Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Rick.1993
Datum: 06-01-2018 | Cijfer: 8.7 | Gelezen: 4924
Lengte: Lang | Leestijd: 15 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Appie Boy - 2
Hij zat er nog hetzelfde als dat ik hem had achtergelaten. Het leek wel een hoopje ellende zoals die daar nu zat. Wat een verschil met vorige week toen die zo zeker overkwam. Zo zag je maar hoe anders iemand kan zijn als je eerlijk tegen elkaar bent dacht ik. Hij nam een slokje van zijn water. ‘Dus, je familie weet dat je gevoelens hebt voor jongens?’ Verschrikt keek hij me aan. ‘Natuurlijk niet. Het mag echt niet van ze. Ik weet niet wat ze dan doen maar ze zouden heel, heel boos worden.’ Met grote ogen keek hij me aan. ‘Ze mogen het ook echt niet weten.’ Ik kreeg medelijden. Deze jongen zat duidelijk in een moeilijk parket. Maar was het mijn taak om me daar mee te bemoeien? Ik kon gewoon tegen hem zeggen dat het kut voor hem is maar dat ik er niks mee kan. Klaar. Maar ik wist van mezelf dat ik dat niet kon. Soms had ik een hekel aan mijn karakter maar ik kon hem nu eenmaal niet aan zijn lot overlaten.

‘Hoe ga je je leven leiden dan? Trouwen met een meisje dat verliefd is op jou en jij niet op haar? Kinderen krijgen en iedereen inclusief jezelf in de maling nemen?’ ‘Ik weet het ook niet oke. Ik weet niet wat ik moet doen, wat ik kan doen.’ Ik keek hem aan. ‘Weet je zeker dat je ouders en broer erop tegen zijn?’ ‘Waarom denk je dat mijn broer zo arrogant naar je deed? Omdat die het van jou, zoals iedereen het weet. Hij heeft het wel is tegen mijn ouders gezegd tijdens het eten. Hij kreeg nog net geen klap dat die zoiets zei. Die zondag moesten we van mijn ouders om jouw genezing bidden en dat je vooral geen andere mensen aanstak met zulke dingen.’ Hij keek me strak aan. ‘Zo denken ze erover.’

Ik stond perplex en wist niet wat ik moest zeggen. Ik voelde mijn onzekerheid weer opkomen die ik rond mijn coming out gevoeld had. Dat gevoel in dat klaslokaal op het moment dat iedereen die foto kreeg en zag. Ik stopte het gauw weer weg, niet aan denken, dat is jaren geleden. Ik keek Sam aan, stond op en ging in de stoel naast hem zitten in plaats van tegenover hem. ‘Kan ik je ergens mee helpen?’ Blijkbaar was dat het enige wat er nog nodig was. Hij brak, begon te snikken, er liepen tranen over zijn wangen.’ Ik had al zoiets verwacht, je kon dit niet zonder vertellen zonder emotie te tonen, zeker niet in zijn situatie. Ik sloeg mijn armen om hem heen en trok hem tegen me aan. Troostend, geen andere intenties. Hij verborg zijn gezicht in mijn schouder. Een aantal minuten zaten we daar. Hij werd rustiger. Hij maakte zich van mij los. Een rood betraand gezicht keek me aan. Ik pakte een pakje zakdoekjes uit een la, pakte er eentje uit en veegde zijn tranen van zijn gezicht. ‘Bedankt.’ Het kwam er zachtjes uit. Ik keek hem begripvol aan. Wist verder niet zo goed wat ik moest zeggen. Gelukkig doorbrak hij de stilte. ‘Ik wil helemaal niet leven zoals zij dat willen. Ik geloof ook helemaal niet in wat zij geloven. Liefde is altijd goed en dan maakt het niet uit tussen welke personen. Maar dat snappen zij gewoon niet.’

