Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 05-01-2017 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 12126
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 54 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
De volgende morgen laat iedereen de dag rustig beginnen. Roald lijkt zelfs weer helemaal de oude, en dat hebben de drie zussen afgelopen nacht kunnen merken. Ze hebben een flinke beurt gekregen van Roald, die al een aantal nachten zonder seks heeft moeten doorbrengen.

Maar ook Björn en Anna zijn eigenlijk nog steeds wat moe. Ze liggen op een ligstoel lekker te luieren in de zon. Een winterlijk zonnetje verwarmt de overkapping van het zwembad waar het zestal in vertoeft. Roald ligt met Ester heerlijk te luieren en te genieten van het warme, bubbelende water, terwijl Ada en Ingrid op een ligstoel liggen. Onder de overkapping is het lekker warm, en dat maakt iedereen loom. Ada praat met haar moeder.

‘En mam? Hebben onze tips succes gehad?’

Anna lacht. ‘Ja, ik kan schijnbaar nog heel erg veel van jullie leren!’

Ada lacht. ‘Je moest eens weten, mam!’

‘Hou op, ik wil het allemaal niet weten! Dit was me al spannend genoeg, al moet ik toegeven, dat het erg leuk was om te doen!’

Ze moeten allebei lachen. Anna zegt: ‘Maar jullie zien er ook nog best moe uit!’

Ada antwoordt: ‘Dat komt door Roald. Schijnbaar heeft hij alweer meer dan genoeg rust gehad. Ik meende dat ik nu wel alles met hem had meegemaakt, maar daar hebben we ons heel erg in vergist. Niet dat ik me beklaag, maar nu doen me toch best wel wat spieren pijn!’

Anna lacht hard en roept naar Roald: ‘Zeg, Roald, doe je wel voorzichtig met mijn meisjes?’

Ze ziet Roald lachen. ‘Hoezo, Anna? Klagen ze dan?’

‘Nou, klagen, nee dat net niet. Maar Ada klaagt wel over spierpijn!’

‘Dan moet ze maar meedoen met der sporttrainingen. Je hoort Ingrid en Ester helemaal niet klagen…’

Anna lacht hard. Ada kijkt echter zuur. ‘Ja ja, Roald! Zo kan hij wel weer! Wrijf het er maar weer lekker in!’

Ingrid bemoeit zich er ook mee en zegt: ‘Nou ja, Ada. Roald heeft wel gelijk. Je doet bijna niets meer aan sport.’

‘Ja, de afgelopen weken heb ik er niets meer aan gedaan, omdat mijnheer daar me zoveel werk geeft.’

‘Dat kan kloppen, maar het was wel de bedoeling, dat je Mimie ook dat werk zou laten doen. Ik hoor dat ook wel van Roald, dat je al dat werk naar je toe trekt!’

Ada is nu een beetje gepikeerd, omdat ze het niet kan ontkennen. Ze weet dat is niet goed is, wat ze deed. Ze probeert het naar een ander onderwerp te brengen en opeens schiet haar iets te binnen. ‘Ingrid, hebben we Roald al laten zien, wat we voor komend weekend gekocht hebben?’

Ingrid kijkt verrast op en zegt: ‘Nee, dat zijn we helemaal vergeten! Die tas ligt nog in de auto! Wacht, ik ga het wel even halen!’

Ester hoort dat en zegt tegen Roald: ‘Misschien moeten we toch maar even uit het water komen. We hebben nog een verrassing voor jou!’

Roald begint nieuwsgierig te worden en staat onmiddellijk op. Even later komt Ingrid terug en ze zegt: ‘Brr, wat is het hier buiten koud! Ik blijf vandaag lekker binnen!’

Roald lacht. ‘Geniet er nog maar van, Ingrid. In de schaatshal is het koud en als ik Alfred goed begrepen heb, gaan we zelfs twee dagen. Zaterdag en zondag.’

‘In dat geval is het maar goed, dat we wat voor je gekocht hebben!’

Ze haalt uit een tas een blauwe gebreide trui met een geel kruis.

‘Zo, die is voor jou!’

Roald pakt de trui aan en spreidt de trui uit. Hij moet lachen. ‘Dat is een Zweedse trui! En die moet ik zeker morgen aantrekken?’

Het drietal lacht. ‘Ja, natuurlijk! Maar als tegenprestatie trekken wij dan oranje truien aan. Kijk, dit zijn die van ons!’

Roald lacht. ‘Goed, dat wil ik wel doen.’

Ester zegt: ‘En om je niet te hard laten te lijden, mag je nog wel een oranje sjaal omdoen en een oranje muts!’

Roald trekt zijn nieuwe trui onmiddellijk aan, en doet ook de sjaal om en zijn muts op. Het ziet er komisch uit, want verder heeft Roald alleen nog zijn zwembroek aan.

Daar moeten de drie dames hartelijk om lachen en ook Björn en Anna kunnen een grinnik niet onderdrukken.

Roald zegt: ‘En nu moeten jullie je trui ook aantrekken, ik wil weten hoe dat jullie dat staat.’

‘Dat kan, maar dan moeten we ook even terug naar onze slaapkamers, Roald. We hebben daar nog wat andere accessoires bij, die er ook bij horen!’

Giechelend lopen de drie zussen weg en Roald zegt: ‘Het zal me benieuwen wat ze nu weer bekokstoofd hebben!’

Anna zegt: ‘Geloof me, dit ga je heel erg leuk vinden. Ik vond het in ieder geval heel erg leuk!’

Even later komen de drie zussen terug. Ze hebben een lange jas aan getrokken, maar ze hebben ook al leuke oranje mutsen op, met een geel-blauwe sjaal.

Ze gaan naast elkaar staan en doen gelijktijdig hun jas open.

Roald kijkt goed en moet dan hard lachen.

‘Haha, waanzinnig! Wat leuk!’

De drie zussen hebben ieder een lang oranje trui aan, ieder met een tekst.

Op de trui van Ester staat: ‘Zwanger’, op de trui van Ingrid staat: ‘Door’ en op de trui van Ada staat: ‘Roald’

‘Hoe komen jullie in godsnaam aan zoiets?’

‘We hadden een winkeltje gevonden, die zoiets maakt. Maar heb je ook achterop je eigen trui al gekeken?’

Roald trekt zijn trui uit en moet dan heel hard lachen. Hij komt bijna niet bij van het lachen. Er staat: ‘En ik ben Roald!’

Met tranen in zijn ogen van het lachen zegt hij: ‘Oh, dit ga ik echt absoluut aantrekken, meiden! Werkelijk, dit vind ik nu heel erg leuk!’

De drie dames glunderen van trots, dat Roald hun grap wel waardeert. Ze zien hoe Roald de trui weer aantrekt, en hij moet al weer lachen. Björn moet ook lachen. Maar als Ingrid opeens nog twee truien uit de tas pakt, zijn ze sprakeloos.

Zowel Björn als Anna zijn sprakeloos. Ingrid zegt tegen haar moeder: ‘Dat wist je niet, he? Die hadden we stiekem ook nog besteld, speciaal voor jullie. Als herinnering aan deze vakantie.’

