Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 23-05-2018 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 13681
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 114 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Golf, Zussen,
Een maand verder is er weer veel gebeurd. Roald heeft met wat hulp van de bank STK kunnen overnemen en daar is hij nu hard bezig de boel te reorganiseren. Als eerste verandert hij de naam van het bedrijf. STK heeft een slechte naam gekregen, en daar wil Roald dan ook vanaf. De nieuwe naam van het bedrijf is nu SES, wat staat voor Svensk ekologisk skogsbruk. Bij de reorganisatie hebben wel een aantal personen het veld moeten ruimen. Dat was helaas nodig, omdat het bedrijf er echt slecht voor stond. Maar door de inspanningen van Roald en Ronald Nyklakken, lukt het ze om enkele grote opdrachten binnen te slepen en kon het meeste personeel toch blijven. Omdat Roald nu een beetje bekend is in Zweden, heeft dat wel een beetje geholpen. In ieder geval genoeg om enkele klanten het vertrouwen te geven, dat het bedrijf nu wel betrouwbaar is. En daar zorgen Roald en Ronald wel voor.

En vandaag heeft Roald een afspraak met Henk. Hij heeft Henk, Hilde, Diana en Frank bij hem thuis uitgenodigd voor een gesprek. Hij wil met ze gaan praten over de overname van het bedrijf en dat wil hij samen met zijn drie vrouwen doen. Hij wil voor iedereen open kaart spelen. Frank en Diana zijn er als eerste. Ze hebben nog geen idee, waarom ze moeten komen. Roald heeft er tegen hun nog niets over losgelaten van zijn plannen. Alleen Henk heeft hij laten weten, dat hij wil praten over de toekomst van HRT, maar niet nog precies wat hij van plan is.

Roald laat Frank en Diana binnen.

‘Ah, daar zijn jullie. Kom binnen!’

Diana glimlacht. Ze mag Roald wel. Hoewel hij nu toch al enkele jaren in Zweden woont, is hij nog steeds heel erg een Nederlander, direct, maar hartelijk.

‘Dank je, Roald. Maar wat is er eigenlijk zo belangrijk. Van mijn moeder hoorde ik, dat je iets belangrijks te bespreken had met ons?’

‘Ja, maar dat hoor je zo meteen wel. Ik heb bepaalde plannen, en daar hebben jullie ook mee te maken.’

‘Je maakt me wel nieuwsgierig, Roald.’

Ze gaan in de woonkamer zitten. Frank zegt tegen Roald: ‘En? Ben je voor volgende maand al klaar? De Iron Man?’

‘Ja, al helemaal. Ik kan bijna niet wachten, totdat het zover is. Maar ik zal ook blij zijn als het voorbij is. Ik heb straks niet meer de tijd om zulke dingen te gaan doen.’

‘Je maakt het wel spannend. Je maakt ons wel erg nieuwsgierig!’

Ingrid komt binnen. Ze begroet Diana en Frank en zegt: ‘We hebben alles klaar in de grill hut, Roald. Zullen we dan maar daarnaartoe gaan?’

Diana zegt: ‘Hmm, je zei dat we hier gingen eten, maar ik had niet verwacht, dat je de grill hut zou gebruiken. Het is best warm buiten.’

Roald antwoordt: ‘Normaal zouden we de hut ook niet gebruiken, maar omdat op dit moment buiten zitten niet echt leuk is met al die insecten, hebben we ons wat bedacht. We hebben voortaan een airco op de grill hut. Die kan ook verwarmen, dus we kunnen er nu het hele jaar gebruik van maken.’

Frank lacht. ‘Zoiets kan jij ook alleen maar verzinnen, Roald. Hoe verzin je het? Een airco in een grill hut!’

Diana zegt: ‘Maar zo stom is het eigenlijk helemaal niet, Frank. Het zal er nu voortaan altijd wel aangenaam zijn!’

Roald knikt. ‘Ja, dat is ook zo. We hadden eigenlijk het probleem, dat we de sauna, die erachter staat, eigenlijk ook nooit gebruikten, omdat het ’s winters er zo stervenskoud is, in de herfst en lente is het er te klam, en in de zomer te warm. En toen zei Ester laatst: Hadden we er maar een airco in geplaatst! En dat leek me niet eens zo’n slecht idee. Dus hebben we er nu een airco in geplaatst en we hebben ook nog een hot-tub naast de sauna gezet. Samen met de airco is dat werkelijk fantastisch! Nu is die hut echt gewoon altijd te gebruiken!’

‘Toe maar, het geld kan niet op!’

Roald lacht. ‘Ik moet toch iets met het geld doen, wat ik van STK heb gekregen?’

‘Dat is ook weer waar. Maar ik dacht, dat je al dat geld nodig had om het te kopen?’

‘Nee, dat was niet nodig. Ik heb het helemaal met de bank kunnen financieren. En zodoende hadden we geld over voor dit te doen.’

Ze lopen naar buiten heen, waar ze ook Henk en Hilde zien aan komen lopen. Ze zijn beide sportief gekleed, beiden in een wandeloutfit en Henk heeft een kleine rugzak om.

‘Hey, wat zijn jullie sportief bezig!’

Henk en Diana glimlachen naar Roald. ‘Dat is eigenlijk jouw schuld, Roald. Je hebt Hilde ervan overtuigd, dat we wat meer aan beweging moeten gaan doen. En aangezien we niet meer de leeftijd om flink te gaan sporten, hebben we ervoor gekozen om voortaan flink te gaan wandelen.’

‘Zo oud zijn jullie nu ook weer niet!’

‘Nou, ik merk heel goed, dat ik wat ouder begin te worden. Maar wie weet ga ik door het meer bewegen me beter voelen en ga ik alsnog sporten.’

‘Als je even wilt douchen, dan mag je best wel even binnen douchen.’

‘Nee, is niet nodig. Bovendien had je me al gezegd, dat we in je grill hut zouden zitten. En als het even kan, misschien straks even in de sauna.’

Ze lopen naar de grill hut van Roald, waar ze verwelkomd worden door Ester en Ada. ‘Hey, leuk dat jullie er zijn! Alles goed?’

Na de begroetingen neemt iedereen plaats. Henk zegt: ‘Nou vertel eerst maar eens, waarom je ons hebt laten komen, want ik heb eigenlijk meer zin in de barbecue en de sauna.’

Roald lacht. ‘Omdat je het zo netjes vraagt, Henk. Een tijdje geleden heb je me aangeboden om HRT over te nemen,

maar je wist ook, dat ik dat onmogelijk zelf kan betalen, zelfs niet met de hulp van de bank erbij. Nu heb ik een ander idee, en daar heb ik Frank en vooral Diana bij nodig.’

Ze kijken Roald verbaasd aan. Roald gaat verder.

‘Laatst had Diana het erover, dat ze misschien ander werk ging zoeken, omdat er op het bureau niet veel te doen was, en ze ook niet naar het hoofdkantoor in Lidköping wilde gaan, omdat dat te ver van huis is, zeker als ze straks is bevallen.’

Diana knikt. ‘Ja, dat is ook zo. Maar ik heb nog geen idee, wat ik ga doen.’

Roald glimlacht. ‘Heb je er al eens aan gedacht om je vaders wens te volgen en in de zaak te komen?’

Diana kijkt verbaasd, evenals Henk en Hilde. Alleen Frank licht op. ‘Ja, Diana! Dat moet je doen! Zo kun je toch zelf je werktijden bepalen?’

Diana antwoordt: ‘Maar dan moet ik nog steeds naar Lidköping toe. Dan kan ik straks niet!’

Roald antwoordt: ‘Misschien wel, maar dat komt zo. Ik zal eerst eens uitleggen, wat mijn plannen zijn, en dan moeten jullie maar zeggen, wat jullie ervan vinden.’

Roald legt zijn plannen uit. ‘Ik wil HRT wel kopen, maar ik wil niet dat de naam HRT uit handen gaat van de familie Rouwendaal, en dat is waarom ik Diana ook wil bewegen om in de zaak te komen. Ongeveer de helft moet in bezit blijven van de familie Rouwendaal, de rest wil ik opkopen, al dan niet in termijnen. Zo rijk ben ik nu ook weer niet, dat ik dat allemaal in een keer kan. Het zal zeker niet gemakkelijk worden om het allemaal gefinancierd te krijgen, maar ik denk wel dat het me gaat lukken.’

Henk zegt dan: ‘Stel, we zouden daarmee instellen. Wat ga je dan met HRT doen?’

‘Wat we nu ook al doen, sterker en groter maken. Ik weet nog legio bedrijven, die heel goed bij HRT zouden passen en die te klein zijn om door te groeien. Als deel van HRT zouden we samen de top van de marktpositie kunnen veroveren.’

‘Ik had eigenlijk niet anders verwacht, maar ik wilde het gewoon even horen. Nou, ik vind het een goed plan, maar wat vindt Diana daar nu eigenlijk van?’

Iedereen kijkt naar Diana, die er een beetje verlegen van wordt. ‘Op zich vind ik het ook wel een goed plan, maar wat moet ik dan gaan doen?’

Roald glimlacht, want hij heeft iedereen nu al zo ver, dat ze zijn plan zullen steunen. ‘Voor jou heb ik iets speciaals in gedachten. Dat idee kwam een tijdje geleden bij me op, toen ik die duatlon liep. Er waren daar ook mensen met een handicap, die zich aan het voorbereiden waren voor de wedstrijd. Een man viel me bijzonder op, hij had een zelfgemaakte prothese, waarmee hij kon rennen. Ik heb er toen geen aandacht aan geschonken, maar later heb ik daar meer over nagedacht. Die prothese was gerobotiseerd, en had hij helemaal zelf gemaakt.

En via de wedstrijdorganisatie heb ik opgezocht wie die man was. Ik heb contact opgenomen met die man en heb met hem gesproken. Hij is een ingenieur, die na zijn ongeluk niet bij de pakken neer is gaan zitten en zichzelf die prothese, met behulp van een 3D-printer en materiaal thuis zelf in elkaar heeft gezet. Ik heb die man meteen een baan aangeboden, en dat heeft hij geaccepteerd.

Hij gaat voorlopig even op het oude bedrijf in Nederland werken, maar daarna gaat hij naar het nieuwe pand. Ik wil hem laten bezighouden met het ontwikkelen van protheses, aangevuld met de techniek van ons bedrijf. We zijn leidend op het gebied van de electronica van de robotica. Er is geen bedrijf, dat het beter dan ons kan. En waarom dan ook niet op het gebied van protheses? We hebben de techniek, de capaciteiten en nu ook de kennis, die het voor ons mogelijk maakt om voor veel mensen met een lichamelijke handicap een nieuw leven te kunnen geven.’

Diana zegt: ‘Een heel goed idee, maar wat heb ik daarmee te maken?’

‘Ik wil dat je die afdeling gaat leiden. Dat kan vanaf je huis, geen probleem. Toen ik hier bij HRT kwam werken, heb ik ervoor gezorgd, dat dit mogelijk is geworden. Natuurlijk zal je ook wel eens naar het hoofdkantoor moeten komen, sommige dingen gaan nu eenmaal niet per computer, maar in principe kan je bijna alles vanaf je woonkamer doen.

Misschien dat we later een klein kantoor voor je kunnen bouwen, zodat je wat meer mogelijkheden hebt om te werken, maar dat zien we later wel.’

‘En waarom wil je dat ik dat doe, Roald?’

‘Een tijdje geleden heb je me verteld over een collega van je, toen je nog niet hier woonde. Ik meen dat hij Helge heette?’

Diana knikt. ‘Ja, Helge Holmsom. Hij zit in een rolstoel, nadat hij door een ongeluk een deel van zijn been en arm moet missen.’

‘Ja, die bedoel ik. Je had het erover, dat je zou willen, dat je meer voor hem zou kunnen doen. Hij heeft nu geen werk meer, en hij zit in een depressie, omdat hij zich nu nutteloos voelt.’

‘Jezus, hoe lang is het geleden, dat ik je dat verteld heb, Roald. Maar het is waar. Ik heb een paar weken geleden nog eens met hem gebeld, en het gaat niet goed met hem.’

‘Nou, maak van hem je project, en geef hem weer zijn leven terug. Misschien niet als politieagent, maar wel weer als iemand, die weer kan functioneren in de maatschappij.’

Diana’s hoofd tolt van alle gedachten en ideeën die nu bij haar opkomen. Het is duidelijk, dat ze hard aan het nadenken is. Dan fluistert ze iets in het oor van Frank, die dan zegt: ‘Als het dat is, wat je wilt doen, dan moet je dat doen, Diana. Ik ga je niet verbieden om iets te doen. Je hebt je eigen keuzes, en hier kan ik ook echt wel achter staan.’

Diana geeft hem een zoen en zegt dan tegen Roald: ‘Ik wil het wel doen, maar ik heb wel enkele voorwaarden, en ik wil weten, wat de reden is, waarom het zo belangrijk is, dat ik hierin mee doe.’

Roald glimlacht. Hij weet dat hij al heeft bereikt, wat hij wil bereiken.

‘De reden waarom ik wil, dat jij meedoet in het bedrijf, omdat ik wil dat je in het bedrijf betrokken bent. Als leidinggevende, maar ook als eigenaar. De ideeën van je vader zullen dan via jouw mond voortgezet worden, en zo blijft de R in HRT vertegenwoordigd. Dat is voor mij heel belangrijk, want ik besef me heel goed, welk aandeel Henk heeft gehad in de groei van het bedrijf.’

Nu spreekt Henk. ‘Nu moet je jezelf geen eer te kort doen, Roald. We weten allemaal, dat jij de drijvende kracht achter onze groei was. Dat is een publiek geheim.’

‘Maar jij was degene, die het geheel gestuurd heeft. En je hebt duidelijk aangegeven dat je steeds meer wilt afbouwen, om het rustiger aan te kunnen gaan doen. En op deze manier krijg je precies, wat je altijd gewild hebt, Diana in het bedrijf krijgen.’

‘Maar Diana, hoe goed ze het ook bedoelt en hoe zeer ze haar best ook zou doen, zou nooit in staat zijn het bedrijf te leiden, zoals jij dat nu al doet. Ja, ik zou het fantastisch vinden, als ze in het bedrijf komt, maar dat heeft ze nooit gewild, en eerlijk gezegd, het is niet haar wereld. Maar wat je haar nu aanbiedt, dat kan precies dat zijn, wat haar kan motiveren om succesvol te kunnen zijn. Dat past bij haar.’

