Door: Jelmer
Datum: 27-01-2018 | Cijfer: 8.8 | Gelezen: 3368
Lengte: Lang | Leestijd: 30 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 30 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Tampa Boys - 1
In het eerste deel hebben jullie kunnen lezen dat we al twaalf jaar in Tampa wonen aan de oostkust van Florida. Daar hebben we twee bedrijven, een juridisch adviesbureau en een handelsonderneming. We hebben ook een voedselbank waarvan de dagelijkse werkzaamheden uitgevoerd worden door vrijwilligers. In het eerste deel was te lezen dat s‘morgens vroeg twee jongens in de lunchroom zaten waar iets mee aan de hand bleek te zijn. Dat zijn Curtis en Benjamin, alleen zaten die daar niet voor niks.
Wendy hield even een oogje op de twee jongens terwijl ik met Tom belde op zijn cellphone ; ’Tom, er zitten hier twee jongens die dringend onze hulp kunnen gebruiken, vraag jij aan Maria of ze snel even een gastenkamer in orde wil maken, de airco aanzetten en de badkamer in orde brengen?’. ‘Nu meteen?’ Vroeg Tom. ‘Ik ben er over tien minuten met die twee’, zei ik. ‘Komt in orde’ ,antwoordde Tom zonder verdere vragen. We hadden wel vaker met dit soort dingen te maken gehad.
Wendy tikte me aan. ‘Jelmer, die jongen zit op een cellphone te kijken’. Ik keek om en zag dat Curtis naar het ding in zijn hand zat te staren. Ik spoedde me terug naar het tafeltje waar ze zaten en ging weer op mijn hurken aan de zijkant zitten. ‘Heb je een berichtje gekregen?’ Hij knikte. ‘We moeten weer weg’ ,zei hij, ‘we hebben geen tijd’. Ik dacht even na… ‘Als je nu je cellphone aan mij geeft dan krijgen jullie van mij alle tijd die je nodig hebt om weer twee leuke mooie jongens te worden, en wij lossen dan al jullie problemen op, oké?’
Hij was even stil, en ik zag hem razendsnel nadenken, zijn ogen glinsterden terwijl we elkaar zwijgend aankeken. Ik lag mijn armen op het tafeltje en leunde afwachtend met mijn kin op mijn handen, ik glimlachte en gaf hem een knipoog. Hij keek nog es naar de cellphone in zijn hand en toen weer naar mij. Toen kreeg ik een glimlach van hem terug en reikte hij me het ding aan tussen zijn duim en wijsvinger. Ik stak het ding in m’n kontzak. Benjamin kreunde zacht en bewoog zijn hand die naast zijn hoofd op tafel lag. Hij deed zijn luikjes open en ik zag twee mooie lieve blauwe ogen me recht aankijken. Hij kende me niet eens, ik had hem volgens mij nog nooit eerder ergens gezien maar het eerste wat hij deed was een lieve glimlach op zijn fijne gezichtje toveren. ‘Dag meneer’ ‘zei hij, ‘bent u Jelmer?’. ‘Ja, dat ben ik’ ,zei ik met een glimlach. Hij liet een diepe zucht van verlichting horen.‘Ik ben Benjamin’ , zei hij. Hij was niet lekker geworden, had de tafel onder gespuugd en was in z’n eigen kots in slaap gevallen. Dat was vast niet van de alcohol.
‘Ga je met me mee naar binnen’ ,vroeg ik aan hem, ‘dan kunnen jullie lekker badderen, eten en dan lekker slapen?’ Hij richtte zich op en keek Curtis aan. Curtis knikte alleen maar naar hem en zijn ogen glinsterden weer. ‘Maar ik ben ziek meneer’ ,zei Benjamin. ‘Dan bel ik een dokter voor je die je komt onderzoeken en dan wordt je snel weer beter. ‘Oké, dat is goed’ zei hij alleen maar. Ik ging staan. ‘Gaan jullie mee?’ Ze stonden op. Ik riep nog naar Wendy dat ik er even niet zou zijn, daarna liepen we naar de uitgang.
Buiten was het al warm en het was best wel een eind lopen naar de villa. Na tien meter gelopen te hebben begon Benjamin al te wankelen en verschrikt ving Curtis hem op in zijn dunne armen. ‘Sorry hoor’ zei Benjamin, ‘ik ben een beetje dizzy’ ,en weer struikelde hij. Dat schoot niet op zo, dus ik pakte hem op en droeg hem in mijn armen. Hij sloeg zijn armen om mijn nek en lag zijn blonde koppie tegen mijn schouder. Je zou denken dat het een heel gewicht is om een halfwas puberboy zo ver in je armen te moeten dragen. Dat zou normaal wel het geval zijn, maar dit jochie weegt echt niks. Veel te licht voor zijn leeftijd.
We liepen vanaf de lunchroom over een paadje door de tuin heen naar de villa zodat we uiteindelijk achter op het terras uitkwamen. De buitenwand van de living was helemaal opengeschoven zodat we zo naar binnen konden lopen. Met een verlegen blik op zijn gezicht volgde Curtis mij en keek verwonderd om zich heen. ‘Wauw man, wat een mooi huis hier’ ,mompelde hij met grote ogen. Maria kwam ons al tegemoet vanuit de lobby. ‘Ik dacht dat je aan de voorkant binnen zou komen’ ,zei ze, ‘maar ik ben nog met de kamer bezig, de badkamer is al gereed, het is de kamer naast de jouwe’. Tom zijn moeder, Herma, kwam er ook al aan.
Tom zijn ouders waren al drie maanden hier op vakantie sinds zijn vader was gepensioneerd, en verbleven hier in het gastenverblijf waar ze helemaal zelfstandig los van de villa lekker hun eigen ding konden doen. ‘Och toch, wat een arme zieltjes, zal ik ze van je overnemen Jel?’ ‘Ja, dat is goed’ zei ik, en we liepen door naar de gastenkamer. Die kamer was net zo groot als onze master bedroom, alleen meer bedoeld voor gasten uiteraard, want er zat naast het kingsize bed ook een keukenblok in, een ruime zithoek met een entertainmentsystem een inloopkast en een grote badkamer met regendouche, en een jacuzzi.
We liepen achter in de living onder de linker trap door een deur heen en dan voor de lobby langs de gang in en de tweede deur links is een gastenkamer, naast de onze. Curtis was zo verlegen geworden van alle indrukken dat hij me aan m’n arm vast liep te houden en verwonderd om zich heen liep te kijken. ‘It’s amazing’, hoorde ik hem zacht tegen zichzelf zeggen. Ik moest er om lachen, ‘jullie zijn niks gewend’ zei ik hem terug. We kwamen in de kamer. Maria begon nog met wat opruimwerk en de minibar moest nog aangevuld worden. De airco draaide op volle toeren om de kamertemperatuur omlaag te brengen . Ik zette Benjamin weer op zijn pootjes die ook verwonderd om zich heen stond te kijken. ‘Het lijkt hier wel een duur hotel’ zei het jochie. ‘Dat is het ook’ zei ik lachend, ‘maar voor jullie is het vandaag gratis’.