Geroerd door hun geste nemen ze hun truien aan. En ze moeten lachen als ze het opschrift lezen. In het Zweeds staat er: ‘Trotse ouders van drie mooie meiden!’. Maar de truien zijn oranje aan de bovenkant, en blauw met geel aan de onderkant. Op de achterkant staat: ‘Trotse schoonouders van Roald.’

Dat vind Roald ook heel erg leuk en zegt: ‘Wacht, dan maak ik wat foto’s! Hier moeten we foto’s van maken!’

Even later poseren ze allemaal voor de camera en Roald bedankt zijn drie vrouwen voor het leuke cadeau. Ook Björn en Anna bedanken hun dochters. Ze zijn echt aangenaam verrast door dit cadeau.

Roald zegt: ‘Ik denk dat we de laatste dag van de vakantie van jullie ouders en mijn schoonouders vanavond even passend moeten gaan vieren. Morgen zijn we weg en dan zien we hun niet meer, voordat ik jarig ben.’

Daar stemt iedereen mee in. Roald zegt: ‘Dan weet ik wel de geschikte plek om naar toe te gaan.’

Roald pakt zijn telefoon en belt iemand op.

‘Hoi Roald! Leuk dat je belt! Wanneer kom je nu eens voorbij met je drie vrouwen?’

‘Hey Frans! Daar belde ik je net voor. Zou je vanavond nog iets vrij hebben?’

‘Oei, dan moet ik vlug even kijken. Het is nogal druk. Een klein momentje, dan kijk ik even.’

Het duurt even, maar dan hoort Roald: ‘Ja, ik heb nog een tafel vrij. Hoeveel personen?’

‘Heb je een grote tafel voor acht personen vrij?’

‘Dan moet ik wel even schuiven met de tafels, maar voor jou maak ik ruimte. Zo rond half negen, schikt dat?’

‘Dat moet wel lukken. Maar ik wil geen kaart, ik laat me helemaal door jou verrassen.’

‘Dus je gaat mijn uitdaging een keer aan? Fantastisch man! Ik beloof je, dat je niet teleurgesteld wordt. En ik hoorde van Guido, dat je dames zwanger zijn, dus daar zal ik ook wel rekening mee houden.’

‘Ik had je gemist op het feest, Frans!’

‘Je kent me, ik heb het altijd druk! Maar ik beloof je, dat ik komende zomer, samen met mijn zus bij je langs kom. Aangemoedigd door de verhalen van Guido en Mark hebben we samen besloten om een vakantie in Zweden te boeken. En als ik de kaart mag geloven, hebben we een huisje vlak bij je in de buurt.’

‘Oh, dat is een leuke verrassing. Maar je bent van harte welkom!’

‘Maar ik ga weer hangen, Roald. Ik moet nog inkopen doen voor vanavond en mijn kok kijkt me al boos aan. Ik had al weg moeten zijn.’

‘Doe Dinie de groeten van me en zeg haar dat ik je van het werk gehouden heb.’

‘Zal ik doen en tot vanavond, Roald. Ik ben erg blij, dat je een keer langs komt!’

‘Dat is al lang goed, Frans! Tot vanavond!’

Roald hangt op en zegt: ‘Zo, dat is ook weer geregeld! We gaan vanavond uit eten bij een vriend van me. Hij en zijn zus runnen een best goed restaurant in de buurt van Tilburg. Dat is wel een stukje rijden, maar het is de moeite waard.

Maar ik moet wel zeggen, dat ik een klein gokje genomen heb. Een jaar geleden heeft Frans me uitgedaagd om te komen eten en hem de kaart te laten bepalen. Ik weet dus niet wat we krijgen, maar ik maak me geen zorgen. Frans zal nooit gekke dingen doen. Hoewel, wat ik te eten krijg, dat zou misschien wel eens apart kunnen zijn. Zo is Frans dan ook weer!’

‘Oh, hebben we die dan niet ontmoet op dat feestje?’

‘Nee, ze hadden het te druk met hun eigen zaak. Ik begrijp dat wel. Daarom wilde ik ook naar hem toe, want ik wist dat hij niet kon komen.’

‘Ik ben wel eens nieuwsgierig, Roald. Ik wist niet, dat je zoveel vrienden had! Dat zijn er best veel!’

‘Ach ja, je weet hoe dat gaat. Je bent met iemand vrienden en die hebben ook weer vrienden. Zo leer je elkaar kennen en voordat je het weet ben je met een grote groep.

Maar ik heb maar een paar echte goede vrienden er tussen zitten. Dat zijn Bert en Guido. En Frans hoort er ook wel bij, maar doordat hij zo druk is met zijn zaak, zie en spreek ik hem niet zo vaak.

Misschien dat we dat van de zomer weer in kunnen halen, want dan gaat hij met zijn zus op vakantie naar Zweden. Daar hebben ze een huisje gehuurd, schijnbaar niet ver van ons vandaan.’

‘Leuk, dus dan zie je hem van de zomer weer?’

‘Ja, en ik verheug me er wel al op. Frans is een goedzak en je kunt geweldig met hem lachen. En zijn zus Dinie is net hetzelfde.’

Ester zegt: ‘Als we vanavond weg zijn, dan ga ik nu vast mijn koffer pakken voor het komende weekend, Roald. Ik zal jouw koffer ook al vast pakken, dan kun je nog lekker even uitrusten.’

‘Dat kan ik ook goed zelf, Ester.’

‘Dat weet ik, maar je moet van de dokter rustig aan doen en afgelopen nacht heb je je er al weer niet aan gehouden.’

‘Dat is ook jullie schuld, Ester. Wie kan jullie nu weerstaan?’

Ester lacht. ‘Touché, Roald. Maar we moeten wel een beetje rekening met je houden.’

Roald glimlacht en zegt: ‘Goed dan, pak jij mijn koffer maar in.’

De drie dames vertrekken naar hun kamers en Roald blijft achter met Björn en Anna.

Ze gaan aan de terrastafel zitten en Anna schenkt hun een glas koel water in.

Ze zegt: ‘Roald, ik wil je even mijn verontschuldiging aanbieden voor laatst. Ik heb nog niet echt de kans gekregen om dat te doen.’

‘Oh, Anna. Niet nodig. Ik begrijp je wel. Maar het is gewoon, dat ze alle drie heel erg veel voor me betekenen.’

‘Dat besef ik me nu ook. Gisteren is me echt veel duidelijk geworden. Ik heb veel met mijn dochters gepraat en nu snap ik ook hoe het met hun zit. Soms is het wel even goed, om even tijd alleen met ze besteden. Dan weet ik weer wat er in hun kopjes omgaat.’

Roald glimlacht. ‘Dat begrijp ik. Ik ben ook niet meer boos op je, maar op dat moment was ik dat wel.’

‘Dat kon ik merken, Roald. Ik heb je nog niet eerder zo boos gezien!’

