Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 22-10-2016 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 11893
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 59 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Lesbienne, Neuken, Pijpen, Trio, Zussen,
Een half uur later komen er twee ambtenaren aan. Ze bellen keurig aan, en ze worden door Ester binnen gelaten en naar de kamer gebracht. Die zijn onaangenaam verrast als ze daar Henk en Hilde ook zien zitten.


‘Dit was niet afgesproken, mijnheer de Vries. Ik dacht dat we alleen met u en uw vriendin zouden zitten.’

‘Mijnheer en mevrouw Rouwendaal zijn hier op mijn verzoek, omdat zij beter de Zweedse taal beheersen dan ik en ook mijn taal spreken. Ze fungeren als mijn tolken en voorzien me desgewenst van raad. Bovendien heeft u ook niet aangekondigd, dat u met twee personen zou komen. Dus in dat opzicht staan we gelijk. Akkoord?’

De man heeft geen andere keus dan akkoord te gaan. Ze gaan zitten en Ada komt iedereen koffie en koekjes brengen. Roald grijnst. ‘Dat krijgen we nooit bij jullie op het gemeentehuis, mijnheer Gutström.’

De man moet lachen. ‘Daar moet ik u gelijk in geven. En de koffie is ook al beter. Ik geloof dat ik mijn baas eens moet vragen of we toch niet wat meer huisbezoeken mogen brengen. Maar nu even voor de goede orde, mijn collega is juist om die reden hier. Vanwege integriteitsredenen leggen we normaal geen bezoeken af, maar aangezien uw situatie, maken we daar een uitzondering op. En ik begrijp ook, dat u liever een tolk nodig hebt, en als dat personen zijn, die u goed kent en bovendien een gerespecteerde man en een respecteerde vrouw zijn, dat is dat ook acceptabel. Mijn collega Max Alfsen zal ook alles notuleren, met uw instemming natuurlijk.’

‘Dat klinkt zeer acceptabel.’

‘Nu, mijnheer de Vries, we hebben samen met de architect gekeken, en hij is van mening, dat de versteviging enkel door zeer ingrijpende maatregelen tot stand kan komen. Dat gaat u een hoop geld kosten. Ik weet niet of u daartoe bereidt bent. Kijk, hier zijn de tekeningen en ik heb aangegeven waar de aanpassingen moeten komen.’

Roald bekijkt de tekeningen en zegt: ‘Is die man nu werkelijk helemaal gek geworden? Ik ga toch geen balk onder het plafond plaatsen, terwijl die ook gemakkelijk tussen het plafond gezet kan worden? Dat zou alleen maar onnodige kosten opleveren.’

‘Hij ziet echt geen andere mogelijkheid, mijnheer. En wij zijn ook alleen maar bereid om onder die voorwaarden de benodigde bouwvergunning te leveren.’

‘Hmm, dat vind ik behoorlijk vreemd. Want ik heb de benodigde papieren al reeds in bezit, maar wat ik nog vreemder vind, is dat mijnheer Karlsson op een andere tekening wel aangeeft, dat dit mogelijk is. Hij heeft dit zelfs met berekeningen gestaafd en dat is ook al door jullie goedgekeurd.’

De man kijkt Roald aan, alsof hij water ziet branden. Roald gunt hem geen blik waardig en zegt tegen Ester: ‘Ester, wil je alsjeblieft even de papieren van Isabel halen? En neem ook die eigendomaktes even mee.’

Ester knikt liefjes en loopt weg. Er heerst een ijzige stilte in de kamer. Je hoort goed, hoe Ester met haar schoen over de houten planken loopt. Maar ze is gelukkig al snel terug. Ze overhandigt hem de papieren.

‘Alsjeblieft, schat. Verder nog iets nodig?’

‘Nee, dank je, liefje.’

Hij legt een map naast zich neer en pakt de andere map en haalt daar wat papieren uit. Dat zijn duidelijk officiële papieren en tekeningen.

‘Nu verklaart u mij dit eens, mijnheer Gutström. Als ik me niet vergis, zijn dat exact dezelfde handtekeningen van mijnheer Karlsson en van u. U heeft dit zelf goedgekeurd en er is geen verandering meer gekomen in de plannen. De plaats van de baden is hetzelfde en de grootte ook. Alleen het uiterlijk is veranderd en ook de manier van ondersteuning. Maar dat behoeft niet zo constructie als u me nu aanbiedt.’

‘Hoe komt u aan deze papieren?’

‘Dat doet er niet toe. Maar als u meent, dat deze papieren niet echt zijn, kunt u van mij rustig even gaan controleren of ze echt zijn. Maar ben er dan maar zeker van, dat u nog een hele harde dobber aan me krijgt.’

De man begint te zweten. Hij herinnert zich nog heel goed, dat hij deze papieren heeft ondertekend. Maar nu heeft hij zich in een netelige situatie gewerkt en hij weet niet hoe hij zich hier nu uit moet redden.

‘Ik kan me deze papieren nog wel herinneren, maar die waren niet voor u bedoeld.’

‘Is dat zo? Ik geloof niet dat er een naam staat op de onderschreven en gedeponeerde bouwvergunning. Er staat enkel het adres op, maar geen naam. En kijkt u maar, daar waar ik moet ondertekenen, daar heb ik keurig een handtekening gezet als eigenaar van dit huis.’

‘Maar ik heb deze papieren voor mevrouw Drosben gemaakt en niet voor u?’

‘Dus omdat Isabel het aan u gevraagd heeft, stelt u hele andere eisen aan de verbouwing dan aan mij? Dat lijkt me zeer verdacht, u meet met twee maten! Ik denk, als ik hierover een klacht in zou dienen, dat u een groot probleem heeft.’

De man kan geen kant meer op. Hij doet nog een laatste poging. ‘Maar u was nog geen eigenaar van het huis, toen mevrouw Drosben de aanvraag deed.’

‘Daar vergist u zich in. We hebben dit huis op 28 september gekocht en de aanvraag is op 29 september ingediend. Isabel had daartoe ook het recht, omdat ze nog steeds voor een klein deel eigenaar was van het huis. Na haar dood heb ik, als haar achterkleinzoon, het resterende deel van haar geërfd. Dus zegt u mij nu nog eens, waarom dit niet rechtsgeldig zou zijn?’

Henk kijkt met verbazing naar Roald. De manier, waarmee hij nu met de ambtenaar omgaat, staat in schril contrast met hoe hij Roald heeft leren kennen. Roald is nu een roofdier, die klaar staat om zijn prooi te verschalken. Hij hoeft alleen nog maar op de weerloze prooi te springen en hij heeft alles binnen. Maar Roald zal hem nog meer verbazen.

De ambtenaar is furieus. Hij is in een hoek gedreven, waar hij absoluut niet verwacht had terecht te komen. Woedend zegt hij dan: ‘Waarom houden we dan hier nog een bespreking? U verspilt mijn tijd. Maar denk niet, dat u bij een volgende aanvraag nog zo gemakkelijk er vanaf komt.’

Roald zegt kalm: ‘Mijnheer Alfsen? U notuleert de woorden van mijnheer Gutström toch ook? Anders zou zijn integriteit in beding zijn.’

De man trekt bleek weg. En noteert snel alles wat Gutström zegt, maar ook wat Roald zegt.

Roald zegt dan: ‘Dus we zijn nu klaar met de bouwvergunningen en ik kan dus beginnen?’

De ambtenaar trekt witheet weg en zegt: ‘Waarom vraagt u mij dat nog? U heeft toch alle papieren toch al!’

Roald glimlacht slechts.