Herma kneep haar opgetrokken neus dicht en wees naar het kontje van Benjamin. Ik moest er om lachen want hij had dus echt in z’n broek gepoept. Ik stelde de twee dames aan de jongens voor als hun nanny’s, en die gingen nu voor hen zorgen. Herma nam ze mee de badkamer in. Ik zei nog dat ik nu even weg ging en straks nog wel even om het hoekje zou komen kijken. De jongens ondergingen intussen een grondige inspectie met een uitgebreide was en poetsbeurt van de twee nanny’s.
Ik belde eerst met mijn huisarts, inmiddels een goede bekende van ons in het dichtstbijzijnde health center, of dat er iemand kon komen voor een spoedgeval. Ik wilde dat de jongens onderzocht zouden worden op ziektes of eventuele infecties. Ondertussen bracht ik ook Tom op de hoogte van wat er aan de hand was. Goed gehandeld vond Tom, alleen wel jammer dat het waterskiën vanmiddag in Tampa Bay waarschijnlijk niet door zou gaan. Nou ja, misschien morgen dan maar.
Ik had nog steeds de cellphone van Curtis in de kontzak van m’n sportbroekje zitten. Ik liet hem Tom zien. ‘Kijk, dit hadden ze bij zich, misschien verstandig als we hem straks even uitlezen, dan komen we vast wat meer te weten over de achtergrond van de jongens. Dat zouden we dan later op de dag doen. Ik lag het ding voorlopig maar in de kluis. Daarna ging ik terug naar Wendy om haar te helpen de lunchroom op te ruimen en schoon te maken. De laatste bezoekers waren al vertrokken en we moesten haast maken met een partij voedselpakketten klaar te maken. Het waren er nu maar vijftig, maar daar ben je toch zeker wel een uur mee bezig. Daarna de truck inladen en dan zijn we nog minstens anderhalf uur bezig met rondbrengen.
Toen we weer terug waren kreeg ik te horen dat Tom inmiddels ook kennis gemaakt had met de twee jongens. Ik keek even op hun kamer om het hoekje van de deur. De kamer was verduisterd en ze lagen dicht tegen elkaar aangekropen in diepe rust te slapen onder een lekker zacht dekbed. Ik was tevreden. Eerst nam ik een douche en kleedde me om want door alle werkzaamheden was ik behoorlijk bezweet en daarna zocht ik Tom op, die was in de serre bezig om de barbecue schoon te maken. De serre is niet zomaar een gewone serre maar meer een overkapt oerwoud. Een enorme glazen kas tegen de villa aangebouwd. Vanuit de oostvleugel kom je er binnen door de eetkamer en de bar. Je komt dan op een ovaal terras uit met de barbecue en een cocktailbar, daar omheen is een niervormig inpandig zwembad met een jacuzzi. Achter het zwembad is een ruim podium waar onze muziekinstrumenten opgesteld staan. Het podium is met het terras verbonden door middel van een gebogen brug. Om het geheel heen is een jungletuin met een vijver en een fontein aangelegd. Tom vertelde dat de medical support teruggebeld had en om 1500 u, voor de deur zou staan om de twee knapen te onderzoeken en er eventueel actie op te ondernemen. Maar eerst zouden we gaan lunchen met z’n vijven.
We kwamen in de bar van de dinner room bij elkaar. De dames hadden een mooie tafel opgediend met belegde broodjes, friet, salades, snacks en vruchten met lekkere sapjes en verse melk of koffie. Onder de maaltijd vertelde Herma met een brede glimlach dat ze in de veronderstelling verkeerde dat de twee jongens een stelletje zijn, gezien het feit hoe dat ze in de badkamer met elkaar om gingen. Ik kon met een big smile alleen maar bevestigen dat ik dat meteen al door had bij de eerste kennismaking al. Alleen had ik het vermoeden, gezien hun toestand dat het hier ging om gedwongen jongensprostitutie en dat valt juridisch gezien onder uitbuiting en mensenhandel. Maar dat moest nog blijken.
Misschien waren er ook nog wel drugs en drogering in het spel, gezien de toestand van de kleine Benjamin. In ieder geval was het zo dat eventuele veroorzakers van dit leed er met zekerheid op konden rekenen dat ik ze zou opjagen en achtervolgen, al was het tot aan de poorten van de hel. Mijn bloed kookte al bij de gedachte, en ik kon haast niet wachten om die cellphone uit te lezen. Beter was om daar maar even mee te wachten tot de jongens in een wat betere conditie waren, want ik wilde eerst hun verhaal horen en daarna pas de noodzakelijke stappen ondernemen.
We hadden knap lang zitten tafelen waardoor het uiteindelijk 1430 u. was, en over een half uur zou er al een arts komen. De jochies hadden inmiddels al bijna vijf uur liggen slapen en ik ging ze maar wakker maken. De nachtrust zou anders wel es verstoord kunnen raken en dat was niet de bedoeling. Ik loop naar de kamer waar de jongens liggen, doe de deur een stukje open en kijk door een kier naar binnen. Ze liggen nog steeds te snurken. Kan je nagaan hoe moe dat ze geweest moeten zijn. De temperatuur is gezakt van 30 naar 21 graden. Ideaal voor een slaapkamer, dan kruip je graag onder een lekker zacht dekbed.
Ik loop door naar binnen en links van het bed waar Curtis ligt ga ik op m’n hurken zitten. Ik pak hem bij z’n schouder en schud hem zachtjes waarbij ik zijn naam zeg. Curtis…. Curtis! Hij kreunt zacht, en ik noem zijn naam nog een keer. Curtis?
Zijn rechter arm komt tevoorschijn, zijn hand beweegt naar zijn voorhoofd en dan draait hij naar mij toe. ‘Hey kereltje, heb je lekker geslapen’ ,zeg ik. Er komt alleen maar een zacht grommend gekreun uit zijn mond en dan gaapt hij een keer heel diep. Dan kijkt hij me aan met kleine slaapoogjes, en zegt met een schorre zachte stem ‘zo goed heb ik in jaren niet meer geslapen’. ‘De dokter komt zo meteen’ zeg ik, ‘hij komt jullie onderzoeken, maak je Benjamin ook even wakker?’
Hij draait zijn hoofd en kijkt naar Benjamin die nog in diepe rust is, met zijn haar in de war en een duim in zijn mond. Dat viel me opeens wel op, want dat deed ik zelf ook nog toen ik zo oud was, ha ha. Curtis draaide zich om naar Benjamin en schudde hem ook zachtjes aan zijn schouder, tegelijk trok hij met een plop de duim bij hem uit zijn bekkie. ‘Hey Bennie, Bennie?’ ‘Wakker worden!’ Benjamin protesteerde met een zacht piepend geluid, en moeizaam gingen zijn oogjes uit de slaapstand. Hij kreunde weer zacht piepend en plotseling richtte hij zich geschrokken op op zijn ellebogen. Ik zag meteen dat het jochie in paniek was en verschrikt om zich heen begon te kijken en te roepen. ‘Hou hem vast’ commandeerde ik Curtis, hou hem vast!’
Meteen sloeg hij stevig een arm om Benjamin heen. ‘Het is goed Bennie, het is goed, we zijn hier veilig!’ Benjamin begon zacht te huilen en drukte zich strak tegen Curtis aan. Hij knuffelde Benjamin en toen werd het kind pas een beetje rustig. Het besef begon bij hem door te dringen waar hij was en wat zijn toestand nu was. ‘Ben, Benzji, weet je waar je ben’, vroeg Curtis. Benjamin knikte alleen maar en drukte zich stevig tegen Curtis aan. Op de bank van de zithoek had Tom zijn moeder al wat kleren en slippers voor de jongens klaargelegd. Ik zag dat het een paar nieuwe bermuda’s en T-shirts van mij waren die ik nog nooit had gedragen, ze kwamen zo uit de verpakking.