Diana knikt. ‘Ja, hiermee kan ik nog steeds mensen helpen. Dat is ook de reden geweest, dat ik bij de politie ben gegaan, ik wil mensen helpen. Dat geeft me voldoening. Maar hier op het bureau kan ik die voldoening niet meer vinden, en er is ook maar weinig werk.’

Roald zegt: ‘Dus je wilt het wel doen?’

‘Ja, maar zoals ik al zei, ik heb wel een aantal voorwaarden.’

‘En die zijn?’

‘Ik wil dit werk niet alleen doen. En ik ga het ook niet thuis doen. Ik zou graag willen, dat Ingrid me komt helpen, omdat ik iemand nodig heb, die wegwijs is bij de media, maar ook omdat ze sportvrouw is. Ze weet als geen ander, wat iemand nodig heeft om zich goed te kunnen bewegen.

En ik weet er ook al de perfecte locatie voor, het huis van Jére Lyssen staat te koop en dat is groot genoeg om daar ook een onderzoekscentrum in te huisvesten. Als ik het ga doen, dan is het daar. Dat is dicht genoeg bij huis, ook voor Ingrid,

En als derde voorwaarde stel ik, dat ik daar ook meteen wat personeel kan plaatsen.’

Roald kijkt naar Henk. Henk knikt meteen. ‘Ja, dat is iets dat je nu zelf moet beslissen, Roald. Als je hiermee gaat beginnen, dan ben jij degene, die de beslissingen moet nemen.’

‘Dat weet ik, maar het kan nooit kwaad om soms raad te vragen.’

Dan zegt hij tegen Diana: ‘Van mij mag je, maar natuurlijk moet Ingrid dit ook nog wel willen.’

Iedereen kijkt nu naar Ingrid. Die voelt zich wel een beetje overvallen, maar het idee trekt haar wel. Ze denkt even kort na en zegt dan: ‘Nou, ik wil het wel doen, maar ik wil ook niet, dat straks het hele huishouden en de zorg van de kinderen op Ester gaat vallen.’

Ester zegt op haar beurt: ‘Dat is geen probleem, Ingrid. Lara zei me laatst, dat ze ander werk zocht, omdat de golfbaan ’s winters altijd dicht is. Ze zit dan enkele maanden thuis, en dat wil ze niet meer. En omdat Lukas meestal met Roald weg is, komt ze vaak hierheen en helpt me dan al. Waarom zouden we haar dan niet in dienst nemen om hier te komen helpen? En daarbij, je zou een prachtige ambassadrice kunnen zijn voor mensen die gehandicapt zijn en ook willen sporten. Je zou tijdens de wedstrijden reclame kunnen maken, en aandacht vestigen, dat er voor hun misschien een oplossing is. En je zou zo misschien de tijd kunnen vinden om die stap hoger te doen, naar de top.’

‘Ja, ik zou graag een niveau hoger willen, maar ben ik daar eigenlijk niet te oud voor? Ik bedoel, qua sportvrouw heb ik de beste jaren al achter me liggen.’

Roald zegt: ‘Dat denk ik niet, Ingrid. Afgelopen winter had je pech, doordat je op een cruciaal moment viel. Anders had je in de prijzen gezeten. En dat was echt niet omdat je geluk had, omdat je aansluiting had met de top. Je bent zeker nog goed genoeg om daarmee mee te draaien. Waarom volg je niet je hart en doe eindelijk eens, wat je hart zegt. Als bedrijf kunnen we je daarin zeker wel steunen. En Diana heeft gelijk, je zou een waardevolle waarde voor dat project kunnen zijn.’

Ingrid kijkt Roald aan. ‘Meen je dat?’

‘Ja, natuurlijk meen ik dat. Heb ik ooit tegen je gelogen?’

Ingrid schudt haar hoofd. ‘Goed, dan ben ik bereid dat te gaan doen. Mijn God, ik sta helemaal te trillen!’

Diana lacht. ‘Ik ook! Is het niet spannend? Wat een goed idee van Roald!’

Daar is iedereen het wel mee eens. Dan zegt Henk: ‘Nu we het over die details eens zijn, wil ik wel eens weten hoe je het verder wilt gaan financieren, Roald.’

‘Ik wil SES gaan verkopen aan het personeel, en met dat geld wil ik dan al een deel van HRT gaan overkopen. En een deel wil ik financieren met de bank en de rest wil ik dan in termijnen van je overkopen. Ik wil uiteindelijk naar 51% van de aandelen, de rest zou voor jullie moeten zijn.’

‘Hoever denk je, dat je met het geld van SES zou komen?’

‘SES is nu ongeveer vijftien miljoen kronen waard. Als ik de financiering aan de bank terugbetaal, dan zou ik vier miljoen overhouden. Het is niet veel, maar het is een begin.’

Henk rekent even in zijn hoofd en zegt: ‘Je hebt al vijf procent, toen je directeur werd. En volgens de afspraak zou je volgend jaar nog eens twee procent krijgen. Dan zit je al op zeven procent. En met die 4 miljoen kun je ongeveer drie procent erbij kopen, dan zit op tien procent. Daarmee bezit je dan een procent van het totale bedrijf. Maar, ik heb hier nog wat voor je.’

Uit zijn kleine rugzak haalt Henk een beige envelop. De envelop is duidelijk al een tijdje oud, en er staan sierlijke letters op de envelop. Roald herkent het handschrift meteen.

‘Deze envelop heb ik dertig jaar geleden gekregen, toen ik met HRT begon. Je zal wel al gezien hebben, wie er op de envelop heeft geschreven. Isabel heeft me destijds het kapitaal gegeven om mijn bedrijf te beginnen. Ze liet me dit contract tekenen, waarin staat, dat ze 50 procent van de aandelen heeft. Dat leek me destijds niet meer dan redelijk, vooral omdat ze zowat het hele bedrijf financierde. Ik had niet veel, toen ik hiermee begon, maar Isabel geloofde in mij.

Ze had echter een voorwaarde, ik moest dit contract in mijn kluis leggen, en als de tijd rijp was, zou ik het aan de juiste persoon moeten geven. Ik denk dat dit het juiste moment is en jij de juiste persoon bent.’

Roald is met stomheid geslagen. Zijn mond valt echt open, dit had hij echt niet zien aankomen. Hij kan echt geen woord uitbrengen. Maar Ester lacht. ‘Ah, zo ziet dat uit, Roald die volledig verrast is!’

Iedereen moet nu lachen, inclusief Roald.

Dan zegt hij: ‘Meen je dat nu werkelijk, Henk?’

‘Ja, dat meen ik echt. De helft is al van jou, je wist het alleen nog niet.’

‘Maar ik snap het niet helemaal.’

Henk glimlacht. ‘Je weet toch, dat Isabel een heel speciale vrouw was. Ze had heel bijzondere gaves, waarvan een daarvan een voorspellende gave was. Ze heeft me meer voorspellingen gedaan, en ze zijn allen zonder uitzondering uitgekomen. Iets in haar heeft geweten destijds, dat jij er zou zijn. Daar ben ik van overtuigd.’

Hij geeft de envelop aan Roald, die het met bevende handen aanneemt. Hij opent de envelop en bekijkt de inhoud. Henk heeft niets gelogen, het contract is keurig opgesteld en door zowel Isabel als Henk ondertekent.

‘Dankjewel, Henk. Maar je had me dit niet hoeven geven. Het behoorde aan Isabel, niet aan mij. En nu ben je de helft van je bedrijf, waar je zo hard voor gewerkt en gevochten hebt, kwijt.’

‘Dat weet ik wel, Roald. Maar ik weet ook, hoeveel Isabel voor me gedaan heeft, ook in de tijden, dat het minder met mijn bedrijf ging. En ik weet ook, dat het bedrijf nu lang niet zo ver zou zijn gekomen, zonder dat jij er zou zijn. Dus ik heb veel aan jou en Isabel te danken. Dat vergeet ik niet. En ik weet zeker, dat Isabel zou willen, dat jij dit kreeg. Als het iemand verdiend, dan ben jij het.’

Roald is er gewoon stil van. Tranen van emotie lopen over zijn wangen. Hij laat zijn emoties gewoon de loop, en iedereen in de grill hut die dat begrijpt. Ester, Ingrid en Ada staan op om hem steun te bieden en omhelzen hem. Ze zijn ook zeer ontroerd, nu blijkt dat Roald voor de helft eigenaar is van HRT.

Henk en Hilde kijken vergenoegd naar het tafereel en Hilde wenkt Diana en Frank naar hun toe. Ook die laat het niet onberoerd en laten hun tranen rollen. Opeens vallen alle puzzelstukjes op de juiste plek. En terwijl ze daar in de grill hut zitten, breekt de bewolking open en een prachtige straal zonlicht verlicht het hutje. Het kan natuurlijk toeval zijn, maar voor iedereen in de hut lijkt het alsof Isabel haar glimlach over hun heeft laten glijden.

Ze maken er nog een mooie avond van, en het is behoorlijk laat als ze gaan slapen. Enkele dagen later maken Henk en Roald het nieuws bekend aan hun personeel, dat Roald nu voor de helft eigenaar is geworden van HRT en ook wat hun nieuwe plannen zijn.

Ook Diana wordt voorgesteld als de nieuwe directrice van HRT Medical, zoals het nieuwe bedrijf gaat heten. Diana is behoorlijk zenuwachtig, want dit is ze absoluut niet gewend. Maar als ze ziet hoe enthousiast men reageert op het nieuws, verdwijnt dat als sneeuw voor de zon.

Ook de nieuwe werknemer, de man met zijn zelfgemaakte prothese, Erik Lankhorst, is aanwezig. Hij maakt kennis met Diana en al snel zijn ze in gesprek met elkaar. Ze kunnen het duidelijk wel met elkaar vinden.

Roald maakt een praatje met de vrouw van Erik, die er een beetje verloren bij staat.

‘En, wat vind je ervan? Maken we een beetje goede indruk?’

De vrouw glimlacht. ‘Ja, het is overweldigend. Zijn ze hier in Zweden altijd zo vrolijk?’

Roald lacht. ‘Nee, wat dat betreft is het in Zweden net als overal. Alleen hebben we hier in het bedrijf een heel goed werkklimaat. Ik heb hier een beetje mijn Nederlandse achtergrond laten gelden. We werken hier met een opendeur beleid. Dat wil zeggen, dat als er iemand een probleem heeft, hij dit gewoon tegen zijn meerderen kan uiten. Daarvoor hoeft hij niet echt een afspraak te maken, hij loopt gewoon binnen, vooropgezet, zijn meerderen zijn dan wel aanwezig. En daar maken we ook tijd voor vrij. We plannen onze afspraken zo in, dat er altijd wel ruimte vrij is voor een luisterend oor. Dat is wel even wennen geweest voor iedereen hier, maar nu willen ze echt niet meer anders.

Hier hebben we een ontzettend laag ziekteverzuim, en verloop van personeel is er bijna niet. Sterker nog, sommige bedrijven hebben geprobeerd enkele personeelsleden weg te kapen met hoge salarissen. Het had niet eens effect. Geen enkel bedrijf kan hun bieden, wat wij hier doen. De mensen zijn hier meestal een kwartier tot een half uur eerder aanwezig en het duurt ook meestal net zo lang voordat ze hier weg zijn. Sommigen moeten we echt naar huis sturen, anders zouden ze nog amper thuis zijn.’

‘Zijn er werkelijk zulke bedrijven? Ik zou willen, dat ik bij zo’n bedrijf kon werken.’

‘Er zijn vacatures open, dus wat let je om te solliciteren?’

‘Ja, zeker hier in Zweden.’

‘Dat klopt, maar we hebben ook vacatures in Nederland en ook in Duitsland.’

‘Ik zal erover denken. Maar Erik had het erover, dat hij misschien een tijdje naar hier moest komen om zijn uitvinding uit te werken.’

‘Ja, dat is helaas nodig. Maar we doen er ook niet moeilijk over, als jullie liever in Nederland willen blijven. Maar om alles sneller te laten verlopen, is het wel beter.’

‘En hoe zit het met eventueel verhuizen?’

‘Hoe bedoel je? Naar hier? Dat kan ook. Je zal niet de eerste zijn, die naar Zweden verhuist. Ik ben er zelf ook zo een.’

‘Voordat Erik zijn ongeluk heeft gehad, hadden we het er al eens over om naar Zweden of Noorwegen te vertrekken. En nu hij hier bij dit bedrijf een kans kan krijgen, praat hij er weer over.’

‘Maar jij twijfelt nog?’

‘Je laat toch alles achter je. Maar aan de andere kant, het is wel wat we altijd gewild hebben.’

‘Ik zou er eens met Erik over praten. Er zijn zeker mogelijkheden om ook hier te komen werken, al had ik hem oorspronkelijk wel voorbestemd voor ons bedrijf in Nederland. En als jullie dan echt willen, dan willen wij jullie wel helpen met het zoeken naar huisvesting.’

Henk zegt: ‘O, dat kun je best aan Roald overlaten. Hij vindt voor iedereen, zelfs op de meest vreemde momenten, huizen. Je zou eens moeten zien in welk huis hij woont. Niet normaal, het is het mooiste huis uit de hele omgeving!’

‘Nou overdrijf je wel een beetje, Henk! Het is zeer zeker heel erg mooi, maar niet het allermooiste.’

‘Dan toch zeker wel het bekendste, buiten het kasteel dan.’

Roald lacht. ‘Ik moet toegeven, ik heb ook erg veel geluk gehad.’

Henk zegt tegen de vrouw: ‘Toen Roald hier kwam werken, kocht hij zich meteen dat huis. Het is eens zo groot als mijn huis! Maar het is wel een ontzettend mooi verhaal hoe het zo gekomen is.’

‘Dat is waar, maar dat ga ik nu niet vertellen. Dat duurt veel te lang!’

‘Dat is ook weer waar, maar wel zonde om het niet te vertellen.’

Erik komt weer naar zijn vrouw gelopen en zegt: ‘Heb ik je lang alleen gelaten, Lena?’

