Door: Maxine
Datum: 11-08-2019 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 13683
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 74 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 74 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Vervolg op: De Gezusters Santegoed - 5
Ik word wakker door de telefoon, die overgaat. Ik kijk geschrokken op de klok en zie dat het al zeven uur is. Chantal slaapt nog steeds en voorzichtig leg ik haar op de bank en pak dan de telefoon op. Het is mijn moeder.
‘Waar blijven jullie? Ik begin onderhand wel honger te krijgen.’
Geschrokken zeg ik: ‘O, sorry, mam! Chantal en ik zijn op de bank in slaap gevallen, toen we terug waren. En ik heb ook helemaal vergeten een tafeltje te reserveren. Het spijt me erg! Maar weet je wat? Kom lekker bij ons eten, dan maak ik wat klaar. Dan eten we maar wat later.’
‘Ahum, en moet ik dus maar geloven, dat jullie in slaap gevallen zijn?’
‘Mam, over zoiets maak ik geen grappen! Dat is voor Chantal een serieuze zaak, en daarmee ook voor mij.’
Ik hoor mijn moeder lachen. ‘Voor mij hoef je geen moeite te doen, John. Ik loop wel even naar de snackbar en haal me daar iets. Waarom maak je er met Chantal geen leuke en romantische avond van? Daar heb je je oude moeder niet voor nodig.’
‘Dat ga ik doen, mam. Bedankt! Hou van je!’
‘Het is al goed, John. Ik ben al lang blij, dat je eindelijk eens een meisje gevonden hebt, dat ook nog eens erg leuk en mooi is. Verpest het nou maar niet!’
‘Geloof me, ik ga mijn uiterste best doen, om haar tevreden te houden. Kom je morgen wel eten? Dan komen Leonie en Dean met de kinderen. En om het te vieren, gaan we barbecueën.’
‘Goed, dan kom ik. Leuk om ze weer eens te zien. Het is alleen zo jammer, dat ze zover weg wonen.’
‘Je weet toch, dat ze aan het proberen zijn om dichterbij te komen wonen, mam?’
Mijn moeder reageert verbaasd: ‘Nee? Daar heeft Leonie me nog niets van verteld!’
Ik schrik even. ‘Ow, dan heb ik misschien iets verraden, wat ik nog niet mocht vertellen, mam. Ik dacht dat je dat al wist. Nou ja, nu ik het toch al verraden heb, wil je dan toch een beetje verrast doen, als ze het je vertellen?’
‘Dat zal ik wel doen, John. En vertel me er nu nog maar niet meer over, dan kan ik ook met gerust hart zeggen, dat ik er niets van wist.’
‘Bedankt, mam!’
We hangen op en ik kijk naar buiten. De zon staat nog steeds hoog aan de hemel en ik zie de weilanden vol met bloemen en planten staan. Dat geeft me een idee. Ik kijk even om en zie dat Chantal nog steeds diep slaapt. Ik ga proberen haar te verrassen met een leuk en romantisch etentje.
Ik loop even naar een kleine aanbouw aan het huis, waar de bakker en de slager mijn bestellingen altijd neerzetten. Daar heb ik een grote koelbox, waar ze hun spullen in kunnen leggen. En dat komt nu wel even goed uit. En omdat ik al van tevoren wist, dat ik niet veel tijd zou hebben voor de boodschappen, heb ik mijn boodschappen laten bezorgen. Ik ruim heel voorzichtig de boodschappen op, zonder dat Chantal wakker wordt. En dan begin ik aan het eten.
Ik wil spaghetti klaarmaken, een eigen recept. Nou ja, ik heb het wel zelf bedacht, maar het is geïnspireerd op andere recepten. Nu maak ik verse spaghetti klaar, ook al is het al wat laat aan het worden. Maar ik heb het al eens eerder in korte tijd klaargemaakt, en daar komt mijn stoomoven goed bij van pas. Ik ben al meteen druk bezig, en het is een wonder, dat Chantal helemaal niet wakker wordt van al dat lawaai.
Ze wordt zelfs niet wakker, als ik de tafel netjes dek, en door de hele kamer kaarsen zet. Ik wist zelf niet eens, dat ik zoveel kaarsen in huis had, maar schijnbaar heb ik ooit eens een paar dozen met kaarsen gekocht. Die komen nu goed van pas. En ik heb zelfs nog even tijd om een veldboeketje te plukken uit het weiland, dat langs mijn huis ligt.
En als die tijd ligt Chantal als een schone slaapster op de bank. Als ik zie, dat het eten bijna klaar is, wordt het toch tijd, dat ik Chantal wakker ga maken. Ik ga op de bank zitten. Ik wil me bukken om haar wakker te kussen, maar ze draait zich instinctief naar me toe, als ze mijn warmte voelt. Ik lach en geef haar een tedere zoen op haar lippen.
Het duurt even, maar dan wordt ze toch echt wakker. Ze wordt wakker met een licht kreuntje, en kijkt me verbaasd met haar prachtige ogen aan. Dan kijkt ze verbaasd, en wat slaapdronken om zich heen, om tientallen kaarsen om zich heen te zien branden. Ze is duidelijk verbaasd, en dan ziet ze de klok. Het is inmiddels al half negen.
Dan schiet ze opeens rechtop en zegt hardop: ‘O, God! Is het al zo laat?’
Ik glimlach. ‘Je sliep zo lekker, ik wilde je niet wakker maken.’
Ze glimlacht lieflijk terug. Om dan weer geschrokken te kijken.
‘En je moeder dan? We zouden toch gaan uit eten?’
‘Is allemaal al geregeld. Maak je daarover maar geen zorgen. Heb je een beetje honger? Ik heb het eten klaar.’
Nu begint ze opeens te voelen, dat ze eigenlijk best wel honger heeft en dat laat meteen een luid geknor uit haar maag horen. We moeten allebei lachen.
‘Dat is ook wel een antwoord! Kom maar snel, anders krijg ik straks op mijn lazer van je moeder, dat ik je heb laten verhongeren!’
Chantal glimlacht. Dan kijkt ze nog eens om haar heen.
‘Heb jij overal kaarsjes neergezet? Dat vind ik wel leuk!’
‘En de tafel opgedekt, en eten gekookt.’
‘Wat? En daar heb ik helemaal niets van meegekregen?’
‘Goede Limburgse lucht doet goed slapen!’
Ze lacht. ‘Ik merk het. Ik moet wel flink vermoeid zijn geweest. Ik kan me nog net herinneren, dat we op de bank gingen zitten, en verder weet ik niets meer.’
Ze staat op en omhelst me. ‘Waarom ben je ook zo lief, John? Ik heb net van je gedroomd. Of eigenlijk van ons twee.’
‘O? En waarover ging het dan?’
‘Dat we hier woonden, en dat ik me heel erg gelukkig voelde. En Melissa was er ook, samen met Daan. En ik was zwanger, net als Melissa.’
Ik glimlach. ‘Je hebt zeker gedroomd over de voorspelling van Mia.’
Ze glimlacht. ‘Misschien, en ik zou er echt niets op tegen hebben, dat het zou uitkomen, John. Ik voel me hier thuis, terwijl ik normaal best wel wat moeite heb om ergens te wennen. Toen ik in Zwolle woonde, heeft het enkele maanden geduurd, voordat ik een beetje kon slapen en wennen. Hier slaap ik als een rus, dat heb ik nog nooit eerder gehad!’
Ik geef haar een zoen en zeg: ‘Nou, daar ben ik wel blij om. Want dat betekent, dat je hier erg graag bent. Maar als je aan tafel gaat zitten, dan krijg je wat lekkers van me te eten.’
Ze glimlacht en als een heer breng ik haar naar de tafel in de woonkamer staat. Daar heb ik een mooi tafelkleed over uitgespreid, en met mooi servies en glaswerk gedekt. Chantal kijkt verbaasd. ‘Wow, je hebt het nogal sjiek aangekleed!’
‘Ik heb wel wat mooie, oude dingetjes om een en ander leuk aan te kleden. Maar wel voorzichtig zijn met het servies, dat is al behoorlijk oud, en ik zou het graag nog een tijdje houden. En ook de glazen, die heb ik van mijn oma gekregen, en die heeft ze van haar oma gekregen.’
Chantal is duidelijk onder de indruk. Ik laat haar plaatsnemen en schuif voor haar de stoel aan.
Ik vraag haar: ‘En wat wenst madam erbij te drinken? We hebben een halfdroge witte wijn, nog net een beetje zoet. En verder heeft u nog de keuze uit een rode wijn, een droge wijn, met een krachtige smaak. En voor de liefhebber heb ik nog champagne staan.’
Chantal schudt lachend haar hoofd. ‘Wat ben je ook een mafketel. Maar als je dan toch als ober wil fungeren, dan zou ik best wel eens een glas champagne willen proberen. Smaakt die een beetje?’
‘Ik heb werkelijk geen idee. Ik heb hem ook maar gekregen. En als hij niet smaakt, dan kunnen we nog altijd die witte wijn opentrekken. Daarvan weet ik, dat die goed smaakt.’
‘Dan nemen we maar die gok.’
‘Champagne wordt het dan. Een moment, dan pak ik de fles even.’
Ik loop de keuken in, waar ik snel even controleer hoe het met het eten staat. Het is zo goed als klaar. Dan pak ik me de champagne uit de koelkast en ontkurk de fles voorzichtig. Dan loop ik terug naar de tafel en schudt Chantal een klein bodempje in. ‘Wil madam eerst even proeven?’
Chantal glimlacht. ‘Ik zal dat vergif wel even testen, monsieur.’
Ze nipt even aan het kostelijke vocht en zegt dan: ‘Nou, deze is best lekker! Schud maar vol!’
Ik schud dan de glazen vol. Ik neem dan mijn eigen glas en zeg: ‘Nou, dan proost!’
Chantal glimlacht en we laten de glazen even klinken. En nippen we allebei even van het goudgele vocht. Inderdaad, helemaal geen slechte champagne. Maar de buik van Chantal laat dan weer van zich horen en ik zeg: ‘Oei, daar zullen we dan iets aan gaan doen. Ik hoop, dat je flink honger hebt, want ik heb wel een en ander klaargemaakt.’
‘Geen zorgen, ik rammel van de honger!’
Ik loop snel terug naar de keuken, waar ik 2 grote soepmokken vul met soep, die ik ook nog klaar heb gemaakt. En uit de oven haal ik een schaal met Bruchette. Met een groot dienblad serveer ik het op tafel. Chantal kijkt verbaasd, dit had ze niet verwacht.
‘Uhm, hoelang heb ik eigenlijk geslapen, dat je tijd hebt om zoveel klaar te maken?’
‘Geen zorgen, dit is soep uit een zakje, alleen met wat verse ingrediënten op smaak gebracht. En Bruchette is echt niet heel moeilijk te maken. Straks krijg je nog Spaghetti alla John en als je heel lief bent, ook nog een lekker toetje na.’
‘Nou, je hebt je nogal uitgesloofd, terwijl ik lag te slapen.’
Ik ga aan tafel zitten en we proosten dan nog een keer. ‘Santé!’
Chantal proeft de soep en kijkt verbaasd. ‘Is dit soep uit een pakje? Daar proef je echt niets van!’
‘Ik heb meestal niet de tijd om het zelf helemaal klaar te maken, maar ik heb ontdekt, dat dit minstens zo goed smaakt. Wat verse groenten en kruiden maken het al snel een heel stuk beter.’
‘Nou, het smaakt in ieder geval goed!’
En dat laat ze ook goed blijken, ze heeft haar soep al op, voordat ik de mijne op heb. En de bruchette heeft ze ook al snel op. Ze zegt: ‘Oei, ik had echt honger, en dit is eigenlijk best lekker!’
Niet veel later ben ik ook klaar en dan ga ik voor het hoofdgerecht naar de keuken. En wederom staat Chantal versteld van mijn kookkunsten.
‘Ik zal nooit meer zeggen, dat je niet kunt koken, John. Want je bewijst me hier weer, dat je best wel wat kunt.’
Ik glimlach. ‘Ik zei toch al, pasta, daar ben ik goed in.’
‘Dat blijkt! Als het net zo goed smaakt, als het ruikt, dan moet het wel lekker zijn!’
Ik laat Chantal als eerste proeven om haar reactie te polsen.
‘Wat voor saus is dit, John? Het lijkt op bolognese, maar er zitten veel meer groenten in, en het is ook wat meer gekruid. Eigenlijk best lekker!’
‘Ik zei toch al, spaghetti alla John. Maar dit is niet uit een zakje of potje. Helemaal zelf gemaakt. Nou ja, de tomaten, die komen uit blik, maar daar proef je niets van.’
‘Als ik dit aan mam vertel, gelooft ze me weer niet.’
‘Zelfs nadat ik voor jullie gekookt heb?’
‘Daar was ze nog het meest door verrast. Je moest eens weten, wat ze allemaal zei, toen je weg was.’
‘Laat me raden. Iets van: Die heeft me mooi in het ooitje genomen! Eerst doen alsof hij niet kan koken en dan blijkt hij een sterren kok te zijn.’
Chantal lacht. ‘Warm, maar toch niet helemaal. Ze had helemaal niet verwacht, dat je, als vrijgezelle man, nog zo goed kon koken.’
Ik lach en antwoord: ‘Dat is ook alleen maar bij de pasta’s. Bij het normale werk heb ik het een stuk moeilijker. Pasta is gemakkelijk en snel. Als ik te veel saus heb, dan doe ik dat in schalen, zodat ik het later nog eens kan gebruiken. Dan ben ik snel klaar, als ik dan eens wat minder tijd heb.’
‘Warm je dat dan op?’ Chantal trekt een vies gezicht.
‘Ja, en dat gaat heel goed. Meestal zit er dan zelfs meer smaak in, omdat de smaken wat meer doordrongen zijn.’
Ze knikt. We gaan weer verder met eten, en Chantal eet echt met smaak, wat natuurlijk nog wel het beste compliment van haar is. We praten over de afgelopen middag en ook over de aanstaande bruiloft van haar broer Johan. Ze vertelt, dat ze het zonde vindt, dat Helen en Johan geen orkestje kunnen veroorloven, omdat de verbouwing van hun huis veel duurder is geworden, dan ze voorzien hadden.
Bijna verklap ik, dat ik al een band voor de bruiloft geregeld heb. Ik kan me nog net inhouden, voordat ik het vertel. Chantal merkt wel, dat ik iets verzwijg, maar zegt er niets over.
Het is dan tijd voor het dessert. Dat houd ik simpel, het zou ook te veel zijn geweest en afbreuk hebben gedaan aan de rest. Na het eten gaan we een stuk wandelen, gearmd in elkaars armen lopen we door het dorp. Ik zie enkele bekenden me verbaasd aankijken. Ook Chantal merkt dat.
‘Volgens mij gaat het roddelcircus hier in je dorp op volle toeren draaien, John.’
‘Pff, dat ze maar doen, Chantal. Ze mogen het van mij. Iedereen mag zijn, dat jij mijn vriendin bent. Bovendien doen ze hier niet zo bekrompen als bij jullie in Kampen. Ze zullen hoogstens zeggen, dat het wel eens tijd wordt, dat ik eens een vriendin kreeg.’
Chantal glimlacht. ‘Ik kan me niet voorstellen, dat jij nooit vriendinnen hebt gehad, John. Hoeveel heb je er eigenlijk gehad?’
‘Pff, daar vraag je me wat. Niet zo heel veel, maar toch genoeg om goed geoefend te zijn in bed.’
‘Laat ik het dan anders stellen, met hoeveel vrouwen heb je in bed gelegen?’
‘O, dat zijn er wat minder. Een stuk of vijf. De eerste vrouw, met wie ik naar bed ben gegaan, dat was Marieke Geuijen. Ze woont in Susteren, en is tegenwoordig de buurvrouw van Daan, dus ik zie haar nog wel eens, we zijn wel vrienden gebleven. Ze is nu getrouwd en heeft twee kinderen. Dan was er nog Lisa, en Renate. Allebei zusjes van elkaar. Dat was me wel iets. Ik had eigenlijk iets met Lisa, maar voordat ik het wist, lag haar zus ook bij mij in bed. Pff, die twee hebben me alle hoeken van het bed laten zien. Maar wat die twee wilden, dat was voor geen enkele man uit te houden… Onverzadigbaar, die twee!’
Chantal kijkt me geschokt aan. ‘Vonden die het dan niet erg om seks te hebben voor het huwelijk?’
Ik moet lachen. ‘O nee! Die lusten er letterlijk pap van. Ik denk niet eens, dat die twee ooit zullen trouwen. Die zijn veel te vrij en veel te verslaafd aan seks.’
Chantal is nog steeds geschokt en vraagt dan: ‘En die andere twee?’
‘Dat is gebeurd tijdens vakanties. De ene heette Rosalie, en was een Engelse, die op vakantie in Spanje was. En de ander was Hannelore uit Duitsland, die had ik ontmoet tijdens een vakantie in de Eifel.’
Chantal kijkt me aan en vraagt: ‘En vind je het nu erg, dat ik nog geen seks met je wil?’
Eerlijk antwoord ik haar: ‘Leuk vind ik het niet, maar ik vind het ook niet erg. Ik begrijp waarom je dat zo wil, en daar heb ik respect voor. En jij bent het waard om op te wachten, ten minste zo denk ik erover.’
Chantal bloost lichtjes. Ik stop met lopen en pak haar met twee handen om haar middel vast en kijk haar dan recht in haar ogen aan. Ze probeert weg te kijken, maar ze kan onmogelijk ontsnappen aan mijn oprecht blik vol liefde. En ze weert me ook niet af, als ik haar midden op straat een zoen geef. Ze geeft zich vrijwel meteen over, en ontspant zich direct. Ze is als was in mijn handen. Ze sluit haar ogen en geniet ongegeneerd van mijn zoen.
Maar zodra we onze zoen beëindigen, bloost ze weer meteen. ‘Wat zullen de mensen wel over ons zeggen, John?’
‘Niets. Waarom zouden ze ook? De meesten zijn ook jong geweest en verliefd. Ze zullen hoogstens eens glimlachen en denken aan die vervlogen tijden.’
Chantal kijkt even verbaasd, maar glimlacht dan. ‘Dus hier zijn ze helemaal niet zo streng?’
‘O nee, God beware me! Ik zou meteen verhuizen, als dat zo was!’
Chantal moet nu lachen. ‘Hmm, dat bevalt me eigenlijk best goed! Hier voel ik me nu opeens een stuk minder bekeken!’
‘Nou, het is ook weer niet, dat er niets over gezegd zal worden, Chantal, maar hier wordt er in een hele andere toon over gepraat. Dat zal je nog wel merken.’