‘Goed, dan kan ik meteen een ander punt ter discussie brengen en tevens een nieuwe aanvraag doen voor de bouw van een grote garage met opbergruimte.’

De ambtenaar kijkt hem verbijsterd aan.

‘Die gaat u dus never nooit niet krijgen, dat verzeker ik u.’

‘Zoals u wilt. Maar in dat geval sommeer ik u onmiddellijk op te houden met de landmetingen aan de weg Ridhuset. U heeft geen recht om daar landmetingen te doen of andere werkzaamheden. Die grond behoort niet aan u.’

De man kijkt Roald aan, alsof hij water ziet branden. ‘Wat heeft u daarmee te maken?’

‘Meer dan u denkt, mijnheer Gutström. Die grond is mijn eigendom. Zoals u misschien wel weet, behoorde die toe aan mevrouw Drosben. En ik heb die grond, samen met nog veel meer grond, geërfd van haar. Ik heb hier de eigendomaktes voor me liggen, voor het geval dat u nog twijfelt.’

‘Dus met andere woorden, als ik u geen bouwvergunning verleen, gaat u de ontwikkeling van dat gebied tegenhouden.’

‘Je zou ook kunnen zeggen, dat me de natuur aan het hart gaat. Ik wil daar helemaal geen industrie. Het is toeval, dat ik daar enkele dagen geleden moest zijn om iets te halen, anders had ik nooit geweten, dat u daar iets van plan was. Er staan daar zelfs al borden, dat daar een nieuw industrieterrein gaat komen.

Waarom is mevrouw Drosben nooit op de hoogte gehouden? Ik heb hier haar hele correspondentie met de gemeente, dus kom me niet aan, dat ze het geweten heeft. En als u me nu een lulverhaal gaat ophangen, dan kunt u erop rekenen, dat ik het tot de laatste letter ga napluizen. Dus het is nu heel eenvoudig. Ik wil voor 30 oktober een volledig rapport hebben, met de recente wijziging in het bestemmingsplan, de papieren, waarin toestemming is gegeven om hier te beginnen met een nieuw industrieterrein, en wie er allemaal verantwoordelijk is voor deze gang van zaken.

En geloof niet, dat ik zeer onredelijk ben, want ik had nu ook al direct een aanklacht kunnen indienen tegen de gemeente, wegens fraude en bedrog.

En aangezien u nu geen medewerking verleent, is dit gesprek ook beëindigd. Ada, kun jij de heren even uitlaten?’

De twee ambtenaren staat volledig met de mond vol tanden. Roald kijkt ze kil en ijskoud aan.

‘Ik wens u nog een prettige dag toe, heren!’

Volledig uit het veld geslagen volgen de twee mannen Ada, die ze de deur uit laat. Ze komt terug in de kamer, en het blijft stil tot de auto van de twee mannen wegrijdt.

Dan proest Roald het uit van het lachen. En daarop volgt de rest ook meteen.

‘Whahaha, wat een grap, Roald. Die gezichten! Kostelijk!’, roept Henk.

Roald heeft er duidelijk plezier in. Maar ze moeten eerst even bijkomen van het lachen.

‘Jezus, Roald! Wat kun jij een ijskoude kikker zijn! Dat had ik echt nooit achter je gezocht!’

‘Het is hun goed recht eens goed te zweten. Ik vind het jammer voor die andere man, maar mijnheer Gutström moest echt eens een lesje krijgen. Ik heb vanmorgen op internet een en ander opgezocht. Het regent klachten over die man. Echt niet meer normaal. Ik heb het Ester ook laten lezen, omdat ik sommige stukken niet begreep. Ik heb echt de indruk, dat zijn belangen met die van anderen verweven zijn. Dat is ook de reden, waarom ik ze nu flink heb laten schrikken.’

‘Meende je dat met dat industriegebied?’

‘Jazeker, dat meende ik heel erg!’

‘Maar daar wil ik het nieuwe pand voor mijn bedrijf neer laten zetten! Ik heb daar al handtekeningen voor gezet!’

‘Dat wist ik al, Henk. Het staat allemaal al netjes op de website van de gemeente. Maar maak je geen zorgen, ik ga dat industriegebied daar ook helemaal niet tegenhouden. Ik heb al met de burgemeester gebeld over deze zaak. Als mijnheer Gutström weer terug op het gemeentehuis komt, staat hem een onaangename verrassing te wachten. Ik zou er van staan te kijken, als we hem nog ooit aan de telefoon zouden krijgen.’

‘Dus ik was helemaal niet hier om voor tolk te spelen?’

‘Het lukte me beter, dan ik zelf verwacht had, Henk. Maar het was wel ontzettend handig, dat je hier was.’

‘Maar heb je dan ook werkelijk die grond geërfd van Isabel?’

‘Ja, hier de hele map zit vol met papieren daarvoor. En Isabel was zeer keurig met al haar correspondentie. Daar heeft Ada vanmorgen naar gezocht op haar kamer. Het lag keurig netjes opgeborgen en ik heb het bij deze map gevoegd, zodat ik weet waarover het allemaal gaat. Ik moet me er nog over inlezen, maar zover ik kan zien, is er nog nooit een verzoek gekomen om de betreffende grond te verkopen, laat staan dat er een bod is gedaan of zelfs een onteigeningsprocedure is opgestart. Ik ga nu hiervoor een advocaat inschakelen, die zich hiermee mag bezig houden.’

‘Dat lijkt me een goed idee. En ik denk dat ik mijn advocaat ook eens ga opbellen, hoe dit allemaal zit.’

‘Moet je zeker doen. Ik ga ook de bedrijven aanschrijven, die daar bouwen. Daar stinkt iets geweldig, en ik denk dat we daar nu een spil van hebben gevonden.’

‘Heb je dadelijk nog wel tijd om die stukken van mijn bedrijf nog door te lezen?’

‘Hier hoef ik geen hele dagen mee bezig te zijn, Henk. En zoals ik al zei, ik verveel me nu al te pletter. Ester, Ada en Ingrid doen hun best om mee te helpen met de verbouwing, en dat is al zwaar genoeg voor hun, nu ik niet meer kan meehelpen. Ik heb nog geluk, dat mijn ouders hier zijn en nog enkele weken kunnen blijven, om het werk buiten af te maken. En tussendoor moeten ze mij ook nog af en toe helpen. Maar ik kan niet van hun verlangen, dat ze de hele tijd bij me moeten blijven. Dus als ik zelf iets om handen heb, dan voel ik me stukken beter.’

Henk glimlacht. Na vandaag weet hij heel zeker, dat hij met Roald de juiste man in huis heeft gehaald om zijn zaak de goede richting op te krijgen. De manier, waarop hij die ambtenaren bespeelde, was werkelijk uitgekookt en goed doordacht. En dat heeft hij zelfs klaargekregen in een zeer korte tijd.

Ze praten nog wat door, als Roald een telefoontje van de gemeente krijgt. Het is de burgemeester.

Roald excuseert zich even bij Henk en Hilde, die dan ook meteen afscheid nemen.

Ester en Ada lopen ook de kamer uit en gaan zich omkleden, om weer te helpen bij de verbouwing.

Roald gaat verder met het gesprek.

‘Bedankt voor het wachten, mijnheer Turhalsted.’

‘Geen probleem mijnheer De Vries. Ik wilde u even laten weten, dat we met onmiddellijke ingang mijnheer Gutström op non-actief hebben gezet, zolang het onderzoek tegen hem loopt. U bent niet de enige met klachten over hem, maar u bent wel de eerste, die met zeer serieuze aanwijzingen komt, die duiden op belangenverstrengeling. We gaan dit ook bekend maken, in de hoop dat er dan ook meer klachten binnen komen, en ook meer aanwijzingen.’