Ze schudt haar hoofd. ‘Nee, ik heb me prima geamuseerd. Je nieuwe baas schijnt een prachtig huis te hebben en we hadden het erover, dat we vroeger van plan waren naar het noorden te verhuizen.’

Erik knikt. ‘Ja, dat was nog voor het ongeluk. Daarna is het er gewoon niet meer van gekomen. Wie wil er nu een gehandicapte in dienst nemen.’

Roald lacht. ‘Ik! Je bent gewoon perfect voor ons bedrijf!’

De man glimlacht. ‘Dacht iedereen er maar zo over. Maar ik moet wel eerlijk zijn, mijn prothese is nog verre van af. Voor normaal gebruik is het goed genoeg, maar om er ook mee te sporten, dat lukt nog niet goed genoeg.’

‘Misschien dat het je nu wel lukt met de techniek, die we hier voor handen hebben, Erik.’

‘Daar hoop ik ook op. En ik heb een interessant gesprek gehad met Diana. Ze wil, dat ik een prototype ga maken voor een ex-collega van haar, die zijn arm en zijn been heeft verloren.’

‘Ja, ik weet wie ze bedoeld. Dat is haar motivatie om dit te gaan doen. Ze wil de wereld laten weten, dat er mogelijk een oplossing is, en dat een handicap niet meer een probleem moet zijn om volledig in de maatschappij mee te kunnen draaien.’

‘Klopt, en dat grijpt me ook wel. Maar als ik dat wil doen, zou ik dat hier moeten doen. Toen je ons vanmorgen hier rondgeleid hebt, wist ik meteen, hier is de knowhow en techniek om het voor elkaar te krijgen. Ik zou hier zulke grote stappen kunnen zetten, maar dat kan nu niet, omdat ik je beloofd heb in het bedrijf in Nederland te gaan werken.’

Roald kijkt hem aan en zegt: ‘Je hebt een contract met HRT, zoals al ons personeel. Dat wil dus zeggen, dat het voor iedereen mogelijk is om binnen het bedrijf elders te gaan werken. Contractueel hoef je dus niet in Nederland te werken, maar je kunt in elk willekeurige vestiging werken, indien daar een vacature vrij is, en je aan die eisen voldoet. En persoonlijk denk ik, dat je hier ook beter je werk kunt gaan doen. Maar dat is een keuze, die je zelf met je vrouw moet nemen. Maar mocht je dat besluiten, dan zullen we alles doen om je te helpen dat te verwezenlijken.’

De man kijkt Roald met open mond aan. ‘Meent u dat nu werkelijk?’

‘Ja, dat heb ik uw vrouw zojuist ook al uitgelegd. Misschien begrijp je nu, waarom er hier binnen het bedrijf zo weinig verloop van personeel is. Vacatures zijn hier altijd heel snel ingevuld, ook al kunnen ze elders meer verdienen. Al verdienen ze hier echt niet slecht.’

Erik zegt: ‘En waar moet ik zijn om te solliciteren?’

‘Bij de leidinggevende van het betreffende bedrijf of bij mij of Henk.’

‘Ow. Moet ik dan een brief sturen of zo?’

‘Niet nodig. Als je dit echt wilt, ben je bij deze aangenomen. Voor de verdere details moet je maar met Diana praten, zij zal immers je direct leidinggevende zijn.’

De mond van de man valt open. ‘Gaat dat hier zo gemakkelijk?’

Henk en Roald lachen. ‘Ja, zo gemakkelijk gaat dat hier. Maar praat er toch maar eerst over met je vrouw, voordat je overhaaste beslissingen neemt.’

De man knikt, maar Roald weet nu al, dat die beslissing eigenlijk al genomen is. Erik en zijn vrouw Lena nemen afscheid, ze willen even alles laten bezinken.

Ada komt bij Roald staan. Ze is echt enorm trots op hem, nu hij kenbaar heeft gemaakt, dat hij voortaan de nieuwe baas is van HRT. Maar ze vindt het minstens zo belangrijk, dat het personeel daar zo positief op heeft gereageerd. Ze loopt naar hem toe en geeft hem in het overstaan van iedereen een zoen, die er niet om liegt. Dat doet ze niet vaak, omdat ze vindt, dat ze zich als secretaresse professioneel moet gedragen. Openbaar doet ze dat maar heel weinig, maar nu kan het haar niet interesseren dat iedereen toekijkt. Het levert wel wat gejoel van het personeel op, maar daar trekken Roald en Ada zich niets van aan. Als ze uiteindelijk hun zoen verbreken, kijkt het personeel hun aan.

Roald lacht en zegt: ‘Wat? Hebben jullie nog nooit een man gezien, die zijn vrouw een kus geeft?’

Een van de mannen roept: ‘Jawel, maar we zien het zelden bij jou!’

‘Tja, hoewel iedereen wel weet, dat Ada mijn vrouw is, willen we er niet mee te koop lopen. Dat staat niet echt professioneel, zeker niet als er ook bezoekers zijn.’

‘Dus het is niet verboden, als ik hier mijn vriendin zou zoenen?’

Roald kijkt verbaasd. ‘Hoezo zou dat verboden moeten zijn? Dat heb ik nooit verboden, niet bij mijn weten.’

‘Dat wordt hier altijd zo gezegd. Omdat jij en Ada dat niet doen, denkt men hier, dat het verboden is.’

‘Nou, dan zal ik dat misverstand even uit de weg helpen, het is niet verboden. Waarom ook? Natuurlijk moet je het niet doen, als er bezoekers zijn, dat geeft niet zo’n goede indruk.’

‘Dus het is echt niet verboden?’

‘Nee, dat zeg ik toch!’

De man loopt dan naar een van de vrouwen in de ruimte en geeft haar ook een zoen, die er niet om liegt. En het is duidelijk, dat ze het helemaal niet erg vindt. Roald glimlacht en roept dan: ‘En waarom hoor ik nu geen gejoel?’

Dat laat het personeel niet op zich zitten en ze joelen uitbundig. De twee verbreken hun zoen en de man zegt dan: ‘Nou ja, dan kan ik het maar beter ook meteen bekend maken, Lea en ik gaan volgende zomer trouwen!’

‘Proficiat Sean! Ik wens jullie tweeën een voorspoedige toekomst tegemoet. En ik denk dat we dit wel een HRT huwelijk kunnen noemen.’

De man lacht. ‘Ja, dat kun je zo wel stellen. Maar je neemt het me toch niet kwalijk, als we ooit kinderen krijgen, dat ik die niet HRT ga noemen?’

‘Nee, maar Roald of Ada zou wel leuk zijn. Grapje natuurlijk, maar ik reken er wel op, dat jullie verder wel professioneel zullen blijven.’

‘Natuurlijk. Daar kun je op rekenen!’

Roald knikt en roept dan: ‘Nog meer verrassingen vandaag? Niemand? Dan gaan we weer hard aan het werk, want we gaan natuurlijk niet stilzitten. De concurrentie zit ook niet stil, dus waarom zouden wij dat wel doen. Maar ik heb nog wel een verrassing voor jullie.

Zoals jullie weten zal ik dit jaar meedoen met de Ironman in Kalmar, en voor wie wil komen kijken, hebben we een aantal gratis toegangskaarten. Ik heb er helaas maar dertig, dus er is niet genoeg voor iedereen, maar we proberen het wel zo eerlijk mogelijk te verdelen als er meer mensen interesse hebben.’

Er melden zich meteen een aantal mensen voor de kaarten. Een van de andere werknemers komt naar Roald toe en zegt: ‘Ik heb er geen nodig, maar dat weet je al.’

‘Ja, Karl. Jij ook succes met de halve. Maar pas maar op, dat je niet voorbijgelopen wordt door mijn vrouw.’

‘Als dat gebeurt, dan gebeurt het maar. Ik heb mijn specifieke doel gezet en ik ga niet kijken naar anderen, al zal ik natuurlijk wel proberen in een groepje mee te komen en daardoor mijn tijd te verbeteren.’

‘Dat ga ik ook proberen, al zullen mijn doelen wel een stuk hoger liggen. Maar een winst zal er voor mij wel niet in zitten.’

‘Dat zou helemaal een stunt zijn. Maar ik heb wel een vraag aan je. Ik heb gehoord dat je een shirt met reclame van het bedrijf hebt. Zou ik die dan ook een mogen hebben?’

‘Natuurlijk, dat gaan we wel voor je regelen. Kijk, ik ga zoiets niet aan iemand opdringen, maar als je er zelf om vraagt, mag dat natuurlijk wel.’

‘Nou, ik ben erg trots hier te mogen werken en als ik dat ook kan uitdragen tijdens een wedstrijd, dan doe ik dat graag.’

‘Dat hoor ik graag. En ook dat je trots bent om hier te mogen werken.’

‘Ja, dat is iedereen wel hier op het bedrijf. Je bent voor ons een voorbeeld.’

‘Ik? Echt waar?’

‘Ja, zeker! Je bent hier gekomen en meteen heb je een hele goede indruk achter gelaten. We stonden er toen ook echt niet van te kijken, dat je al snel directeur werd en dat je nu ook het bedrijf gaat overnemen, dat is gewoon logisch. Waarom zouden we daar niet tegenop kijken en een voorbeeld aan jou nemen? En daarnaast spoor je iedereen aan om gezond en sportief te leven. Voor mij was dat ook de reden mijn atletische vaardigheden weer op te pakken en te gaan trainen voor de triatlon.’

‘Dan voel ik me gevleid. En ik ben blij, dat ik ook mensen motiveer. Dan wil het zeggen, dat ik alles goed doe.’

De man neemt afscheid en gaat aan het werk. Dat doet de rest van het personeel ook. Roald blijft met Henk, Diana en Ada achter. Henk zegt tegen Roald: ‘Nou, dat was me net wel een behoorlijk compliment voor jou, Roald. Maar hij heeft gelijk, ik zie het hier iedere dag weer gebeuren. Je hebt werkelijk geen idee hoeveel invloed je hier hebt. Ik zag het vanaf de eerste dag al, dat je hier kwam. De manier waarop je met iedereen praat en interesse toont in wat ze doen, dat motiveert iedereen echt enorm. En dat komt omdat je oprecht bent en ook doet wat je ze belooft.

Met een andere manager zou HRT er nu echt niet zo goed voor hebben gestaan. Je hebt het net gehoord, ze zijn allemaal, stuk voor stuk, erg trots dat ze hier mogen werken. En dat zorgt ook voor de resultaten, die we nu hebben.’

Roald moet licht blozen. Ada lacht. ‘Het is waar wat Henk zegt, Roald. Je carrière is misschien wel snel gegaan, maar dat heb je ook helemaal zelf aan je te danken. En dat is ook de reden, waarom ik, maar ook Ester en Ingrid, zo van je houden. Je bent eerlijk en oprecht. Soms wel iets te direct, maar dat neemt iedereen hier voor lief. En daarnaast ben je gewoon ook een heel erg lieve man.’

Ze geeft hem een zoen, die Roald met liefde ontvangt. Dan geeft hij haar een licht tikje op haar achterwerk en zegt: ‘Zo, weer genoeg klef gedaan, weer hard aan het werk!’

Ada glimlacht en Roald zegt tegen Diana: ‘Zullen we dan maar meteen doorrijden naar de makelaar? Dan kunnen we pas echt gaan beginnen met HRT Medical.’

‘Ja, ik heb er nu ook echt zin in. Ik heb eigenlijk nooit iets willen doen in het bedrijf van mijn vader, maar hier heb ik echt veel zin in. Want hier heb ik het gevoel, dat ik ook echt mensen kan gaan helpen.’

‘Goed, dan rijden we daarna ook meteen even door naar Falköping.’

‘Naar Falköping? Waarom dat dan?’

‘Dan gaan we even op bezoek bij Helge. Je wist dit nog niet, maar hij heeft toegestemd voor ons te komen werken als proefpersoon. Je zei toch, dat je iets voor hem wilde doen, of niet?’

Diana is met stomheid geslagen. ‘Maar ik heb gisteren nog met hem gesproken en toen wilde hij nog niet!’

Roald lacht. ‘Dat moest hij ook van mij zeggen. Ik heb hem enkele dagen geleden aangeboden voor jou te komen werken, maar hij mocht je nog niets vertellen.’

Diana begint te lachen. ‘Soms laat je me echt volledig verrast staan door de dingen die je doet, Roald. Maar hoe ben je aan zijn nummer gekomen?’

‘Dat was helemaal niet zo moeilijk, als je vrienden hebt bij de politie. Zeker als dat jouw man is.’

‘Dus Frank wist hiervan?’

‘Natuurlijk! Je vader wist het ook, alleen jij niet. We vonden dat je wel een soort beloning had verdiend door Helge in te huren. En hij zei ook meteen ja, toen hij hoorde wat je ging doen. Daar hoefde hij niet eens over te twijfelen. De goede man huilde zelfs, toen ik hem aan de telefoon had, en ik hem die baan aanbood. Maar hij stond er wel op, dat we hem kwamen opzoeken. En ik begrijp hem wel.’

Diana knikt, ze begrijpt de man ook wel. Samen met Henk lopen ze naar de makelaar om daar te gaan praten over de aankoop van het pand wat ze op oog hebben. En die onderhandelingen zijn succesvol. Roald en Diana zijn tevreden, omdat ze een goede prijs hebben kunnen onderhandelen, en de makelaar is ook tevreden, omdat hij voldoende voor zijn cliënt eruit heeft kunnen slepen. Ze rijden meteen door naar Falköping, waar Roald zijn wagen voor het huis van Helge Holssom parkeert. Het is duidelijk te zien, dat het huis aangepast is.

Roald belt aan en even later komt Helge de deur opendoen. Hij zit in een rolstoel en woont overduidelijk alleen. Hij begroet Roald en Diana hartelijk. ‘Welkom en kom binnen. Let alsjeblieft niet op de rotzooi, mijn poetsvrouw heeft vakantie en dus is het wat rommelig.’

Ze lopen naar binnen, waar Diana wel een beetje schrikt van de rotzooi. Dit is echt niet omdat de poetsvrouw vakantie heeft, maar omdat er al een hele tijd niet gepoetst en opgeruimd is. Er hangt een bedwelmende lucht van rottend voedsel en het is er behoorlijk warm.

Diana zegt tegen Helge: ‘Waar is Ulve?’