Ik zei tegen Curtis dat daar kleren voor hen lagen, dus ‘aankleden, en even opfrissen. Als straks de arts weer weg is dan mogen jullie gaan eten’. Curtis knikte alleen maar, gaf Benjamin zacht een kalmerende kus op zijn voorhoofd en hield hem stevig vast. Snel kwam Benjamin nu tot rust en begon om zich heen te lijken. Hij keek me aan en glimlachte verlegen. ‘Heb je lekker geslapen jochie’ ,vroeg ik aan hem. Hij knikte. Met grote ogen keek hij me aan. ‘Moeten we nu weg?’ Ik lachte, ‘nee joh, jullie moeten hier blijven want er komt zo een dokter bij je kijken’. ‘Als die klaar is moeten jullie eerst wat eten, daarna geef ik hier een rondleiding, en dan moeten we nodig even een poosje met elkaar praten. Ze luisteren aandachtig naar me, kijken elkaar aan en dan weer naar mij. Curtis knikte, ‘Is goed’ zij hij, ‘gaan we doen’.
Tien minuten later waren de jongens klaar en de arts was inmiddels gearriveerd. Het was John Weisbaum met een assistente. Hij is onze eigen arts die we al jaren kennen. Ik legde hem de situatie uit van vandaag, wat er aan de hand was en wat ik dacht wat de achtergrond was van dit verhaal. Hij was het beroepsmatig met me eens dat op dit moment de gezondheid van de twee knapen voorop stond. Ik bracht hem naar de jongens. Ze zaten op de rand van het bed tegen elkaar aan geduldig op ons te wachten. Ze kregen een hand en ze stelden zich voor. Het onderzoek duurde wel even waarbij ze ook een buisje bloed werd afgenomen voor het lab. Als afsluiting kregen ze nog een paar prikken, ééntje met vitamine D en een met antibiotica. Ik was wel benieuwd naar de eerste bevindingen. Hij vertelde het gewoon waar de jongens bij waren.
Volgens de check up waren ze blijkbaar gezond totdat eventueel testresultaat van het bloedonderzoek het tegendeel zou bewijzen. Ze waren niet alleen ondervoed maar hadden ook ondergewicht, oververmoeid en blijkbaar een lichte darminfectie als gevolg van te éénzijdig voedsel. Er waren godzijdank in ieder geval geen drugs in het spel. Ze hadden uiteraard tijd nodig om aan te sterken en uit te rusten en hij adviseerde verder nog een psycholoog te raadplegen die gespecialiseerd was in traumaverwerking. Hij wist zelfs iemand voor me op te schrijven die daar zeer goed in bleek te zijn. Het leek hem verstandig om ze de komende tijd twee keer per week te zien voor controle. Hij liet nog een antibioticakuurtje achter, voor beiden een week lang iedere dag een pil.
Ik leverde de jongens af bij Maria die een lichte maaltijd voor ze had gemaakt, krokante tosti’s, met warme minisnacks, banaantjes, druiven en lekkere proteïne shake’s. Ondertussen bracht ik John en zijn assistente naar de lobby. Hij was het eens met mijn idee dat het hier ging om een geval van ernstige verwaarlozing en misbruik, alleen in wat voor context daar kon hij niets over zeggen. Nadat ze waren vertrokken spoedde ik me weer terug naar de jongens die naast elkaar lekker zaten te smikkelen. Ik wachtte tot ze uit waren gegeten en kletste intussen wat met Maria, maar dan in het Spaans. ‘Ik denk dat die knapen heel veel aandacht, geduld en afleiding nodig hebben Jelmer, ze zijn naar mijn idee heel lang aan de normale maatschappij onttrokken geweest’. ‘Waarom denk je dat’ ,vroeg ik. ‘Dat is mijn moederinstinct’ , zei ze, ‘vraag maar aan je schoonmoeder’. ‘Maar’ ,zei ze, ‘jullie staan er niet alleen voor hoor, in dit geval ben ik dag en nacht voor jullie beschikbaar, dat weet je toch?’. Ik glimlachte, en gaf ze een kus op haar wang. ‘Het hangt er van af hoe lang ze hier blijven’, zei ik.
Ik richtte me weer op de twee jongens. Ze zaten onderuitgezakt uit te buiken met de hand voor hun mond om de boertjes tegen te houden. Benjamin ging meteen rechtop zitten en keek me weer onzeker aan met zijn grote blauwe ogen. ‘Moeten we nu weg?’ Dit was al de tweede keer dat hij vroeg of dat ze weg moesten. Ik ging op een stoel aan de tafel bij hen zitten. ‘Wat heb ik nou gezegd?’ ‘We zouden eerst een rondleiding doen, daarna moeten we nog even praten over jullie toestand en wat we daar aan kunnen doen, want ik zou het leuk vinden als jullie hier voorlopig willen blijven, maar daar moeten we dan wel goede afspraken over maken. ‘Dus we hoeven echt niet weg?’ ‘Nee echt niet’, lachte ik, ‘Ik wil graag dat jullie hier blijven want dan kunnen we pas goed voor jullie zorgen’. ‘Gelukkig’ ,zei Benjamin met een diepe zucht. Hij stond op, en struikelend over zijn slippers viel hij om m’n nek. ‘Dankjewel Jelmer, dankjewel. Hij had zo’n lief blij koppie, ik kreeg zelfs een kus van hem, geweldig! We gingen staan en toen kreeg ik zelfs nog een dankbare dikke hug van allebei de knapen. En zelfs Maria ontkwam niet aan een beurt, ha ha. Ze zagen er al een heel stuk beter uit dan vanochtend toen ik ze voor het eerst ontmoette.
Tijdens de rondleiding door de villa vroeg ik Benjamin hoe hij mijn naam wist toen hij zijn ogen open deed in de lunchroom. Hij vertelde dat ze over ons gehoord hadden bij Burger King aan Fletcher Avenue, dat is niet eens zo heel ver hier vandaan. Een week geleden waren ze daar toevallig en hadden er Old Chap ontmoet. Old Chap is een bijna gepensioneerde werknemer van Tom, een superkerel van Afro Amerikaanse afkomst. Hij was uit zichzelf naar de jongens toegekomen, had ze te eten gegeven en heel lang met ze gepraat. Hij had ze verteld over de lunchroom en over ons. Als jullie graag hulp nodig hebben, had hij gezegd, ga daar dan naartoe en vraag maar naar Jelmer en Tom, die kunnen jullie helpen. Daarna hadden ze wel een week hier in de omgeving rondgezworven met de bedoeling om contact met ons te maken, wat vandaag dan eindelijk gelukt is. Inmiddels waren ze nog geen tien uur hier maar ik had het gevoel of dat ik ze al hun hele leven lang kende.
