Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 24-03-2020 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 11049
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 105 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Als ik wakker word, ligt Chantal niet meer naast me. Ik hoor de douche, dus ik hoef niet te zoeken, waar ze is gebleven. Ik loop de badkamer op om mijn blaas te legen, en wens daarbij Chantal een goedemorgen. Als ik klaar ben, wil ik de badkamer uitlopen, maar Chantal roept me terug.
‘John? Wil je even mijn rug schrobben?’
‘Je weet toch, dat zal ik je nooit weigeren!’
Chantal lacht. ‘Ja, dat zal wel weer! Je bent net zo geil, als ik dat ben!’
Ik stap de douche binnen en zeg: ‘Hmm, hoor ik dat goed? Ben je alweer geil?’
Chantal grijnst en zegt: ‘Ik ben altijd geil, als ik je naakt zie. Weet je wel, hoe lekker je bent?’
‘Hmm, daar moet ik dan vaker misbruik van maken!’
Ik geef haar een zoen en streel daarbij haar borsten. Chantal houdt me niet tegen en kreunt lichtjes. Dus ik ga verder met haar borsten en voel dan plotseling haar hand om mijn pik. Die reageert daar meteen op.
Dan zegt Chantal: ‘Misschien is het maar een beter idee om nu even seks te hebben. Anders loop ik straks de hele dag met een nat slipje rond! Ik weet niet, wat ik de laatste tijd heb, John. Ik ben zo geil als een pakje boter! En eigenlijk had ik gisteravond nog veel meer willen doen, maar schijnbaar zijn we in slaap gevallen.’

Ik lach. ‘Dat hoort een man heel erg graag, Chantal! Ik prijs me gelukkig om zo’n geile vrouw als de zijne te noemen.’
Chantal lacht. ‘Dat komt ook door de man, die ik de mijne mag noemen, John!’
‘Dan moet ik toch maar eens eerst gaan inspecteren, of je daaronder al nat bent!’
Ik laat dan meteen op mijn knieën zakken, en kus haar venusheuvel. Het is wat lastiger om haar nu te likken, maar Chantal weet daar wel raad mee. Ze draait zich snel om en gaat voorover gebukt staan en spreidt haar benen wat. Nu heb ik volledige toegang tot haar heerlijkheden, en die benut ik dan meteen. Ik trek haar reeds gezwollen schaamlippen open en begin dan haar kutje en haar klitje te likken. Chantal kreunt lekker, terwijl ik haar kutje en klitje verwen. Ik begin dan haar kutje te vingeren. Eerst met een vinger, iets later met nog een vinger erbij. Dan komt Chantal opeens klaar.
‘God, ik kommm! Oh, John!’
Ze zet zich schrap tegen de muur en duwt haar kontje harder tegen mijn gezicht. Een golf van geil komt uit haar kutje, en ik lik zo veel mogelijk op. De rest wordt weggespoeld door het warme water van de douche. Chantal hijgt flink, maar zegt: ‘Neuk me nu, John! Dit voelt zo heerlijk!’
Ik ga meteen staan en zet mijn pik voor haar schaamlippen. Mijn eikel drukt ze opzij, als ik mijn pik langzaam naar binnen duw. We kreunen beiden van genot, als mijn pik er helemaal in zit, en ik haar nu langzaam begin te neuken. Ik wissel het af met af en toe flink tempo, en dat maakt Chantal helemaal wild. Ze komt zelfs twee keer, voordat ik heerlijk in haar kutje klaarkom. En terwijl ik dat doe, duw ik mijn duim tegen haar anus, waardoor Chantal nog eens klaarkomt. Hijgend leunen we tegen de muur van de douche.

Ik begin dan te lachen. ‘Wat moet onze gastvrouw van ons denken, Chantal? We waren niet bepaald stil bezig!’
Chantal moet ook lachen. ‘Pff, kan me niets schelen, John. Laat ze maar denken, wat ze willen. Ik vond het heerlijk en dat is wat telt!’