Chantal knikt begrijpend. We lopen verder en even verder kom ik een bekende tegen, die me tegemoet rijdt op zijn fiets. Hij stopt en spreekt me aan.
‘Hey, John! Heb je een nieuwe vriendin?’
‘Hey, Kurt! Ik heb je al een tijdje niet meer gezien. En ja, dit is mijn vriendin Chantal.’
‘Geluksvogel! Het is verdorie nog een verdomd mooie meid!’
Chantal moet even blozen, maar glimlacht met een stralende glimlach terug.
‘Waar heb je toch gezeten, Kurt? Ik heb je echt al een hele tijd niet meer gezien.’
De man grijnst. ‘Ik kan het je beter maar meteen vertellen. Ik heb een paar maanden onvrijwillige vakantie gehad, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik ben zo stom geweest om me in te laten met enkele gasten, en dat had ik beter niet kunnen doen. En daarvoor heb ik de prijs moeten betalen. Zes maanden van mijn leven heeft het me gekost. En dat was ook meteen meer dan genoeg. Ik hoop alleen, dat ik weer opnieuw werk kan vinden, want mijn vorige baas heeft me meteen op straat gezet. Niet dat ik het hem kwalijk neem, ik zou het zelf ook gedaan hebben, maar leuk is anders.’
‘Heb je nog steeds je vrachtwagenrijbewijs, Kurt?’
‘Ja, dat wel. Hoezo?’
‘Solliciteer eens bij mij op het werk. Ik geloof, dat ze daar nog een chauffeur zoeken. Maar dan zijn van die fratsen, zoals je eerder ooit gedaan hebt, uitgesloten!’
‘O, maak je daarover maar geen zorgen. Ik heb gebroken met mijn oude vrienden. Die hebben er immers voor gezorgd, dat ik in die situatie terecht ben gekomen. Ik wil gewoon opnieuw beginnen. Een schone lei. Maar bedankt voor de tip! Dat ga ik zeker doen.’
‘Dan hoor ik het wel, of het iets is geworden. En een goede tip, draai er niet omheen, en vertel ze wat je me nu ook verteld hebt. Want ze zouden het hoe dan ook eens uitvinden, en dan zullen ze echt niet zo blij met je zijn. Dan kun je maar beter eerlijk zijn. Als ze je dan accepteren, dan weet je, dat je goed zit.’
‘Dat zei ze op de reclassering ook al. Als jij het zegt, dan zal ik er open kaart spelen. Heel erg bedankt, John! Dit stel ik heel erg op prijs. En veel geluk met je vriendin!’
‘Geen dank, Kurt. Zie het maar als een vriendendienst. Vroeger waren we immers toch altijd vrienden?’
Kurt knikt. ‘Het is goed te weten, dat ik dan ten minste nog een vriend heb, John.’
‘Goede vrienden kennen geen tijd, Kurt. Kom anders nog eens langs, je weet toch nog wel waar ik woon?’
Hij knikt. ‘Ja, je bent nog nooit verhuisd, dus dat ben ik niet vergeten.’
Ik groet de man en we gaan ieder onze eigen weg. Chantal zegt glimlachend: ‘Aardig van je om die man te helpen.’
‘Ik ken Kurt al heel lang. We hebben samen nog op de kleuterschool gezeten, maar toen we van de lagere school afgingen, zijn onze wegen gescheiden. Kurt is geen slechte kerel, maar hij is nogal beïnvloedbaar. Dat was vroeger al zo, en dat zal nu ook niet anders zijn. Maar ik ken hem als een betrouwbaar persoon, en dat gevoel heb ik nog steeds. Dus als ik hem kan helpen om het rechte pad te blijven, dan doe ik dat.’
Chantal glimlacht weer. ‘Je bent veel te lief en veel te goed voor iedereen, John!’
‘Dat hoor ik wel eens vaker. Maar dat is gewoon, wie ik ben, Chantal. Ik kan het niet helpen.’
Ze drukt zich wat strakker tegen me aan. ‘Ik ben trots op je, John. Want dat vind ik namelijk een van de dingen, die ik zo leuk aan je vind. Je hebt een groot hart, dat bevalt me goed.’
‘Hmm, maar soms ook wel een klein hartje, Chantal. Ik ben niet overal een held in.’
Wat verder kom ik weer een bekende tegen. Het is Leo, de plaatselijk heraut in levenden lijve.
‘Hey, John! Wat zie ik nou daar naast je? Niet meer vrijgezel?’
‘Goed gezien, Leo! Dan hoef je toch echt niet naar de opticien voor een nieuwe bril.’
De man lacht wat gereserveerd en gekunsteld. Ik mag hem dan ook niet zo heel erg, maar ben wel altijd beleefd tegen hem.
Dan zegt hij tegen me: ‘Maar wat stond je net met die van Janszen te praten? Weet je dan niet, dat hij in de bak heeft gezeten voor diefstal?’
‘En is het dan verboden om met hem te praten, Leo?’
‘Nee, maar voordat je het dadelijk weet, heeft hij dadelijk je hele huis leeggeroofd!’
‘Daar heb ik geen schrik voor, Leo. Kurt heeft zijn prijs betaald voor zijn misstap en wil nu weer met schone lei beginnen. Maar als zo iemand als jij zo over hem gaat praten, gaat hem dat zeker niet helpen! Dus ik zou toch maar even oppassen, met wat je zegt. Je weet nooit, wanneer je ooit zijn hulp nodig hebt, Leo! Kurt is geen slecht vent, hij had alleen slechte vrienden. Daarmee heeft hij gebroken, dus het lijkt mij, dat hij oprecht is in zijn bedoelingen. Je zou hem liever moeten helpen, in plaats van hem zwart te maken.’
De man kijkt me gefronst aan. ‘Ik bedoel er ook niets mee, John!’
‘Dat mag ik hopen, Leo! Bovendien ben jij in het verleden ook niet vlekkeloos geweest, of wel?’
Leo is niet snel sprakeloos, maar nu is hij dat wel. ‘Uhm, uhm… Ik moest maar weer eens verder. Ik zie je wel weer eens!’
Hij loopt snel verder en Chantal kijkt me verbaasd aan. ‘Wat een vreemde man, John!’
‘Hmm, ik mag hem ook niet zo heel erg. Maar je moet wel oppassen voor hem. Hij is het lopende roddelblaadje. Maar ik weet dingen van hem, waar hij heel graag van heeft, dat ik die voor me houd. Dus ik denk, dat hij voorlopig wel zijn mond houdt over Kurt. ten minste, dat lijkt me heel erg verstandig voor hem.’
Een twintig meter verder kom ik een oude vrouw tegen. Ik ken haar goed, ze was een goede vriendin van mijn oma. ‘Daag John! Wat een schoen maedje hes se.’
Ik glimlach. ‘Dat is Chantal, Mieke. Ze komt helemaal uit Kampen, daar heb ik haar ontmoet.’
‘Zo ver weg? Zijn er hier geen leuke dames?’
‘Dat zal dan wel niet, anders had ik er hier wel een gevonden, Mieke.’
De vrouw loopt naar Chantal en steekt haar hand uit.
‘Hoi, ik ben Mieke Veldkamp, ik ken John al, toen hij nog maar net geboren was. Ik was vroeger de buurvrouw van zijn oma en ook een goede vriendin van zijn oma. Ik kwam regelmatig bij hem thuis. Maar John is een goede vent. Ben er maar zuinig op!’
Chantal glimlacht en schudt haar hand en is verrast door de pezige kracht van de oude vrouw.
‘Aangenaam. Ik ben Chantal Santegoed. En ik weet al, dat ik een goede vent aan de haak geslagen heb. Geen zorgen, die laat ik niet zo snel los!’
De oude vrouw glimlacht. Ze fluistert iets in mijn oor en ik moet glimlachen.
Dan zegt ze: ‘Geniet nog lekker van de dag en van elkaar!’
Ze loopt weer verder en we groeten haar als afscheid. Chantal vraagt dan nieuwsgierig: ‘Wat fluisterde die vrouw je in je oor?’
Ik lach en zeg: ‘Als ze gewild had, dat je het hoorde, dan had ze het wel hardop gezegd, Chantal. Maar in grove lijnen komt het erop neer, dat ze je wel goedgekeurd heeft.’
Chantal glimlacht. ‘Ik vond haar wel aardig. Ken je haar echt al zo lang?’
‘Ja, ik weet niet beter, dan dat ze bijna iedere dag bij ons langs kwam. Ik heb foto’s, van toen ik geboren was, daar staat ze ook al op. Maar toen was ze ook al op leeftijd. Ik denk dat ze nu bijna vijfennegentig is.’
‘Dat zou je haar niet geven. Ze is nog behoorlijk kwiek voor haar leeftijd.’
‘Dat is ze zeker. Ze zegt zelf altijd, dat ze haar dood moeten knuppelen, wil ze het tijdelijke geven.’
Chantal lacht. ‘Ze heeft wel humor.’
‘Dat is zeker. Ze kan ongelofelijk leuke verhalen vertellen. Ze zal zeker nog wel eens op bezoek komen, dan kun je het haar eens vragen.’
We lopen weer verder. We komen wel enkele mensen tegen, die echter alleen maar groeten. Als we weer thuis zijn, zegt Chantal: ‘Volgens mij ken je bijna iedereen hier uit het dorp.’
‘Echt niet allemaal, maar wel veel. En echt niet allemaal van naam. Maar ik ben normaal in het weekend ook vrijwilliger in de sportkantine van de sportvelden hier in het dorp, daarom ken iedereen me ook wel.’
‘Hoef je dan dit weekend dan niet te helpen?’
‘Nee, nu heb ik vakantie. Bovendien is er in de zomer daar ook niet veel te doen. Volgend weekend moet ik er wel weer werken.’
We willen op de bank gaan zitten, en meteen gaat mijn telefoon. Ik neem op en hoor dat het mijn zus is.
‘Leonie! Wat is er?’
‘Niets, ik wil alleen maar even laten weten, dat we er over een half uur zijn. Heb je echt alle kamers op orde?’
Ik lach en zeg: ‘Maak je maar geen zorgen, Leonie. Het huis is maagdelijk zuiver, zoals je dat nog nooit eerder gezien hebt.’
‘Dat heb ik al eens eerder gehoord, John! En toen was het een zwijnenstal!’
‘Dat was voor Chantal, Leonie. Het is nu echt zuiver, erewoord!’
‘Nou, in dat geval zijn we er al over tien minuten.’
Ik lach hard. ‘Dan zie ik je zo!’
Ik hang op en zeg tegen Chantal: ‘Dat was mijn zus. Ze zijn er al over tien minuten. Klaar voor het kruisverhoor, dat ze je ongetwijfeld zal gaan geven?’
Chantal glimlacht, ze is klaar voor de ontmoeting met mijn zus, al merk ik wel, dat ze wat gespannen is. En zo gek vind ik dat nu ook weer niet. We ruimen nog vlug wat laatste resten op, en gaan nog even vlug met een swiffer door het huis om de stof van de afgelopen week weg te vegen, en wachten dan totdat mijn zus en haar gezin de inrit op gereden komen.
Chantal haalt even diep adem en ik zeg: ‘Ben je er klaar voor?’
Ze knikt. Dan lopen we mijn zus tegemoet. Zoals ik al verwachtte, rennen mijn nichtje en mijn neefje me al tegemoet en begroeten me uitbundig. Maar ze remmen toch wel even af, als ze Chantal naast me zien staan.
Ze worden opeens verlegen en ik moet hard lachen.
‘Wat is me dat nou? Worden jullie opeens verlegen, omdat jullie mijn nieuwe vriendin zien? Zo ken ik jullie niet! Kom op, waar blijft mijn knuffel van mijn allerliefste nichtje en neefje?’
Dat is genoeg om ze over hun verlegenheid heen te helpen en ze springen in mijn open armen. Ik til ze allebei tegelijk op, ondanks dat ze al behoorlijk zwaar beginnen te worden.
‘Oeh, jullie beginnen groot te worden! Nog even dan kan ik jullie niet meer optillen!’
Jake, die altijd al wat minder schuchter is geweest zegt: ‘Maar jij bent toch de sterkste man van de hele wereld?’
Ik glimlach. ‘Dat is ook weer waar. Maar jullie zijn echt weer flink gegroeid! Kijk eens hoe groot jullie zijn!’
Leonie en Dean kijken glimlachend toe, en Leonie zegt: ‘Ja, ze groeien echt als kool, John. Jake is afgelopen jaar bijna tien centimeter gegroeid en Stephanie zes centimeter.’
‘Ik merk het! Ze zijn flink zwaarder geworden!’
Dan loopt Leonie naar me toe, en omhelst me, terwijl ik nog steeds haar kinderen vasthoud.
‘Goed je weer te zien, John. En nou stel me maar eens snel voor aan je vriendin!’
Ik glimlach en zeg: ‘Leonie, dit is nou Chantal, de vrouw, die mijn hart stormenderhand heeft veroverd. Chantal, dit is nou mijn lieftallige zusje Leonie en haar man Dean Martins. En deze twee blagen hier, dat zijn Jake en Stephanie!’
Chantal geeft Leonie een hand en een omhelzing. Leonie begroet haar met drie zoenen op haar wangen.
‘Zo, dus jij bent nou Chantal? John heeft niets te veel gezegd, je bent echt heel erg mooi. En van mijn moeder heb ik al gehoord, dat je niet alleen heel erg mooi bent, maar ook intelligent, leuk en aardig.’
Chantal glimlacht en antwoordt: ‘En ik heb al veel over jullie gehoord. En om eerlijk te zijn, vind ik dit spannender, als de ontmoeting van Johns moeder.’
Leonie glimlacht. ‘Dat kan ik me wel voorstellen. Mam is een heel hartelijk mens, en mij ken je nog maar amper. Maar voor mij hoef je geen schrik te hebben. Iedere vrouw, die mijn broer gelukkig maakt, die kan bij mij niets fout doen. Dat wil zeggen, totdat je zijn hart breekt.’
Chantal glimlacht. ‘Dat zal, hoop ik, nooit gebeuren.’
Dan begroet ze Dean, die haar al even hartelijk begroet. Leonie komt naast me staan, terwijl ik Jake en Stephanie weer op de grond zet. Die sprinten gelijk naar binnen.
Leonie zegt tegen me: ‘Chantal lijkt me wel een leuke meid, John. Ik zag het al meteen, toen ik jullie zag staan. Ik zei al tegen Dean, dat is gewoon het meisje voor John. Die passen gewoon bij elkaar. Waar heb je haar gevonden?’
Ik lach. ‘Ik heb haar niet gevonden, ze heeft mij gevonden, Leonie. Nou ja, dat klopt ook weer niet. Ik ben met haar in contact gekomen door haar zus, Melissa. Die had ik ontmoet, toen ik op een terras je zat, en ze per telefoon ruzie maakte met haar vriend, nu ex-vriend.’
We kijken toe hoe Chantal met Dean praat. Er is een duidelijke klik tussen die twee. Leonie glimlacht en zegt: ‘Vertel me zo meteen maar eens alles, hoe jullie bij elkaar zijn gekomen. Maar nu wil ik eerst even de koffers naar de slaapkamers brengen. Waar slaapt Chantal?’
‘Chantal slaapt bij mij. Maar geen zorgen om verstoorde nachtrust, dat komt er niet. Chantal wil maagd blijven, tot haar huwelijksnacht.’
Leonie kijkt me verbaasd aan. ‘Zo? En ze is nog steeds bij je? Dan moet het wel serieus zijn, John! Bij iedere vriendin, die je hebt gehad, heb je toch op zijn minst iets gedaan.’
‘Nu overdrijf je een beetje, Leonie. Zoveel vrouwen heb ik niet in bed gehad, maar ik wil wel toegeven, dat ik hele sterke gevoelens heb voor Chantal. Zo heb ik dat nog nooit eerder ervaren.’
Leonie glimlacht. ‘Mijn kleine broertje wordt eindelijk eens volwassen! Ik wens je het allerbeste met haar, John.’
‘Dank je. Maar kom binnen, en schrik niet van de rotzooi!’
Mijn zus kijkt me even schuins aan. ‘Dat was toch een grapje, John?’
Ik lach en zeg: ‘Natuurlijk! Alles is schoon, hoewel we net nog wel even geswifferd hebben, omdat ik de hele week niet thuis ben geweest. Maar verder is alles schoon.’
Chantal en Dean zijn er nu ook bij komen staan en Dean geeft me een stevige handdruk.
‘En, big guy? Eindelijk aan de vrouw?’
‘Je ziet het. Wat vind je van haar?’
‘Zonder een moment te twijfelen, een hele mooie meid! En ze vertelt me net, dat ze gaat studeren op het conservatorium in Maastricht?’
Ik knik. ‘Ja, ze wil operazangeres worden, of iets in die trant. Ze heeft een ongelofelijk mooie stem.’
‘Daar ben ik wel eens nieuwsgierig naar. Kunnen jullie dan eens samen wat zingen?’
Chantal kijkt me verbaasd aan. ‘Kan John zingen dan?’
Leonie lacht. ‘O jawel, maar hij doet het zelden. Maar hij zit zo tussen een bariton en tenor in, volgens zijn vroegere zangleraar zou hij bijna 4 octaven kunnen halen. Vroeger in de kerk heeft hij dikwijls gezongen.’
Chantal kijkt me geschokt aan. ‘Wow, dat is nogal! Daar heeft hij met nog niets van verteld! Wel dat hij misdienaar is geweest, maar niet dat hij ook kon zingen.’
Leonie kijkt me aan en zegt: ‘Kom, John! Laat je vriendin eens wat van je stem horen!’
Ik zucht. ‘Ik had het kunnen weten, Leonie. Maar goed. Wat willen jullie horen?’
‘Je weet wat mijn favoriete liedje is, John. Time to Say goodbye.’
Ik zucht nog eens en haal diep adem en begin dan te zingen. Chantal is best wel onder de indruk van de korte demonstratie die ik geef.
‘Wow, dat is best goed, John! Ik ken mannen op het conservatorium in Zwolle, die een mindere stem hebben, dan jij.’
Ik glimlach. ‘Dat kan zijn, maar zingen is geen hobby van me en ik wil er ook niet mijn brood mee verdienen, Chantal.’
‘Een beetje zonde, maar wel jouw keuze, John.’
We lopen dan naar binnen, en ik help met het dragen van de koffers. Leonie is onder de indruk van de slaapkamers. ‘Ziet er echt netjes uit, John. Nu wel zo houden!’