‘Dank u voor de informatie. Maar als u wilt weten, wat de mensen over hem denken, zoekt u dan maar eens op internet zijn naam op. U zult versteld staan, hoeveel reacties je over die man zult vinden. Maar ik was gewoon degene, die een maatje te groot voor hem was. Niet meer of minder.’

‘Ik ben er net achter gekomen, dat hetzelfde ook gold voor twee inbrekers? Sorry, toen we vanmorgen met elkaar spraken, had ik de krant nog niet gelezen.’

‘Dat verhaal is nogal een beetje overdreven. Ik weet niet of u ooit een gebroken been heeft gehad, maar daarmee kan ik absoluut niet opstaan en even twee grote mannen neerslaan. Wel kon ik er eentje meteen knock-out slaan, omdat hij dichtbij me was. De andere heeft mijn vader tegen gehouden.’

‘Maar toch, dat zouden niet veel andere mensen gedaan hebben. Ik geloof niet, dat u gemakkelijk over zich laat lopen.’

‘Nee, maar ik heb wel erg veel geluk gehad. Voor hetzelfde geld had het ook veel erger af kunnen lopen! Ik ben normaal niet zo moeilijk, maar ik kan wel heel erg moeilijk doen, als ik meen dat me onrecht aangedaan wordt. Ik geloof dat mijnheer Gutström daar nu wel over mee kan praten.’

‘Dat geloof ik ook. In de gesprekken, die ik met u eerder had, kan ik het beeld niet vinden, dat hij me zojuist beschreef. En ook de informatie, die ik zo snel over u ingewonnen had, geven precies het beeld, dat ik van u heb.’

‘Dat probeer ik u ook duidelijk te maken. Maar even voor de goede orde, hoe gaat u nu dat plan voor dat industriegebied aanpakken?’

‘We moeten dat toch nog eens heel goed gaan bekijken en nakijken waar de fouten zijn ontstaan. Ik heb begrepen, dat u de nieuwe eigenaar van die grond bent?’

‘Ja, ik heb die grond van mevrouw Drosben geërfd. Ze was mijn overgrootmoeder.’

‘Wat zegt u? Ik dacht dat ze nooit kinderen heeft gehad?’

‘Dat heeft ze ook gedacht, tot voor enkele jaren. Toen is ze erachter gekomen, dat haar miskraam nooit echt een miskraam is geweest. Ze heeft ons een tijdje geleden gevonden, maar ze heeft zich niet aan ons bekend gemaakt. Ik denk dat ze niet goed wist, hoe ze na al die tijd het moest aanpakken. Dat vind ik ook niet zo gek, als je er na bijna 70 jaar achter komt, dat je een kind hebt.’

‘Hemel, dat lijkt me echt een verschrikkelijk verhaal! Maar u kunt dit bewijzen?’

‘Ja, ik heb een hele hoop papieren, die ze me nagelaten heeft. Het is, dat ik nu even minder mobiel ben, maar anders was ik nu al hard bezig geweest om een en ander recht te zetten.’

‘Dat begrijp ik. Dat moet voor u een hele schok zijn geweest. Wanneer heeft ze het u verteld?’

‘Ze heeft het me niet verteld, mijnheer Turhalsted. Ze was al dood, toen we erachter kwamen. Maar ze heeft me wel een boekje achter gelaten, waarin ze alles beschreven heeft. Dat is handgeschreven, dus ook moeilijk te weerleggen.’

‘Dan is het ook meteen duidelijk, met wie we straks zaken moeten doen, als we alsnog die grond willen aankopen. Bent u overigens wel bereid om die aan ons te verkopen?’

‘Mits de juiste prijs betaald wordt, is dat zeker bespreekbaar.’

‘O, want ik had van mijnheer Gutström en mijnheer Alfsen begrepen, dat u daartoe niet bereid was?’

‘Dat was meer om mijnheer Gutström een beetje schrik aan te jagen. Zou u zo goed willen zijn om mijn wel gemeende excuus willen aanbieden aan mijnheer Alfsen? Het was niet de bedoeling hem angst aan te jagen. Hij deed immers alleen maar zijn werk.’

‘Dat zal ik met plezier aan hem overbrengen en het bevestigt alleen nog maar eens, dat de indruk die ik van u had, nog steeds juist is. We spreken snel eens af om deze zaak af te ronden.’

‘Graag. Dan heb ik nog een vraag aan u. Bij wie moet ik nu een aanvraag plaatsen voor de bouw van een garage, nu mijnheer Gutström op non-actief gesteld is?’

‘Ik zal wel even contact met u laten opnemen, mijnheer de Vries.’

‘Dat is ook goed. Ik zal u niet langer van uw werk houden, want u zult het ongetwijfeld druk genoeg hebben.’

‘Dat heb je altijd wel met een baan als de mijne. Ik wens u een prettige dag toe en veel beterschap voor uw been!’

‘Dank u, en we spreken elkaar later!’

Roald legt de telefoon neer en legt de mappen naast zich neer op een tafeltje. De gesprekken hebben hem vermoeid. Normaal kan hij zoiets met gemak aan, maar door zijn been lijkt hij nu op een of andere manier eerder moe. Maar toch kan hij niet slapen. Hij vloekt een keer, en Ada, die net even binnen komt, hoort hem.

‘Is er iets, Roald?’

‘Nee, het is alleen dat ik nu amper wat kan. Dat frustreert me. Slapen kan ik ook al niet, daar ben ik te opgefokt voor. Die man heeft me echt kwaad gemaakt.’

Ada schrikt van zijn ogen en zijn gezicht. Normaal zien het er vriendelijk uit en staat er een lach op zijn gezicht. Maar nu heeft hij rimpels, en hij lijkt ook echt gefrustreerd. Dan herinnert ze zich de woorden van Isabel. Die had gezegd, dat zij en haar zussen Roald met seks moesten kalmeren, mocht hij ooit boos worden. Dan grijnst ze. Dat is wel iets, waar ze raad mee weet.

Maar ze twijfelt, want om nu hier zo in de woonkamer seks te hebben met Roald, dat gaat haar net te ver. Maar Roald maakt het haar gemakkelijk. Hij moet naar de wc.

‘Kun je me even helpen? Ik moet naar de wc. Kun je de rolstoel hier even langs zetten?’

Ada grijnst weer. Ze weet nu precies hoe ze Roald van zijn spanning af kan helpen. Ze pakt zijn rolstoel en zegt: ‘Een rolstoel voor mijnheer!’

Roald lacht. Met wat gestuntel krijgen ze het voor elkaar, dat Roald in de rolstoel zit. Ada rijdt hem naar de badkamer. Daar doet hij zijn behoefte en ze helpt hem met afvegen. Dat lukt hem niet helemaal alleen, maar doordat ze “per ongeluk” hem vastpakt bij zijn pik, begint die al snel op te zwellen.

Roald heeft al snel door, dat ze het expres doet, en zegt: ‘Kun je wel tegen een weerloze man, met een gebroken been?’

Ada lacht. ‘Zo weerloos ben je ook weer niet, Roald. Vraag dat maar eens aan die inbreker!’

Roald lacht. ‘Dat was wat anders! Jou zou ik nooit wat aan kunnen doen!’

‘Maar ik wel ben jou! Of ga je weer liever in bed liggen met een stijve pik?’

Roald kijkt haar maar even verbaasd aan en grijnst dan. ‘Jij bent een heel gemene, maar supergeile vrouw, weet je dat, Ada?’

Ada grijnst. ‘Als je dat maar weet!’

