Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 12-07-2019 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 15007
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 82 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Chantal vraagt me: ‘Je hebt leuke vrienden, John. Is die Stefan ook altijd zo?’
‘Hmm, hij was je meer aan het testen, Chantal. Normaal is hij wat minder uitbundig. Zoals de meeste van mijn vrienden. We doen wel stoer, maar we zijn mannen met kleine hartjes.’

Chantal glimlacht. ‘Dat idee had ik al. Dat is ook, waarom pap en mam je zo graag mogen. Je ziet er eigenlijk best stoer en mannelijk uit, maar je bent eigenlijk heel lief, en zorgzaam.’
‘Er is ook niets mis mee om als man goed voor de mensen, van wie je houdt, te zorgen. Ik vind dat een echte man zoiets juist moet doen. Ik heb me nog nooit geschaamd om met mijn moeder ergens naar toe te gaan, ook al zegt ze wel eens dingen over me, waar ik me dan weer voor schaam.’

Chantal lacht. ‘Wat voor dingen dan?’
‘Ach, vooral dingen, toen ik nog klein was. Ik heb toen wel eens met verf gespeeld. Daar waren mijn vader en mijn moeder niet heel erg blij mee, maar achteraf vertellen ze er nog graag over.’

‘Wat had je dan gedaan?’

‘De vloer met verf besmeurd. Ik dacht dat het vingerverf was, en die houten vloer, dat smeerde lekker weg!’

Chantal kijkt geschokt. ‘Dat zal me wel een kliederboel zijn geweest.’

‘Nogal! Ik kan me nog heel goed herinneren, dat ik toen een best pak slaag heb gekregen. Ik kon er enkele dagen niet door op mijn kont zitten!’
‘Oei, ben je dan veel geslagen door je ouders?’

‘Vrijwel nooit. Dat was een van de weinige keren.’
‘Oké, dan is het nog redelijk. En ik kan me ook wel voorstellen, dat je ouders boos waren.’
‘Ja, nu kan ik me dat ook heel goed voorstellen, maar destijds was ik nog maar vijf.’

Chantal gniffelt nog eens. ‘Maar ik had dat wel eens willen zien!’
‘Dat moet je mijn moeder vragen. Ze heeft toen foto’s gemaakt voor de verzekering. En ik weet zeker, dat ze die bewaard heeft.’
‘Dat zal ik zeker eens doen. Ik ben wel eens benieuwd, wat ik allemaal nog meer van verhalen over jou ga horen!’

‘Nog heel wat. En jij dan? Ben je altijd een heel braaf meisje geweest?’
‘Nee, dat ook weet niet. Maar zoiets als jij geflikt hebt, dat heb ik nooit gedaan. Wel eens per ongeluk de wasmachine aangezet, terwijl de deur niet goed gesloten was. Die sloot niet zo heel goed, en ik wilde mijn moeder helpen. Nou ja, ze kon moeilijk kwaad op me zijn, omdat ik het goed bedoeld had. Maar het was wel een hele ravage. Er stond vijf centimeter water in de kelder, want het water lekte door de houten planken heen.’

‘Dus dat was toch wel heel erg? En ben je verder nog wel eens stout?’

Chantal lacht. ‘Alleen als ik in de nabijheid ben van bepaalde personen, met de naam John Vliegers.’
‘Hmm, ik houd wel van een stout meisje. Alleen jammer dat ze niet zo stout is, dat ze bepaalde dingen wil doen.’

‘Daar heb je maar mee te leven, John. Pas als we getrouwd zijn, wil ik daar aan denken.’
‘Maak je geen zorgen, Chantal. Afgelopen nacht heeft me veel geleerd. Ik heb altijd gedacht, dat seks zo ontzettend belangrijk was. En dat is het nog steeds, maar ik heb geleerd, dat geven om en zorgen voor minstens zo belangrijk zijn. Dat gevoel, zoals ik dat bij jou heb, heb ik nooit eerder gehad. Het was opeens niet meer zo belangrijk om seks met je te hebben. Dat wil niet zeggen, dat ik er niet aan denk, maar ik kan er nu beter mee omgaan.’

Chantal kijkt verrast. ‘Ik vond afgelopen avond juist moeilijk voor me, John. Als we nog een stapje verder waren gegaan, weet ik niet, of ik me nog aan mijn belofte had kunnen houden. Daar ben ik toch wel wat van geschrokken. Ik had nooit verwacht, dat ik me zo zou voelen, dat ik zo zou hunkeren naar jouw lichaam. Dat heb ik ook nog nooit eerder zo gevoeld.’

Ik glimlach. ‘Dus hebben we afgelopen avond en nacht toch van elkaar geleerd. Ik heb geleerd, dat seks minder belangrijk is, en jij hebt geleerd, dat seks wel degelijk onderdeel is van een relatie.’

Chantal glimlacht en leunt verliefd tegen me aan. Ik streel haar met mijn rechterhand door haar lange haren, en zo rijden we verder naar Kampen. Precies om twaalf uur stop ik voor het huis waar Chantal woont, en ik zie dat Joris druk bezig is zijn nieuwste bezit stevig op te poetsen.

‘Voorzichtig dat je niet alle lak eraf poetst, Joris!’

Hij kijkt geschrokken op. ‘Wat? Doe ik het fout?’

Chantal lacht. ‘Nee, pap! Hij maakte een grapje!’

Joris zucht een keer. Ik geef dan Joris enkele tips, hoe hij zijn wagen het beste kan poetsen, en met welke middelen. Maar hij blijkt al enkele middelen gekocht te hebben, die ik hem adviseer.

Dan vraagt hij me: ‘En, hoe was de eerste nacht, zo samen alleen?’
‘Goed, heel erg goed.’
Hij kijkt Chantal aan. ‘En hoe vond jij het?’
‘Ach pap, hij is toch zo lief! We waren samen op de bank in slaap gevallen. Ik eerst, en toen heeft hij kussens en dekens van boven gehaald en heeft me netjes toegedekt. En hij is toen ook op de bank erbij komen liggen.’

Joris kijkt blij verrast. ‘Zo, dat is inderdaad wel heel erg lief en zorgzaam.’
Dan kijkt hij mij aan en zegt: ‘Dat zijn weer pluspunten voor jou, John!’

Ik lach en zeg: ‘En hoeveel pluspunten moet ik halen om Chantal bij mij vakantie te laten vieren?’
‘Dat moet ik straks even met Jolien overleggen, maar je gaat heel erg de goede kant op!’

Ik loop naar binnen, waar Chantal haar moeder omhelst en een kus op haar wang geeft.
‘En, hoe was je avondje alleen met John?’

‘Mam, hij is zo ontzettend lief voor me geweest! Hij heeft pasta voor me gekookt, en dat was echt heel erg lekker! En daarna hebben we lekker met elkaar gepraat en dingen over onszelf verteld. Dat was heel erg leuk. We zijn toen op de bank in slaap gevallen, en John heeft me toen met een dekentje toegedekt, en een kussen onder mijn hoofd gelegd. Zelf is hij aan de andere kant van de bank gaan liggen. Is dat niet ontzettend lief van hem?’

Jolien kijkt me verbaasd aan. ‘Nou, dat is inderdaad heel erg lief en ook romantisch van hem. En hij had ook nog voor je gekookt?’

Ik lach. ‘Dat ik mijn keuken niet uitgebreid gebruik, wil niet zeggen, dat ik niet kan koken, Jolien! Maar ik ben echt niet overal heel erg goed in, maar ik kan wel heel goed pasta klaarmaken.’

‘Als Chantal me zegt, dat het heel erg lekker is, dan geloof ik haar meteen. Wat heb je haar klaargemaakt?’
‘Linguine met tonijn en courgette en champignons in een pittige tomatensaus.’

‘Hmm, niet heel moeilijk om te maken, maar moeilijk genoeg om er fouten mee te kunnen maken.’

Chantal springt me te hulp. ‘Hij wist echt wel wat hij deed, mam. En hij heeft echt alles alleen gedaan. Ik mocht niet eens in de keuken komen!’

Jolien lacht. ‘Dan mag hij mij ook wel eens verrassen. Ik ben wel eens benieuwd.’
Ze kijkt me uitdagend aan en ik antwoord: ‘Dat klinkt als een uitdaging! Ik zou die uitdaging best wel aandurven, maar ik heb natuurlijk niet de juiste ingrediënten voorhanden!’

‘Zeg maar wat je nodig hebt, dan halen we dat voor je. En houd er wel rekening mee, dat je voor zeven personen moet koken.’

Ze kijkt me nog steeds uitdagend aan. Ik denk even na. ‘Dat moet me wel lukken, als is het natuurlijk wel even behelpen in de kleine keuken van jullie. Maar dan ga ik twee gerechten klaarmaken. Daarvoor heb ik lasagnevellen nodig. Die zou ik liever zelf klaarmaken, maar dan duurt het wel veel langer, en die in de supermarkt zijn ook niet zo heel slecht.’

‘Schrijf maar op, wat je nodig hebt, dan halen we dat voor je. Dan kun je vanavond meteen aan de slag!’

Ik lach. ‘Meteen voor de leeuwen? Goed, geen probleem. Geef maar pen en papier.’

Ik schrijf zo uit mijn hoofd de ingrediënten op. Ik moet alleen even goed narekenen, omdat ik de porties moet verdubbelen. Dus doe ik maar een inschatting en hoop maar dat het voldoende is.

Ik geef het papiertje aan Jolien. Ze bekijkt het en knikt goedkeurend. ‘Dit heb je al eens vaker klaargemaakt, dat zie ik al. Maar dan vraag ik me af, waarom je je keuken dan zo weinig gebruikt?’

‘Ik heb ook niet veel meer nodig, dan de oven en wat potten en pannen. Bovendien ben je normaal snel klaar met pasta klaarmaken. Alleen het gerecht, wat ik nu ga klaarmaken, dat duurt toch wel even. Maar het is de moeite waard. Meestal, als ik het klaarmaak, dan eet ik er twee dagen van.’

Chantal begint te lachen. Jolien kijkt verbaasd haar dochter aan. ‘Waarom moet jij nu weer lachen?’
‘Omdat ik de porties gezien heb, die John eet. Wat hij voor zichzelf klaarmaakt, daar kunnen wij met ons zessen al best goed van eten.’