Ik wilde weten waar ze de nachten doorbrachten om te slapen en te rusten. Daar kwam maar een vaag antwoord op, maar ik begreep dat ze achter een verlaten zeecontainer in een oude stationwagon huisden onder een viaduct langs Nebraska Ave, ook al hier in de buurt. Uiteindelijk kwamen we in de serre uit waar Tom samen met zijn vader zich in het zweet aan het werken waren in de tuin. Dood blad opruimen, takken afknippen, bodem omhakken en water gieten. Het werd tijd dat we een tuinman in dienst namen, want dan heb je je vrije tijd in het weekend en dan ben je nog aan het werk. Ik riep Tom. Even wachten… Nog een keer roepen. En daar kwam hij tevoorschijn uit de jungletuin, grijnzend met een kruiwagen vol tuinafval, ‘Hey mannen!’ Riep hij lachend, ‘ik kom er aan hoor!’ Met zijn volle kruiwagen kwam hij over de brug heen gelopen. Hij glom helemaal van het zweet want hij had alleen maar een witte speedo aan en een zonnebril op. Geweldig, Hot hot hot!
Eigenlijk leek hij zo wel een beetje op George Michael uit de hit Tropicana, ha ha. Enig idee op wie ik lijk? Of beter, wie op mij lijkt… Nou? Nick Carter van de Backstreet Boys. Althans, dat was vroeger zo. Gelijkende gelaatstrekken, hetzelfde kapsel en ook muzikaal. Tegenwoordig is de gelijkenis behoorlijk aan het vervagen, hoewel ik min of meer dezelfde ben gebleven, maar dan wat ouder, trouwens, we zijn even oud. Maar wellicht is het een verhaal waard want ik ken het jongere broertje van Nick. Die knaap kennen jullie niet in Nederland, maar hij is hier geboren en getogen in Tampa, en we hebben hem destijds ontmoet in de Honey Pot. De Honey Pot is een gayclub die wel wat lijkt op “De It” in Amsterdam die daar vroeger was. Maar voor zover dit terzijde. Misschien later een verhaal daarover…
‘Tom, heb jij nu even tijd voor ons?’ We moeten even een babbeltje maken met onze gasten. ‘Ja natuurlijk’ ,zei Tom, eerst even in het water springen hoor, want ik stink. Hij zette de kruiwagen op de brug neer, deed de zonnebril in zijn speedo en dook in het water. Proestend kwam hij weer boven en met één zwaai van zijn hoofd gooide hij zijn natte haar achterover. Hij sprong uit het water, ‘waar gaan we zitten, hier?’ We haalden eerst wat colaatjes uit de cocktailbar en namen plaats in de zithoek. Ik nam het gesprek op met m’n smartphone en Tom nam het woord. ‘Jongens, vertel, wie zijn jullie, waar komen jullie vandaan, wat doen jullie, waar en wanneer zijn jullie geboren enzovoort, we willen alles over jullie weten. Het bleef even stil en ze zaten ons met grote ogen verlegen aan te kijken totdat Curtis zijn keel schraapte.
Het verhaal zou te lang worden om alles te vermelden wat we te horen kregen, maar ze kwamen uit een dorp uit de buurt van Orlando, en woonden in dezelfde straat tegenover elkaar. Al op jonge leeftijd waren de jongens vrienden en gingen dagelijks met elkaar om. Op piepjonge leeftijd van elf en twaalf jaar waren ze verliefd geworden en onafscheidelijk van elkaar. Totdat de eerste barsten opdoemden. Als gevolg van de crisis waren hun gezinnen verscheurd geraakt door geldgebrek en schulden maar ook door buitenechtelijke relaties. Ze waren beiden enigst kind en leden er heel erg onder. Ouders die uit elkaar gingen, werkeloosheid en hypotheken die niet meer opgebracht konden worden, huisuitzettingen. Het waren toen dingen die waren aan de orde van de dag. De jongens raakten er door van elkaar gescheiden. Curtis zijn vader werd vermoord en bleef alleen bij zijn moeder achter, maar zij was niet in staat om voor hem te zorgen en wilde dat ook eigenlijk helemaal niet. Curtis liep weg en zijn moeder verkaste naar Las Vegas waar ze paaldanseres is geworden in een nachtclub.
Curtis kwam in Orlando terecht waar hij vanuit de opvang werk vond bij Amazone. Bij Amazone verdiende hij net genoeg voor zichzelf en kon een kamer huren en voor zichzelf zorgen. Alleen miste hij Benjamin natuurlijk heel erg. Ze hadden al lange tijd niets meer van elkaar gehoord. Via internet hadden ze elkaar weer terug gevonden en afgesproken elkaar te ontmoeten. Dat gebeurde in een internetcafé in Orlando. Benjamin was toegewezen geweest aan zijn vader, maar die had andere dingen aan zijn hoofd dan voor hem te zorgen. Hij had een drankprobleem, had geen werk en liet het jochie aan zijn lot over. Totdat Benjamin op een dag ook verdwenen was. Hij was bij Curtis ingetrokken. Terwijl Curtis werkte sleet Benjamin zijn dagen met uitslapen, gamen en op straat rondhangen. En dat ging goed totdat Curtis bij Amazon ontslag kreeg. Binnen een maand stonden beide jongens letterlijk op straat en rolden daardoor van het éne in het andere probleem. Uiteindelijk kwamen ze bij jeugdzorg terecht die ze onder toezicht plaatste in de opvang, een soort weeshuis voor ontheemde kinderen.
In de opvang raakten ze in contact met mensen die ze er op aanstuurden om voor hen in de prostitutie te gaan om uiteindelijk toch een inkomen te hebben. Na verloop van tijd kregen ze zelfs een eigenaar, gewoon een pooier dus die hen exploiteerde en hun inkomen volledig in beslag nam. Ze leefden op straat en hadden een telefoon gekregen waarmee ze opdrachten kregen. Klanten ontvingen ze met een match op hun telefoon, waaruit bleek dat er voor hen betaald was. Eens in de week werden de jongens uitbetaald en kregen dan voor hun diensten honderd dollar uitbetaald. Van dat geld gebeurde het vaak dat ze er van beroofd werden en in elkaar geslagen.
Het verhaal werd de jongens te veel en nog voor ze er mee klaar waren braken ze in tranen uit. Vooral Benjamin was helemaal overstuur en ontroostbaar… O, zo zielig! Ze hoefden van mij niet meer verder te vertellen, mijn hart was in stukken gebroken en ik wist nu wel genoeg… We zijn gestopt met ze verder te ondervragen en ik besloot om met hun telefoon te wachten tot het weekend voorbij was. Dan zou ik er een team op zetten om alle gegevens en connecties uit te pluizen die er in zaten. De avond hebben we verder met z’n allen gezellig doorgebracht in de serre om de barbecue, gewoon om lekker tot rust te komen.
Rond middernacht lagen we al op bed. In huis was het muisstil en de volle maan scheen door het raam. Tom en ik lagen languit op bed met onze handen achter in de nek. We luisterden naar de intercom die stond aan en we gebruikten hem nu als babyphone. We hoorden de diepe ademhaling van de slapende jochies met af en toe een snikkend geluid. Dat was vast Benjamin die een nachtmerrie had. Met vochtige traanogen keken we elkaar aan. Ik fluisterde tegen Tom, ‘Tom, ik ben zo moe, mijn batterij is helemaal leeg'… Tom keek me ondeugend aan met glinsterende ogen in het maanlicht, en streek met een wijsvinger over mijn wang. ‘O ja?’ ‘Als je batterij leeg is dan moet je eigenlijk aan de laadpaal… toch?’
