net als Heather. Warm, liefdevol en vol van begrip voor onze vreemde situaties.

Ik hoor ze mijn vrouw begroeten, maar mijn gedachtes dwalen even af naar Julie. Ze had het geweldig gevonden om dit nieuws te horen. Ik kan haar lach vaag horen en staar weemoedig naar een foto van haar boven de tv.

Ik word uit mijn dagdroom gehaald door Tirza, die een arm om me heen slaat. "Kom, meisje. We gaan lekker eten", fluistert ze en kust mijn slaap zachtjes.

Eten... baby! Yes! Ik ben gelijk weer wat vrolijker en huppel bijna naar de keuken, waar Rose de tafel al heeft gedekt.

"Je bent snel, liefste", zeg ik en krijg een kus op mijn mond.

"Altijd", knipoogt ze en kan het niet laten om dat woord zo uit te spreken dat je hem wel dubbelzinnig op moet vatten. Ik grinnik en tik haar op haar lekkere billen.

"Tast toe", zegt Rose en zet de heerlijk geurende lasagne op tafel.

Keuvelend over onze dagen eten we en drinken wijn. Nou ja, zij dan. Ik mag natuurlijk geen alcohol.

Met een smoesje over niet zo lekker zijn drink ik dus gewoon mijn vertrouwde cola.

"Meiden, ik weet niet wat hier gaande is, maar er is wat met jullie. Kijk eens naar elkaar... als het hier donker was zou de hele kamer alsnog verlicht zijn, zo stralen jullie. Wat is er?", vraagt Heather en kijkt ons vragend aan. Tirza knikt instemmend.

Ik kijk Rose aan en ze knikt.

"We hebben een cadeautje voor jullie", zeg ik en haal de cadeautjes tevoorschijn.

"Waarom dat?", vraagt Tirza verbaasd.

"Gewoon. Omdat we zo ontzettend blij met jullie zijn", zegt Rose en ik overhandig ze beide een cadeau.

"Dat had niet gehoeven", protesteert Heather, maar maakt het nieuwsgierig open.

Ook Tirza haalt het papier er vanaf.

Tegelijkertijd vallen ze stil. Hun ogen worden groot en staren naar de mok die ze in hun handen hebben. Gevuld met blauwe, roze en witte hartjes.

"World's greatest grandma", leest Heather fluisterend op en kijkt met een ruk op. Ze staart ons met open mond aan.

"Ja", fluister ik, haar stille vraag beantwoordend.

"Wouw", roept Tirza ineens en schiet van haar stoel af, lachend trekt ze mij omhoog en omhelst mij en daarna Rose. Ook Heather heeft een grijns van oor tot oor en staat te springen om me te omhelzen. Letterlijk.

"O, wat ben ik blij voor jullie", roept ze in mijn oor.

"Wie draagt het?", vraagt Tirza.

"Caithlynn."

"O, wat geweldig", roepen ze beide en omhelzen elkaar stuiterend.

Rose en ik lachen onze longen uit ons lijf. Dit was precies waar we op hoopte.

Ik loop naar de dressoirkast in de kamer en haal de echofoto uit een la.

"Kijk", zeg ik en overhandig hen de foto van hun kleinkind.

"Wat mooi", fluistert Tirza met grote ogen en gaat met haar vinger langs het kleine vlekje in mijn buik.

Rose staat achter me en heeft haar armen om me heen geslagen. Haar handen rusten op mijn buik. Haar kin leunt op mijn schouder en ik laat me liefkozen.

"Ons kleine muisje", fluistert ze in mijn oor en streelt mijn buik. Ik glimlach en leg mijn handen boven op die van haar.

"Prachtig", zegt Heather en kijkt ons warm lachend aan.

We kletsen over de komst van de baby en over het kraamfeest van Sara, etc, als mijn telefoon gaat.

"Met Caithlynn", neem ik vrolijk op.

"Hallo, Caithlynn, met Alexandra", zegt mijn consulente van het gastouderbureau aan de andere kant van de lijn.

"Alexandra! Zeg het eens", vraag ik.

"Hé, luister meid... Wanneer ben je van plan te gaan werken? Want de ouders wachten op hun plek bij jou, omdat ze nu al meer dan anderhalf jaar moeten schipperen met andere opvang. Ik kan ze niet langer laten wachten", zegt ze serieus.

"Ik was van plan om binnenkort weer te gaan werken, maar ik heb vandaag ontdekt dat ik in verwachting ben...", mompel ik.

"O... Het spijt me Caithlynn, maar dan zouden de ouders over negen maanden weer zonder opvang zitten. Dat kan ik ze niet aan doen. Ik je helaas uitschrijven..."

"Wat! Nee! Niet doen... ik leef voor die kleine ukjes. Het is mijn inkomen... please", smeek ik

"Het spijt me. Ik zal nog een afspraak met je maken voor de te bespreken onderdelen", zucht ze.