‘Dat is maar goed ook, Anna. Ik wil helemaal niet boos zijn op jullie, maar ze gaan me gewoon heel erg aan het hart.’

Daarmee is het incident afgedaan. Ze praten over normale dingen verder, en wat later vergezellen de drie zussen zich er ook bij. ’s Middags maken ze nog een gezamenlijke wandeling door het park, waarna ze zich opmaken om naar het restaurant te gaan.

Dat blijkt toch nog best een stuk rijden te zijn, maar ze hebben zich er ook uitgebreid de tijd voor genomen.

Ze hebben ook de ouders van Roald opgehaald. Ruimschoots op tijd komen ze bij het restaurant aan. Het is geen heel groot restaurant, maar zeker niet klein.

Ze worden hartelijk begroet door de vriend van Roald.

‘Kijk, daar ben je eindelijk! Hoe lang is het geleden, dat we elkaar gezien hebben?’

‘Dat moet wel 4 of vijf jaar geleden zijn geweest, Frans. En je bent dikker geworden!’

‘Ik weet het. Te weinig tijd om aan sport te doen. Maar datzelfde kan ik niet van jou zeggen! Kijk jou nou eens! Ik snap wel, hoe je drie van zulke mooie dames aan de haak kunt slaan!’

Roald glimlacht. ‘Je moet er echt eens vaker tussenuit, Frans.’

‘Dat weet ik, waarom denk je, dat ik tegen Dinie gezegd heb, dat we de komende zomer de tent drie weken dicht doen. We hebben de afgelopen jaren geen vakantie meer gehad.’

‘Kijk, dan doet mijn verhuizing je ook wat goeds, Frans. Soms moet je ook wat tijd voor jezelf nemen. Daar ben ik pas ook hardhandig achter gekomen.’

‘Hoezo dat dan, Roald?’

‘Nou ja, enkele dagen geleden had ik een volledig uitval van mijn geheugen. Ik wist niet meer wie ik was, waar ik was en zelfs niet meer wie ik zelf was. Een kwestie van mezelf te veel druk opleggen, te veel werken, te veel in een korte tijd willen. Nu gebeurde dat in mijn vakantie, en hebben me een paar dagen rust goed gedaan, maar dat wil niet zeggen, dat ik er al weer ben, al is mijn geheugen weer terug en voel ik me prima.’

‘O, dat wist ik niet! Nou, je ziet er in ieder geval wel heel erg goed uit, Roald.’

‘Dat kun je ook niet zien, Frans. Maar ik ben echt blij je weer eens te zien.’

Frans begeleid iedereen naar een grote ronde tafel, midden in de ruimte.

‘Dit is vanavond jullie tafel. Ik heb er wat gasten voor moeten verplaatsen, maar jullie zijn vandaag mijn eregasten. Dat is ook de deal, die ik jaren geleden met Roald heb gesloten, als hij voor een gesloten kaart zou kiezen. Dus laat je maar door mij verrassen, en ik verzeker je, dat ik jullie niets voorzet, wat jullie echt niet zouden lusten. En mocht dat toch zo zijn, dan hoef je het maar te zeggen en ik doe er iets aan.

Is er iemand bij, die al kan aangeven, die bepaalde dingen niet mag eten?’

Dat blijkt niet zo te zijn en Frans grijnst.

‘Dat maakt het voor mij gemakkelijk. Dan kan ik voor jullie het voorgerecht al vast bekend maken. Niet dat jullie er veel wijzer van worden, want ik zeg niet wat er in zit.’

Iedereen lacht. Roald moet sommige woorden vertalen, omdat ze het niet kunnen verstaan, maar verder lukt het iedereen al best aardig om het te verstaan.

Frans gaat verder: ‘Als voorgerecht krijgen jullie een salade met carpaccio.’

Hij loopt weg en komt even later terug met een bak met gras en bladeren voor Roald en een paar schijfjes worst ernaast.

‘Zo, dit is voor Roald en natuurlijk krijgen jullie iets anders.’

Iedereen moet hard lachen. Roald zegt: ‘Ik had het jullie al gezegd, dat hij me zo iets zou gaan flikken! Maar Frans, je weet dat je dit ooit terug krijgt!’

Frans lacht. ‘Dat weet ik, maar dit was een te mooie gelegenheid om te laten schieten.’

Even later komt hij met 8 schalen terug en geeft Roald zijn echte salade. Roald heeft niets te veel gezegd over de kwaliteiten van het restaurant. Het is een lekkere salade met een heerlijke dressing. En de carpaccio is gemaakt van ambachtelijke ham, die heerlijk smaakt bij de salade.

Vervolgens komt een groentesoep, die met veel soorten groentes is gevuld. Tijdens de soep komt de zus van Frans even kijken. Ze heeft een klein beetje tijd, voordat ze weer terug de keuken in moet.

‘Ik moest toch even kijken, hoe je eruit ziet, Roald. Het is al weer zo lang geleden!’

‘En daar kan ik wat aan doen, Dinie? Jullie zijn alsmaar aan het werken!’

‘Ik weet het, Roald, ik weet het. We werken ook allebei veel te veel. Maar sinds vorige maand hebben we er een kok bij en ook een bediende, waardoor we ook eens wat meer tijd hebben. Het begon te gek te worden. Al vijf jaar geen vakantie meer gehad, ja, een lang weekend, dat kon er soms nog net vanaf. Maar meer niet.

En onze zaak draait nu al enkele jaren zeer goed, en toen heb ik ook tegen Frans gezegd, dat er iets veranderen moest. Ik ben nu 26 en ik heb niet eens tijd voor een man! En Frans is 30 en is ook nog vrijgezel.

Dus hebben we nu 2 man aangenomen, en dat lijkt goed te werken, al is het natuurlijk wel even afwachten.’

Roald glimlacht. ‘Het is toch niet, omdat je er nu slecht uitziet, Dinie, dat je nog vrijgezel bent. Maar ja, je hebt mijn kans bij mij gehad en nu ben ik zelfs driedubbel bezet.’

Dinie glimlacht ook. ‘Tussen ons had het nooit iets kunnen zijn, Roald. Maar ik zie dat je niet echt keuze kon maken tussen je drie vrouwen. Nu zie ik het verschil tussen hun ook niet, dus dat kan ik je niet kwalijk nemen.’

Roald lacht. ‘Ik zal je even voorstellen, Dinie. Dit is Ingrid, en dat is Ada. En met Ester is dit allemaal begonnen.’

Dinie geeft iedereen een hand en lacht. ‘Dat jij ze uit elkaar kunt houden, Roald! Maar ik moet zeggen, goede keuze! Ze zijn alle drie heel erg mooi, maar dat zal heus niet de enige reden zijn, dat je voor hun gekozen hebt.’

‘Nee, dat ze beeldschoon zijn, dat zie ik gewoon als een bonus, Dinie. Ze zijn veel meer dan dat. En daarnaast zal ik over enkele maanden vader worden en al deze drie schoonheden zullen me een kind schenken.’