‘Je weet best, dat ik na de verbouwing amper nog tijd heb gehad om op te ruimen. En laatst was er uiteindelijk een gelegenheid.’
‘Ja, dat heb je me al verteld. Maar vertel me dat straks nog maar eens.’
‘Is goed, pak eerst maar eens jullie koffers uit.’
Ik laat Leonie alleen en ga naar onder heen. Dean en Chantal zitten op het terras en ik zie dat Chantal de rol van gastvrouw al op zich genomen heeft. Ze heeft de kinderen al voorzien van wat drinken en ook Dean zit al aan een kop koffie. Na ongeveer een half uur voegt zich Leonie zich er ook bij. We vermaken ons goed, en het verhaal hoe Chantal en ik elkaar ontmoet hebben, valt erg goed. Chantal is zichtbaar meer ontspannen, en dat komt de sfeer ten goede. De kinderen van Leonie vermaken zich prima op het erf, waar ze met elkaar voetballen. Chantal kijkt glimlachend toe, hoe de twee kinderen over het erf rennen.
Leonie ziet het en vraagt: ‘En, Chantal? Wil je later kinderen?’
Chantal glimlacht terug. ‘Ja, heel erg graag. Ik wil een groot gezin, net zoals ik nu thuis nog heb. Ik heb dat altijd fijn gevonden. Maar ook weer niet een enorm gezin. Drie of vier kinderen, dat zou wel fijn zijn.’
‘En denk je dat later te kunnen combineren met je opleidingen? Je wilde operazangeres worden?’
‘Ja, dat is wel de bedoeling. En of het te combineren is, dat zien we dan wel weer. Zingen is in ieder geval mijn passie en ik zie wel wat het me in de toekomst gaat brengen. Het leven van artiest is onmogelijk te voorspellen.’
‘Dat is ook weer waar. Maar ik zou je best wel eens willen horen zingen. Ik ben wel nieuwsgierig naar je stem.’
‘Dat kan, wat wil je horen?’
‘Kun je dat liedje, Time to Say goodbye, wat John straks voor me zong, voor mij zingen?’
‘Ik ken het wel, maar ik kan het nog niet zonder begeleiding zingen, Leonie.’, en daarbij kijkt ze me grijnzend aan. Ik kaats echter de bal meteen terug door te zeggen: ‘Ik heb nog wel een cd met de muziek van dat liedje, Chantal. Zal ik die even pakken?’
Ik moet lachen als ik haar teleurgestelde blik zie. Lachend zeg ik dan: ‘Je had zeker gehoopt, dat ik met je mee ging zingen?’
Aan haar reactie kan ik zien, dat het inderdaad zo is. Ik sta op en haal de cd-speler en de cd, en zet die dan op tafel. De muziek begint, en ik zie dat Chantal nog wat moeite heeft met het begin. Maar ik ken de tekst helemaal uit mijn hoofd. Dat heeft mijn zus me zo vaak laten zingen, dat ik het kan dromen. Dus ik begin het liedje, en Chantal kijkt me glimlachend aan. Ze heeft het duidelijk wel als tweede stem geleerd, want ze springt me meteen bij. Haar stem is prachtig, mooi hoog en zuiver. Mijn stem is diep en laag, en samen past het prachtig. Leonie en Dean kijken sprakeloos naar ons, terwijl we het hele liedje voor hun zingen. We kijken elkaar aan, en zingen dit lied met passie en emotie, zoals het ook moet bij dit lied.
Leonie moet een traan wegpinken, en ook Dean heeft moeite om zijn tranen te bedwingen. Als het lied afgelopen is, applaudisseren luid. Leonie is zo onder de indruk, dat ze haar tranen de vrije loop laat.
‘Oh, dat was echt prachtig! Jezus, wat kunnen jullie samen zingen!’
We glimlachen, en ik neem de hand van Chantal in de mijne en geef haar een licht kneepje. Ze vraagt aan mij: ‘Ken je de betekenis van de tekst, John?’
Ik knik. ‘Ja, ik ken zowel de Italiaanse versie als de Engelse versie en ik weet ook waarover het gaat. Het gaat over afscheid nemen van je oude leven, om je nieuwe leven te gaan delen met je geliefde.’
Ze knikt. ‘Maar je zong het best goed, John! Je zou echt niet misstaan op het conservatorium.’
Ik schud mijn hoofd. ‘Nah, toch maar niet. Ik zing liever op de momenten, dat ik het leuk vind. En niet als het ik het moet doen. Maar nu vond ik het wel leuk, want het is precies hoe ik me nu voel.’
‘Ik ook. Ik heb het wel eens vaker gezongen, maar ik heb het nooit zo intens ervaren.’
Ik glimlach. ‘Maar je hebt het vooral als tweede stem gezongen, of niet?’
Chantal knikt. ‘Ik heb nog wat problemen met het begin, mijn Italiaans is namelijk niet zo goed. En dat is wel zo handig, als je dat een beetje kent, want er zijn nogal wat klassieke stukken in het Italiaans gezongen. Maar ik durf te wennen, als je wat stemoefeningen deed, dat je die hogere lange tonen nog beter kon doen.’
‘Het zal allemaal wel, Chantal. Maar misschien kun je het me eens leren. Kunnen we dit nog eens samen zingen.’
Chantal glimlacht. We gaan weer zitten, terwijl ik de muziek zachter zet om als achtergrondmuziek te fungeren. We praten over alledaagse dingen, zoals wat Leonie en haar man deze vakantie gaan doen. Dean wil wat zijn auto sleutelen, maar ook leuke dingen met zijn gezin gaan doen. Ze vragen ook, wat ik en Chantal gaan doen.
‘Eigenlijk nog geen idee. Misschien een bootje huren en op de Maas gaan varen. Of wat ritjes door de omgeving, een keer zwemmen. Ik heb er eigenlijk nog niet helemaal over nagedacht.’
Chantal kijkt me aan en zegt: ‘Als je wil gaan zwemmen, dan mag ik wel een badpak gaan kopen, want die heb ik geen meegenomen.’
Ik lach en zeg: ‘Ach, dan is het voor jou gewoon weer een excuus om weer te gaan shoppen, Chantal.’
Ze lacht. ‘Misschien, als Leonie met me mee wil?’
‘O, dat kon ik best wel eens doen. Ik heb ook nog een nieuw badpak nodig, en een nieuw zomerjurkje was ook niet slecht.’
Dean lacht. ‘Oei oei, dat gaat me weer flink geld kosten! Maar ja, ze is het dubbel en dwars waard.’
Hij geeft een knipoog naar Leonie, die hem een glimlach teruggeeft.
Dan zegt Dean: ‘Misschien gaan John en ik, samen met de kinderen, dan naar een pretpark. Leonie heeft het nooit zo op achtbanen en zo, en Jake en Stephanie zijn nu groot genoeg om er eens naar toe te gaan.’
‘Oh, dat is een goed idee. Dan kunnen wij de hele dag shoppen!’
Dan kijkt Leonie me plagend aan en zegt: ‘John, kun je dan wel een hele dag zonder Chantal?’
Lachend antwoord ik: ‘Het zal moeilijk worden, maar ik denk dat ik het wel overleef.’
Er worden dan meteen plannen gemaakt. Dinsdag gaan de dames shoppen en gaan Dean en ik naar een pretpark, niet heel ver uit de buurt. Perfect geschikt voor kleine kinderen.
Chantal vraagt aan Leonie: ‘Hoe oud zijn Stephanie en Jake nu?’
‘Stephanie is nu zes en Jake is acht. In oktober alweer negen. Pff, waar gaat de tijd heen?’
Ik lach en zeg: ‘Tja, ook voor jou staat de tijd niet stil, zusje. Maar het is je nog steeds niet aan te zien, dat je al midden dertig bent.’
Leonie kijkt me vernietigend aan. ‘Je zegt nooit tegen een dames, hoe oud ze is, John!’
‘Alleen als ze mijn allerliefste zus is, Leonie. Maar is het nu zo erg, dat je ouder wordt? Je ziet er nog steeds uit alsof je zesentwintig bent!’
Dean lacht en zegt: ‘Dat is ze al negen jaar, sinds ze Jake gekregen heeft.’
Dat levert hem een stomp op zijn arm op. Leonie heft haar handen hoog en klaagt tegen Chantal: ‘Wat vind jij er nu van? Ze hebben tegenwoordig geen respect meer voor vrouwen, vind je ook niet?’
Chantal moet lachen. ‘Ach, het valt best mee, en ik moet John gelijk geven, je ziet er nog best jong uit. Schijnbaar zit dat bij jullie in de familie. John ziet er ook veel jonger uit, dan hij is.’
‘Dat klopt. Je hebt mijn moeder al ontmoet. Ziet ze er niet fantastisch uit voor haar leeftijd?’
‘Dat klopt, en ik vind haar een geweldige vrouw. Ik was zo zenuwachtig, toen ik alleen met John hier kwam. John had haar gebeld, dat we op bezoek zouden komen, om me voor te stellen. Maar ze verraste ons beiden, door naar hier heen te lopen. En achteraf was het maar goed ook, nu had ik amper tijd om zenuwen te krijgen. Maar ik was wel zenuwachtig om jullie te ontmoeten.’
‘Ja, dat zei je al. Maar dat was ik ook wel. Je weet nooit, waar John mee komt aanzetten. Maar ik ben blij, dat hij een mooie en vooral leuke en aardige vrouw heeft gevonden. Ik hoop dan ook, dat jullie nog heel lang bij elkaar blijven. Jullie zijn een prachtig stel samen.’
‘Dank je! Dat hoop ik ook. Maar het gaat zo snel! Ik kan me amper nog herinneren, hoe het was voordat ik John leerde kennen. Het zal me nog wat worden, als ik straks weer moet gaan studeren. Gelukkig kan John me daar gemakkelijk komen opzoeken, anders zou het wel heel zwaar gaan worden.’
‘Waar ga je dan studeren?’
‘In Maastricht. Ik heb een kamer kunnen krijgen bij jullie ome Karel en tante Mia. Dat heeft John voor me geregeld.’
‘Ach, wat leuk! Maar gingen die hun boerderij niet verkopen?’
‘Jawel, maar tot die tijd kan ik daar verblijven. Ze verwachten zelf niet, dat het heel snel zal gaan, maar je weet nooit.’
‘Dat zou wel eens kunnen. Wat zullen ze voor die boerderij vragen?’
Ik antwoord: ‘Ome Karel zei, dat het bijna een miljoen moest kosten, vanwege de grond, die erbij zat.’
‘Pff, wat een geld! Jammer dat het zo duur is, anders hadden wij het misschien nog wel gekocht. Maar we zijn er nu wel aan uit, wat we gaan doen. Dean kan bijtekenen, en dan zou hij overplaatsing kunnen krijgen naar de basis in Geilenkirchen. Dan zouden we ook al dichterbij wonen, en kunnen we wat langer doorsparen voor een huis hier in de buurt, als Dean met pensioen gaat.’
Chantal vraagt aan Dean: ‘Ga je dan niet terug naar de VS? Heb je daar geen familie of vrienden?’
Dean antwoordt: ‘Ik heb er alleen nog maar een oom, en een paar neven en nichten. Veel vrienden heb ik daar niet, bovendien woon ik al sinds ik tweeëntwintig ben in Europa. Ik zou amper nog kunnen wennen om weer in de VS te kunnen wonen. En ik spreek net zo goed Duits en Nederlands, als dat ik Engels spreek. Hier heb ik vrienden, familie, en mijn kinderen zijn hier geboren.
Ik ben nog wel Amerikaan, maar Europa is mijn thuis. Het bevalt me hier wel.’
‘Je ouders leven niet meer?’
‘Die zijn gestorven bij een ongeluk, toen ik nog maar vier jaar oud was. Mijn opa en oma hebben me opgevoed, maar die zijn allebei enkele jaren geleden gestorven.’
‘O, dat spijt me. Dat wist ik niet.’
‘Ach, dat geeft helemaal niets. Mijn grootouders waren al oud, ze waren allebei al in de tachtig, en van mijn ouders weet ik nauwelijks nog herinneringen. Maar ik heb geen slechte jeugd gehad, en daarvoor ben ik mijn grootouders nog altijd dankbaar.’
‘Ga je nooit meer terug naar de VS?’
‘Nooit zal ik niet zeggen, maar hoogstens alleen voor bezoek van oude vrienden en het beetje familie, dat ik nog heb.’
‘En als ze nu willen, dat je terugkeert naar je eigen land?’
‘Dan verlaat ik de US Airforce. Er is een speciale regeling voor militairen, die hier willen blijven, vanwege familie. Maar dan zou ik veel opgeven. Nou ja, dat is voorlopig niet aan de orde.’
‘En waar wonen jullie nu?’
‘Stuttgart. Maar Leonie vindt, dat het te ver weg is van haar familie, en daar heeft ze ook wel gelijk in. Zoals ik al zei, hier is nu mijn thuis, en ik voel me hier goed.’
Chantal lacht. ‘Dat gevoel ken ik. Ik voel me hier ook al helemaal thuis. Ik zou er geen problemen mee hebben om hier te komen wonen. En maar goed ook, het zal nog heel wat wennen zijn daar in Maastricht. Het is toch heel anders, dan waar ik vanaf kom. Maar ik vind dat accent hier wel leuk. Dat is veel warmer van klank.’
Leonie zegt: ‘Wie weet praat je over een tijdje net zo met een zachte G als wij.’
Chantal probeert het even, maar het lijkt nergens op. Ze moet er net zo om lachen, als wij dat doen. Ook Dean probeert het, maar met zijn Amerikaanse accent klinkt het zo mogelijk nog erger, ondanks dat Dean vloeiend Nederlands spreekt. Maar hij kan er, net als Chantal, hartelijk om lachen. Jake en Stephanie komen naar ons toe, ze zijn dorstig van het warme weer en het spelen. Ik vraag ze, wat ze willen drinken.
‘Cola, ome John!’
‘En wat willen jullie straks eten?’
Ze kijken naar hun moeder, die alleen maar glimlacht. Daarop roepen ze allebei in koor: ‘Pannenkoeken!’
Ik lach. ‘En hoeveel? Een? Twee? Drie? Vier? Vijf?’
Jake glundert en roept: ‘Ik lust er wel tien!’
Leonie zegt dan bestraffend: ‘Dat zullen we maar niet doen, Jake! Je mag ze van mij wel hebben, maar dan blijf je ook aan tafel zitten, tot je ze allemaal op hebt. Normaal eet je er drie, dus ik denk dat het nu ook wel voldoende zal zijn.’
Jake knikt. ‘Drie zijn er ook genoeg, mam. Maar ik vind ze zo lekker!’
Daar moeten we allemaal om lachen. Stephanie zegt: ‘Ik lust er ook wel drie!’
‘Oei oei, dan moet ik straks maar eens een hele stapel pannenkoeken gaan bakken!’
Leonie lacht. ‘En als je dacht, dat ik je kom helpen, dan heb je het mooi mis! Ik heb nu ook eens vakantie!’
‘Heb ik dan gezegd, dat je moet helpen? Ik ga je toch niet uitnodigen om hier te komen koken?’
Leonie glimlacht. ‘Ah, en hoe zat dat al die vorige keren? Toen heb ik meer achter de ketel gestaan, dan jij!’
‘Da’s niet eerlijk, Leonie! Ik moest Dean helpen met zijn wagen! En je bood het zelf aan!’
‘Ja ja, smoesjes! Maar goed, ik laat me deze keer eens lekker verwennen.’
Dean lacht nu en zegt: ‘Daar geloof ik nu weer niets van, Leonie. Je vindt koken veel te leuk!’
‘Dat klopt wel, maar dat wil niet zeggen, dat ik het niet eens leuk zou vinden, als er voor mij gekookt wordt!’
‘Ik wil wel voor je koken, maar je weet zelf, dat je daar niet erg vrolijk van wordt.’
Leonie lacht. ‘Dat klopt. Jouw idee van koken is een paar blikken bruine bonen opentrekken, in een pan doen en laten aanbakken.’
Dean glimlacht. ‘Daar kun je toch bijna niets aan fout doen, of wel?’
Ik en Chantal moeten hartelijk lachen. Chantal zegt: ‘Nou, ik moet zeggen, dat John me behoorlijk verrast heeft met zijn kookkunsten. Hij zegt zelf, dat hij niet zo heel erg goed is, maar wat ik tot nu toe van hem te eten heb gekregen, dat is helemaal niet slecht!’
Leonie vraagt: ‘Pasta zeker? Wat is daar nu zo moeilijk aan?’
‘Dat is ook niet moeilijk, maar John doet er wel extra moeite voor om het wel heel erg lekker te maken. In ieder geval, in het restaurant krijg je het ook niet beter!’
Leonie kijkt me verbaasd aan. ‘Wat is dat nu weer? Heb je opeens verborgen talenten?’
Ik lach. ‘Nee, het is zoals je zei, pasta is niet moeilijk, maar ik heb eens wat les gekregen van Giuseppe van de pizzeria. Die heeft me geleerd hoe ik zelf pasta moet klaarmaken, en moet afkruiden. En daar heb ik mezelf wat in verdiept, omdat ik dat lekker snel kan klaarmaken en het is een goede maaltijd na de training.’
Ik sta op, omdat ik alvast het beslag voor de pannenkoeken wil klaarmaken. Chantal staat ook op en komt me helpen. Ze wil duidelijk ergens over praten.
Eenmaal in de keuken helpt ze me met alles klaarzetten. Dan zegt ze: ‘Ik vind je zus en je schoonbroer aardige mensen, John.’
Ik glimlach. ‘Was je erg zenuwachtig?’
‘Ontzettend! Maar ik heb me helemaal voor niets zenuwachtig liggen te maken.’
‘Daar ben ik blij om. En durf je het echt aan om helemaal in je eentje met Leonie naar de stad te gaan shoppen? Je weet, dat ze je dan aan een soort kruisverhoor zal onderwerpen.’
Chantal glimlacht. ‘O, maar dat werkt ook andersom, John! Als er al iemand is, die veel over je weet, dan moet dat wel je zus zijn.’
Ik lach. ‘Ik hoor het al, als we weer terug zijn, weten jullie bijna alles van elkaar. Heb je genoeg geld om je nog wat leuks te kopen?’
‘Jawel, maar ik heb ook niet veel nodig.’
Ik trek mijn portemonnee uit mijn zak en haal er enkele briefjes van vijftig uit.
‘Hier, dan mag je van mij nog iets leuks kopen. Wat je maar wil.’
Ze kijkt me geschokt aan. ‘John, dat hoeft helemaal niet! Ik heb zelf geld genoeg!’