In één van de volgende delen over Tampa komt in een terugblik naar voren hoe de verhalen-reeks Jelmer en Tom afgelopen is. Door omstandigheden wijd ik daar geen deel 11 meer aan.
Wendy hield even een oogje op de twee jongens terwijl ik met Tom belde op zijn cellphone ; ’Tom, er zitten hier twee jongens die dringend onze hulp kunnen gebruiken, vraag jij aan Maria of ze snel even een gastenkamer in orde wil maken, de airco aanzetten en de badkamer in orde brengen?’. ‘Nu meteen?’ Vroeg Tom. ‘Ik ben er over tien minuten met die twee’, zei ik. ‘Komt in orde’ ,antwoordde Tom zonder verdere vragen. We hadden wel vaker met dit soort dingen te maken gehad.
Wendy tikte me aan. ‘Jelmer, die jongen zit op een cellphone te kijken’. Ik keek om en zag dat Curtis naar het ding in zijn hand zat te staren. Ik spoedde me terug naar het tafeltje waar ze zaten en ging weer op mijn hurken aan de zijkant zitten. ‘Heb je een berichtje gekregen?’ Hij knikte. ‘We moeten weer weg’ ,zei hij, ‘we hebben geen tijd’. Ik dacht even na… ‘Als je nu je cellphone aan mij geeft dan krijgen jullie van mij alle tijd die je nodig hebt om weer twee leuke mooie jongens te worden, en wij lossen dan al jullie problemen op, oké?’
Hij was even stil, en ik zag hem razendsnel nadenken, zijn ogen glinsterden terwijl we elkaar zwijgend aankeken. Ik lag mijn armen op het tafeltje en leunde afwachtend met mijn kin op mijn handen, ik glimlachte en gaf hem een knipoog. Hij keek nog es naar de cellphone in zijn hand en toen weer naar mij. Toen kreeg ik een glimlach van hem terug en reikte hij me het ding aan tussen zijn duim en wijsvinger. Ik stak het ding in m’n kontzak. Benjamin kreunde zacht en bewoog zijn hand die naast zijn hoofd op tafel lag. Hij deed zijn luikjes open en ik zag twee mooie lieve blauwe ogen me recht aankijken. Hij kende me niet eens, ik had hem volgens mij nog nooit eerder ergens gezien maar het eerste wat hij deed was een lieve glimlach op zijn fijne gezichtje toveren. ‘Dag meneer’ ‘zei hij, ‘bent u Jelmer?’. ‘Ja, dat ben ik’ ,zei ik met een glimlach. Hij liet een diepe zucht van verlichting horen.‘Ik ben Benjamin’ , zei hij. Hij was niet lekker geworden, had de tafel onder gespuugd en was in z’n eigen kots in slaap gevallen. Dat was vast niet van de alcohol.
‘Ga je met me mee naar binnen’ ,vroeg ik aan hem, ‘dan kunnen jullie lekker badderen, eten en dan lekker slapen?’ Hij richtte zich op en keek Curtis aan. Curtis knikte alleen maar naar hem en zijn ogen glinsterden weer. ‘Maar ik ben ziek meneer’ ,zei Benjamin. ‘Dan bel ik een dokter voor je die je komt onderzoeken en dan wordt je snel weer beter. ‘Oké, dat is goed’ zei hij alleen maar. Ik ging staan. ‘Gaan jullie mee?’ Ze stonden op. Ik riep nog naar Wendy dat ik er even niet zou zijn, daarna liepen we naar de uitgang.
Buiten was het al warm en het was best wel een eind lopen naar de villa. Na tien meter gelopen te hebben begon Benjamin al te wankelen en verschrikt ving Curtis hem op in zijn dunne armen. ‘Sorry hoor’ zei Benjamin, ‘ik ben een beetje dizzy’ ,en weer struikelde hij. Dat schoot niet op zo, dus ik pakte hem op en droeg hem in mijn armen. Hij sloeg zijn armen om mijn nek en lag zijn blonde koppie tegen mijn schouder. Je zou denken dat het een heel gewicht is om een halfwas puberboy zo ver in je armen te moeten dragen. Dat zou normaal wel het geval zijn, maar dit jochie weegt echt niks. Veel te licht voor zijn leeftijd.
We liepen vanaf de lunchroom over een paadje door de tuin heen naar de villa zodat we uiteindelijk achter op het terras uitkwamen. De buitenwand van de living was helemaal opengeschoven zodat we zo naar binnen konden lopen. Met een verlegen blik op zijn gezicht volgde Curtis mij en keek verwonderd om zich heen. ‘Wauw man, wat een mooi huis hier’ ,mompelde hij met grote ogen. Maria kwam ons al tegemoet vanuit de lobby. ‘Ik dacht dat je aan de voorkant binnen zou komen’ ,zei ze, ‘maar ik ben nog met de kamer bezig, de badkamer is al gereed, het is de kamer naast de jouwe’. Tom zijn moeder, Herma, kwam er ook al aan.
Tom zijn ouders waren al drie maanden hier op vakantie sinds zijn vader was gepensioneerd, en verbleven hier in het gastenverblijf waar ze helemaal zelfstandig los van de villa lekker hun eigen ding konden doen. ‘Och toch, wat een arme zieltjes, zal ik ze van je overnemen Jel?’ ‘Ja, dat is goed’ zei ik, en we liepen door naar de gastenkamer. Die kamer was net zo groot als onze master bedroom, alleen meer bedoeld voor gasten uiteraard, want er zat naast het kingsize bed ook een keukenblok in, een ruime zithoek met een entertainmentsystem een inloopkast en een grote badkamer met regendouche, en een jacuzzi.
We liepen achter in de living onder de linker trap door een deur heen en dan voor de lobby langs de gang in en de tweede deur links is een gastenkamer, naast de onze. Curtis was zo verlegen geworden van alle indrukken dat hij me aan m’n arm vast liep te houden en verwonderd om zich heen liep te kijken. ‘It’s amazing’, hoorde ik hem zacht tegen zichzelf zeggen. Ik moest er om lachen, ‘jullie zijn niks gewend’ zei ik hem terug. We kwamen in de kamer. Maria begon nog met wat opruimwerk en de minibar moest nog aangevuld worden. De airco draaide op volle toeren om de kamertemperatuur omlaag te brengen . Ik zette Benjamin weer op zijn pootjes die ook verwonderd om zich heen stond te kijken. ‘Het lijkt hier wel een duur hotel’ zei het jochie. ‘Dat is het ook’ zei ik lachend, ‘maar voor jullie is het vandaag gratis’.
Herma kneep haar opgetrokken neus dicht en wees naar het kontje van Benjamin. Ik moest er om lachen want hij had dus echt in z’n broek gepoept. Ik stelde de twee dames aan de jongens voor als hun nanny’s, en die gingen nu voor hen zorgen. Herma nam ze mee de badkamer in. Ik zei nog dat ik nu even weg ging en straks nog wel even om het hoekje zou komen kijken. De jongens ondergingen intussen een grondige inspectie met een uitgebreide was en poetsbeurt van de twee nanny’s.