Ik antwoord lachend: ‘Nu moet je niet overdrijven, Chantal. Ik geef toe, ik schep mezelf royale porties op, met reden. Dit goddelijke lichaam moet ook gevoed worden! Maar wie heeft er gisteren tot drie keer toe opgeschept?’

Chantal bloost. ‘Maar het was ook zo ontzettend lekker! Mam, hij deed er zelfs kaneel in!’
Jolien glimlacht. Ze heeft goed gadegeslagen, hoe ik en haar dochter reageren. Dat geeft haar goede moed en vertrouwen.

Ik moet dan weg, want ik moet mijn spullen naar het pension brengen, en dan gaan werken. Ik neem dan ook afscheid en rijd weg. Maar niet voordat ik beloofd heb om direct na mijn werk naar hun huis te komen, om dan het eten te komen bereiden.

Ik kom net te laat op mijn werk, wat echter geen probleem is. Henk groet me en zegt: ‘En, hoe is het dit weekend gegaan? Ik neem aan, dat het een succes was, want ik zag Joris al met zijn slee rondrijden!’

‘Het is fantastisch gegaan. Maar er is wel een en ander gebeurd.’

‘Ja, daar had ik vanmorgen al iets over gehoord. Jij bent nu met Chantal? En Melissa met een vriend van jou?’

‘Ja, precies zo is het gegaan. Het kan soms gek gaan in het leven. Maar ik durf nu rustig te vertellen, dat ik echt verliefd op Chantal ben. En het is ook echt wederzijds. Maar het is meer dan alleen verliefd zijn, Henk. Dit is alsof ik de ware getroffen heb. Ze heeft bij mij iets wakker gemaakt, dat ik nog niet eerder kende.’

‘Zo, dat klinkt al serieus. Dus dan zien we je wel vaker hier in Kampen?’

‘Of ook niet, Henk. Chantal kan ook naar mij toe komen.’

‘Dat kan natuurlijk ook, maar ik zie Joris en Jolien dat nog niet zo snel toestaan.’

‘Hmm, dan heb ik nieuws voor je. Chantal gaat in Maastricht studeren.’
‘Wat? En ik dacht dat ze in Zwolle studeerde?’
‘Dat deed ze ook, maar voor haar richting kon ze beter naar een ander conservatorium gaan. En die keuze heeft ze nu gemaakt.’

‘Zo, dat is inderdaad nieuws. Maar dat wil nog niet zeggen, dat ze nu ook toestaan, dat Chantal bij je blijft slapen!’
‘Dat klopt, maar daar wordt ook al aan gewerkt. Schijnbaar vertrouwen ze me toch wel heel erg veel, want ze hebben ons al toegestaan, dat Chantal een nachtje langer bleef slapen.’

Henk kijkt geschokt. ‘Wat? Dat meen je niet!’
‘Toch echt waar, dat is ook de reden, waarom ik wat laat was. Maar er is niets gebeurd. We zijn gewoon op de bank in slaap gevallen, en dat is alles. Maar meer had dat ook niet moeten zijn. Het was gewoon een hele fijne avond, en we hebben al een en ander over elkaar geleerd.’

Henk kijkt me verbaasd aan. ‘Dat klinkt toch al best serieus, John. Maar ik had werkelijk nooit gedacht, dat ze zoiets zouden toestaan. Ik bedoel, zelfs Johan mocht een hele tijd niet bij Helen slapen.’

‘Ja, dat hebben ze me verteld. Maar Melissa wilde ook zoiets, maar dat mocht ze niet.’
‘Dan moet het wel aan jou liggen, John. Maar daar sta ik niet zo gek van te kijken. Jij bent zo’n persoon, waarvan je al meteen weet, dat je hem kunt vertrouwen. Dat merk ik ook aan de reacties van de klanten. Ze zeggen wel: ‘Is die Limburger er weer?’, maar niet op een vervelende manier. Ze mogen je graag. Ze kijken hier graag de kat uit de boom, maar jij trekt je daar niets van aan. Alleen hebben ze wel wat opmerkingen met je directheid. Maar dat is wie je bent, John. Alsjeblieft, verander nooit. Want juist dat maakt je zo’n mooi mens.’

Ik moet zelfs licht blozen van het compliment. ‘Uhm, dankjewel voor het compliment!’

‘Ach, het is toch ook waar, en dat mag ook wel eens gezegd worden. Ik ken niemand, die je niet graag ziet.’

Gelukkig hoef ik me niet te lang generen voor al die complimenten, want dan komen de eerste klanten binnen. En ze blijven maar komen, tot het sluitingstijd is. Dan haast ik me naar het pension om me om te kleden en rijd dan door naar Chantal. Ze ziet me al aankomen, en doet zelf de deur open, zodat ze me kan begroeten met een zoen.

‘Drukke dag gehad, John?’

‘Pff, het leek maar niet op te houden vandaag. Ik ben blij, dat ik afgewerkt ben.’

‘Och arme! En dan moet je hier vanavond ook nog eens koken!’

Ik haal mijn schouders op. ‘Dat vind ik niet zo erg. Ik houd wel van een goede uitdaging op zijn tijd.’
Ik begroet de rest van de familie, die binnen zitten, ook en zeg dan: ‘Dan ga ik maar eens aan de slag.’

Gelukkig krijg ik wel wat hulp van Jolien, maar Chantal wordt door Jolien vakkundig buiten de keuken geweerd, opdat ze me niet kan afleiden. Bovendien wil Jolien met eigen ogen zien, of ik ook wel echt wel iets in mijn vingers heb. Maar ze helpt me alleen daar, waar ik net een paar handen meer nodig heb. Alleen heeft ze mijn uitdaging net wat groter gemaakt, door ze me niet de blikjes tomatenpuree heeft gehaald, maar verse tomaten. Maar daar weet ik ook wel raad mee.
Op het gebied van pasta hoeft ze me echt niets te leren, en ik weet ook wel raad met verse producten. En zoveel werk is het nu ook weer niet om van tomaten een pastasaus te maken. Zeker niet als Jolien me wat werk uit handen neemt door de tomaten in blokjes te snijden.

Maar intussen vraagt ze me behoorlijk uit, over afgelopen avond. En ik geef haar ook naar eer en geweten antwoord. Bovendien durf ik bijna met zekerheid te zeggen, dat ze ook een soort kruisverhoor op Chantal heeft toegepast. Ik vertel Jolien, dat ik gek genoeg niet veel behoefte heb gehad, die avond seks te willen hebben met Chantal.

Jolien kijkt me verbaasd aan en zegt: ‘Nou, daar heb ik toch mijn twijfels aan, John. Chantal heeft me iets heel anders verteld.’
‘Nee, dan heb je dat verkeerd begrepen. Ik zeg ook niet, dat er niet een moment is geweest, dat die behoefte er even heel sterk was. Want dat moment is er wel heel sterk aanwezig geweest. Zelfs zo sterk, dat we bijna de fout in gingen. Maar door een eenvoudige gedachte aan zoiets als een foto, was dat moment snel voorbij.’

‘Een foto?’

Ik knik. ‘Ja, een foto. Ik wilde een foto van Chantal hebben. Licht erotisch, waarbij je haar lichaam ziet, en je weet dat ze naakt is, maar toch niets ziet.’

Jolien kijkt geschokt. ‘Heeft ze helemaal naakt voor je gestaan?’

‘Nee, zover zijn we ook weer niet gegaan, al heeft ze me haar borsten laten zien. Maar als je wilt, kan ik je die foto wel even laten zien, het is echt een mooie foto geworden.’

Ik pak mijn telefoon en laat Jolien de foto zien, die ik van Chantal gemaakt heb.
Ze kijkt met veel interesse en zegt: ‘Op zich is het inderdaad een hele mooie foto. Je ziet haar borsten niet, maar het is duidelijk, dat haar bovenlichaam naakt is. Daar is op zich niets mis mee. Maar ik neem aan, dat die voor jezelf bedoeld is?’

‘Natuurlijk! Misschien dat ik die nog aan mijn beste vrienden zou laten zien, maar dan alleen vanaf mijn telefoon. Dat is iets, wat we onder elkaar doen. Ze maken foto’s van hun vriendinnen en vrouwen, maar je kunt nooit iets zien. Dat is ook de afspraak. Alleen laten zien, niet delen. Dat doe je niet met je vriendin.’

‘Oké, niet echt gebruikelijk, maar wel acceptabel. En ik moet echt toegeven, dat je een mooie foto hebt gemaakt.’

‘Dank je. Die koester ik ook. Maar Chantal heeft ook een foto van mij gemaakt. En wat vind je van deze foto van ons twee?’

Ik laat haar die foto zien.

‘Ach, dat vind ik nou heel erg leuk! Daar zou ik wel een afdruk van willen hebben, dan kan ik die hier op de schouw bij de foto’s van de rest zetten.’

Ik kijk verbaasd. ‘Ben ik opeens al goedgekeurd?’

Jolien glimlacht. ‘Wat mij betreft wel, John. Bij jou heb ik het gevoel, dat ik je bijna blind zou kunnen vertrouwen. In het begin had ik nog wel mijn bedenkingen, maar na afgelopen weekend had ik die nog maar amper. En gisteren was inderdaad een test voor jullie. Daarmee hebben jullie wel bewezen, dat jullie het kunnen. En natuurlijk zal de verleiding er blijven, en als dan toch de verleiding te groot mocht zijn, dan geloof ik niet, dat jij de man zult zijn om haar dan te laten zitten. Zo ben je niet, zo zit je niet in elkaar.’

‘Beginnen jullie nu ook nog eens een keer om me zo ontzettend complimenten te geven? Henk deed dat vanmiddag ook al, ik word er bijna verlegen van!’

Jolien lacht. ‘John, je bent gewoon een hele goede man, en geloof me, ik zou normaal echt nooit zo gemakkelijk mijn dochter aan jou toevertrouwen. Of aan wie dan ook. Maar je kwam hier binnen, je toonde geen angst, maar wel respect. En achter dat stevige lichaam van je zit een hartje van goud. Ik geloof niet, dat je een vlieg kwaad zou doen, of er moet iets zijn, dat je heel erg raakt. Je deelt misschien niet hetzelfde geloof als ons, maar je toont wel begrip, en je verdiept je ook in de mensen om je heen. Dat alles maakt, dat ik je zo goed vertrouw, dat ik straks met Joris ga praten, om Chantal toe te staan bij jouw vakantie te vieren.’