‘Je hoeft ze niet uit te geven, maar als je dan toch iets leuks ziet, heb je wat achter de hand.’
Ze kijkt me twijfelend aan. ‘Weet je het zeker?’
‘Heel zeker! Pak het nou maar.’
Een beetje blozend pakt ze het geld en steekt het in haar broekzak. Dan geeft ze me een heerlijke zoen als bedankje. En zo treft Leonie ons in de keuken aan, als ze nog wat drinken komt halen voor haar kinderen.
Ze lacht. ‘O, dus de pannenkoeken worden hier met liefde gemaakt? Dan moeten ze straks wel heel erg lekker smaken!’
We laten elkaar hevig blozend los, en vooral Chantal voelt zich wat ongemakkelijk, waardoor Leonie hard in de lach schiet. ‘Maar, Chantal! Er is heus niets mis mee om je vriendje te zoenen! Ik plaagde je alleen maar…’
‘Dat weet ik, maar thuis zouden ze er wel kwaad om worden.’
‘Zijn ze bij jullie thuis zo streng?’
‘Jawel! Het is niet zo, dat ze een kusje zouden veroordelen, maar zoals we zojuist stonden, dat is absoluut uit den boze!’
‘Oei, gelukkig zijn we hier niet zo streng, Chantal. Hier zal niemand kwaad worden, omdat er iemand intiem met elkaar staan te zoenen.’
‘Oef, gelukkig maar. Daarom begin ik het hier ook al een stuk leuker te vinden, dan thuis. Hier is alles zo veel meer gemoedelijker en vrijer!’
Leonie glimlacht alleen maar, en pakt dan een fles limonade uit de koelkast en loopt weer de keuken uit. We gaan verder met het beslag, dat even later kan rijzen in de koelkast. Als we terug op het terras komen, zegt Chantal: ‘Volgens mij is John bang, dat jullie straks honger lijden! Hij heeft twee kommen vol met beslag gemaakt!’
Leonie lacht. ‘Dat is echt heel normaal, Chantal. En ik weet ook wel waarom. Je ziet het misschien niet aan hem, maar Dean is absoluut verzot op pannenkoeken, die draait zijn hand niet om voor een stuk of acht van die dingen. En John maakt altijd een keer pannenkoeken voor ons klaar, als we bij hem op bezoek komen. Dat is nu onderhand wel traditie aan het worden.’
Ik glimlach. ‘Ja, en alles op verzoek. Waarom denk je, dat ik zo veel boodschappen heb laten bezorgen? Ik zei toch al, dat ze me hier arm zouden eten?’
Chantal lacht, evenals Leonie en Dean. Ik vraag aan Dean: ‘Pilsje?’
Dean knikt. ‘En wat willen de dames drinken?’
‘Heb je nog van die witte wijn, die je de vorige keer ook had?’
‘Ja, maar ik heb ook nog een hele smakelijke rosé. Die moet je eens proberen, echt lekker met deze temperaturen.’
‘O, dat is ook niet verkeerd. Jij ook, Chantal?’
Chantal knikt. ‘Ja, lekker!’
Ik bedien mijn gasten en even later zitten we te genieten van onze drankjes. Ik vraag aan Dean: ‘Wat moet je nu nog aan je wagen doen?’
‘Niet veel, alleen wat onderhoud, en misschien nieuwe banden. Die er nu onder zitten, beginnen oud te worden.’
‘O, dat valt dan wel mee. Kun je me misschien helpen met mijn wagen? Daan heeft me een injectiesysteem verkocht, maar hij is er nu niet om het te monteren. En jij hebt daar ook wat ervaring mee.’
‘O, waar heeft hij dat weer vandaan gehaald? Leuk spul! Het is inderdaad wat moeilijk afstellen, maar dan heb je ook wat meer vermogen, en hij is dan ook nog eens zuiniger.’
‘Daar gaat het me niet om, mijn wagen doet het nogal moeilijk als hij nog koud is. En Daan meende, dat daarmee het probleem wel eens verholpen kon zijn.’
‘O ja, dat zal zeker helpen. Maar jij hebt ook gas in je wagen, ik weet niet hoe ik dat dan moet gaan aansluiten.’
‘Daan zei me, dat dat systeem al was aangepast. Maar we kunnen hem natuurlijk altijd even bellen.’
‘Waar is hij eigenlijk?’
‘Die is in Kampen, en zal nu ongetwijfeld dansles krijgen van zijn aanstaande schoonzus.’
Dean kijkt me vol ongeloof aan. ‘Wat blieft? Dean en dansen?’
Ik lach. ‘Ja, toch echt waar. En niet alleen hij, ik heb er ook al aan moeten geloven. Chantal en ik oefenen nu iedere dag een beetje, want als haar broer gaat trouwen, dan moet ik toch op zijn minst een klein beetje kunnen dansen.’
Chantal knikt. ‘En hij leert al best goed. De foxtrot heeft hij nu al een klein beetje onder de knie, en Helen, dat is mijn schoonzusje, die met mijn broer gaat trouwen, heeft John ook al de beginselen van de wals geleerd. Daar zijn we nu mee bezig.’
Leonie en Dean kijken me met open mond aan. ‘Echt? Dat geloof ik niet! De laatste keer dat jij gedanst hebt, heeft me drie blauwe tenen opgeleverd, waar ik anderhalve week last van heb gehad!’
Ik lach. ‘Dansen heeft me nooit echt geïnteresseerd, totdat ik Chantal leerde kennen, Leonie. Ik had er geen plezier in, en ook niet echt zin. Maar met Chantal dansen vind ik wel leuk, en nu heb ik ten minste ook motivatie om het te doen. En bovendien past het ook nog eens goed bij mijn kickbokstrainingen. Daar bewegen we soms ook op het ritme van de muziek.’
Leonie moet ook lachen. Ze zegt: ‘Ik moet er nog steeds aan wennen, dat mijn kleine broertje eindelijk eens serieus verliefd is. En het lijkt er nu ook nog eens op, dat het ook nog eens echt behoorlijk serieus is!’
‘Hmm, kleine broertje? Volgens mij ben ik nog steeds een kop groter, dan jou, Leonie!’
‘Maar ik ben wel drie jaar ouder, dan jou, dus je bent mijn kleine broertje! Lekker puh!’
We moeten allemaal lachen. Ik zeg: ‘Maar je hebt wel gelijk, ik ben wel eens meer verliefd geweest, maar dit is met afstand het heftigste, maar ook het beste, wat me ooit overkomen is. Ik kan me nu al geen leven meer zonder haar voorstellen, en we kennen elkaar nog maar enkele weken.’
‘Weten je vrienden het ook al?’
‘Nog niet allemaal, maar de meesten wel. Ze zijn vooral blij voor me. En trouwens ook voor Daan, want die is nu immers ook voorzien, en naar wat ik gezien heb, is hij ook tot over zijn oren verliefd.’
‘Ach, wat lief! De eeuwige vrijgezellen eindelijk gestrikt!’
Ik glimlach slechts en dat verwondert Leonie. Vroeger zou ik hier absoluut tegenin zijn gegaan.
Leonie merkt dat en glimlacht ook. Dan kijkt ze Chantal aan en zegt: ‘Meid, je hebt hem al helemaal voor je gewonnen. Als John zelf hier niet over protesteert, dan moet hij wel ontzettend verliefd op je zijn!’
Chantal bloost lichtjes. Dan zegt ze: ‘Ik weet, dat hij heel erg verliefd op me is. Dat laat hij me op vele manieren weten. Maar ik ben minstens net zo verliefd op hem.’
Dan vraagt Leonie: ‘En hoe zit dat nou met seks? John zei, dat je maagd wilde blijven? Als je zo verliefd bent, dan moet dat toch erg zwaar zijn, of niet?’
Chantal zucht eens. ‘Je moest eens weten, hoe moeilijk dat is, Leonie. De hele tijd, als ik John zie, heb ik hele andere dingen in mijn hoofd, als ik laat blijken. Je moet zo denken. Je houdt toch van Dean, of niet?’
Leonie knikt.
‘En wat als je hem ziet, maar je kunt hem niet aanraken? En hoe langer dat duurt, hoe moeilijker dat wordt. Het is slopend.’
Leonie glimlacht. ‘Ik weet wel wat je bedoelt, Chantal. Dean moet ook af en toe op uitzending, en met een beetje geluk kan hij dan af en toe skypen vanaf de kazerne. Dan is het ook moeilijk. Je ziet hem wel, je hoort hem wel, maar kun je kunt hem niet aanraken. Dat zijn moeilijke tijden, en je kunt dan alleen maar hopen, dat hij weer heelhuids thuis aankomt. Maar ja, dat is het lot van een vrouw van een militair.’
Chantal kijkt me dan glimlachend aan en weer terug. ‘Hmm, dan kan ik me nog gelukkig prijzen, dat John geen militair is. Ik weet niet, of ik dat aan zou kunnen.’
Opeens gaat mijn telefoon over. Ik kijk op het scherm, wie er belt en zie dat het Daan is.
‘Hey, Daan! Hoe gaat het daarboven?’
‘Goed, heel erg goed! Ik wilde net vragen, hoe het met jullie gaat.’
‘Ook erg goed. Leonie en Dean zijn aangekomen, en gisteren zijn we met mijn moeder naar mijn oom Leo geweest.’
‘Dat had ik al gehoord. Maar ik wil je even wat vragen. Maar dat mogen Chantal en Melissa niet horen.’
‘O, ik loop wel even naar binnen.’
Ik sta op en verontschuldig me.
Eenmaal binnen vraag ik: ‘Wat is er aan de hand, wat Chantal en Melissa niet mogen horen?’
‘Er is niets aan de hand, maar ik had een leuk idee voor de bruiloft. En dat moet een verrassing worden.’
‘Laat horen dan. Wat heb je je nu weer in de kop gehaald?’
‘Het kwam eigenlijk door Gerard, die heeft me opgebeld. Je had hem gevraagd om te komen spelen?’
‘Ja, maar heeft hij jou gebeld?’
‘Ja, Hun aanhanger is kapot, en hij vroeg me of ik die kon maken.’
‘Ach zo. Maar je hebt toch nog niets tegen Melissa verteld?’
‘Nee, gelukkig niet. Toevallig liep ik Henk tegen het lijf, en we raakten aan de praat. En toen bracht ik naar voren, dat het een leuk idee was, dat Gerard en zijn band kwam spelen. Hij keek me eerst verbaasd aan, en zei toen: Heeft John je dat verteld? Dat is niet de bedoeling! En toen moest ik hem uitleggen, hoe ik het te weten was gekomen. Dus het geheim blijft alsnog goed bewaard.’
‘Gelukkig! Maar vertel verder. Je was op het idee gekomen door Gerard?’
‘Ja, hij was bezig over een andere bruiloft, waar ze onlangs gespeeld hebben. Daar deden de mannen een klein optreden, met een dans. Daar hadden ze op geoefend, en dat was heel erg goed bevallen bij de gasten. Hij vroeg ons of we ook zoiets wilden gaan doen.’
‘Ow, dus wij, lompe harken, moeten opeens de ballerina uit gaan hangen?’
Daan lacht. ‘Ja, dat is dus de bedoeling. Gerard zegt, dat we bij hun in de oefenruimte kunnen oefenen. Ze willen zelf ook meedoen, ze hebben toen alleen maar toegekeken. Bovendien willen ze dat ook gaan doen bij de bruiloft van Angela en Maurice. Die gaan in april trouwen.’
‘Hey, dat wist ik nog niet! Maar denk je, dat die oefenruimte groot genoeg is om te oefenen? Zo groot is dat daar toch niet? En we hebben dan ook iemand nodig om het ons te leren.’
‘Ja, dat was ik me ook al aan het bedenken. Maar wat dacht je van te gaan oefenen bij de sportschool? Dan hebben we een goed excuus om weg te gaan, je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen, dat je moet sparren voor de voorbereiding van wedstrijden van Otto.’
‘Hmm, dat is een goed idee. Daar hebben ze de ruimte, en ik weet dan ook al, wie we kunnen vragen om ons te helpen. Ze zal het niet gratis doen, maar ik weet bijna zeker, dat ze ons zal willen helpen.’
‘Wie dan?’
‘Justina Rovers.’
‘Justina? Kan die dat dan?’
‘O, jawel! Ze heeft op ballet gezeten en er ook les in gegeven. En ze doet toneel. Ze zal ons heus een klein optreden kunnen leren.’
‘Goed, regel jij dat dan? Dan zal ik de zaal regelen, en informeer ik Gerard en de rest. Dat zal me wat gaan worden. Of we gaan volledig op onze bek, of het wordt een grandioos succes!’
Ik lach. ‘Ik weet nu al, dat we ons helemaal kapot gaan lachen. Maar het zal wel flink aanpoten worden, want zoveel tijd hebben we nu ook weer niet. Het zijn maar een paar maanden!’
‘Ik weet het. Ik laat je straks meer weten.’
‘Is goed, dan ga ik meteen Justina bellen.’
Ik hang op en bel meteen Justina op. Ze is een oud collega van me, ik heb haar geholpen met haar verhuizing van Polen naar hier. Tegenwoordig werkt ze ergens anders, maar we zien elkaar toch regelmatig. Bovendien woont ze maar een paar honderd meter van me vandaan. Maar als ik haar vertel, wat we van plan zijn, en wie dat er meedoen, zegt ze meteen haar hulp toe. En geld wil ze er niet voor hebben. Ze is blij eens iets terug te kunnen doen voor mijn hulp destijds. En even later belt Daan weer terug.
Hij heeft de zaal geregeld, we kunnen drie avonden in de week oefenen, en als het nodig is, ook nog een keer zondags. En Gerard en zijn band doen graag mee. Morgenavond zouden we al terecht kunnen, dus ik bel meteen Justina weer op om te kijken of ze dat ook allemaal kan.
Dat blijkt echter geen probleem te zijn, alleen de weekenden wil ze liever niet. Maar dat vind ik geen probleem.
Daan komt, begrijpelijk, niet even over om de eerste lessen mee te doen. De volgende week sluit hij wel bij ons dansclubje aan. Ik bel dan nog even direct met Gerard en neem met hem de planning door. Ze moeten ieder wel wat schipperen om die danslessen te kunnen volgen, maar Gerard en zijn band zeggen wel toe, er te zijn.
Ik loop weer naar binnen. Leonie zegt: ‘Zo, je had nogal wat telefoongesprekken, John!’
‘Ja, dat was Otto, je weet wel, van de sportschool waar ik train. Hij vroeg me, of ik de komende weken tijd had om te sparren. Hij doet mee aan het Europees kampioenschap, en wil goed voorbereid zijn. En ik kon het hem haast niet weigeren, je weet hoe belangrijk hij is geweest. Dus de komende maanden moet ik drie keer in de week komen trainen. Morgenavond begin ik al.’
Leonie knikt. Ze kent Otto nog van vroeger. Dat was iemand uit haar vriendenkring. Otto heeft me, toen ik nog jong was, geholpen op het goede spoor te blijven, toen ik dreigde af te glijden in een minder goed milieu. Ik ben niet altijd een lieverdje geweest, ik had ook verkeerde vrienden.
Gelukkig kwam Otto op mijn pad, die heeft me geholpen de juiste keuzes te maken. En daar ben ik hem nog altijd dankbaar voor. Maar daardoor hebben Otto en ik een stevige vriendschap opgebouwd. Hij is niet mijn allerbeste vriend, maar wel een, waar ik voor door het vuur ga, en dat geldt ook omgekeerd voor Otto. Hij zou me nooit verraden, en nooit iets van me verlangen, dat ik niet wil doen.
Chantal zegt: ‘Dus je moet nu wat meer sporten?’
Ik knik. ‘Ik heb je toch verteld over hoe ik vroeger was? Otto heeft me geholpen het juiste pad te kiezen. Ik weet, wat hij voor me gedaan heeft, en ik weet hoe belangrijk die komende wedstrijden voor hem zijn. Ik kan hem nu niet laten zakken.’
‘Dat moet je ook niet doen. Ik kan me best wel wat avonden alleen redden. Nu is Leonie en Dean er, en straks heb ik gezelschap van je oom en tante.’
Ik glimlach, en grijns in mezelf. Hoewel ik het niet leuk vind om te moeten liegen, wil ik toch mijn geheim niet verklappen. En ik lieg ook niet heel erg veel. Want Otto moet inderdaad naar die kampioenschappen en ik help hem daarbij. Alleen ga ik dat nu doen in de uren, dat ik normaal zou trainen, en niet in de tijd, dat we gaan oefenen met ons dansje.
Ik loop dan weer naar binnen, want ik moet onderhand beginnen met het bakken van pannenkoeken. Een uur later kunnen we aan tafel en staat er een stapel pannenkoeken, waar Chantal behoorlijk van onder de indruk is.
‘Uhm, John? Wie moet dat allemaal opeten?’
Ik lach. ‘Ik had toch al gezegd, dat mijn zus en haar gezin flinke kostgangers zijn? Moet je eens opletten, daar blijft maar weinig van over!’
En ik heb het helemaal niet eens zo mis. En het is echt niet zo, dat de kinderen zo veel eten, maar Dean en ik kunnen er allebei wel goed weg mee. Leonie kan ook goed eten, maar ze houdt het nog beschaafd. Chantal eet ook meer, dan ze eigenlijk van plan was, maar kijkt hoofdschuddend naar Dean en ik, als we nog een pannenkoek op ons bord leggen.
‘Jezus, waar laten jullie het allemaal? Hoeveel pannenkoeken hebben jullie al op? Zeven?’
‘Op zijn minst. Maar na deze stop ik toch echt. Maar ze zijn ook weer veel te lekker om te laten liggen…’
Leonie lacht. ‘Dat doen ze nu iedere keer. John maakt altijd een enorme stapel pannenkoeken, en daar eten ze zich echt ziek aan. Het zijn dan net kleine kinderen.’
Chantal lacht. ‘Ik zie het. En dat moet dan mijn toekomst worden?’
Leonie lacht. ‘John mag in zijn handen klappen, als hij je toekomst wordt, Chantal. Ik durf rustig te zeggen, dat je uitstekend bij John past. Beter dan de anderen, die hij eens naar huis heeft gesleept. Hoewel, het kwam amper verder dan eens vluchtig voorstellen, en daarna zag je ze niet meer terug. En ik denk toch niet, dat het aan ons heeft gelegen, of wat denk jij ervan?’
‘Nee, dat denk ik ook niet. Ik was wel behoorlijk zenuwachtig, maar het is allemaal behoorlijk meegevallen. Jullie zijn echt heel erg aardig!’