Ik belde eerst met mijn huisarts, inmiddels een goede bekende van ons in het dichtstbijzijnde health center, of dat er iemand kon komen voor een spoedgeval. Ik wilde dat de jongens onderzocht zouden worden op ziektes of eventuele infecties. Ondertussen bracht ik ook Tom op de hoogte van wat er aan de hand was. Goed gehandeld vond Tom, alleen wel jammer dat het waterskiën vanmiddag in Tampa Bay waarschijnlijk niet door zou gaan. Nou ja, misschien morgen dan maar.
Ik had nog steeds de cellphone van Curtis in de kontzak van m’n sportbroekje zitten. Ik liet hem Tom zien. ‘Kijk, dit hadden ze bij zich, misschien verstandig als we hem straks even uitlezen, dan komen we vast wat meer te weten over de achtergrond van de jongens. Dat zouden we dan later op de dag doen. Ik lag het ding voorlopig maar in de kluis. Daarna ging ik terug naar Wendy om haar te helpen de lunchroom op te ruimen en schoon te maken. De laatste bezoekers waren al vertrokken en we moesten haast maken met een partij voedselpakketten klaar te maken. Het waren er nu maar vijftig, maar daar ben je toch zeker wel een uur mee bezig. Daarna de truck inladen en dan zijn we nog minstens anderhalf uur bezig met rondbrengen.
Toen we weer terug waren kreeg ik te horen dat Tom inmiddels ook kennis gemaakt had met de twee jongens. Ik keek even op hun kamer om het hoekje van de deur. De kamer was verduisterd en ze lagen dicht tegen elkaar aangekropen in diepe rust te slapen onder een lekker zacht dekbed. Ik was tevreden. Eerst nam ik een douche en kleedde me om want door alle werkzaamheden was ik behoorlijk bezweet en daarna zocht ik Tom op, die was in de serre bezig om de barbecue schoon te maken. De serre is niet zomaar een gewone serre maar meer een overkapt oerwoud. Een enorme glazen kas tegen de villa aangebouwd. Vanuit de oostvleugel kom je er binnen door de eetkamer en de bar. Je komt dan op een ovaal terras uit met de barbecue en een cocktailbar, daar omheen is een niervormig inpandig zwembad met een jacuzzi. Achter het zwembad is een ruim podium waar onze muziekinstrumenten opgesteld staan. Het podium is met het terras verbonden door middel van een gebogen brug. Om het geheel heen is een jungletuin met een vijver en een fontein aangelegd. Tom vertelde dat de medical support teruggebeld had en om 1500 u, voor de deur zou staan om de twee knapen te onderzoeken en er eventueel actie op te ondernemen. Maar eerst zouden we gaan lunchen met z’n vijven.
We kwamen in de bar van de dinner room bij elkaar. De dames hadden een mooie tafel opgediend met belegde broodjes, friet, salades, snacks en vruchten met lekkere sapjes en verse melk of koffie. Onder de maaltijd vertelde Herma met een brede glimlach dat ze in de veronderstelling verkeerde dat de twee jongens een stelletje zijn, gezien het feit hoe dat ze in de badkamer met elkaar om gingen. Ik kon met een big smile alleen maar bevestigen dat ik dat meteen al door had bij de eerste kennismaking al. Alleen had ik het vermoeden, gezien hun toestand dat het hier ging om gedwongen jongensprostitutie en dat valt juridisch gezien onder uitbuiting en mensenhandel. Maar dat moest nog blijken.
Misschien waren er ook nog wel drugs en drogering in het spel, gezien de toestand van de kleine Benjamin. In ieder geval was het zo dat eventuele veroorzakers van dit leed er met zekerheid op konden rekenen dat ik ze zou opjagen en achtervolgen, al was het tot aan de poorten van de hel. Mijn bloed kookte al bij de gedachte, en ik kon haast niet wachten om die cellphone uit te lezen. Beter was om daar maar even mee te wachten tot de jongens in een wat betere conditie waren, want ik wilde eerst hun verhaal horen en daarna pas de noodzakelijke stappen ondernemen.
We hadden knap lang zitten tafelen waardoor het uiteindelijk 1430 u. was, en over een half uur zou er al een arts komen. De jochies hadden inmiddels al bijna vijf uur liggen slapen en ik ging ze maar wakker maken. De nachtrust zou anders wel es verstoord kunnen raken en dat was niet de bedoeling. Ik loop naar de kamer waar de jongens liggen, doe de deur een stukje open en kijk door een kier naar binnen. Ze liggen nog steeds te snurken. Kan je nagaan hoe moe dat ze geweest moeten zijn. De temperatuur is gezakt van 30 naar 21 graden. Ideaal voor een slaapkamer, dan kruip je graag onder een lekker zacht dekbed.
Ik loop door naar binnen en links van het bed waar Curtis ligt ga ik op m’n hurken zitten. Ik pak hem bij z’n schouder en schud hem zachtjes waarbij ik zijn naam zeg. Curtis…. Curtis! Hij kreunt zacht, en ik noem zijn naam nog een keer. Curtis?
Zijn rechter arm komt tevoorschijn, zijn hand beweegt naar zijn voorhoofd en dan draait hij naar mij toe. ‘Hey kereltje, heb je lekker geslapen’ ,zeg ik. Er komt alleen maar een zacht grommend gekreun uit zijn mond en dan gaapt hij een keer heel diep. Dan kijkt hij me aan met kleine slaapoogjes, en zegt met een schorre zachte stem ‘zo goed heb ik in jaren niet meer geslapen’. ‘De dokter komt zo meteen’ zeg ik, ‘hij komt jullie onderzoeken, maak je Benjamin ook even wakker?’
Hij draait zijn hoofd en kijkt naar Benjamin die nog in diepe rust is, met zijn haar in de war en een duim in zijn mond. Dat viel me opeens wel op, want dat deed ik zelf ook nog toen ik zo oud was, ha ha. Curtis draaide zich om naar Benjamin en schudde hem ook zachtjes aan zijn schouder, tegelijk trok hij met een plop de duim bij hem uit zijn bekkie. ‘Hey Bennie, Bennie?’ ‘Wakker worden!’ Benjamin protesteerde met een zacht piepend geluid, en moeizaam gingen zijn oogjes uit de slaapstand. Hij kreunde weer zacht piepend en plotseling richtte hij zich geschrokken op op zijn ellebogen. Ik zag meteen dat het jochie in paniek was en verschrikt om zich heen begon te kijken en te roepen. ‘Hou hem vast’ commandeerde ik Curtis, hou hem vast!’
Meteen sloeg hij stevig een arm om Benjamin heen. ‘Het is goed Bennie, het is goed, we zijn hier veilig!’ Benjamin begon zacht te huilen en drukte zich strak tegen Curtis aan. Hij knuffelde Benjamin en toen werd het kind pas een beetje rustig. Het besef begon bij hem door te dringen waar hij was en wat zijn toestand nu was. ‘Ben, Benzji, weet je waar je ben’, vroeg Curtis. Benjamin knikte alleen maar en drukte zich stevig tegen Curtis aan. Op de bank van de zithoek had Tom zijn moeder al wat kleren en slippers voor de jongens klaargelegd. Ik zag dat het een paar nieuwe bermuda’s en T-shirts van mij waren die ik nog nooit had gedragen, ze kwamen zo uit de verpakking.