Ze duwt Roald achterover in zijn rolstoel en duikt dan tussen zijn benen. Ze neemt zijn eikel tussen haar lippen en begint hem hartstochtelijk te pijpen. Roald kan niets anders doen, dan te kreunen van genot.

Weerloos tegen haar goddelijke mond geniet hij van de geweldige pijpbeurt, die ze hem geeft. Met haar tong en haar lippen brengt ze hem in de zevende hemel. Roald komt, naar zijn mening, veel te snel klaar en spuit zijn zaad in haar keel, en Ada slobbert alles gulzig op.

Het was ook precies, wat Roald nodig had. Hij is zichtbaar ontspannen en ook de glimlach is weer terug op zijn gezicht.

Hij trekt Ada omhoog en geeft haar een zoen. Het interesseert hem niet, dat hij nu zijn eigen zaad proeft. Ada zoent hem terug. Ze kan nu al haar liefde voor deze man in deze zoen leggen. Sinds eergisteren weet ze het zeker, ze houdt van hem. Onvoorwaardelijk.

En vreemd genoeg vindt ze het niet eens erg, dat haar zussen van dezelfde man houden. Ester heeft al die tijd gelijk gehad, Roald is gewoon te veel man, voor een vrouw alleen. Hij heeft meer dan genoeg liefde en energie om van hun alle drie te kunnen houden. En Roald voelt die warme genegenheid van Ada. Voor Roald is dat het teken, dat ze er nu echt bij hoort. Ze is nu echt een van zijn drie vrouwen. En op de een of andere manier voelt zijn leven nu compleet.

Ze worden gestoord door Ingrid, die Ada zoekt en er achter kwam, dat Roald niet in zijn bed lag.

Lachend zegt ze: ‘We kunnen jullie ook geen moment alleen laten!’

Ada lacht en trekt haar naar zich toe.

‘Als jij de kans had gekregen, dat had je het ook gedaan, Ingrid.’

Ingrid lacht. ‘Die kans zit er wel in, Ada. En ik zie aan je, dat je nu ook verliefd op hem bent. Welkom in de club!’

Ze geeft Ada plotseling een zoen, die had dit niet verwacht. Maar Ada zoent haar net zo hard terug.

Roald kijkt met verbazing, maar raakt er wel opgewonden van. Zijn pik begint al weer te zwellen en hij neemt zijn pik nu maar zelf even in zijn hand.

Ingrid zakt opeens naar beneden en trekt de spijkerbroek van Ada uit. Ook haal slipje volgt, en met haar handen begint ze de schaamlippen van haar zus te strelen. Ada sluit haar ogen en geniet licht kreunend van het werk van haar zusje.

‘O, je bent al nat! Kom maar eens hier, daar weet ik wel raad mee!’

Ingrid steekt een vingers in het kutje van Ada en begint haar klitje te likken. Ada wordt gek van geiligheid en kreunt nu stukken harder.

Roald kijkt naar het geile spel, dat de twee zussen met elkaar hebben en begint zich af te trekken. Dat doet hem ook kreunen, maar de zussen horen hem niet eens. Die zijn te druk met elkaar bezig. Ingrid is druk bezig om Ada te likken en te vingeren en Ada verkeert in de zevende hemel. Schokkend komt ze klaar en Roald brengt zich zelf ook naar een hoogtepunt. Zijn zaad vliegt over de vloer. Ingrid hoort hem kreunen, en glimlacht.

‘Eigenlijk zou ik je dat zelf op moeten laten ruimen, Roald! Zonde, dat je je zaad verspilt!’

Roald lacht. ‘Ik zou je liever nu neuken, maar dat zit er even niet in, Ingrid. Dus moet ik me maar even zelf helpen. Maar je gaf wel een geile show weg!’

Ingrid lacht. ‘Als je het zelf maar lekker gevonden hebt, dan is het wel goed! Maar ik kwam eigenlijk Ada halen, ze moet me even helpen met het afplakken van de kozijnen. Die zijn nog nieuw en hoeven niet geschilderd te worden.’

‘Dat doet me eraan denken, dat ik de glaszetter nog een keer moet bellen, om nieuwe monteurs te sturen. En nu geen dieven.’

‘Ze hebben toch wel iets gedaan, Roald. De bovenste ramen zitten er nu weer allemaal in. Dat ziet er echt mooi uit! Je zou het eens moeten zien.’

Ada kijkt Ingrid aan. Dat kan toch ook, Ingrid! Hij zit nu toch in een rolstoel, dan kunnen we hem ook naar buiten duwen. Dan kan hij zien, hoe mooi het is geworden.’

‘Geen slecht idee, Ada. Maar dan moeten we hem wel even warm aantrekken, want het is toch wel fris buiten.’

Zo gezegd, zo gedaan. Ze pakken Roald in met dekens, zodat zijn onderlijf niet koud wordt en trekken hem een jas aan. Ze duwen hem naar buiten. Dat doet Roald goed. Weer even frisse lucht. Ze zetten hem onder een boom neer, zodat hij kan toekijken, hoe ze werken.

Dat bevalt hem best wel. Het is beter dan in bed zitten. Maar hij trekt ook de aandacht van voorbijgangers. Een van de voorbijgangers loopt de inrit op. Ze stelt zich voor als Suzanne Torfson. Ze is de buurvrouw, maar heeft zich nog niet aan Roald of de gezusters voorgesteld.

‘Aangenaam kennis te maken. Sorry, dat ik uw taal nog niet zo spreek, maar daar werk ik hard aan.’

‘Dat geeft niet. Ik kom zelf van Duitsland en heb ook alles moeten leren.’

Roald schakelt over in Duits, omdat hij dat veel beter kent. Suzanne is aangenaam verrast, dat ze nu in haar moedertaal kan praten. Ze is nieuwsgierig naar haar buren. Zelf is ze net terug van vakantie, ze zijn twee maanden bij haar ouders geweest in het zuiden van Duitsland en heeft helemaal niets meegekregen van de nieuwe bewoners. Haar man Jim is weer net aan het werk en zelf is ze net afgewerkt van haar eerste werkdag na de vakantie.

Suzanne vraagt Roald hoe hij zijn been in het gips heeft gekregen en ze krijgt het gehele verhaal te horen, inclusief de inbrekers. Suzanne is wel een vrouw met gevoel voor humor en Roald en Suzanne kunnen het goed met elkaar vinden. Suzanne is vol lof over de geslaagde renovatie. En ook de nieuwe ramen vinden haar goedkeuring. Ester komt ook even kennis maken met de vrouw, die nu al een tijdje met haar vriendje staat te praten.

Voor het eerst krijgt ze een beetje jaloers gevoel, maar op de een of andere manier weet ze, dat Roald niet met een andere vrouw zal aanpappen. Ester is toch opgelucht, dat de vrouw hun buurvrouw blijkt te zijn. Ze is tien jaar ouder dan Ester, maar ze liggen elkaar toch goed. Ester nodigt Suzanne uit, om even binnen te komen praten. Ze moet Roald weer naar binnen brengen, omdat hij anders koud kan vatten.

Roald zegt: ‘Je ziet het, je breekt een been en je hebt meteen al niets meer te zeggen!’

Suzanne lacht. ‘Ik geloof daar niets van. Volgens mij laat je je maar wat graag vertroetelen door je vriendin.’

Roald lacht. ‘Nou ja, zo erg is het nu ook weer niet. En bovendien zorgen ook Ingrid en Ada nog voor me, ik heb helemaal niets te klagen.’

‘Wie zijn dat? Zijn dat je zussen?’