‘Dat had ik al gehoord, Roald. Maar om ze nu zelf te zien, dat is toch even wat anders. Je ziet er gelukkig uit en dat is toch wat telt, of niet? Maar nu moet ik weer terug de keuken in, want anders krijgen jullie niets te eten!’

‘Dat is goed, Dinie. En we praten wel bij, als jullie op bezoek komen.’

Dinie neemt afscheid en gaat weer. Een tiental minuten later brengt Frans hun het hoofdgerecht. Dat blijkt een wildragout te zijn, met stoofaardappelen en rode kool. Het smaakt echt heerlijk. Iedereen is dan ook vol lof over het eten. Na het eten komt Frans kijken of het eten gesmaakt heeft.

‘Nou, Frans! Je mag rustig bij ons langs komen om bij ons thuis nog eens zo lekker te koken!’

Frans lacht. ‘Dat geloof ik meteen, maar dat gaat niet gebeuren. Sterker nog, ik laat me liever eens door jou verrassen.’

‘Maar eerlijk, dit was gewoon heel erg lekker. In ieder geval beter dan die bak met gras, die je me voor hebt gezet.’

‘Ik geloof, dat je dit nog heel lang tegen me gaat gebruiken, of niet, Roald?’

‘Daar kun je zeker van zijn, Frans. Maar als ik de volgende keer hier kom eten, dan neem ik wel een koe mee, want dan kun je haar die bak met gras geven en vervolgens daar het biefstuk vanaf halen.’

Frans moet hard lachen. ‘Ik geloof dat ik maar snel het nagerecht moet gaan halen. Anders sla je me nog meer idiotere taal uit!’

Na het nagerecht hebben Frans en Dinie tijd om ook even bij Roald en zijn familie te gaan zitten. De bediening kunnen ze overlaten aan hun personeel.

Roald bedankt Frans en Dinie voor het heerlijke eten en zegt: ‘Nou, dat was echt geweldig! Echt, de complimenten voor Dinie!’

Dinie bloost lichtjes.

Hij vraagt vervolgens aan Frans: ‘Maar waar hebben jullie nu dat huisje gehuurd? Ik ben wel eens nieuwsgierig.’

‘Oh, dat moet Dinie wel weten. Ik heb alleen maar betaald!’

Dinie zegt: ‘Waar het precies is, dat weet ik niet. Maar we hebben extra in de buurt van Lidköping een huisje gezocht. Wacht, ik zoek het even op in mijn telefoon.’

Even later zegt ze: ‘In de bevestiging staat het niet, maar ik heb wel foto’s van de omgeving, die ik van het reisbureau heb gekregen.’

Ester zegt: ‘Mag ik eens kijken? Misschien herken ik wel wat. We hebben in de spaarzame vrije tijd, die we hebben toch wel een beetje de omgeving verkend.’

Ze neemt de telefoon aan en roept dan verbaasd: ‘Dat geeft het niet, Roald! Dat is vlak bij ons! Dat is vlak bij de haven.’

Roald bekijkt de foto ook even en zegt: ‘Je hebt gelijk! Dat is de kleine haven bij Spiken.’

Een foto verder zien ze een foto hun eigen huis in de verte liggen. ‘Zie je wel! Dat is ons huis. Kijk eens, Dinie!’

Frans en Dinie kijken verbaasd naar de foto en Dinie zegt: ‘Is dat jullie huis? Zelfs op deze foto ziet het er groot uit!’

Roald glimlacht. ‘Het is ook echt een groot huis, hoor. Hier zie je het nog in de oude staat. Nu ziet het er al weer anders uit, het is aan de buitenkant weer helemaal in de originele staat hersteld, compleet met de glas in lood ramen.’

Dinie kijkt Roald verbaasd aan en zegt: ‘Dat is echt een kast van een huis, Roald. Waar heb je dat geld vandaan?’

‘Laat ik vooropstellen, dat ik erg veel geluk heb gehad om dit te mogen kopen. De dame, van wie ik dit gekocht heb, bleek mijn overgrootmoeder te zijn. Daar wisten we helemaal niets van, we wisten niet eens van haar bestaan, omdat mijn grootvader als wees naar Nederland is gebracht.

Nu blijkt hij helemaal geen wees te zijn geweest. Maar ze heeft ons het huis heel goedkoop verkocht, ver onder de werkelijke waarde.

En ik heb geluk gehad, dat ik mijn eigen huis heel erg goed kon verkopen, veel meer als ik ervoor betaald had. Daarmee kon ik het huis al betalen. Maar daarnaast hebben Ester, Ingrid en Ada ook deel in het huis en daarnaast heb ik nog een en ander geërfd van mijn overgrootmoeder. Maar dat is geld, waar ik zo niet aankan, dat zit in bepaalde fondsen.’

‘Nou, maar dan nog! Mijn God! Dat lijkt me een heel erg mooi huis!’

‘Dat is het ook, maar we hebben er nog heel erg veel werk aan. Het is zelfs zoveel werk, dat we iemand hebben aangenomen, die ons helpt met de verbouwing, zodat we niet de hele tijd in een bouwput zitten. En daarnaast hebben Guido, Nancy, Mark, Tricia, Theo en Janneke ons meegeholpen met de verbouwing. En ik moet natuurlijk ook niet Bert vergeten, maar die ik heb ik nu zelf in de kost zitten. Want die is verliefd geworden op mijn timmerman.’

Frans kijkt Roald verbaasd aan. Maar Dinie heeft het meteen door en ze begint te lachen. ‘Roald, kan het soms zijn, dat die timmerman een vrouw is?’

‘Dat klopt, ze heet Samantha en Bert is echt stapelverliefd op haar. En als het een beetje mee zit, komt Bert ook bij mij in dienst, of liever gezegd, hij wordt een compagnon. Ik heb van de week een contract met Theo gesloten, waarmee hij de opdracht geeft voor maar de bouw van maar liefst 4 woningen op maat. Dat op maat moet je dan maar zien als modules, maar de klanten kunnen dan aanpassingen aangeven.’

‘Kijk aan! Meneer wordt nog eens steenrijk!’

‘Dat zal wel loslopen, al moet ik wel zeggen, dat ik nu ook een heel goed betaalde baan heb. Ik ben nu Vice-Manager van HRT Technology, je weet wel, dat bedrijf dat het bedrijf van mijnheer Justin heeft overgenomen.’

‘Zo! Doe maar ruig! Dus we zitten hier te praten met een dikke stinker!’

Roald lacht. ‘Je weet goed, hoe ik zelf ben, Frans. Dat etiket zal ik nooit op mezelf plakken. Geen kouwe kak aan mijn lijf!’

Dinie zegt: ‘Dus als ik het nu goed begrijp, wonen we dan op loopafstand van je huis?’

‘Ja, hoewel het toch nog wel hemelsbreed zo’n 1100-1200 meter zal zijn. Maar ik denk dat het twee kilometer zal zijn, tot aan ons huis.’

‘Dus toch op loopafstand. twee kilometer is nog geen half uurtje!’

‘Voor jou niet, Dinie, maar voor Frans wel!’