‘Wow, een hele toespraak. Ik voel me gevleid, dat u me zoveel vertrouwen schenkt. En wat betreft Chantal, daar maakt u me heel erg blij mee.’

Ze glimlacht, maar kijkt me dan bestraffend aan. ‘Maar noem me niet mee U, dat is voor oude mensen, of voor vreemden. Jij maakt nu deel uit van onze familie, dus zeg alsjeblieft Jolien tegen me.’

‘Dat zal ik dan ook voortaan doen. Maar waarom sta je vandaag me zo op de vingers te kijken, terwijl ik het eten klaar moet maken?’

Jolien lacht. ‘Om je uit te dagen, maar ik wist al, dat je lef genoeg had, om die uitdaging aan te gaan. En ik wilde weten, of je het echt wel in de vingers hebt. En ik heb allang gezien, dat je geen grootspraak hebt gedaan. Maar dat had ik ook niet van je verwacht. Want dat past je niet!’

Ik glimlach en zeg: ‘Nou, dan hebben we lang genoeg staan te kletsen, want de saus brandt bijna aan. Zou jij anders even het gehakt kunnen aanbraden? Gewoon aanbraden, het moet lekker korrelig, maar nog wel sappig zijn.’

Jolien glimlacht, en doet wat ik van haar vraag. Ik houd me bezig met de saus, er moeten heel wat specerijen door om het goed op smaak te brengen. Ook de pepers gaan door de saus, waarbij ik een deel apart houd voor een pittige salsa. Jolien kijkt geschokt toe, als ik de pitjes van de pepers begin te hakselen en die bij de salsa doe.

‘Oei, dat gaat lekker pittig worden! Waar heb je dat voor nodig?’

‘Voor bij de cannelloni’s. Die worden ook met de pastasaus gevuld, maar ik vind het lekker om ze dan in een lekkere pittige salsa te dippen. Maar die salsa maak ik straks even af. Daar doe ik straks nog wat ingrediënten bij.’

Jolien kijkt me verbaasd aan. ‘Cannelloni’s? Dat ken ik niet.’

‘Dat zijn een soort pastarolletjes, die maak je van lasagnebladen. Smaakt best wel lekker. Maar ik maak ook nog lasagne, maar dan weer met een iets andere smaak.’

‘Toe maar! Mijnheer maakt gewoon twee gerechten klaar!’
Lachend zeg ik: ‘Geen mijnheer voor jou, gewoon John!’

Jolien moet hard lachen. Ik leg inmiddels de lasagnebladen in kokend water, zodat ik ze straks kan oprollen om er cannelloni’s van te maken. In een andere pan staan inmiddels groenten te koken. Die zijn ook al gaar.

Ik moet nu even improviseren, want de keuken is niet zo groot, en de oven is minder groot, dan bij me thuis. Maar met hulp van Jolien lukt het me toch om alles op tijd klaar te krijgen en ook nog allemaal in de oven te krijgen. Dan nog even de gebruikte spullen afwassen en opruimen, en dan zit het overgrote deel van het werk erop.

Jolien roept naar de woonkamer, waar de hele familie zit te wachten: ‘Jongens, kunnen jullie de tafel dekken? Over een goed kwartier gaan we eten.’

Er komt meteen beweging, want iedereen heeft nu wel flinke honger gekregen. In een mum van tijd is de tafel gedekt, en zit iedereen al aan tafel te wachten. Maar voordat het eten in de oven klaar is, komt Helen, de verloofde van Johan, binnen. Ze wordt meteen uitgenodigd om mee te komen eten, dat ze accepteert, hoewel ze al gegeten heeft. Maar dat maakt niet uit, ik heb meer dan genoeg klaar gemaakt, althans dat hoop ik. Er wordt een bord bijgeschoven aan tafel, en enkele minuten later kan ik de gerechten uit de oven halen en op tafel zetten.

Helen kijkt verbaasd, dat ik het eten serveert. Ze kijkt me aan en zegt: ‘Heb jij gekookt?’
‘Ach, kleine tegenprestatie voor afgelopen weekend. Jolien, Melissa en Chantal hebben zo lekker gekookt, dat moest ik toch wel weer een keer goedmaken.’

Er wordt gelachen. Jolien zegt: ‘Wel oppassen, John! Anders ga ik nooit meer voor je koken!’
Ik antwoord met een brede lach op mijn gezicht. Ik zet dat ook mijn salsa op tafel en zeg: ‘Dit is voor degenen, die de moed hebben deze pittige salsa te proberen. En ik waarschuw ook echt, dit is behoorlijk pittig. Jolien heeft een beetje geproefd, maar die meende dat haar tong eraf brandde!’

Jolien lacht. ‘Nou, zo erg was het nu ook weer niet, maar het is inderdaad wel flink pittig. Hoewel ik het toch zeker ga proberen. John zegt, dat het de cannelloni nog lekkerder doet laten smaken.’

Na een kort gebed wordt dan begonnen met het eten. De lasagne is al snel op, en dat lag er echt niet aan, dat ik te weinig gemaakt had. Iedereen kon twee porties pakken, maar het was niet genoeg voor nog een derde portie. Maar gelukkig waren er nog de cannelloni’s, en die vallen ook goed in de smaak.
Voor Helen is de salsa toch ietsjes te heftig, en voor Melissa ook. Maar Chantal vindt het wel lekker, evenals Joris en Michel. Ik krijg in ieder geval flink de complimenten voor het eten.

Jolien zegt: ‘Als we nog eens bij je op bezoek komen, mag je zeker nog eens voor ons koken, John! Dit is echt verdomd goed!’
Ze verschiet zelf van de woorden, en slaat een kruisje, en verontschuldigt zich voor haar woorden. We moeten er hartelijk om lachen. Als alles op is, is er ook niemand, die nog echt honger heeft.

Joris wrijft over zijn buik en zegt: ‘We hebben er even op moeten wachten, maar het was absoluut de moeite waard. John, nog meer pluspunten gescoord. Is nu wel 9 van de tien punten gemiddeld! Absoluut goedgekeurd als schoonzoon!’

Lachend neem ik het compliment aan. Jolien stuurt me dan naar de woonkamer, de afwas hoef ik niet te doen, dat mag de rest doen. In de kamer raak ik in gesprek met Helen en Johan. Ze vinden het leuk, dat ik de nieuwe vriend van Chantal ben. We praten ook over hun aanstaande huwelijk, dat eind november gaat plaatsvinden.
Ze hebben ook al een huisje, daar zijn ze nu flink aan het klussen, maar er moet nog flink wat gebeuren aan hun huisje. Het is een boerderij, zonder stallen, maar met een schuur.

Ik lach en zeg: ‘Dus met andere woorden, ongeveer een gelijk huis, zoals ik heb.’

Joris zegt: ‘Nou, zo groot als jouw huis, is hun huis nu ook weer niet, John. Maar ze hebben een leuke schuur. En Johan heeft me al toegezegd, dat ik mijn Cadillac daar ’s winters in de schuur mag stallen.’

Johan antwoordt: ‘Dat heb je ook niet meer dan verdiend, pa! Je hebt hard meegewerkt aan ons huisje.’

‘Hoever zijn jullie met het huisje?’

‘Al een heel eind. We hebben de ramen nu vervangen, het schilderwerk is gedaan. De vloeren zijn opnieuw betegeld. We zijn nu alleen nog bezig met de badkamer, die liet even op zich wachten. Dat was wel jammer, maar we wilden niet wachten met de rest.’

‘Dat begrijp ik wel. En wanneer trekken jullie erin?’

‘Eigenlijk wilden we dat pas doen, als we getrouwd waren, maar we gaan er toch al eerder wonen. Anders zou het huis nog zo lang leeg staan!’

Helen knikt. ‘Ja, en nu kunnen we nog een tijdje genieten van het goede weer. Als alles meezit, dan kunnen we over anderhalve maand in. Dat wordt wel even spannend, om zo helemaal alleen daar te gaan wonen.’

Ik knik. ‘Ik weet wat je bedoelt. Dat gevoel ken ik, toen mijn ouders gingen verhuizen en ik het huis overgenomen had. Het huis was toen wel even heel erg stil. Het verschil bij mij was, dat ik toen even een jaar in een caravan gewoond heb. Mijn huis werd echt helemaal verbouwd. Je ziet er nu niets meer van, maar de buitenmuren zijn er helemaal af gehaald, en opnieuw gemetseld, en ook meteen goed geïsoleerd. En ik heb meteen ook het dak aan laten pakken en de ramen en allemaal laten vervangen voor dubbel glas.’

Joris zegt: ‘Dat moet ook behoorlijk duur zijn geweest!’

‘Dat was het ook, maar vroeger hadden mijn ouders nog flink wat grond, en dat hebben ze verkocht. Toen ze kleiner gingen wonen, hebben mijn zus en ik al een deel van dat geld gekregen, als voorschot op onze erfenis. Daar heb ik een groot gedeelte van de verbouwing van kunnen betalen. En ik kreeg nog subsidies voor het opruimen van de stallen en het verkopen van het mestquota. Daar kon ik de bouw van mijn schuur van betalen. Dus mijn uiteindelijke bouwkosten vallen daardoor niet zo hoog uit. Het is dus niet, dat ik heel rijk ben, over de rest moet ik gewoon netjes mijn hypotheek afdragen.’

‘Oh, op die manier. Ik vroeg me al af, hoe je dat allemaal kon betalen voor een man alleen.’

‘Ik ben naarstig op zoek naar een mooie dame, die me wil helpen in de kosten te delen. Maar vrouwen met geld zijn zo schaars gezaaid, als de briefjes van 500 in mijn portemonnee!’

Chantal komt net binnen, en geeft me een stomp op mijn arm. ‘Wat? Ben ik dan niet goed genoeg?’
Ik kijk haar heel onschuldig aan. ‘Wat? Heb ik iets verkeerd gezegd dan? Ik zei alleen maar, dat ik op zoek ben naar een mooie dame, die me wil helpen in de kosten te delen. Dat jij er meteen die tweede zin aan die eerste zin koppelt, dat is niet mijn schuld!’

