Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 24-08-2019 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 14584
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 128 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Intussen, helemaal aan de andere kant van Nederland, gebeuren ook allerlei dingen. Daan heeft met Melissa diverse dagtochtjes gemaakt, en ze hebben echt genoten van elkaar. Het heeft hun verliefdheid nog sterker gemaakt, dan het al was.

En Daan heeft het echt flink te pakken van Melissa. Hij heeft het er flink moeilijk mee, dat hij haar steeds bij haar ouders moet achterlaten. Hij kan er zelfs amper van slapen. Urenlang ligt hij in zijn caravan en hij kan alleen maar aan Melissa denken. Alles andere is niet meer belangrijk.

Op een gegeven moment kon hij het niet meer harden en is met zijn wagen Kampen in gereden, dat ’s nachts er behoorlijk verlaten bijligt. Waarom weet hij niet, maar opeens staat hij tegenover de kerk, waar hij tot zijn verbazing licht ziet branden. Hij parkeert zijn wagen en kijkt of de kerkdeur open is. En dat blijkt ook zo te zijn. Hij loopt naar binnen en gaat op een van de banken zitten. Hij ziet daar de predikant lopen, die hij een beleefd knikje geeft.

De man komt op hem toe en zegt: ‘Mag ik vragen, waarom u op zo’n onchristelijk tijdstip hier bent? We zijn eigenlijk gesloten, maar voor een verloren ziel is de kerk altijd open.’

Daan glimlacht. ‘Het spijt me, als ik u stoor. Ik kon niet slapen en ben gaan rondrijden. En om een of andere reden ben ik hier terecht gekomen. En ik zag dat er licht was, dus ik ben komen kijken of ik binnen kon komen. En dat ging, de deur was gewoon open.’

De man glimlacht. ‘Dat was eigenlijk niet de bedoeling, maar God zal er wel een bedoeling mee hebben gehad om u hierheen te sturen. Maar wat scheelt eraan? Waarom kunt u niet slapen?’

Daan bloost en zegt: ‘Ik lijk wel gek, dat ik het tegen u vertel, maar ik moet het kwijt, en u lijkt me een rechtschapen man. U bent een priester?’

‘Ik ben Ouderling, dat klopt.’ De man gaat langs Daan zitten en zegt: ‘U zit duidelijk ergens mee, kom, vertel het me maar. Uw geheim is veilig bij mij en bij God!’

Daan zegt: ‘Ik ben wel niet van uw geloof, ik ben Katholiek.’

‘Dat maakt niet uit. U gelooft toch in God? En voor God zijn we allemaal gelijk. Dat we wat verschillen hebben in hoe we geloven, dat moeten we toch helemaal zelf weten, of niet dan?’

Daan knikt. ‘Maar ik ben helaas geen goede gelovige. Ik ben amper nog in de kerk geweest.’

‘Je gelooft, dat volstaat voor God. Kom, vertel me je verhaal.’

Daan knikt en begint te vertellen. Het doet hem goed zijn hart te kunnen luchten. Hij vertelt over hoe hij er naar verlangt Melissa weer te zien, en hoeveel pijn dat het hem doet, haar steeds weer achter te moeten laten. Maar ook, dat hij nog nooit zo verliefd is geweest. En dat Melissa wel heel erg gelovig is, en hij niet.

De goede man glimlacht slechts. Als Daan zijn hart gelucht heeft, zegt de man: ‘Ik begrijp, dat je het er moeilijk mee hebt. Maar bekijk het eens zo: Melissa betekent veel voor je, of niet dan?’

Daan knikt. ‘Ja, heel erg veel!’

‘Maar jullie kennen elkaar nog maar heel kort, dus het is nog te vroeg voor een volgende stap.’

Daan knikt weer.

‘Dat Melissa zich wil onthouden, dat is prijzenswaardig. Dat maakt haar een sterke vrouw. Stel je eens voor, dat ze nu met Jan en alleman naar bed ging. Denk je dan nog, dat ze je nog lang trouw zal blijven? Ze zal nu alle liefde voor jou bewaren, en als het moment daar is, dat jullie intiem samen kunnen zijn, dan zal het allemaal samenvallen. Dan zal het alle moeite waard zijn, dat jullie gewacht hebben.
Liefde is tegenwoordig zo’n vluchtig woord geworden. Het moet allemaal maar snel en er wordt snel toegegeven aan de lust. Maar door elkaar eerst zo beter te leren kennen, dan kweek je pas echt begrip voor elkaar. Ook als het later moeilijker gaat, als de sleur erin komt. Want ik neem aan, dat je gevoelens zo sterk zijn, dat je je hele leven bij Melissa wilt blijven.’

‘Ja, die gevoelens heb ik nu wel. En dat begrijp ik ook allemaal wel, maar het is zo moeilijk!’

‘Het leven is niet alleen maar gemakkelijk, jongeman. God wil ons hiermee leren, dat we weloverwogen keuzes moeten maken. En ik verwacht ook niet, dat jullie helemaal wachten, totdat jullie getrouwd zijn, maar op zijn minst serieuze plannen en gevoelens voor elkaar hebben. En als ik jou zo zie, dan gaat dat wel goed komen.
En ik ken je vriendin, ze bezoekt deze kerk ook. En ik heb al kunnen zien, dat ze het minstens zo zwaar heeft als jij. Want denk maar geen moment, dat het voor je vriendin minder zwaar zal zijn. Misschien ligt ze op dit moment ook wel wakker, en denkt aan jou. Troost je met die gedachte.’

Het voelt als een bevrijding voor Daan. Opeens begint hij zich moe te voelen, en bedankt de man. De man glimlacht. ‘Geen dank, dat is mijn taak als Ouderling. Kom, ga nu naar huis, en ga lekker slapen. Morgen ga je weer lekker genieten van je vriendin.’

‘Dat ga ik heel zeker doen. Ik kan niet uitdrukken, wat dit voor mij betekent. Maar ik heb nu wel wat meer begrip voor Melissa. Ik heb er niet eens aan gedacht, dat het ook moeilijk voor haar kon zijn.’

De Ouderling sluit de deur achter Daan, die dan in zijn wagen stapt en terug naar zijn caravan rijdt. Daar ploft hij neer op zijn bed, om enkele tellen later in een diepe slaap te vallen. En het is ook al ver in de ochtend, als hij weer wakker wordt.
Daan voelt zich als herboren, fris en goed gehumeurd. Fluitend loopt hij naar de douches en groet diverse mensen onderweg. Alsof de wereld er opeens stukken beter uitziet. Dat het water van de douches maar lauwwarm is, deert hem nauwelijks. En dat hij even moet wachten, voordat hij zich kan scheren en tandenpoetsen, hij kan zich er niet druk om maken.

Daarna maakt hij zichzelf een klein ontbijtje klaar, en trekt zuivere kleren aan. Dan stapt hij in zijn wagen, en koopt zich onderweg een bloemetje voor Melissa.
Als hij dan aanbelt bij Melissa, is Melissa eerst boos op hem, als ze de deur voor hem open doet.
‘Waar bleef je toch? We zouden toch naar Leeuwarden gaan?’

Daan geeft geen antwoord, maar pakt haar stevig vast en geeft haar een zoen, die er niet om liegt. Melissa is geheel verbouwereerd, maar kan zich amper weren tegen die zachte lippen op de hare. Ze is al haar boosheid al sneeuw voor de zon vergeten. Als Daan haar weer loslaat, weet ze amper hoe ze moet kijken.

Dan geeft Daan haar de bloemen, die ze met verbazing aanneemt.
‘Wow, dat is nog eens een verrassing! Waarom opeens zo’n goede bui?’

‘Allereerst sorry, dat ik zo laat ben. Maar ik heb afgelopen nacht amper kunnen slapen. Ik sliep pas zo rond vijf uur.’

Melissa glimlacht. ‘Ik sliep ook pas heel laat. Ik heb het nog vier uur zien worden. Ik moest de hele tijd aan jou denken.’

‘Dat probleem had ik ook. Ik heb me toen de auto gepakt, en ben gaan rondrijden. En uiteindelijk ben ik in de kerk terecht gekomen. Vreemd genoeg was die open, en ik ben naar binnen gegaan. Daar heb ik een zeer verhelderend gesprek gehad met de Ouderling. En toen ben ik weer naar de camping gegaan en ben toen als een blok in slaap gevallen.’

‘Wat moest jij in de kerk?’

‘Ik weet ook niet, waarom ik daar opeens was. Ik was er opeens, en mijn gevoel zei me, dat ik naar binnen moest gaan.’

‘Maar de kerk is ’s nachts nooit open!’

‘Geen idee, Melissa. Maar het is toch waar. Het zal zo rond vier uur zijn geweest. Je kunt het wel een keer navragen. Maar het heeft me wel geholpen.’

‘Nou, van mij mag je dat nog wel eens vaker doen. Je bent nu zo vrolijk!’

‘Ik voel me ook lekker. Kom, ik zal je moeder even begroeten, en dan gaan we alsnog naar Leeuwarden.’

Melissa laat Daan binnen en Daan loopt recht naar de keuken, waar hij Jolien vrolijk begroet met een paar zoenen op haar wang. Die is ook compleet verrast door de vrolijke bui.

Daan vraagt aan haar: ‘Jolien, zou je het heel erg vinden, als we vandaag wat later terug zijn? Ik heb me wat verslapen, en het zou zonde zijn, als we toch niet naar Leeuwarden konden gaan. Ik beloof, dat ik Melissa nog voor de nacht terug zal brengen, maar hoe laat dat precies zal zijn, dat durf ik nog niet te zeggen.’

‘Wow, je bent vandaag wel ingenomen met jezelf, Daan. Maar je vraagt het netjes, en de vorige keren heb je Melissa ook altijd keurig weggebracht, dus ik zie geen reden, waarom je Melissa niet eens wat later terug thuis zou mogen brengen. Maar je kent de regels!’

‘Ja, geen seks voor het huwelijk. Dat heeft Melissa me al meer dan genoeg verteld. En o, voordat ik het vergeet, ik moest u de groeten doen van de ouderling mijnheer Huls. Wat een aardige man is dat.’

‘Ken jij mijnheer Huls?’

‘Ik heb hem afgelopen nacht ontmoet in de kerk. Een zeer toevallige ontmoeting, maar wel een, die me wat meer inzicht heeft gegeven.’

‘Oké, dat is wel raar, want de kerk is normaal ’s nachts niet open. Maar goed. Ga nu maar, anders zijn jullie nog later terug van Leeuwarden.’

Jolien zegt dan tegen Melissa: ‘Geef die bloemen maar hier, dan zet ik ze wel in een vaas. Veel plezier vandaag!’

Melissa kijkt verbaasd. Normaal is haar moeder niet zo snel meegaand. Ze geeft haar snel de bloemen, die ze van Daan gekregen heeft. Dan loopt ze met Daan mee, en stapt in zijn auto. Even later zitten ze al op de snelweg, waar Daan onderweg de hand van Melissa vasthoudt.

Ruim een uur later komen ze in Leeuwarden aan. Daar lopen ze hand in hand door het centrum. Wat later gaan ze op een terrasje zitten waar ze wat te eten bestellen. Terwijl ze daar zitten, komt er een vrouw naast hun zitten, met een jong hondje, nog maar een pup. Vol met leven en de wil om de wereld te onderzoeken. Maar de vrouw kan het kleine hondje amper de baas. Want de pup heeft een duidelijk eigen willetje.

En hoewel ze hem aangelijnd heeft, weet hij toch te ontsnappen. Daan heeft altijd wel aantrekkingskracht op honden gehad. Ze komen altijd naar hem toe, en hij is ook een echte dierenvriend, hoewel hij zelf geen huisdieren in huis heeft. Hij heeft wel een hond, maar die woont bij een oom van hem.

Hij ziet dat het hondje ontsnapt is, en maakt de eigenaresse er attent op. Maar daar heeft hij al snel spijt van. Want de vrouw pakt het hondje ruw beet, waardoor het jankt van de pijn. Ze schreeuwt het hondje toe: ‘Verdomme, luister nu eens!’

Dat gaat Daan echt te ver en hij staat op. ‘Sorry, mevrouw! Maar zo behandel je geen hond! Slaat u uw kinderen ook altijd, als ze eens niet willen luisteren?’
‘Waar bemoeit u zich mee!’

‘Hmm, als ik geweten had, dat u zo’n dierenbeul was, dan had ik u niet gewaarschuwd, dat uw hondje ontsnapt is.’

De vrouw bindt dan wat in. Dan zucht ze eens en zegt: ‘Het spijt me, ik had Renn niet zo ruw moeten aanpakken, daar heeft u gelijk in. Maar hij wil echt niet luisteren, wat moet ik dan?’

Daan zucht eens diep. ‘Hoe lang heeft u de pup al?’

‘Twee weken. Dan zou je toch verwachten, dat hij onderhand eens zou luisteren?’

Daan begint hardop te lachen. ‘Mevrouw, ik weet niet of u kinderen hebt, maar hoelang denkt u, dat het duurde voordat u naar uw ouders luisterde, toen u nog een baby was? Want die pup kan nauwelijks amper ouder zijn dan een half jaar. Dat is gelijk aan een baby.’

‘Ow, dus ik moet meer geduld hebben, voordat hij gaat luisteren? Dat hebben ze me niet verteld, toen ik die hond kocht!’

Daan is geschokt. Zijn er echt zulke domme mensen? Hij kijkt het hondje aan, dat van schrik onder de tafel is gekropen.

‘U moet me dit niet kwalijk nemen, als ik zeg, dat u geen hond waard bent. Ik begin me af te vragen, waarom u die hond eigenlijk gekocht heeft? Weet u wel, hoe groot deze hond wordt? En welke verzorging die allemaal nodig heeft?’

De vrouw kijkt geschokt. ‘Wordt die dan nog groter?’

Daan lacht. ‘Dat kun je wel stellen! Dit is een Schotse Bordercollie. Dat zijn prachtige en intelligente dieren, maar je moet ze wel goed trainen. En het zijn geen schoothondjes, dat kunt u rustig van me aannemen. U zou er goed aan doen, om de pup terug te brengen en het geld terug te vragen.’

‘Dan moet ik helemaal naar Alkmaar rijden! Wilt u de hond niet kopen?’

Daan is sprakeloos. Wat een harteloos mens is dat. Dan kijkt hij nog eens in de arme oogjes van de pup en zegt: ‘Wat moet hij kosten? Want ik heb niet heel veel geld op zak.’

‘Hij heeft me vijfhonderd gekost, maar om eerlijk te zijn, ben ik er bij nader inzien toch niet blij mee. U mag hem kopen voor vierhonderd.’

‘Sorry, dan brengt u hem maar terug naar Alkmaar. Ik geef er tweehonderd voor. En geen cent meer!’

De vrouw denkt even na, en zegt dan: ‘Akkoord, voor dat geld mag u Renn hebben. En ik heb de papieren toevallig nog in de zak.’

Daan voelt zich even overvallen, hij had niet verwacht, dat ze akkoord zou gaan. Maar hij twijfelt geen moment. Voor nog geen miljoen zou hij die pup nog met die vrouw weg laten gaan. Hij trekt zijn portemonnee, en haalt er vier briefjes van vijftig uit. Die geeft hij aan de vrouw, en de vrouw geeft hem de papieren en het riempje.

Dan staat ze doodleuk op, wenkt de ober, betaalt hem en verdwijnt. Zonder ook maar om te kijken, laat ze Daan met de pup achter.

Daan bukt zich dan, en roept de pup naar zich toe. Maar het arme dier is nog best geschrokken van de behandeling van zijn vorige eigenaar. Maar Daan lukt het toch om de nieuwsgierigheid van het dier te trekken, en laat zich onder de tafel uitlokken. Daan aait het dier, en wint al snel het vertrouwen.