"Nee...", mompel ik, maar ze heeft al opgehangen. Verslagen laat ik mijn telefoon in mijn schoot vallen.

Iedereen is stil en kijken me onderzoekend en vragend aan.

"Ik ben net ontslagen", mompel ik.

"Wat?", vraagt Rose met grote ogen.

"Ik heb al te lang niet meer gewerkt en nu met de aankomende baby kan ze de ouders niet langer laten wachten..."

"Dat meen je niet", zegt Heather verbaasd.

Ik ben verdoofd. Wat moeten we nou? Het inkomen van Rose alleen is niet genoeg voor drie man.

Plots borrelt er woede in me omhoog. Hoe durven ze? "Het is toch godverdomme niet te geloven", roep ik ineens uit het niets en spring van mijn stoel.

"Mijn kinderen zijn verdomme vermist, god weet waar ze zijn, het is slopend, niet te verdragen en niemand die ook maar een beetje begrip er voor heeft. God vergeten harteloze mensen. Het is werkelijk de blody limit", scheld ik en loop razend en ijsberend door de keuken.

"Kalm aan, schat", zegt Rose zachtjes.

"Nee, niet kalm aan. Wat moeten we nou? Niemand die een zwangere vrouw aanneemt, in verband met het zwangerschapsverlof. Verdomme", roep ik en trap tegen een keukenkastje.

"Caithlynn, dit heeft geen zin", valt Heather haar dochter bij.

Ik kijk ze kwaad aan en stamp de gang op. Ik gris mijn sleutels uit mijn tas en gooi de voordeur met een klap achter me dicht. Misschien dat wat frisse lucht mijn woede-uitbarsting kalmeert.

Het is toch niet te geloven? Net als we weer een beetje gelukkig worden, wordt ons geluk weer onderuit gehaald. Wie in godsnaam heeft dit klote leven bedacht?

Ik haal diep adem en laat het langzaam ontsnappen. In het park ga ik op het bankje zitten en staar naar de vijver, waar eenden zachtjes dobberen.

"Ja, alles lijkt zo gemakkelijk voor jullie. Ruilen?", vraag ik zachtjes en hoor iemand lachen achter mij.

Ik draai me om en zie Heather met haar handen in haar zakken staan.

"Meisje toch", zegt ze en komt naast me zitten.

Ik laat me in haar armen vallen en begin te snikken. "Waarom nou toch?", stotter ik.

"Het lijkt niet eerlijk, ik weet het. En je zult het nu niet vanuit een ander perspectief kunnen zien, omdat je verblind bent door woede. Maar wij zijn er niet direct bij betrokken en snappen de reactie van het bureau wel. Ben eerlijk... zou jij voor anderhalf jaar aan het lijntje gehouden willen worden om vervolgens opnieuw opvang te zoeken als ze net weer een paar maanden rust hebben?"

Ik zucht. "Nee."

"Precies. En ik weet zeker dat de ouders het niet leuk zullen vinden, maar het is wel het eerlijkste om te doen, wat zeg je zelf?"

"Je hebt gelijk", zeg ik en droog mijn tranen, "maar dat neemt niet weg dat we nu een groot financieel probleem hebben..."

"Och, schatje, daar zijn altijd oplossingen voor te bedenken."

Ik leg mijn hoofd op haar schouder en staar opnieuw naar de vijver. Het is alsof er opnieuw een donkere wolk boven ons geluk hangt en ik verlang meer dan ooit naar een knuffel van mijn altijd optimistische dochter. En mijn kleine poppetje...

Een kleine snik ontsnapt uit mijn keel.

"Je mist ze, hè? Dit was gewoon de druppel die de emmer deed overlopen, niet?", vraagt Heather zachtjes en kust mijn haren. Ik knik. Ze kent me al zo goed... als een echte moeder. Al mis ik mijn echte moeder nog iedere dag, het neemt wat van de pijn weg.

"Dat is ook niet raar. Het zijn je kinderen. En het is anderhalf jaar geleden dat je ze voor het laatst hebt gezien. Dat is wreed, en hartverscheurend... ik weet er alles van. Maar op den duur wordt de pijn minder en begin je het te accepteren. Een nieuwe baby zal daar ook in meehelpen. Niet dat je ze dan vergeet, maar het slokt veel van je tijd op, waardoor je niet veel tijd overhebt om na te denken. Geloof me", vertelt ze en knuffelt me.

"Dank je", fluister ik en knuffel haar terug.

"Laten we maar terug naar onze vrouwen gaan, niet? Dadelijk staat de politie al voor de deur omdat ze bang zijn dat we verdwaalt zijn."

Ik lach. "Rose zou eerst zelf stad en land afzoeken."

We lopen naar huis en ik geniet van de laatste restjes avondzon.

"Kom hier", zegt Rose als we thuis komen en trekt me in haar armen.

Ik omhels haar en fluister sorry.