De man slaat zijn ogen neer en zegt: ‘Ulve woont hier niet meer, Diana. Ze kon het niet meer langer aan om met mij te leven. Het is niet zo, dat ze niet meer van me houdt, maar omdat het moeilijk is om met mij samen te leven. Ik ben nog maar heel beperkt in wat ik kan doen, en eerlijk gezegd, heb ik ook wel verzuimd om er iets aan te doen om het beter te maken. Maar ik heb in een diepe depressie gezeten, waardoor ik het leven niet meer zag zitten. Nu heb ik daarvoor medicijnen en therapie, waardoor het weer wat beter met me gaat.’

‘Was het zo erg, Helge?’

De man knikt. ‘Weet je wat het voor een man betekent, als hij van de ene op de andere dag als manke door het leven moet gaan? Als ik gewoon ziek was geworden, dan had ik daar nog wel mee kunnen leven, maar dit was een te grote slag. Ik was kwaad op de wereld en iedereen had het gedaan, behalve ik natuurlijk. Sinds enkele maanden heb ik nu therapie, en ik begin nu in te zien, dat ik net zo veel schuld had. Ik was degene, die het risico genomen heeft, maar ik weet dat ik daar toen voor enkele andere mensen wel behoed heb voor ernstig letsel of zelfs de dood. En nu ik dat weer besef, probeer ik er ook weer wat aan te doen. Ik was eigenlijk net bezig om een aanvraag voor een prothese te doen, zodat ik misschien weer een beetje kon lopen, en toen belde je baas mij op.’

Roald lacht. ‘Even voor de goede orde, ik ben niet helemaal de baas van haar. Ze is nu directrice van HRT Medical, en ik ben voor de helft eigenaar van het complete concern. En later zal Diana de rest wel van haar vader erven.’

‘Ow, maar in ieder geval, je hebt veel te zeggen daar in het bedrijf, of niet?’

Roald knikt glimlachend. Diana zegt: ‘Wat heet, Helge. Hij heeft het bedrijf van mijn vader groot gemaakt, in slechts enkele jaren tijd. En het is niet meer dan redelijk, dat hij nu ook de helft van het bedrijf bezit.’

‘Zo, dan is hij een rijk man!’

‘Mwah, dat valt best mee. Ik zwem echt niet in het geld, maar ik moet toegeven, dat ik best veel geluk heb gehad.’

Diana lacht. ‘Dat kun je wel stellen, Roald. Weet je eigenlijk wel wie dit is, Helge? Heb je enkele jaren geleden niet gehoord van die man die met drie vrouwen getrouwd is door de koning?’

De man kijkt verbaasd. ‘Is hij dat? Dat zou je niet zeggen! En gaat hij nu ook met jou trouwen?’

Roald en Diana lachen hard. ‘Nee, laten we dat maar niet doen. Ik heb aan drie vrouwen echt meer dan genoeg. En Diana is echt gelukkig getrouwd met Frank.’

De man kijkt weer verrast. ‘Dat heb je me nooit verteld, Diana. Maar ik denk wel, dat jij en Frank goed bij elkaar passen. Gefeliciteerd!’

Diana glimlacht. ‘Dank je, Helge. Maar jij en Ulve zijn dus niet meer bij elkaar?’

‘Dat ligt wat gecompliceerder, Diana. We zijn niet uit elkaar, maar wonen ook niet meer bij elkaar. Ulve woont nu bij haar moeder, een paar straten verderop. Ze zegt, dat ze terug wil komen, als ik mezelf ga verbeteren. En daar wil ik echt alles voor doen, ik houd van haar met heel mijn hart.’

‘Dus met andere woorden, ze dwingt je eigenlijk om uit dat dal te komen.’

‘Ja, en dat is maar goed ook. Anders zou ik nu waarschijnlijk niet eens meer leven.’

‘Nou, dan ben ik blij, dat je in ieder geval de goede richting op gaat. En dan zullen we meteen maar even praten over wat wij van je gaan verwachten. En ik wil ook horen, wat jij van ons verwacht.’

Ze leggen Helge uit, dat ze hem minstens twee keer per week op het kantoor verwachten, zodat men zijn nieuwe protheses goed kunnen worden aangemeten en ook getest worden. En als het nodig is, verwachten ze ook van hem, dat hij vaker komt. En dan blijkt, dat Helge dat best wil doen, maar hij weigert te verhuizen en daar heeft hij gegronde redenen voor. Dat begrijpen Roald en Diana ook wel, maar dat is wel een probleem, omdat Helge ook geen auto heeft. Roald denkt na en pakt dan zijn telefoon. Hij loopt even naar buiten en begint te bellen. Helge zegt tegen Diana: ‘Wat gaat hij nu doen?’

‘Geen idee, maar als Roald iets in zijn kop heeft, dan gaat het ook gebeuren, al moet hij daar alles voor op de kop zetten. Roald is niet iemand, die zomaar nee accepteert.’

‘Dat had ik al gemerkt, Diana. Hij kan behoorlijk overtuigend zijn.’

‘Wat heeft hij gezegd, zodat je ja zou zeggen?’

‘Dat viel wel mee, maar hij gaf me heel duidelijk weinig andere keuze, dan met ja te antwoorden. En daar ben ik nu wel blij om. Het maakt me veel gemotiveerder om nu ook door te gaan. Misschien dat ik nu Ulve weer helemaal voor mij alleen kan terugwinnen.’

‘Dat is dan toch alleen maar goed. En Roald regelt het wel, dat je toch naar ons kantoor kunt komen. Een paar minuten later komt Roald alweer naar binnen.

‘Zo, dat is ook weer geregeld. Ik heb net met de gemeente van Lidköping gebeld, en ze zijn best bereid ons een subsidie te betalen, zodat we een aangepaste wagen voor rolstoelvervoer kunnen kopen. Maar daarvoor moet ik dan wel nog iemand aannemen, die in een rolstoel zit. En dat komt goed uit, want we hebben nog iemand nodig voor op het kantoor. En mij interesseert het niet, of die kan lopen of niet. Als die zijn of haar werk goed doet, dan is dat voor mij voldoende.’

Helge kijkt verbaasd. ‘Dus als ik het goed begrijp, ga je nog iemand aannemen, die in een rolstoel zit, zodat je dan een subsidie krijgt op de aankoop van een aangepaste auto? Alleen omdat ik niet kan en wil verhuizen?’

‘Nou ja, ik vind het belangrijk dat je naar het kantoor van Diana heen komt, en ik had toch nog iemand extra nodig voor op kantoor, en zo kan ik twee vliegen in een klap slaan. Waarschijnlijk was dat toch wel ooit gebeurd, maar nu gewoon wat eerder.’

Helge is met stomheid geslagen. Nog nooit heeft hij zo iemand ontmoet, die zo energiek problemen omzeilt en oplost.

Diana zegt lachend: ‘Ik zei toch, dat Roald niet snel nee accepteert. Als hij echt wil, dat er iets gaat gebeuren, dan gaat dat ook gebeuren. Hij is echt een man van zijn woord en hij vergeet nooit iets.’

‘Dat merk ik! Ik denk dat ik nu ook wel begrijp, waarom hij het bedrijf zo snel heeft laten groeien. Daar heeft je vader een gouden greep mee gedaan, door hem aan te nemen!’

‘Dat is zeker waar, maar het is allemaal zo toevallig gebeurd, dat had je nooit kunnen voorspellen. Zo heb ik Roald ontmoet, voordat hij bij mijn vader op bezoek zou gaan. Hij had hem ontmoet op de veerboot naar Zweden, en mijn vader had hem aangeboden om tijdens zijn vakantie eens langs te komen. Mijn vader vond het wel eens leuk om weer eens Nederlands met hem te kunnen praten.

En toen bleek, dat Roald al werkte voor het bedrijf, die mijn vader wilde gaan overnemen. En van het een kwam het ander, en binnen enkele dagen woonde Roald in Zweden, en ging hij bij HRT in Zweden aan de slag.’

Helge kijkt Roald verbaasd aan. ‘U bent Nederlander? Dat had ik echt niet aan uw uitspraak gehoord. En ook uw voornaam klinkt wel een beetje Scandinavisch.’

Roald glimlacht. ‘Dank je, ik doe mijn best om het Zweeds zo goed mogelijk te spreken. En ik ben trouwens vernoemd naar de schrijver Roald Dahl. En ja, toen ik voor HRT ging werken, gebeurde er alles heel snel. Ik ontmoette er Ester, dat is een van mijn vrouwen. En later ook haar zussen, Ingrid en Ada. Ik had ze ook al eens eerder ontmoet, ook op de veerboot, maar later kwam ik Ester tegen, en toen was ik al helemaal verkocht.

En toen ik bij HRT kon gaan werken, was het niet moeilijk om hier te gaan wonen. En het werd me ook heel erg gemakkelijk gemaakt. Ik blijk namelijk wel Zweedse roots te hebben. Mijn overgrootmoeder woont een klein stukje verderop van waar Diana’s vader woont. Ik wist helemaal niet dat ze bestond, omdat mijn grootvader eigenlijk een wees zou moeten zijn. Nu weten we, dat hij destijds gestolen is, toen hij geboren was.

In ieder geval, bij stom toeval heb ik mijn overgrootmoeder ontmoet en heb haar huis gekocht. Het goede mens heeft het me voor een prikje verkocht, maar ze wist heel goed dat ik haar achterkleinkind was. Maar ze heeft ons er niets over verteld. Pas later, toen ze stierf, bleek dat ze mijn overgrootmoeder was. Eigenlijk was dat wel jammer, want ze heeft mijn moeder en ook mijn grootvader nooit kunnen ontmoeten. Maar aan de andere kant, misschien was het ook maar beter van niet. De schok zou misschien te groot zijn geweest.’

‘Wow, wat een verhaal, zeg!’

Diana zegt tegen Helge: ‘Misschien ken je de naam van zijn overgrootmoeder ook nog wel. Ze was Isabel Drosben.’

Helge zet grote ogen op. ‘Wat? Hij is familie van Drosben? Geen wonder, dat hij zoveel klaar kan krijgen. Die vrouw had echt behoorlijk veel invloed, en als hij haar achterkleinzoon is, dan kan het niet anders, dat ze dat wel onthouden.’

‘Dat zegt nou iedereen, die ik ontmoet, maar ik begrijp nog steeds niet waarom.’

‘Weet je dat echt niet? Het is toch best goed bekend, dat Isabella Drosben in vrijwel elk groot bedrijf geïnvesteerd heeft. Vandaar dat ze zoveel invloed had.’

‘Ja, ik heb wel wat aandelen van haar geërfd, maar dat was echt niet zoveel, dat ik daarmee veel invloed ga krijgen.’

‘Dat verbaast me eigenlijk wel, of ze moet alles verkocht hebben. En dat kan ik me niet voorstellen. Maar misschien zoek je wel verkeerd, ze had de meeste investeringen niet op haar naam staan, maar via een bedrijfje. Hoe heette dat ook alweer, iets met Dros’

Roald zegt: ‘iets met Dros zeg je? Ik weet wel, dat ik aandelen heb van een bedrijf dat Drosmarket heet. Ik dacht, dat het een of andere winkel was.’

Helge lacht. ‘Nee, maar dat is de naam wel! Drosmarket! Dat bedrijf beheert al die investeringen. En als je daar aandelen van hebt, dan ben je een rijk man. Een heel erg rijke man!’

‘En hoe weet jij dat dan allemaal?’

‘Tja, je moet toch iets als je thuis zit, en ik heb het nieuws nogal gevolgd. Vooral het zakelijk nieuws, omdat ik dat ook al deed, toen ik nog niet gehandicapt was.’

Diana verduidelijkt: ‘Helge was inspecteur financiële delicten, Roald. Hij hield toezicht op strafbare feiten in die wereld.’

Roald knikt, hij begrijpt het.

‘Jammer dat je daarmee gestopt bent, je had toch best nog wat kunnen betekenen, ook al was je gehandicapt!’

‘Misschien, maar zoals ik al eerder zei, ik kwam in een zware depressie. Om er mee door te gaan, dat was het laatste waar ik aan dacht.’

‘Eigenlijk wel zonde, je lijkt er veel vanaf te weten, en je vergooit nu je talenten.’

‘Ach, misschien later. Maar niet meer bij de politie, daar wil ik niet meer terug.’

‘Als ik nog ooit iemand nodig heb voor zulk werk, dan weet ik waar ik moet zijn.’

‘Ik houd me van harte aanbevolen. Maar hoe gaat het nu verder?’

‘Het duurt toch nog even, voordat we zover zijn, dat jij kunt gaan komen, we hebben zojuist pas het pand gekocht, en iedereen moet zich nog even inwerken, dus het zal wel enkele weken duren, voordat we echt van start gaan. En tegen die tijd hebben we wel een oplossing om jou daar heen te krijgen. Of die wagen er dan al is, dat durf ik niet te zeggen, maar we gaan in ieder geval al wat regelen. En dan hoor je weer van ons.’

Diana zegt tegen Helge: ‘Wij houden in ieder geval contact, Helge. Maar de volgende keer dat ik hier kom, wil ik deze troep hier eigenlijk niet meer zien, Helge. Je bent straks een voorbeeld, en dan verwacht ik ook van je, dat het hier in ieder geval toonbaar is. Bovendien kan ik me niet voorstellen, dat Ulve bij je terug zou komen, als het hier zo’n puinzooi is.’

Helge knikt. ‘Dat is fair. En ik denk dat je ook wel gelijk hebt. Ik ga er meteen wat aan doen!’

‘Zo mag ik het horen, Helge. Ik bel je binnenkort weer op voor een nieuw bezoek, dan breng ik Frank ook wel mee.’

‘Dan beloof ik jou, dat het er hier een stuk beter uit zal zien.’

‘Daar reken ik dan ook op, Helge. Maar dan gaan we nu weer, ik moet naar huis, want ik ben tegenwoordig ook nog een mama en ik ben alweer veel te lang van huis.’

Roald zegt: ‘Maar goed, dat ik dan weer meer vrouwen heb, die nu op je kleintje letten.’

Diana glimlacht. ‘Dat is goed voor een keer, maar niet de hele tijd. Zo’n moeder wil ik niet zijn.’

Ze staan op en nemen afscheid van Helge. Tijdens de terugreis praten ze over hem.