En daarmee is de toon voor de komende dagen wel gezet. Chantal lijkt al volledig geaccepteerd door mijn familie. En nu nog mijn vrienden, maar daar maak ik me minder zorgen om.
‘Waar blijven jullie? Ik begin onderhand wel honger te krijgen.’
Geschrokken zeg ik: ‘O, sorry, mam! Chantal en ik zijn op de bank in slaap gevallen, toen we terug waren. En ik heb ook helemaal vergeten een tafeltje te reserveren. Het spijt me erg! Maar weet je wat? Kom lekker bij ons eten, dan maak ik wat klaar. Dan eten we maar wat later.’
‘Ahum, en moet ik dus maar geloven, dat jullie in slaap gevallen zijn?’
‘Mam, over zoiets maak ik geen grappen! Dat is voor Chantal een serieuze zaak, en daarmee ook voor mij.’
Ik hoor mijn moeder lachen. ‘Voor mij hoef je geen moeite te doen, John. Ik loop wel even naar de snackbar en haal me daar iets. Waarom maak je er met Chantal geen leuke en romantische avond van? Daar heb je je oude moeder niet voor nodig.’
‘Dat ga ik doen, mam. Bedankt! Hou van je!’
‘Het is al goed, John. Ik ben al lang blij, dat je eindelijk eens een meisje gevonden hebt, dat ook nog eens erg leuk en mooi is. Verpest het nou maar niet!’
‘Geloof me, ik ga mijn uiterste best doen, om haar tevreden te houden. Kom je morgen wel eten? Dan komen Leonie en Dean met de kinderen. En om het te vieren, gaan we barbecueën.’
‘Goed, dan kom ik. Leuk om ze weer eens te zien. Het is alleen zo jammer, dat ze zover weg wonen.’
‘Je weet toch, dat ze aan het proberen zijn om dichterbij te komen wonen, mam?’
Mijn moeder reageert verbaasd: ‘Nee? Daar heeft Leonie me nog niets van verteld!’
Ik schrik even. ‘Ow, dan heb ik misschien iets verraden, wat ik nog niet mocht vertellen, mam. Ik dacht dat je dat al wist. Nou ja, nu ik het toch al verraden heb, wil je dan toch een beetje verrast doen, als ze het je vertellen?’
‘Dat zal ik wel doen, John. En vertel me er nu nog maar niet meer over, dan kan ik ook met gerust hart zeggen, dat ik er niets van wist.’
‘Bedankt, mam!’
We hangen op en ik kijk naar buiten. De zon staat nog steeds hoog aan de hemel en ik zie de weilanden vol met bloemen en planten staan. Dat geeft me een idee. Ik kijk even om en zie dat Chantal nog steeds diep slaapt. Ik ga proberen haar te verrassen met een leuk en romantisch etentje.
Ik loop even naar een kleine aanbouw aan het huis, waar de bakker en de slager mijn bestellingen altijd neerzetten. Daar heb ik een grote koelbox, waar ze hun spullen in kunnen leggen. En dat komt nu wel even goed uit. En omdat ik al van tevoren wist, dat ik niet veel tijd zou hebben voor de boodschappen, heb ik mijn boodschappen laten bezorgen. Ik ruim heel voorzichtig de boodschappen op, zonder dat Chantal wakker wordt. En dan begin ik aan het eten.
Ik wil spaghetti klaarmaken, een eigen recept. Nou ja, ik heb het wel zelf bedacht, maar het is geïnspireerd op andere recepten. Nu maak ik verse spaghetti klaar, ook al is het al wat laat aan het worden. Maar ik heb het al eens eerder in korte tijd klaargemaakt, en daar komt mijn stoomoven goed bij van pas. Ik ben al meteen druk bezig, en het is een wonder, dat Chantal helemaal niet wakker wordt van al dat lawaai.
Ze wordt zelfs niet wakker, als ik de tafel netjes dek, en door de hele kamer kaarsen zet. Ik wist zelf niet eens, dat ik zoveel kaarsen in huis had, maar schijnbaar heb ik ooit eens een paar dozen met kaarsen gekocht. Die komen nu goed van pas. En ik heb zelfs nog even tijd om een veldboeketje te plukken uit het weiland, dat langs mijn huis ligt.
En als die tijd ligt Chantal als een schone slaapster op de bank. Als ik zie, dat het eten bijna klaar is, wordt het toch tijd, dat ik Chantal wakker ga maken. Ik ga op de bank zitten. Ik wil me bukken om haar wakker te kussen, maar ze draait zich instinctief naar me toe, als ze mijn warmte voelt. Ik lach en geef haar een tedere zoen op haar lippen.
Het duurt even, maar dan wordt ze toch echt wakker. Ze wordt wakker met een licht kreuntje, en kijkt me verbaasd met haar prachtige ogen aan. Dan kijkt ze verbaasd, en wat slaapdronken om zich heen, om tientallen kaarsen om zich heen te zien branden. Ze is duidelijk verbaasd, en dan ziet ze de klok. Het is inmiddels al half negen.
Dan schiet ze opeens rechtop en zegt hardop: ‘O, God! Is het al zo laat?’
Ik glimlach. ‘Je sliep zo lekker, ik wilde je niet wakker maken.’
Ze glimlacht lieflijk terug. Om dan weer geschrokken te kijken.
‘En je moeder dan? We zouden toch gaan uit eten?’
‘Is allemaal al geregeld. Maak je daarover maar geen zorgen. Heb je een beetje honger? Ik heb het eten klaar.’
Nu begint ze opeens te voelen, dat ze eigenlijk best wel honger heeft en dat laat meteen een luid geknor uit haar maag horen. We moeten allebei lachen.
‘Dat is ook wel een antwoord! Kom maar snel, anders krijg ik straks op mijn lazer van je moeder, dat ik je heb laten verhongeren!’
Chantal glimlacht. Dan kijkt ze nog eens om haar heen.
‘Heb jij overal kaarsjes neergezet? Dat vind ik wel leuk!’
‘En de tafel opgedekt, en eten gekookt.’
‘Wat? En daar heb ik helemaal niets van meegekregen?’
‘Goede Limburgse lucht doet goed slapen!’
Ze lacht. ‘Ik merk het. Ik moet wel flink vermoeid zijn geweest. Ik kan me nog net herinneren, dat we op de bank gingen zitten, en verder weet ik niets meer.’
Ze staat op en omhelst me. ‘Waarom ben je ook zo lief, John? Ik heb net van je gedroomd. Of eigenlijk van ons twee.’
‘O? En waarover ging het dan?’
‘Dat we hier woonden, en dat ik me heel erg gelukkig voelde. En Melissa was er ook, samen met Daan. En ik was zwanger, net als Melissa.’
Ik glimlach. ‘Je hebt zeker gedroomd over de voorspelling van Mia.’
Ze glimlacht. ‘Misschien, en ik zou er echt niets op tegen hebben, dat het zou uitkomen, John. Ik voel me hier thuis, terwijl ik normaal best wel wat moeite heb om ergens te wennen. Toen ik in Zwolle woonde, heeft het enkele maanden geduurd, voordat ik een beetje kon slapen en wennen. Hier slaap ik als een rus, dat heb ik nog nooit eerder gehad!’
Ik geef haar een zoen en zeg: ‘Nou, daar ben ik wel blij om. Want dat betekent, dat je hier erg graag bent. Maar als je aan tafel gaat zitten, dan krijg je wat lekkers van me te eten.’
Ze glimlacht en als een heer breng ik haar naar de tafel in de woonkamer staat. Daar heb ik een mooi tafelkleed over uitgespreid, en met mooi servies en glaswerk gedekt. Chantal kijkt verbaasd. ‘Wow, je hebt het nogal sjiek aangekleed!’
‘Ik heb wel wat mooie, oude dingetjes om een en ander leuk aan te kleden. Maar wel voorzichtig zijn met het servies, dat is al behoorlijk oud, en ik zou het graag nog een tijdje houden. En ook de glazen, die heb ik van mijn oma gekregen, en die heeft ze van haar oma gekregen.’
Chantal is duidelijk onder de indruk. Ik laat haar plaatsnemen en schuif voor haar de stoel aan.
Ik vraag haar: ‘En wat wenst madam erbij te drinken? We hebben een halfdroge witte wijn, nog net een beetje zoet. En verder heeft u nog de keuze uit een rode wijn, een droge wijn, met een krachtige smaak. En voor de liefhebber heb ik nog champagne staan.’
Chantal schudt lachend haar hoofd. ‘Wat ben je ook een mafketel. Maar als je dan toch als ober wil fungeren, dan zou ik best wel eens een glas champagne willen proberen. Smaakt die een beetje?’
‘Ik heb werkelijk geen idee. Ik heb hem ook maar gekregen. En als hij niet smaakt, dan kunnen we nog altijd die witte wijn opentrekken. Daarvan weet ik, dat die goed smaakt.’
‘Dan nemen we maar die gok.’
‘Champagne wordt het dan. Een moment, dan pak ik de fles even.’
Ik loop de keuken in, waar ik snel even controleer hoe het met het eten staat. Het is zo goed als klaar. Dan pak ik me de champagne uit de koelkast en ontkurk de fles voorzichtig. Dan loop ik terug naar de tafel en schudt Chantal een klein bodempje in. ‘Wil madam eerst even proeven?’
Chantal glimlacht. ‘Ik zal dat vergif wel even testen, monsieur.’
Ze nipt even aan het kostelijke vocht en zegt dan: ‘Nou, deze is best lekker! Schud maar vol!’
Ik schud dan de glazen vol. Ik neem dan mijn eigen glas en zeg: ‘Nou, dan proost!’
Chantal glimlacht en we laten de glazen even klinken. En nippen we allebei even van het goudgele vocht. Inderdaad, helemaal geen slechte champagne. Maar de buik van Chantal laat dan weer van zich horen en ik zeg: ‘Oei, daar zullen we dan iets aan gaan doen. Ik hoop, dat je flink honger hebt, want ik heb wel een en ander klaargemaakt.’
‘Geen zorgen, ik rammel van de honger!’
Ik loop snel terug naar de keuken, waar ik 2 grote soepmokken vul met soep, die ik ook nog klaar heb gemaakt. En uit de oven haal ik een schaal met Bruchette. Met een groot dienblad serveer ik het op tafel. Chantal kijkt verbaasd, dit had ze niet verwacht.
‘Uhm, hoelang heb ik eigenlijk geslapen, dat je tijd hebt om zoveel klaar te maken?’
‘Geen zorgen, dit is soep uit een zakje, alleen met wat verse ingrediënten op smaak gebracht. En Bruchette is echt niet heel moeilijk te maken. Straks krijg je nog Spaghetti alla John en als je heel lief bent, ook nog een lekker toetje na.’
‘Nou, je hebt je nogal uitgesloofd, terwijl ik lag te slapen.’
Ik ga aan tafel zitten en we proosten dan nog een keer. ‘Santé!’
Chantal proeft de soep en kijkt verbaasd. ‘Is dit soep uit een pakje? Daar proef je echt niets van!’
‘Ik heb meestal niet de tijd om het zelf helemaal klaar te maken, maar ik heb ontdekt, dat dit minstens zo goed smaakt. Wat verse groenten en kruiden maken het al snel een heel stuk beter.’
‘Nou, het smaakt in ieder geval goed!’
En dat laat ze ook goed blijken, ze heeft haar soep al op, voordat ik de mijne op heb. En de bruchette heeft ze ook al snel op. Ze zegt: ‘Oei, ik had echt honger, en dit is eigenlijk best lekker!’
Niet veel later ben ik ook klaar en dan ga ik voor het hoofdgerecht naar de keuken. En wederom staat Chantal versteld van mijn kookkunsten.
‘Ik zal nooit meer zeggen, dat je niet kunt koken, John. Want je bewijst me hier weer, dat je best wel wat kunt.’
Ik glimlach. ‘Ik zei toch al, pasta, daar ben ik goed in.’
‘Dat blijkt! Als het net zo goed smaakt, als het ruikt, dan moet het wel lekker zijn!’
Ik laat Chantal als eerste proeven om haar reactie te polsen.
‘Wat voor saus is dit, John? Het lijkt op bolognese, maar er zitten veel meer groenten in, en het is ook wat meer gekruid. Eigenlijk best lekker!’
‘Ik zei toch al, spaghetti alla John. Maar dit is niet uit een zakje of potje. Helemaal zelf gemaakt. Nou ja, de tomaten, die komen uit blik, maar daar proef je niets van.’
‘Als ik dit aan mam vertel, gelooft ze me weer niet.’
‘Zelfs nadat ik voor jullie gekookt heb?’
‘Daar was ze nog het meest door verrast. Je moest eens weten, wat ze allemaal zei, toen je weg was.’
‘Laat me raden. Iets van: Die heeft me mooi in het ooitje genomen! Eerst doen alsof hij niet kan koken en dan blijkt hij een sterren kok te zijn.’
Chantal lacht. ‘Warm, maar toch niet helemaal. Ze had helemaal niet verwacht, dat je, als vrijgezelle man, nog zo goed kon koken.’
Ik lach en antwoord: ‘Dat is ook alleen maar bij de pasta’s. Bij het normale werk heb ik het een stuk moeilijker. Pasta is gemakkelijk en snel. Als ik te veel saus heb, dan doe ik dat in schalen, zodat ik het later nog eens kan gebruiken. Dan ben ik snel klaar, als ik dan eens wat minder tijd heb.’
‘Warm je dat dan op?’ Chantal trekt een vies gezicht.
‘Ja, en dat gaat heel goed. Meestal zit er dan zelfs meer smaak in, omdat de smaken wat meer doordrongen zijn.’
Ze knikt. We gaan weer verder met eten, en Chantal eet echt met smaak, wat natuurlijk nog wel het beste compliment van haar is. We praten over de afgelopen middag en ook over de aanstaande bruiloft van haar broer Johan. Ze vertelt, dat ze het zonde vindt, dat Helen en Johan geen orkestje kunnen veroorloven, omdat de verbouwing van hun huis veel duurder is geworden, dan ze voorzien hadden.
Bijna verklap ik, dat ik al een band voor de bruiloft geregeld heb. Ik kan me nog net inhouden, voordat ik het vertel. Chantal merkt wel, dat ik iets verzwijg, maar zegt er niets over.
Het is dan tijd voor het dessert. Dat houd ik simpel, het zou ook te veel zijn geweest en afbreuk hebben gedaan aan de rest. Na het eten gaan we een stuk wandelen, gearmd in elkaars armen lopen we door het dorp. Ik zie enkele bekenden me verbaasd aankijken. Ook Chantal merkt dat.
‘Volgens mij gaat het roddelcircus hier in je dorp op volle toeren draaien, John.’
‘Pff, dat ze maar doen, Chantal. Ze mogen het van mij. Iedereen mag zijn, dat jij mijn vriendin bent. Bovendien doen ze hier niet zo bekrompen als bij jullie in Kampen. Ze zullen hoogstens zeggen, dat het wel eens tijd wordt, dat ik eens een vriendin kreeg.’
Chantal glimlacht. ‘Ik kan me niet voorstellen, dat jij nooit vriendinnen hebt gehad, John. Hoeveel heb je er eigenlijk gehad?’
‘Pff, daar vraag je me wat. Niet zo heel veel, maar toch genoeg om goed geoefend te zijn in bed.’
‘Laat ik het dan anders stellen, met hoeveel vrouwen heb je in bed gelegen?’
‘O, dat zijn er wat minder. Een stuk of vijf. De eerste vrouw, met wie ik naar bed ben gegaan, dat was Marieke Geuijen. Ze woont in Susteren, en is tegenwoordig de buurvrouw van Daan, dus ik zie haar nog wel eens, we zijn wel vrienden gebleven. Ze is nu getrouwd en heeft twee kinderen. Dan was er nog Lisa, en Renate. Allebei zusjes van elkaar. Dat was me wel iets. Ik had eigenlijk iets met Lisa, maar voordat ik het wist, lag haar zus ook bij mij in bed. Pff, die twee hebben me alle hoeken van het bed laten zien. Maar wat die twee wilden, dat was voor geen enkele man uit te houden… Onverzadigbaar, die twee!’
Chantal kijkt me geschokt aan. ‘Vonden die het dan niet erg om seks te hebben voor het huwelijk?’
Ik moet lachen. ‘O nee! Die lusten er letterlijk pap van. Ik denk niet eens, dat die twee ooit zullen trouwen. Die zijn veel te vrij en veel te verslaafd aan seks.’
Chantal is nog steeds geschokt en vraagt dan: ‘En die andere twee?’
‘Dat is gebeurd tijdens vakanties. De ene heette Rosalie, en was een Engelse, die op vakantie in Spanje was. En de ander was Hannelore uit Duitsland, die had ik ontmoet tijdens een vakantie in de Eifel.’
Chantal kijkt me aan en vraagt: ‘En vind je het nu erg, dat ik nog geen seks met je wil?’
Eerlijk antwoord ik haar: ‘Leuk vind ik het niet, maar ik vind het ook niet erg. Ik begrijp waarom je dat zo wil, en daar heb ik respect voor. En jij bent het waard om op te wachten, ten minste zo denk ik erover.’
Chantal bloost lichtjes. Ik stop met lopen en pak haar met twee handen om haar middel vast en kijk haar dan recht in haar ogen aan. Ze probeert weg te kijken, maar ze kan onmogelijk ontsnappen aan mijn oprecht blik vol liefde. En ze weert me ook niet af, als ik haar midden op straat een zoen geef. Ze geeft zich vrijwel meteen over, en ontspant zich direct. Ze is als was in mijn handen. Ze sluit haar ogen en geniet ongegeneerd van mijn zoen.
Maar zodra we onze zoen beëindigen, bloost ze weer meteen. ‘Wat zullen de mensen wel over ons zeggen, John?’
‘Niets. Waarom zouden ze ook? De meesten zijn ook jong geweest en verliefd. Ze zullen hoogstens eens glimlachen en denken aan die vervlogen tijden.’
Chantal kijkt even verbaasd, maar glimlacht dan. ‘Dus hier zijn ze helemaal niet zo streng?’
‘O nee, God beware me! Ik zou meteen verhuizen, als dat zo was!’
Chantal moet nu lachen. ‘Hmm, dat bevalt me eigenlijk best goed! Hier voel ik me nu opeens een stuk minder bekeken!’
‘Nou, het is ook weer niet, dat er niets over gezegd zal worden, Chantal, maar hier wordt er in een hele andere toon over gepraat. Dat zal je nog wel merken.’
Chantal knikt begrijpend. We lopen verder en even verder kom ik een bekende tegen, die me tegemoet rijdt op zijn fiets. Hij stopt en spreekt me aan.