"Het geeft niet. Het zijn je hormonen en alles bij elkaar. Ik hou van je en we vinden wel een oplossing, oké?"

"Oké."

Ze zet me neer op de bank, zet thee en kletst met Tirza terwijl Heather naast mij komt zitten. Zwijgend luisteren we naar het vrolijke gebabbel en voel me al wat beter. Ik heb in ieder geval een thuis en een familie die van mij houdt. Wat zeur ik nou. Dat kan niemand mij meer ontnemen.

"Ik ga mijn wekelijkse telefoontje even maken", roep ik en pak mijn mobiel.

Ik toets het nummer in van Sarah, de agente die met ons in contact staat over Julie en Sara.

"Politie Departement, u spreekt met rechercheur Sarah Wayne", neemt ze op.

"Sarah, met Caithlynn."

"O, hoi meid. Sorry, ik heb het zo druk gehad dat ik nog niet heb kunnen bellen... We hebben nog steeds niets gevonden, helaas."

"Zit er wel enige vooruitgang in de zaak?"

"Nee", zegt ze zachtjes. Dat antwoord had ik verwacht, maar het steekt toch als een mes in mijn hart,

"Oké, dank je", mompel ik, neem afscheid en hang op.

"Niets?", vraagt Heather zachtjes en knuffelt me even.

Ik schud mijn hoofd.

"Ze vinden ze wel, echt waar."

We kijken een film, zitten knus bij elkaar, als mijn mobiel alweer af gaat. Rose zet de film op pauze en zucht. "Wat nu dan weer."

"Met Caithlynn", neem ik op.

"Caithlynn, met Sarah."

In mijn hart flikkert een sprankeltje hoop. Waarom zou ze anders zo laat 's avonds nog bellen?

"Zeg het eens", pers ik er uit.

"Caithlynn, je moet even heel goed naar me luisteren. Er staan levens op het spel, oké?", vraagt ze.

Ik trek wit weg en knik. Dan besef ik me dat ze dat niet kan zien. "Ja."

"Het gaat om Sam."

"Wat is er met haar? Is alles goed?"

"Laat me even uitpraten, Caithlynn."

"Ja, ja, sorry ga door."

"Sam staat op dit moment boven op het dak van een appartementencomplex. Agenten zijn daar om haar er vanaf te praten, maar het ziet er niet naar uit dat het werkt. Ze is verward en niet zichzelf. Kan jij zo vlug mogelijk komen om met haar te praten? Ze wil haar ouders niet zien, dus ik denk dat jij daarna het dichtst bij haar hart ligt. Lukt je dat? Kan je dat? Je moet begrijpen dat het niet zomaar iets is... En de mogelijkheid zit er in dat ze alsnog springt."

"O mijn god... de arme meid. Ik kom er aan, meteen. Probeer haar daar nog even te houden", roep ik en spring op.

Snel doe ik mijn schoenen aan en leg rennend in het kort uit wat er aan de hand is. Rose springt ook gelijk op en rent met me mee. "Ik laat je dit niet alleen doen", zegt ze en stapt naast me in de auto, nadat Heather en Tirza beloofd hebben op het huis te passen.

"Sneller", roept Rose en ik trap het gaspedaal nog meer in. Met honderd rijden we over een vijftig weg, levensgevaarlijk, maar daar denk ik niet bij na. Sam... dat arme meisje. Ze moet gebroken zijn, net als wij.

Met gierende banden kom ik tot stilstand bij het complex en gelijk komen er twee agenten op ons afrennen, waaronder Sarah.

"Fijn dat je er bent, kom mee", roept ze en we volgen haar het gebouw in. Overal staan mensen achter afzetlint en wijzen naar boven en naar ons.

We nemen de trappen, omdat de lift ons te langzaam gaat. Met twee treden tegelijk rennen we omhoog.

Ik voel mijn longen in mijn borstkas branden, maar ik zet door. We moeten op zijn minst iemand kunnen beschermen. Alsjeblieft.

Hijgend gooi ik de deur open van het trappenhuis. De koude avondwind verwelkomt ons met een typisch Hollandse stormbui. Sinds wanneer stormt het? Ik heb het helemaal niet gemerkt.

Dan zien we haar... mager, somber en boven op een smalle rand. Om haar heen staan een aantal agenten, maar Sam roept hysterisch dat ze van haar af moeten blijven omdat ze anders alsnog springt.

Ik hoor de pijn in haar stem.

"Sam", roep ik. Het wordt stil. Alleen het gieren van de wind om het gebouw is te horen.

"Caithlynn?", vraagt ze.

"Ja. Ik ben het. Luister, meisje, ik weet dat je bang bent en pijn hebt en ik weet dat je helemaal alleen bent. Maar dit is niet de oplossing."

"Ik kan het niet meer, Caithlynn. Het doet te veel pijn. Ze komt niet meer terug, ik voel het. Dan wil ik liever bij haar zijn."