‘Ik ben blij, dat hij er weer een beetje bovenop aan het krabbelen is, Roald. De laatste keer dat ik hem gezien heb, wilde hij niet meer leven.’

‘Hij lijkt zelf meer dan alleen een beetje opgekrabbeld te zijn, Diana. En wat zijn vriendin gedaan heeft, daar moet je ook bewondering voor hebben.’

‘Ja, dat is ook wel zo. Het is zo jammer, dat hij niet weg wil, maar hij kan ook niet. Nu gaan zou betekenen, dat hij haar helemaal zou moeten opgeven en dat is een te grote stap voor hem. En ik woon nu te ver weg om hem steeds in de gaten te houden.’

‘Dat gaat ook niet, Diana. Je hebt hier nu je leven en je verantwoordelijkheden. Je bent een moeder nu en ook nog eens een directrice van een bedrijf. Het enige wat je nu nog voor hem kunt doen, is zorgen dat hij bezig blijft en gemotiveerd. Meer kun je niet doen.’

‘Je zal wel gelijk hebben. Maar ik schrok wel een beetje, toen hij me daarbinnen liet. Het was er gewoon een puinhoop. Hij was zichzelf aan het verwaarlozen. En dat maakt dat ik me een beetje schuldig voel om zo’n slechte vriendin te zijn.’

’Jij bent allesbehalve een slechte vriendin, Diana. Je zorgt er nu voor, dat hij zijn leven weer terugkrijgt. Hoe kun je dan een slechte vriendin zijn?’

‘Maar dat was eigenlijk jouw idee.’

‘Nee, dat was het niet. Ik heb misschien gezorgd, dat het in een stroomversnelling is gekomen, maar het was uiteindelijk wel jouw idee. Jij hebt me altijd gezegd, dat je iets voor hem wilde doen. Nou, dat gaat nu ook gebeuren.’

Er rolt een traan uit de ooghoeken van Diana. ‘Je bent een goede vriend voor me, Roald. En ik begrijp echt heel goed, waarom Ester, Ingrid en Ada verliefd op je werden. Je bent lief, zorgzaam en ook nog eens verdomd lekker, zeker nu je zo hard aan het trainen bent voor die triatlon. Ik denk dat je nu een heel stuk lichter bent, dan je eerst was. Je was toen veel dikker.’

‘Ja, dat klopt wel. Ik weeg nu ongeveer nog 87 kilo en dat waren er honderd. Maar ik ben ook blij, dat ik jou als een vriendin heb. Samen met Frank maken jullie mijn leven compleet.’

Diana moet opeens giechelen. ‘Misschien moeten we nog eens naar dat eiland gaan, op het meer.’

Roald fronst zijn ogen en zegt: ‘Ow, dat is misschien nog niet eens zo’n slecht idee. Ik zal het thuis wel eens aankaarten. Ik weet zeker, dat de meiden er wel zin in hebben.’

Roald brengt dan Diana naar huis, omdat ze alweer bijna thuis zijn. Vlak voordat ze uitstapt, geeft ze Roald geheel onverwachts een kleine zoen op zijn lippen. En voordat Roald kan reageren, is ze alweer weg. Verbouwereerd blijft Roald achter. Hij start zijn wagen weer en rijdt naar huis. Als hij thuiskomt, is hij nog steeds een beetje verward. Ester ziet hem zo uitstappen en ze kent Roald meer dan goed genoeg om te weten dat er iets gebeurd is. Ze loopt naar hem toe en zegt: ‘Wat is er, Roald?’

Roald schudt zijn hoofd en zegt: ‘O, niets. Of in ieder geval niets ernstigs. Ik bracht net Diana naar huis en ze verraste me door me een zoen op mijn lippen te geven.’

‘Ben je daarvan zo van slag? Het is toch niet, dat je haar nog nooit gekust hebt, of wel?’

‘Nee, dat is het ook niet, maar ik vraag me af, waarom ze het deed.’

Ester glimlacht. ‘Nou ja, ik weet wel waarom ze die heerlijke lippen van jou niet kon weerstaan, terwijl ze helemaal alleen met jou in de auto zat.’

Ze trekt hem naar zich toe en geeft hem een tedere zoen op zijn lippen. Meteen verdwijnt Diana uit zijn gedachten en is zijn volledige aandacht weer bij Ester. Hij pakt haar op en draagt haar naar binnen. Ester gilt lichtjes van plezier. Roald draagt haar meteen naar de slaapkamer, waar hij haar zorgvuldig op bed legt, zonder haar ook maar iets pijn te doen. Ze weten allebei wat er komen gaat, en Ester kan niet gelukkiger zijn. Dit voelt als in het begin, vol passie en liefde.

Roald buigt zich over haar heen en begint haar kleine kusjes in haar nek te geven. Ester strekt haar nek, zodat hij haar hele nek kan kussen. Ze kan er geen genoeg van krijgen, vurige tintelingen van passie en lust schieten door haar lichaam, terwijl hij haar kust. En als hij dan ook nog zijn magische handen gaat gebruiken, verkeert ze al snel in een hemelse roes.

Haar wereld is nu die van Roald, ze hoort, ziet en voelt niets anders meer dan Roald. Zijn mannelijke geur bedwelmt haar en doet haar verlangen naar meer. Ze hoort niet eens de telefoon, die overgaat, luid rinkelend in de gang. En ze heeft enkel nog oog voor hem. En ze zou nergens meer anders willen zijn. Dit is haar plaats, bij Roald. Dat heeft ze altijd geweten.

Met zijn vingertoppen maakt Roald heel teder de knoopjes van haar blouse los en door die tedere bewegingen worden de knopjes van haar tepels hard. Met zijn vingertopjes streelt hij haar borsten, wat haar doet duizelen van genot. En als zijn lippen haar tepels raken, komt ze spontaan klaar. Ester is nu wel wat gewend, maar dit is voor haar het allerheerlijkste gevoel.

Roald gaat verder en ze voelt dat hij afzakt richting haar navel. Hij maakt cirkeltjes om haar navel en dat maakt haar gek van verlangen en ze kromt haar rug van genot. Ze kan absoluut niet meer stilliggen door dit hemelse genot. Roald voert de verwachting op en langzaam maakt hij de cirkels groter, totdat hij bij haar gleufje komt. Er is maar weinig nodig om Ester een orgasme te geven, die behoorlijk lang duurt. Ze is bijna van de wereld en verkeert in een heerlijke roes.

Maar opeens verandert haar roes. Ze ziet haar hartsvriendin Petra in haar gedachten. Petra huilt en zwaait naar haar en verdwijnt vervolgens in een rookwolk, die naar een helder licht leidt. Ester krijgt er kippenvel van, en plotseling is de rookwolk en het licht weg. Ze krijgt er kippenvel van, maar de lust en de passie, die ze had, zijn opeens verdwenen.

Roald merkt dat meteen en zegt: ‘Wat is er, Ester?’

Ester moet eerst even bekomen en zegt dan: ‘Ik weet het niet, Roald. Ik kreeg een hemels orgasme, maar opeens zag ik Petra. Ze huilde en verdween toen in een rookwolk, die naar een helder licht leidde. En opeens was alles weg. Ik ben bang, dat er iets gebeurd is, Roald!’

Dan horen ze opeens de telefoon in de hal rinkelen. Ester staat meteen op en rent naar de telefoon.

‘Hallo, Ester de Vries!’

Ze krijgt het bijna te kwaad, als ze de huilende stem van Tørre hoort. Roald kan haar nog maar net opvangen, terwijl hij de telefoon van haar overneemt. Daar hoort hij het verschrikkelijke nieuws, dat Tørre met horten en stoten aan hem weet te vertellen. Petra is aangereden door een dronken vrachtwagenchauffeur en ze was op slag dood. Dit is meer dat Roald kan hebben en hij moet zich echt vermannen als hij dit nieuws hoort.

Hij zegt Tørre toe, dat ze zo snel mogelijk naar hem zullen komen. Dan hangt hij op.

Ester zit volledig in shock, en Roald moet haar dragen, zodat ze niet op de koude vloer blijft zitten. Hij legt haar in bed. Hij gaat naast haar liggen en troost Ester, die nu hevig huilt om het verlies van haar hartsvriendin. Hij troost haar, zo goed als ze kan.

Dan hoort Roald de deur opengaan en aan de voetstappen hoort hij, dat Ingrid binnen is gekomen. Ingrid hoort het gehuil van Ester en ziet haar dan samen met Roald in bed liggen.

‘Wat is er aan de hand?’

Ester reageert niet eens en Roald zegt: ‘We kregen net een telefoontje van Tørre. Petra heeft een ongeluk gehad en dat heeft ze niet overleefd.’

Ingrid kijkt hem in shock aan. Ze kende Petra ook heel goed, en ze weet hoeveel Petra voor Ester betekende.

‘Dat meen je niet! Zeg dat het niet waar is, Roald!’

‘Ik zou willen, dat ik dat kon, Ingrid. Maar het is waar. Kun jij even bij Ester blijven? Ik moet Ada bellen en ook de zaak. Ik heb Tørre beloofd, dat we meteen komen.’

Ingrid knikt en gaat langs haar zus liggen. Samen delen ze het leed, terwijl Roald uit bed stapt. Hij pakt zijn telefoon en belt naar Ada.

‘He, Ada. Kun je zo snel mogelijk naar huis komen, liefje? Er is iets heel ergs gebeurd.’

Ada hoort aan de stem van Roald, dat het echt iets ernstigs moet zijn.

‘Ja, is goed. Maar wat is er dan gebeurd?’

‘Tørre belde net. Petra heeft een ongeluk gehad en dat heeft ze niet overleefd. Ester is helemaal in shock en ik heb Tørre beloofd, dat we naar hem toe zouden komen.’

‘Mijn hemel! Wat een ramp! Is het echt waar?’

‘Ik ben bang van wel, Ada. Kun je Henk inlichten?’

‘Ja, hij is nog hier. Ik zal het hem zeggen, en dan kom ik meteen.’

‘Is goed, dan zie ik je zo!’

Roald hangt op en zucht eens diep. Dan hoort hij een van zijn kinderen huilen. Hij gaat meteen naar ze toe, en zodra hij daar aankomt, kan hij al ruiken wat er aan de hand is. Hoewel hij treurt om het verlies van Petra, kan hij het niet nalaten om een glimlach over zijn gezicht te laten verschijnen. De kinderen zijn voor hem een bron van onuitputtelijke vreugde en liefde. En dat die nu met een vuile luier zit, dat kan hij haar echt niet kwalijk nemen. Met vaardige hand verschoont hij de vuile luier, en legt Anna weer in haar bedje.

Dan loopt hij terug naar de slaapkamer, waar Ester inmiddels weer overeind gekomen is. Roald vraagt aan haar: ‘Gaat het weer een beetje, Ester?’

Ze knikt. ‘Ja, het gaat weer. Het is alleen, dat Petra mijn hartsvriendin was.’

‘Ik weet het. Dat moet een zware slag voor je zijn. Maar ik ben er voor je.’

Ester glimlacht. ‘Dat weet ik, en daar ben ik ook blij om. Maar waar is Ada eigenlijk?’

‘Die komt eraan, Ester. Ze moest nog even wat afhandelen op het werk, maar ze komt meteen.’

‘En hoe gaan we naar Tørre toe? Per vliegtuig?’

‘Dat weet ik nog niet. We kunnen ook rijden, dat is misschien wel praktischer, maar we moeten ook nog een oplossing vinden voor onze kinderen.’

Ester knikt. ‘Als je zou willen rijden, Roald, dan zou ik dat liever willen doen. Dan kunnen we ze meenemen.’

‘Het is wel een heel stuk rijden, Ester. We zijn dan meer dan een dag onderweg.’

‘Dat weet ik, maar ik denk dat Ingrid en Ada ook mee willen, en wie moet er dan op de kinderen letten? En ik wil er ook niet de hele tijd anderen mee opzadelen.’

‘Dan rijden we, geen probleem. Wacht. Ik zal Lukas vragen, of hij met ons mee wil rijden.’

‘Gaat dat zomaar? Hij is toch in dienst van HRT?’

‘Niet helemaal, Ester. Officieel is hij bij mij in dienst, maar ik krijg geld van HRT om hem te betalen. Dat heeft te maken met belastingen. Dus ik kan hem vragen ons te brengen.’

‘Rijd jij dan met de andere wagen?’

‘Ja, daar was ik aan het denken. Wacht, ik loop meteen even naar hem toe, hij moet thuis zijn.’

‘Doe dat even, dan zou ik me veel beter voelen.’

Roald knikt en loopt meteen weg. Hij loopt naar het huis, dat vlak in de buurt is van zijn eigen huis. Hij klopt aan op de deur en Lara doet verbaasd open.

‘Hey, Roald! Moet je weg? Zal ik Lukas even roepen?’

‘Ja, roep hem maar even, maar eerst wil ik weten hoe het met je gaat.’

Lara glimlacht. ‘Heel erg goed. Dat Lukas voor jou is komen werken, is het beste wat ons kon overkomen. Ook dat we nu hier wonen, het heeft ons allebei goed gedaan.’

‘Daar ben ik blij om. Maar denk je, dat je Lukas een paar dagen kunt missen? We moeten dringend weg, een van onze vrienden is omgekomen bij een verkeersongeluk, en ik heb een chauffeur nodig om daar heen te rijden.’

‘Oei, dat klinkt niet goed! We hadden eigenlijk wel wat plannen, maar dat kunnen we wel uitstellen. Wacht, ik zal hem meteen even roepen.’

Ze loopt het huis in, en roept Lukas, die meteen komt opdraven. Roald legt hem uit, wat hij aan hem wil vragen en Lukas zegt meteen: ‘Natuurlijk breng ik jullie weg. Je bent toch mijn baas, en anders had ik het ook wel gedaan.’

Lara zegt tegen Roald: ‘En wie past er daar op de kinderen op? Jullie kunnen ze wel meenemen, maar ook daar zal er toch iemand op ze moeten passen.’

‘Daar hebben we nog helemaal niet over nagedacht. Dan zal er wel iemand van ons moeten achterblijven.’