Ik zei tegen Curtis dat daar kleren voor hen lagen, dus ‘aankleden, en even opfrissen. Als straks de arts weer weg is dan mogen jullie gaan eten’. Curtis knikte alleen maar, gaf Benjamin zacht een kalmerende kus op zijn voorhoofd en hield hem stevig vast. Snel kwam Benjamin nu tot rust en begon om zich heen te lijken. Hij keek me aan en glimlachte verlegen. ‘Heb je lekker geslapen jochie’ ,vroeg ik aan hem. Hij knikte. Met grote ogen keek hij me aan. ‘Moeten we nu weg?’ Ik lachte, ‘nee joh, jullie moeten hier blijven want er komt zo een dokter bij je kijken’. ‘Als die klaar is moeten jullie eerst wat eten, daarna geef ik hier een rondleiding, en dan moeten we nodig even een poosje met elkaar praten. Ze luisteren aandachtig naar me, kijken elkaar aan en dan weer naar mij. Curtis knikte, ‘Is goed’ zij hij, ‘gaan we doen’.
Tien minuten later waren de jongens klaar en de arts was inmiddels gearriveerd. Het was John Weisbaum met een assistente. Hij is onze eigen arts die we al jaren kennen. Ik legde hem de situatie uit van vandaag, wat er aan de hand was en wat ik dacht wat de achtergrond was van dit verhaal. Hij was het beroepsmatig met me eens dat op dit moment de gezondheid van de twee knapen voorop stond. Ik bracht hem naar de jongens. Ze zaten op de rand van het bed tegen elkaar aan geduldig op ons te wachten. Ze kregen een hand en ze stelden zich voor. Het onderzoek duurde wel even waarbij ze ook een buisje bloed werd afgenomen voor het lab. Als afsluiting kregen ze nog een paar prikken, ééntje met vitamine D en een met antibiotica. Ik was wel benieuwd naar de eerste bevindingen. Hij vertelde het gewoon waar de jongens bij waren.
Volgens de check up waren ze blijkbaar gezond totdat eventueel testresultaat van het bloedonderzoek het tegendeel zou bewijzen. Ze waren niet alleen ondervoed maar hadden ook ondergewicht, oververmoeid en blijkbaar een lichte darminfectie als gevolg van te éénzijdig voedsel. Er waren godzijdank in ieder geval geen drugs in het spel. Ze hadden uiteraard tijd nodig om aan te sterken en uit te rusten en hij adviseerde verder nog een psycholoog te raadplegen die gespecialiseerd was in traumaverwerking. Hij wist zelfs iemand voor me op te schrijven die daar zeer goed in bleek te zijn. Het leek hem verstandig om ze de komende tijd twee keer per week te zien voor controle. Hij liet nog een antibioticakuurtje achter, voor beiden een week lang iedere dag een pil.
Ik leverde de jongens af bij Maria die een lichte maaltijd voor ze had gemaakt, krokante tosti’s, met warme minisnacks, banaantjes, druiven en lekkere proteïne shake’s. Ondertussen bracht ik John en zijn assistente naar de lobby. Hij was het eens met mijn idee dat het hier ging om een geval van ernstige verwaarlozing en misbruik, alleen in wat voor context daar kon hij niets over zeggen. Nadat ze waren vertrokken spoedde ik me weer terug naar de jongens die naast elkaar lekker zaten te smikkelen. Ik wachtte tot ze uit waren gegeten en kletste intussen wat met Maria, maar dan in het Spaans. ‘Ik denk dat die knapen heel veel aandacht, geduld en afleiding nodig hebben Jelmer, ze zijn naar mijn idee heel lang aan de normale maatschappij onttrokken geweest’. ‘Waarom denk je dat’ ,vroeg ik. ‘Dat is mijn moederinstinct’ , zei ze, ‘vraag maar aan je schoonmoeder’. ‘Maar’ ,zei ze, ‘jullie staan er niet alleen voor hoor, in dit geval ben ik dag en nacht voor jullie beschikbaar, dat weet je toch?’. Ik glimlachte, en gaf ze een kus op haar wang. ‘Het hangt er van af hoe lang ze hier blijven’, zei ik.
Ik richtte me weer op de twee jongens. Ze zaten onderuitgezakt uit te buiken met de hand voor hun mond om de boertjes tegen te houden. Benjamin ging meteen rechtop zitten en keek me weer onzeker aan met zijn grote blauwe ogen. ‘Moeten we nu weg?’ Dit was al de tweede keer dat hij vroeg of dat ze weg moesten. Ik ging op een stoel aan de tafel bij hen zitten. ‘Wat heb ik nou gezegd?’ ‘We zouden eerst een rondleiding doen, daarna moeten we nog even praten over jullie toestand en wat we daar aan kunnen doen, want ik zou het leuk vinden als jullie hier voorlopig willen blijven, maar daar moeten we dan wel goede afspraken over maken. ‘Dus we hoeven echt niet weg?’ ‘Nee echt niet’, lachte ik, ‘Ik wil graag dat jullie hier blijven want dan kunnen we pas goed voor jullie zorgen’. ‘Gelukkig’ ,zei Benjamin met een diepe zucht. Hij stond op, en struikelend over zijn slippers viel hij om m’n nek. ‘Dankjewel Jelmer, dankjewel. Hij had zo’n lief blij koppie, ik kreeg zelfs een kus van hem, geweldig! We gingen staan en toen kreeg ik zelfs nog een dankbare dikke hug van allebei de knapen. En zelfs Maria ontkwam niet aan een beurt, ha ha. Ze zagen er al een heel stuk beter uit dan vanochtend toen ik ze voor het eerst ontmoette.
Tijdens de rondleiding door de villa vroeg ik Benjamin hoe hij mijn naam wist toen hij zijn ogen open deed in de lunchroom. Hij vertelde dat ze over ons gehoord hadden bij Burger King aan Fletcher Avenue, dat is niet eens zo heel ver hier vandaan. Een week geleden waren ze daar toevallig en hadden er Old Chap ontmoet. Old Chap is een bijna gepensioneerde werknemer van Tom, een superkerel van Afro Amerikaanse afkomst. Hij was uit zichzelf naar de jongens toegekomen, had ze te eten gegeven en heel lang met ze gepraat. Hij had ze verteld over de lunchroom en over ons. Als jullie graag hulp nodig hebben, had hij gezegd, ga daar dan naartoe en vraag maar naar Jelmer en Tom, die kunnen jullie helpen. Daarna hadden ze wel een week hier in de omgeving rondgezworven met de bedoeling om contact met ons te maken, wat vandaag dan eindelijk gelukt is. Inmiddels waren ze nog geen tien uur hier maar ik had het gevoel of dat ik ze al hun hele leven lang kende.
Ik wilde weten waar ze de nachten doorbrachten om te slapen en te rusten. Daar kwam maar een vaag antwoord op, maar ik begreep dat ze achter een verlaten zeecontainer in een oude stationwagon huisden onder een viaduct langs Nebraska Ave, ook al hier in de buurt. Uiteindelijk kwamen we in de serre uit waar Tom samen met zijn vader zich in het zweet aan het werken waren in de tuin. Dood blad opruimen, takken afknippen, bodem omhakken en water gieten. Het werd tijd dat we een tuinman in dienst namen, want dan heb je je vrije tijd in het weekend en dan ben je nog aan het werk. Ik riep Tom. Even wachten… Nog een keer roepen. En daar kwam hij tevoorschijn uit de jungletuin, grijnzend met een kruiwagen vol tuinafval, ‘Hey mannen!’ Riep hij lachend, ‘ik kom er aan hoor!’ Met zijn volle kruiwagen kwam hij over de brug heen gelopen. Hij glom helemaal van het zweet want hij had alleen maar een witte speedo aan en een zonnebril op. Geweldig, Hot hot hot!