"Sam, dat weet je niet. Kom daar van af, dan praten we verder."

"Nee."

"Luister... Niemand weet zeker of ze nog terugkomen of niet. Niemand. En het doet pijn, zo veel pijn. Ik snap je, ik begrijp je. Maar stel dat ze terug komen... wat zal Julie zonder jou moeten? Dat kan toch niet!", roep ik boven de wind uit.

"Vertel dat mijn ouders maar. Ze snappen me niet, zeggen dat ik me er na anderhalf jaar maar eens overheen moet zetten. Hoe kan ik dat nu doen? Ze was mijn grote liefde, ik weet het zeker. Ik ben zo alleen. Ik kan niet leven zonder haar."

"Dat voelt nu zo, Sam. Rose en ik hebben elkaar nog om steun te zoeken, maar dat was ook niet altijd zo. Het eerste half jaar waren wij net zo alleen als jij en ik weet hoe verscheurend en pijnlijk het dan is. Maar kom daar alsjeblieft af. Kom bij ons, wij zullen je helpen."

"Ik zal een gesticht in moeten, mijn leven daar verknoeien. Wat is het nut", zegt ze zachtjes, net hoorbaar.

"Nee. Dat beloof ik je. We zullen er voor zorgen dat je daar niet heen hoeft. Je hebt hulp nodig, maar je hoeft niet naar een gesticht. Sam, alsjeblieft", smeek ik.

Ik zie dat ze aarzelt en zoek naar dat ene kleine zetje om haar over te halen. Ik stoot Rose aan en knik. "Zeg jij dat het goed komt, dat we er voor haar zijn."

"Sam?", vraagt Rose.

"Sam, luister naar ons. Caithlynn heeft gelijk. We zullen er voor je zijn, je hoeft niet weggestopt te worden, oké? Beloofd", zegt ze en ik zie de houding van Sam veranderen. Dat was de laatste druppel die nodig was.

Voetje voor voetje draait ze zich om tot ze met haar gezicht naar ons toe staat. Haar wangen zijn ingevallen en haar ogen rood omrand met dikke wallen. O, Sam...

"Kom", gebaar ik en houd mijn armen open.

Het gebeurt voor ik er erg in heb.

Het ene moment heb ik mijn armen gespreid zodat ze naar me toe kan komen, het andere moment hang ik tot aan mijn buik over de dakrand, met Sam bungelend aan mijn hand. Langzaam voel ik mezelf mee glijden naar beneden.

Sam gilt, hard.

"Hou vol", roep ik en voel hoe een paar handen me aan mijn benen omhoog trekken. Ik voel Sam langzaam uit mijn hand glijden, door haar gewicht en mijn klamme hand.

"Nee, pak mijn andere hand!", roep ik en steek mijn hand uit. Ze zwaait en net op het moment dat mijn ene hand de hare loslaat, heeft ze mijn andere hand.

Ik zucht van verlichting en houd haar stevig vast.

Eindelijk sta ik weer op mijn voeten en wordt Sam er op getild. "God zij dank", mompel ik en trek haar tegen me aan. Ze is koud en verkleumd, maar levend.

"Wat gebeurde er?", vraagt ze verward.

"Je wilde er af stappen en net toen je een voet opgetilt had, kwam er een harde windvlaag waardoor je je evenwicht verloor", zeg ik en neem haar hoofd in mijn handen. "Doe me dat nooit meer aan, oké? Je bent familie, we willen je niet kwijt."

"Sorry", zegt ze en begint te huilen. Opnieuw knuffel ik haar en voel een hand op mijn schouder. Ik kijk en zie Sarah naar me glimlachen.

"Knap staaltje werk, Caithlynn. We hebben nog wel een plekje vrij bij het korps voor je", zegt ze.

Ik lach spottend. Ik, bij de politie?

"Ik meen het. Denk er over na", zegt ze en haalt Sam uit mijn armen om een deken om haar heen te slaan en haar mee naar beneden te nemen.

"Je liet me schrikken, stommerd", zegt Rose berispend maar omhelst me dan stevig. "Ik ben trots op je."

We volgen de agenten naar beneden en worden opgevangen door ambulancebroeders, van wie we ook een deken krijgen. Nu pas merk ik dat ik helemaal doorweekt ben.

Gelukkig is het nu gestopt en gelijk een stuk minder koud.

Sam wordt naar het ziekenhuis gebracht voor controle en wij gaan weer naar huis, alsof er niets gebeurd is.

"Jezus... wat een avond", mompelt Rose en kijkt uit het raam.

"Nou... Arme Sam. Waarom is ze niet eerder naar ons toe gekomen?"

"Waarschijnlijk om dezelfde reden dat wij niet tegen elkaar praatten in het begin."

"En ouders die je niet serieus nemen."

"Ik denk dat ze gewoon bezorgd zijn om haar. Dit hadden ze nooit gewild."