Dan klikt hij het riempje om de halsband en gaat staan. Het schrandere dier lijkt begrepen te hebben, dat hij nu opeens een nieuw baasje heeft. Hij volgt Daan kwispelend en lijkt al vergeten te zijn, dat hij zojuist nog zo ruw behandeld is. Dan gaat Daan weer aan tafel zitten. Melissa kijkt met open mond.

‘Heb je nou zojuist die pup gekocht?’

Daan lacht. ‘Dat heb je goed gezien. Ik kan dat niet lijden, dat mensen zo lomp en ruw met hun huisdieren omgaan. Dat mens was echt geen huisdier waard!’

‘Dat ben ik absoluut met je eens. Maar wat ga je nu met die pup doen?’

‘Nou, in ieder geval een beter baasje zijn. Ik ga hem niet wegdoen, of zo. Als ik dan ergens voor ga, dan ook helemaal. Dat doe ik voor huisdieren en heel zeker ook voor bepaalde mooie vrouwen, zeker als ze roodharig zijn, en heel erg lief voor me zijn.’

Melissa lacht. ‘Slijmbal! Laat hem eens zien?’

Daan tilt de pup op en zet hem op zijn schoot. Het jonge dier ziet dat meteen als een gelegenheid om zijn genegenheid aan hem te tonen, door hem proberen te likken in zijn gezicht. Daan laat het lachend toe.

Melissa is helemaal vertederd, als ze de pup ziet. ‘Ach, wat een snoesje! Hoe ga je hem noemen?’

‘Op zijn halsband staat Renn, en dat vind ik eigenlijk ook wel een leuke naam.’

De pup kijkt op, als hij zijn naam hoort.

‘Kijk, hij luistert er al naar!’

Dan ziet de pup Melissa, en wringt zich in alle bochten om naar haar toe te mogen. Daan geeft hem de vrijheid om dat te doen, en even later heeft Renn al het hart veroverd van Melissa. Daan vraagt dan de serveerster of ze een kommetje water voor de pup neer wil zetten. Die wordt al snel gebracht, en de pup is schijnbaar ook dorstig, en rent bijna naar de kom met water, om het dorstig leeg te slobberen.

Daan zegt: ‘Nou, dan moesten we maar eens een dierenwinkel gaan opzoeken, Melissa. Ik heb dan nog van alles nodig om in mijn caravan een pup te kunnen herbergen.’

Melissa lacht. ‘Dat denk ik ook. Wie had ooit kunnen denken, dat je thuis zou komen met een pup?’

‘Ik heel zeker niet, maar ik ben er toch blij mee. Ik had al langer het idee om me een nog hond aan te schaffen, en nu loopt het me gewoon voor mijn voeten. Ik heb wel een hond, maar die kan ik onmogelijk in huis houden. Hij woont nu bij een oom van me, daar heeft hij de ruimte en de rust om lekker te leven.

En nu gebeurt het me, net als het met jou gebeurd is. Ik kom naar John toe, met het idee mijn auto te verkopen, en krijg er een vriendin voor terug! En nu heb ik ook nog eens een vriend voor het leven, hoewel, Renn is een teefje. Dus ik heb nu twee vriendinnen!’

Melissa lacht. ‘Met haar wil ik je wel delen, Daan. Maar ben ik dan ook je vriendin voor het leven?’

‘Als het aan mij ligt, dan wel. Maar laten we nog niet te hard van stapel lopen, Melissa. We kennen elkaar nog maar pas, maar je mag best weten, dat ik erg veel voor je voel. Ik kan nu John heel goed begrijpen. Ik lachte hem uit, toen hij me vertelde, dat hij verliefd was. Maar ik ben het nu ook! En nog niet zo’n klein beetje!’

De serveerster komt dan weer naar onze tafel. Ze heeft een bakje met brokken bij voor de pup.

‘Ik zag dat u opkwam voor die pup, en ik zag zojuist, dat uw hondje nogal dorstig was. En toen kwam het bij me op, dat hij ook wel eens honger zou kunnen hebben. Nu heeft de eigenaar van dit restaurant ook een kleine pup, en ik heb hem gevraagd of ik wat brokjes mocht pakken voor uw pup. En die zou ik hem nu graag willen geven.’

‘O, dat is heel erg attent. Maar zou u het erg vinden, als ik hem die gaf? Hij moet leren, dat hij niet van iedereen eten mag aannemen, en daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen.’

‘Natuurlijk! Alstublieft!’

‘Heel erg bedankt! Nog een vraag, weet u hier in de buurt een dierenwinkel? Ik heb nog van allerlei dingen nodig om deze kleine rakker mee te kunnen verzorgen.’

‘O, dat is eenvoudig, daar om de hoek zit een goede dierenwinkel. Daar haal ik ook mijn spullen voor mijn hond.’

‘Nou, dan geloof ik u op uw woord. En weet u toevallig ook een dierenarts?’

‘Dat is een straat verder. Wacht, ik zal het adres even op een papiertje schrijven.’

Even later komt ze terug met een papiertje, waar twee adressen op staan. Dankbaar neem ik het van haar aan en vraag haar dan de rekening. De serveerster had het goed gezien, Renn had flinke honger, en stortte zich meteen op het bakje met brokken. En nadat hij de brokken op had, is hij voldaan aan mijn voeten gaan liggen.

De serveerster komt even later terug met de rekening, waar Daan haar dan ook een royale fooi geeft.

Ze bedankt hem, en Daan en Melissa staan op. Renn is meteen alert en kijkt toe. Als hij merkt, dat Daan en Melissa gaan lopen, dribbelt hij driftig met hen mee. Gelukkig is het niet al te ver naar de dierenwinkel, en Renn laat zich gewillig oppakken door Melissa. Daan koopt zich in de winkel flink wat spullen, die ze meteen naar hun auto brengen.
Dan gaan ze naar de dierenarts, waar Daan gelukkig vrijwel meteen terecht kan. Hij wil de pup even laten onderzoeken, of het wel gezond is. En dat blijkt ook zo te zijn. En bij de gelegenheid laat Daan de pup ook chippen, want dat was nog niet gebeurd. De arts vertelt hem, dat Renn inderdaad een Schotse Collie is, en dat hij een hele goede koop heeft gedaan, aangezien het toch echt een rashond is. De papieren zijn in orde, en daarmee is Daan eigenlijk wel blij.

Ze besluiten dan om toch maar op tijd weer naar huis te gaan. Renn vindt alles prima. Hij voelt zich duidelijk op zijn gemak bij zijn nieuwe baasjes. Want hij beschouwt Melissa ook als zijn baasje.

Eenmaal weer in Kampen, zet Daan Melissa af bij haar ouders. Die kijken verbaasd op.
‘Zijn jullie nu al terug? Ik dacht, dat jullie pas laat terug zouden komen?’
‘Dat was ook de bedoeling, maar er is wat tussen gekomen. Daan heeft zich een hond gekocht, midden op straat.’
‘Huh? Op straat?’

Melissa vertelt hun dan het hele verhaal, en zowel Joris als Jolien zijn geschokt over de toedracht. Ze begrijpen nu wel, waarom Daan de hond zo plotseling gekocht heeft.
‘Maar waar is die hond nu dan?’

‘Nog in de auto. Ik heb me meteen een bench gekocht, want ik wil niet hebben, dat hij me uit de auto springt.’
‘Ach, en moet die hond nu moederziel alleen in de auto blijven?’
‘Ik wist niet, of je zou toestaan om hem binnen te laten? Ik weet niet eens of hij al zindelijk is.’
‘Geen probleem, Daan. Haal die arme stakker maar snel uit de auto.’

Daan staat op en loopt snel terug naar de auto, waar hij al meteen gepiep en gejank hoort van Renn. Zodra Renn Daan ziet, begint ze te keffen, voor een echte blaf is ze nog te jong. En ze is maar wat blij, als ze uit de bench gehaald wordt. Vrolijk springt ze rond, en trekt zich amper wat aan van Daan. Maar Daan laat niet met zich sollen en zegt op duidelijke toon tegen Renn: ‘Kom Renn, volgen!’

Renn is wel onder de indruk, en laat zijn kleine oortjes hangen en begint achter hem aan te rennen. Maar Daan prijst haar ook, als ze dat doet. En daardoor kwispelt ze al snel weer. Ze is meteen weer vrolijk en doet haar best om Daan bij te houden.
Ze is alleen wat terughoudend, als ze door die vreemde deur moet, maar al snel wint de nieuwsgierigheid en al die vreemde geurtjes en geluiden uit het huis. Eenmaal binnen schrikt ze wel even, van al de mensen, die opeens op haar af komen. Ze schuilt achter de benen van Daan, die haar dan even oppakt. Dat kalmeert haar vrijwel direct, en krijgt Renn al snel meer zelfvertrouwen.
Ze laat zich door Jolien aaien, en ook door Joris. Michel, die er ook is, heeft dan al snel de belangstelling van Renn gewonnen, en al snel is ze met hem aan het spelen. Al snel heeft ze haar schuchterheid en angsten al overwonnen. Maar als ze moe begint te worden, dan loopt ze terug naar de voeten van Daan, en gaat daar liggen.

Jolien zegt glimlachend: ‘Wat een snoesje is het! Wat voor hond is het eigenlijk?’
‘Een Schotse Collie. Die wordt nog wel een heel stuk groter. Nu is ze nog klein.’

‘Daar ga je nog veel plezier van hebben, Daan. En ze schijnt nu al te weten, waar ze veilig is. Kijk maar eens, ze slaapt nu al aan je voeten.’

Daan vertelt dan hun het verhaal, wat hij de afgelopen nacht heeft beleefd. En dat hij nu opeens ook veel beter begrijpt, waarom Melissa geen seks wil. En dat geeft Joris en Jolien weer wat meer vertrouwen in Daan. De jongeman lijkt echt oprecht te zijn, en daarom geven ze Melissa en Daan ook wat meer vrijheid. Melissa hoeft nu niet meer voor tien thuis te zijn, voor middernacht is ook goed.

En in het weekend willen ze samen naar een club heen gaan, en dan mag Melissa ook veel later thuiskomen. Ze is immers oud en wijs genoeg en Joris en Jolien hebben nu wel het vertrouwen in Daan, dat hij geen gekke dingen zal gaan doen.

Als Daan naar huis heen gaat, heeft hij opeens een heel stuk minder moeite om afscheid te nemen. De wetenschap, dat Melissa ook veel van hem houdt, dat is opeens genoeg. En daarbij heeft Daan nu ook wat meer gezelschap, in de vorm van Renn.

Renn is amper wakker te krijgen, als Daan naar huis heen gaat. Het hondje is bekaf, van alles wat haar is overkomen. Daan moet haar naar de auto dragen, waar hij haar in de bench legt. Renn slaapt nog steeds, als hij bij de camping aankomt. Maar eenmaal in de caravan, is Renn weer klaarwakker. Daan laat haar daar los lopen, zodat ze kan wennen aan haar nieuwe omgeving. Zelf is hij nu ook moe, en gaat op de bank liggen, waar hij al snel in slaap valt. Renn ziet, dat haar nieuwe baasje gaat liggen en springt met wat moeite, ook op de bank en krult zich tegen hem aan.

En daar liggen ze nog, als Daan ’s morgens wakker wordt. Renn is meteen wakker, als Daan beweegt, en begroet hem uitbundig met wat likjes in zijn gezicht. Daan geeft het dier dan de aandacht, die ze verdient, en speelt wat met haar.
Dan staat hij op en pakt het riempje, dat hij om de halsband van de in alle bochten wringende Renn probeert te klikken. Dat lukt uiteindelijk en Daan maakt dan de deur open. Schijnbaar had Renn hoge nood, want amper is ze buiten, of ze hurkt al neer om haar blaas te legen. Gelukkig wel achter wat struiken.

Daan loopt dan naar de receptie van de camping en deelt mee, dat hij nu een hond heeft. Hij vertelt ze, hoe hij aan die hond is gekomen, en de eigenaar van de camping doet niet heel moeilijk. Eigenlijk zijn huisdieren niet toegestaan, maar hij wil wel een uitzondering maken, zolang Daan maar belooft de drollen van Renn op te ruimen.

Dan gaat Daan op pad om een flink stuk met Renn te gaan lopen. Renn vindt dat fantastisch! Er zijn zoveel dingen te ontdekken, en te besnuffelen. En ze vindt het nog leuker om met Daan te spelen, als ze onderweg op een grasveldje uitkomen. Renn is echt uitgelaten en blij. En Daan voelt zich ook blij en gelukkig. Weer terug op de camping gaat hij ontbijten, en hij zet voor Renn een schaal brokken en water neer.
Renn valt meteen op het eten en drinken aan, en eet alsof haar leven ervan af hangt. En dan bedelt ze bij Daan nog om meer. Maar Daan is echt niet van plan om toe te geven.

En als hij dan aanstalten maakt om weer te gaan, kan Renn niet snel genoeg met haar riempje komen aandragen, alsof ze wil vragen, of ze mee mag.

Lachend doet Daan haar de riem om, en brengt haar dan naar de auto. En Renn heeft al snel begrepen, dat haar plaats in de auto in de bench is. Daan zet de bench op de achterbank en doet dan het dak open van zijn auto. Op die manier kan Renn toch goed naar buiten kijken. Kwispelend staat ze tegen de tralies aan, van de bench, en keft naar hartenlust.

Daan rijdt tevreden naar Melissa toe. En Renn is maar wat blij, als hij daar de mensen weer herkent, die hij gisteren ook al gezien heeft. Maar Melissa krijgt toch wat meer aandacht van haar.

Daan en Melissa hadden eigenlijk nog heel andere plannen voor de rest van de week, maar die worden nu wel wat aangepast, vanwege Renn. Een geplande boottocht over de Friese meren schrappen ze, want ze zijn bang, dat Renn overboord zal springen.

In plaats daarvan maken ze lange wandeltochten langs de IJssel, en dat zorgt ervoor, dat de relatie van Daan en Melissa alleen maar beter wordt. Er is nu veel meer tijd om eens goed met elkaar te praten. Ze komen nu pas echt veel van elkaar te weten, en dat zorgt ervoor, dat ze steeds nader tot elkaar komen. En als Chantal onderweg eens belt, hoe het met haar zus gaat, hebben Melissa en Chantal elkaar veel te vertellen.

Chantal vertelt tegen Melissa, dat ze haar tijd bij mij echt fantastisch vindt, en hoe leuk ze de familie van me vindt.

Opeens zegt Chantal tegen Melissa: ‘Mel, dit moet je nog niet tegen pap en mam zeggen, maar ik denk niet, dat ik nog terug naar Kampen kom. Natuurlijk wel voor bezoekjes en zo, maar wat er ook gaat gebeuren tussen mij en John, ik blijf hier in het zuiden. De mensen hier zijn zo hartelijk en behulpzaam, en ik voel me hier ook echt lekker. Het is alsof ik hier thuiskom! Ik mis thuis helemaal niet, en je weet hoe moeilijk ik het had, toen ik nog in Zwolle woonde.’

Melissa is geschokt. ‘Dus je blijft daar, wat er ook gebeurd?’

‘Ja, dat weet ik nu al bijna zeker! Maar ik heb geen schrik, dat er iets zal gebeuren tussen mij en John. Daarvoor zijn we veel te verliefd op elkaar. Maar wat is het verdorie moeilijk om je te beheersen als je naast hem ligt. John heeft echt een lekker warm lichaam, en ik kan echt prima slapen in zijn armen.’

‘Wat? Slaap je al bij hem in bed?’