‘Nee, dat zijn de zussen van Ester. Ze zijn een drieling. Ze wonen nu ook hier.’

‘O! Dan moet ik toch ook wel even kennis met ze maken!’

‘Ik moet toch even thee zetten, want ik begin dorst te krijgen. En daarna moet ik aan het eten gaan beginnen.’

‘Goed, dan blijf ik even. Maar niet te lang, want Jim zal zo wel thuis komen.’

Toevallig komt Roalds moeder eraan gelopen, en Roald roept haar.

‘Mam, kom even kennis maken met mijn buurvrouw.’

‘Dit is mijn moeder, ze heet Ineke De Vries.’

‘Ah, je ouders zijn ook hier?’

‘Ja, ze komen me helpen met de renovatie. Eigenlijk zouden ze overmorgen naar huis gaan, maar door mijn beenbreuk hebben ze dat wat uitgerekt.’

Zijn moeder stelt zich netjes voor. ‘Ineke de Vries, aangenaam!’

‘Suzanne Torfson. Leuk u te leren kennen.’

Ineke richt zich tot Ester en zegt: ‘Ester, ik wilde net thee gaan zetten.’

‘O, dat was ik ook al net van plan. Ik heb Suzanne even uitgenodigd, zodat we wat beter kennis met haar kunnen maken.’

‘Dat is een goed idee. Zal ik dan het eten klaarmaken? Het wordt wel Hollandse kost dan. Dat zouden jullie anders morgen gekregen hebben.’

‘Ik laat me graag verrassen, Ineke.’

Ze willen naar binnen lopen, als Suzanne een busje voorbij ziet rijden. ‘

‘Ow, dat is mijn man al. Ik denk, dat ik hem even ga halen, dan kan hij ook meteen even kennis maken.’

‘Dat is goed, dan zien we je zo?’

‘Ja, ik vind het wel leuk om even goed kennis te maken.’

Ze rent weg en Ester brengt Roald naar binnen. Ze helpt hem weer in bed en geeft hem een zoen.

Een paar minuten later komt Suzanne al weer terug met een man, hij zal net geen veertig zijn. Hij heeft een overal aan, waaruit blijkt, dat hij elektromonteur is. Hij stelt zich voor aan Ester en Roald als Jim Torfson.

Hij gaat zitten en opeens gaan alle lampen uit.

Ester zucht en zegt: ‘De waterkoker heeft weer een stop kapot gemaakt. Het wordt hoognodig tijd, dat we hier wat aan de stroom gaan doen, Roald!’

‘Je neef zou toch komen?’

‘Ja, maar die heeft het nu plotseling veel te druk!’

Jim zegt: ‘Ik wil best wel even naar die stop kijken. Misschien is er gewoon wat kleins mis. Dat komt soms ook nog wel voor.’

‘Als je dat wilt doen, graag!’

Ze wijst waar de stoppenkast is, en Jim gaat aan het werk. Hij bekijkt de vooroorlogse apparatuur en zegt: ‘Wow, zo oud heb ik ze nog niet zo vaak gezien! Dat is echt hoognodig aan vervanging toe!’

Ester zucht: ‘Ik weet het, maar mijn neef laat het afweten. Hij zou alles komen vervangen. We hebben alles al liggen, het moet alleen nog wel even gedaan worden.’

‘Wat hebben jullie dan al liggen? Want dit moet echt allemaal vervangen worden. Alle kabels, want die zijn echt veel te oud. Maar ook de stoppenkast. Ik zie dat de hoofdaansluiting wel goed is, dus dat hoeft niet. Maar de rest?’

‘We hebben het even hier in een kamer opgeslagen. We hadden namelijk dieven, die het op ons materiaal afgezien hadden. Maar Roald heeft daar een stokje voor gestoken.’

‘Ik heb daar iets van gehoord. Wanneer is dat gebeurd dan?”

‘Gisteren. Heb je de politieauto’s dan niet gezien?’

‘We zijn pas ’s avonds terug gekomen. Ik zag vanmorgen pas, dat hier het huis helemaal in de steigers stond! Ik wist zelfs nog niet, dat ik nieuwe buren had. Waar is Isabel eigenlijk heen gegaan?’

‘O, dat weet je dus nog niet? Isabel is vorige week begraven.’

‘Isabel is dood? Ach, wat erg! Hebben jullie toen dat huis gekocht?’

‘Nee, we hadden het al gekocht, voordat ze stierf. Maar nu heeft Roald het van haar geërfd, want een klein deel was nog steeds van haar.’

‘Waarom heeft ze dat aan hem gegeven? Dat begrijp ik even niet.’

‘We wisten het ook niet, maar Roald bleek haar achterkleinkind te zijn.’

‘Isabel had toch geen kinderen?’

‘Blijkbaar toch wel. Ik weet niet of je op de hoogte bent, dat ze ooit een miskraam zou gekregen hebben?’

‘Ja, dat heeft ze me verteld.’

‘Nou, dat was dus geen miskraam. Ze heeft een zoon gekregen en dat is de grootvader van Roald. Maar daar kwamen we pas achter, nadat ze dood was.’

‘Dus als ik het goed begrijp, heeft Roald het complete huis geërfd, omdat hij de achterkleinzoon is, waarvan niemand iets van wist?’

‘Ja, maar schijnbaar wist Isabel het dus wel. Maar ze heeft het nooit tegen iemand verteld.’

‘Dat verhaal moet je toch maar een andere keer vertellen. Ik wil nu eigenlijk wel eens zien, wat jullie allemaal aan materiaal hebben.’

Ester gaat hem voor en in een afgeladen volle kamer laat ze het elektro materiaal zien.

Jim is best onder de indruk. Maar niet alles is bruikbaar.

‘Die kabels zijn prima, zelfs van zeer goede kwaliteit. Maar die stopcontacten, die mogen niet. Die hebben geen Zweedse keur erop. En dat is niet toegestaan. Zonde van het geld!’

‘Roald heeft het als een grote partij gekocht. De steigers, het gereedschap en ook dit. Dus ik denk niet, dat het hem veel gekost heeft.’

Ze lopen weer terug en Jim zet een nieuwe stop in de stoppenkast. Meteen gaat het licht weer aan in de kamer. Ze lopen weer naar de kamer terug.

Jim zegt tegen Roald: ‘Je moet echt iets doen aan die bedrading. De mantels zijn nog uit stof, dat kan echt niet meer. Het is zelfs gevaarlijk.’

‘Het is ook de bedoeling, dat het allemaal vervangen gaat worden. Want er komt een nieuwe keuken, boven komen twee nieuwe badkamers en twee aparte toiletten, onder komt een slaapkamer met eigen badkamer. Dan kun je echt niet met zo’n oude kabels blijven zitten. Straks brandt het huis af, en dan is al het werk voor niets geweest.’

‘Ik heb net je materiaal bekeken. Ik zie dat je meer dan genoeg kabel hebt, van goede kwaliteit. Maar helaas voldoen de stopcontacten niet aan de voorschriften. Maar dat is niet het grote geld. En een nieuwe stoppenkast lijkt me ook een goed idee.’

Roald zegt: ‘Tja, de neef van Ester zou dat gaan doen, maar hij laat het de hele tijd afweten.’

‘Ik heb wel tijd voor een nieuwe klus. Ik zou je een leuke prijs kunnen geven. Een vriendenprijsje, omdat je onze nieuwe buurman bent.’

‘Nou, maak me dan maar eens een offerte.’

‘Dat wil ik best doen, maar je moet er dan wel rekening mee houden, dat er hier en daar wel wat gebroken moet worden.’