"Nee, dat zou er bij komen", zeg ik en grinnik. De spanning vloeit uit mijn lichaam en ik voel hoe moe ik ben en pijn in mijn borstkas.

Zwijgend rijd ik naar huis, maar maak me zorgen over die pijn. Wat is dat?

"Hoe is het gegaan?", vraagt Heather als we binnenkomen en onze natte haren en kleding ziet.

Rose verteld het hele verhaal, terwijl ik op de bank neerstrijk. Tirza zit in een stoel tegenover me en kijkt me onderzoekend aan. Ik sluit mijn ogen en haal diep adem. Au.

"Wat is er?", vraagt ze.

"Niets", mompel ik en wil opstaan om wat water te gaan drinken. Misschien helpt het.

"Ik zie het toch. Je gezicht vertrok van de pijn toen je net inademde. Wat is er?", vraagt ze nog eens. Het wordt stil in de kamer. Rose en Heather hebben het opgevangen.

"Caithlynn?", vraagt Rose.

"Ik weet het niet. Mijn borstkas doet pijn", zucht ik en voel weer een steek.

"We gaan", zegt Rose resoluut en trekt me overeind.

"Waarheen?", vraag ik verbaasd.

"Naar het ziekenhuis, duh. Ik wil zeker weten dat er niets met jou of de baby is. Misschien is het door de klap die je op de rand maakte, maar ik wil het zekere voor het onzekere nemen. Oké?"

"Yes, sir", saluut ik en krimp ineen. "Au."

Dit keer gaan Heather en Tirza wel mee en ik bedenk me dat het weer een typische Caithlynn en Rose dag is. Alles gaat mis of verloopt vreemd.

"We hebben een dokter nodig", roept Rose als we de eerste hulp op komen.

Ik voel aan dat het niets met de baby te maken heeft, maar iedereen doet zo hopelijk paniekerig dat ik me erbij neer heb gelegd. Ze luisteren toch niet...

"Jij bent die vrouw die dat meisje heeft gered, niet?", vraagt een zuster aan mij.

Ik kijk haar bevreemd aan. Hoe weet zij dat?

"Ik zag het op het journaal. Beelden van jou en dat meisje bungelend aan de rand, wat moet je bang geweest zijn. Goed gedaan hoor!", zegt ze en neemt me aan mijn arm mee naar een onderzoekskamer.

"Eh, dank je...", stamel ik, niet wetend wat me overkomt. Als het op het nieuws was en zij heeft het gezien... dan zo'n beetje half Nederland ook. O, god..

"Goed werk, mevrouw. Mag ik Caithlynn zeggen?", vraagt een arts die binnen komt lopen.

"Eh, ja", zeg ik nog steeds overrompeld.

"Vertel eens. Wat zijn de klachten?", vraagt hij en gebaart me op de onderzoekstafel te gaan liggen.

"Dit", zeg ik en adem diep in. Opnieuw krimp ik in elkaar.

"Doet dit pijn?", zegt hij en duwt op mijn ribben.

"Au", gil ik en draai mezelf opzij.

"Hmm... Ik vermoed dat je een lichte kneuzing aan je ribben hebt. Voor de zekerheid zullen we een paar foto's maken om te kijken of het niet gebroken is."

"Ik ben zwanger", zeg ik en leg mijn handen beschermend over mijn buik.

"Dan maken we ook even een echo, voor de zekerheid", knipoogt hij en helpt me overeind. "Ik zal het even gaan regelen voor je, klein momentje."

Na een goed half uur is hij terug met een andere arts, die een echoapparaat achter zich aan sleept.

"Laten we eens kijken", zegt ze vriendelijk en stelt zich voor. Ze smeert mijn buik in met gel en zet de echoscoop er op.

Even zoekt ze en ik krijg het Spaans benauwd. Kom op...

En daar is het weer. Dat prachtige geluid! Een klein hartje.

"Gelukkig", zucht ik en de gynaecoloog glimlacht naar me.

De arts die ik als eerste had komt binnen en legt me uit dat ze een foto gaan maken en daarbij zo min mogelijk straling gebruiken, om de baby niet te veel in gevaar te brengen. Daarna brengt een zuster me in een rolstoel naar de juiste afdeling en daar wachten we tot ik geholpen wordt.

Het is eigenlijk zo gedaan. Stilstaan en klaar.

Opnieuw wachten we en ik val bijna in slaap met mijn hoofd op Rose' schouder.

"Mevrouw?", vraagt een verpleegster me uiteindelijk.

"Ja?", vraag ik en sta op, gezien ik de enige ben hier.

"De uitslag is positief. Het lijkt er op dat de ribben gewoon wat beurs zijn na de klap op die rand. Niets om u zorgen over te maken. Binnen een week zou het weg moeten zijn", legt ze uit.

Ik hoor iedereen opgelucht adem halen en rol met mijn ogen. Aanstellers. Ik ben degene die er mee moet lopen hoor!