‘Alleen maar slapen, Melissa! Geen seks. Al zijn er wel momenten geweest, dat we wel eens wat verder zijn gegaan, dan alleen kussen. Maar John kan zich beter beheersen, dan ik dat doe. Hij weet precies, wanneer hij moet stoppen. En soms is dat behoorlijk irritant, maar wel goed! Want anders zou ik al lang zijn bezweken voor zijn aantrekkingskracht!’

‘Ohh, jij bent echt erg! Maar tussen mij en Daan gaat het ook erg goed. Maar je raadt nooit, wat Daan gekocht heeft!’

‘Toch niet nog een auto?’

‘Ha, nee! Daan heeft zich een hond gekocht. Het is nog maar een kleine pup van net iets ouder als een half jaar. Gewoon, midden op straat gekocht in Leeuwarden!’

Melissa vertelt dan het verhaal aan Chantal, en hoe dol ze al op dat kleine ding is geworden.
‘Ohh, wanneer kan ik hem zien?’

‘Ik weet het niet. Als Daan weer naar huis heen gaat. Daar zie ik nog wel tegenop. Want zijn vakantie zit er alweer bijna op, en dan moet hij naar huis. Nog vier dagen, en dan is het alweer voorbij!’

Melissa begint te huilen, als ze daaraan denkt. Chantal troost haar en zegt: ‘Is het al zo erg tussen jullie, dat je hem nu al niet meer kan missen?’
‘Ja, en dat maakt me bijna gek!’

‘Maar ik denk, dat je er gif op in kan nemen, dat hij je ieder weekend komt opzoeken!’

‘Dat hoop ik in ieder geval wel, daar moet ik nog met hem over praten.’

‘Mel, en je gaat ook nog eens in Nijmegen studeren, dat is helemaal niet zo ver van Daan af. Je gaat hem straks heus nog wel vaker zien! Ik heb al met John afgesproken, dat hij ook regelmatig bij me op bezoek komt. Dat moet je ook met Daan doen.’

‘Wat zullen pap en mam ervan zeggen?’

‘Wat pap en mam niet zien, hoeven ze ook niet te weten, of wel? En ik denk dat we al oud en wijs genoeg zijn, om goed op onszelf te kunnen passen.’

‘Dus dan zou Daan ook eens een keer bij me kunnen slapen?’
‘Als het bij slapen blijft…’

‘Natuurlijk, wat denk jij dan?’
‘Ik weet al, hoe moeilijk dat is! Ik weet nu al, dat ik het niet ga volhouden, tot dat ik getrouwd ben. Maar ik ga me niet zomaar aan John geven, daar zal hij echt zijn best voor moeten doen.’

‘Zullen we een weddenschap afsluiten, Chantal? Wie het niet volhoudt, heeft verloren.’

‘Goed, maar waar wedden we om?’

‘Ehm, wat dacht je van die ketting, je weet wel, die rode?’

‘Ow, en wat krijg ik van je, als jij verliest? Die groene armband?’
‘Hmm, daar heb ik anders wel flink aan gehecht!’

‘Het moet ook iets zijn, wat iets waard is, Melissa!’
‘Goed! Afgesproken! Leg dit ketting dan maar vast klaar! Dit ga ik winnen!’

‘Dat zullen we nog wel eens zien. Ik hoor aan je stem, hoe verliefd je op Daan bent!’
‘Ik zeg ook niet, dat het gemakkelijk zal gaan! Maar winnen ga ik wel!’

Dan neemt Chantal afscheid, en laat ze wat groeten aan Daan en Renn overbrengen. En terloops zegt ze: ‘Komt Daan zaterdag ook naar de verjaardag van John?’

‘Is John dan jarig?’

‘Ja, zaterdag! Je mag het niet verklappen, maar ik heb hem een mooie nieuwe blouse gekocht. Daar weet hij nog niets van.’

‘Ik zal het hem eens vragen.’

Melissa wendt zich van haar telefoon af en roept naar Daan, die iets verderop aan het stoeien is met Renn: ‘Daan, ga je zaterdag nog naar de verjaardag van John? Chantal vraagt dat!’

‘We wilden toch eigenlijk naar een club toe gaan?’

‘We kunnen pap en mam toch ook vragen, of ik met je mee mag?’

‘Kunnen we doen. Maar in dat geval ga ik niet nog voor een paar dagen terug naar Kampen rijden. Ik wil je best terug naar Kampen brengen, maar dan ga ik wel weer naar huis. Ik moet thuis eigenlijk nog wat poetsen en zo.’

‘En als ik je dan even zou helpen? Zouden we dan bij jou thuis wat leuks kunnen doen, totdat ik weer naar huis moet?’

Daan kijkt even verbaasd. ‘Dat kan. We zouden kunnen gaan zwemmen, of gaan fietsen.’

‘O, dat lijkt me ook wel leuk! Wacht, ik zal het even aan Chantal voorstellen.’

Ze vertelt dan aan Chantal, wat ze van plan zijn. Chantal zegt dan: ‘Dan zou ik toch maar even goed met pap en mam praten. Je weet hoe ze zijn.’

‘Ja, ik weet het. Ik zal het hun straks ook meteen vragen, en dan bel ik je meteen terug!’

‘Dat is goed, Melissa. Tot straks dan! En doe de groeten aan pap en mam!’

Melissa loopt weer naar Daan en Renn, die nog steeds met elkaar aan het spelen zijn. Ze doet al snel mee, en geniet van de kleine enthousiaste pup. Daarna lopen ze weer op huis aan. Maar op een gegeven moment stopt Melissa. Daan kijkt verbaasd op en zegt: ‘Wat is er, Melissa?’

Ze zegt niets, maar trekt hem naar zich toe, en geeft hem een flinke zoen op zijn lippen. En klampt hem stevig tegen haar aan. Daan is even overvallen, maar geef gewillig gehoor aan haar woordeloze verzoek om haar te kussen.
Hij voelt haar borsten tegen zijn borstkas en laat zijn handen op haar billen vallen. Hij krijgt wel zin om nog verder te gaan, maar doet dat niet, omwille van Melissa.

En dat verbaast hem wel, want vroeger zou hij zo’n kans nooit laten liggen. Maar nu geeft hij haar bewust de keuze om zelf het initiatief te nemen. Maar ze gaat niet verder, dan ze nu doet. En Melissa zit daarmee een beetje in tweestrijd. Haar lichaam zegt, dat ze meer wil, maar haar verstand zegt, dat ze moet stoppen.

Ze besluit uiteindelijk toch maar het verstandige te doen. Maar ze kan niet ontkennen, dat het haar een beetje frustreert. Ze voelt zich zo sterk door Daan aangetrokken, dat ze bijna zijn kleren van het lijf zou scheuren.
Maar Daan gaat het niet veel anders. Hij voelde haar verlangen, en het was moeilijk om zich te beheersen. Maar toch is hij blij, dat hij niet verder gegaan is. Melissa is nu al veel meer geworden, dan iemand voor seks alleen. En dat begint hij nu toch wel te waarderen.

Eenmaal weer bij Melissa thuis, vraagt Melissa aan haar ouders of ze het weekend weg mag, naar de verjaardag van John. Ze heeft heel wat overredingskracht nodig, voordat ze toestemmen. Maar Daan moet wel beloven, dat Melissa op een andere kamer gaat slapen, als hij doet.

En dan gaat de week opeens snel voorbij. Vrijdagavond rijden ze nog naar het zuiden. Onderweg zegt Daan: ‘Melissa, je moet je straks niet voorstellen, dat ik zo’n sjiek ingericht huis heb, zoals John dat heeft. Ik heb nooit veel waarde gehecht aan mooie meubels. Wat ik heb, dat is allemaal uit de kringloop, ik gaf mijn geld liever aan iets anders uit. En ook de logeerkamer is niet zo heel erg mooi. Het is maar, dat je het weet.’

‘Chantal had me al gewaarschuwd. John is met zijn sleutel je planten gaan watergeven, en toen is Chantal mee geweest.’

‘Dat had ik kunnen weten. Maar het is niet erg, ik wilde je het alleen gezegd hebben. Niet dat je straks schrikt.’

‘Zo erg zal het toch wel niet zijn?’

‘Nee, dat valt ook wel weer mee. Ik wil alleen niet, dat je je te mooie voorstellingen maakt.’

Melissa knikt. Het is al bijna donker, als ze in Susteren, waar Daan woont, aankomt. Hij heeft inderdaad maar een hele simpele en kleine woning, meer dan groot genoeg voor hem, maar er zijn toch twee slaapkamers en een kleine badkamer. En Melissa vindt het allemaal nog best meevallen.
De meubels zijn wel oud, maar het totaalplaatje past eigenlijk helemaal niet zo slecht. Ze vindt het wel wat hebben. Maar met wat kleine aanpassingen zou het nog wel veel mooier kunnen worden, maar daar begint ze nog maar niet over.

Daan zet de bench voor Renn op een plaats in de kamer neer, en zet Renn erin. Hij sluit de deur, wat Renn helemaal niet leuk vindt. Maar Daan vindt wel, dat Renn moet leren alleen te slapen. Hij maant Renn tot stilte en loopt dan naar boven heen.

Boven komt hij Melissa tegen, ze is al gekleed in haar nachtjurk, en is haar haren aan het borstelen. Zelf in haar truttige nachtjurk ziet ze er nog prachtig uit. Haar mooie lange haren krullen langs haar oren, en Daan kan amper geloven, dat dit prachtige mooie en lieve meisje nu in zijn huis is, en in zijn badkamer haar haren staat te kammen.

Met een glimlach loopt hij door naar zijn slaapkamer, om zich daar voor zijn hoofd te slaan.
Want normaal zou hij absoluut zijn kans gegrepen hebben, en Melissa het bed in gelokt hebben. Maar nu liep hij gewoon door, omdat hij wist, dat ze het niet zou willen. Ze had immers een belofte aan haarzelf en haar ouders gemaakt.

Daan moet lachen. Hij denkt bij zichzelf: ‘Is dit nou liefde? Jezelf opofferen, en niet toegeven aan je lusten, omdat je weet, dat ze geen seks wil voor het huwelijk? Dat moet wel!’

Toch kan hij het niet helpen, dat er allerlei stoute gedachtes door zijn hoofd spelen. Misschien wil ze wel, maar doet haar best om niet toe te geven. En dat brengt wel een glimlach op zijn gezicht.
En zonder dat Daan het weet, heeft hij het daarmee helemaal niet zo verkeerd. Melissa had Daan goed de trap horen lopen, en ze wist, dat hij haar gezien had in de badkamer, terwijl ze haar haren stond te kammen.
En heimelijk had ze gehoopt, dat hij de badkamer in zou komen lopen, en haar in zijn sterke armen genomen had.

Maar ze is ook blij, dat hij het niet gedaan heeft, omdat ze zich dan niet aan haar gelofte had kunnen houden. De verleiding is groot, als ze met hem alleen is, en alleen op pure wilskracht lukt het haar nog om weerstand te bieden.

Ze loopt naar de logeerkamer, die Daan haar toegewezen heeft. Ze gaat in haar bed liggen, en probeert te slapen. Maar op de klok, die tegen de wand hangt, ziet ze de minuten voorbij vliegen, en minuten worden uren. Het lukt haar maar niet om in slaap te vallen, haar hoofd tolt met verlangen naar Daan. Die ligt onbereikbaar een kamer verderop.

Opeens gaat ze overeind zitten. Onbereikbaar? Nee, dat is hij niet! Ze hoeft alleen maar naar zijn slaapkamer heen te gaan, dan is ze al bij hem. Wat zou hij zeggen? Wat zou hij doen? Zou ze het zelf wel durven?

Uiteindelijk wint het verlangen toch van haar wilskracht, met het hart in haar keel staat ze op en opent de slaapkamerdeur. Ze trilt van spanning, ze kan nauwelijks geloven, dat ze dit aan het doen is.

Als ze de deurkruk van Daans slaapkamerdeur vastpakt, wordt de spanning haar te veel. Ze wordt zenuwachtig, maar drukt dan toch de deurkruk naar beneden, en opent de deur.

‘Daan? Ben je wakker?’

Ze krijgt alleen een licht gesnurk als antwoord. Daan slaapt als een blok. Melissa moet lachen. Ze voelt zich nu een beetje belachelijk. Ze twijfelt even, wat ze nu moet doen. Maar ze wil hem gewoon even aanraken, dat zou al voldoende zijn. Ze loopt voorzichtig naar zijn bed, en kijkt toe hoe Daan vredig ligt te slapen. Haar hart klopt hard, en de spanning is groter, dan ze aankan. Ze reikt haar hand naar het hoofd van Daan, om zijn korte haren te strelen.

Maar net voordat ze hem aanraakt, begint Daan plotseling te praten in zijn slaap. Ze schrikt zich rot! Ze slikt een keer en legt haar hand op haar borstkas. Maar ze moet wel glimlachen, als ze hoort, dat Daan lijkt te dromen, en over haar praat. Ze twijfelt even, wat ze nu moet doen. Dan ziet ze de lege plek in bed, naast Daan.

Ze loopt om het bed heen, en kruipt voorzichtig bij Daan in bed. Daar kijkt ze nog even naar de slapende Daan, om dan zelf ook in slaap te vallen. En dan slaapt ze meteen diep en vast in.

Daan wordt ongeveer een uur later wakker, hij kijkt op de klok en ziet dat het half vier is. Hoe lang heeft het geduurd, voordat hij in slaap is gevallen? Een uur? Normaal heeft hij absoluut geen moeite om in slaap te vallen, maar het ging afgelopen nacht moeizaam. Hij heeft de hele tijd aan Melissa moeten denken, en hij herinnert zich ook een droom over haar. Hij glimlacht, maar hoort dan plotseling een geluid langs zich in bed.

Hij kijkt om en ziet daar plotseling Melissa in zijn bed liggen. Hij schrikt even flink, maar moet dan toch glimlachen. Hoe is ze hier gekomen? En waarom ligt ze nu hier? Maar hoewel de verlokking groot is, om nu misbruik te maken van de situatie, besluit hij haar maar lekker te laten liggen. Hij staat even op om naar de wc te gaan, en kruipt even later weer langs Melissa in bed.

Ze is niet wakker geworden, maar murmelt in haar slaap, en zodra ze de warmte van Daans lichaam voelt, kruipt ze instinctief tegen hem aan. Daan doet zijn best om haar niet wakker te maken, maar nu lukt het hem absoluut niet meer om in slaap te vallen. Hij ervaart nu een gevoel, dat hij nog nooit eerder ervaren heeft. Een warm gevoel, een fijn gevoel, en de wil om voor Melissa te zorgen.

En op dat moment beseft Daan zich opeens, dat hij nu echt verliefd is op Melissa. Ze is zoveel meer voor hem, dan een mooie en leuke meid. Nee, ze is de vrouw, die hij absoluut nooit meer wil loslaten, en waar hij alles voor wil doen!

Het voelt als een warme deken, en als hij eenmaal aanvaard heeft, dat hij verliefd is, valt hij in slaap.
En zo wordt hij enkele uren later ook weer wakker. Melissa slaapt nog steeds, maar Daan is meteen klaarwakker, als hij het warme lichaam van Melissa weer langs zich voelt. Voorzichtig draait hij zich om, en kijkt naar Melissa. Hij kan het niet laten om haar een klein kusje op haar voorhoofd te geven.

Maar omdat Daan zich omgedraaid heeft, merkt Melissa in haar slaap, dat de vertrouwde warmte opeens weg is, en instinctief slaat ze haar arm om Daan heen, en trekt hem dichter tegen zich aan.

Nu krijgt Daan het opeens wel heel erg moeilijk, want hij had niet verwacht, dat hij haar lichaam zo dicht tegen hem aan zou voelen. Haar borsten tegen zijn borstkas, is meer dan hij kan verdragen en tussen zijn benen begint iets te roeren. Hij kan er niets aan doen, zijn lichaam reageert op zijn verlangen naar Melissa.