‘Daar ben ik me van bewust. Maar dat willen we toch weer in dezelfde staat herstellen. We hebben nu ook de benodigde vergunningen voor de verbouwing, en daarvoor moeten we toch al een hoop breken. Dan kan dat er ook wel bij.’

‘Dan zal ik vanavond eens gaan rekenen. Maar dan zou ik wel even alle kamers moeten zien, zodat ik weet hoeveel werk ik zal hebben.’

‘Ga je gang. Een van de drie zussen zal je best wel even willen rondleiden. Je mag uitkiezen.’

‘Drie?’

‘Ach ja, die hebben jullie nog niet ontmoet. Ester? Zou je Ada, Ingrid en mijn vader willen roepen? Ze hebben ook nog geen pauze gehad.’

Ester staat op. Even later komt ze terug met een grote kan Thee en Ineke heeft een schaal met lekkernijen bij.

Ineke stelt zich voor aan Jim en even later komen ook Ada en Ingrid binnen. Jim kijkt zijn ogen uit. Hij kijkt naar Ester en dan naar haar andere twee zussen. ‘Jullie zijn een drieling!’

Ada zegt: ‘Dat horen we nu nooit! Maar aangenaam kennis met je te maken! Ik ben Ada Henstavsen, zus van Ester en vriendin van Roald.’

Jim neemt met een verbaasde blik de hand aan van Ada. Hij kan nog net zijn naam zeggen.

Ada lacht, ze kent die reactie wel. Ingrid stelt zich dan ook voor.

‘Ingrid Henstavsen, zus van Ada en Ester en vriendin van Roald.’

Jim kijkt het drietal aan en zegt tegen Roald: ‘Hoe hou je ze eigenlijk uit elkaar? Ze hebben zich net voorgesteld, maar ik zou nu niet meer weten, welke naam bij wie hoort.’

Roald lacht. ‘Het is ook bijna niet mogelijk om ze uit elkaar te houden. En ik heb de luxe om drie vrouwen te krijgen, voor de prijs van een.’

‘Wat een geluksvogel ben jij! Pas maar op, dadelijk vergis je je nog wel eens wie je in bed hebt!’

‘Daar hoef ik me geen zorgen te maken, Jim. Daar hebben we heel goede afspraken over gemaakt, of niet, dames?’

Ester knikt bevestigend. ‘Precies zoals je het zegt, Roald. Ik zal het maar meteen duidelijk zeggen, we delen Roald met elkaar. Jullie zijn toch onze buren, en zullen het toch wel eens meekrijgen, dat je Roald met ons ziet vrijen.’

Suzanne en Jim kijken even verbijsterd. Dan schiet Jim in de lach. ‘Dat is ook een oplossing, Roald. Je neemt ze gewoon allemaal! Maar hoe ben je eigenlijk hier verzeild geraakt? Je spreekt geen Zweeds, hoewel, een paar woordjes wel. Maar die drie dames zijn wel degelijk Zweeds, al hoor ik, dat ze hier ook niet vandaan komen.’

‘Geloof het of niet, Jim, ik ken ze nog maar vrij kort. Ik ben eind Augustus op vakantie gegaan en nu zitten we half oktober. En ik heb ze ontmoet op de veerboot naar Zweden.’

Suzanne en Jim kijken met open mond.

Suzanne zegt: ‘Dat geloof ik niet, Roald. Het lijkt wel, alsof jullie elkaar al heel lang kennen!’

‘Het is toch echt zo! Maar ik begrijp wel, waarom je dat zou denken. Het is de manier, waarmee we met elkaar omgaan. Het is alsof we al alles van elkaar weten. En min of meer is dat ook zo.’

‘Nou ja, het is jullie keuze. Mij maakt het niet uit, al zullen ze hier in de buurt er wel een andere mening over hebben. Maar je zal het wel meemaken op het buurtfeest. Ik moet Harald nog even vragen, wanneer en waar het nu gehouden wordt, want dat zal wel binnenkort weer zijn.’

‘Dat kan ik je ook al vertellen, Jim. Wanneer, dat is 29 oktober en waar dat is gewoon hier in mijn tuin.’

‘O, je kent Harald dus ook al? Heeft hij je overgehaald om het hier te houden?’

‘Dat heb ik hem zelf aangeboden, Jim. Het leek me een goede gelegenheid om met iedereen kennis te maken.’

‘Dat doe je goed. Dus het wordt weer gehouden op de vertrouwde plaats.’

‘Ja, en als ik Henk moet geloven, kon het best wel eens druk worden.’

‘Henk? Henk Rouwendaal?’

‘Ja, dat is mijn baas. Maar ik ken hem nu ook wel zo al goed.’

‘O, op die manier. Ben je zo naar Zweden gekomen?’

‘Nee, maar ik heb hem ontmoet op de veerboot naar Zweden, net als Ester, Ingrid en Ada.’

‘Lijkt me een spannend verhaal. Dat moet je me toch echt eens vertellen.’

‘Dat kan, maar het duurt even en je gaat je oren niet geloven.’

Ester zegt tegen Roald: ‘Ik kan Ineke vragen, of ze wat meer klaar wil maken, dan kunnen ze blijven eten. Dan heb je ook tijd genoeg om ze het hele verhaal te vertellen.’

‘Dat is een goed idee, als Jim en Suzanne dat willen?’

Suzanne kijkt Jim aan, ze wil best dat verhaal eens horen. En Jim is net zo nieuwsgierig.

‘Als het niet te veel moeite is?’

‘Nee, dat valt wel mee. Maar dan ga ik Ineke nog vlug even meehelpen. Ze was net druk bezig met aardappelen schillen en ik zag ook wortelen. Geen idee wat ze klaar gaat maken, want ze heeft soms wel wat vreemde kost, maar wat altijd toch wel lekker smaakt.’

Johan zegt: ‘Dat lijkt op hutspot, lekker! Heeft ze ook spek?’

‘Ja, ik dacht het wel.’

Suzanne vraagt: ‘Wat is dat nu weer, hutspot?’

‘Dat is een gerecht met aardappelen en gekookte groenten. Dat wordt flink geprakt, zodat je een dikke oranje massa krijgt. Daar zitten dan ook nog uien door en gebakken spekjes. En daarnaast bakt ze meestal ook nog spek erbij. Het zal er voor jullie misschien vreemd uitzien, maar het is best lekker.’

‘Ik kan me er niets bij voorstellen, maar ik laat me graag verrassen. En met spek maak je Jim ook weer blij!’

Ester staat glimlachend op en zegt: ‘Dan zal ik Ineke maar even gaan helpen. Dan kan ik dat recept ook weer van haar leren. Ik wil namelijk zo veel mogelijk recepten van haar leren, zodat Roald toch nog regelmatig gerechten van thuis kan eten. Dat zal hem de heimwee besparen. Maar hij zal toch wel niets te kort komen, want hij gaat voor zijn werk nog regelmatig terug naar Nederland.’

Suzanne ziet en hoort de liefde van Ester in haar ogen en haar woorden. En ze merkt ook op, hoe Roald haar nakijkt. Maar ze ziet ook hoe Ingrid en Ada naar Roald kijken. Daar merkt ze ook iets op, dat op verliefdheid lijkt. Ze hebben wel gezegd, dat ze Roald delen, maar dit lijkt haar toch iets anders, dan het alleen seksueel delen van een man.

‘Zou ik iets intiems mogen vragen? Maar ik weet even niet, wie van jullie nu Ada of Ingrid is.’

Ada glimlacht. ‘Ik ben Ada. Maar vraag maar raak.’

‘Hoe zit dat nu eigenlijk tussen jullie en Roald. Jullie hebben wel gezegd, dat jullie hem delen, maar dat is niet alles, of wel?’