Ze gaat bij me op schoot zitten en zegt: ‘Hmm, dat moet ik dan maar geloven?’
‘Geloof wat je wilt, Chantal. Ik zal je nooit dwingen om iets te moeten geloven. Maar wat heb ik aan een vrouw met veel geld, als ik daarmee niet gelukkig word? Dan maar liever arm, maar toch gelukkig.’

Chantal lacht en geeft me een zoen. Dan geeft ze me een tikje tegen mijn oren. ‘Slijmbal!’
Lachend pak ik haar stevig vast en kietel haar. Ze giert het uit van het lachen. ‘Hou op, John! Je weet, dat ik daar niet tegen kan!’

Ik stop dan en laat haar dan tegen me aan hangen.
Helen lacht, als ze ons zo bezig ziet. ‘Jullie zijn een leuk stel samen. Niet waar, Johan?’

Johan knikt. ‘Amper te geloven, dat ze nog maar amper een week samen zijn, vind je niet?’
Helen knikt. Opeens krijgt ze een idee. Ze fluistert iets in het oor van Johan, en die kijkt geïnteresseerd. ‘Hmm, een leuk idee! Je kunt het hem eens vragen, Helen!’

Helen kijkt vervolgens mij aan. ‘John, mag ik je eens iets vragen? Je weet, dat we eind november gaan trouwen, maar eigenlijk zoeken we nog steeds een bruidswagen. Nu heeft Joris al aangeboden om zijn wagen te gebruiken, maar ik zou eigenlijk voor onze ouders ook zo’n wagen willen regelen. Zou je misschien bereid zijn om je wagen ter beschikking te stellen?’

Ik kijk verbaasd. ‘Ik heb daar geen problemen mee. En als je mijn vriend Daan ook nog eens zou vragen, die wil dat ook best doen.’

‘O, het nieuwe vriendje van Melissa? Heeft die dan nog een wagen?’

Ik lach. ‘Volgens mij moeten ze je nog heel wat bijkletsen over afgelopen weekend, Helen. Dat hoor ik al.’
En dat gebeurt dan vrijwel meteen.

Ik bel met Daan.
‘Daan, eind november al iets in de planning staan?’
‘Nee, hoezo?’

‘Zorg dan maar, dat je 25 november inplant, en met je Cadillac hierheen komt. Misschien mag je dan op de bruiloft van je toekomstige schoonbroer komen.’
‘Toekomstige schoonbroer? Wie? Jij toch niet?’

‘Nee, sukkel! Van Johan en zijn vriendin!’
‘Ach, dat had ik ook moeten weten! Zeg maar, dat ik wel wil komen!’
‘Zal ik doen, bedankt man! Maar schiet het een beetje op?’

‘Er zijn wel wat problemen, maar daar praat ik je later wel over bij. Maar als je het niet erg vindt, ga ik weer verder.’
‘Is goed. Wanneer kom je?’

‘Ik weet niet of het ik morgen ga redden, John. Ik zie wel.’
‘Is goed, zie je dan!’

Ik hang op en onderbreek het gesprek, dat Melissa met Helen heeft.
‘Daan heeft me al toegezegd, dat hij dan wil komen, samen met zijn wagen. Zoiets kon hij aan zijn toekomstige schoonfamilie niet weigeren.’

Helen lacht. ‘Dat is dan heel erg aardig van hem. Nou ja, laten we nog maar niet al te ver op de zaken vooruit lopen. Hij en Melissa zijn nog maar heel kort bij elkaar. Maar als het dan nog steeds serieus is, is hij natuurlijk van harte welkom. Verwacht echter geen heel uitgebreide bruiloft. We houden het sober, omdat de kosten van de verbouwing nogal hoger zijn uitgevallen, dan we gepland hadden.’

‘Geen probleem, Voor een kop koffie en een stuk taart zijn we al te paaien!’

Helen lacht. ‘Dat moet er nog wel afkunnen en wat meer ook nog wel.’

Joris zit ook in de kamer en zegt: ‘Helen, waarom maak je een onderscheid tussen Melissa en Daan en Chantal en John? Ze kennen elkaar zowat even lang, daar zit ook maar een paar dagen verschil tussen. Bovendien ken je Daan nog helemaal niet.’

Helen kijkt Joris aan en zegt: ‘Omdat ik een bepaald gevoel heb bij Chantal en John. Het is alsof die twee elkaar al jaren kennen. Ze mogen elkaar misschien nog maar enkele dagen kennen, maar je ziet zelf ook wel, hoe ze op elkaar reageren. Liefdevol en zorgzaam. En met de nodige humor, zonder angst te hebben, dat ze elkaar pijn doen. Net zoals ik al zei, alsof ze elkaar al jaren kennen.’

Joris glimlacht. ‘Dan ben ik toch niet de enige, die dat zo ziet, Helen. Het viel me al op tijdens het weekend. Het is inderdaad hoe ze op elkaar reageren. Zet de muziek aan, en ze dansen hier zo de kamer uit.’

Ik lach hard. ‘Hmm, dan zal ik eerst toch wat moeten gaan doen aan mijn danskwaliteiten, want die zijn nu praktisch nihil.’

Helen kijkt me aan en zegt: ‘Dan moet je toch echt wel dansen gaan leren, John! Onze bruiloft mag dan wel sober gehouden worden, maar dat wil niet zeggen, dat we niet gaan dansen! Ik zou het prettig vinden, als ik met mijn toekomstige schoonbroer ook een dansje kan doen.’

Ik kreun zachtjes. ‘Oei, moet dat echt? Ik kan veel, maar qua dansen ben ik echt een houten Klaas.’

Chantal slaat een arm om me heen en zegt me zachtjes: ‘Misschien heb je nooit de juiste motivatie gehad om het te leren, John. En als wij zover komen, dat we gaan trouwen, dan wil je toch ook wel een klein beetje kunnen dansen, of niet dan?’

Ik kan nu moeilijk zeggen, dat ik me altijd zo geneer op feestjes en bruiloften, als ze me vragen om te dansen. En misschien heeft Chantal ook wel gelijk, en heb ik nooit echt een reden gehad om het te gaan leren. Maar plots herinner ik me, dat ik tijdens sporten wel op de maat van de muziek kan bewegen, en dat is iets, wat ik graag doe. Zou me dat met dansen met Chantal dan ook kunnen lukken?

Dus ik antwoord Chantal: ‘Ach, we kunnen het altijd eens proberen, Chantal. Ik garandeer niets, want mijn danskunsten tot op heden hebben alleen maar blauwe tenen opgeleverd. En misschien heb je gelijk, ik heb het ook nooit gezocht om te leren dansen. Wel eens geprobeerd, maar al snel opgegeven. Maar ja, ik had dan ook geen danspartner.’

Opeens staat Helen op en zegt: ‘Als je wilt, kan ik je wel even wat les geven, John? Ik ben dansinstructrice. Ik heb zo door, of je het in je hebt om te kunnen dansen.’

Ik twijfel en zit in een diepe tweestrijd. Ik weet niet of ik dit wel wil doen met Helen. Ik ken haar amper, en ik wil haar ook niet meteen opzadelen met pijnlijke tenen.

Chantal moedigt me aan. ‘Toe nou, John! Ze kan het echt heel erg goed, en wat is er verkeerd mee, dat je het eens probeert?’

Met een diepe zucht laat ik me dan overhalen. ‘Nou goed, maar dan wil ik geen klachten horen, als ik dan per ongeluk op je voeten sta.’

Helen lacht. ‘Dat zou echt niet voor het eerst gebeuren, John. En ik heb al heel wat mannen geleerd om te leren dansen. Ik zie wat pijnlijke tenen als beroepsrisico.’
‘Oké, dus mij dan ook niet kwaad aankijken, als het gebeurd!’
‘Doe ik ook niet!’

‘Maar waar gaan we dat doen? Hier in de woonkamer zal er niet zo veel ruimte voor zijn.’
‘Dat hoeft hier ook niet. Johan en ik oefenen vaak in de serre. Als we daar de tafels en stoelen even opzij schuiven, dan is daar plaats genoeg om te dansen.’

Chantal gaat staan en trekt me overeind. ‘Kom op! Je hebt A gezegd, dus nu ook B zeggen!’
Met een glimlach laat ik me overeind door haar trekken, maar niet voordat ik me bij het opstaan nog even stevig beet pak en haar een zoen geef. Ze lacht, en ik zeg: ‘Goed, ik zal ook B zeggen, maar dan doe ik het wel voor jou. Ik wil niet hebben, dat je straks blauwe tenen hebt, als je met me danst!’

Chantal geeft me een zoen om me moed te geven, en dan volg ik de rest, die richting de serre loopt. Die is best wel ruim, en er staan wat tuinstoelen en een tuintafel in. Die zijn snel aan de kant gezet, zodat er een best redelijke ruimte overblijft, waar je kunt dansen. De vloer is lekker glad laminaat, dus de voorwaarden zijn goed.

Jolien is er nu ook al bij en zegt: ‘Dit doen we hier wel vaker, John. Er is niets zo fijn, om na een lange dag werken even je benen los te maken op muziek. Heel ontspannend!’
Ze ziet me wanhopig kijken, en moet hard lachen. ‘Kom, stel je niet aan, John! Je gaat wel iedere uitdaging aan, zonder een vin te vertrekken, maar dit zou je niet durven? Dan val je me toch wat tegen, John!’

Dat zijn de juiste woorden, die ik even nodig heb. Ze weet me precies te raken, en ik recht mijn rug.
‘Hmm, je hebt gelijk, waarom zou ik deze uitdaging niet aandurven? Ik heb nog nooit ergens schrik voor gehad, dus nu ook niet!’

‘Zo mag ik dat horen, John!’

In de hoek op een kastje staat een radio/cd-speler, en daar zet Johan wat muziek op. Op aanwijzingen van Helen zet hij dan een ander liedje op, wat rustiger. Helen knikt dan goedkeurend. Ze wenkt me naar zich toe en zegt: ‘Nou, dan zullen we maar eens beginnen. De eerste vraag, wat weet je wel van dansen?’

‘Heel eerlijk? Echt helemaal niets. Meestal doe ik maar wat, in de hoop dat het ergens op lijkt.’