Eigenlijk leek hij zo wel een beetje op George Michael uit de hit Tropicana, ha ha. Enig idee op wie ik lijk? Of beter, wie op mij lijkt… Nou? Nick Carter van de Backstreet Boys. Althans, dat was vroeger zo. Gelijkende gelaatstrekken, hetzelfde kapsel en ook muzikaal. Tegenwoordig is de gelijkenis behoorlijk aan het vervagen, hoewel ik min of meer dezelfde ben gebleven, maar dan wat ouder, trouwens, we zijn even oud. Maar wellicht is het een verhaal waard want ik ken het jongere broertje van Nick. Die knaap kennen jullie niet in Nederland, maar hij is hier geboren en getogen in Tampa, en we hebben hem destijds ontmoet in de Honey Pot. De Honey Pot is een gayclub die wel wat lijkt op “De It” in Amsterdam die daar vroeger was. Maar voor zover dit terzijde. Misschien later een verhaal daarover…
‘Tom, heb jij nu even tijd voor ons?’ We moeten even een babbeltje maken met onze gasten. ‘Ja natuurlijk’ ,zei Tom, eerst even in het water springen hoor, want ik stink. Hij zette de kruiwagen op de brug neer, deed de zonnebril in zijn speedo en dook in het water. Proestend kwam hij weer boven en met één zwaai van zijn hoofd gooide hij zijn natte haar achterover. Hij sprong uit het water, ‘waar gaan we zitten, hier?’ We haalden eerst wat colaatjes uit de cocktailbar en namen plaats in de zithoek. Ik nam het gesprek op met m’n smartphone en Tom nam het woord. ‘Jongens, vertel, wie zijn jullie, waar komen jullie vandaan, wat doen jullie, waar en wanneer zijn jullie geboren enzovoort, we willen alles over jullie weten. Het bleef even stil en ze zaten ons met grote ogen verlegen aan te kijken totdat Curtis zijn keel schraapte.
Het verhaal zou te lang worden om alles te vermelden wat we te horen kregen, maar ze kwamen uit een dorp uit de buurt van Orlando, en woonden in dezelfde straat tegenover elkaar. Al op jonge leeftijd waren de jongens vrienden en gingen dagelijks met elkaar om. Op piepjonge leeftijd van elf en twaalf jaar waren ze verliefd geworden en onafscheidelijk van elkaar. Totdat de eerste barsten opdoemden. Als gevolg van de crisis waren hun gezinnen verscheurd geraakt door geldgebrek en schulden maar ook door buitenechtelijke relaties. Ze waren beiden enigst kind en leden er heel erg onder. Ouders die uit elkaar gingen, werkeloosheid en hypotheken die niet meer opgebracht konden worden, huisuitzettingen. Het waren toen dingen die waren aan de orde van de dag. De jongens raakten er door van elkaar gescheiden. Curtis zijn vader werd vermoord en bleef alleen bij zijn moeder achter, maar zij was niet in staat om voor hem te zorgen en wilde dat ook eigenlijk helemaal niet. Curtis liep weg en zijn moeder verkaste naar Las Vegas waar ze paaldanseres is geworden in een nachtclub.
Curtis kwam in Orlando terecht waar hij vanuit de opvang werk vond bij Amazone. Bij Amazone verdiende hij net genoeg voor zichzelf en kon een kamer huren en voor zichzelf zorgen. Alleen miste hij Benjamin natuurlijk heel erg. Ze hadden al lange tijd niets meer van elkaar gehoord. Via internet hadden ze elkaar weer terug gevonden en afgesproken elkaar te ontmoeten. Dat gebeurde in een internetcafé in Orlando. Benjamin was toegewezen geweest aan zijn vader, maar die had andere dingen aan zijn hoofd dan voor hem te zorgen. Hij had een drankprobleem, had geen werk en liet het jochie aan zijn lot over. Totdat Benjamin op een dag ook verdwenen was. Hij was bij Curtis ingetrokken. Terwijl Curtis werkte sleet Benjamin zijn dagen met uitslapen, gamen en op straat rondhangen. En dat ging goed totdat Curtis bij Amazon ontslag kreeg. Binnen een maand stonden beide jongens letterlijk op straat en rolden daardoor van het éne in het andere probleem. Uiteindelijk kwamen ze bij jeugdzorg terecht die ze onder toezicht plaatste in de opvang, een soort weeshuis voor ontheemde kinderen.
In de opvang raakten ze in contact met mensen die ze er op aanstuurden om voor hen in de prostitutie te gaan om uiteindelijk toch een inkomen te hebben. Na verloop van tijd kregen ze zelfs een eigenaar, gewoon een pooier dus die hen exploiteerde en hun inkomen volledig in beslag nam. Ze leefden op straat en hadden een telefoon gekregen waarmee ze opdrachten kregen. Klanten ontvingen ze met een match op hun telefoon, waaruit bleek dat er voor hen betaald was. Eens in de week werden de jongens uitbetaald en kregen dan voor hun diensten honderd dollar uitbetaald. Van dat geld gebeurde het vaak dat ze er van beroofd werden en in elkaar geslagen.
Het verhaal werd de jongens te veel en nog voor ze er mee klaar waren braken ze in tranen uit. Vooral Benjamin was helemaal overstuur en ontroostbaar… O, zo zielig! Ze hoefden van mij niet meer verder te vertellen, mijn hart was in stukken gebroken en ik wist nu wel genoeg… We zijn gestopt met ze verder te ondervragen en ik besloot om met hun telefoon te wachten tot het weekend voorbij was. Dan zou ik er een team op zetten om alle gegevens en connecties uit te pluizen die er in zaten. De avond hebben we verder met z’n allen gezellig doorgebracht in de serre om de barbecue, gewoon om lekker tot rust te komen.
Rond middernacht lagen we al op bed. In huis was het muisstil en de volle maan scheen door het raam. Tom en ik lagen languit op bed met onze handen achter in de nek. We luisterden naar de intercom die stond aan en we gebruikten hem nu als babyphone. We hoorden de diepe ademhaling van de slapende jochies met af en toe een snikkend geluid. Dat was vast Benjamin die een nachtmerrie had. Met vochtige traanogen keken we elkaar aan. Ik fluisterde tegen Tom, ‘Tom, ik ben zo moe, mijn batterij is helemaal leeg'… Tom keek me ondeugend aan met glinsterende ogen in het maanlicht, en streek met een wijsvinger over mijn wang. ‘O ja?’ ‘Als je batterij leeg is dan moet je eigenlijk aan de laadpaal… toch?’
In één van de volgende delen over Tampa komt in een terugblik naar voren hoe de verhalen-reeks Jelmer en Tom afgelopen is. Door omstandigheden wijd ik daar geen deel 11 meer aan.
Lees verder: Tampa Boys - 3
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10