Maar Daan onderdrukt zijn verlangens, wetende dat Melissa nog geen seks wil. Maar zijn lichaam krijgt hij niet onder controle, de natuur heeft zijn eigen plannen.

Opeens voelt hij de ademhaling van Melissa veranderen. Hoewel ze nog steeds slaapt, reageert haar lichaam ook op het contact met Daans lichaam.

Opeens schrikt Melissa wakker en kijkt recht in de ogen van Daan. Even valt haar mond open, en dan beseft ze opeens, dat ze gevaarlijk dichtbij Daan ligt, en dat er iets hard tegen haar dijen drukt. Geschokt drukt ze Daan weg, waardoor die uit bed geduwd wordt. Met een harde bons valt hij op de koude vloer.

Het is zo snel gegaan, dat Daan amper de tijd heeft gehad om te schrikken. Maar Melissa is wel flink geschrokken. Ze handelde uit een impuls, en beseft nu opeens wat ze gedaan heeft. Ze kijkt geschrokken over het bed, om daar een lachende Daan te zien liggen.

‘Wat ben jij aan het lachen?’

Daan komt amper bij van het lachen. Hij kan er niets aan doen, hij moet gewoon lachen van de geschrokken reactie van Melissa. Als hij haar geschrokken gezicht ziet, moet hij nog harder lachen. Hij raakt in een slappe lach, waardoor Melissa ook moet lachen. Ook al gaat het nergens om, ze moeten allebei lachen om de absurde situatie, die ontstaan is.

Een paar minuten later komt Daan weer bij zinnen, en komt overeind. Hij kijkt naar Melissa om weer in een slappe lach te schieten. Hij duikt weg onder het bed, om maar niet naar Melissa te hoeven kijken. Maar al snel kan hij zijn lach weer beheersen en kruipt weer onder het bed vandaan. Dan gaat hij op bed zitten en Melissa zegt: ‘Ben je nu eindelijk uitgelachen? Waarom moest je eigenlijk lachen?’

Daan heeft het nog steeds moeilijk om zijn lach te beheersen.

‘Ik weet het niet? Misschien omdat je zo geschrokken keek, toen je wakker werd? Omdat je me geschrokken uit bed duwde? Omdat je opeens in mijn bed ligt? Wat doe je eigenlijk hier?’

Melissa moet flink blozen. ‘Ik kon niet slapen, en ben in de nacht je slaapkamer in geslopen om even naar je te kijken. En toen zag ik die lege plek naast je, en ben daar maar gaan liggen.’

‘Doe je dat vaker? Bij mannen in bed gaan liggen?’

Ze moet lachen. ‘Nee, dit is echt de eerste keer, dat ik zoiets doe. Ik weet ook niet wat me bezielde!’

‘Nou ja, ik heb ergere dingen in mijn leven meegemaakt. Maar wil je me ’s morgens niet meer zo stevig tegen je aantrekken? Want dan kan ik niet garanderen, dat je nog maagd bent, voordat we ooit gaan trouwen.’

Melissa bloost nu hevig. ‘Ow, dus dat harde ding, wat ik voelde, dat was je…?’

Daan lacht. ‘Mijn piemel? Ja, dat kun je wel stellen. Sorry, het was niet mijn bedoeling, maar ik kon het niet helpen.’

‘Het geeft niet, het is niet jouw schuld. Ik had niet bij jou in bed moeten kruipen, dan was het nooit gebeurd!’

Daan haalt zijn schouders op. ‘Er is toch eigenlijk ook niets gebeurd, Melissa. En eigenlijk had ik het me nog veel moeilijker voorgesteld, om me te beheersen. Het overkomt me ook niet iedere dag, dat ik een mooi meisje in bed heb liggen, en dat ik er vervolgens niets mee doe!’

Melissa glimlacht. Daan is meteen overweldigd door de prachtige glimlach van Melissa.
‘Vind je me dan mooi?’

‘Melissa, ik zou uren naar je kunnen kijken, en dan zou het me nog niet vervelen. Zo mooi ben je! Ik kan het amper geloven, dat een meisje zoals jij met iemand als ik zou willen zijn.’

Melissa lacht. ‘Hoezo? Zo erg zie je er helemaal niet uit! Je bent lang, gespierd en best knap. En buiten dat, je bent erg lief en grappig. Ik zou uren met je kunnen praten, je geeft me het gevoel, dat ik je alles kan vertellen.’

Daan glimlacht. ‘Dan ben je ten minste niet de enige, die zo denkt, Melissa. Je bent echt de vrouw van mijn dromen! Je bent niet zoals de meeste meiden. Want buiten, dat je mooi bent, ben je intelligent, leuk, en grappig. En wat ik nog belangrijker vind, is dat je me begrijpt. Ik ben geen super knappe, gladgeschoren spierbonk, al probeer ik daar toch wel iets aan te doen.
En ik bestempel mezelf niet als een hunk, al weet ik, dat vrouwen me wel knap vinden. Maar er is nog iets, dat me in jou trekt. Het is moeilijk in woorden te benoemen, maar bij jou krijg ik het gevoel om van je te willen houden, voor je te willen zorgen, en er voor je te zijn. Ik heb zo’n gevoel nog niet eerder gekend. Misschien ben ik voor het eerst in mijn leven wel echt verliefd, verliefd op jou, Melissa!’

Melissa kleurt wat rood, maar glimlacht blij. Dat is met afstand het liefste, wat een jongen ooit tegen haar gezegd heeft, al kun je Daan met goed fatsoen geen jongen meer noemen, maar een man.

‘Maar je bent wel erg knap, en mooi gespierd! Ik vind van die spierbonken helemaal niet sexy. Die zijn meestal juist heel erg ijdel! Bah! Geef me dan maar een man, zoals jij! Je hebt wel wat imperfecties, maar dat maakt je juist zo knap! En toen ik vannacht zo langs je lag, gaf me dat een gevoel van geborgenheid en liefde. Alsof we gewoon bij elkaar horen!’

Daan glimlacht. Dat klinkt als muziek in zijn oren. Hij kan het niet laten om haar een zoen te geven. En Melissa is gewillig om die zoen te beantwoorden. Melissa weet zich amper raad met de stroom gevoelens, die nu door haar lichaam razen. Ze weet alleen, dat ze meer wil. Ze drukt haar lichaam harder tegen dat van Daan, gevoed door de hordes hormonen, die haar alle verstand doen verliezen.

Daan is even verrast door haar reactie, maar in tegenstelling tot Melissa, kan hij wel zijn goede verstand beheersen. Hij pakt haar wel stevig vast, maar gaat niet door, hoewel hij weet, dat hij nu zomaar zijn kans kon grijpen. Maar hij doet het niet. Wel laat hij zijn handen over haar lichaam glijden, en streelt de zijden haar haar lichaam.

Melissa moet de zoen wel even verbreken, omdat ze sidderend naar adem moet happen. Ze kreunt van genot, en hoopt op meer. Maar dat krijgt ze niet van Daan. Dan ziet ze hem grijnzend naar haar lachen.
Daan zegt: ‘Bijna zou je je aan me hebben gegeven, als ik door was gegaan…’

Melissa moet meteen flink blozen. Ze schaamt zich, omdat ze haar zelfbeheersing had verloren. Het gevoel, dat ze had, verdwijnt als sneeuw voor de zon. Maar de liefde voor Daan groeit er door.
‘Dank je, Daan. Je hebt gelijk, ik was mijn zelfbeheersing helemaal verloren. Verdorie!’

Daan glimlacht en neemt haar weer in zijn armen. Melissa begint te huilen, en Daan troost haar.
‘Hey, zo erg is het niet!’

‘Dat is het wel! Ik had bijna mijn gelofte verbroken. Als jij er niet aan gedacht had, dan was het al gebeurd!’

‘Kom op! We hebben allemaal wel eens een zwak moment, Melissa. Maar ik sta van mezelf te kijken. Vroeger zou ik zo’n kans nooit onbenut hebben laten liggen. Maar bij jou valt me dat verbazend gemakkelijk.’

‘Wil je me dan niet?’

Daan lacht weer. ‘O jawel hoor! Meer dan je denkt! Maar ik begin nu te begrijpen, wat de bedoeling is van die gelofte. Het hoort niet gemakkelijk te zijn. Ik weet dat het belangrijk voor je is, en daarom is het ook belangrijk voor mij. En daarom, denk ik, lukt het me ook om me te beheersen, al was dat zeker niet gemakkelijk.’

Melissa glimlacht weer. ‘Dan ben ik blij, dat jij nog wel goed kon nadenken en je beheersen, want ik kon het niet meer!’

Daan geeft haar een zoen. Gewoon een korte zoen, zoals verliefde mensen vaker doen. Maar meer hebben ze niet nodig. Melissa staat dan op en zegt: ‘Ik denk dat ik eerst maar even ga douchen. Van met jou in bed liggen, moet ik flink zweten!’

Daan lacht. ‘Melissa, je hebt nog niets meegemaakt. Wacht maar eens, tot we die eerste keer samen mogen. Dan ga je pas zweten!’

Melissa bloost en zegt: ‘Hmm, zeg dat maar liever niet! Want anders verlies ik zo meteen alsnog mijn verstand en beheersing!’

Ze loopt snel weg en laat Daan achter.

Daan zucht eens diep. Melissa moest eens weten, hoeveel moeite het hem gekost heeft om zijn zelfbeheersing te behouden. Het had echt niet langer moeten duren, want dan waren ze verder gegaan, als ze gewild hadden. Daan laat zich terugvallen op bed, om dan eens diep te zuchten.

Wat moet hij toch met haar aanvangen? Hij is nog nooit zo verliefd geweest, en hij heeft nog nooit zo naar haar lichaam verlangd. En toch heeft hij haar afgewezen, toen ze zich aan hem opdrong. En hoe moet het met de komende dagen? Laat staan hoe het straks moet, als ze moet gaan studeren?

Hij weet zich amper raad, en besluit zich raad te nemen. En bij wie anders dan bij John, een van zijn beste vrienden, kan hij dat vragen? Hij zit immers in hetzelfde schuitje. Hij pakt zijn telefoon en belt hem op. Maar tot zijn verbazing pakt John niet op, maar Chantal.

‘Met Chantal Santegoed?’

‘Uhm, met Daan. Is John er niet?’

‘Jawel, maar hij zit in de douche. Is er iets?’

‘Nee, ik wilde hem alleen feliciteren met zijn verjaardag. Ik ben normaal altijd de eerste die dat doet.’

Chantal lacht. ‘Dan ben je nu toch te laat. Misschien heb je nog kans om hem als tweede te feliciteren!’

Daan lacht ook. ‘Nou, daar kan ik wel vrede mee hebben.’
Dan bedenkt hij zich, dat hij misschien ook wel raad kan vragen aan Chantal.

‘Nu ik je toch aan de telefoon heb, Chantal, mag ik je dan iets vragen?’
‘Natuurlijk! Wat is er?’

‘Het gaat over mij en Melissa. Het begint nu toch wel behoorlijk serieus te worden. Heel erg serieus.’
‘Ow, leuk om te horen!’

‘Ja, en daar zit hem juist het probleem. We zijn gisteren al naar Susteren gereden, en Melissa heeft bij mij thuis overnacht. Ik had haar de logeerkamer toegewezen, maar toen ik vannacht wakker werd, lag ze opeens bij me in bed.’

Chantal klinkt verrast: ‘Wow, dat is inderdaad andere koek. Er is toch verder niets gebeurd?’
‘Nee, ik wilde geen misbruik maken van de situatie. En vanmorgen schrok ze opeens zo, omdat ze recht in mijn ogen keek, toen ze wakker werd, dat ze me het bed uit geduwd heeft.’

Chantal lacht. ‘Dat kan ik me wel een beetje voorstellen. Maar waarom lag ze dan opeens in je bed?’
‘Ze zei, dat ze niet kon slapen, en daarom maar bij mij in bed gekropen is.’

Chantal glimlacht. ‘Dat deed ze vroeger ook altijd bij mij, als ze niet kon slapen. Dus daar sta ik niet van te kijken.’
‘O, niet dat ik het erg vond, ik vond het wel prettig. Maar het gaat me erom, wat er gebeurde nadat ze me uit bed duwde. Ze verloor bijna haar zelfbeheersing. Het was, dat ik me nog net kon beheersen, anders waren we misschien verder gegaan, dan ze gewild had. En dat zit me dwars.’

‘Dat kan ik wel begrijpen. Wie nam het initiatief?’
‘Melissa. En ik weet dat ze graag aan haar gelofte stand wil houden, zoals jij dat ook doet. Hoe lossen jullie dat samen op? Want ik weet van John, dat jullie nu samen in bed liggen.’

‘Heeft hij je dat verteld? Nou ja, je bent ook zijn beste vriend, dus dan vind ik dat niet erg. Maar we liggen inderdaad samen in bed. En hoe we dat doen? Niet te veel aan elkaar komen, want het is voor mij ook zwaar om me dan te beheersen. En ik weet dat het voor John ook moeilijk is. Maar het is wel zo, dat ik nu beter en dieper slaap, dan ooit van tevoren.

En het mooiste vind ik nog wel, het samen wakker worden. Ik ben meestal altijd wel vroeg wakker, en kan dan lekker naar John kijken. Ik vind het prachtig om hem te zien slapen, en ook om hem wakker te zien worden. We geven elkaar dan ook een zoen, maar direct daarna staan we dan ook op, omdat we allebei weten, dat er dan de kans in zit, om verder te gaan. En dat willen we allebei niet.

Ik denk, dat jij en Melissa ook zoiets moeten doen. Ik vind het dapper van je, dat je hebt ingehouden bij Melissa, en ik denk dat ze je nu ook heel erg dankbaar is. Probeer daar eens wat mee te doen. ‘

Daan haalt opgelucht adem. ‘Ja, dat is een goed idee. Ik zal straks eens met haar gaan praten. We moeten een oplossing vinden, en ik ben blij, dat we even met elkaar gesproken hebben. En ik zal straks nog wel even met John praten, hoe hij dat ervaart.’

‘O, hij komt net uit de douche! Wil je hem nog even zelf proficiat wensen?’

‘Ja, doe maar!’

Chantal reikt de telefoon van mij over naar haar grote liefde en zegt tegen me: ‘Daan wil je feliciteren!’

Ik kijk verrast. ‘Had je de telefoon opgenomen?’
‘Ja, moest ik hem dan de hele tijd over laten gaan?’

‘Nee, dat is wel in orde. Ik vind het eigenlijk wel prettig, dat je het gedaan hebt. Maar geef maar hier!’
Ik pak de telefoon aan en zeg: ‘Met John!’

‘Hey, ouwe makker! Weer een jaartje erbij! Gefeliciteerd, man!’
Ik lach. ‘Bedankt, Daan. En hoe gaat het met Melissa?’

‘Goed, ze is nu aan het douchen. We zijn al in Susteren.’
‘Wat? Zijn jullie al hier? En dat mocht zomaar van Jolien en Joris?’

‘Ja, we hebben goede vorderingen gemaakt. Maar er is zojuist wel iets gebeurd, waar ik nog even met je over wil praten. We komen vanmiddag wel even langs.’

‘Dan blijf je zeker toch wel eten? Leonie en Dean zijn ook hier, en we willen gaan barbecueën. Dean gaat lekker op de Amerikaanse manier barbecueën. Je weet wel, wat ik bedoel.’

‘O, dat laat ik me niet ontgaan! En ik hoor, dat ik voortaan nummer twee ben om je te feliciteren?’