Helen lacht. ‘Klinkt bekend. Nou, dan zullen we beginnen met de foxtrot. Die is helemaal niet zo heel moeilijk.’

Ze legt me uit, wat ik moet doen, en we doen een paar voorzichtige eerste danspassen. Het lijkt nergens op, maar Helen spreekt me moed in en na enkele hernieuwde pogingen lukt het me om enkele danspassen te doen, zonder Helen op haar tenen te trappen. Het gaat nog wat houterig, maar ik ben toch echt aan het dansen! En als het dan wat beter gaat, begin ik er duidelijk wat plezier in te krijgen, vooral omdat ik ook flink aangemoedigd word.

Maar na anderhalf uur dansles begin ik toch wel vermoeid te raken. Helen krijgt dat in de gaten, en ze beëindigt dan ook de lessen. En doordat de dansvloer nu vrij is, maken Jolien en Joris even gebruik van de gelegenheid om even te dansen. Helen en Johan doen ook mee. Ik kijk vol bewondering naar de beide dansparen, die vloeiend over de dansvloer zwieren.

Ik ga op een stoel zitten, en Chantal komt weer op mijn schoot zitten. Glimlachend zegt ze me: ‘Ik vond, dat je het helemaal niet eens zo slecht deed zojuist, John! Als je wat vaker oefent, dan gaat het je heus wel lukken om goed te dansen.’

‘Ik moet eerlijk bekennen, dat ik het wel leuk vond, toen het me eenmaal lukte om niet bij Helen op haar tenen te trappen.’

Chantal lacht. ‘Dat kan ik me wel voorstellen. Maar ik heb wel respect voor Helen. Ze moet haast wel ijzeren tenen hebben. Hoe vaak heb je op haar tenen getrapt? Een keer of tien?’

‘Minstens! Ze liet het amper merken, dat verbaasde me nogal. Maar ik moet zeggen, dat ze me daardoor ook wel meer zelfvertrouwen gaf.’

Na enkele liedjes geven de dansparen er ook de brui aan, en worden de meubels weer netjes terug gezet. We nemen dan weer plaats in de woonkamer, en Helen zegt me dan: ‘Ik vond het best een heel aardig begin van je, John. Je hebt aanleg om te dansen, ik voel wel wat soepelheid in je. En echt een stijve plank ben je ook niet, daarvoor ben je veel te gespierd. Doe je soms aan sport? Moet haast wel, als je zo gespierd bent!’

Ik glimlach en zeg: ‘Ik doe aan kickboksen. Gewoon voor de fun, geen wedstrijden, al fungeer ik wel vaker als sparringpartner.’

Helen zegt dan: ‘Maar bij het boksen moet je toch ook een beetje dansen door de ring, of heb ik dat mis?’
‘Dat klopt, en daaraan moest ik ook denken, toen je me vroeg om me te leren dansen. We trainen dan wel eens vaker op het ritme van de muziek. En toen besefte ik me opeens, dat ik misschien toch wel meer in me had, dan ik zelf dacht.’

‘Zie je wel? Ik kon het ook wel merken, toen je eenmaal wat meer zelfvertrouwen kreeg, ging het opeens stukken beter. Ik denk als je enkele maanden zou oefenen, dat je helemaal geen flater zou slaan op welke bruiloft of welk feest dan ook.’

‘Misschien moest ik dat dan toch maar eens doen. En natuurlijk wil ik Chantal niet teleurstellen en al heel zeker geen blauwe tenen bezorgen. Maar ik vraag me wel af, je tenen moeten nu toch wel pijn doen? Want ik heb toch heel wat keren op je tenen gestaan!’

‘Ach, dat gaat wel. Ik zei al, ik ben het gewend. Maar je bent nog de hele week hier? Als je wilt, kunnen we nog wel een paar keren oefenen deze week.’

‘Hoeven jullie niet meer aan jullie huisje te klussen dan?’

‘We kunnen nu toch even niet vooruit, John. We wachten nu op de badkamer. En de rest kunnen we in de weekenden doen.’

‘Ik zou willen, dat ik jullie wat kon helpen, om je voor deze lessen iets terug te geven.’

Helen kijkt even vlug naar Johan en zegt: ‘Nou, John! Er is wel iets, wat je later voor ons kan doen. Ik heb begrepen, dat je het vrachtwagenrijbewijs hebt? Misschien zou je dan later ons kunnen helpen met verhuizen. Dat zou voor ons een hoop geld besparen.’

‘Dat kan ik uiteraard wel doen. En ik ga ook nog eens kijken, of ik misschien ook nog eens een vrachtwagen van het werk kan regelen. Dan hoef je die niet eens te huren.’

Helen en Johan kijken verrast. ‘Dat zou helemaal fantastisch zijn, John! Daarmee zouden we helemaal quitte staan.’

Ik steek mijn hand uit en zeg: ‘Deal! Ik regel die vrachtwagen wel, al moet ik daarvoor hier eerst een route rijden. Ik bel morgen gelijk even met mijn chef, dat komt wel goed.’

Johan neemt mijn hand aan en schudt hem. Van Helen krijg ik een dankbare knuffel. Maar dan kijk ik op de klok en zie dat het al voorbij elf uur is. Hoog tijd voor mij om te gaan slapen, want ik moet er weer vroeg uit.

Ik neem afscheid, waarbij het me best moeilijk valt om weg te gaan. Deze mensen zijn me in korte tijd zeer na aan het hart gaan liggen. En ook om Chantal daar achter te moeten laten, valt me zwaarder, dat ik verwacht had. Het duurt dan ook wel even, doordat ik slaap vat. Maar toch kan ik gelukkig goed slapen en word ook goed uitgerust weer wakker. En daarbij doet een goed ontbijt ook wonderen.

Als ik op het werk aankom, groet Henk me. Hij heeft al gehoord, dat ik dansles van Helen heb gekregen, en vraagt me: ‘En? Hoe was het dansen?’

Ik lach en zeg: ‘Je had het al gehoord van Helen? Ik moet echt bekennen, dat het best leuk was. En dat had ik niet verwacht.’
‘Kijk aan, dat is toch al het halve werk, of niet dan?’
‘Dat is ook weer waar. Maar ze wil me deze week nog meer les gaan geven, want ik zal en moet met haar gaan dansen op haar bruiloft.’

Henk glimlacht. ‘Dat heeft ze me ook al verteld. En dat je je Cadillac ter beschikking wilt stellen voor de bruiloft. Dat vind ik heel erg aardig van je!’

‘Ach, het is niets. Bovendien bestaat de mogelijkheid, dat ze ooit familie van me kan gaan worden. En voor vrienden en familie doe ik graag wat extra’s.’
‘Hoe dan ook, ook van mij uit, heel erg bedankt!’

We gaan dan meteen aan het werk, er moeten heel wat bestellingen de deur uit, die Henk weg moet brengen. Daardoor krijg ik de tijd om even met mijn chef te bellen, of ik niet eens de vrachtwagen mag lenen.

In eerste instantie wil hij daar niet aan, maar als ik hem dan voorstel zelf de wekelijkse route te rijden, en daarna de wagen te gebruiken voor de verhuizing, zodat er niet zo veel kilometers extra gereden hoeven worden, stemt hij toch toe. Ik bedank mijn chef hartelijk, en bel dan met Jolien om haar het goede nieuws te vertellen. Ik heb het telefoonnummer van Johan nog niet, maar dat krijg ik dan meteen van Jolien. Ik bel Johan op, en hij is oprecht blij, dat ik een vrachtwagen heb kunnen regelen. Later vertel ik het nieuws ook aan Henk, die me dan ook nog eens bedankt.

‘John, jongen, dat is echt fantastisch nieuws. Je helpt daarmee Helen en Johan echt heel erg. De verbouwing is toch al zo enorm tegengevallen. Er waren veel meer dingen, die vervangen moesten worden, als ze ingeschat hadden. En daardoor hebben ze moeten bezuinigen op hun bruiloft. Daar betalen wij en ook de ouders van Johan aan mee, maar we zijn zo rijk niet, dat we ze hun droomhuwelijk kunnen gunnen.

Ze gaan nu hun bruiloft in de schuur houden, dat scheelt al enorm, en een vriend van ons regelt dan de catering. En enkele mensen van het koor hebben zich bereid verklaard om te komen oberen. Op die manier kunnen ze toch een leuke bruiloft houden, en het betaalbaar houden.’

‘En hoe gaan ze het doen qua muziek? Hebben ze een bandje geboekt?’

Henk schudt zijn hoofd. ‘Nee, dat zit er niet meer aan.’

Ik krijg plotseling een idee. Bij een bekende van de Cadillac-club, waar ik ook lid van ben, heb ik nog een gunst open staan. Ik heb ooit zijn wagen flink opgelapt, toen hij enorm krap bij kas zat. Ik heb hem toen alleen het materiaal laten betalen, maar wel met de bedinging, dat als ik hem eens nodig zou hebben, dat hij me zou helpen. En laat die jongen nou net in een bandje spelen.

‘En wat als ik ervoor kon zorgen, dat er een band kan komen spelen? Ik moet ze natuurlijk wel even vragen, maar ik denk dat ze voor echt heel weinig zullen komen spelen. Ik heb nog een gunst bij ze open staan. Ik verwacht als ze te drinken, eten, overnachting en brandstof betaald krijgen, dat ze wel willen komen. Ze spelen wel hoofdzakelijk rockmuziek, jaren 60-stijl. Maar ik weet dat ze ook wel wat anders op hun repertoire hebben.’

‘Wat voor eisen stellen ze aan de overnachting? We kunnen ze natuurlijk een caravan regelen. Een vriend van me heeft een enorm ding, die kan ik wel een nachtje lenen. En over de rest, daar valt best over te praten. Desnoods betaal ik dat zelf!’

‘Weet je wat? Ik bel gelijk even op!’

Ik bel de man in kwestie meteen op. Hij neemt meteen op, en ik leg hem de situatie uit. Hij zegt me toe, dat hij de rest van de band even zal vragen, en me dan terug zal bellen. Maar hij is best bereid om dat voor me te doen.

Ik vertel Henk, wat het antwoord was, en Henk slaat me vriendschappelijk op mijn schouder en zegt: ‘Kerel, je bent echt veel te goed voor deze wereld. Daarmee ga je Helen en Johan echt ontzettend blij maken! Maar nu heb je wel een gunst bij hem verspeeld!’