Dinie moet hard lachen. ‘Ik doe ten minste nog wat aan mijn lijn, maar je hebt gelijk, Frans zou eigenlijk ook wat aan zijn lijn moeten doen.’

Frans zegt heel komisch: ‘Waarom moet ik aan de lijn doen, Dinie? Ik heb geen lijn!’

Dinie steekt haar tong uit naar haar broer.

Ester zegt tegen Dinie: ‘Je mag best wel eens op bezoek komen. We zullen ongetwijfeld thuis zijn, want tegen die tijd hopen we toch alle drie wel bevallen te zijn van onze kinderen.’

‘Ach leuk! O ja, jullie zijn alle drie zwanger van Roald! Daar had ik even niet aan gedacht.’

‘Dat geeft niet, het is ook wat ongewoon. Maar voor ons is het al heel gewoon, als was dat eerst ook nog best wel wennen. Het is ook niet niks om opeens je liefde met je zussen te delen. Wij kunnen blij zijn, dat Roald dat niet als probleem zag, want hij had er ook voor kunnen bedanken. En dan hadden ik en Ada wel met een klein probleempje gezeten, want we waren toen al allebei zwanger va hem.’

Frans zegt: ‘Ik geloof niet, dat Roald het er zomaar bij had laten zitten, Ester. Zo is Roald niet. Zo lang als ik hem ken, is hij nog nooit weggelopen voor zijn verantwoordelijkheden. En dat zal hij ook nooit doen.’

‘Dat weten we inmiddels ook wel en dat heeft hij nu ook al meerdere keren bewezen. Maar soms is dat ook gewoon koppigheid.’

Roald glimlacht en pakt Ester wat beter vast. Ester glimlacht ook en kijkt hem aan met een verliefde blik. En dat doen Ada en Ingrid ook. Frans moet lachen en zegt: ‘Ik kan wel zien, dat het tussen jullie goed zit. Je hoeft alleen maar naar jullie kijken.’

Uiteindelijk wordt het nog redelijk laat en zegt Roald: ‘Kom, we moeten weer naar huis. Morgenvroeg gaan we weer vroeg weg, we zijn uitgenodigd geworden om een weekend naar het schaatsen te gaan kijken in Thialf.’

‘Ik wou dat ik me je mee kon, maar voor komend weekend zit hier alles vol. Maar ik wens je veel plezier, Roald.’

‘We zien je dan komende zomer weer. En ik hoop, dat jullie dan allebei samen met ieder een partner komen.’

Frans lacht. ‘Dan moet ik nog maar een huisje erbij boeken, Roald. Want het is maar een klein huisje.’

Dinie zegt: ‘Toch is dat misschien geen slecht idee, Frans. Ik zou me er wel iets prettiger bij voelen. Of we boeken om naar een groter huisje, zodat we ieder een eigen slaapkamer hebben.’

‘Dat kan natuurlijk ook. Maar nu ik weet, dat het vlak bij Roald is, wil ik geen huisje, dat er verder vanaf ligt.’

Roald zegt: ‘Hoe dan ook, jullie zijn in ieder geval van harte welkom.’

Ze nemen afscheid en rijden naar huis.

Onder het rijden vraagt Ester aan Roald: ‘Heb jij ooit wat gehad met Dinie? Ik vond dat ze zo de hele tijd naar je keek.’

‘We hebben ooit een korte tijd wat met elkaar gehad, maar het werkte echt niet tussen ons. Dus heb ik het toen uit gemaakt. Dat was kort na Jolanda.’

‘En wat vond je van haar?’

‘Ik vond haar wat triest uitzien. Er is iets met haar, zo is ze normaal niet.’

‘Die indruk had ik ook, Roald. Ze is komende zomer wel welkom, zolang ze maar van je afblijft!’

Roald lacht. ‘Ben je een beetje jaloers, Ester?’

Ester bloost lichtjes, maar Ada schiet haar te hulp.

‘Ik denk dat we alle drie wel wat jaloers waren, Roald. Wat als je niet genoeg hebt aan ons?’

Roald lacht hard. ‘Weet je wel, wat je zegt, Ada? Als ik aan drie vrouwen niet genoeg heb, met hoeveel dan wel? Geloof me, aan jullie heb ik meer dan genoeg.’

‘En Diana dan?’

‘Ik ben niet verliefd op Diana, Ada. Ze zijn gewoon vrienden.’

Opeens bloost Ada flink, want ze heeft er geen rekening mee gehouden, dat haar ouders ook nog in de auto zitten.

Anna lacht. ‘Dachten jullie nou werkelijk, dat ik van jullie escapades met Frank en Diana nog niets wist, Ada? We kunnen heel goed opschieten met Johan en Ineke. En die hebben ons dat verteld. Maar wat moeten wij daar van vinden? Het is jullie leven, niet het onze. Als jullie dat leuk vinden, moeten jullie dat gewoon verder doen. Ik zou het eigenlijk ook wel begrijpen, Ada. Roald is maar een man alleen, en ook al is hij nog zo goed in bed, soms wil je gewoon een man voor je alleen.’

Ester, Ada en Ingrid kijken even verbaasd om hun moeder, die enkel glimlacht. Die reageert alleen maar:

‘Wat? Dachten jullie nou werkelijk, dat we helemaal niets wisten van jullie leven? Kom op zeg, ik ben jullie moeder. Dat soort dingen wil je gewoon weten. Je wilt weten of het goed met je kinderen gaat. Dus ik hou me wel een beetje geïnformeerd.’

‘Bespioneer je ons, mam?’

‘Nee, zo is het ook weer niet. Doordat we een tijdje bij jullie hebben gelogeerd, hebben we daar ook contacten aan over gehouden, en daar bellen we regelmatig mee. En dan horen we ook weer dingen over jullie en Roald. Je weet wel hoe dat gaat, Ada.’

Ada knikt. ‘Het is gewoon, dat we dat niet verwacht hadden, mam.’

Dan schieten ze allemaal in de lach. Wat later rijdt Roald het vakantiepark op, waarbij hij net geluk heeft, dat de nachtwaker hem nog binnen laat.

‘U bent net op tijd, mijnheer. Ik wilde net afsluiten.’

‘Ik weet het, dus ik ben u best dankbaar.’

‘Prettige avond nog!’

‘Ik wens u hetzelfde!’

Roald rijdt terug naar het huisje en ze gaan naar binnen. Ze gaan meteen slapen, want morgenvroeg moeten ze al om half acht op het perron staan.

Iedereen is dan ook vroeg wakker. Om zes uur is Roald al gedoucht en niet veel later komen ook de dames aan de ontbijttafel. Anna heeft voor iedereen weer een lekker ontbijt klaargezet, zodat iedereen ontspannen aan de dag kan beginnen. Daarnaast wil ze ook de tijd hebben om afscheid te nemen van haar dochters en Roald.

Het tijdstip, dat haar dochters met Roald vertrekken, komt sneller dichterbij, dan haar lief is en bijna met tranen in hun ogen nemen Anna en Björn afscheid van haar dochters en hun schoonzoon.