‘Hey, John! Heb je een nieuwe vriendin?’
‘Hey, Kurt! Ik heb je al een tijdje niet meer gezien. En ja, dit is mijn vriendin Chantal.’
‘Geluksvogel! Het is verdorie nog een verdomd mooie meid!’
Chantal moet even blozen, maar glimlacht met een stralende glimlach terug.
‘Waar heb je toch gezeten, Kurt? Ik heb je echt al een hele tijd niet meer gezien.’
De man grijnst. ‘Ik kan het je beter maar meteen vertellen. Ik heb een paar maanden onvrijwillige vakantie gehad, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik ben zo stom geweest om me in te laten met enkele gasten, en dat had ik beter niet kunnen doen. En daarvoor heb ik de prijs moeten betalen. Zes maanden van mijn leven heeft het me gekost. En dat was ook meteen meer dan genoeg. Ik hoop alleen, dat ik weer opnieuw werk kan vinden, want mijn vorige baas heeft me meteen op straat gezet. Niet dat ik het hem kwalijk neem, ik zou het zelf ook gedaan hebben, maar leuk is anders.’
‘Heb je nog steeds je vrachtwagenrijbewijs, Kurt?’
‘Ja, dat wel. Hoezo?’
‘Solliciteer eens bij mij op het werk. Ik geloof, dat ze daar nog een chauffeur zoeken. Maar dan zijn van die fratsen, zoals je eerder ooit gedaan hebt, uitgesloten!’
‘O, maak je daarover maar geen zorgen. Ik heb gebroken met mijn oude vrienden. Die hebben er immers voor gezorgd, dat ik in die situatie terecht ben gekomen. Ik wil gewoon opnieuw beginnen. Een schone lei. Maar bedankt voor de tip! Dat ga ik zeker doen.’
‘Dan hoor ik het wel, of het iets is geworden. En een goede tip, draai er niet omheen, en vertel ze wat je me nu ook verteld hebt. Want ze zouden het hoe dan ook eens uitvinden, en dan zullen ze echt niet zo blij met je zijn. Dan kun je maar beter eerlijk zijn. Als ze je dan accepteren, dan weet je, dat je goed zit.’
‘Dat zei ze op de reclassering ook al. Als jij het zegt, dan zal ik er open kaart spelen. Heel erg bedankt, John! Dit stel ik heel erg op prijs. En veel geluk met je vriendin!’
‘Geen dank, Kurt. Zie het maar als een vriendendienst. Vroeger waren we immers toch altijd vrienden?’
Kurt knikt. ‘Het is goed te weten, dat ik dan ten minste nog een vriend heb, John.’
‘Goede vrienden kennen geen tijd, Kurt. Kom anders nog eens langs, je weet toch nog wel waar ik woon?’
Hij knikt. ‘Ja, je bent nog nooit verhuisd, dus dat ben ik niet vergeten.’
Ik groet de man en we gaan ieder onze eigen weg. Chantal zegt glimlachend: ‘Aardig van je om die man te helpen.’
‘Ik ken Kurt al heel lang. We hebben samen nog op de kleuterschool gezeten, maar toen we van de lagere school afgingen, zijn onze wegen gescheiden. Kurt is geen slechte kerel, maar hij is nogal beïnvloedbaar. Dat was vroeger al zo, en dat zal nu ook niet anders zijn. Maar ik ken hem als een betrouwbaar persoon, en dat gevoel heb ik nog steeds. Dus als ik hem kan helpen om het rechte pad te blijven, dan doe ik dat.’
Chantal glimlacht weer. ‘Je bent veel te lief en veel te goed voor iedereen, John!’
‘Dat hoor ik wel eens vaker. Maar dat is gewoon, wie ik ben, Chantal. Ik kan het niet helpen.’
Ze drukt zich wat strakker tegen me aan. ‘Ik ben trots op je, John. Want dat vind ik namelijk een van de dingen, die ik zo leuk aan je vind. Je hebt een groot hart, dat bevalt me goed.’
‘Hmm, maar soms ook wel een klein hartje, Chantal. Ik ben niet overal een held in.’
Wat verder kom ik weer een bekende tegen. Het is Leo, de plaatselijk heraut in levenden lijve.
‘Hey, John! Wat zie ik nou daar naast je? Niet meer vrijgezel?’
‘Goed gezien, Leo! Dan hoef je toch echt niet naar de opticien voor een nieuwe bril.’
De man lacht wat gereserveerd en gekunsteld. Ik mag hem dan ook niet zo heel erg, maar ben wel altijd beleefd tegen hem.
Dan zegt hij tegen me: ‘Maar wat stond je net met die van Janszen te praten? Weet je dan niet, dat hij in de bak heeft gezeten voor diefstal?’
‘En is het dan verboden om met hem te praten, Leo?’
‘Nee, maar voordat je het dadelijk weet, heeft hij dadelijk je hele huis leeggeroofd!’
‘Daar heb ik geen schrik voor, Leo. Kurt heeft zijn prijs betaald voor zijn misstap en wil nu weer met schone lei beginnen. Maar als zo iemand als jij zo over hem gaat praten, gaat hem dat zeker niet helpen! Dus ik zou toch maar even oppassen, met wat je zegt. Je weet nooit, wanneer je ooit zijn hulp nodig hebt, Leo! Kurt is geen slecht vent, hij had alleen slechte vrienden. Daarmee heeft hij gebroken, dus het lijkt mij, dat hij oprecht is in zijn bedoelingen. Je zou hem liever moeten helpen, in plaats van hem zwart te maken.’
De man kijkt me gefronst aan. ‘Ik bedoel er ook niets mee, John!’
‘Dat mag ik hopen, Leo! Bovendien ben jij in het verleden ook niet vlekkeloos geweest, of wel?’
Leo is niet snel sprakeloos, maar nu is hij dat wel. ‘Uhm, uhm… Ik moest maar weer eens verder. Ik zie je wel weer eens!’
Hij loopt snel verder en Chantal kijkt me verbaasd aan. ‘Wat een vreemde man, John!’
‘Hmm, ik mag hem ook niet zo heel erg. Maar je moet wel oppassen voor hem. Hij is het lopende roddelblaadje. Maar ik weet dingen van hem, waar hij heel graag van heeft, dat ik die voor me houd. Dus ik denk, dat hij voorlopig wel zijn mond houdt over Kurt. ten minste, dat lijkt me heel erg verstandig voor hem.’
Een twintig meter verder kom ik een oude vrouw tegen. Ik ken haar goed, ze was een goede vriendin van mijn oma. ‘Daag John! Wat een schoen maedje hes se.’
Ik glimlach. ‘Dat is Chantal, Mieke. Ze komt helemaal uit Kampen, daar heb ik haar ontmoet.’
‘Zo ver weg? Zijn er hier geen leuke dames?’
‘Dat zal dan wel niet, anders had ik er hier wel een gevonden, Mieke.’
De vrouw loopt naar Chantal en steekt haar hand uit.
‘Hoi, ik ben Mieke Veldkamp, ik ken John al, toen hij nog maar net geboren was. Ik was vroeger de buurvrouw van zijn oma en ook een goede vriendin van zijn oma. Ik kwam regelmatig bij hem thuis. Maar John is een goede vent. Ben er maar zuinig op!’
Chantal glimlacht en schudt haar hand en is verrast door de pezige kracht van de oude vrouw.
‘Aangenaam. Ik ben Chantal Santegoed. En ik weet al, dat ik een goede vent aan de haak geslagen heb. Geen zorgen, die laat ik niet zo snel los!’
De oude vrouw glimlacht. Ze fluistert iets in mijn oor en ik moet glimlachen.
Dan zegt ze: ‘Geniet nog lekker van de dag en van elkaar!’
Ze loopt weer verder en we groeten haar als afscheid. Chantal vraagt dan nieuwsgierig: ‘Wat fluisterde die vrouw je in je oor?’
Ik lach en zeg: ‘Als ze gewild had, dat je het hoorde, dan had ze het wel hardop gezegd, Chantal. Maar in grove lijnen komt het erop neer, dat ze je wel goedgekeurd heeft.’
Chantal glimlacht. ‘Ik vond haar wel aardig. Ken je haar echt al zo lang?’
‘Ja, ik weet niet beter, dan dat ze bijna iedere dag bij ons langs kwam. Ik heb foto’s, van toen ik geboren was, daar staat ze ook al op. Maar toen was ze ook al op leeftijd. Ik denk dat ze nu bijna vijfennegentig is.’
‘Dat zou je haar niet geven. Ze is nog behoorlijk kwiek voor haar leeftijd.’
‘Dat is ze zeker. Ze zegt zelf altijd, dat ze haar dood moeten knuppelen, wil ze het tijdelijke geven.’
Chantal lacht. ‘Ze heeft wel humor.’
‘Dat is zeker. Ze kan ongelofelijk leuke verhalen vertellen. Ze zal zeker nog wel eens op bezoek komen, dan kun je het haar eens vragen.’
We lopen weer verder. We komen wel enkele mensen tegen, die echter alleen maar groeten. Als we weer thuis zijn, zegt Chantal: ‘Volgens mij ken je bijna iedereen hier uit het dorp.’
‘Echt niet allemaal, maar wel veel. En echt niet allemaal van naam. Maar ik ben normaal in het weekend ook vrijwilliger in de sportkantine van de sportvelden hier in het dorp, daarom ken iedereen me ook wel.’
‘Hoef je dan dit weekend dan niet te helpen?’
‘Nee, nu heb ik vakantie. Bovendien is er in de zomer daar ook niet veel te doen. Volgend weekend moet ik er wel weer werken.’
We willen op de bank gaan zitten, en meteen gaat mijn telefoon. Ik neem op en hoor dat het mijn zus is.
‘Leonie! Wat is er?’
‘Niets, ik wil alleen maar even laten weten, dat we er over een half uur zijn. Heb je echt alle kamers op orde?’
Ik lach en zeg: ‘Maak je maar geen zorgen, Leonie. Het huis is maagdelijk zuiver, zoals je dat nog nooit eerder gezien hebt.’
‘Dat heb ik al eens eerder gehoord, John! En toen was het een zwijnenstal!’
‘Dat was voor Chantal, Leonie. Het is nu echt zuiver, erewoord!’
‘Nou, in dat geval zijn we er al over tien minuten.’
Ik lach hard. ‘Dan zie ik je zo!’
Ik hang op en zeg tegen Chantal: ‘Dat was mijn zus. Ze zijn er al over tien minuten. Klaar voor het kruisverhoor, dat ze je ongetwijfeld zal gaan geven?’
Chantal glimlacht, ze is klaar voor de ontmoeting met mijn zus, al merk ik wel, dat ze wat gespannen is. En zo gek vind ik dat nu ook weer niet. We ruimen nog vlug wat laatste resten op, en gaan nog even vlug met een swiffer door het huis om de stof van de afgelopen week weg te vegen, en wachten dan totdat mijn zus en haar gezin de inrit op gereden komen.
Chantal haalt even diep adem en ik zeg: ‘Ben je er klaar voor?’
Ze knikt. Dan lopen we mijn zus tegemoet. Zoals ik al verwachtte, rennen mijn nichtje en mijn neefje me al tegemoet en begroeten me uitbundig. Maar ze remmen toch wel even af, als ze Chantal naast me zien staan.
Ze worden opeens verlegen en ik moet hard lachen.
‘Wat is me dat nou? Worden jullie opeens verlegen, omdat jullie mijn nieuwe vriendin zien? Zo ken ik jullie niet! Kom op, waar blijft mijn knuffel van mijn allerliefste nichtje en neefje?’
Dat is genoeg om ze over hun verlegenheid heen te helpen en ze springen in mijn open armen. Ik til ze allebei tegelijk op, ondanks dat ze al behoorlijk zwaar beginnen te worden.
‘Oeh, jullie beginnen groot te worden! Nog even dan kan ik jullie niet meer optillen!’
Jake, die altijd al wat minder schuchter is geweest zegt: ‘Maar jij bent toch de sterkste man van de hele wereld?’
Ik glimlach. ‘Dat is ook weer waar. Maar jullie zijn echt weer flink gegroeid! Kijk eens hoe groot jullie zijn!’
Leonie en Dean kijken glimlachend toe, en Leonie zegt: ‘Ja, ze groeien echt als kool, John. Jake is afgelopen jaar bijna tien centimeter gegroeid en Stephanie zes centimeter.’
‘Ik merk het! Ze zijn flink zwaarder geworden!’
Dan loopt Leonie naar me toe, en omhelst me, terwijl ik nog steeds haar kinderen vasthoud.
‘Goed je weer te zien, John. En nou stel me maar eens snel voor aan je vriendin!’
Ik glimlach en zeg: ‘Leonie, dit is nou Chantal, de vrouw, die mijn hart stormenderhand heeft veroverd. Chantal, dit is nou mijn lieftallige zusje Leonie en haar man Dean Martins. En deze twee blagen hier, dat zijn Jake en Stephanie!’
Chantal geeft Leonie een hand en een omhelzing. Leonie begroet haar met drie zoenen op haar wangen.
‘Zo, dus jij bent nou Chantal? John heeft niets te veel gezegd, je bent echt heel erg mooi. En van mijn moeder heb ik al gehoord, dat je niet alleen heel erg mooi bent, maar ook intelligent, leuk en aardig.’
Chantal glimlacht en antwoordt: ‘En ik heb al veel over jullie gehoord. En om eerlijk te zijn, vind ik dit spannender, als de ontmoeting van Johns moeder.’
Leonie glimlacht. ‘Dat kan ik me wel voorstellen. Mam is een heel hartelijk mens, en mij ken je nog maar amper. Maar voor mij hoef je geen schrik te hebben. Iedere vrouw, die mijn broer gelukkig maakt, die kan bij mij niets fout doen. Dat wil zeggen, totdat je zijn hart breekt.’
Chantal glimlacht. ‘Dat zal, hoop ik, nooit gebeuren.’
Dan begroet ze Dean, die haar al even hartelijk begroet. Leonie komt naast me staan, terwijl ik Jake en Stephanie weer op de grond zet. Die sprinten gelijk naar binnen.
Leonie zegt tegen me: ‘Chantal lijkt me wel een leuke meid, John. Ik zag het al meteen, toen ik jullie zag staan. Ik zei al tegen Dean, dat is gewoon het meisje voor John. Die passen gewoon bij elkaar. Waar heb je haar gevonden?’
Ik lach. ‘Ik heb haar niet gevonden, ze heeft mij gevonden, Leonie. Nou ja, dat klopt ook weer niet. Ik ben met haar in contact gekomen door haar zus, Melissa. Die had ik ontmoet, toen ik op een terras je zat, en ze per telefoon ruzie maakte met haar vriend, nu ex-vriend.’
We kijken toe hoe Chantal met Dean praat. Er is een duidelijke klik tussen die twee. Leonie glimlacht en zegt: ‘Vertel me zo meteen maar eens alles, hoe jullie bij elkaar zijn gekomen. Maar nu wil ik eerst even de koffers naar de slaapkamers brengen. Waar slaapt Chantal?’
‘Chantal slaapt bij mij. Maar geen zorgen om verstoorde nachtrust, dat komt er niet. Chantal wil maagd blijven, tot haar huwelijksnacht.’
Leonie kijkt me verbaasd aan. ‘Zo? En ze is nog steeds bij je? Dan moet het wel serieus zijn, John! Bij iedere vriendin, die je hebt gehad, heb je toch op zijn minst iets gedaan.’
‘Nu overdrijf je een beetje, Leonie. Zoveel vrouwen heb ik niet in bed gehad, maar ik wil wel toegeven, dat ik hele sterke gevoelens heb voor Chantal. Zo heb ik dat nog nooit eerder ervaren.’
Leonie glimlacht. ‘Mijn kleine broertje wordt eindelijk eens volwassen! Ik wens je het allerbeste met haar, John.’
‘Dank je. Maar kom binnen, en schrik niet van de rotzooi!’
Mijn zus kijkt me even schuins aan. ‘Dat was toch een grapje, John?’
Ik lach en zeg: ‘Natuurlijk! Alles is schoon, hoewel we net nog wel even geswifferd hebben, omdat ik de hele week niet thuis ben geweest. Maar verder is alles schoon.’
Chantal en Dean zijn er nu ook bij komen staan en Dean geeft me een stevige handdruk.
‘En, big guy? Eindelijk aan de vrouw?’
‘Je ziet het. Wat vind je van haar?’
‘Zonder een moment te twijfelen, een hele mooie meid! En ze vertelt me net, dat ze gaat studeren op het conservatorium in Maastricht?’
Ik knik. ‘Ja, ze wil operazangeres worden, of iets in die trant. Ze heeft een ongelofelijk mooie stem.’
‘Daar ben ik wel eens nieuwsgierig naar. Kunnen jullie dan eens samen wat zingen?’
Chantal kijkt me verbaasd aan. ‘Kan John zingen dan?’
Leonie lacht. ‘O jawel, maar hij doet het zelden. Maar hij zit zo tussen een bariton en tenor in, volgens zijn vroegere zangleraar zou hij bijna 4 octaven kunnen halen. Vroeger in de kerk heeft hij dikwijls gezongen.’
Chantal kijkt me geschokt aan. ‘Wow, dat is nogal! Daar heeft hij met nog niets van verteld! Wel dat hij misdienaar is geweest, maar niet dat hij ook kon zingen.’
Leonie kijkt me aan en zegt: ‘Kom, John! Laat je vriendin eens wat van je stem horen!’
Ik zucht. ‘Ik had het kunnen weten, Leonie. Maar goed. Wat willen jullie horen?’
‘Je weet wat mijn favoriete liedje is, John. Time to Say goodbye.’
Ik zucht nog eens en haal diep adem en begin dan te zingen. Chantal is best wel onder de indruk van de korte demonstratie die ik geef.
‘Wow, dat is best goed, John! Ik ken mannen op het conservatorium in Zwolle, die een mindere stem hebben, dan jij.’
Ik glimlach. ‘Dat kan zijn, maar zingen is geen hobby van me en ik wil er ook niet mijn brood mee verdienen, Chantal.’
‘Een beetje zonde, maar wel jouw keuze, John.’
We lopen dan naar binnen, en ik help met het dragen van de koffers. Leonie is onder de indruk van de slaapkamers. ‘Ziet er echt netjes uit, John. Nu wel zo houden!’
‘Je weet best, dat ik na de verbouwing amper nog tijd heb gehad om op te ruimen. En laatst was er uiteindelijk een gelegenheid.’
‘Ja, dat heb je me al verteld. Maar vertel me dat straks nog maar eens.’
‘Is goed, pak eerst maar eens jullie koffers uit.’