Ik lach. ‘Ja, dat heeft Chantal vanmorgen al uitgebreid gedaan. Ze heeft me verrast met een ontbijt op bed, compleet met champagne! Geen idee, waar ze die vandaan heeft getoverd, maar het was wel een leuke verrassing. Maar ik ga zo naar beneden, Leonie en Dean zullen al staan te wachten om me te feliciteren.’

‘Dat is goed, ik zie je straks wel.’

Daan hangt op, en trekt een ander shirt aan. Hij loopt naar beneden, waar hij in de keuken wat koffie zet. Dan beseft hij zich, dat hij helemaal niets in huis heeft voor het ontbijt. Dan bedenkt hij zich, dat hij nog broodjes in zijn caravan heeft zitten. En ook nog beleg. Hij loopt snel naar buiten en haalt zich die spullen uit de caravan.

Als hij terugkomt, is Melissa al uit de douche. Ze heeft nu een badjas aan, en dat maakt haar nog aantrekkelijker. Daan moet zich echt even afwenden, om meer te voorkomen. Hij bijt zich even op zijn lip, en kijkt dan Melissa weer aan. Ze lacht. ‘Oei, had je het even moeilijk?’

‘Ik moet er nog steeds aan wennen, dat er een mooi meisje in badjas in mijn huis loopt. Vind je het dan gek, dat ik het even moeilijk krijg?’

Ze glimlacht. ‘Maar je had toch niet gekregen, wat je wilde. Nu heb ik mijn verstand en zelfbeheersing weer op een rij!’

Ze lachen allebei. Daan zegt: ‘Voor het ontbijt zullen we het moeten doen met twee dagen oude broodjes en beleg. Meer heb ik nog niet in huis. Ik zal straks boodschappen moeten doen.’

Ze glimlacht. ‘Dat volstaat ruimschoots.’

Ze genieten dan samen van het ontbijt en de koffie. Dan zegt Daan: ‘Ik heb vanmorgen Chantal even aan de telefoon gehad, toen ik John belde, om hem te feliciteren. Dat doe ik altijd, ik ben meestal de eerste, die hem feliciteert. Maar nu moest ik genoegen nemen met een tweede plaats. En dat begrijp ik ook wel.’

‘Je hebt Chantal gesproken? Hoezo dat dan?’

‘O, John zat in de douche, en toen heb ik even met haar gesproken. Over jou en mij, en over haar en John.’

‘Ach zo. En wat heb je tegen haar verteld? Toch niet over wat er vanmorgen gebeurd is?’

‘Toch wel. Melissa, ik moest even raad vragen. Ik weet amper wat ik met je aan moet, als je zo dicht tegen me aan ligt. En toen schoot me te binnen, dat Chantal en John ook samen in bed liggen. Dus ik heb haar gevraagd, hoe zij dat aanpakken. En daarmee heeft ze me geholpen.’

Melissa weet even niet of ze wel blij moet zijn, met wat Daan haar vertelt. Maar dan beseft ze, dat hij gelijk heeft. Waarom zou ze zelf ook geen raad vragen bij haar oudere zus?

Daan zegt dan: ‘We zijn voor vanavond uitgenodigd te blijven eten, ze geven een barbecue. Johns schoonbroer, Dean, gaat dan op zijn Amerikaans barbecueën. Ik heb dat eens een keer meegemaakt, het is toch iets anders, dan we hier doen. Vanmiddag gaan we al naar John toe.’

Melissa knikt. ‘O, dat vind ik wel fijn. Dan kan ik weer even lekker bijkletsen met Chantal en ook kennis maken met de zus van John.’

‘Maar ik moet je wel zeggen, dat er een kans is, dat mijn ouders ook komen. Ze weten alleen nog niets over jou. Daar heb ik eigenlijk nog maar amper de kans toe gekregen om ze te vertellen, dat ik nu een vriendin heb.’

Melissa kijkt hem vragend aan. ‘Daan? Zie je me echt als je vriendin?’

Daan kijkt verbaasd. ‘Hoezo? Denk je echt, dat ik je anders zie, na wat er vanmorgen gebeurd is? Dat is voor mij eerder de bevestiging, dat het goed is. Melissa, je bent alles van wat ik zoek in een vrouw, en zelfs meer dan dat!

Je bent lief, charmant, ontzettend mooi, en je past bij mij. We delen interesses, maar ook waar dat niet is, toon je wel interesse in wat ik doe. Neem nu mijn liefde voor oude Cadillacs. Niet iedere vrouw staat erom te springen, dat ze haar aandacht moet delen met een paar oude auto’s.

En ik ben ook niet van plan dat op te geven. Dat is een deel van mijn leven, net zoals jij nu een deel van mijn leven zal gaan worden. Maar ik kan mijn aandacht maar een keer geven.’

Melissa glimlacht. ‘Daar was ik me al van bewust, Daan. En ik vind het ook niet erg. Zelf vind ik die oude wagens ook wel wat hebben. Maar ook je nieuwe wagen vind ik wel mooi. Hij rijdt lekker rustig en fijn, net als je Cadillac. Wanneer is die weer gemaakt? Want dan kunnen we nog eens samen rijden.’

Daan glimlacht. ‘Ik verwacht de versnellingsbak pas over een week terug. Maar ik beloof je, dat we dan weer een stuk gaan rijden.’

Melissa’s glimlach straalt van haar gezicht. Daan glimlacht ook. ‘Maar ik heb ook nog die andere wagen, Melissa. Dat is een zeldzame wagen, en die wil ik helemaal restaureren. En dat gaat flink wat tijd en geld kosten.’

‘Dat begrijp ik, Daan. Maar ik moet nog studeren, en je kunt toch niet iedere avond bij mij zijn. En ik kan ook niet iedere avond naar jou komen. Dus voorlopig heb je nog wel de tijd om aan die wagen te sleutelen. In de weekenden kan ik wel naar jou toe komen.’

‘Maar juist in de weekenden sleutel ik vaak aan die wagen, Melissa. Het is lastig om steeds maar een paar uurtjes aan die wagen bezig te zijn. Je wil vaak meteen doorpakken, en dat kan gewoon het beste in het weekend.’

Nu begint Melissa te begrijpen, waarom Daan het als een probleem ziet. Maar dan ziet ze opeens een oplossing. ‘Daan, je sleutelt toch bij John aan je wagen?’

‘Ja, die staat ook daar. Hoezo?’

‘Nou, ik denk dat we regelmatig Chantal bij John zullen zien. Dan kan ik gezellig met haar kletsen, terwijl jij en John aan jullie wagens sleutelen. En wie weet kunnen we dan ook nog wel meehelpen.’

‘Zou je dat willen?’

‘Waarom niet? Er zal toch heus wel iets zijn, wat wij kunnen doen?’

‘Dat weet ik nu nog niet, maar er is heus wel iets te bedenken. O, dat had ik niet achter je gezocht, Melissa!’

‘Pff, waarom zou een vrouw geen interesse in auto’s kunnen hebben? Ik moet toegeven, tot nu toe had ik eigenlijk niet veel interesse in auto’s, maar nu ligt dat anders. Mijn vader heeft jouw oude Cadillac gekocht, jij hebt er zelfs nog twee en John heeft er ook een. Dan is het toch logisch, dat je je er wat meer voor gaat interesseren?’

Daan is echt verrast. Dat is wel echt het laatste wat hij verwacht had. Nu is Melissa nog meer de perfecte vrouw, dan ze al was! Hij buigt over de tafel en geeft haar een zoen.

‘Nu ben je nog aantrekkelijker geworden, Melissa! Ik had echt nooit verwacht, dat jij ook interesse zou hebben in auto’s!’

Melissa glimlacht. ‘Dat had ik zelf ook nooit gedacht. Maar ik krijg nu zelfs al zin om er dingen aan te doen. Gek is dat, of niet?’

Ze moeten allebei lachen. Daan staat dan op en zegt: ‘Ik ga me nu even douchen. Daarna moeten we even boodschappen doen, en ook nog iets halen voor Daan. Dat heb ik nog niet gedaan.’

Melissa knikt. ‘Ik moet mijn haren nog doen, anders is het dadelijk echt een ramp om ze nog te kammen.’
Ze lopen allebei naar boven, Daan om te gaan douchen, en Melissa om haar haren te kammen.
Daan is al snel klaar met douchen, hij heeft nooit echt lang nodig om zich te wassen. Hij heeft zich snel wat aangetrokken, en kijkt dan bij Melissa op de logeerkamer. Ze is nog steeds bezig met haar haren.
‘Lukt het?’

Ze schudt haar hoofd. ‘Het was al te droog, nu heb ik allemaal klitten.’
‘Kan ik soms helpen? Ik heb vroeger mijn zus ook geholpen met haar haren kammen.’

‘Heb je een zus?’

‘Had een zus. Ze is tien jaar geleden omgekomen bij een ongeluk.’

‘Ow, dat spijt me. Dat wist ik niet.’

‘Dat kon je ook niet weten. We praten er niet vaak over, maar het is niet zo, dat ik haar vergeten ben.’

Melissa knikt, en ze reikt Daan haar borstel aan. Daan begint meteen met borstelen, en doet dat voorzichtig. Hij lijkt te weten, wat hij moet doen, en maakt alle klitten los, zonder haar pijn te doen. Melissa voelt zich wel bijzonder, terwijl Daan haar haren probeert te ontwarren. Het aangename gevoel, dat Daan oprecht om haar lijkt te geven, en haar wil helpen, maakt een warme emotie bij haar los. Haar hartje klopt harder, als ze zijn vingers op haar huid voelt.

Maar Daan zelf ervaart dit ook als erg aangenaam. Het geeft hem de mogelijkheid om toch vrij intiem in contact met haar te zijn, zonder dat er gevoelens van lust en begeerte komen opdagen. Bovendien werkt het kalmerend op hem en schijnbaar ook op Melissa.

Ze vinden het allebei jammer, dat Daan al zo snel klaar is. Melissa glimlacht. ‘Dat deed je snel! Eigenlijk wel jammer, ik vond het wel fijn!’

Daan lacht. ‘Dat geloof ik meteen, dat vond Jesse vroeger ook altijd zo.’

‘Heette je zus Jesse?’

Daan knikt. ‘Ze zou overmorgen tweeëntwintig geworden zijn. Ze was twee dagen later jarig, dan John.’

‘Hoe is ze gestorven? Je zei bij een ongeluk, maar hoe?’

‘Ze werd van achteren aangereden door een vrachtwagen. Die had haar helemaal niet gezien. Ze was op slag dood. Dat was een harde slag voor mijn ouders, en ook voor mij. Jesse en ik waren behoorlijk close.’

‘Dat geloof ik best. Dat moet verschrikkelijk zijn geweest.’

Daan knikt. Er rolt een traan over zijn wang, nu hij weer herinnerd wordt aan de dood van zijn zus. Melissa ziet het en zegt: ‘Sorry, als ik je herinnerd heb aan je zus.’

Daan schudt zijn hoofd. ‘Het is niet erg, Melissa. Je kon het niet weten, en ik zou het je toch wel een keer verteld hebben. Het is alleen, dat me het kammen even erg veel aan haar herinnerde. Die momenten kwamen weer even terug.’

‘Ow, misschien moeten we dat dan niet meer doen?’

‘Juist wel, Melissa. Ik vond het heerlijk om te doen, en je leek je er wat meer door te ontspannen.’

‘Het voelde ook juist heel erg fijn. En als je dat vaker wilt doen, dan vind ik dat helemaal niet erg!’

Daan glimlacht en gaat weer staan. ‘Kom, we moeten naar de winkel.’

Melissa zegt: ‘Wil je, dat ik meega?’
‘Waarom niet? Of schaam je je voor mij?’

Melissa lacht. ‘Nee, waarom zou ik me schamen? Ik dacht alleen, dat we misschien werden nagekeken, omdat ik bij jou ben, en ze kennen mij nog niet!’

‘Daar heb ik geen last van. Ze mogen rustig zien, dat ik een nieuwe vriendin heb. Maar ik waarschuw je wel, de kans bestaat, dat we mijn moeder zullen ontmoeten. Die doet normaal ook zaterdagmorgen haar boodschappen voor de week.’

‘Nou ja, een keer zal ik haar hopelijk wel ontmoeten, of niet dan?’

‘Misschien morgen al, Melissa. Als ik thuis ben, ga ik zondags altijd naar mijn ouders toe om weer even bij te kletsen. Als je mee wilt, dan mag je dat. Als je het aandurft, ten minste.’

Melissa haalt even diep adem. ‘Als ik je vriendin wil zijn, dan moet ik toch ook je ouders leren kennen, of niet dan? Ik zal niet ontkennen, dat ik er wat zenuwachtig voor ben, maar ik kijk er toch ook wel naar uit.’

Ze lopen dan vlug naar beneden, en gaan naar de supermarkt. Melissa vindt het even nog niet erg, dat ze de ouders van Daan nog niet ontmoet heeft. Ze vond het al eng genoeg, dat ze werd nagestaard, maar Daan heeft zich daar geen moment wat van aangetrokken. Maar ze was wel nieuwsgierig, wat hij allemaal voor eten zou kopen.

Ze kijkt wel verbaasd op, als ze ziet, dat Daan vooral veel kant en klare maaltijden koopt. Op haar vraag, waarom hij dat doet, antwoordt hij: ‘Ik ben altijd maar alleen, en ik kan ook niet echt goed koken. Dus dan is dit voor mij wel een goede oplossing. En deze maaltijden gaan qua smaak nog net. Het is niet zo lekker, als bijvoorbeeld mijn moeder kookt, maar het smaakt zeker niet slecht.’

Als ze langs de dierenafdeling komen, zegt Melissa: ‘Moet je niet nog wat brokken voor Renn kopen? Je hebt nu immers een hond!’

Daan lacht. ‘Dat zou ik nog bijna vergeten! Och, en ik heb de arme Renn nog steeds opgesloten in haar bench! Kom, dan zal ik iets lekker voor haar kopen, en dan gaan we snel naar huis toe.’

Ze rekenen dan snel af, en haasten zich naar huis toe. Het eerste wat Daan doet, is Renn verlossen uit haar bench. Luid piepend van vreugde, springt ze tegen Daan op. Blij dat ze eindelijk is verlost uit haar kleine kooi.

Daan laat haar begaan, omdat hij zich schuldig voelt, dat hij haar is vergeten. Melissa heeft dan al wat brokken voor Renn gehaald, en als ze die voor Renn neerzet, richt ze meteen haar aandacht op haar eten.

Dat geeft Daan en Melissa de gelegenheid om hun boodschappen uit te pakken. Daan heeft op aandringen van Melissa toch wat verse groenten en vlees ingeslagen. En ook wat fruit. Iets, wat hij normaal nooit eet. Als Renn haar brokken op heeft, besluiten ze samen Renn uit te laten. De jonge pup is buiten zinnen van blijdschap. Ze had al vroeg geleerd om zindelijk te zijn, nog voordat ze gekocht werd door die akelige vrouw.

En nu heeft ze al die tijd, dat ze opgesloten zat, haar behoefte opgehouden. En eenmaal buiten trekt ze Daan al meteen naar een stukje gras, waar ze niet lang hoeft te twijfelen om een plek te vinden haar behoefte achter te laten. Zijn buurman, die ook een hond heeft, zegt: ‘Heb je een nieuwe hond, Daan?’

‘Ja, eigenlijk heel onverwacht. Midden op straat gekocht van een vrouw, die niet eens een goudvis waard was. Maar ik kon die pup niet aan haar grillen overlaten. Ze dacht dat een hond opeens naar haar luisterde en deed wat ze van haar wilde. En ze was behoorlijk harteloos, ze keek niet eens om, toen ze die hond bij me achter liet.’

‘Zo, dat is nogal. Heb je al aangifte gedaan bij de gemeente, dat je nu een hond hebt? Want ze komen in augustus altijd controleren, en het kost behoorlijk wat meer, als ze je betrappen met een hond, waar geen belasting voor betaald is.’