Ik slaakte een zucht. ‘Je zit inderdaad in een moeilijke situatie. Maar de vraag is hoe je daar mee omgaat.’ ‘Dat weet ik echt nog niet.’ Ik begreep hem wel. ‘Laten we nu maar naar huis gaan. Het wordt anders weer net zo laat als vorige week en dat vindt je broer vast raar nu er veel minder vulling is. ‘Ik zeg wel dat ik met nog wat mensen gepraat heb. Niet met jou natuurlijk, dat vinden ze vast niet goed.’ Hij lachte weer een beetje. ‘Nee, zeg maar dat ik naar mijn vriendje toe ben.’ Ik lachte maar hij keek geschokt. ‘Heb je een vriendje dan?’ Door de schok op zijn gezicht lachte ik weer. ‘Nee, maar dat weten zij niet.’ ‘Gelukkig maar, ik dacht al dat ik iemand met een relatie gezoend had.’ ‘Zoenen nog wel? Dat kusje van jou kan je geen zoenen noemen hoor.’ Hij lachte en omhelsde me. ‘Bedankt voor het gesprek.’ Nu voelde ik wel meer dan alleen een troostend gevoel. Ik sloeg mijn armen om hem heen. Dat voelde verrassend goed nu we allebei stonden. ‘Misschien moet je mij leren zoenen.’ Hij verbaasde me. Vijf minuten geleden was die nog in alle staten en nu dacht hij daaraan. Niet dat het niet door mijn hoofd gegaan was. Hij keek omhoog recht in mijn ogen. Ik keek terug. Ik draaide mijn hoofd iets en langzaam kwamen onze gezichten dichter bij elkaar. Hij sloot zijn ogen. Ik deed hetzelfde op het moment dat ik zijn lippen voelde. Zacht en toch stevig. Dit was beter dan vorige week. Veel beter. Veel langer. Langzaam opende ik mijn mond en hij volgde mijn voorbeeld. Onze tongen vonden elkaar. Ik voelde dat er beneden iets begon te groeien in mijn broek. Ik schonk er geen aandacht aan. Ik wilde dit moment niet voorbij laten gaan. Ik weet niet hoelang we hebben staan zoenen maar het was behoorlijk lang. Uiteindelijk maakten we ons los uit onze omhelzing. ‘Nou je bent een heel goede leraar hoor.’ Hij lachte weer. Zijn opmerking in combinatie met zijn rode wangen maakte mij aan het lachen. ‘Het scheelt als ik een goede leerling heb.’ Plagend gaf ik hem een duw. We pakten onze jassen. Dit keer vergat ik niet om het alarm in te schakelen. De deur viel dicht en we stonden buiten. Hij omhelsde me nog een keer. ‘Dankjewel voor je steun, en dit natuurlijk.’ Hij gaf me weer snel een kus. ‘Tot morgen!’ Hij liep weg. Wat een jongen dacht ik terwijl hij wegliep, hij had me weer verbaasd vandaag. Maar wel op verschillende manieren.

Die avond kon ik niet slapen. Het zat me niet lekker. Sam was lief en leuk. Maar hij had ook een probleem. Misschien zou zijn familie nooit accepteren hoe hij zou zijn. Had ik wel zin om me daarin te mengen? In principe zou ik ervoor kunnen kiezen me helemaal van hem af te sluiten, mijn werk te doen hem weg te sturen als hij klaar was met werken. Eventuele toenaderingen van zijn kant direct de kop in te drukken en verder te gaan met mijn leven. Gewoon iemand zonder al te veel problemen ergens tegenkomen en met hem verder te gaan. De makkelijke optie. Draaiend en woelend viel ik in slaap.

Die zaterdag gebeurde er niet veel bijzonders. Ik zag Sam maar hield me richting hem toe op de vlakte. Het was bovendien geen avond en dus waren we niet alleen, gelukkig. Geen moeilijke confrontaties vandaag.

Die maandag kreeg ik een mooie kans. Er was net een nieuw appartementencomplex opgeleverd waarvoor ik me had ingeschreven. Sociale huur maar helemaal nieuw. Financieel wat krapjes maar zeker wel mogelijk. Deze kans wilde ik met beide handen aanpakken dacht ik toen ik me opgaf. En nu dus de uitslag! Wat een geluk! Uitgekozen voor een appartement op de 2e verdieping. Eindelijk op mezelf, eindelijk privacy, eindelijk geen controle meer. De oplevering stond gepland over twee weken, een standaard keuken en badkamer. De vloer, muren etc moest je zelf regelen, geen probleem. Het kostte me enige moeite om niet ter plekke uit mijn dak te gaan maar dat zou raar zijn op je stageadres dus ik hield me in.

Die twee weken daarna gebeurde er niet zoveel, niet met Sam ten minste. Zelf was ik druk met wat het stallen van bouwpakketten van de Ikea bij familie en vrienden. In de garage thuis had ik een parketvloer opgeslagen. Bij mijn stage had ik de hele week vrij genomen zodat ik aan de slag kon. Maandagmiddag zou ik de sleutel krijgen en dan kon je er in principe direct in.

Zo gebeurde toch een behoorlijk euforisch moment, het moment dat je de sleutel krijgt van je eerste echt eigen huis. Het voelde allemaal nog een beetje onwennig aan toen ik naar binnen stapte. Het was kaal met witte muren. De keuken en badkamer waren gelukkig wel helemaal klaar en zagen er mooi uit. In totaal ben ik wel 40x op en neer gereden die week. Eerst meerdere keren voor de vloer. Wat een gedoe was dat met leggen maar het gebeurde en met hulp zag het er prima uit. Daarna met al die Ikea meubels die ik grotendeels zelf maar soms met hulp ook in elkaar kon zetten. Daarna moesten al mijn kleren en andere spullen ook allemaal vervoerd worden. Gelukkig ging ik in dezelfde plaats wonen als mijn ouders dus het was niet zo ver weg. Vrijdagochtend was de grootste uitdaging. Mijn tweepersoonsbed was uit elkaar gehaald in 3 aparte delen. Mijn oom had een eigen bedrijf met bestelbus. Het paste allemaal maar net aan maar het paste en dus kon het bed vervoerd worden. Toen moest het nog naar boven. Wat een onderneming, het huis uit gaan is nog niet zo makkelijk dacht ik terwijl ik me op mijn net nieuwe bank liet vallen.