‘En als ik nu eens meeging, dan pas ik samen met Lukas wel op jouw kinderen. Dan kunnen jullie je aandacht op die vriend richten, zonder dat je je druk hoeft te maken. Ze kennen mij inmiddels al, dus ik ben ook geen vreemde voor ze.’

‘Ik vind het een fantastisch aanbod, maar dat zal ik wel even thuis moeten vragen. Ester wilde er eigenlijk niemand mee opzadelen.’

‘Natuurlijk, Roald. Maar ik zou het graag doen.’

Lukas zegt: ‘Wanneer wil je vertrekken?’

‘Vandaag nog niet, ik denk morgenvroeg in alle vroegte. Het is behoorlijk ver rijden, tussen de 1200 en 1300 kilometers.’

‘Ik zal er klaar voor zijn. Dan ga ik vast vroeg slapen, zodat ik morgen helemaal fit ben.’

‘Ik ga ook vroeg slapen, want ik zal zelf ook moeten rijden, dat kan ik nu niet overlaten aan die drie.’

‘Waarom huur je dan geen busje? Dan hoef je maar met een auto. Dan kunnen we elkaar aflossen met rijden.’

‘Dat is misschien helemaal geen slecht idee, dat ga ik regelen.’

Roald bedankt het tweetal en gaat dan weer snel naar huis. Daar pakt hij snel zijn telefoon en regelt meteen een busje. Dat is gelukkig snel geregeld en dan gaat hij weer naar de slaapkamer.

‘Het is al geregeld, Lukas rijdt met ons mee, en ik heb een busje gehuurd, zodat we maar met een auto hoeven te gaan.’

‘Ah, dat is een goed idee.’

‘Ja, maar Lara bood aan om met ons mee te gaan, zodat ze daar op onze kinderen kan passen. Ik vind dat eigenlijk helemaal niet zo’n slecht idee. We willen allemaal Tørre helpen, maar ook al nemen we onze kinderen mee, we zullen toch voor ze moeten zorgen.’

Ester knikt. ‘Daar had ik nog niet aan gedacht. Als ze dat wil doen, vind ik het helemaal niet erg, wat jullie, Ingrid, Ada?’

Die zijn het er ook meteen mee eens en Roald belt dan meteen Lukas en Lara op. Hij informeert ze en Lukas stelt dan meteen voor om de huur bus meteen te gaan halen. Roald stemt toe en even later zijn ze onderweg naar de verhuurmaatschappij. Roald heeft zelfs de keuze uit verschillende bussen en hij kiest een bus, die wat luxer is uitgevoerd. Het kost wel wat meer, maar dat interesseert hem nu even niet zo veel. Ze zullen een lange tijd in de auto zitten, en dan is een beetje meer luxe niet overbodig. Bovendien ziet die bus er veel netter uit, en heeft die ook geen reclame op de zijkanten. Lukas rijdt de bus naar huis en Roald rijdt achter hem aan. Thuis hebben ze niet al te veel aandacht voor de bus, hoewel ze wel blij zijn, dat het vervoer nu geregeld is.

Roald en Lukas beginnen vast met het inladen van hun spullen, vooral speelgoed voor de kinderen en enkele koffers. Daar is ruim voldoende plaats voor. Als ze klaar zijn, gaat iedereen vroeg slapen. Roald wil morgen een heel stuk rijden, en dan ergens gaan overnachten. Om de gehele afstand in een keer te doen, dat is echt te ver. Alleen zou hij het wel doen, maar niet met zijn hele gezin. Dus heeft hij ergens een huisje geboekt, ruim genoeg voor iedereen.

’s Morgens vertrekken ze voor dag en dauw. Door de middernachtzon is het nu al licht, en Lukas rijdt het eerste stuk, zodat Roald nog wat kan rusten. Hij zal straks ook een stuk gaan rijden, want ze zullen vandaag minstens twaalf uren onderweg zijn. De reis loopt voorspoedig, maar door de vele stops die ze moeten maken, zijn ze pas ’s avonds bij het huisje wat Roald geboekt heeft. Gelukkig is dat geen probleem en kunnen ze het huisje snel betrekken. Ze leggen snel de kinderen op bed, en gaan dan nog wat buiten om het kampvuur zitten, dat Lukas en Roald hebben aangestoken.

Daar praten ze over Tørre en Petra. Lukas en Lara kenden Tørre en Diana niet zo heel goed, maar ze worden door Ester, Ingrid en Ada bijgepraat. Het geeft de beiden een beter beeld wat Diana voor de drie zussen heeft betekend. Maar heel laat maken ze het niet, want morgen willen ze weer op tijd verder. Ze willen proberen er rond de middag te arriveren, wat op zich mogelijk moet zijn. Ook daar heeft Roald een huisje geboekt, nu voor enkele dagen. Ze willen minstens tot de begrafenis blijven, en misschien ook nog wat langer, als dat nodig is voor Tørre.

De volgende dag vertrekken ze vroeg en komen ongeveer net na het middaguur bij hun huisje aan. Ze laden meteen hun spullen uit, en Lara bekommert zich meteen om de kinderen. Daardoor kunnen Roald en de drie zussen naar Tørre heen. Roald zegt tegen Lukas: ‘Blijf jij ook maar hier, Lukas. Het is niet nodig, dat je daar moet blijven. We blijven misschien wel tot ’s avonds, ik durf het nog niet te zeggen.’

Lukas glimlacht en zegt: ‘Dat geeft niet. Dan kan ik vast gaan oefenen voor later. Nu hopen dat het deze keer wel lukt.’

Roald kijkt verbaasd. ‘Wat? Is Lara weer zwanger? Waarom heb je niets gezegd?’

‘Dat wilden we wel doen, maar toen kwam je binnen om me te vragen je naar hier te brengen. En dat leek me wel wat belangrijker, dan dit nieuws. Dat kon ik ook later nog wel bekend maken.’

Roald roept Ester, Ingrid en Ada. ‘Hey, moet je nu eens horen. Ik hoor net dat onze buurtjes wellicht een kind gaan verwachten.’

Ingrid en Ada kijken verrast en zeggen dan: ‘Is het echt waar? Ow, we zijn blij voor je, Lukas! Waar is Lara eigenlijk?’

‘Dank je. Lara is nu Petr aan het wassen, die had een vuile luier. Ze zal zo wel komen.’

Lara komt dan net de kamer binnen gelopen, ze is net klaar met het verschonen van de kinderen.

‘Hey, Lara! Wat horen we nu? Ben je weer zwanger?’

Lara glimlacht breed en straalt van oor tot oor. ‘Heeft Lukas het al aan jullie verteld?’

Lukas bloost een beetje en zegt: ‘Ik versprak me een beetje tegen Roald.’

‘Het is niet erg, we wilden het toch al vertellen, maar het leek nu even niet zo’n goed moment. Daarom wilden we het eigenlijk later bekend maken, als we weer terug waren.’

‘Dat had je echt wel bekend mogen maken. Een beetje goed nieuws kan nu echt geen kwaad. Maar gefeliciteerd, Lara!’

‘Dank je, maar ik hoop dat het nu beter gaat. De vorige keer ging het na 4 maanden alsnog fout.’

‘We zullen voor je duimen, Lara. Maar daarom wilde je ook zo graag mee!’

‘Niet alleen daarom, Ingrid. Maar nu kan ik in ieder geval wel weer mooi oefenen. Ach, ik hoop toch zo, dat het nu wel goed gaat.’

Ada zegt tegen Ester: ‘Ben je niet blij voor hun, Ester? Je zegt er niets over!’

Ester glimlacht. ‘Ik wist het al, Ada. Lara heeft het me onlangs al verteld. We hebben toen al samen gehuild van geluk.’

‘Je wist het al? En dan zeg je niets tegen ons? Zelfs niet tegen Roald?’

Ester kijkt even op. ‘Ja, daar zeg je zoiets! Hoe is het mogelijk, dat Roald dat niet gemerkt heeft!’

Roald lacht. ‘Ik mis toch echt wel eens meer van jullie geheimpjes, en dat vind ik echt niet erg. Ik weet al zoveel van jullie geheimen, omdat ik zo scherp hoor.’

Dan zegt hij tegen Lara: ‘Dus binnenkort word jij dus ook moeder, gefeliciteerd!’

Lara en Lukas glimlachen. Ze zijn blij, dat het ze zo gegund wordt. Na enkele knuffels over en weer rijden Roald en de drie gezusters naar het huis van Tørre. Daar staan enkele andere auto’s, dus Tørre is niet helemaal alleen, wat ze wel wat geruststelt. Maar als Ester aanbelt, stormt Tørre naar buiten om in haar armen te vliegen. Het is duidelijk, dat Tørre ontroostbaar is. Ester vangt de arme drommel op en troost hem. Dat doen ook Ingrid en Ada. Roald houdt zich nog wat afzijdig, omdat hij Tørre en Petra minder goed kende.

Uiteindelijk krijg hij ook zijn kans om zijn medeleven om het verlies van Petra te betuigen aan Tørre. Dat doet hij in het Noors, wat hem een lichte glimlach oplevert van Tørre. Tørre bedankt hem, hij waardeert dit wel van Roald. Tørre leidt dan zijn nieuwe gasten naar binnen. Binnen zijn een aantal mensen, aan wie Tørre zijn gasten voorstelt.

Het valt Roald meteen op, dat er een man is, die veel gelijkenis met Tørre toont en die later een neef en goede vriend van Tørre blijkt te zijn. Zijn naam is Lasse Gutvallen. Hij is iets jonger dan Tørre, net 29 jaar oud, maar wel een aardige gast, met wie Roald meteen goed kan opschieten. Het is duidelijk, dat Tørre veel steun aan hem heeft, want Lasse krijgt het al snel voor elkaar, om Tørre te laten lachen. De sfeer begint dan al snel om te slaan in een wat warmere sfeer, waar men oude herinneringen ophaalt en lacht over wat er gebeurd is, zonder het verlies van Petra uit het oog te verliezen.

Op een gegeven moment zit Roald langs Lasse en ze praten over zijn drie vrouwen.

‘Wat ben jij toch een gelukskerel, Roald! Je hebt drie leuke en ontzettend mooie vrouwen aan je zijde.’

‘Daar ben ik me volledig van bewust. Maar het is toch ook moeilijk om tussen ze te kiezen, aangezien ze heel erg veel op elkaar lijken. Maar er zijn wel verschillen, al moet je daar erg goed op letten.’

Lasse knikt. ‘Ja, ze lijken veel op elkaar, maar zo moeilijk is dat toch niet? Dat is Ester, dat is Ingrid en dat is Ada. Ik zie het verschil goed!’

Roald kijkt verbaasd op. ‘Weet je, dat je de eerste bent, buiten mij, die ze zo uit elkaar kan houden?’

‘Meen je dat? Je moet wel even goed kijken, maar het is toch goed te zien!’

‘Dat zeg ik nou ook altijd, maar ze geloven me nooit.’

Roald zegt tegen Ingrid: ‘Ingrid, moet je horen, Lasse hier wist meteen wie je was, hij kon het verschil meteen zien tussen jou, Ester en Ada.’

Ingrid kijkt ook verbaasd op. ‘Werkelijk? Dan ben je de eerste, buiten mijn moeder en Roald, die dat voor elkaar krijgt!’

Ingrid praat dan verder met Lasse, en Roald ziet nu Tørre alleen staan. Hij betuigt zijn medeleven aan hem en dan zegt hij tegen hem: ‘En wat ga je nu doen, na de begrafenis?’

‘Ik weet het nog niet. Maar in ieder geval weg hier. Hier herinnert me alles aan Petra, en ik weet niet of ik dat wel kan hebben.’

‘Waarom kom je niet gewoon een tijdje bij ons logeren, Tørre? Ik weet dat je goed met Ester kunt praten en er is altijd wel iemand thuis om met je te praten.’

‘Dank je, Roald. Ik zal het overwegen. Ester bood me het net ook al aan, en wie weet doe ik dat ook nog wel. Eerst moet dit allemaal voorbij zijn, dan kijk ik wel verder.’

‘Haast je niet. Het aanbod staat en je hoeft maar even te bellen, dan hebben we een kamer voor je klaar.’

‘Ik zal eens kijken of wat langer vrij kan krijgen op mijn werk. Maar zoals ik zei, pas na de begrafenis.’

‘Begrijpelijk. Het zal zeker een schok voor je zijn geweest.’

‘Dat is het ook wel, al moet ik toegeven, dat onze relatie wel wat onder druk stond. Je weet dat we in de herfst zouden gaan trouwen en de bruiloft zorgde toch voor wat spanningen. Het is ook allemaal zo enorm duur om dat te doen. En ze wilde niet te veel toegeven, hoewel het wel moest. We konden de bruiloft, zoals zij dat wilde, gewoon niet betalen.’

‘Ik had er al van gehoord via Ester, Tørre. Ester vond ook dat Petra te veel wilde, maar ik begrijp Petra ook wel, ze wilde gewoon een perfecte dag. Trouwen doe je maar een keer en dat wilde ze goed doen.’

‘Dat gunde ik haar ook, maar ik weigerde ook om schulden te maken, alleen om een mooie dag te hebben. En dat gaf wel wat problemen.’

‘En verder waren er geen problemen meer?’

Tørre glimlacht. ‘Nee, niet sinds dat je me die tips hebt gegeven. Dat werkte echt heel erg goed!’

‘Kijk, dat was toch vooruitgang en misschien helpt het je verder in je leven nog.’

‘Dat hoop ik wel, maar daar wil ik nu nog niet aan denken.’

‘Dat begrijp ik. Sterkte man! Ik sta nou niet graag in jouw schoenen.’

‘Ik geloof je meteen. Dit is echt zwaar.’

Roald ziet Ester dan alleen staan. Hij trekt haar tegen zich aan, en ze laat zich gewillig tegen hem aan vallen. Zijn geur en zijn warmte doen haar goed. Het doet haar even alles vergeten, want de dood van Petra is haar echt zwaar gevallen.

‘Gaat het, Ester?’

Ze knikt. ‘Ja, maar het grijpt het harder aan, dan ik zelf verwacht had. Zullen we zo even naar Petra toegaan? Ze ligt hiernaast opgebaard.’

Roald knikt en wenkt dan Ada en Ingrid naar zich toe. ‘We gaan even kijken naar Petra. Gaan jullie mee?’

‘Ja, dat is goed.’