Ada glimlacht, maar ze kijkt wel even eerst Roald aan. Die glimlacht alleen maar. Het is goed om ze het te vertellen.

‘Dat heb je goed gezien. Eigenlijk is Roald het vriendje van Ester. Dat kun je ook wel zien, ze zijn duidelijk over hun oren verliefd op elkaar. Maar zoals je ziet, zijn we een eeneiige drieling en we hebben echt alles met elkaar gedeeld in ons leven, zelfs vriendjes.

Maar Roald is een andere klasse man. Je kunt hem niet vergelijken met de normale man. Zijn hart is groot genoeg om van ons alle drie te kunnen houden. En daarmee zijn we ook volwaardige vrouwen van hem. Al denk ik, dat Ester toch wel de meeste invloed op hem zal houden. Maar dat is ook wel goed zo. Zonder haar hadden we deze fantastische man niet gehad. En ik hoop echt, dat Roald later de vader mijn kinderen wordt.’

Suzanne en Jim kijken verbijsterd toe. Ze hadden zo’n open antwoord niet verwacht. Dit gaat toch wel even iets verder, dan soms het vriendje van je zus lenen.

‘Dus als ik het goed begrijp, zijn jullie allemaal verliefd om hem en hij op jullie?’

Ingrid antwoordt nu. ‘Ja, ik snap dat het misschien wat vreemd is, maar het is wel zo. Maar voor ons werkt het. En ik denk ook niet, dat het gekund had, als we geen drieling waren.’

Roald knikt. ‘Dat denk ik ook. Ik zie ze niet als drie aparte vrouwen, hoewel ze dat wel degelijk zijn. Maar voor mij vormen ze een geheel. En zeg nu zelf, je kunt ze toch amper uit elkaar houden, of wel?’

Jim moet lachen. ‘Ja, het is vreemd, maar als je het zo zegt, dan maakt het zin. Kun je ze wel uit elkaar houden?’

‘Ja, er zijn kleine punten, waarop je kunt zien, wie wie is. Maar daarnaast hebben ze ieder een eigen karakter. Ik begin ze steeds beter te kennen, en kan ze nu ook wel uit elkaar houden. Maar ze kunnen me echt ieder moment voor de gek houden, als ze zouden willen.’

‘Nou, ik kan alleen maar respect hebben voor een man, die er drie vrouwen op na houdt. Maar dat zal je wel een hoop energie kosten, om ze allemaal tevreden te houden.’

‘Dat valt wel mee, ik heb een goede conditie. Je zal me ’s morgens wel vaker tegen komen, als ik ga joggen. Maar nu natuurlijk even niet.’

Ingrid zegt: ‘O, een goede conditie heeft hij zeker. En zelfs zo goed, dat we onze conditie ook op peil moeten houden. Hij is nogal een mannetje.’

Dat doet de wenkbrauwen van Suzanne even fronsen. Haar indruk van Roald is toch goed geweest. Maar voor het eerst in haar leven heeft ze oog voor een man, anders dan Jim. Het geeft haar een raar gevoel, want ze wil trouw blijven aan Jim. Maar ze heeft nu wel plotseling behoefte aan intimiteit. Ze gaat maar iets dichterbij Jim zitten, om te proberen haar rare gevoel weg te krijgen.

Ingrid heeft die reactie van Suzanne opgemerkt, en haar bekruipt nu een gevoel van jaloezie. Maar ze vindt het prima, dat Suzanne wat verder weg gaat zitten van Roald. Maar het gevoel van jaloezie is nieuw voor haar. Ze heeft zich nog nooit eerder zo gevoeld, maar het verbaasd haar, dat ze hetzelfde gevoel niet had met Diana, waarvan ze al wist, dat ze als eens seks heeft gehad met Roald.

Het wordt even oncomfortabel stil, maar gelukkig doorbreekt Jim de stilte.

‘Kan iemand me dan even rondleiden, zodat ik kan zien wat voor werk er allemaal gedaan moet worden?’

‘Ik kan je wel even rondleiden, geen probleem’, zeg Ada. Ingrid is blij, als ze ziet, dat Suzanne met Jim en Ada mee gaat.

Het valt Roald ook op, dat Ingrid plotseling wat gereserveerder doet tegenover Suzanne. Als Jim en Suzanne weg zijn, zegt hij tegen Ingrid: ‘Wat was dat net met Suzanne?’

Ingrid staat in tweestrijd. Zal ze het hem vertellen of niet. Maar dan herinnert ze zich, dat ze afgesproken hebben geen geheimen te hebben.

‘Ach, het is eigenlijk te gek om over te praten. Ik voelde me een beetje jaloers en ik weet niet waarom.’

Roald lacht. ‘Je hoeft je echt geen zorgen te maken, dat ik je voor Suzanne verlaat. Ze is niet eens mijn type en bovendien heb ik mijn handen vol aan jullie.’

‘Dat weet ik, Roald, maar ik kon het niet helpen. Misschien komt het, doordat ze zo op jou reageerde. Je hebt een bepaalde invloed op vrouwen, Roald. Dat weet je misschien niet, maar het is echt zo. Het zorgde ervoor, dat ik me even heel ongemakkelijk voelde.’

Roald is blij, dat Ingrid zo eerlijk is. Hij weet dat het niet gemakkelijk voor haar is om dit toe te geven. Maar dit is wel waar ze over gesproken hebben. Ze moeten eerlijk naar elkaar toe zijn, om dit goed te laten werken.

Hij steekt zijn armen uit en wenkt Ingrid naar hem toe. ‘Kom eens hier, dat ik je even omhels.’

Het jaloerse gevoel van Ingrid vervliegt onmiddellijk, als Roald haar weer in zijn armen neemt. Maar ze kan het niet laten om hem te zeggen: ‘En durf ooit eens met een andere vrouw seks te hebben, anders dan ons! Je bent van ons!’

Roald lacht. ‘En Diana dan?’

Daar moet Ingrid toch even over denken. ‘Hmm, alleen als wij dan ook met Frank mogen spelen.’

Roald lacht. ‘Goed, dan is dat toch afgesproken?’

Daar moet Ingrid over lachen, dat dit zo gemakkelijk kan. ‘Diana en Frank zijn uitzonderingen, Roald. Ik begin Ester nu ook wel te begrijpen. Eerst zei ze, dat ze je niet wilde delen, maar daarna wel. En ik begin dat gevoel nu ook wel te krijgen. Ik kan je wel delen met mijn zussen, en eventueel ook met Diana. Maar van haar weet ik, dat ze niet verliefd op je is. Die is over haar oren verliefd op Frank en ze vormt ook geen bedreiging voor mij. Maar bij Suzanne heb ik dat gevoel niet.’

‘Ik begrijp je wel, Ingrid. En gek genoeg heb ik hetzelfde gevoel, als Jim naar je kijkt, of ook naar Ada of Ester. Maar ik weet gewoon, dat jullie niets met hem willen. En dat is genoeg voor mij. Zou je dat ook willen proberen? Ik wil gewoon een goede relatie met mijn buren, dat is alles.’

Ingrid knikt. Haar was de reactie van Roald ook al opgevallen. Maar nu ze het van hem zelf hoort, vult het haar hart met warme liefde. Ze kan de verleiding niet weerstaan om hem een zoen te geven.

En Roald heeft er geen moeite mee, om haar zoen te beantwoorden.

Ze hebben niets in de gaten, als Ada met Jim en Suzanne al weer terug is gekomen. Ada lacht en zegt: ‘Dat krijg je, als je Roald met nog twee zussen moet delen. Kijk er maar niet vreemd van op, want het zal nog wel eens vaker gebeuren.’