‘Dat was het zeker. Ik bof maar met zo’n lekker geile vriendin!’
Chantal glimlacht. We gaan weer rechtstaan en we geven elkaar een zoen. Dan begin ik teder de rug van Chantal te schrobben, en ook de rest van haar lichaam spons ik goed schoon. Chantal geniet er duidelijk van. Als ik klaar ben, zegt ze: ‘Dat mag je wel vaker doen. Het geeft me zo’n lekker gevoel! Het is intiem, maar getuigt ook van respect en liefde.’
‘En ik vond het helemaal niet erg om je te wassen, Chantal. Ik kan er zelfs erg van genieten!’
Chantal geeft me nog een zoen en zegt dan: ‘Laat me dat dan ook bij jou doen, John!’
Ik geef haar de spons, en laat haar mijn lichaam wassen. En ze heeft gelijk, het voelt erg intiem, maar omdat het liefdevol gebeurt, geeft het ook een heerlijk gevoel. Na het douchen wil ik me gaan scheren, maar Chantal vraagt me om mijn baard te laten staan.

Ik kijk verbaasd. ‘En daar moet ik vandaag mee gaan beginnen? Dat ziet toch niet uit, als ik bij je ouders ben? Dan kan ik dat beter vanaf morgen laten staan. Maar waarom wil je dat?’
‘Het lijkt me je gewoon goed staan. Een kleine stoppelbaard, meer hoeft niet.’
‘Dus geen bakkebaardje, zoals in de jaren zestig?’
‘Dan moet je ook een nieuw kapsel, John. Daar hoort dan ook een vetkuif bij. Maar dat zou je ook best goed staan.’
Ik kijk haar lachend aan. ‘Ik zal er eens over nadenken, Chantal. Maar nu nog niet.’
Als ik klaar ben met scheren en mijn tanden poetsen, maak ik plaats voor Chantal en begin al met me om te kleden. Chantal en ik hebben al van tevoren afgesproken, dat we vandaag in onze danskleding naar haar ouders gaan. Want we verwachten nog wel, dat er spontaan een feestje zal ontstaan.
Het duurt even, voordat Chantal haar haren goed droog heeft en in model heeft gekregen. Make-up heeft ze niet veel nodig, dus daar hoeft ze niet veel tijd aan besteden. En omdat haar kleren al van tevoren gekozen waren, heeft ze daar ook niet lang voor nodig. De enige make-up die ze draagt is was mascara en een rode lipstick. Ik help haar met het aantrekken van de jurk, die ze heeft aangetrokken. Het ziet er allemaal best sjiek uit.

Onze gastvrouw heeft dan al het ontbijt gebracht, en dat heb ik uitgestald op het tafeltje in onze kamer. We genieten van het ontbijt, dat zoals altijd eenvoudig maar goed is. En daarna vertrekken we richting Johan en Helen, die we ophalen, om daarna door te rijden naar Kampen.
Helen zegt: ‘Zo, wat zien jullie er netjes uit!’
Ik antwoord: ‘Waarom niet? Het is toch zondag, of niet dan?’
‘Je zou bijna denken, dat jullie iets bekend moeten maken, John!’
‘En wat dan? Chantal is niet zwanger, dat is zeker. En ik heb haar al gevraagd om met me te trouwen, dus dat is ook niet aan de orde. Dus wat zou ik dan bekend moeten maken?’
‘Dat weet ik niet, maar iets is er loos.’
Ik haal mijn schouders op. Om van het onderwerp af te komen vraag ik Johan: ‘En, hoe bevalt het nu, om als getrouwde man door het leven te gaan?’
Johan lacht. ‘Prima! Maar ik had Helen al veel eerder moeten vragen. Of we hadden al gewoon eerder moeten gaan samenwonen, dat was ook goed geweest. Nu is het vooral wennen aan elkaar, maar het lukt wonderbaarlijk goed, maar het was wel handiger geweest om al wat meer ervaring op te doen. Chantal heeft wat dat betreft al een voorsprong.’