Ze lopen dan naar de slaapkamer naast de woonkamer, waar Petra ligt opgebaard. De begrafenisondernemer heeft werkelijk zijn best gedaan, Petra ziet eruit, alsof ze gewoon diep slaapt. De verwondingen, die ze had, zijn amper zichtbaar. In stilte nemen ze afscheid van haar, en na een kort gebed lopen ze terug naar de kamer.

De vader van Tørre is er ook. Roald praat met hem, en al snel krijgt hij in de gaten, waarom Tørre een hele tijd in Zweden heeft doorgebracht. Het is een nogal norse en eigenzinnige man, waar Roald met moeite een goed gesprek mee kan voeren. Het gesprek duurt dan ook niet heel erg lang. Het is dan ook voor iedereen bijna een opluchting, dat de man al snel vertrekt.

Als de man weg is, zegt Tørre tegen Ester: ‘Pff, blij dat hij weer weg is. Niet te geloven, dat die man mijn vader is. Maar goed, nu zal ik hem wel weer een hele tijd niet meer zien.’

‘Ja, hij is op zijn minst raar te noemen. Ik heb nog nooit iemand gezien, die zo nors keek, hij leek wel azijn gedronken te hebben!’

‘Hij is gewoon heel ontevreden met zijn leven, niets is goed genoeg. En hij was het er al helemaal niet mee eens, dat ik met Petra zou gaan trouwen. Hij was vandaag alleen maar hier om te kijken of het ook echt waar was, dat ze dood was.’

‘Meen je dat nou echt? Wie doet nu zoiets? Je kunt wel oneens zijn met iemands keuze, maar om zo te reageren?’

‘O ja, dat is typisch mijn vader. Ik denk niet dat hij op de begrafenis zal zijn. Maar ja, hij is mijn vader, wat kan ik eraan doen?’

‘Ben je wel zeker, dat hij je vader is? Ik bedoel, je bent zo anders dan hem!’

‘Ik lijk ook meer op mijn moeder, Ester. Ze was een goed mens, en toen ze stierf, was er hier voor mij de aardigheid af. Toen ben ik naar Zweden gegaan. Bij mijn vader kon ik niet leven, en ik was echt blij, dat ik Petra daar ontmoet heb. Maar als ik geweten had, wat me hier te wachten stond, dan was ik nooit teruggegaan naar Noorwegen.’

‘Je kunt toch de dood van Petra niet voorspellen, Tørre, niemand kan dat!’

‘Dat bedoel ik ook niet, Ester. Mijn vader had me die baan geregeld, in de hoop dat ik dan sneller hogerop zou komen. En ik had de hoop, dat het dan weer beter zou gaan tussen mijn vader en ik. Maar dat bleek ijdele hoop. Hij is zo mogelijk nog erger geworden.’

‘Waarom kom je dan niet terug naar Zweden? Verkoop hier de boel en kom bij ons in de buurt wonen. Bijna de hele vriendengroep van vroeger woont nu rond Lidköping, je zal je er daar best wel thuis voelen.’

‘Dat heb je me straks toch al een keer aangeboden?’

‘Ja, maar nu ik dit hoor, zal ik er alles aan doen om je hier weg te halen. Hier word je ongelukkig, dat zie ik gewoon aan je.’

Tørre zucht eens diep. ‘Goed, weet je wat? Ik kom een tijdje bij jullie logeren, Roald had me het net ook al aangeboden en ik weet dat je niet zal ophouden, totdat ik toegeef. En dan kan ik nog altijd zien wat ik doe.’

‘En als je niet alleen wilt komen, dan breng toch je neef mee. Dat is toch een goede vriend van je?’

‘Ik zal wel eens vragen of hij mee wil komen.’

‘Doe dat maar. Maar wij gaan weer terug naar huis, Tørre, ik wil onze kinderen ook weer niet te lang alleen laten, al heb ik een oppas. Maar morgen komen we weer.’

Tørre kijkt even verbaasd. ‘Hoe hebben jullie dat nu gedaan? Hebben jullie hier een oppas geregeld?’

‘Nee, meegenomen. Roald heeft zijn chauffeur en zijn vrouw meegenomen. Ze zijn ook goede vrienden van ons, en ze hebben zelf aangeboden om op de kinderen te passen, terwijl wij hier voor je zijn.’

Tørre lacht. ‘Zoiets kan ook alleen maar Roald verzinnen en ook nog voor elkaar krijgen. Je boft echt met hem, weet je dat?’

‘Dat weet ik. Maar ooit zal jij dat geluk ook weer vinden, Tørre, daar ben ik zeker van.’

Tørre glimlacht en geeft Ester een stevige knuffel. ‘Bedankt dat jullie gekomen zijn. Het doet me echt heel erg veel. Meer dan je ooit zult beseffen.’

Ingrid en Ada nemen nu ook afscheid van Tørre en als laatste ook Roald. Tørre zegt tegen hem: ‘Ester heeft me net overtuigd, dat ik een tijdje bij jullie moet komen logeren. En dat ga ik nu ook doen. Maar ik moet dat natuurlijk wel eerst even op mijn werk regelen.’

‘Dat spreekt voor zich. Maar ik ben blij dat je het doet, het zal goed voor je zijn.’

‘Dat denk ik ook wel. Even weg van dit alles, en in de buurt van vrienden, die me begrijpen. Dat heb ik ook nodig.’

‘Het komt wel goed, Tørre. Maar we zijn nu weg, morgen zien we je weer.’

Tørre geeft hem onverwachts een korte knuffel, en dan gaan Roald en zijn dames weg. In het vakantiehuisje vinden ze Lukas en Lara tussen de spelende kinderen terug. Maar eerst worden ze begroet door hun honden. Die hebben de lange reis ook gemaakt, en zijn blij hun baasjes terug te zien. Roald geeft ze de aandacht, die ze verdienen en vraagt aan Lukas: ‘Heb je ze al uitgelaten?’

‘Alleen aan het begin van de middag, en ik wilde ze eigenlijk zo meteen ook nog uitlaten.’

‘Dat doe ik wel, dan kan ik nog even wat rennen. Even mijn hoofd leeg maken.’

Ingrid zegt: ‘Ik ga met je mee, Roald. Ik wil ook even mijn hoofd leeg maken.’

Ze kleden zich snel even om, en de honden dansen al van plezier. Iedere morgen rennen ze met Roald mee, dus ze weten heel goed wat hij nu gaat doen. Na wat rekoefeningen gaan Roald en Ingrid op pad, op de hielen gevolgd door Zack en Eva. Ze vinden het heerlijk om te rennen, en bij Roald hebben ze volop de gelegenheid. Het rennen doet Roald en Ingrid goed. Na een kwartier stoppen ze bij een bankje en rusten even uit. Het geeft de beiden even de kans met elkaar te praten.

Ingrid zegt plotseling: ‘Roald, wat vond je eigenlijk van Lasse, je weet wel, die neef van Tørre?’

‘Oh, dat is wel een leuke vent, ik kon goed met hem praten. Maar waarom vraag je me dat?’

‘Zomaar, hij viel me gewoon op.’

Roald kent Ingrid goed genoeg om te weten, dat er meer is. Hij zegt dan ook: ‘We hadden elkaar beloofd geen geheimen voor elkaar te hebben, Ingrid. Kom op, voor de draad ermee!’

Ingrid zucht even diep. Ze weet dat Roald niet zal nalaten en zegt: ‘Zullen we eerst even daar op dat bankje gaan zitten?’

Roald stemt toe en ze gaan op het bankje zitten. Ingrid heeft toch wat moeite om te vertellen, wat ze nu moet gaan vertellen. Daarom zegt Roald: ‘Nou, Ingrid? Of moet ik het voor je vertellen?’

Ingrid kijkt Roald verbaasd aan. ‘Hoe wil je weten, wat ik je wil vertellen?’

‘Dat zie ik in je ogen, Ingrid. Je denkt bepaalde gevoelens te hebben voor Lasse.’

Ingrid kijkt geschokt naar Roald. ‘Is het zo duidelijk dan?’

‘Nee, maar ik ken je. En nu zit je met twijfels.’

Ingrid knikt en begint te huilen. ‘Roald, ik hou echt veel van je, maar hij gaf me hetzelfde gevoel, zoals Ester het altijd omschrijft, als ze jou ziet. Maar ik wil je ook niet kwijt! Ach, laat ook maar, het gaat wel weer voorbij!’

Ze wil opstaan, maar Roald houdt haar tegen. ‘Nee, we laten het niet zo. Wat hebben we afgesproken, toen we elkaar onze liefde verklaarden, Ingrid? Ik weet het nog heel goed, en ik weet zeker, dat jij het ook nog weet.’

Ingrid knikt. ‘We zouden altijd onze gevoelens over anderen kenbaar maken. Maar ik ken hem amper!’

‘Je kende mij ook amper, Ingrid. Dat is geen excuus. En de kans is groot, dat hij ook een tijdje blijft logeren, dus je krijgt dan ook een tijdje met hem te maken.’

‘Maar wat als ik nu verliefd op hem word? Hoe moet het dan?’

‘Dat is een zorg voor dan, Ingrid. Maar ik vind het belangrijk, dat jij hetzelfde gevoel krijgt, als Ester van mij krijgt. Ik kan je dat nooit geven, en dat weten we ook van elkaar. En ik wist al vanaf de eerste dag, dat dit zou kunnen gebeuren. En ook al word je verliefd op hem, dat hoeft nog niet te betekenen, dat wij niet meer van elkaar houden! Maar het zou wel betekenen, dat er iemand keuze moet gaan maken.’

‘Hoe bedoel je, Roald?’

‘Tja, jij hebt je werk hier als journaliste en columniste, en je werk op het bedrijf, en daarnaast hebben we nog een kind. Wil je dat allemaal achterlaten? Maar mocht het gebeuren, dan denk ik niet dat het een probleem zal zijn, Ingrid. Ik heb een tijdje met hem gesproken, en ik heb zo de indruk, dat er niet veel is, dat hem hier in Noorwegen zou houden.’

‘Denk je? Maar vind je het dan niet erg, dat je mij misschien verliest?’

‘Wie zegt, dat ik je verlies, Ingrid? Ik bekijk het anders, we voegen iemand toe aan ons gezin. Weet je, ik heb een tijdje geleden een hele rare droom gehad, waar dit in voorkwam. Ik heb er niemand over verteld, maar er is meer van die droom uitgekomen, dan me eigenlijk lief is. En als die droom helemaal uitkomt, dan zal zelfs ook Tørre bij ons blijven.’

Ingrid kijkt verbaasd. ‘Hoe bedoel je dat nu, Roald? Heb je een voorspellende droom gehad?’

‘Ja, zoiets. Het was echt heel vreemd en heel realistisch. Ik dacht eerst, wat een rare droom, maar toen bepaalde dingen gebeurden, wist ik dat het niet zomaar een droom was. Alleen de tijd waarin het gebeurde, is niet hetzelfde als in mijn droom, daar gebeurde het allemaal veel sneller.’

‘Dus je weet al ongeveer, wat ons te wachten staat, Roald?’

‘Ja, min of meer. Niet alles in mijn droom is ook precies zo uitgekomen, als ik droomde. Maar een hoop dingen weer wel. Zo wist ik wel, dat Petra zou verongelukken. Je hoopt natuurlijk, dat het niet gebeurt, maar het gebeurde wel. Maar ik kan er weinig aan veranderen, de dingen gebeuren toch wel, hoe ik er ook op reageer. Ik kan me er hoogstens op voorbereiden, dat het gaat gebeuren.’

‘Oei, het lijkt me niet altijd prettig om te weten, wat je allemaal staat te gebeuren, Roald.’

‘Dat is het ook niet, en gelukkig heb ik verder ook niet meer van die dromen gehad.’

‘Heb je al eens eerder zo’n droom gehad, Roald?’

‘Ja, heel vroeger. Ik was toen ongeveer een jaar of acht. Ik droomde toen, dat ik in Zweden kwam wonen, in een groot wit huis. En zie nu, waar ik woon! Ik heb er eigenlijk niet meer aan gedacht, totdat ik die rare droom kreeg. Toen herinnerde ik me weer die droom van toen.’

‘Bijzonder, Roald. Maar hoe moet het dan nu verder?’

‘Vergeet het meeste, van wat ik je verteld heb en doe normaal. Het komt zoals het komt, dat is gewoon ons lot. We kunnen de toekomst niet naar onze hand zetten, zelfs als je weet wat er staat te gebeuren. Maar zelfs dan is het zo, dat die voorspellingen niet betrouwbaar zijn. Laat ik duidelijk zijn, ik wil je absoluut niet kwijt, maar als het gebeurd, wil ik dat je weet, dat jou geluk voor mij het belangrijkste is. Ik heb altijd nog Ester, waarvan ik weet, dat onze liefde absoluut onvoorwaardelijk is. Bij jou en Ada is dat iets anders. Ik hou nog altijd onmetelijk veel van jullie, maar ik en jullie weten, dat ik je nooit dat kan geven, wat jullie eigenlijk verdienen.’

Ingrid huilt nog steeds, ze weet zich geen raad met haar gevoelens. Ze grijpt hem vast en huilt: ‘En ik wil je ook niet kwijt, Roald. Het voelt zo raar. Ik hou zo veel van je, dat het soms pijn doet, maar als ik hem zie, dan is het alsof ik zweef.’

‘Wat er ook gebeurt, Ingrid, we zullen niet minder van elkaar gaan houden. Maar het zal hoogstens anders worden. Zelfs al zou het tussen jou en Lasse niets worden.’

Ingrid knikt. Ze begrijpt, wat Roald haar duidelijk wil maken. Ze droogt haar tranen. Roald staat dan op en zegt: ‘Zullen we dan maar weer?’

Ze knikt en Roald roept dan de honden terug, die zich prima vermaken op het grasveld, waar Ingrid en Roald zitten. Ze ravotten en spelen lekker op het gras. Maar zodra Roald de beide honden roept, komen ze meteen naar hem toe. Een oudere man loopt toevallig langs en zegt: ‘Ze luisteren goed, die honden van u.’

‘Dat moet ook wel, als ik ze ongelijnd wil laten lopen. Het zijn eigenlijk jachthonden, al zijn ze daarvoor niet getraind.’

‘U jaagt niet?’