Ik werd wakker van mijn telefoon. Met gesloten ogen pakte ik mijn telefoon en nam op. ‘Waar ben je?’ Waar ben ik? Langzaam opende ik mijn ogen. Even wist ik het niet meer. Toen weer wel. De wijzers op de klok stonden op 17:02. Ik sprong op. Waar ik was? ‘Kut. Ik riep het hard in mijn telefoon. Ik ben er over vijf minuten.’ Hard gelach aan de andere kant. ‘Is goed hoor.’ Ik moest werken en had gewoon 3 uur geslapen nadat ik op de bank was gaan liggen. Foute volgorde, eerst verhuizen, dan werken en dan pas slapen. Niet andersom. Ik haastte me naar de Appie en was gelukkig maar iets te laat. Iedereen wist inmiddels dat ik op mezelf zou gaan en ze waren blij dat het een feit was. ‘Iedere zaterdag feest bij Rick.’ Uhm nee, toch maar niet, af en toe prima, iedere week, geen denken aan!

Van Sam hield ik expres afstand, alweer. De makkelijke weg. Ik zorgde dat ik in de winkel was toen hij klaar was met werken en kon hem zelfs tegelijkertijd met zijn broer naar huis sturen. Zo viel het ook niet op dat Sam altijd langer wegbleef dan Stijn. De makkelijke weg zorgde al drie weken voor succes, voor mij althans.

Een week sliep ik nu in mijn eigen huis en het was fantastisch. Iedere avond Netflix op televisie en als er dan is een programma kwam dat ik wilde zien dan keek ik dat zonder tussenkomst van mijn ouders. Tal van voordelen maar toch ook enkele nadelen. Zo moest ik nu zelf boodschappen doen, wassen het huis schoon houden. Dat waren dan weer nadelen. Maar al met al wogen de voordelen ruimschoots op tegen de nadelen. Ik had dus een topweek die totaal zou omslaan deze vrijdagavond maar vooral de zaterdag. Vrijdagmiddag had ik daar nog geen idee van.

Na het sluiten van de winkel en het verdelen van de paden onder de vullers zat ik op kantoor administratie te doen. Toen stond hij daar opeens. Zijn blauwe ogen boorden zich diep in die van mij terwijl hij de deur dichtdeed. Het glas in de deur zorgde ervoor dat iemand die langsliep ons wel zou kunnen zien maar niet zou kunnen horen. ‘Waarom negeer je me opeens en stuur je me iedere vrijdag vroeg weg?’ Zijn vraag verraste me niet maar kwam op dit moment wel onverwachts. Met deze doordringende blik die me strak aankeek kon ik bijna niet nadenken. ‘Ik stuur je niet vroeg weg en ik negeer je al helemaal niet.’ Ik wist dat het ongeloofwaardig klonk en hij wist het ook. Hij ging op de hoek van het bureau zitten. ‘Dus je doet nog hetzelfde als een aantal weken geleden? Dan vindt je het vast niet erg.’ Hij zoende me meteen. Toen zijn lippen de mijne raakten voelde het alsof er een schok door me heenging. Ik dacht niet meer aan de problemen die misschien konden volgen. Ik dacht niet aan iemand die ons zou kunnen zien. Ik dacht alleen maar aan hem. Ik zoende hem vol overgave terug. Ik realiseerde me dat ik dit gemist had. Dat ik hem gemist had. Onze tongen vonden elkaar en vol overgave zoenden we. Toen hij zich terugtrok en ik mijn ogen opendeed dacht ik in een flits iets bij de deur te zien maar dit zou wel heel toevallig zijn. Ik besloot er verder geen aandacht aan. ‘Volgens mij doe je ook niet anders’, hij zei het met een bepaald soort lach. ‘Je zoent nog even goed als de vorige keer. Maar goed, ik moet weer verder met vullen, zie je nog wel.’ Hij bleef me verbazen.

Gelukkig konden we vrij vroeg naar huis, de vulling was snel weggewerkt. Na vijf minuten was ik thuis. Ik liet me op mijn bank vallen en zette de televisie aan om nog even een serie te kijken. Een minuut later kletterde de regen tegen de ramen. De wind zat er flink achter. Een lichtflits schoot door de lucht en er volgde een oorverdovende knal. Wat een weer. Ik was zo blij dat ik binnen zat. Naar buiten gaan met dit weer was geen goed idee.

De regen kletterde lekker door toen de bel ging. Dat was wel raar want het was al laat. Het was de bel van mijn voordeur dus niet van beneden. Vast een van de buren die iets nodig had. Ik stond op en deed de deur open. Daar stond hij. Doorweekt van de regen, zijn haar wild. Maar dat was niet het eerste wat me opviel. Het was zijn gezicht. Zijn linkeroog zat half dicht en was rood. Er zat opgedroogd bloed onder zijn neus. Het was Sam. Snikkend vroeg hij: ‘mag ik alsjeblieft binnenkomen?’
Lees verder: Appie Boy - 4
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...