Maar ook hun dochters vinden het moeilijk om afscheid te nemen, maar ze wisten, dat ze anders de dag erna afscheid van hun ouders zouden moeten nemen. Ook Roald heeft het wat moeilijk, hij is erg gesteld op zijn schoonouders.

Na een lang afscheid vertrekken ze naar het treinstation, waar ze wachten op de trein. Met de tickets 1e klasse nemen ze plaats in een ruime cabine. Omdat het weekend is, is het ook niet druk in de trein en zeker niet in de 1e klasse.

Als de intercity een station verder stopt, ziet Roald Alfred en Gina staan, maar ook Jasmijn en Mark. Roald zwaait naar ze, en even later komt dat viertal ook in de zelfde cabine zitten.

Roald begroet ze hartelijk en stelt ze voor aan zijn meiden.

‘Alfred, dit zijn nu Ester, Ingrid en Ada! Mijn grote liefdes!’

Alfred weet even niet naar wie hij moet kijken. ‘Hallo zeg, Roald! Je hebt wel de jackpot getroffen! Moet je toch eens kijken wat een mooie vrouwen je als lief gevonden hebt!’

Roald grijnst. ‘Tja, ik ging er voor een, maar kreeg er drie.’

Daar moeten vooral Gina en Jasmijn om lachen. ‘Drie vrouwen zijn wel aan jou besteedt, Roald. En stel je ons niet voor aan je vrouwen?’

Roald bloost. ‘Eerst jullie even goed begroeten. Maar jullie zijn ook veranderd, zeg! Kijk jou nu eens, Gina! Ik herkende je haast niet terug met je lange haar! Staat je heel erg goed!’

Gina glimlacht. ‘Ik heb ooit eens van iemand advies gekregen, weet je nog?’

‘Dat kan ik me nog wel herinneren, Tina. En jij dan, Jasmijn! Je bent nog mooier geworden!’

‘Dat komt, omdat ik zo verliefd ben op Mark!’

‘Dat is misschien nog wel de grootste verandering, Jasmijn. Hij ziet er al een heel stuk beter uit! Zeg Mark, het ziet er naar uit, dat je relatie met Jasmijn goed voor je uitpakt!’

Mark schudt hem de hand en zegt: ‘Dat kun je wel stellen, Roald. Maar dat was nooit zo gekomen, als we jou niet ontmoet hadden. Maar het gaat nog beter worden, Jasmijn en ik gaan samenwonen.’

‘Aha, is dat de reden, dat Alfred ons uitgenodigd heeft?’

Alfred lacht. ‘Een van de redenen, Roald, niet de reden, waarom je hier bent. Die is eigenlijk heel anders.’

‘En wanneer krijgen we dat te horen?’

Alfred kijkt Gina aan en zegt: ‘Waarom ook niet, Roald. Eigenlijk wilde ik wachten tot in het hotel, maar het kan nu ook wel. Gina en ik gaan trouwen, maar er is nog meer. We verwachten over een half jaar een baby!’

De mond van Roald valt open. ‘Dat meen je niet, Alfred! Gefeliciteerd! Dus jullie hebben nu driedubbel feest?’

‘Ja, en dat willen we dit weekend vieren, samen met jou, want jij bent de reden, dat we bij elkaar zijn.’

Ze feliciteren dan de gelukkige paren en worden passant ook persoonlijk aan elkaar voorgesteld. Het klinkt meteen goed tussen iedereen, vooral omdat Roald al heel uitgebreid verteld heeft aan zijn vrouwen, wat zijn relatie met Alfred, Gina, Jasmijn en Mark is. Tot hun eigen verbazing vinden Ester, Ada en Ingrid het helemaal niet erg, dat Gina en Jasmijn wel heel kort tegen hem aan zitten en zich zelfs een beetje aan hem opdringen.

Maar Roald maakt geen enkele aanstalten om hun avances te beantwoorden. Iets wat de drie dames wel goed doet. Zelfs hebben ze een leuk gesprek met Alfred. Maar Alfred ziet hoe Gina en Jasmijn zich aan Roald opdringen en dat Roald zich daar wel iets ongemakkelijk bij voelt.

Dus zegt hij tegen Roald: ‘Wat was dat van de week, toen je vriendin je belde en dat je flink ziek was?’

Dat verandert meteen de stemming, waardoor Gina en Jasmijn Roald wat meer ruimte geven.

‘Ik had last van een stressstoornis, Alfred. Daar ben ik nog steeds niet helemaal van genezen, maar op dit moment ben ik psychisch weer in orde, alleen lichamelijk nog niet helemaal.’

Ester zegt: ‘Ja, hij moet nog flink rust houden. Hij heeft het advies van de dokter, en ook van zijn baas, gekregen om het rustig aan te doen de komende tijd. Hij heeft zich gewoon overwerkt en zich zelf te veel druk opgelegd.’

Alfred lacht. ‘Ik kan me er iets bij voorstellen. Een nieuwe baan, die nogal zwaar is, en ook nog drie vrouwen!

Ik vind een vrouw, en ook nog een schoondochter erbij, al meer dan ik kan hebben!’

Ester glimlacht. ‘Dat is het niet alleen, Alfred. Hij is verhuisd naar Zweden, waar we nu in een groot kolossaal huis wonen, dat we helemaal aan het verbouwen en renoveren zijn. Ik denk dat de combinatie van alles gewoon even te veel werd.’

Roald knikt. ‘Ja, dat denk ik ook. De afgelopen maanden waren echt een heksenketel. Het bedrijf, waar ik nu werk, ondergaat een herstructurering. Dat heb ik hoofdzakelijk zelf ontworpen, en dat heeft erg veel tijd gevergd.

En doordat Ester, Ingrid en Ada over enkele maanden zullen bevallen van onze kinderen, wilde ik ook per se alles op tijd af hebben. Maar daarbij heb ik gewoon mezelf even vergeten.

En toen ik hier eenmaal op vakantie was, en er dat stressmoment met die software was, deed dat net de emmer overlopen. Ik ben gaan slapen en toen ik wakker was, wist ik niets meer. Ik wist niet eens meer, wie ik zelf was. Alleen Ester herkende ik nog, vreemd genoeg. Oh en ik sprak opeens vloeiend Zweeds en geen Nederlands meer.’

Alfred lacht. ‘Nou gelukkig dan maar, dat je weer wat beter bent, want dan waren we nu snel uitgepraat. Ik versta geen woord Zweeds!’

Roald lacht. ‘Ja, gelukkig ging het snel weer beter, maar nu weet ik dat er ook grenzen zijn aan wat ik aankan. En daar moet ik de komende tijd aan werken.’

‘Maar is het dan wel in orde, dat je nu twee volle dagen daar naar Thialf gaat? En ik had eigenlijk ook nog wel een en ander gepland voor de avonden.’

‘Als ik niet het vertrouwen, dat het goed zou gaan, dan zou ik hier niet eens zijn, Alfred. Maar als ik ook nog eens hier en daar wat rust neem, dan komt het wel goed.’