Chantal zegt: ‘Hoezo voorsprong? Denk je, dat het leven opeens anders wordt, als je opeens gaat trouwen? Er verandert alleen voor het gevoel en voor de wet wat. Maar verder zal er niets veranderen.’
‘Nee, dat bedoel ik niet. Jij was eigenlijk de eerste, die op kamers mocht. Michel en ik moesten de hele tijd op en neer met de bus en de trein.’
‘O, bedoel je dat? Nou ja, ik weet niet of me dat veel geholpen heeft, Johan. Het koken heb ik van mam en oma geleerd, en het poetsen van mam, maar ook van John. Die houdt er duidelijk een andere werkwijze op na, die eigenlijk net zo gemakkelijk werkt. Nu begin ik ook wel te begrijpen, hoe hij het eerst deed. Want het was echt niet zo, dat bij hem thuis het eerst een rommeltje was. Dat was eigenlijk nog best wel netjes.’
‘Maar ik had wel iemand, die eens per week kwam poetsen, Chantal!’
‘Dat weet ik, maar die waste dan de ramen, en poetste de badkamer en het toilet. Dat doet ze nog steeds, maar ik doe het tussendoor ook nog wel eens.’
Helen kijkt verbaasd. ‘Hebben jullie nog steeds een poetshulp?’
Ik antwoord: ‘Ja, ook al wonen we samen, overdag zijn we wel de hele dag weg. En dan zou er nog minder tijd voor elkaar overblijven. Dat zijn klusjes, waar we anders een zaterdag aan kwijt zouden zijn. En voor wat dat moet kosten, is het me dat geld wel waard. Ze komt eens per week en verdient daarmee driehonderdvijftig euro per maand mee. Voor net iets meer dan twintig uur per maand lijkt me dat nog wel te doen, of niet dan?’
Helen antwoordt meteen: ‘Als je het zo bekijkt, dan is dat inderdaad nog wel te doen. En inderdaad, als jullie de hele dag van huis zijn, dan is het wel prettig om die al gedaan te hebben. En dan tweehonderdvijftig euro is nog wel te doen, hoewel dat ook nog best wel wat geld is. Maar jullie hebben dan ook best een groot huis.’
‘Niet zo bescheiden, Helen! Jullie huis is toch ook niet echt klein, of wel?’
‘Nee, maar toch zie ik me dat nog niet doen. Nu lukt het toch ook? Maar ik kan wel begrijpen, dat jullie het wel doen.’

We rijden dan richting Kampen en Johan zegt: ‘Nou, Chantal! Deze wagen rijdt anders bijna net zo lekker als de wagen van pap. Ik heb er laatst een stukje mee mogen rijden, toen de wagen even naar de garage moest, vanwege de airco die een beurt kreeg. Pap had geen tijd om het te doen en ik kon er tijd voor vrij maken.’
Chantal glimlacht. ‘Ja, deze wagen rijdt best goed. Ik vind hem beter rijden, dan de Jeep en dat was al geen slechte wagen.’
Johan zegt: ‘John verwent je nogal met mooie wagens!’
Chantal grijnst. ‘Daar heb ik inderdaad wel geluk mee. Ik heb altijd gedacht, dat ik ook zo’n trutje zou zijn met zo’n minuscule wagen. Maar nu ik deze wagens ken, krijg je me daar zo snel niet meer in. Hoogstens ter overbrugging van de winter, als er zou gestrooid wordt, maar zodra ik weer hierin kan rijden, dan zal ik dat zeker doen!’
‘Toe maar! Nog een wagen erbij?’