Terug naar huis lig ik in Rose' armen op de achterbank. Ik ben al in slaap gevallen voor we überhaupt rijden.

"Wakker worden, mop", fluister Rose ineens en we zijn thuis. Zo dat ging snel.

Moeizaam kom ik overeind en wankel op mijn voeten van vermoeidheid.

"Dat arme kind is uitgeput", hoor ik Tirza zeggen en voel twee paar handen die me ondersteunen. In een roes zie ik dat we naar binnen gaan en dat ik naar boven gebracht word. Ik kan nog niet eens bedenken of ik wel mee loop of niet. Ik voel niets meer, alleen maar overweldigende vermoeidheid.

Mijn kleding wordt uitgetrokken en ik word onder de lakens geduwd.

Slapen...

"John! Kom binnen", hoor ik Rose beneden zeggen.

Ik begin af te tellen. Drie... twee... een... Bam, de deur van de slaapkamer vliegt open.

"Damn it, Caithlynn! Waarom heb je niet even gebeld. Ik schrok me een ongeluk toen ik het nieuws vanmorgen zag."

"Goedemorgen", glimlach ik slaperig en wrijf in mijn ogen.

Zijn gezichtsuitdrukking verzacht en hij glimlacht zo waar. "Je bent schattig als je net wakker bent."

Ik lach. Typisch mijn broer.

Ik klop op het bed en omhels hem als hij zit. "Ik ben oké. Sam is oké. En de baby ook", zeg ik.

"Gelukkig", zegt hij en ik begin te lachen. Ineens heeft hij door wat ik net zij.

"Wacht... de baby? Je bedoelt...? Echt?", roept hij en springt overeind.

Ik knik. "Ja, je wordt opnieuw oom!"

"Wauw, wat een geweldig nieuws, zusje! Wat leuk! Draag jij de baby dit keer?"

"Ja."

"Wauw. Anne!", roept hij en ik hoor Anne de trap op stormen. Dat arme kind denkt waarschijnlijk dat ik een hartaanval heb, zo hard riep hij haar.

"Wat, wat is er?", vraagt ze als ze binnen valt.

Ik lach en zeg: "Rustig maar. Hij is een beetje blij."

"Een beetje? Schat, we worden weer tante en oom! Caithlynn draagt een baby, geweldig toch", roept hij en omhelst zijn vrouw van blijdschap. Ik moet lachen om het tafereel.

"Wat leuk voor jullie. Gefeliciteerd", zegt Anne en kust me rustig op mijn wang. Mijn trouwe schoonzus. De stevige rots in de branding.

Ik kom uit bed en in mijn badjas ga ik naar beneden, waar Rose mijn ontbijtje op tafel heeft staan. Met een lekkere kop koffie.

Als ik een slok van mijn koffie wil nemen en de geur ruik, draait mijn maag zich ineens om. Ik schiet overeind, sprint naar de wc en gooi alle inhoud van mijn ingewanden eruit.

Gatver. Dat was vies.

"Geen koffie meer voor mij", zeg ik als ik de kamer weer in kom. Iedereen lacht. Ik vind het helemaal niet leuk... mijn koffie...

"Vertel eens wat er is gebeurd gister?", vraagt Anne.

Elkaar aanvullend vertellen we het hele verhaal. We moeten vandaag ook even naar Sam toe om te kijken hoe het nu met haar is. De arme meid.

"Ik kan me alleen maar voorstellen hoe ze zich moet voelen", zegt John serieus en kijkt droevig. Ik knik.

"O, Sarah bood me trouwens een baan bij het politiekorps", lach ik spottend.

Rose kijkt me verbaasd aan. "Dat heb ik helemaal niet meegekregen! Wat leuk. Ga je het doen?"

"Ik, bij de politie? Zie je het voor je?"

"Ja, waarom niet?"

"Nou... ik weet niet hoor."

"Je kunt toch op z'n minst eens gaan informeren wat het inhoud?"

"Ja, precies! Wie weet wel een geweldige kans, zusje", zegt John stralend.

"Prima. Bedankt. Tot straks", zeg ik en hang de telefoon op. "Ik kan straks al op sollicitatie komen...", zeg ik twijfelend. Ik weet niet zeker of dit wel iets voor mij is, maar oké... ik kan eens gaan praten. Ik zit ten slotte zonder baan en ik moet toch iets doen.

"Wie weet", knipoogt Rose en we stappen bij het ziekenhuis uit de auto.

"We zijn hier voor Sam LeBlanck", zeg ik tegen een baliemedewerkster.

"Deze gang door, naar links en de derde verdieping, kamer b.102."

We zoeken en vinden de kamer waar Sam ligt. Het is de psychiatrische afdeling.

"Hé, Sam...", zeg ik zachtjes als we de kamer op komen. Ze wrijft in haar ogen en kijkt ons slaperig aan. "Sorry, hebben we je wakker gemaakt?", vraag ik.