Ik laat Leonie alleen en ga naar onder heen. Dean en Chantal zitten op het terras en ik zie dat Chantal de rol van gastvrouw al op zich genomen heeft. Ze heeft de kinderen al voorzien van wat drinken en ook Dean zit al aan een kop koffie. Na ongeveer een half uur voegt zich Leonie zich er ook bij. We vermaken ons goed, en het verhaal hoe Chantal en ik elkaar ontmoet hebben, valt erg goed. Chantal is zichtbaar meer ontspannen, en dat komt de sfeer ten goede. De kinderen van Leonie vermaken zich prima op het erf, waar ze met elkaar voetballen. Chantal kijkt glimlachend toe, hoe de twee kinderen over het erf rennen.
Leonie ziet het en vraagt: ‘En, Chantal? Wil je later kinderen?’
Chantal glimlacht terug. ‘Ja, heel erg graag. Ik wil een groot gezin, net zoals ik nu thuis nog heb. Ik heb dat altijd fijn gevonden. Maar ook weer niet een enorm gezin. Drie of vier kinderen, dat zou wel fijn zijn.’
‘En denk je dat later te kunnen combineren met je opleidingen? Je wilde operazangeres worden?’
‘Ja, dat is wel de bedoeling. En of het te combineren is, dat zien we dan wel weer. Zingen is in ieder geval mijn passie en ik zie wel wat het me in de toekomst gaat brengen. Het leven van artiest is onmogelijk te voorspellen.’
‘Dat is ook weer waar. Maar ik zou je best wel eens willen horen zingen. Ik ben wel nieuwsgierig naar je stem.’
‘Dat kan, wat wil je horen?’
‘Kun je dat liedje, Time to Say goodbye, wat John straks voor me zong, voor mij zingen?’
‘Ik ken het wel, maar ik kan het nog niet zonder begeleiding zingen, Leonie.’, en daarbij kijkt ze me grijnzend aan. Ik kaats echter de bal meteen terug door te zeggen: ‘Ik heb nog wel een cd met de muziek van dat liedje, Chantal. Zal ik die even pakken?’
Ik moet lachen als ik haar teleurgestelde blik zie. Lachend zeg ik dan: ‘Je had zeker gehoopt, dat ik met je mee ging zingen?’
Aan haar reactie kan ik zien, dat het inderdaad zo is. Ik sta op en haal de cd-speler en de cd, en zet die dan op tafel. De muziek begint, en ik zie dat Chantal nog wat moeite heeft met het begin. Maar ik ken de tekst helemaal uit mijn hoofd. Dat heeft mijn zus me zo vaak laten zingen, dat ik het kan dromen. Dus ik begin het liedje, en Chantal kijkt me glimlachend aan. Ze heeft het duidelijk wel als tweede stem geleerd, want ze springt me meteen bij. Haar stem is prachtig, mooi hoog en zuiver. Mijn stem is diep en laag, en samen past het prachtig. Leonie en Dean kijken sprakeloos naar ons, terwijl we het hele liedje voor hun zingen. We kijken elkaar aan, en zingen dit lied met passie en emotie, zoals het ook moet bij dit lied.
Leonie moet een traan wegpinken, en ook Dean heeft moeite om zijn tranen te bedwingen. Als het lied afgelopen is, applaudisseren luid. Leonie is zo onder de indruk, dat ze haar tranen de vrije loop laat.
‘Oh, dat was echt prachtig! Jezus, wat kunnen jullie samen zingen!’
We glimlachen, en ik neem de hand van Chantal in de mijne en geef haar een licht kneepje. Ze vraagt aan mij: ‘Ken je de betekenis van de tekst, John?’
Ik knik. ‘Ja, ik ken zowel de Italiaanse versie als de Engelse versie en ik weet ook waarover het gaat. Het gaat over afscheid nemen van je oude leven, om je nieuwe leven te gaan delen met je geliefde.’
Ze knikt. ‘Maar je zong het best goed, John! Je zou echt niet misstaan op het conservatorium.’
Ik schud mijn hoofd. ‘Nah, toch maar niet. Ik zing liever op de momenten, dat ik het leuk vind. En niet als het ik het moet doen. Maar nu vond ik het wel leuk, want het is precies hoe ik me nu voel.’
‘Ik ook. Ik heb het wel eens vaker gezongen, maar ik heb het nooit zo intens ervaren.’
Ik glimlach. ‘Maar je hebt het vooral als tweede stem gezongen, of niet?’
Chantal knikt. ‘Ik heb nog wat problemen met het begin, mijn Italiaans is namelijk niet zo goed. En dat is wel zo handig, als je dat een beetje kent, want er zijn nogal wat klassieke stukken in het Italiaans gezongen. Maar ik durf te wennen, als je wat stemoefeningen deed, dat je die hogere lange tonen nog beter kon doen.’
‘Het zal allemaal wel, Chantal. Maar misschien kun je het me eens leren. Kunnen we dit nog eens samen zingen.’
Chantal glimlacht. We gaan weer zitten, terwijl ik de muziek zachter zet om als achtergrondmuziek te fungeren. We praten over alledaagse dingen, zoals wat Leonie en haar man deze vakantie gaan doen. Dean wil wat zijn auto sleutelen, maar ook leuke dingen met zijn gezin gaan doen. Ze vragen ook, wat ik en Chantal gaan doen.
‘Eigenlijk nog geen idee. Misschien een bootje huren en op de Maas gaan varen. Of wat ritjes door de omgeving, een keer zwemmen. Ik heb er eigenlijk nog niet helemaal over nagedacht.’
Chantal kijkt me aan en zegt: ‘Als je wil gaan zwemmen, dan mag ik wel een badpak gaan kopen, want die heb ik geen meegenomen.’
Ik lach en zeg: ‘Ach, dan is het voor jou gewoon weer een excuus om weer te gaan shoppen, Chantal.’
Ze lacht. ‘Misschien, als Leonie met me mee wil?’
‘O, dat kon ik best wel eens doen. Ik heb ook nog een nieuw badpak nodig, en een nieuw zomerjurkje was ook niet slecht.’
Dean lacht. ‘Oei oei, dat gaat me weer flink geld kosten! Maar ja, ze is het dubbel en dwars waard.’
Hij geeft een knipoog naar Leonie, die hem een glimlach teruggeeft.
Dan zegt Dean: ‘Misschien gaan John en ik, samen met de kinderen, dan naar een pretpark. Leonie heeft het nooit zo op achtbanen en zo, en Jake en Stephanie zijn nu groot genoeg om er eens naar toe te gaan.’
‘Oh, dat is een goed idee. Dan kunnen wij de hele dag shoppen!’
Dan kijkt Leonie me plagend aan en zegt: ‘John, kun je dan wel een hele dag zonder Chantal?’
Lachend antwoord ik: ‘Het zal moeilijk worden, maar ik denk dat ik het wel overleef.’
Er worden dan meteen plannen gemaakt. Dinsdag gaan de dames shoppen en gaan Dean en ik naar een pretpark, niet heel ver uit de buurt. Perfect geschikt voor kleine kinderen.
Chantal vraagt aan Leonie: ‘Hoe oud zijn Stephanie en Jake nu?’
‘Stephanie is nu zes en Jake is acht. In oktober alweer negen. Pff, waar gaat de tijd heen?’
Ik lach en zeg: ‘Tja, ook voor jou staat de tijd niet stil, zusje. Maar het is je nog steeds niet aan te zien, dat je al midden dertig bent.’
Leonie kijkt me vernietigend aan. ‘Je zegt nooit tegen een dames, hoe oud ze is, John!’
‘Alleen als ze mijn allerliefste zus is, Leonie. Maar is het nu zo erg, dat je ouder wordt? Je ziet er nog steeds uit alsof je zesentwintig bent!’
Dean lacht en zegt: ‘Dat is ze al negen jaar, sinds ze Jake gekregen heeft.’
Dat levert hem een stomp op zijn arm op. Leonie heft haar handen hoog en klaagt tegen Chantal: ‘Wat vind jij er nu van? Ze hebben tegenwoordig geen respect meer voor vrouwen, vind je ook niet?’
Chantal moet lachen. ‘Ach, het valt best mee, en ik moet John gelijk geven, je ziet er nog best jong uit. Schijnbaar zit dat bij jullie in de familie. John ziet er ook veel jonger uit, dan hij is.’
‘Dat klopt. Je hebt mijn moeder al ontmoet. Ziet ze er niet fantastisch uit voor haar leeftijd?’
‘Dat klopt, en ik vind haar een geweldige vrouw. Ik was zo zenuwachtig, toen ik alleen met John hier kwam. John had haar gebeld, dat we op bezoek zouden komen, om me voor te stellen. Maar ze verraste ons beiden, door naar hier heen te lopen. En achteraf was het maar goed ook, nu had ik amper tijd om zenuwen te krijgen. Maar ik was wel zenuwachtig om jullie te ontmoeten.’
‘Ja, dat zei je al. Maar dat was ik ook wel. Je weet nooit, waar John mee komt aanzetten. Maar ik ben blij, dat hij een mooie en vooral leuke en aardige vrouw heeft gevonden. Ik hoop dan ook, dat jullie nog heel lang bij elkaar blijven. Jullie zijn een prachtig stel samen.’
‘Dank je! Dat hoop ik ook. Maar het gaat zo snel! Ik kan me amper nog herinneren, hoe het was voordat ik John leerde kennen. Het zal me nog wat worden, als ik straks weer moet gaan studeren. Gelukkig kan John me daar gemakkelijk komen opzoeken, anders zou het wel heel zwaar gaan worden.’
‘Waar ga je dan studeren?’
‘In Maastricht. Ik heb een kamer kunnen krijgen bij jullie ome Karel en tante Mia. Dat heeft John voor me geregeld.’
‘Ach, wat leuk! Maar gingen die hun boerderij niet verkopen?’
‘Jawel, maar tot die tijd kan ik daar verblijven. Ze verwachten zelf niet, dat het heel snel zal gaan, maar je weet nooit.’
‘Dat zou wel eens kunnen. Wat zullen ze voor die boerderij vragen?’
Ik antwoord: ‘Ome Karel zei, dat het bijna een miljoen moest kosten, vanwege de grond, die erbij zat.’
‘Pff, wat een geld! Jammer dat het zo duur is, anders hadden wij het misschien nog wel gekocht. Maar we zijn er nu wel aan uit, wat we gaan doen. Dean kan bijtekenen, en dan zou hij overplaatsing kunnen krijgen naar de basis in Geilenkirchen. Dan zouden we ook al dichterbij wonen, en kunnen we wat langer doorsparen voor een huis hier in de buurt, als Dean met pensioen gaat.’
Chantal vraagt aan Dean: ‘Ga je dan niet terug naar de VS? Heb je daar geen familie of vrienden?’
Dean antwoordt: ‘Ik heb er alleen nog maar een oom, en een paar neven en nichten. Veel vrienden heb ik daar niet, bovendien woon ik al sinds ik tweeëntwintig ben in Europa. Ik zou amper nog kunnen wennen om weer in de VS te kunnen wonen. En ik spreek net zo goed Duits en Nederlands, als dat ik Engels spreek. Hier heb ik vrienden, familie, en mijn kinderen zijn hier geboren.
Ik ben nog wel Amerikaan, maar Europa is mijn thuis. Het bevalt me hier wel.’
‘Je ouders leven niet meer?’
‘Die zijn gestorven bij een ongeluk, toen ik nog maar vier jaar oud was. Mijn opa en oma hebben me opgevoed, maar die zijn allebei enkele jaren geleden gestorven.’
‘O, dat spijt me. Dat wist ik niet.’
‘Ach, dat geeft helemaal niets. Mijn grootouders waren al oud, ze waren allebei al in de tachtig, en van mijn ouders weet ik nauwelijks nog herinneringen. Maar ik heb geen slechte jeugd gehad, en daarvoor ben ik mijn grootouders nog altijd dankbaar.’
‘Ga je nooit meer terug naar de VS?’
‘Nooit zal ik niet zeggen, maar hoogstens alleen voor bezoek van oude vrienden en het beetje familie, dat ik nog heb.’
‘En als ze nu willen, dat je terugkeert naar je eigen land?’
‘Dan verlaat ik de US Airforce. Er is een speciale regeling voor militairen, die hier willen blijven, vanwege familie. Maar dan zou ik veel opgeven. Nou ja, dat is voorlopig niet aan de orde.’
‘En waar wonen jullie nu?’
‘Stuttgart. Maar Leonie vindt, dat het te ver weg is van haar familie, en daar heeft ze ook wel gelijk in. Zoals ik al zei, hier is nu mijn thuis, en ik voel me hier goed.’
Chantal lacht. ‘Dat gevoel ken ik. Ik voel me hier ook al helemaal thuis. Ik zou er geen problemen mee hebben om hier te komen wonen. En maar goed ook, het zal nog heel wat wennen zijn daar in Maastricht. Het is toch heel anders, dan waar ik vanaf kom. Maar ik vind dat accent hier wel leuk. Dat is veel warmer van klank.’
Leonie zegt: ‘Wie weet praat je over een tijdje net zo met een zachte G als wij.’
Chantal probeert het even, maar het lijkt nergens op. Ze moet er net zo om lachen, als wij dat doen. Ook Dean probeert het, maar met zijn Amerikaanse accent klinkt het zo mogelijk nog erger, ondanks dat Dean vloeiend Nederlands spreekt. Maar hij kan er, net als Chantal, hartelijk om lachen. Jake en Stephanie komen naar ons toe, ze zijn dorstig van het warme weer en het spelen. Ik vraag ze, wat ze willen drinken.
‘Cola, ome John!’
‘En wat willen jullie straks eten?’
Ze kijken naar hun moeder, die alleen maar glimlacht. Daarop roepen ze allebei in koor: ‘Pannenkoeken!’
Ik lach. ‘En hoeveel? Een? Twee? Drie? Vier? Vijf?’
Jake glundert en roept: ‘Ik lust er wel tien!’
Leonie zegt dan bestraffend: ‘Dat zullen we maar niet doen, Jake! Je mag ze van mij wel hebben, maar dan blijf je ook aan tafel zitten, tot je ze allemaal op hebt. Normaal eet je er drie, dus ik denk dat het nu ook wel voldoende zal zijn.’
Jake knikt. ‘Drie zijn er ook genoeg, mam. Maar ik vind ze zo lekker!’
Daar moeten we allemaal om lachen. Stephanie zegt: ‘Ik lust er ook wel drie!’
‘Oei oei, dan moet ik straks maar eens een hele stapel pannenkoeken gaan bakken!’
Leonie lacht. ‘En als je dacht, dat ik je kom helpen, dan heb je het mooi mis! Ik heb nu ook eens vakantie!’
‘Heb ik dan gezegd, dat je moet helpen? Ik ga je toch niet uitnodigen om hier te komen koken?’
Leonie glimlacht. ‘Ah, en hoe zat dat al die vorige keren? Toen heb ik meer achter de ketel gestaan, dan jij!’
‘Da’s niet eerlijk, Leonie! Ik moest Dean helpen met zijn wagen! En je bood het zelf aan!’
‘Ja ja, smoesjes! Maar goed, ik laat me deze keer eens lekker verwennen.’
Dean lacht nu en zegt: ‘Daar geloof ik nu weer niets van, Leonie. Je vindt koken veel te leuk!’
‘Dat klopt wel, maar dat wil niet zeggen, dat ik het niet eens leuk zou vinden, als er voor mij gekookt wordt!’
‘Ik wil wel voor je koken, maar je weet zelf, dat je daar niet erg vrolijk van wordt.’
Leonie lacht. ‘Dat klopt. Jouw idee van koken is een paar blikken bruine bonen opentrekken, in een pan doen en laten aanbakken.’
Dean glimlacht. ‘Daar kun je toch bijna niets aan fout doen, of wel?’
Ik en Chantal moeten hartelijk lachen. Chantal zegt: ‘Nou, ik moet zeggen, dat John me behoorlijk verrast heeft met zijn kookkunsten. Hij zegt zelf, dat hij niet zo heel erg goed is, maar wat ik tot nu toe van hem te eten heb gekregen, dat is helemaal niet slecht!’
Leonie vraagt: ‘Pasta zeker? Wat is daar nu zo moeilijk aan?’
‘Dat is ook niet moeilijk, maar John doet er wel extra moeite voor om het wel heel erg lekker te maken. In ieder geval, in het restaurant krijg je het ook niet beter!’
Leonie kijkt me verbaasd aan. ‘Wat is dat nu weer? Heb je opeens verborgen talenten?’
Ik lach. ‘Nee, het is zoals je zei, pasta is niet moeilijk, maar ik heb eens wat les gekregen van Giuseppe van de pizzeria. Die heeft me geleerd hoe ik zelf pasta moet klaarmaken, en moet afkruiden. En daar heb ik mezelf wat in verdiept, omdat ik dat lekker snel kan klaarmaken en het is een goede maaltijd na de training.’
Ik sta op, omdat ik alvast het beslag voor de pannenkoeken wil klaarmaken. Chantal staat ook op en komt me helpen. Ze wil duidelijk ergens over praten.
Eenmaal in de keuken helpt ze me met alles klaarzetten. Dan zegt ze: ‘Ik vind je zus en je schoonbroer aardige mensen, John.’
Ik glimlach. ‘Was je erg zenuwachtig?’
‘Ontzettend! Maar ik heb me helemaal voor niets zenuwachtig liggen te maken.’
‘Daar ben ik blij om. En durf je het echt aan om helemaal in je eentje met Leonie naar de stad te gaan shoppen? Je weet, dat ze je dan aan een soort kruisverhoor zal onderwerpen.’
Chantal glimlacht. ‘O, maar dat werkt ook andersom, John! Als er al iemand is, die veel over je weet, dan moet dat wel je zus zijn.’
Ik lach. ‘Ik hoor het al, als we weer terug zijn, weten jullie bijna alles van elkaar. Heb je genoeg geld om je nog wat leuks te kopen?’
‘Jawel, maar ik heb ook niet veel nodig.’
Ik trek mijn portemonnee uit mijn zak en haal er enkele briefjes van vijftig uit.
‘Hier, dan mag je van mij nog iets leuks kopen. Wat je maar wil.’
Ze kijkt me geschokt aan. ‘John, dat hoeft helemaal niet! Ik heb zelf geld genoeg!’
‘Je hoeft ze niet uit te geven, maar als je dan toch iets leuks ziet, heb je wat achter de hand.’
Ze kijkt me twijfelend aan. ‘Weet je het zeker?’
‘Heel zeker! Pak het nou maar.’