Ik lach en zeg: ‘Maak je daarover maar geen zorgen. Aan zijn wagen moet nog veel meer gebeuren, en dat weet hij heel goed. En hij steekt liever zijn geld in zijn muziek, dan in zijn wagen.’

‘Op die manier. Dus dan kun je later nog eens van zijn diensten gebruik maken.’

‘Wie weet, Henk. Voor hetzelfde geld mag hij volgend jaar al komen opdraven, en misschien ook niet.’
‘Inderdaad, dat zou zomaar kunnen. Maar wil je er even nog niets van tegen Helen en Johan zeggen? Als je vrienden kunnen en willen komen, dan betaal ik die kosten zelf wel. Ik wil ze ermee verrassen.’

‘Oké, als jij dat wilt, geen probleem.’

Henk bedankt me, en we gaan weer verder met het werk. ’s Middags komt Chantal even voorbij, wat spullen ophalen voor haar baas. Ik ben dan juist in het magazijn bezig, en Henk roept me.

‘John? Er is hier iemand voor je!’

Ik glimlach, want ik heb een heel goed vermoeden, wie dat kan zijn. Als ik de winkel in kom lopen, vliegt Chantal me om mijn hals en geeft me in het bijzijn van andere klanten een stevige zoen. Een man zegt: ‘Nou nou, dat doet maar! Het kan tegenwoordig allemaal!’

Henk lacht en zegt: ‘Ach, laat ze toch! Ze zijn verliefd op elkaar, en er is toch niets mooiers dan jonge liefde, of wel?’
‘Nee, natuurlijk niet! Maar hij is toch niet van hier?’

‘En moet dat een probleem zijn, Siebe? Ik ken deze jongeman wel, en je kent Chantal ook wel. Die doen echt geen gekke dingen met elkaar. John is een hele keurig jongen, en dat kan ik zelfs hier van de meeste mannen van zijn leeftijd niet zeggen. En afstand is tegenwoordig ook maar iets betrekkelijk. Dertig, veertig jaar geleden, dan was dat nog een probleem, maar tegenwoordig niet meer!’

De man geeft Henk gelijk. ‘Daar heb je inderdaad een punt. Mijn excuses dan. Jij zal hem beter kennen, dan ik dat doe. En inderdaad, de keren dat ik hem ontmoet heb, is het een hele keurige en nette man geweest. Dus stel ik mijn oordeel een beetje bij. Maar ik wil toch wel eens zien, of we hem hier nog vaak gaan zien.’

Henk lacht. ‘Ik ben ervan overtuigd, dat hij regelmatig in Kampen te vinden is, Siebe. Maar het kan ook omgekeerd. Het zou best wel eens kunnen, dat Chantal wat meer bij John te vinden is. Ze wil in het zuiden gaan studeren, en daarmee zouden ze veel dichter bij elkaar zijn. Dan zit er nog best wel een afstandje in, maar niet meer zo ver als naar hier.’

De man schudt zijn hoofd. ‘Vroeger zou zoiets echt niet kunnen, Henk. Maar goed, we leven in andere tijden. Maar ze gaan toch niet meteen in een huis wonen?’

‘Ach nee! Chantal gaat in Maastricht op kamers, en John woont in Echt, dat is zo’n 35 tot 40 kilometer afstand. Ik weet het niet precies, dat zou je John moeten vragen.’

De man snuift wat bars: ‘Oh, dat doet er ook niet toe. Maar dat is een goede afstand, geen excuses om “per ongeluk” een nacht te blijven slapen, zoals de jeugd tegenwoordig doet.’

‘Van wat ik van Joris gehoord heb, vertrouwt hij Chantal en John daar volledig in. En wat mij betreft, doe ik dat ook. Maar goed, we staan hier over iets te praten, wat ons eigenlijk helemaal niets aangaat. Wat Chantal en John samen doen, dat zijn hun zaken, en niet de onze.’

De man knikt. ‘Je hebt gelijk. Nou, kun je me anders even wat spullen voor me pakken? Daarvoor was ik ook hier!’

Henk knikt en pakt het lijstje, wat de man in zijn handen heeft, en gaat aan de slag. Even later is de man alweer vertrokken. Van de hele discussie tussen Henk en die man hebben ik en Chantal niets meegekregen, we waren druk genoeg met elkaar bezig. Ik heb de man wel met Henk zien praten, maar dat is hier echt niet ongewoon. Dat gebeurt wel vaker, en voor mij is dit dialect moeilijk te volgen, dus ik let er dan ook niet echt op.
Maar een andere klant, die ook stond te wachten, heeft het dus wel goed kunnen volgen en hij zegt tegen Henk, maar ook tegen mij en Chantal: ‘Nu kun je er wel meteen donder op zeggen, dat iedereen hier uit de buurt zal weten, dat Chantal met een zuiderling aangepapt heeft.’

Ik kijk de man aan en zeg: ‘Is dat dan een schande?’
‘Nee, ben je gek, man! Ik heb je nu een paar keer ontmoet, maar buiten je zuidelijke accent is er helemaal niets op je aan te merken! Liever een nette en keurige zuiderling, dan zo’n stedeling uit de randstad. Mijn dochter heeft nu iets met zo’n kerel. Schijt al in zijn broek als hij een kalf ziet. Nou ja, ze moet het zelf weten, het is haar leven.’

Henk lacht flink. ‘Oei, dan zal die jongen wel niet veel bij jullie thuis komen. Je hebt stallen vol met koeien en kalveren!’

De man lacht. ‘Dat heb je goed geraden. Tot nu toe is hij een keer geweest, maar ik zie hem zo snel nog niet terugkomen. Ik voorzie voor Julia en hem geen hele grote toekomst. Maar ik kan het ook mis hebben.’

Dan kijkt hij me aan en zegt: ‘Je hebt toevallig geen broers, waar ik mijn dochter aan kan slijten?’
Ik lach. ‘Nee, helaas. Wel een flinke groep vrienden, van allerlei pluimage, waaronder toch echt een paar echt goede kerels bij zitten, die ook nog vrijgezel zijn.’

‘En die rijden ook allemaal zo’n grote bak als jij?’

‘Allemaal. Op een na, die heeft niets met auto’s, maar gaat wel graag met ons mee voor het plezier.’
‘Stuur ze allemaal maar naar hier heen. Mooie meiden in overvloed.’

Ik lach en zeg: ‘Dat heb ik al gemerkt, eentje heeft mij al gestrikt. Maar de zeden in het zuiden liggen wat anders, dan hier in het noorden.’

De man lacht. ‘O, daar zou ik anders toch niet zo zeker van zijn! Er zijn er zat, die zich van de kerk niets meer aantrekken. Kijk maar naar mijn dochter, die is met geen mogelijkheid meer de kerk in te krijgen. En ik twijfel er niet over, dat ze geen maagd meer is. Ach, ik overdrijf wel een beetje. Ze komt wel in de kerk, maar niet meer dan noodzakelijk is.’

Lachend antwoord ik: ‘Nou, ik zal het mijn vrienden vertellen, maar geef mij dan niet de schuld als ze hier klagen over een zuidelijke invasie!’

De man haalt zijn schouders op. ‘Pff, dan geven ze mij maar de schuld Laat ze maar komen! Het zou wat! Voor mijn part mogen ze blauw, paars, groen of zelfs geel zijn. Als mijn kinderen dan gelukkig zijn, wat zou ik dan klagen?’

Henk knikt. ‘En zo is het, Hendrik. Dachten er maar mee zoals jij!’

‘Die zijn er ook wel genoeg, Henk. Het is hoofdzakelijk nog een klein deel, die nog zo verstokt vasthouden aan die ouderwetse regeltjes, in plaats van met de tijd mee te gaan. Geen wonder, dat er steeds minder mensen blijven geloven!’

Ik knik en zeg: ‘Ik ben ook wel gelovig, maar ga amper nog naar de kerk, omdat ik me niet meer kan verenigen wat in de bijbel staat. Dat was misschien nog van toepassing vijftig, zestig jaar geleden, maar nu echt niet meer. Het is achterhaald, en vele stukken zijn voor discussie vatbaar.’

‘Kijk, dat bedoel ik nou. Maar jij bent Katholiek?’

‘Ja, dat is in het zuiden zo gebruikelijk.’

‘Dacht ik al. Voor mij geen probleem, hoor! Ieder zijn ding, maar voor zo iemand als Siebe zojuist, die kunnen er behoorlijke problemen van maken. Zeker met jouw ouders, die een flinke rol spelen in de kerkgemeenschap, Chantal!’

Chantal knikt. ‘Maar mijn ouders hebben er helemaal geen problemen mee, dat John een wat ander geloof aanhangt. Ze zijn van mening, dat het niet uitmaakt, tot welk geloof hij bidt.’

‘Dat kan wel zijn, maar anderen kunnen daar wel een probleem van maken, en daarmee het leven lastig maken voor je ouders. Maar aan de andere kant, ze moeten wel heel erg sterk in hun schoenen staan, willen ze je ouders het echt lastig maken.’

Ik kijk de man aan en zeg: ‘Laat ze maar komen, grote kans, dat ik het Schrift beter ken, dan zij dat kennen. Voor mij is geloof niet tot welk geloof je je bekeerd, maar in welke God je gelooft. En bij mijn weten is dat nog steeds dezelfde. ten minste gisteren was dat nog zo, en dat zal vandaag ook niet veranderd zijn.’

De man lacht. ‘Ik hoor het al, je bent in ieder geval niet bang. Maar dat zal Joris en Jolien niet heel erg veel helpen.’

Ik help dan Chantal, omdat ze natuurlijk niet al te lang weg kan blijven bij haar baas. Als we even later terugkomen bij in de winkel, is de man alweer weg. Henk kijkt ons aan en zegt: ‘Daar had Hendrik wel een punt, maar ik zou jullie je er ook weer niet te druk om maken. Mensen als Siebe denken, dat ze met nog strenge regels de Kerk weer groot kunnen maken. Maar daarmee bereiken ze juist het tegendeel.’

Chantal zegt dan tegen Henk: ‘Maar mijn ouders zijn ook behoorlijk streng in de leer, en ik geloof toch ook?’