Ze knikt maar haalt haar schouders op. "Maakt niet uit", zegt ze.

We zetten stoelen naast haar bed en gaan zitten. Ik pak haar hand vast. Die is ijskoud en mager.

"Hoe gaat het met je?"

"Goed."

"Nou, wees eerlijk, Sam. Je zou hier niet liggen als alles helemaal top ging, of wel?", vraagt Rose to the point.

Sam sluit haar ogen en ik zie haar mond vertrekken. Ze houdt al haar emoties binnen. Logisch dat ze gek wordt.

Ik trek zachtjes aan haar kin, waardoor haar lip uit de greep van haar tanden ontsnapt en er een kleine snik mee komt.

"Aha, gesnapt", zeg ik serieus en ga op het randje van haar bed zitten. Zonder het te vragen pak ik haar vast en trek haar in mijn armen. "Ik zie wat je aan het doen bent, tante. Dat werkt ook niet. Je moet het eruit laten. Huilen, schreeuwen, gillen, wat dan ook... maar laat het er uit. Je wil niet weten hoeveel wij gehuild hebben. Als we alles hadden opgespaard hadden we nu ons eigen zwembad. Maar dat helpt wel. Je maakt jezelf gek als je alles binnen houdt, meisje."

"Ik kan het niet."

"Wat kan je niet?", vraagt Rose.

"Huilen. Ik mag niet huilen. Denk je dat het geen pijn doet? Iedere morgen als ik wakker word, lijkt het heel even of alles oké is. Dat Julie nog steeds naast me ligt. Maar dan snijdt de werkelijkheid als een mes door mijn hart en ziel en verdooft de pijn mijn hersenen. Van het moment dat ik wakker ben tot dat ik ga slapen denk ik alleen maar aan haar. Waar zal ze zijn? Heeft ze pijn? Leeft ze nog wel? Zelfs in mijn droom zie ik haar nog. En het doet zo verrekte veel pijn. Zo veel... Ik kan mezelf niet toestaan om te huilen, want dan zal ik instorten. En wie is er dan om mij op te vangen? Mijn ouders geloven me niet eens."

Ik zeg niets, maar wieg haar heen en weer. Ik weet precies hoe ze zich voelt, maar het is niet goed.

"Wij zijn er voor je", zegt Rose zachtjes en legt haar hand op die van Sam en knijpt er even in.

"Ik kan jullie niet dag en nacht lastig vallen met mijn verdriet. Jullie zijn haar ook kwijt, jullie hebben je eigen verdriet en elkaar om je zorgen over te maken..."

"Hé, hé, luister. Ik wil niet dat je zo denkt, oké? Je bent onze schoondochter en we houden van je. Of Julie nu met ons is of niet. En je valt ons niet lastig, echt niet", zeg ik en kijk haar in haar ogen.

Het is alsof ik tegen een muur op bots. Haar ogen staan hard en glazig. Ze heeft zich helemaal afgezonderd.

"Laat die muur vallen, meisje", fluister ik en kus haar wang lang en zacht.

Haar ademhaling versnelt met de seconde en ik voel haar schouders zakken. Steeds vaker hoor ik een kleine snik.

"Laat vallen", fluister ik nogmaals.

En dan breekt ze. Ze zakt in elkaar, verbergt haar hoofd in mijn nek en huilt. Hartverscheurend. Rose komt naast me zitten en slaat haar armen ook om Sam heen.

"Laat maar gaan", fluistert ook zij en streelt haar haren.

Waarschijnlijk alle emotie van het afgelopen anderhalf jaar komen nu naar buiten. En dat is een hoop.

We zitten een half uur zo, als ze eindelijk wat kalmeert. Ik veeg de tranen van haar wangen en bekijk haar. Ondanks de rode neus en rode ogen, zie ik toch wat van de oude Sam terug. De muur is in ieder geval weg.

"Ik ben moe. Is het goed als ik ga slapen?", fluistert ze na een tijdje stilte.

"Natuurlijk, meisje. Ga maar liggen", zeg ik zacht en sta op.

Ze nestelt zich in haar deken en kussen en ik aai over haar hoofd, net zo lang tot ik zeker ben dat ze slaapt.

"Kunnen we haar achterlaten?", vraag ik Rose.

"Ja. Ze is in goede handen. We komen vanavond of morgen wel weer terug, oké?"

We lopen de afdeling af en het ziekenhuis uit.

"Shit het is al laat. Ik moet gelijk door naar mijn sollicitatie! Ik zie er niet uit", roep ik.

Mijn shirt zit onder de natte vlekken van Sam's huilbui.

"Tja, ze zullen het wel begrijpen. En anders hebben ze pech, toch?", vraagt ze.

Ik knik onzeker en besef me dat ik niet veel keus heb.

We rijden naar het politiedepartement en ik kus Rose voor afscheid.