‘Oef, ik dacht al, ik moet me zorgen gaan maken!’

Roald gaat dan bij Alfred zitten en praat met Mark en Alfred verder. Ada en Ingrid gaan bij Gina en Jasmijn zitten en praten daarmee verder. Ester blijft bij Roald zitten en hangt verliefd tegen hem aan.

Alfred ziet dat en zegt: ‘Je hebt schijnbaar wel een heel bijzondere relatie met je drie vrouwen. Hoe in Gods naam kom je aan een drieling?’

‘Ik had je toch verteld, dat ik een drieling getroffen had op de veerboot? Nu, dit zijn ze.’

‘Dus je hebt ze weer gevonden?’

‘Ja, nog op dezelfde dag, dat ik weg reed op de camping. Ik kwam Ester tegen bij een tankstation, waar ze net pech kreeg met haar auto. Ik gaf haar een lift en zo kwam van het een het ander. En voordat ik het wist, waren we verliefd op elkaar.

En het was eigenlijk een ongelukje, dat Ester zwanger werd. Maar daarom is haar kind niet minder ongewenst.

Tja, en toen was er ook nog Ada, waar ik op de veerboot wat snelle seks mee heb gehad. En die was daardoor ook zwanger van mij.

Toen ik dat drietal weer samen zag, wist ik, dat een keuze tussen ze maken, onmogelijk was. En toen vertelde Ester me van een wild plannetje, dat behelsde dat ik Ingrid ook nog zwanger zou maken, zodat al haar zussen ook zwanger van mij werden. En dat is ook gelukt.

Het mag dan misschien als een vreemde relatie zijn, en misschien is het dat ook, maar voor mij is dit een volwaardige relatie. Ik hou van alle drie en ik zou ook niets anders willen. Maar ik zou dit nooit kunnen, als ze geen drieling zouden zijn geweest. Ester, Ingrid en Ada zijn vanaf jongs af aan gewend om alles met elkaar te delen en dat hebben ze in het verleden ook al eens vaker met hun vriendjes gedaan. Gewoon om het spannend te maken. En daarom kan dit ook met ons. Ik wil niet tussen hun kiezen, en zij willen mij met elkaar delen.’

‘Klinkt als de perfecte deal, Roald. Maar ik geef het je wel te doen, drie vrouwen! Respect!’

Roald geeft een zoen aan Ester en glimlacht tevreden. ‘Voor mij is het normaal, maar ik kan me indenken, dat jij er anders over denkt, Alfred.’

‘Ik weet hoe zwaar het is om eens met meer dan een vrouw seks te hebben. Ik kan niet zeggen, dat we nu echt stil hebben gezeten, in de tijd, dat jij maar in Zweden hebben gezeten.’

‘Ow? Had je aan Gina al niet meer genoeg dan?’

Alfred lacht. ‘Dat was het niet, Roald. Het was kort na onze vakantie. Gina en Jasmijn kwamen voor een lang

weekend logeren, en toen we enkele flessen wijn gedronken hadden, kwam van een het ander. Voordat ik het wist, zaten we met ons alles te seksen. Het was wel even vreemd om te zien, hoe mijn zoon Gina lag te neuken en ik met Jasmijn. En zo kwam het, dat ik ook eens de ervaring kreeg om eens met twee vrouwen seks te hebben, Mark trouwens ook.’

Mark bloost en zegt: ‘Maar ik ben nog lang niet zo goed als jij dat bent, Roald. Maar Jasmijn en ik oefenen vaak om daar verbetering in te brengen.’

Jasmijn lacht. ‘Dat klopt en hij begint echt beter te worden, Roald. Maar hij kan nog steeds van je leren, dat is zeker.’

Ester glimlacht en zegt: ‘Je kunt Roald met geen enkele andere man vergelijken. Wat hij met zijn handen, tong en zijn pik kan, dat grenst aan het ongelofelijke.’

Jasmijn kijkt verrast, maar beseft dan, dat dit de vriendin van Roald is. ‘Daar kan ik je alleen maar gelijk in geven. Maar ik sta er nog steeds van te kijken, dat hij zichzelf niet sexy vindt. Want dat vind ik namelijk juist van wel.

En ik moet zeggen, dat hij toch iets slanker is geworden, sinds de laatste keer dat ik hem gezien heb.’

‘Daar heb je gelijk in, Jasmijn. Hij is iets meer gespierd geworden, en ziet er daarom steeds beter uit. En hij zou er nog beter uit kunnen zien, als hij niet enkele weken in het gips had gezeten.’

Tina en Jasmijn kijken geschokt, evenals Mark en Alfred. Gina vraagt: ‘Hoe kwam dat, Roald?’

‘Tja, ik werd aangereden door een auto, die slipte op het gladde wegdek. Gewoon botte pech. Maar dat is nu weer allemaal beter.’

‘Gelukkig. Maar als ik het dus nu goed begrijp, heeft Zweden je niet alleen maar geluk gebracht?’

‘Nee, maar het goede heeft toch veel meer gewicht, dan de pech, die ik gehad heb. Ik ben zeer tevreden met mijn leven. Ik heb nu al dingen bereikt, die ik anders nooit zou behalen. Ik heb een leuke, goed betaalde baan, ik sta op het punt een bedrijfje te starten, ik heb een mooi groot huis, drie mooie vrouwen, die ook nog eens van mijn kinderen in verwachting zijn, en ik heb nog de eer gehad om mijn overgrootmoeder te ontmoeten, van wie ik niet eens wist, dat ze bestond.

Mijn grootvader is namelijk als wees naar Nederland gekomen, maar dat bleek eigenlijk niet te kloppen. Mijn overgrootmoeder was namelijk in de veronderstelling, dat haar kind bij de bevalling overleden was. Pas op het sterfbed van haar man kreeg ze te horen, dat ze misschien toch moeder was geweest. En zoek dan maar eens, waar je kind is, na al die jaren. Mijn grootvader leeft gelukkig nog, maar ze hebben elkaar helaas nooit ontmoet. Bij stom toeval heb ik mijn overgrootmoeder daar in Zweden ontmoet en heb ook het huis van haar gekocht. Maar op dat moment wist ik nog steeds niet, dat ze mijn overgrootmoeder was. Daar kwam ik pas achter, toen ze korte tijd later overleed.’

‘Oei, dat is niet leuk!’

‘Ze was al 93, en ik heb haar nog even mogen meemaken. Ze was werkelijk een heel bijzonder mens en ik heb nu ook heel veel aan haar te danken.’

‘Dat is inderdaad nog iets. Maar het lijkt me wel vreemd om opeens een overgrootmoeder te hebben.’

‘Dat was het zeker, en ook voor mijn moeder, want die kwam een paar dagen, nadat Isabel overleden was.’

‘Was dat haar naam, van je overgrootmoeder?’

‘Ja, Ze heette Isabel Drosben-Hamsen.’

Alfred zegt: ‘Drosben? Die naam zegt me iets.’

‘Hoezo dat dan?’