‘Een enkele keer, maar niet genoeg om de honden daarvoor op te leiden. Bovendien zijn het gewoon huisdieren, en als ik ze train als jachthond, dan is het moeilijker om ze binnen te houden, zeker met kleine kinderen.’

‘Dat is ook weer waar. Maar het zijn prachtige honden.’

‘Dank u. Niet te geloven, dat ik ze ooit langs de weg heb gevonden in een jute zak. Ze waren toen nog puppy’s. De man, die ze daar gedumpt had, was een beetje in de war, maar uiteindelijk is alles weer goed gekomen. Ze hebben nu een goed thuis, en dat is uiteindelijk het belangrijkste.’

‘Dat is absoluut waar. Maar u komt niet van hier, ook al spreekt u best een aardig woordje Noors. Ik hoorde u tegen uw vrouw Zweeds praten, maar u bent ook geen Zweed.’

‘Dat heeft u dan goed gehoord. Ik ben van oorsprong een Nederlander, al heb ik Zweedse wortels.’

‘Ah, dan heb ik dat toch goed gehoord. Ik ben van oorsprong ook een Nederlander, maar ik woon al bijna veertig jaar hier, hoewel ik ook een tijdje in Zweden heb gewoond.’

‘Ow? Waar dan?’

‘O, dat was in de buurt van Lidköping. Prachtige streek daar. Ik heb daar mijn vrouw ontmoet, die was daar op vakantie.’

Roald lacht. ‘Dat komt me bekend voor. Ik ging ook op vakantie naar Zweden en ben er niet meer weggegaan.’

De man lacht ook. ‘Tja, dan moet er daar toch iets in de lucht zitten! Maar waar woont u in Zweden?’

‘Ook vlak bij Lidköping. Om precies te zijn in Spiken, direct aan het Vänermeer.’

‘Spiken? Dat meen je niet! Daar heb ik dus vlakbij gewoond, in Granvik om precies te zijn. Vlak bij de haven. Maar als u direct aan het meer woont, waar dan precies?’

‘Op Kållands Husbacken, dat grote witte huis daar aan het meer.’

De man fronst zijn voorhoofd. ‘Dat huis ken ik. Daar woonde toch twee heel voorname mensen? Ik meen dat ze Drosben heetten?’

‘Ja, dat waren mijn overgrootouders.’

De man kijkt Roald geschokt aan. ‘Dat meent u niet! U bent familie van Isabel?’

‘Ja, kende u haar?’

‘Wat heet! Ze heeft ervoor gezorgd, dat ik mijn vrouw leerde kennen!’

Roald lacht. ‘Ja, daarvoor was ze wel het type. Ik heb de eer gehad om haar nog een korte tijd met haar door mogen brengen.’

‘Maar ik meende, dat ze geen kinderen hadden. Hoe konden ze dan uw overgrootouders zijn?’

‘Het klopt niet helemaal, dat ze geen kinderen hebben gehad. Ze hebben een zoon gehad, maar die is bij zijn geboorte ontvoerd. Het is een ingewikkeld verhaal, maar uiteindelijk is hij terecht gekomen in Nederland. En bij toeval ben ik weer bij haar terecht gekomen. Alleen wist ik toen nog niet, dat ze mijn overgrootmoeder was, daar kwamen we pas achter, toen ze stierf.’

‘Mijn God, wat een schok moet dat zijn geweest. En hoe klein de wereld dan ook weer is. Dus jij bent een echte Drosben? Ja, je hebt wel wat van Isabel in je, nu ik je beter bekijk. Vooral die ogen, die vergeet je niet snel!’

Roald glimlacht. ‘Mag ik u naam weten?’

‘O ja, natuurlijk! Ik ben Karel Goedvallen, maar omdat ze het hier altijd fout schrijven, heet ik hier Gutvallen.’

De schok had voor Roald en Ingrid niet groter kunnen zijn. Roald zegt meteen: ‘Misschien een rare vraag, maar heeft u toevallig familie, die Lasse Gutvallen heet?’

‘Ja, dat is mijn zoon, kent u hem?’

‘Ja, we hebben hem vanmiddag getroffen, toen we op bezoek waren bij Tørre Dønmannen, omdat zijn vriendin verongelukt waren. Daarom zijn we nu ook hier!’

‘Ow, ja, dat was werkelijk tragisch, dat ongeluk. Zo jong nog en zo ver van huis. Ze hadden nooit naar hier moeten komen, dat heeft ze alleen maar ongeluk gebracht. Ik snap Tørre wel, hij deed het in een poging nader tot zijn vader te komen, maar die man is het niet waard.’

Roald knikt. ‘Ja, het heeft ze niet veel geluk gebracht. We proberen Tørre te overtuigen terug naar Zweden te komen. Daar was hij wel gelukkig, maar hij schijnt er nog niet helemaal van overtuigd te zijn. We hadden hem gevraagd een tijdje te komen logeren, en eventueel Lasse mee te nemen, als hij dat liever heeft. Ik heb begrepen, dat Lasse zijn beste vriend is?’

‘Ja, dat kun je wel stellen. Lasse is al eens vaker naar Zweden gegaan om hem op te zoeken. En je hebt grote kans, dat Tørre dan inderdaad weer naar Zweden zou gaan, als Lasse er ook is. En ik zou het toejuichen als Lasse ook daar zou blijven. Hier is geen goede toekomst voor hem. Er is wel werk genoeg, maar hier heeft hij niet de juiste vrienden. De mensen, waarmee hij optrekt, hebben een twijfelachtig verleden, laat ik het zo zeggen. Ik zou hem liever ergens anders zien, maar wat kan ik nog doen? Hij is volwassen en heeft zijn eigen leven.’

‘Tja, daar doe je niets aan. Maar we hadden het net over hem. Wat doet hij eigenlijk voor werk?’

‘O, nu werkt hij als havenarbeider, maar eigenlijk is hij ingenieur elektronica.’

‘Kan hij dan hier daar geen werk in vinden? In Zweden heb ik de grootste moeite zulk volk te vinden!’

‘Hoe bedoelt u?’

‘O, ik ben directeur van een Hightech elektronicabedrijf in robotica, genaamd HRT. En we zoeken altijd goed personeel.’

‘O, zeg dat maar niet te hard tegen Lasse, want hij zou u meteen volgen naar Zweden.’

‘Als hij me de juiste papieren en referenties kan overleggen, zou dat geen probleem zijn. Maar ik zal het eens aan hem voorstellen.’

‘Ach, en wie weet kan ik mijn vrouw dan ook eens overtuigen weer eens op vakantie te gaan naar Zweden. Als onze zoon dan daar zit…’

Roald lacht. ‘U lijkt hem wel heel erg graag kwijt te willen.’

‘U kent de mensen niet, waar hij mee optrekt. Als u die wel zou kennen, dan zou u het begrijpen.’

Roald knikt begrijpend. ‘Nou, we moeten weer verder, het was prettig met u kennis gemaakt te hebben.’

De man knikt begrijpend en zegt: ‘Het was aangenaam om u te leren kennen. En als u werkelijk iets voor mijn zoon kan betekenen, zou dat erg veel voor me betekenen. En wie weet, zien we elkaar binnenkort weer eens!’

Ze geven elkaar de hand, en ook Ingrid geeft hem een hand. Ze lopen dan verder, en na een paar minuten zegt Roald lachend: ‘En hoe voelt dat nu, om je toekomstige schoonvader alvast te leren kennen, zonder dat hij het weet?’

Ingrid kijkt hem eerst verbaasd aan, en moet dan lachen. Ze geeft hem een stomp op zijn arm en zegt: ‘Dat moet eerst nog maar eens gebeuren, Roald! Je zei toch zelf, dat de toekomst niet helemaal vast stond?’

‘Dat klopt, maar wie zegt je, dat het niet gaat gebeuren?’

Ingrid lacht. ‘In dat geval heb ik in ieder geval een leuke schoonvader. Maar ik heb mezelf net wel een besluit genomen, Roald. Wat er ook gebeurd, ik blijf met jou getrouwd. Je bent nog steeds de vader van Anna en ik hou nog steeds heel veel van je. En wat er dan ook nog bij komt, die moet zich dan maar aanpassen. Je hebt gelijk, iemand moet dan keuzes maken, en die persoon ben niet ik.’

Roald glimlacht. ‘Dat wist ik toch al, Ingrid. En ik heb toch ook niet gezegd, dat jij keuzes moest gaan maken, of wel?’

Ingrid glimlacht terug. Ze voelt zich nu een stuk beter en vooral minder schuldig tegenover Roald. Ze rennen dan meteen terug naar hun huisje, omdat ze nu wel lang genoeg weg zijn gebleven. Eenmaal thuis gaan ze snel onder de douche. Het is een ruime douche, waar ze gemakkelijk met twee personen onder kunnen.

Roald is nog altijd getroffen van de schoonheid van de drie zussen en ook nu is dat niet anders. Hij gaat achter Ingrid staan, om haar te helpen haar rug in te zepen. Maar op de manier, waarop hij dat doet, weet Ingrid al, wat er gaat gebeuren. Ze lacht. ‘Je bent ook onverbeterlijk, Roald.’

Maar op dat moment streelt Roald haar al over haar schaamstreek, waardoor ze haar benen ietsjes meer spreidt. Roald fluistert haar in haar oor: ‘En jij bent geen haar beter, geil vrouwtje van me!’

Ingrid kan alleen maar knikken, want Roald weet zijn vingers goed te gebruiken. Hij heeft haar klitje al snel gevonden, en door zijn vaardige vingers zwelt die snel op en wordt nog gevoeliger. En omdat Roald achter haar staat, voelt ze ook zijn pik groeien. Die prikt in haar bilnaad en dat windt haar flink op.

‘Neuk me, Roald! Ik wil je!’

Dat laat Roald zich geen twee keer zeggen. Hij duwt haar voorover en zet dan zijn pik tegen haar natte lipjes. Langzaam duwt hij zijn pik naar binnen. Ze voelt nog steeds erg krap aan, ondanks dat ze al een kind heeft gehad, en ze het nog steeds heel regelmatig met elkaar doen. Haar natte, warme grotje omsluit zijn pik strak en heerlijk aan. Verhit begint Roald haar te neuken, en het duurt voor beiden niet erg lang voordat ze hun hoogtepunt bereiken.

Ontspannen komen ze uit de douche en kleden zich weer aan. Daar zit iedereen al op hun te wachten.

Ester zegt tegen Roald: ‘Jullie waren nog lang weg. Waren jullie de weg kwijt, of is er onderweg nog iets gebeurd?’

Roald lacht. ‘Nee, we waren niet de weg kwijt, maar we hebben wel iemand ontmoet, waar we een tijdje mee gepraat hebben. De vader van Lasse kwamen we tegen, een heel aardige en leuke man. Ik wist helemaal niet, dat zijn vader een Nederlander is.’

‘Een Nederlander? Maar hij heet Gutvallen?’

‘Ja, maar omdat ze het de hele tijd fout schrijven, heeft hij zijn naam laten aanpassen. Hij heet Goedvallen. Klinkt bijna hetzelfde, maar je schrijft het anders.’

‘Aha! Maar hoe ben je hem dan tegen gekomen?’

‘Toeval, we waren aan het uitrusten, toen hij interesse toonde in Zack en Eva, omdat ze zo goed naar me luisterden. En zo raakten we aan de praat.’

Ester lacht. ‘Zoiets kan ook alleen maar jou gebeuren, Roald. Waar heb je het met hem over gehad?’

‘Oh, over Lasse en over Tørre. En misschien dat ik voor het bedrijf weer een nieuwe werknemer erbij heb, zonder dat die het al zelf weet!’

‘Hoe bedoel je, Roald?’

‘Nou, Lasse is ingenieur elektronica. En je weet, dat ik zulke mensen heel hard kan gebruiken.’

‘Huh? En ik dacht dat hij in de haven werkte?’

‘Ook dat klopt. Maar zijn vader zou hem liever ergens anders aan het werk zien. Hij schijnt niet met goed volk om te gaan, en ik denk dat zijn vader bang is, dat hij in het criminele circuit terecht zal komen.’

‘Dan kan ik me wel voorstellen, dat zijn vader liever ziet, dat hij hier weg gaat. Maar moet je hem dat dan niet vragen, Roald?’

‘Daar verzin ik nog wel wat op. Er is nog tijd, Ester. Bovendien moet hij het zelf ook nog wel willen en ik wil me ook niet opdringen.’

‘Dat is ook weer waar. Verder niets gebeurd?’

‘Ingrid en ik hebben even over de toekomst gepraat.’

‘Hoezo dat? En waarover dan?’

Roald kijkt Ingrid even aan en Ingrid knikt, en begint zelf.

‘Over mijn toekomst, Ester. En over die van Ada en die van jou. En geen zorgen, het is niet ernstigs, maar wel ingrijpend. Roald heeft gewoon wat gezien en daar wat over gezegd. En daar had hij wel gelijk in. Ik wil er nu nog even niet te veel over praten, ik moet het zelf ook nog even laten bezinken. Later leg ik het je wel uit.’

‘Maar nu maak je me wel nieuwsgierig, Ingrid.’

‘Dat spijt me, maar ik wil dat nu echt nog niet vertellen. Maar ik beloof je, dat je het later te weten komt.’

Ester kijkt even verbaasd, het is niet echt normaal, dat haar zussen geheimen voor elkaar hebben. Maar Ingrid lijkt niet van plan te zijn om nu al toe te geven. Ze neemt dan maar genoegen met de belofte, dat Ingrid het haar later zal vertellen. Maar eerst zal ze Roald aan de tand voelen.

Ada denkt er ook het hare van, maar ze heeft wel een heel klein vermoeden. Ze heeft Ingrid zien praten met Lasse, en heeft gezien, dat het gesprek meer dan vriendschappelijk was. Ze zag de ogen van Ingrid oplichten, toen ze met Lasse praatte. Maar ze voelt zichzelf ook wel een beetje schuldig, omdat ze hetzelfde had, toen ze met Tørre praatte. Ze houdt van Roald, maar hoezeer Roald ook zijn best doet, hij kan haar nooit die warmte in haar hart geven, als haar echte liefde dat doet. Haar verborgen liefde, Tørre.
Trefwoord(en): Golf, Zussen, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...