"Veel succes, schatje. Je kunt het", roept ze met haar mooie lach en iets zelfverzekerder loop ik naar binnen en vraag naar Sarah.

"Caithlynn! Wat fijn dat je kon komen, kom mee", roept Sarah als ze me ziet staan.

"Ik moet me al even verontschuldigen, ik zie er niet uit. Ik ben net bij Sam geweest... en tja."

"Geen probleem hoor, ik ben blij dat jullie haar niet negeren. Ik denk dat ze het hard nodig heeft, iemand ze haar begrijpt."

"Nou, begrijpen doen we het zeker", knipoog ik en ze glimlacht weemoedig naar me.

"Goed, genoeg gepraat over dit verdrietige onderwerp. Over op waar je hier voor bent; een baan bij ons korps."

"Denk je dat ik geschikt ben voor de politie dan? Ik heb geen enkele ervaring", vraag ik.

"En of jij geschikt bent. Wat ik gister avond heb gezien is meer dan een staaltje vakmanschap. Het was geweldig. Je hebt doorzettingsvermogen, reactievermogen, overtuigingsvermogen en je bent niet bang voor een stootje. Wat wil je nog meer als agente? Veel van onze mensen moeten daar eerst hard voor trainen, hoor", zegt ze.

"Waar heb je dat allemaal op gebaseerd?", vraag ik verbaasd.

"O, je weet niet half wat je allemaal hebt laten zien, Caithlynn. Je was binnen no-time bij de plaats delict, je rende de trappen op terwijl je eigenlijk helemaal niet meer kon, je bleef maar op het meisje inpraten net zo lang tot ze je geloofde en toen ze er af viel was jij sneller dan wij allemaal bij haar en liet niet los voor ze veilig en wel weer boven was. Wil je nog meer horen?", vraagt ze glimlachend.

Ik denk na. Eigenlijk heeft ze een punt. Zo had ik er nog nooit over nagedacht...

Ze ziet mijn twijfel. "Echt, ik denk dat je een geweldige agente kan zijn. En... als rechercheur binnen ons team heb jij zelf de macht om inzicht te hebben in jouw eigen zaak. Die van je kinderen. En natuurlijk word je goed betaald."

"Mag ik werken aan mijn eigen zaak?"

"Normaal gesproken doen we dat niet, maar als dat een trigger is om jou binnen te halen... vooruit dan maar. Op één voorwaarde: Als je iets van waarde hebt ontdekt, dat je dat doorgeeft aan mij en er niet zelf op uit gaat. Oké?"

"Dat kan ik wel beloven", knik ik en zie ineens heel veel mogelijkheden.

"Dus, wat zeg je er van?"

"Is er een proeftijd?"

"Ja, natuurlijk. Waar niet tegenwoordig?"

"Oké. Wanneer kan ik beginnen?"

"Niet zo snel", lacht ze. "Je zult eerst nog een paar testen moeten doen, dat hoort bij het protocol. Een conditietest, een cognitieve test, een test om te zien of je leugens snel door hebt of niet en je krijgt een cursus slippen en heel snel rijden, voor het geval je ooit een achtervolging in moet zetten. Als je dat allemaal af hebt en geslaagd bent, dan mag je beginnen."

"Hoe lang gaat dat duren?", vraag ik.

"Dat hangt er vanaf wanneer jij beschikbaar bent om het te maken."

"Nu", knik ik.

"Goed. Ik zal kijken wat ik voor je kan doen", zegt ze en verdwijnt.

Wow... dit had ik nooit verwacht. Maar zoals zij het zegt klinkt het alsof ik geboren ben hiervoor.

"We kunnen al beginnen met de cognitieve test, als je wil?"

"Prima", knik ik en volg haar naar een andere kamer.

Ik krijg wat papieren en een potlood en begin. Vragen als: Heb je wel eens van XTC gehoord, tot aan hoe herken je een gewapend persoon.

Ik vul het zo goed mogelijk in en lever het weer in.

"Bedankt. We zullen het nakijken en je hoort nog van ons, oké?", zegt Sarah en schudt mijn hand.

Ik bedank haar en loop weer naar buiten. In de auto vertel ik het hele verhaal aan Rose, die me trots glunderend aankijkt.

"Mijn wijfie is een agente. Moet ik nu op gaan passen?", vraagt ze lachend en ik grom naar haar.

"Ja, ik zou maar oppassen, meisje. Je komt nu niet meer zo snel overal mee weg", zeg ik en kus haar vol op haar mond. Haar handen vouwen zich achter mijn hoofd en onze tongen dansen om elkaar heen. Ik snuif haar heerlijke lucht in en voel me gelukkig.

Een lieve vrouw, een baby in mijn buik, een (waarschijnlijk) nieuwe, leuke, baan... het enige wat nog ontbreekt zijn mijn kinderen. Maar die ga ik vinden. Al is het dat laatste wat ik doe...
Lees verder: Ware Liefde - 17
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...