‘Oh, goed dat je het zegt. Ik zou het bijna vergeten.’
‘Je kunt het beste maandag even bellen. Dan is het zo geregeld.’
‘Bedankt, Joost. Dat zal ik zeker gaan doen.’

‘Maar ik zie, dat je niet alleen een nieuwe hond hebt. Ook nog een nieuwe vriendin?’
Daan glimlacht. ‘Ja, dat heb je goed gezien. Maar ze komt niet van hier. Ze woont in het noorden van het land, in Kampen.’

‘Zo? Zijn er hier in de buurt geen vrouwen voor jou?’

‘Misschien wel, maar niet zo’n mooie en lieve vrouw als Melissa.’
De man glimlacht. ‘Dat moet wel, anders zou je haar niet hebben meegenomen. Veel geluk samen!’
‘Dank je. Maar we gaan nu eerst even Renn uitlaten. Die heeft dat wel verdiend, omdat ik haar bijna vergeten was uit de bench te laten.’

Ze groeten elkaar en ze lopen verder. Melissa zegt: ‘Je hebt een aardige buurman.’
‘Ja, Joost is een aardige gast. Maar je zal hem vanavond nog wel zien. Hij zal ook wel op de verjaardag van John komen. Zijn vrouw, Marieke is een vriendin van John. Eigenlijk is ze ook nog de ex van John, maar ze zijn altijd vrienden gebleven.
Ik ben eens benieuwd hoe ze zal reageren, als ze ontdekt, dat John een vriendin heeft. Hoewel ze al lang uit elkaar zijn, en Marieke al verschillende jaren getrouwd is met Joost, is er altijd wel een beetje spanning als ze samen zijn. Ik denk, dat ze nooit echt helemaal een punt hebben gezet achter hun relatie. Misschien dat het nu wel dat moment is.’

‘Zou Chantal al van haar weten?’

‘John kennende, dan heeft hij haar al verteld over haar. Maar misschien niet over hoe intens hun relatie is geweest. Marieke is tot nu toe de vrouw geweest, op wie John het meeste verliefd is geweest. Maar het werkte tussen hun beiden niet, absoluut niet. Ze zijn echt twee heel verschillende personen.

En John is nu echt heel erg verliefd op Chantal. Dat durf ik rustig te stellen. Misschien heeft hij het nog wel heftiger te pakken van Chantal, als wij nu op elkaar zijn, Melissa.’

‘Hoe bedoel je, Daan? Ik zie wel, dat John flink verliefd is op Chantal, maar waarom zou hij het nog harder te pakken hebben?’

‘Dat weet ik, omdat hij me vaak berichtjes stuurt. We vertellen elkaar altijd alles. Zo ken ik John niet. Ik zal je een voorspelling doen, Melissa. Nog voordat het jaar om is, dan heeft hij haar ten huwelijk gevraagd.’

‘Wow, dat is nogal snel! En jij? Hoe zeer heb je het van mij te pakken?’

Daan glimlacht. ‘Behoorlijk! Maar ik wil het toch wel wat meer tijd geven, Melissa. Ik heb ook ooit een vriendin gehad, waar ik heel erg serieus mee was. Maar toen ik wilde aangeven, dat ik met haar wilde samenwonen, heeft ze me veel pijn gedaan.
Ze vond me wel lief, en hield van me, maar wilde niet met me in een huis wonen. Ik was alleen maar goed voor de seks. Toen ben ik ook niet meer lang bij haar gebleven, want hoe zeer ik ook van haar hield, dat wilde ik niet.’

Melissa glimlacht en zegt: ‘Nou, dan ben ik blij toe, want anders zou ik je nooit ontmoet hebben!’

Daan lacht. ‘Zo kun je het ook bekijken. En ik ben blij, dat ik uiteindelijk toch een meisje gevonden heb, die toch wat serieuzer lijkt te zijn.’

Melissa glimlacht. ‘En ik ben blij, dat jij ook wat serieuzer bent. We moeten alleen nog iets bedenken voor ’s nachts en ’s ochtends. Want ik ben bang, dat ik vannacht weer niet kan slapen, als ik weer alleen in bed moet liggen.’

‘Chantal zei me, dat zij en John niet te veel aanraken, en dat ze ’s morgens alleen een zoen geven, en dan snel opstaan. Dat voorkomt, dat ze in verleiding raken verder te gaan.’

‘O, dat lijkt me een goed idee. Ik zal straks nog eens met haar praten.’

‘Maar wat gaan we je ouders straks vertellen? Ik moest je moeder beloven, dat je op een andere kamer zou slapen.’

‘Ik praat wel met haar. Af en toe slaat ze echt door. Ik ben eenentwintig, en oud genoeg mijn eigen beslissingen te maken. Ze moet maar vertrouwen, dat we geen gekke dingen doen. En als haar dat niet zint, dan zal ze me niet veel meer thuis zien. Ik snap best, dat ze me wil beschermen tegen de boze wereld, maar het is ook tijd voor mij om de wereld te ontdekken. En ze kan er niet altijd voor me zijn.’

‘Weet je het zeker, dat je zo met je ouders wil gaan praten?’

Ze knikt. ‘Ik loop al langer ermee rond om eens goed met ze te praten. Dat heeft niets te doen met jou, al moet ik bekennen, dat je nu zeker wel een rol speelt.
Een belangrijke rol zelfs. Daan, ik ben nog nooit eerder zo verliefd geweest. Dat maakt me bang, maar ook zelfverzekerder. Ik weet nu wat ik wil, en ik wil bij jou zijn. En je hebt gelijk, dat we het rustig aan moeten doen. Anders zouden we een grote fout maken.
Maar wat ik niet meer wil, is dat mijn ouders, en met name mijn moeder, nog zo’n grote invloed op me uitoefenen. Ik wil vrij zijn, de dingen doen, die ik wil doen. Dat zal nog wel een flinke aanvaring worden, maar ik ben vastbesloten, Daan. Het wordt tijd mijn vleugels te spreiden, en het nest te verlaten.’

‘Dan moet je dat doen, Melissa. En als je steun nodig hebt, dan zal ik je ook steunen. En als je wilt, dat ik erbij ben, dan zal ik er zijn.’

‘Lief aangeboden, maar dit doe ik toch liever alleen. Maandag ga ik naar huis, en zal ik met mijn ouders gaan praten. Je mag me dan alleen succes wensen, meer niet.’

‘Zoals je wilt. Maar ga niet meteen al je bruggen achter je verbranden, Melissa. Wie weet ga je je ouders nog eens nodig hebben, en dan kun je misschien nog op hun hulp rekenen.’

‘Laat het maar aan mij over, Daan. Ik kan het heus zelf wel.’

Ze haakt zich dan in zijn arm, en ze lopen verder. Renn loopt trots mee, ze is al helemaal gewend aan haar nieuwe baasjes. Van hun krijgt ze wel de aandacht, die ze graag heeft, zonder dat ze wordt afgesnauwd. Ze zou angstig moeten zijn voor deze nieuwe omgeving, maar door het zelfvertrouwen van Daan en Melissa durft ze het aan om vol zelfvertrouwen haar nieuwe wereld in te stappen.

Daan maakt gelukkig de wandeltocht niet te lang en al snel komen ze terug bij Daans huis. Daar laten ze Renn het huis verkennen, iets wat Melissa ook doet. Daan is eigenlijk nu wel zenuwachtig, want het voelt alsof ze nu zijn huis aan het keuren is. En hij weet zelf ook wel, dat zijn interieur eigenlijk wel wat versleten is. Maar de reactie van Melissa verbaasd hem wel.

‘Je zei, dat je meubels oud en versleten zijn, maar dat valt best mee. Natuurlijk, ze zijn niet meer nieuw, maar het geeft wel een bepaalde sfeer. Dat vind ik wel leuk. Ik zou alleen wat bepaalde dingen anders doen, maar ja, het is niet mijn huis.’

‘Voorlopig kan ik nog geen nieuwe meubels betalen, Melissa. Ik was wel van plan om me andere meubels te kopen, maar toen kreeg ik dat ongeluk. Nu moet ik weer wachten, tot de verzekering gaat uitkeren.’

‘Dat maakt toch niets uit, Daan? En je hoeft het ook niet voor mij te doen, maar voor jezelf.’

‘Dat weet ik wel, maar het maakt me wel wat uit, of jij het ook leuk vindt. Want ik hoop je nog heel vaak hier te zien. En ik zou het niet prettig vinden, als jij mijn huis dan niet leuk ingericht zou vinden.’

‘Misschien kan ik je wel helpen je huis in te richten, als je dat geld hebt, Daan. En het hoeft allemaal ook niet zo veel te kosten. Dat bankstel is versleten, er zitten scheuren in. Wel aan de achterkant, maar het ziet er natuurlijk niet mooi uit. Dat kastje vind ik wel leuk, en ook dat tafeltje En ook die andere kasten zijn nog goed. Maar de eettafel, die heeft ook zijn beste tijd gehad, evenals de stoelen. Maar voor de rest zou ik niet veel vervangen. Misschien nog wat meer planten, en een andere lamp, en hier en daar wat spullen om het gezelliger te maken, maar dat is het ook wel.’

Daan is aangenaam verrast. Dat had hij ook niet verwacht. Opeens gaat de deurbel. Het is Joost.

‘O, de post had jouw post bij ons gedropt. Je brievengleuf klemt en de postbode vroeg of hij zo lang de post bij ons kon laten.’

‘Ah, dan moet ik daar eens naar kijken. Bedankt, dat je de post voor me hebt aangenomen. Het is nogal een hele stapel!’

‘Ja, ik zag dat er post bij zat van je verzekering. Misschien goed nieuws?’
‘Laten we het hopen. Zie ik je vanavond?’

‘Dat is wel de bedoeling. Maar ik had gehoord, dat John nu ook een nieuwe vriendin heeft?’
‘Dat klopt, ik ken haar. Ze is de zus van Melissa.’

‘Wow, dus jullie hebben zussen aan de haak geslagen?’
‘Ja, de halve familie Santegoed hebben we leeggeroofd. Maar niet schrikken als je ze samen ziet, want het lijkt behoorlijk serieus te zijn. Ik weet niet of Marieke zich dat al realiseert?’

Joost kijkt even bedenkelijk. Hij weet wat er in het verleden tussen Marieke en John heeft afgespeeld, en weet ook nog, dat er altijd een soort spanning tussen die beiden heerst.

Dan zegt hij: ‘Dat denk ik niet. Maar het zal goed zijn om haar te laten realiseren, dat het nu echt voorbij is. Dan slaap ik ook weer wat geruster.’

Daan glimlacht. ‘Je had nooit schrik hoeven hebben, dat ze nog ooit wat met elkaar zouden krijgen, Joost. Daarvoor verschillen ze veel te veel van elkaar. Jij past veel beter bij Marieke, dan John ooit zou kunnen. En als je Chantal en John ziet, zal je ook snel ontdekken, dat ze precies bij elkaar passen.’

‘Ik zal het wel zien, Daan. Maar jij lijkt ook wel heel erg gelukkig met je nieuwe vriendin. Toen ik je straks zag lopen, dacht ik bij mezelf, dat jullie samen ook een mooi stel zijn. Jullie passen goed bij elkaar.’

‘Nou, dat hoor ik heel erg graag, Joost. En ja, ik ben enorm verliefd op Melissa, meer dan ik me ooit had voor kunnen stellen.’

Joost glimlacht. ‘Nou, als John maar half zo verliefd op die Chantal is, dan zal ik er in ieder geval niet rouwig om zijn.’

Daan lacht. ‘Nou, ik kan je verzekeren, dat John misschien nog wel meer verliefd is, dan ik op het moment ben. Ze kennen elkaar maar een week langer, maar ze zijn toch al een heel stuk verder dan ons. Let op mijn woorden, binnen een jaar is John geen vrijgezel meer. Daar durf ik een vat bier om te verwedden.’

Joost kijkt geschokt. ‘Wow, dat moet het toch echt wel serieus zijn. Dan wordt het vanavond in ieder geval een hele interessante avond!’

‘Reken daar maar op. Ik denk dat er veel van onze vrienden voor een verrassing komen te staan. Ze hebben wel gehoord, dat John verliefd is geworden, maar dat het al zo serieus is, dat verwacht niemand.’

‘Ik ben benieuwd. O, en doe me een plezier. Wil je er nog niets van over zeggen tegen Marieke, mocht je haar toevallig zien? Ik wil, dat ze het zelf uitvindt.’

‘Natuurlijk! En nog bedankt voor het bewaren van de post!’

‘Geen moeite, daar zijn we toch buren en vrienden voor?’

Daan sluit de deur weer en opent op de keukentafel de post. Buiten de normale brieven, die hij krijgt, zit er niet veel bijzonders bij. Wel zitten er een aantal brieven bij van de verzekering. Een gaat over de schadeclaim, die de verzekering namens hem gedaan heeft. En in de andere brief vindt hij de hoogte van de claim. En die is niet mis. Daarvan zou hij zichzelf heel wat mooie meubels kunnen kopen. En misschien nog wat overhouden om weer in zijn reservepotje te stoppen, want die is nu wel leeg.
Eerst de aankoop van zijn oldtimer, en dan ook nog een keer de onverwachte koop van een andere auto.
Dan opent hij de laatste brief. Die is van de tegenpartij. Zodra hij die leest, slaakt hij een diepe zucht. De verzekering heeft de claim geaccepteerd en zal hem dat bedrag uitkeren.

‘Yes! Oh, daar ben ik blij mee!’

Melissa zegt: ‘Goed nieuws?’

‘Dat kun je wel stellen! Ik krijg vijfenhalfduizend euro schadevergoeding! Daarvan wil ik een deel weer op mijn spaarrekening zetten, want die is nu vrijwel weer leeg. En de rest wil ik dan gaan gebruiken om mijn interieur weer wat op te frissen. Denk je, dat voor ongeveer drieduizend euro dit hier weer toonbaar kan krijgen?’

‘Hmm, als je niet al te dure spullen koopt, dan wel. Maar dan moet je ook wat doen aan je plafond en je muren. Maar dat zijn niet de grote kosten. Je hoeft nauwelijks nog wat te repareren, dus je kunt de muren zo schilderen. En als je het plafond eens goed zuiver maakt, dan ziet het er waarschijnlijk al een heel stuk beter uit.’

Daan is opeens wat zenuwachtig en zegt: ‘Weet je, ik heb nog nooit veel om mijn interieur gegeven, maar nu begin ik het wel belangrijk te vinden. Begin ik dan eindelijk volwassen te worden?’

Melissa moet hard lachen. ‘Je bent al vijfentwintig! Dat zou eens tijd worden!’

Daan lacht nu ook. ‘Je hebt gelijk, maar tot nu toe had ik niet echt reden om volwassen te worden. God, ik lijk wel op John!’

‘Hmm, die had in ieder geval wel wat meer smaak voor zijn interieur.’

Daan kijkt even geschokt. ‘Maar je zei net, dat je dit hier ook niet slecht vond?’
‘Dat is ook, maar ik vind dat van John toch net iets meer van smaak getuigen. Maar dat hoort bij John, niet bij jou. Daarom vind ik het hier ook wel leuk. En ik snap ook wel, dat je je nu opeens geen geheel nieuw interieur kunt aanschaffen. En daarnaast vind ik dit op zich wel gezellig, wat meer klassiek.’

Daan knikt. Dan ziet hij Renn langs haar bench liggen.

‘Wat doen we straks met Renn? Nemen we haar mee? Want anders moeten we wel even terug om haar uit te laten.’