Roald verbreekt met tegenzin de kus met Ingrid.

‘Ow, sorry. We wisten niet, dat jullie al zo snel terug zouden komen.’

‘Ach, geen probleem. Je moet je liefde voor elkaar ook niet onder stoelen of banken steken. Je mag best trots zijn op je vriendin, of beter gezegd, je vriendinnen.’

Roald glimlacht. Jim en Suzanne gaan weer zitten.

Roald zegt tegen Jim: ‘Ik denk, dat ik jullie even wat duidelijk moet maken, wat betreft mijn verhouding met mijn drie vrouwen. Het klinkt misschien wel vreemd, maar ik ben monogaam en zij zijn dat ook. Ik wil namelijk niet de indruk wekken, dat ik met iedere vrouw, die ik tegenkom, in bed wil duiken, omdat ik toevallig drie vrouwen heb. Daar heb ik niet bewust voor gekozen, het is gewoon gebeurd. Gewoon even voor de goede orde.’

Tot hun verrassing zegt Jim: ‘Bedankt dat je dit zegt, Roald. Want ik zag Suzanne op je reageren. Dat heeft ze niet snel, en dat maakte me wel een tikkeltje jaloers. Ik denk, doordat ik dit nu weet, dat het ons wel nu lukt om een normale burenrelatie met elkaar te hebben.’

Suzanne voelt zich nu ook weer opgelucht. Ze voelt zich gestreeld, dat haar man openlijk toegeeft, dat hij iets jaloers was, maar is ook blij met de bekentenis van Roald, dat hij monogaam is. Het geeft haar de mogelijkheid haar gevoelens weer in orde te krijgen.

En daardoor is plotseling de kou mee uit de lucht. Ingrid kan weer hartelijk met Suzanne praten, net als Roald met Jim. Die hebben het vooral over de werkzaamheden, en wat er allemaal gedaan moet worden.

Jim schets uit zijn hoofd, wat hij denkt aan tijd nodig te hebben en ook het materiaal. Zo kan hij een globale prijs geven aan Roald. Dat is behoorlijk interessant, en Roald vraagt hem dan om een en ander op papier te zetten. En daar is Jim blij mee, want dat zou een grote opdracht voor hem betekenen. En Roald is er ook blij mee, want mochten er ooit problemen zijn, dan zal de reparatie nooit echt lang duren.

Ester komt weer terug. Ze heeft van de korte spanningen niets meegekregen en komt vertellen, dat het eten bijna klaar is. Ze vraagt aan Roald of hij liever in bed wil eten, of dat hij in de rolstoel gaat zitten.

Roald geeft de voorkeur om in de rolstoel te gaan zitten. Maar bij gebrek aan beter heeft hij slechts een korte broek aan, omdat die als enige om het gips paste. Als Jim hem helpt, ziet Suzanne, dat hij eigenlijk niets passends heeft om mee in het openbaar te komen. Ze biedt spontaan haar hulp aan.

‘Als je wilt, dan kan ik wel even wat broeken aanpassen, zodat je toch kleren aan kunt? Ik werk in een kledingwinkel, waar we ook kleding aanpassen aan de wensen van de klanten.’

Roald kijkt haar verbaasd aan. ‘Dat zou ideaal zijn. Want eigenlijk heb ik zoiets wel nodig. Overmorgen zouden we eigenlijk naar Stockholm gaan voor een uitstapje. Ik zou wel in de rolstoel meekunnen, maar ik heb helemaal niets om aan te trekken.’

‘Ik zou morgen wel wat voor je kunnen maken, maar dan moet ik wel even de maten opnemen. Ik zou een broek kunnen maken met een rits, zodat je been gewoon bedekt is met stof, en het niet zo erg opvalt.’

Ester vraagt bezorgd: ‘Roald, zou je dat wel gewoon door laten gaan?’

Roald kijkt haar aan en zegt: ‘Ik heb nog een verrassing voor iedereen geregeld, waar ik best wel veel moeite voor heb gedaan. Dat kan ik eigenlijk niet afzeggen. Misschien dat het me ietsjes pijn zal doen, maar het kan ook best meevallen. Ik heb het er in ieder geval wel voor over.’

‘Dan bel ik toch even met de dokter, of het geen probleem is. Je gaat je gezondheid niet vergooien door een uitstapje, Roald!’

‘Doe maar, ik begrijp je wel. En geloof me, ik wil niets liever, dan weer zo snel mogelijk rondrennen en doorgaan met de verbouwing!’

Ester glimlacht. Ze pakt haar telefoon en loopt even naar een andere ruimte. Even later komt ze terug. ‘De dokter vond het geen probleem, zolang je je been maar omhoog houdt. Maar dan moeten we morgen wel even terug naar de dokter, voor ander gips. Je krijgt dan ook krukken, zodat je kunt lopen. Maar zoals ik van de dokter begreep, is het beter als je nog zo min mogelijk loopt.’

‘Dat klinkt al veel beter, Ester. Want dan zou ons uitstapje en mijn verrassing gewoon door kunnen gaan!’

‘Dat dacht ik al, dus ik heb al meteen een afspraak gemaakt voor morgenvroeg.’

Suzanne zegt dan: ‘Kom dan even langs bij mij in de winkel, dan kan ik meteen de broek op maat maken. Ik heb zoiets al eens eerder gedaan, en het duurt niet eens zo heel lang. Je ziet er dan ook vrij weinig van als het klaar is.’

‘Goed, maar dan moet je me nog wel even zeggen, waar je werkt.’

De vrouwen wisselen de adressen uit en daarmee is weer een probleem opgelost. Ineke roept dan voor het eten, en iedereen vertrekt dan naar de keuken, waar een lange tafel met borden staat. Er staan twee dampende ketels op tafel, en twee grote pannen met spek.

Ineke grijnst en zegt: ‘Ik had maar net genoeg spek voor iedereen. Maar het zal ook wel genoeg zijn!’

Ze gaan aan tafel zitten en Roald wordt op de kop van de tafel neergezet. Ester gaat naast hem zitten. Tegenover Roald kan even niemand zitten, omdat daar zijn been steekt.

De stemming aan tafel is goed. Men kijkt wel even verbaasd naar de geel-oranje brei, die hun opgeschept wordt en men moet ook wel even lachen, als ze het proberen. Maar het smaakt goed en Jim geeft zelfs een compliment aan Ineke, die het glunderend in ontvangst neemt. Het smaakt zelfs zo goed, dat ze voor een tweede ronde vragen. Ineke heeft meer dan genoeg klaar gemaakt. Ze kent haar zoon, en die is gewoon dol op hutspot. Maar iedereen schijnt het wel goed te smaken.

Suzanne zegt: ‘Zou het te veel gevraagd zijn, als ik u om dit recept vraag?’

Ineke lacht. ‘Geen probleem. Het is niet zo heel moeilijk om dit te maken en het is heel zeker geen geheim.’

Na het eten blijven ze nog even napraten aan tafel, maar Jim en Suzanne moeten dan toch echt naar huis. Ze moeten nog spullen opbergen van hun vakantie en koffers uitpakken. Daar hebben ze nog geen tijd voor gehad. Ze nemen afscheid en verdwijnen dan door de deur.

Ineke zegt: ‘Je hebt aardige buren, Roald. En als die Jim ook nog eens die bedrading kan vervangen, dan schiet je verbouwing ook al een stuk beter op.’

‘Dat was ik me ook al aan het bedenken. Als ik moet wachten op die neef van Ester, dan krijg ik problemen met de planning.’
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...