‘Je ouders zijn minder streng, dan je zou denken, Chantal. Als het aan anderen lag, dan zouden ze de strenge leer van rond de jaren twintig weer invoeren. En dat is een garantie om iedereen de kerk uit te jagen, maar dat beseffen zich een hoop andere mensen ook wel. En die hebben meestal toch net wat meer in de pap te brokkelen, dan die kleine groep, die alleen maar strenger wil. Je ouders zijn voor hun veel te modern en vooruitstrevend.’

‘Dus met andere woorden, mijn ouders zullen er niet heel veel last van krijgen.’
‘Zo moet je dat inderdaad zien. Het wil niet zeggen, dat ze er niets van merken, maar het is echt geen grond om jullie je zorgen over te maken.’

‘Ook niet als Melissa door een zuiderling gekaapt wordt?’

Henk lacht. ‘Had John dat niet al even gedaan?’

Ik antwoord: ‘Hmm, dat had eigenlijk niets op de kous, Henk. Toen ik eenmaal Chantal een keer gezoend had, was het eigenlijk wel beslist. Maar Melissa heeft het nu afgezien op een goede vriend van me, Daan. Die wil de komende week hier vakantie gaan vieren, vanwege Melissa.’

‘Aha, dus de zuidelijke invasie op de vrouwen hier in de buurt is al in volle gang?’
We moeten wel lachen om zijn grap.

Maar later, als ik die avond op bezoek kom bij Chantal, blijkt dat Henk echt geen onzin heeft gesproken.
‘Ja, daar hadden Hendrik en Henk een goed punt, maar dat is echt niets, waar jullie je druk om hoeven te maken. Dat zijn dingen, die we op een ander vlak moeten uitvechten. En die confrontatie zou ook zonder jullie wel eens gebeurd zijn.
Maar gelukkig zijn de mensen, die dat willen een uitstervend ras, het worden er steeds minder. Hoewel er ook wel jongeren bij zijn, die liever een harde leer willen. Nou ja, dat is dus niet waar wij voor kiezen. We willen een kerk zijn voor iedereen, en naar mijn mening zou een kerk ook zo bedoeld moeten zijn.’

Maar niet veel later komt Helen weer, en dan mag ik weer aan de bak om te gaan dansen. De eerste minuten zijn nog wat stijf, maar dan wil het me al best lukken. Het is nog niet, dat ik meteen supergoed ben, maar het lukt me zelfs om niet een keer bij Helen op haar tenen te gaan staan. Voor mij al een hele goede prestatie. Zelfs Chantal durft het aan om eens een keer met mij te dansen. Maar dat is wel weer even wennen voor mij, en het levert Chantal een pijnlijke teen op. Maar ik begin er nu wel plezier in te krijgen, en vooral zelfvertrouwen.

Maar halverwege de avond krijg ik opeens telefoon van Daan.
‘Hey, kerel, waar zit je ergens?’
‘Ik? Ik ben bij Chantal, hoezo?’
‘En zou je zo vriendelijk willen zijn om me te vertellen, waar ik dan moet zijn? Ik ben al in Kampen, en heb mijn caravan al op een camping staan.’

‘En dan bel je me niet van tevoren?’
‘Ik had gehoopt je nog aan te treffen op je werk, maar het verkeer zat me wat tegen, er was een ongeluk gebeurd.’
‘Maar dan had je toch alsnog even kunnen bellen?’
‘Dat weet ik, maar het duurde zolang, en toen kreeg ik ook nog een lekke band aan de caravan. Maar dat is ook allemaal weer geregeld.’

‘Ach, wat ben je ook weer een pechvogel. Ik stuur je wel even een berichtje met het adres. Dan zie ik je zo!’
Ik zeg tegen Joris: ‘Je krijgt zo bezoek, helemaal uit Susteren!’

Joris kijkt verbaasd op. ‘Is Daan al hier?’
‘Ja, hij wilde me verrassen, en ik denk Melissa ook, maar het heeft hem een beetje tegen gezeten. Eerst had hij file, vanwege een ongeluk, en kreeg toen ook nog een lekker band met zijn caravan. Dus hij was wat laat hier in Kampen. Maar hij heeft een plaatsje op een camping, en wilde nu weten, waar hij moest zijn om hier op bezoek te komen.’

Melissa zat net met Helen te praten en heeft niet meegekregen, wat ik tegen Joris verteld heb.

Joris zegt hardop: ‘Moeders, doe maar geen moeite om koffie te zetten. Melissa is zo druk bezig, dat ze volgens mij haar vriendje niet eens wil zien.’

Melissa kijkt verbaasd op. ‘Wat? Wat is er aan de hand?’
We lachen allemaal en Joris zegt: ‘Volgens John is Daan al in Kampen. Hij zou zo hier moeten zijn.’

‘Wat? En waarom belt hij me dan niet?’

Ik zeg tegen Melissa: ‘Ik begrijp het ook niet helemaal. Hij heeft toch je telefoonnummer? Of het moet zijn, dat hij zijn telefoon kapot heeft. Dat zou ook kunnen. Ik weet dat hij nog wel een reservetelefoon heeft, zo’n eenvoudig ding, waarmee je alleen mee kunt bellen, maar normaal belt hij me dan met dat toestel.’
‘Dat is dan vreemd. Nou ja, ik kan het hem zo meteen vragen. Maar dan heeft hij dus zijn wagen toch klaar gekregen! O, dan kan ik met hem die dagtripjes doen! Daar verheug ik me nu al op!’

We laten dan het dansen voor wat het is, en wachten op Daan. Even later stopt er een auto voor de deur, die zijn wagen achter mijn wagen parkeert. Die wagen ken ik helemaal niet, maar ik zie wel, dat het Daan is, die uit de auto stapt.

‘Huh, wat is er nu weer aan de hand? Daar is Daan, maar hij heeft zijn Cadillac niet bij, en die auto ken ik ook niet.’
Ze kijken verbaasd naar buiten, en zien inderdaad Daan naar de deur lopen. Melissa rent meteen naar de deur, om haar vriendje te begroeten. Daan hoeft niet eens aan te bellen. Ze vliegt hem al meteen in zijn armen, en geeft hem een dikke zoen.

Dan zegt ze: ‘Waarom heb je niet even gebeld, dat je al onderweg was? En waar is je wagen?’
‘Dat leg ik zo meteen even uit, Melissa. Vind je het erg, als ik even ga zitten? Ik ben bekaf!’

Ze lopen naar binnen, waar we Daan begroeten, en hij ook voorgesteld wordt aan Helen en Johan. Ze laten Daan plaats nemen op de bank, en hij krijgt meteen van Jolien een kop koffie.

Ik zeg tegen hem: ‘Waar is je wagen, Daan?’

Daan haalt eens diep adem en zucht. ‘Ja, waar zal ik eens beginnen? Het heeft me de afgelopen dagen niet echt meegezeten. Om te beginnen, de versnellingsbak, die ik me gekocht had, die past niet. Op zich nog geen probleem, want die past wel op de mijn 57’er, maar niet op mijn andere wagen. Of hij past wel, maar de aandrijfas past er niet op, die is te lang. Dus om die reden heb ik nu mijn Cadillac niet bij. Ik moet wachten, tot de versnellingsbak gereviseerd is, en dat duurt veertien dagen.

Dus ik breng die versnellingsbak weg, wat denk je, rijdt er een of andere klungel op mijn auto. Gelukkig was ik al op de terugweg en al bijna thuis, maar mijn wagen was total-loss. Echt, ze hebben me de deuren moeten openknippen, anders kon ik er niet uit. Alles was kapot, maar ik heb amper een schrammetje, een paar schrammen op mijn benen en eentje op mijn arm, dat is alles. En mijn telefoon is dus ook naar de haaien.

Dat komt allemaal wel weer goed, maar ik moest dus op zoek naar een andere auto. Nou, daar had ik dan wel weer even geluk, op het werk werd een auto ingeruild op een nieuwe, maar die auto had een kapotte motor. Die kon ik echt voor een prikje overnemen, en heb toen op de sloop een andere motor gehaald, en die erin gezet.
En toen ik daarmee klaar was, had ik echt geen zin meer om te sleutelen. Ik heb mijn caravan erachter gehangen, en ben naar Kampen gereden. En, voordat ik het vergeet, ik heb me ook nog een andere telefoon gekocht, maar daar moet ik weer alle telefoonnummers in gaan zetten, schijnbaar had ik alles op de telefoon opgeslagen, maar niet op het kaartje. Alleen het telefoonnummer van Stefan had ik erin staan. En die heeft mij jouw nummer gegeven.’

‘Hemel, Daan! Dat is wel heel erg veel pech!’

‘Ach, wat doe je eraan? Het is gebeurd, en ik heb geen schuld, ik leef nog, heb er verder geen schram aan overgehouden, en de verzekering gaat me de schade vergoeden. Als ik een beetje geluk heb, houd ik uiteindelijk nog geld over. En het is, dat Stefan me echt flink geholpen heeft, want anders was ik nu nog niet klaar geweest! Maandagavond hebben we die wagen opgehaald en ’s avonds nog die motor uitgebouwd, en dinsdagmorgen heb ik die motor opgehaald en ingebouwd. Om drie uur was ik klaar, en toen kreeg ik onderweg dus ook nog file en een lekke band. Dus ik hoop nu, dat me het geluk wat meer mee zit.’

Joris zegt: ‘Bij zoveel pech kan ik wel geloven, dat je het even niet meer zag zitten.’

Daan knikt. ‘Ja, maar dan had ik nu toch niet vooruit gekund. Maar ik bekijk het positief, ik heb er nu een betere wagen aan overgehouden, deze is 3 jaar nieuwer, heeft een zwaardere motor en is veel luxer. En ik heb nu ook een trekhaak. Naar de kilometerstand moet je niet kijken, die is fors, maar aan het interieur kun je het haast niet zien. Dat is nog perfect. Een jaar geleden hebben ze de bestuurdersstoel nog vervangen. Dat heb ik toen zelf gedaan voor die klant. En de rest is amper gebruikt. Qua lak is hij perfect, en de rest is ook dik in orde.’