‘Neem haar toch mee! Ze kan daar met gerust hart rondrennen, en ik geloof dat de kinderen van Johns zus er ook zijn. Daarmee zal ze zich wel amuseren.’

Daan glimlacht. ‘Pff, wat een veranderingen opeens. John, die opeens smoorverliefd is. En ik op jou. En dan heb ik ook nog opeens een hond! Dat zal me een verjaardag gaan worden, daar praat iedereen nog lang over na!’

‘Heb je schrik, over wat je vrienden over mij zullen zeggen?’

Daan schudt zijn hoofd. ‘Ze mogen dan wel mijn vrienden zijn, maar ik laat ze geen moment tussen jou en mij inkomen. Keuren ze het af? Dan mogen ze oprotten. Dan zijn het geen vrienden van me. En ze mogen best hun mening zeggen, en dat zal ik ze ook niet kwalijk nemen, maar ik heb voor jou gekozen. Maar buiten dat, denk ik niet, dat ze er een probleem over maken. Waarom zouden ze ook?’

‘Dat hoop ik dan maar. Maar moet je je caravan niet nog leeg ruimen, voordat we naar John en Chantal gaan?’

Daan schudt zijn hoofd en zegt: ‘Dat zou ik ook nog bijna vergeten! Melissa, je bent eigenlijk niet goed voor me, je laat me allerlei dingen vergeten!’

Melissa lacht. ‘Dan heb je pech gehad. Ik ben er nu, en ik ben voorlopig niet van plan om je op te geven!’

‘Ik zou het ook helemaal niet fijn vinden, als ik je nu zou missen. Kom, dan gaan we meteen beginnen. En dan moet ik vlug ook nog iets halen, voor John.’

Opeens krijgt Daan een goed idee. Op zolder heeft hij een oude leren jas liggen, helemaal in de jaren zeventig stijl. En hij weet nog, dat John die erg mooi vond. En aangezien hij en John precies even groot zijn, weet hij ook, dat die jas hem zo zou passen.

‘Hmm, we hoeven er niet meer op uit om iets te kopen voor John. Ik weet al iets voor hem, waarvan ik weet, dat hij het mooi vindt.’

Hij loopt meteen naar boven, en na even zoeken vindt hij de jas in een kast. Het is echt een oude jas, maar ziet er nog steeds heel erg goed uit. Hij neemt het naar beneden en laat het aan Melissa zien.

‘Kijk, van deze jas weet ik, dat John hem heel graag wilde hebben. Het is een echte jaren zeventig jas in leer. Ik heb hem destijds op een autotreffen gekocht, en John was erg teleurgesteld, dat hij die niet had kunnen kopen. En ik draag hem maar zelden.’

‘Hij begint wel wat droog te worden. Weet je wat? Haal jij de caravan leeg, dan ga ik kijken of ik deze jas weer wat kan opwrijven met was. Dan ziet hij er weer als nieuw uit.’

‘Ik heb geen leerwax of zo.’

‘Dat heb ik wel bij, Daan. Ik ga immers textielwetenschappen studeren in Nijmegen. Ik wil dingen maken, en met leer wil ik ook gaan werken. Ik vind dat een fijn materiaal om mee te werken. Eigenlijk wil ik schoenen gaan ontwerpen.’

‘En dan neem je dus altijd spullen mee om leer te behandelen?’

Melissa glimlacht. ‘Dat heb ik inderdaad altijd bij. Ik haat het, als ik mijn schoenen ergens aan beschadig. Dan kan ik het altijd gemakkelijk bijwerken.’

‘Nou, ga je gang dan maar. Dan ga ik vlug even aan de slag.’

Melissa pakt de jas en gaat dan haar spullen halen. Daan begint zijn caravan leeg te halen, en kijkt af en toe wat Melissa aan het doen is. Die laat haar vaardigheden goed los op de jas, die Daan aan John wil geven.
Ze doet haar best de kreukjes eruit te krijgen, en die met een soort lak weer bij te kleuren. En dat doet ze helemaal niet onverdienstelijk.

Tegen de tijd dat Daan klaar is met de caravan, die hij meteen gepoetst heeft en weer op zijn plaats langs de gevel gezet heeft, is Melissa bijna klaar.

Daan is echt onder de indruk en zegt: ‘Wow, nu ziet die jas er bijna als nieuw uit! Bijna zonde om weg te geven!’

‘Je gaat hem niet houden, Daan. Ik heb er niet voor niets zoveel werk op gedaan, zodat je hem aan mijn toekomstige schoonbroer kan geven!’

‘Ik weet zeker, dat hij er heel erg blij mee gaat zijn.’

‘Dat denk ik ook. Het is een goede kwaliteit leer.’

‘Ik wist niet, dat je zo goed was met leer.’

‘Dat heb ik van mijn oma geleerd. Ze maakte altijd leren kniestukken voor de tuinbroeken. Ze was naaister, en kreeg altijd veel opdrachten van de boeren uit de buurt. Ze heeft me wel wat dingen bijgebracht. Van haar heb ik geleerd hoe je met leer moet werken.’

‘En waarom wil je schoenen gaan ontwerpen?’

‘Omdat die van leer zijn. En daarbij vind ik schoenen mooi. Ik heb thuis een hoop schoenen staan.’

Daan lacht. ‘Verslaafd aan leren schoenen?’

‘Zo kun je het wel noemen. Maar nu heb ik er nog een verslaving bij.’

Daan grijnst. ‘Laat me raden? Hij is vijfentwintig jaar en ziet er verdomd goed uit.’

Melissa lacht. ‘Ken je hem? En hij kan ook nog eens ongelofelijk goed kussen!’

‘Eens kijken, of ik het dan net zo goed kan!’

Gewillig laat ze zich door Daan kussen. Zacht en teder kust hij haar. Maar wel met genoeg kracht om met overtuiging zijn gevoelens voor haar door te laten schemeren. Ze moet zuchten, als Daan hun kus verbreekt, maar weet dat ze moeten gaan.

Daan roept Renn, die meteen opstaat en verwachtingsvol kijkt, op wat er komen gaat. Als ze ziet, dat hij de bench pakt, rent ze er meteen op af en kruipt erin. Daan lacht. Hij mag dit hondje wel. Renn is een schrander en intelligent hondje, dat heeft hij nu wel in de gaten. Daan zet de bench in de auto en Melissa volgt meteen.

Dan sluit Daan zijn huis nog even af, en vertrekken ze naar het huis van Daan. Onderweg vraagt Melissa aan Daan: ‘Als je wilt, kan ik vanavond wel terug rijden. Ik heb gewoon mijn rijbewijs.’

‘O, dat zou wel fijn zijn. Durf je het aan om met deze auto te rijden? Of durf ik het wel aan om langs jou te zitten?’
‘Puh! Alsof een vrouw geen auto kan rijden?’

Daan lacht. ‘Dat zeg ik ook niet. Of weet je wat? Rij jij maar. Ik zeg wel, waar we heen moeten.’

Hij zet meteen zijn wagen aan de kant en stapt uit. Melissa kijkt verbaasd, maar stapt ook uit en gaat achter het stuur zitten. Ze moet de stoel wel even op de juiste stand zetten, maar zegt dan tegen Daan: ‘Uhm, ik heb eigenlijk nog nooit met een wagen met automaat gereden. Hoe gaat dat nu?’

Daan lacht. ‘Heel gemakkelijk. Voet op de rem, en dan zet je de schakelpook op D. Dan laat je de rem pas los, en geef je gas. Dat is alles. Geen koppeling die je moet intrappen. Het enige, waar je even moet opletten, is als je stilstaat. Dan moet je je voet op de rem houden, anders gaat de wagen kruipen.’

Melissa knikt en doet precies wat Daan haar verteld heeft. Ze geeft gas, maar heeft er niet op gerekend, dat de wagen zo hard vooruit zou gaan. Ze laat meteen het gas los, om daarna weer gas te geven. Ze heeft duidelijk nog wat moeite met doseren. Maar na een derde poging lukt het al beter. En al snel heeft ze het door, hoe ze met deze wagen moet rijden. En dan lukt het haar ook soepel met deze wagen te rijden. Daan knikt goedkeurend. ‘Dat is al een heel stuk beter! Hier moet je linksaf, Melissa.’

Melissa volgt zijn instructies en even later komen ze aan bij het huis van John. Er staan al meer auto’s. Melissa ademt even nog diep in, voor wat frisse moed, en stapt dan samen met Daan uit. Daan heeft Renn ook al uit haar bench gehaald, en loopt dan naar het terras, achter het huis. Daar heb ik een flink aantal stoelen neergezet, zodat iedereen kan zitten.

Ik kom Daan al tegemoet. Ik kijk verbaasd als ik zie, dat Daan opeens een hond heeft.

‘Wat is dit nou? Vond je een nieuwe vriendin al niet meer genoeg?’

Daan lacht. ‘Tja, zomaar ineens had ik een hond. Helemaal niet gepland of zo, midden op straat gekocht. Heeft Chantal je dat dan nog niet verteld? Ik meende dat Melissa dat toch al tegen haar verteld had.’

‘Dat heeft ze ook wel, maar ik zie je hondje nu voor het eerst. Wat een snoesje. Hoe heet ie?’

‘Ze heet Renn. Een echte Schotse Collie. Eigenlijk schandalig, hoe ik eraan gekomen ben, maar dat vertel ik je later wel. Vind je het erg, als we haar meenemen?’

‘Nee, joh! Van mij mag ze best vrij rondlopen. En Jake en Stephanie hebben thuis ook een hond, wel een van het leger, maar ze zullen blij zijn om te kunnen spelen met jullie hond.’

Ik buk me eens om het hondje wat beter te bekijken. Het hondje krimpt wat angstig ineen, als die grote gestalte zich naar haar bukt. Maar door wat zachte klanken, laat ze zich door me aanhalen, en dan schenkt ze me haar vertrouwen. Dolgelukkig begint ze te keffen en me te likken. Lachend sta ik weer op en zeg: ‘Gerard en Helmut zijn er al. Sander en Wilbert komen later.’

‘En Oliver? Komt die ook nog?’

‘Vanavond. Hij moest nog werken. Hij heeft tegenwoordig een nieuwe baan.’

Ik zie Daan rondkijken om te kijken, wie er nog meer is. Mijn moeder is er, evenals mijn oom Karel en Mia. En er zijn nog een paar ooms en tantes. Die willen wel eens zien, op welk meisje ik zo verliefd ben geraakt. En Chantal doet het voortreffelijk. Ze valt goed in de smaak, en het valt me zelf al een beetje op, dat ze probeert de zuidelijke klank te imiteren. Ze luistert in ieder geval goed toe, hoe mijn familie onder elkaar in het dialect met elkaar praten.

Ik ga weer naast haar zitten en zeg: ‘En? Kun je de gesprekken van mijn familie een beetje volgen?’

‘Nu gaat het, maar in het begin kon ik er niets van volgen. Maar ik vind het wel een leuk taaltje, het klinkt zo lekker gezellig!’

Daan en Melissa gaan zitten en Daan laat zijn nieuwste aanwinst, Renn aan iedereen zien. Ze vinden Renn allemaal een schattig hondje, en Renn laat zich maar wat graag door iedereen aanhalen. Als hij dan ook nog de beide kinderen, Jake en Stephanie ontdekt, stuift hij daarop af. Jake vraagt dan aan mij: ‘Mogen we met dat hondje spelen?’

Ik kijk Daan aan en zeg: ‘Daan, mogen ze met Renn spelen?’

‘Natuurlijk! Maar doe wel voorzichtig aan, ze is nog maar heel jong!’

Jake knikt blij, en roept dan naar Renn, die meteen op Jake afstuift. Lachend kijken we, hoe het hondje met de kinderen spelen. Leonie zegt: ‘Zo, daar hebben we voorlopig geen kind meer aan. Maar dan hebben we nu even tijd genoeg om Daan met zijn nieuwe vriendin onder de loep te nemen. John hebben we inmiddels al genoeg aan een kruisverhoor onderworpen!’

Daan lacht. ‘Vraag maar raak, Leonie. Er is niets, waar ik schrik voor moet hebben. En het meeste zal je wel al van John en Chantal gehoord hebben.’

‘Dat klopt, maar de rest hier nog niet!’

Glimlachend ondergaan Melissa en Daan dan het spervuur aan vragen. Ze geven op vrijwel iedere vraag antwoord, behalve op de vragen, die wat te intiem worden. Die weren ze keurig af.

Dan zegt opeens Gerard tegen mij: ‘Nou, ik moet zeggen, dat jullie ons echt verrast hebben, toen jullie vertelden, dat jullie allebei een meisje hadden. Maar jullie hadden wel eens mogen vertellen, dat jullie zulke knappe dames aan de haak geslagen hebben! Maar ook nog eens precies jullie types! Roodharig met lange haren. Jullie praten normaal nergens anders over, en nu komen jullie ook nog eens met twee prachtexemplaren aanzetten!’

Chantal bloost lichtjes, en ik pak haar hand vast en geef haar een kneepje in haar hand. Gerard zegt: ‘Dat wordt nog wat, als jullie de hele tijd naar het noorden moeten pendelen om ze te zien.’

Ik glimlach. ‘Juist in tegendeel, Gerard! Chantal gaat in Maastricht studeren, en ik heb begrepen, dat Melissa in Nijmegen gaat studeren. Dus we hoeven helemaal niet zo ver om bij onze liefjes te geraken.’

‘Maar je bent nog wel eens thuis, zodat je nog eens aan mijn wagen kunt werken?’

‘Zeg me niet, dat je daarom mijn vriend bent, Gerard!’

‘Nee, natuurlijk niet. Maar het is wel handig om iemand te kennen, die wel weg weet met het lasapparaat. Ik kan het zelf niet zo goed. Ja, op de stukken, waar het niet belangrijk is, dat kan ik zelf ook. Maar op de zichtbare stukken? Dat is toch net even wat anders! Daar ben jij zo heel erg goed in!’

Daan zegt: ‘Je bent een slijmbal, Gerard! Een beste kerel, dat wel, maar wel een slijmbal!’

Gerard lacht. ‘Hey, anders doet hij dadelijk niets meer aan zijn wagen, en zit hij de hele tijd bij Chantal te flikflooien! Iemand moet hem toch in het normale leven houden?’

Op een gegeven moment verandert het gesprek qua onderwerp naar auto’s. Gerard zegt dan tegen Daan: ‘Je had toch die ene wagen gekocht? Kun je die eens laten zien?’

‘Natuurlijk! En voordat we dat gaan doen, moet ik eerst John nog een cadeautje geven.’
Hij kijkt me aan en zegt: ‘Je dacht toch niet, dat ik je vergeten was, of wel?’

Ik glimlach. Daan zorgt altijd voor een verrassing. Dat doet hij al zolang ik hem ken.
Hij loopt terug naar zijn wagen en komt terug met een ingepakt cadeau. Ik neem het van hem aan en voel dat het zwaar is. En ook dat het bewegelijk is. Dan voel ik het materiaal eens goed en dan opeens schiet me te binnen, wat het zou kunnen zijn.

‘Hey, Daan! Je hebt me toch niet die leren jas gegeven, die je toen eens op die meeting gekocht hebt?’
Daan grijnst. ‘Ik hoop, dat hij je nog past.’

Ik haal meteen het papier los, en zie inderdaad de jas liggen. Hij glimt als nieuw, en ik pas hem meteen aan.

Hij zit wat krapjes, maar de afgelopen weken heb ik niet veel getraind, en ook niet echt op mijn voeding gelet. Er zullen wel wat kilo’s bij zijn gekomen.
Leonie zegt vol bewondering: ‘Staat je goed, John! Maar is dat een oude leren jas? Hij ziet eruit als nieuw!’