‘Nou ja, Drosben is een naam in de industriële wereld. Maar meer vanuit de kant van Wales. Daar komt die naam meer voor. Ik heb daar enkele klanten zitten.’

‘Hmm, dat wist ik niet. Ik had gedacht, dat het een echte Zweedse naam zou zijn. Maar daar ga ik me nu nog even niet mee bezig houden. Eerst mijn eigen leven goed op de rit krijgen.’

Niet veel later klinkt de stem van de conducteur, dat ze aankomen in Heerenveen. Daar staat al een taxibusje op ze te wachten, die ze eerst naar het hotel brengt. Het is een redelijk goed hotel, waar Roald en Ester samen een kamer betrekken. Ada en Ingrid krijgen de kamer naast Roald, maar zijn verrast als er een verbindingsdeur is.

Ada probeert of de deur open is, en tot haar verbazing is dat ook zo. Ze loopt de kamer van Roald binnen en zegt: ‘Kijk eens, da’s handig! Nu kunnen we zo hier binnen komen!’

Roald lacht en zegt: ‘Je bedoelt, dat is voor jou handig, want dan hoef je niet over de gang om hier te komen, geil loedertje!’

Ada lacht. ‘Je kunt mijn gedachtes lezen, Roald! Het is al weer twee dagen geleden, dat ik seks met je gehad heb!’

Ester lacht. ‘Dat geldt voor ons allemaal, Ada. Maar je moet ook aan Roald denken, Ada. Je wilt toch niet, dat hij nu al weer ziek wordt, of wel?’

‘Dat weet ik, maar ik heb het eigenlijk hard nodig! Moet ik dan maar een andere vent pakken om aan mijn behoefte te voldoen? Dat wil ik niet! Ik wil Roald!’

Roald zegt: ‘Als je echt zo’n hoge nood hebt, dan kunnen we misschien nog wel even vlug, Ada.’

Ester zegt: ‘Ik ga wel even bij Ingrid op de kamer, geen probleem.’

Ada kijkt Ester verlegen aan en zegt: ‘Nu voel ik me wel een beetje als een slet.’

Ester loopt naar Ada toe en geeft haar een intieme zoen. ‘Waarom schaam je je, Ada? We zijn toch Roalds sletjes, of niet?’

Ada moet lachen. ‘Je hebt gelijk. Waarom moet ik me schamen, terwijl we hem toch al delen?’

Ester zegt: ‘Wacht, dan pak ik nog even mijn kleding, die ik straks aan wil. Dan hebben jullie het rijk even alleen.’

Even later zijn Ada en Roald alleen. Ada kijkt Roald wat verlegen aan. Ze voelt zich een beetje opgelaten, omdat ze zich zo uitgesproken heeft, dat ze behoefte aan hem heeft. Maar Roald glimlacht alleen maar en wenkt haar tot zich. Wat twijfelachtig loopt ze naar hem toe, maar als Roald haar hand pakt, is ze haar twijfel kwijt.

Ze verliest zich weer meteen in zijn ogen, iets waar ze bij hun eerste kennismaking al voor gevallen was. Als Roald galant haar hand kust, is ze helemaal om. Maar ze beseft, dat het niet zo zeer de seks, die ze van Roald nodig heeft, maar gewoon het intieme moment alleen met Roald. En dat zegt ze ook.

‘Roald, het is ook goed, als we nu geen seks hebben. Ik wil gewoon even alleen met je zijn en gewoon even lekker knuffelen.’

Roald kijkt verbaasd, maar knikt alleen maar. Hij gaat op het bed liggen, en Ada gaat langs hem liggen. Roald houdt haar alleen maar vast in zijn armen, en Ada gaat tegen zijn borstkas liggen. Het voelt gewoon goed, dit is was ze gemist heeft. Zijn warme lichaam tegen zich aan, en gewoon zijn aanwezigheid. Een traan van geluk rolt over haar wang.

Roald ziet het. ‘Waarom huil je, Ada?’

‘Ik huil niet, Roald. Ik voel me nu gewoon gelukkig. Het was geen seks, dat ik miste, maar gewoon het samen met je zijn, zoals we thuis wel kunnen. Je gewoon even vasthouden, je warmte voelen. Ik mis je!’

Roald glimlacht. ‘Ik denk dat ik je wel begrijp, Ada. Dat is misschien iets, waar ik aan moet werken. In plaats van veel seks, ook eens aandacht voor je geestelijke behoefte. Dat is misschien ook wel beter voor mezelf.’

Ada glimlacht. ‘Ik moet dat ook nog leren, Roald. Je bent de eerste relatie, waar ik het langer bij uithoud dan een half jaar. En zoals ik me nu voel, wil ik echt niet, dat dit ooit eindigt. Ik heb me echt nog nooit zo verliefd gevoeld, Roald.

Ik kon me niet voorstellen, dat mensen zo verliefd konden zijn, dat ze nog nauwelijks konden slapen. Nu wel. Heel goed zelfs. Ik kan zelfs amper slapen, als ik niet bij je in bed lig.’

Roald trekt haar dichter tegen zich aan en zegt: ‘Och, arme! Kom hier, dan warm ik je lekker op.’

Ada trekt een gelukzalig glimlach, en laat zich maar wat graag tegen hem aan drukken. Ze sluit haar ogen en snuift zijn geur in zich op. Op dit moment kon ze zich niet gelukkiger voelen.

Toch wordt dit moment een beetje verstoord, als opeens de tussendeur open gaat, en ze Ester en Ingrid door de deur zien gluren. Ada lacht. ‘Kunnen jullie het zien?’

Ingrid bloost en zegt: ‘Sorry, we maakten ons zorgen, omdat het zo rustig was.’

Nu moet Ada lachen en zegt: ‘We zijn elkaar lekker aan het knuffelen. Dat had ik gewoon even nodig.’

‘Ohh, wat lief! Maar nu wil ik ook!’, zegt Ingrid met een sip gezichtje.

Ada strekt haar armen naar haar zusje uit en zegt: ‘Kom er toch lekker bij liggen, er is ook nog wel plaats voor jou. En jij ook, Ester! We houden toch allemaal van hem!’

Giechelend rennen Ester en Ingrid ook naar het bed toe en komen erbij liggen. Ze moeten wel even lachen, maar houden elkaar goed vast. Een zeer voldaan gevoel vloeit door hun lichamen. Bij Roald, die echt blij is en trots, dat hij van deze drie prachtige vrouwen mag houden, en Ester, Ada en Ingrid voelen zich bevoorrecht, dat ze een man als Roald de hunne mogen noemen.

Opeens klinkt er geklop op de deur van Roald. Het is Alfred.

‘Roald? Ben je daar?’

‘Ja, Alfred. Wat is er?’

‘We moeten zo naar het stadion. Ben je bijna klaar?’

‘Ja, ik kom er zo aan!’

Ze staan snel op, en Roald trekt snel zijn spullen aan. Een kleine tien minuten later komen ze onder in de bar, waar Alfred ze opwacht met zijn familie.
Trefwoord(en): Zussen, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...