Een beetje blozend pakt ze het geld en steekt het in haar broekzak. Dan geeft ze me een heerlijke zoen als bedankje. En zo treft Leonie ons in de keuken aan, als ze nog wat drinken komt halen voor haar kinderen.
Ze lacht. ‘O, dus de pannenkoeken worden hier met liefde gemaakt? Dan moeten ze straks wel heel erg lekker smaken!’
We laten elkaar hevig blozend los, en vooral Chantal voelt zich wat ongemakkelijk, waardoor Leonie hard in de lach schiet. ‘Maar, Chantal! Er is heus niets mis mee om je vriendje te zoenen! Ik plaagde je alleen maar…’
‘Dat weet ik, maar thuis zouden ze er wel kwaad om worden.’
‘Zijn ze bij jullie thuis zo streng?’
‘Jawel! Het is niet zo, dat ze een kusje zouden veroordelen, maar zoals we zojuist stonden, dat is absoluut uit den boze!’
‘Oei, gelukkig zijn we hier niet zo streng, Chantal. Hier zal niemand kwaad worden, omdat er iemand intiem met elkaar staan te zoenen.’
‘Oef, gelukkig maar. Daarom begin ik het hier ook al een stuk leuker te vinden, dan thuis. Hier is alles zo veel meer gemoedelijker en vrijer!’
Leonie glimlacht alleen maar, en pakt dan een fles limonade uit de koelkast en loopt weer de keuken uit. We gaan verder met het beslag, dat even later kan rijzen in de koelkast. Als we terug op het terras komen, zegt Chantal: ‘Volgens mij is John bang, dat jullie straks honger lijden! Hij heeft twee kommen vol met beslag gemaakt!’
Leonie lacht. ‘Dat is echt heel normaal, Chantal. En ik weet ook wel waarom. Je ziet het misschien niet aan hem, maar Dean is absoluut verzot op pannenkoeken, die draait zijn hand niet om voor een stuk of acht van die dingen. En John maakt altijd een keer pannenkoeken voor ons klaar, als we bij hem op bezoek komen. Dat is nu onderhand wel traditie aan het worden.’
Ik glimlach. ‘Ja, en alles op verzoek. Waarom denk je, dat ik zo veel boodschappen heb laten bezorgen? Ik zei toch al, dat ze me hier arm zouden eten?’
Chantal lacht, evenals Leonie en Dean. Ik vraag aan Dean: ‘Pilsje?’
Dean knikt. ‘En wat willen de dames drinken?’
‘Heb je nog van die witte wijn, die je de vorige keer ook had?’
‘Ja, maar ik heb ook nog een hele smakelijke rosé. Die moet je eens proberen, echt lekker met deze temperaturen.’
‘O, dat is ook niet verkeerd. Jij ook, Chantal?’
Chantal knikt. ‘Ja, lekker!’
Ik bedien mijn gasten en even later zitten we te genieten van onze drankjes. Ik vraag aan Dean: ‘Wat moet je nu nog aan je wagen doen?’
‘Niet veel, alleen wat onderhoud, en misschien nieuwe banden. Die er nu onder zitten, beginnen oud te worden.’
‘O, dat valt dan wel mee. Kun je me misschien helpen met mijn wagen? Daan heeft me een injectiesysteem verkocht, maar hij is er nu niet om het te monteren. En jij hebt daar ook wat ervaring mee.’
‘O, waar heeft hij dat weer vandaan gehaald? Leuk spul! Het is inderdaad wat moeilijk afstellen, maar dan heb je ook wat meer vermogen, en hij is dan ook nog eens zuiniger.’
‘Daar gaat het me niet om, mijn wagen doet het nogal moeilijk als hij nog koud is. En Daan meende, dat daarmee het probleem wel eens verholpen kon zijn.’
‘O ja, dat zal zeker helpen. Maar jij hebt ook gas in je wagen, ik weet niet hoe ik dat dan moet gaan aansluiten.’
‘Daan zei me, dat dat systeem al was aangepast. Maar we kunnen hem natuurlijk altijd even bellen.’
‘Waar is hij eigenlijk?’
‘Die is in Kampen, en zal nu ongetwijfeld dansles krijgen van zijn aanstaande schoonzus.’
Dean kijkt me vol ongeloof aan. ‘Wat blieft? Dean en dansen?’
Ik lach. ‘Ja, toch echt waar. En niet alleen hij, ik heb er ook al aan moeten geloven. Chantal en ik oefenen nu iedere dag een beetje, want als haar broer gaat trouwen, dan moet ik toch op zijn minst een klein beetje kunnen dansen.’
Chantal knikt. ‘En hij leert al best goed. De foxtrot heeft hij nu al een klein beetje onder de knie, en Helen, dat is mijn schoonzusje, die met mijn broer gaat trouwen, heeft John ook al de beginselen van de wals geleerd. Daar zijn we nu mee bezig.’
Leonie en Dean kijken me met open mond aan. ‘Echt? Dat geloof ik niet! De laatste keer dat jij gedanst hebt, heeft me drie blauwe tenen opgeleverd, waar ik anderhalve week last van heb gehad!’
Ik lach. ‘Dansen heeft me nooit echt geïnteresseerd, totdat ik Chantal leerde kennen, Leonie. Ik had er geen plezier in, en ook niet echt zin. Maar met Chantal dansen vind ik wel leuk, en nu heb ik ten minste ook motivatie om het te doen. En bovendien past het ook nog eens goed bij mijn kickbokstrainingen. Daar bewegen we soms ook op het ritme van de muziek.’
Leonie moet ook lachen. Ze zegt: ‘Ik moet er nog steeds aan wennen, dat mijn kleine broertje eindelijk eens serieus verliefd is. En het lijkt er nu ook nog eens op, dat het ook nog eens echt behoorlijk serieus is!’
‘Hmm, kleine broertje? Volgens mij ben ik nog steeds een kop groter, dan jou, Leonie!’
‘Maar ik ben wel drie jaar ouder, dan jou, dus je bent mijn kleine broertje! Lekker puh!’
We moeten allemaal lachen. Ik zeg: ‘Maar je hebt wel gelijk, ik ben wel eens meer verliefd geweest, maar dit is met afstand het heftigste, maar ook het beste, wat me ooit overkomen is. Ik kan me nu al geen leven meer zonder haar voorstellen, en we kennen elkaar nog maar enkele weken.’
‘Weten je vrienden het ook al?’
‘Nog niet allemaal, maar de meesten wel. Ze zijn vooral blij voor me. En trouwens ook voor Daan, want die is nu immers ook voorzien, en naar wat ik gezien heb, is hij ook tot over zijn oren verliefd.’
‘Ach, wat lief! De eeuwige vrijgezellen eindelijk gestrikt!’
Ik glimlach slechts en dat verwondert Leonie. Vroeger zou ik hier absoluut tegenin zijn gegaan.
Leonie merkt dat en glimlacht ook. Dan kijkt ze Chantal aan en zegt: ‘Meid, je hebt hem al helemaal voor je gewonnen. Als John zelf hier niet over protesteert, dan moet hij wel ontzettend verliefd op je zijn!’
Chantal bloost lichtjes. Dan zegt ze: ‘Ik weet, dat hij heel erg verliefd op me is. Dat laat hij me op vele manieren weten. Maar ik ben minstens net zo verliefd op hem.’
Dan vraagt Leonie: ‘En hoe zit dat nou met seks? John zei, dat je maagd wilde blijven? Als je zo verliefd bent, dan moet dat toch erg zwaar zijn, of niet?’
Chantal zucht eens. ‘Je moest eens weten, hoe moeilijk dat is, Leonie. De hele tijd, als ik John zie, heb ik hele andere dingen in mijn hoofd, als ik laat blijken. Je moet zo denken. Je houdt toch van Dean, of niet?’
Leonie knikt.
‘En wat als je hem ziet, maar je kunt hem niet aanraken? En hoe langer dat duurt, hoe moeilijker dat wordt. Het is slopend.’
Leonie glimlacht. ‘Ik weet wel wat je bedoelt, Chantal. Dean moet ook af en toe op uitzending, en met een beetje geluk kan hij dan af en toe skypen vanaf de kazerne. Dan is het ook moeilijk. Je ziet hem wel, je hoort hem wel, maar kun je kunt hem niet aanraken. Dat zijn moeilijke tijden, en je kunt dan alleen maar hopen, dat hij weer heelhuids thuis aankomt. Maar ja, dat is het lot van een vrouw van een militair.’
Chantal kijkt me dan glimlachend aan en weer terug. ‘Hmm, dan kan ik me nog gelukkig prijzen, dat John geen militair is. Ik weet niet, of ik dat aan zou kunnen.’
Opeens gaat mijn telefoon over. Ik kijk op het scherm, wie er belt en zie dat het Daan is.
‘Hey, Daan! Hoe gaat het daarboven?’
‘Goed, heel erg goed! Ik wilde net vragen, hoe het met jullie gaat.’
‘Ook erg goed. Leonie en Dean zijn aangekomen, en gisteren zijn we met mijn moeder naar mijn oom Leo geweest.’
‘Dat had ik al gehoord. Maar ik wil je even wat vragen. Maar dat mogen Chantal en Melissa niet horen.’
‘O, ik loop wel even naar binnen.’
Ik sta op en verontschuldig me.
Eenmaal binnen vraag ik: ‘Wat is er aan de hand, wat Chantal en Melissa niet mogen horen?’
‘Er is niets aan de hand, maar ik had een leuk idee voor de bruiloft. En dat moet een verrassing worden.’
‘Laat horen dan. Wat heb je je nu weer in de kop gehaald?’
‘Het kwam eigenlijk door Gerard, die heeft me opgebeld. Je had hem gevraagd om te komen spelen?’
‘Ja, maar heeft hij jou gebeld?’
‘Ja, Hun aanhanger is kapot, en hij vroeg me of ik die kon maken.’
‘Ach zo. Maar je hebt toch nog niets tegen Melissa verteld?’
‘Nee, gelukkig niet. Toevallig liep ik Henk tegen het lijf, en we raakten aan de praat. En toen bracht ik naar voren, dat het een leuk idee was, dat Gerard en zijn band kwam spelen. Hij keek me eerst verbaasd aan, en zei toen: Heeft John je dat verteld? Dat is niet de bedoeling! En toen moest ik hem uitleggen, hoe ik het te weten was gekomen. Dus het geheim blijft alsnog goed bewaard.’
‘Gelukkig! Maar vertel verder. Je was op het idee gekomen door Gerard?’
‘Ja, hij was bezig over een andere bruiloft, waar ze onlangs gespeeld hebben. Daar deden de mannen een klein optreden, met een dans. Daar hadden ze op geoefend, en dat was heel erg goed bevallen bij de gasten. Hij vroeg ons of we ook zoiets wilden gaan doen.’
‘Ow, dus wij, lompe harken, moeten opeens de ballerina uit gaan hangen?’
Daan lacht. ‘Ja, dat is dus de bedoeling. Gerard zegt, dat we bij hun in de oefenruimte kunnen oefenen. Ze willen zelf ook meedoen, ze hebben toen alleen maar toegekeken. Bovendien willen ze dat ook gaan doen bij de bruiloft van Angela en Maurice. Die gaan in april trouwen.’
‘Hey, dat wist ik nog niet! Maar denk je, dat die oefenruimte groot genoeg is om te oefenen? Zo groot is dat daar toch niet? En we hebben dan ook iemand nodig om het ons te leren.’
‘Ja, dat was ik me ook al aan het bedenken. Maar wat dacht je van te gaan oefenen bij de sportschool? Dan hebben we een goed excuus om weg te gaan, je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen, dat je moet sparren voor de voorbereiding van wedstrijden van Otto.’
‘Hmm, dat is een goed idee. Daar hebben ze de ruimte, en ik weet dan ook al, wie we kunnen vragen om ons te helpen. Ze zal het niet gratis doen, maar ik weet bijna zeker, dat ze ons zal willen helpen.’
‘Wie dan?’
‘Justina Rovers.’
‘Justina? Kan die dat dan?’
‘O, jawel! Ze heeft op ballet gezeten en er ook les in gegeven. En ze doet toneel. Ze zal ons heus een klein optreden kunnen leren.’
‘Goed, regel jij dat dan? Dan zal ik de zaal regelen, en informeer ik Gerard en de rest. Dat zal me wat gaan worden. Of we gaan volledig op onze bek, of het wordt een grandioos succes!’
Ik lach. ‘Ik weet nu al, dat we ons helemaal kapot gaan lachen. Maar het zal wel flink aanpoten worden, want zoveel tijd hebben we nu ook weer niet. Het zijn maar een paar maanden!’
‘Ik weet het. Ik laat je straks meer weten.’
‘Is goed, dan ga ik meteen Justina bellen.’
Ik hang op en bel meteen Justina op. Ze is een oud collega van me, ik heb haar geholpen met haar verhuizing van Polen naar hier. Tegenwoordig werkt ze ergens anders, maar we zien elkaar toch regelmatig. Bovendien woont ze maar een paar honderd meter van me vandaan. Maar als ik haar vertel, wat we van plan zijn, en wie dat er meedoen, zegt ze meteen haar hulp toe. En geld wil ze er niet voor hebben. Ze is blij eens iets terug te kunnen doen voor mijn hulp destijds. En even later belt Daan weer terug.
Hij heeft de zaal geregeld, we kunnen drie avonden in de week oefenen, en als het nodig is, ook nog een keer zondags. En Gerard en zijn band doen graag mee. Morgenavond zouden we al terecht kunnen, dus ik bel meteen Justina weer op om te kijken of ze dat ook allemaal kan.
Dat blijkt echter geen probleem te zijn, alleen de weekenden wil ze liever niet. Maar dat vind ik geen probleem.
Daan komt, begrijpelijk, niet even over om de eerste lessen mee te doen. De volgende week sluit hij wel bij ons dansclubje aan. Ik bel dan nog even direct met Gerard en neem met hem de planning door. Ze moeten ieder wel wat schipperen om die danslessen te kunnen volgen, maar Gerard en zijn band zeggen wel toe, er te zijn.
Ik loop weer naar binnen. Leonie zegt: ‘Zo, je had nogal wat telefoongesprekken, John!’
‘Ja, dat was Otto, je weet wel, van de sportschool waar ik train. Hij vroeg me, of ik de komende weken tijd had om te sparren. Hij doet mee aan het Europees kampioenschap, en wil goed voorbereid zijn. En ik kon het hem haast niet weigeren, je weet hoe belangrijk hij is geweest. Dus de komende maanden moet ik drie keer in de week komen trainen. Morgenavond begin ik al.’
Leonie knikt. Ze kent Otto nog van vroeger. Dat was iemand uit haar vriendenkring. Otto heeft me, toen ik nog jong was, geholpen op het goede spoor te blijven, toen ik dreigde af te glijden in een minder goed milieu. Ik ben niet altijd een lieverdje geweest, ik had ook verkeerde vrienden.
Gelukkig kwam Otto op mijn pad, die heeft me geholpen de juiste keuzes te maken. En daar ben ik hem nog altijd dankbaar voor. Maar daardoor hebben Otto en ik een stevige vriendschap opgebouwd. Hij is niet mijn allerbeste vriend, maar wel een, waar ik voor door het vuur ga, en dat geldt ook omgekeerd voor Otto. Hij zou me nooit verraden, en nooit iets van me verlangen, dat ik niet wil doen.
Chantal zegt: ‘Dus je moet nu wat meer sporten?’
Ik knik. ‘Ik heb je toch verteld over hoe ik vroeger was? Otto heeft me geholpen het juiste pad te kiezen. Ik weet, wat hij voor me gedaan heeft, en ik weet hoe belangrijk die komende wedstrijden voor hem zijn. Ik kan hem nu niet laten zakken.’
‘Dat moet je ook niet doen. Ik kan me best wel wat avonden alleen redden. Nu is Leonie en Dean er, en straks heb ik gezelschap van je oom en tante.’
Ik glimlach, en grijns in mezelf. Hoewel ik het niet leuk vind om te moeten liegen, wil ik toch mijn geheim niet verklappen. En ik lieg ook niet heel erg veel. Want Otto moet inderdaad naar die kampioenschappen en ik help hem daarbij. Alleen ga ik dat nu doen in de uren, dat ik normaal zou trainen, en niet in de tijd, dat we gaan oefenen met ons dansje.
Ik loop dan weer naar binnen, want ik moet onderhand beginnen met het bakken van pannenkoeken. Een uur later kunnen we aan tafel en staat er een stapel pannenkoeken, waar Chantal behoorlijk van onder de indruk is.
‘Uhm, John? Wie moet dat allemaal opeten?’
Ik lach. ‘Ik had toch al gezegd, dat mijn zus en haar gezin flinke kostgangers zijn? Moet je eens opletten, daar blijft maar weinig van over!’
En ik heb het helemaal niet eens zo mis. En het is echt niet zo, dat de kinderen zo veel eten, maar Dean en ik kunnen er allebei wel goed weg mee. Leonie kan ook goed eten, maar ze houdt het nog beschaafd. Chantal eet ook meer, dan ze eigenlijk van plan was, maar kijkt hoofdschuddend naar Dean en ik, als we nog een pannenkoek op ons bord leggen.
‘Jezus, waar laten jullie het allemaal? Hoeveel pannenkoeken hebben jullie al op? Zeven?’
‘Op zijn minst. Maar na deze stop ik toch echt. Maar ze zijn ook weer veel te lekker om te laten liggen…’
Leonie lacht. ‘Dat doen ze nu iedere keer. John maakt altijd een enorme stapel pannenkoeken, en daar eten ze zich echt ziek aan. Het zijn dan net kleine kinderen.’
Chantal lacht. ‘Ik zie het. En dat moet dan mijn toekomst worden?’
Leonie lacht. ‘John mag in zijn handen klappen, als hij je toekomst wordt, Chantal. Ik durf rustig te zeggen, dat je uitstekend bij John past. Beter dan de anderen, die hij eens naar huis heeft gesleept. Hoewel, het kwam amper verder dan eens vluchtig voorstellen, en daarna zag je ze niet meer terug. En ik denk toch niet, dat het aan ons heeft gelegen, of wat denk jij ervan?’
‘Nee, dat denk ik ook niet. Ik was wel behoorlijk zenuwachtig, maar het is allemaal behoorlijk meegevallen. Jullie zijn echt heel erg aardig!’
En daarmee is de toon voor de komende dagen wel gezet. Chantal lijkt al volledig geaccepteerd door mijn familie. En nu nog mijn vrienden, maar daar maak ik me minder zorgen om.
Lees verder: De Gezusters Santegoed - 7
Trefwoord(en): Zussen,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10