Daan glimt vol trots en zegt: ‘Dat is inderdaad een oude jas. Van degene, van wie ik hem gekocht had, zou hij nog van de jaren zeventig zijn. Maar Melissa heeft haar magische vingers op de jas losgelaten, en hem weer als nieuw gemaakt.’

Iedereen kijkt om naar Melissa, die even bloost. Ze zegt: ‘Nou ja, ik kan dat toevallig. Trouwens, John? Ik zou nog wel even voorzichtig zijn met die jas. Ik heb sommige plekken opnieuw moeten kleuren, en die plekken zijn nog wat gevoelig voor beschadiging. Het zou niet meer mogen afgeven, maar dat kan ik natuurlijk niet garanderen.’

Chantal kijkt me aan en zegt: ‘Melissa is echt heel erg goed met leer. Daarom gaat ze ook textielwetenschappen en ontwerpen studeren. Ze wil later schoenontwerper worden.’

Ik kijk Daan en Melissa dankbaar aan. ‘Wow, ik weet niet wat ik moet zeggen! Heel erg bedankt!’
Ik laat de jas dan goed aan Chantal zien en zegt: ‘En nu moet ik zeker ook nog een jaren zeventig outfit vinden? Want anders kan ik met goed fatsoen niet naast je zitten in je wagen!’

Ik trek haar tegen me aan en geef haar een zoen, waar iedereen bij is. Dan zeg ik: ‘Jij kunt in elke outfit naast me zitten, in welke wagen ook! Je zal er altijd fantastisch uitzien en ik zal trots zijn om langs je te mogen zitten.’

Helmut roept: ‘Als dat geen heftige nacht wordt, dan eet ik mijn pet op!’

Daan kijkt hem lachend aan. ‘Nou, Helmut! Ik hoop, dat je zout en peper mee hebt genomen! Ik denk niet, dat ze vanavond seks zullen hebben. Niet zolang ze getrouwd zijn.’

Helmut kijkt hem verbaasd aan. ‘Hoezo dat niet? En hoe wil jij dat weten?’

‘Omdat Melissa de zus van Chantal is, en ze allebei dezelfde gelofte hebben afgelegd. Ze willen maagd blijven, tot hun huwelijk.’

Helmut en Gerard kijken ons geschokt aan. ‘En jullie gaan daarmee akkoord? Pff, daar zou ik echt niet aan meewerken. Er moet wel wat gebeuren in bed!’

Ik zeg tegen Helmut: ‘En aan de hoeveelste vrouw ben je nu al? De zesde? Mij verwondert het niets, met zo’n instelling. Van elkaar houden is toch echt wel wat meer, dan alleen seks! Die les heb ik in de korte tijd, dat ik Chantal ken, wel geleerd.
En natuurlijk frustreert dat soms, en geloof me, dat ik echt niet de enige ben, die dat frustreert. Chantal heeft daar net zo veel last van, als ik! Maar ik heb begrip voor haar gelofte en ik steun haar erin om zich aan die gelofte te houden. Ook al maakt het me soms waanzinnig, dat durf ik best toe te geven.
Kijk nou eens naar haar! Wie zou er niet met een stijve in bed liggen, als ze naast je ligt. Weet je wel, hoe moeilijk het is, om je dan te beheersen? Maar ik heb het voor haar over, ze is het meer dan waard!

En als jij dat niet voor jouw vriendin kan opbrengen, dan heb ik alleen maar medelijden met je. Dan denk je alleen maar aan jezelf, en kan ik best begrijpen, dat een heel erg lange relatie er voor jou niet in zit!’

Helmut bloost nu flink. Hij had zo’n flink verweer niet verwacht. De sfeer is wel opeens weg.

Gerard zegt dan: ‘Wow, John! Zo’n reactie had ik van jou niet verwacht. Maar dat vertelt me wel, hoe zeer je het van haar te pakken hebt! Dan kan ik alleen maar zeggen, proficiat! Dan moet het wel om echte liefde gaan. Als je zover voor haar gaat, dan kan dat niet anders! En bovendien geef ik je groot gelijk! Je moet wat over hebben voor je partner. Daar kan Helmut inderdaad nog wel iets van leren.’

Helmut knikt, en zegt verontschuldigend: ‘Misschien heb je wel een punt, John! Ik zou misschien wel eens wat meer aandacht aan mijn vriendin kunnen geven, maar het ligt echt niet altijd aan mij. Maar vind je het dan echt niet erg, dat je geen seks met haar kunt hebben?’

‘Niet erg vinden, dat is een groot woord. Het frustreert me wel, maar ik vind dat ze dat offer waard is.’

Chantal tikt me op mijn schouder en zegt: ‘John, mag ik ook wat zeggen?’
‘Natuurlijk! Ga je gang!’

Chantal kijkt Helmut aan. ‘Dat ik maagd wil blijven, tot aan mijn huwelijk, dat is mijn keuze. En als een man dat niet voor me kan opbrengen, dan is hij me gewoon niet waard. En dat John karakter toont, en me hierin steunt, dat vertelt me dat hij de juiste man voor me is. En dat jij dan duidelijk geen karakter hebt, wil dus ook zeggen, dat je niet eens in de schaduw van John kunt staan. John is ten minste een echte man, dat kan ik dus van jou niet zeggen!’

De vriendin van Helmut, Connie, die er ook bij is, zegt dan: ‘Zo, Helmut! Nou hoor je het ook eens van een ander! Jouw voorstelling van een romantisch samenzijn staat gelijk aan het schilderen van een muur. Niet echt erg veel. En ik begin me nu eigenlijk wel af te vragen, waarom ik nog bij je zou blijven. Het is niet, dat ik niets om je geef, maar je zou best wel eens wat meer aandacht aan me kunnen besteden, in plaats dat je zo vaak in de kroeg hangt!’

Helmut kijkt geschrokken, dit had hij niet van zijn vriendin verwacht. En nu ze hem duidelijk de wacht heeft aangezet, probeert hij het meteen in de kiem te smoren.
‘Maar snoesje! Zo bedoelde ik het toch niet?’

‘Maar ik bedoel precies, wat ik je zojuist zeg! Ik heb er genoeg van! Ik kan zowat de hele week thuis zitten, en zorgen dat je te eten krijgt, je kleren gewassen zijn, het huis gepoetst is, en dan mag ik misschien eens hopen, dat je me nog eens aandacht schenkt. En eens per drie maanden uit eten is echt geen aandacht schenken. Want als je dan even kunt, probeer je er ook nog eens onderuit te komen! Nee, dan hoeft het voor mij niet meer, mannetje!’
Ik zie mijn verjaardag in een drama eindigen en ik zeg tegen Connie: ‘Kom, doe nu even niet zo vervelend. Als je ruzie wilt maken met Helmut, doe dat alsjeblieft thuis.’

Ze kijkt me aan en zegt: ‘Het spijt me voor jou, John. Je bent een fantastische man, en Chantal mag van geluk spreken, dat ze krijgt. Maar ze heeft me net wel wakker geschud, en ik besef me, dat ik het Helmut veel te gemakkelijk heb gemaakt. Maar ik ben ook niet iemand, die snel opgeeft. Hij krijgt nog een kans van me, en dan vind ik echt dat ik heel ruimdenkend ben! Maar je hebt gelijk, dat moet ik hier niet bespreken, dat gaan we netjes thuis doen. Kom, Helmut! We gaan naar huis! En geen gemaar, anders bekijk je het maar. Want als je dan later thuis komt, zal je een leeg huis vinden!’

Er rest Helmut niets anders, dan met zijn vriendin mee te gaan. Hij is nu opeens een zielig mannetje, en eerlijk gezegd voel ik ook niet veel sympathie voor hem. Helmut is nooit een goede vriend van me geweest. Hij was er altijd maar gewoon bij. Het is niet, dat ik hem niet mag, maar ik heb gewoon niet zo’n goede band met hem. Die heb ik wel met Gerard, en ook de andere leden van zijn band mag ik wel, ook al ben ik daar niet echt goede vrienden mee. Maar we kunnen elkaar wel lijden, en helpen elkaar als het nodig is.

Als Helmut weg is, zegt Gerard tegen me: ‘Sorry, dat we met onze reactie je verjaardag een beetje verpest hebben. Dat was niet de bedoeling!’
‘Dat is niet jouw schuld, Gerard. Ik denk, dat Helmut dat helemaal aan zichzelf te danken heeft. Het zou hoe dan ook wel eens gebeurd zijn. Het is toevallig nu!’

‘Daar heb je ook een punt. Maar misschien is het eens goed, dat hij flink op zijn nummer gezet wordt. Dan leert hij misschien er eens van! Hey, ik heb er zelfs iets van geleerd! Ik heb me helemaal niet beseft, dat het zoveel opoffering vraagt. Dan kan ik daar alleen maar respect voor hebben! Maar ik kan me wel voorstellen, dat het voor jullie allebei niet gemakkelijk is.’

Ik glimlach. ‘Het is moeilijker, dan jullie je ooit kunnen voorstellen. Maar ik had zelf ook nooit gedacht, dat ik dit zou kunnen! Maar nu ik eenmaal in dit schuitje zit, vind ik het niet meer erg. Maar het is iedere avond en iedere morgen een gevecht met je wilskracht en je lusten. Gerard, je moet je eens voorstellen, dat je in je bed ligt, en je mag José niet aanraken, omdat ze anders ziek zou worden. Hoe zeer zou je dat frustreren? En nog belangrijker, zou je dat voor haar overhebben?’

Gerard kijkt me verbaasd aan. ‘Ik denk, dat ik behoorlijk gefrustreerd zou zijn! Maar José is het belangrijkste in mijn leven. Belangrijk is, dat zij zich gelukkig voelt. Dat mijn gevoelens wat gefrustreerd zijn, is dan minder belangrijk. Ik denk nu, dat ik wel ongeveer begrijp, hoe jij je voelt! Petje af, jong! Ik zou het amper kunnen!’
Chantal schenkt hem een glimlach en zegt: ‘Ik zei toch al, dat John een echte man is! Maar dacht je, dat het voor mij dan gemakkelijk is? Ik maak precies hetzelfde door! Het is gemakkelijk je over te geven aan je lusten. Maar mijn ouders hebben me altijd geleerd, dat de gemakkelijkste weg niet altijd de juiste weg is. Je moet eerst boeten voor de misstappen, die je in de toekomst zal begaan. Pas dan ben je het waard om Gods beloning te ervaren.’

Leonie knikt goedkeurend. ‘Dat heb je mooi gezegd! En wat mij betreft, ik heb nog nooit een vrouw gezien, die beter bij John zou passen, dan jij. En ik heb John ook nog nooit zo verliefd gezien! Hij aanbidt de grond, waarop je loopt, de lucht die je ademt. Dat zie ik echt aan alles! Doe ons allemaal een plezier, en laat hem nooit meer los! Ben gelukkig met elkaar en heb een hoop kinderen!’

Chantal glimlacht blozend, en antwoordt: ‘Dank je! Dat ik dit van jou mag horen, dat doet me veel. Meer dan je zou denken! En ik ben ook niet van plan John ooit los te laten. Ik heb hem nu beet, en laat hem niet meer los, totdat we oud en versleten zijn, en tevreden naar onze kleinkinderen kunnen kijken.’

Ik glimlach en zeg: ‘Zo voel ik dat ook. Maar nu is het nog wat te vroeg om te zeggen, tot de dood ons scheidt. Misschien later.’
Chantal glimlacht en kijkt me aan. Haar ogen verankeren zich in de mijne, en voor een moment vergeten we dat er mensen om ons heen zitten. Een moment, waarin alle besef van plaats en tijd even vervaagt. In het bijzijn van iedereen geef ik Chantal een tedere zoen, die er niet om liegt. We horen wel het gejoel en gefluit, maar het kan ons niets schelen.

Als we elkaar weer loslaten, horen we applaus, en verlegen gaan we weer zitten. Mijn moeder glimlacht en zegt tegen me: ‘Als je vader dit nog eens kon zien, dan zou hij heel erg trots op je zijn, John! Ik ben het in ieder geval! En ik heb het al eens tegen Chantal gezegd, ze is met afstand het beste, wat je kon overkomen. Ik zie je nog wel een keer om hand vragen, jongen. En ik zou het heel erg mis hebben, als ik daar nog heel lang op moet wachten!’

Glimlachend antwoord ik: ‘Wie weet, mam. Wie weet!’

Opeens begint Gerard te lachen. Hij zegt: ‘Weet Marieke eigenlijk al, dat je een nieuwe vriendin hebt? Want anders kon dat straks nog wel eens wat spektakel
geven!’
Ik antwoord: ‘Ze weet dat ik een nieuwe vriendin heb, dat heb ik haar zelf verteld. Maar of ze zich beseft, dat het wat mij betreft heel erg serieus is met Chantal, dat weet ik niet. Ze zou zich beter op Joost kunnen concentreren, in plaats steeds te flirten met mij! Ik heb haar al eens gezegd, dat het voor mij definitief is, maar ze lijkt het maar moeilijk te kunnen accepteren.’

Daan zegt: ‘Ik denk, dat Joost daar ook wel blij mee is. Zoiets heeft hij wel laten vallen.’

Ik kijk Daan aan en zeg: ‘Heb je er met Joost over gesproken?’

Daan knikt. ‘Het lijkt me verschrikkelijk om te weten, dat je veel van iemand houdt, er zelfs kinderen mee hebt, en dan moet toezien, hoe je vrouw steeds met een ex zit te flirten.’

Dat is iedereen wel met hem eens. Ook Leonie en Dean, want die weten ook goed van de situatie tussen mij en Marieke. Gelukkig verandert dan het onderwerp weer, en wordt het weer lekker gezellig. Het valt me op, dat Melissa en Chantal nu opvallend ontspannen zijn. En tussendoor moet Daan er regelmatig op uit om Renn te gaan zoeken, want die lijkt het wel heel erg fijn te vinden om hier alles te onderzoeken, en ook veel verder van het erf van mijn huis. Uiteindelijk moet hij haar aan haar riem vastmaken, opdat ze niet meer weg kan lopen. Maar daardoor krijgt ze wel meer aandacht van de mensen aan tafel. Maar ze is ook moe van het spelen, en de wereld ontdekken, en valt daardoor al snel in slaap aan de voeten van Daan.

Als het dan tegen vijf uur loopt, begint Dean met zijn barbecue. Als een echte Amerikaan weet hij wel raad met burgers en steaks. En hij weet ook wel raad met wat groentes, die hij op de houtskoolgrill grilt. Chantal en Melissa eten flink mee, wat Leonie wat jaloers maakt.

Ze zegt tegen hun: ‘Jullie maken me nu nog meer jaloers! Jullie zien er zo goed uit, en kunnen jullie dan ook nog eten, wat jullie willen?’
Chantal glimlacht. ‘Ja, maar het is niet zo, dat we echt iedere dag zoiets eten! Al moet ik misschien toch maar eens op de weegschaal staan, want op de manier, dat John voor me kookt, ben ik misschien toch wat aangekomen.’

‘Je bedoelt met zijn pasta en zo? Dat kan hij inderdaad wel goed. Maar voor de rest?’
Chantal lacht. ‘Het is te eten, Leonie. Zo erg hoeft hij zich ook weer niet te schamen. Maar ik denk toch, dat ik die scepter wat meer ga overnemen, ten minste als ik hier ben. Dat is toch net wat gezonder, denk ik zo.’
Leonie lacht. ‘John, pas maar op! Voor je het weet, ben je de controle in je huis kwijt!’
Ik lach. ‘Die was ik al kwijt, toen de hele familie Santegoed hier laatst heeft gelogeerd. Ik heb hard moeten strijden om toch weer de keuken in te mogen!’
Dat levert me natuurlijk lachende gezichten op.
Trefwoord(en): Zussen, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...