Ik vraag hem dan: ‘Maar waarom heb je me dan gisteren niets gezegd?’
‘Ik wilde niemand ongerust maken. Je zou het tegen Melissa verteld hebben, en dan zou ze zich onnodig ongerust maken. Het was verder geen heel heftig ongeluk, maar ik zou toch niet erg graag op de bestuurdersstoel hebben gezeten. Daar stak een stuk van een tractor in.’

‘O, maar dan heb je toch veel geluk gehad!’

‘Het is maar wat je geluk noemt, John. Ja, ik heb het overleefd, en de verzekering dekt de schade, maar ik had het toch liever niet gehad. En ik had je er wel over kunnen vertellen, maar er was toch niets wat je had kunnen doen. Dan liet ik je liever even in de waan, dat er niets aan de hand was, en zou het dan persoonlijk even uitleggen. En dat is waarom ik nu hier ben.’

‘Oké, dan begrijp ik het ten minste. Maar wat heb je je nu gekocht?’

‘Een Volvo C70 cabrio 2.4 van bouwjaar 2008. Rijdt heerlijk, ondanks dat er 3 ton op de teller staat. Maar ja, de motor heeft er nu net een ton op staan, dus dat moet wel lekker rijden!’

‘Toe maar! Een Volvo? Die gaan toch maar zelden kapot?’
‘Dat klopt, maar zonder olie doen die het ook niet erg lang. Er was een probleem met de oliepomp, en daarom had de wagen verhoogd olieverbruik. En ik kon voor een goede prijs een motor met amper een ton op de teller kopen. Het duurt dus wel even, voordat ik deze versleten heb.’

‘Dat mag ik hopen! Dus met andere woorden, je hebt nu even een duur weekje achter de rug?’
‘Pff, praat me er niet van. Voor de auto was ik goed €5000 kwijt, inclusief andere motor. Dat is nog erg goedkoop. De revisie van de versnellingsbak gaat me ook €1200 kosten, en die andere bak, die ik gekocht had, heeft me €700 gekost. Dus het geld, wat ik voor de wagen, die ik aan Joris verkocht heb, is alweer op!’

Joris zegt: ‘Had je het geld al op je bankrekening staan?’

Daan knikt. ‘Gelukkig wel, anders was ik nu niet hier geweest! Kwam nu wel een goed uit. Nu hopen, dat de verzekering snel uitbetaald, dan kan ik weer verder met mijn andere project.’

Melissa zegt: ‘Hier is anders ook nog een project gaande. Helen probeert John dansen bij te brengen.’

Daan kijkt verrast, maar probeert niet te lachen. En daardoor moet ik weer lachen.
‘Wat is er, Daan? Durf je niet te lachen?’

Daan kan nu niet anders en lacht hardop. ‘Sorry, maar het is ook grappig! Jij en dansen?’

Ik knik. ‘Als ik op de bruiloft van Helen en Johan geen flater wil slaan, dan moet ik eraan geloven. En ik moet zeggen, ik begin het nog leuk te vinden ook! Maar ja, Daan… Het ziet er naar uit, dat je pechreeks nog niet voorbij is!’

Daan kijkt me zuur aan, hij weet wat ik ga zeggen en ik zeg lachend tegen Melissa: ‘Je kunt beter aan Helen vragen, of ze Daan ook dansles wil geven. Want hij kan nog minder dansen, dan ik dat kan!’

Dat levert een hoop gelach op, en een blozende Daan. Helen neemt het echter sportief op en zegt: ‘Ik heb er geen moeite mee om het ook aan Daan te leren? De eerste beginselen ken je al, en ik denk dat Chantal het nu ook wel aandurft om met je verder te oefenen. Dus kan ik er Daan rustig bijnemen.’

Daan kijkt me even aan en zegt: ‘Ik was er al bang voor, toen ik hoorde, dat John dansles kreeg.’

Jolien zegt tegen Daan: ‘Kom op, je bent toch zeker niet bang om te leren dansen? Wel een hele auto in recordtijd in en uit elkaar kunnen schroeven, maar bang zijn om te leren dansen?’

Ik glimlach, maar zeg niets. Jolien pakt Daan op dezelfde manier aan, als ze bij mij gedaan heeft. En Daan reageert dan ook precies zoals ik. Zodra het om zijn trots gaat, durft hij opeens meer. Het hele gezelschap verplaatst zich dan weer naar de serre, waar alle meubels nog aan de kant staan.

Ik sta achter Jolien en ik zeg: ‘Hmm, ik moet oppassen, wat ik allemaal tegen je vertel, Jolien! Je hebt me een veel te goed geheugen! Je hebt goed onthouden, dat Daan in veel opzichten op mij lijkt.’

Jolien lacht. ‘Dat had ik inderdaad nog onthouden. Maar nu heb ik hem wel zover gekregen, net als ik bij jou gedaan heb. Jij had ook maar een klein zetje nodig!’

‘Weet ik, en het is ook niet erg. Maar ik ga nog even oefenen met Chantal. Nu krijg ik nog gratis les!’

Chantal glimlacht, als ik haar vraag om met me te dansen. En ook Helen spreekt me bemoedigend toe, als ik ga dansen. Het is duidelijk, dat ik echt nog een beginner ben, maar het begint al steeds vloeiender te gaan, en ik krijg er ook steeds meer plezier in. Daan heeft er echt wel wat meer moeite mee, en ik hoor Helen toch regelmatig even haar gezicht vertrekken. Maar ze houdt stug vol, en tegen de tijd, dat we ermee ophouden, kan Daan al foutloos enkele danspassen maken. Alleen Melissa waagt zich er nog niet aan om al met Daan te gaan dansen. Ze hecht nogal waarde aan haar tenen, zegt ze.

Ik verlaat kort daarna weer het strijdtoneel, omdat ik de volgende morgen weer moet werken, Daan is dan ook behoorlijk moe en vertrekt naar de camping.
De volgende morgen, als ik aan het werk ben, komt Daan opeens op bezoek. Dat vind ik eigenlijk best wel een leuke verrassing. Henk en ik bekijken dan zijn nieuwe wagen, echt een mooie wagen. Henk is vol bewondering, dat Daan zelf er een andere motor in heeft gelegd.

‘Wow, dat je dat allemaal kunt!’

‘Het is mijn werk, maar het is inderdaad een hoop werk, en ik moet die afdekkappen er nog wel opzetten, maar daar had ik geen zin meer in. Hij deed het, en toen wilde ik alleen maar weg.’
Henk knikt. ‘Dat kan ik wel begrijpen. Maar het is zeker een hele mooie wagen!’
Daan is met recht trots op zijn nieuwe auto. ‘Ik ken de historie van deze wagen, anderhalf jaar geleden heeft deze wagen lichte schade gehad, en ze hebben daarvoor de gehele wagen opnieuw gespoten. En de bestuurdersstoel is vorig jaar vervangen, dat heb ik zelf nog gedaan. En verder heeft de wagen altijd netjes zijn beurt gehad. Daarmee kan ik nog jaren vooruit. En ik kan nu lekker cabrio rijden, ook door de week!’

Er komt dan een klant aangereden, en Henk loopt naar binnen om de klant te helpen. Ik praat nog even kort met Daan.
‘En? Hoe vond je gisteren je dansles?’
‘Pff, ik was echt erg! Ik schaamde me rot, omdat ik Helen de hele tijd op haar tenen trapte! Maar jij kunt het toch al een beetje!’
‘Het is nog steeds moeilijk, maar ik begin er wel flink plezier in te krijgen. Dat scheelt.’

Daan knikt. ‘Het is ook niet, dat ik het niet leuk vond, ik voel me alleen zo lomp. Eigenlijk zouden we thuis ook lessen moeten nemen.’
Ik kijk Daan aan en zeg: ‘En waarom zouden we dat dan niet doen?’
Daan kijkt me verbaasd aan. ‘Ja, waarom zouden we het niet doen? En dan zeggen we tegen niemand niks, en verrassen we ze met de bruiloft.’

‘Ja! Dat gaan we doen! Maar waar kunnen we op zo’n korte termijn nog les krijgen?’
Daan antwoordt: ‘Laat dat maar aan mij over! Maar het zal wel weer even geld gaan kosten.’
‘Maakt me niet uit, Daan. Kun jij dat nog wel allemaal betalen, met al je tegenvallers?’
‘Ik red me wel, John. Dat zit er nog wel aan. Ik moet alleen nu even geen gekke dingen meer doen, en er moet ook even niets kapot gaan.’

‘Dat hoop ik dan maar voor je, Daan. Maar ik ga weer terug aan het werk. Wat ga jij vandaag doen?’
‘Inkopen doen voor Jolien. Ik ga haar zo ophalen. Ik moest je overigens zeggen, dat je vanavond bij hun moet komen eten. Ze willen een barbecue geven, om ons te bedanken voor afgelopen weekend.’
‘Ach, dat hoeven ze helemaal niet te doen. Maar ja, het is natuurlijk wel een leuke geste. Zeg maar dat ik graag kom.’
‘Zal ik doen. Dan zie ik je vanavond wel!’
We nemen afscheid van elkaar en ik ga weer aan het werk.

Henk zegt even later tegen me: ‘Dus dat is de nieuwe vriend van Melissa?’
Ik knik. ‘Ja, dat is Daan. En je ziet het nu niet zo aan hem, maar als je hem goed kent, dan weet je hoe verliefd hij op Melissa is.’
‘Leuk toch, of niet dan?’
‘Ja, dat is het ook. En ik vind het ook wel leuk, dat we nu tegelijk verliefd zijn, en ook nog op zussen van elkaar. Worden we straks ook nog familie van elkaar!’
Henk lacht. ‘Maar zover is het nog niet. Maar dat is inderdaad wel mogelijk, als jullie het ten minste gaan volhouden.’
‘Laten we het hopen, Henk!’

De rest van de dag verloopt zonder noemenswaardige zaken en eigenlijk ook niet tijdens de barbecue ’s avonds bij de familie Santegoed. En zelfs het dansen verloopt goed. Daan heeft de slag te pakken gekregen, en begint kleine vorderingen te maken, net als ik dat doe. En ook de volgende dagen verlopen ongeveer gelijk. Gewoon leuke avonden, die ik doorbreng bij Chantal. En dan weer anderhalf uur dansles, en dan is de dag alweer om.
Maar dan is het eindelijk vrijdagavond, en mag Chantal met me mee.
Trefwoord(en): Zussen, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...