Ik lach. ‘Als er al een bij komt, dan geen dure. Dat kan bruintje niet meer trekken. We hebben al genoeg onkosten gehad, de laatste tijd en er zullen nog wel wat kosten aankomen. Ik moet de alarminstallatie nog laten aanpassen, Chantal wil in huis nog wat andere meubels hebben, hoewel we daar natuurlijk nog wel even mee kunnen wachten. En we hebben net nog een caravan erbij gekocht, want we willen komende zomer wel met de caravan op vakantie. De Airstream is nog lang niet klaar, en zolang gaan we dus met die andere caravan.’
Johan schudt zijn hoofd. Waar doe je het allemaal van, John?’
Ik glimlach. ‘Het is maar goed, dat ik na mijn promotie op het werk ook wat meer ben gaan verdienen, Johan. Anders zou dat allemaal niet kunnen. Maar ik was al van plan me een caravan te kopen, en nu ik amper wat heb moeten uitgeven voor de Airstream, had ik uit dat potje nog wat geld over. De Airstream kan wachten, zoveel haast heeft dat ook weer niet. Maar dan is het voorlopig wel weer genoeg.’
‘Je zal toch wel weten, wat je doet, John.’
Ik glimlach. ‘Het voordeel van jarenlang vrijgezel zijn, Johan. Nooit echt gekke dingen gedaan, dus ik heb best wel wat kunnen sparen. En dat beloont zich nu. En geen zorgen, ik heb nog steeds wat reserves staan.’
Nu moet Johan lachen. ‘Oké, daar heb je een punt. Ik ben nooit lang vrijgezel geweest, en ik heb dus niet veel geld kunnen sparen. Dat ik en Helen dit huisje hebben kunnen kopen, dat komt, omdat we de laatste vijf jaren al ons geld opzij hebben gezet, zodat we genoeg hadden om een huisje als we nu hebben, te kunnen kopen.’
‘Dat kan ik me anders ook heel goed voorstellen. Het is je dan ook heel erg gegund.’

We komen dan aan bij Jolien en Joris, en ik zie dat Daan en Melissa er ook al zijn. Niet veel later komen ook Jolanda en Michel binnen, waardoor de hele familie Santegoed, met aanhang, compleet is. Na wat gezellig gebabbel kijkt Daan me aan. Ik knik en sta dan op.
Iedereen kijkt me verbaasd aan en als Chantal ook gaat staan, is iedereen vol aandacht.
‘Chantal en ik hebben iets bekend te maken. En nee, erg groot nieuws is het ook weer niet. Het is alleen, dat we besloten hebben om niet meer te wachten met trouwen. Komend jaar, in mei, dan gaan we trouwen. We willen gewoon niet meer wachten.’
Chantal vervolgt meteen: ‘En dat is niet, omdat ik zwanger zou zijn, mochten jullie dat denken. Daarmee willen we toch echt wachten tot ik klaar ben met mijn opleiding. Dat is wel moeilijk voor me, maar ik begrijp waarom John dat zo wil.’
Ik ga verder. ‘En geloof me, dat ik daarmee wil wachten, is echt niet omdat ik geen kinderen wil. Heel graag zelfs. Maar ik vind, dat Chantal ook een beetje aan haar toekomst moet denken. Hoe wil ze gefocust op haar opleiding bezig zijn, terwijl ze zwanger is, of al een kind heeft? Dat gaat niet. Ze moet nog anderhalf jaar, voordat ze klaar is, en ik vond, dat ze minstens een jaar zou kunnen wachten. En daar kon Chantal zich wel in vinden.’
Jolien kijkt verrast. ‘Een jaar? En ze moet nog anderhalf jaar?’
Chantal glimlacht. ‘Dat zou inderdaad wel betekenen, dat ik dan zwanger ben, als ik afgestudeerd ben. Maar John heeft gelijk, een jaar moet ik wel kunnen wachten. Maar dan ben ik wel al Chantal Vliegers-Santegoed!’
‘Ach zo! Nou, dat vind ik wel een goed compromis! Een jaartje wachten moet wel kunnen! Maar gefeliciteerd!’
‘Dank je, mam. Ik ben zelf ook helemaal door het dolle. Eigenlijk wilden we sparen voor een bruiloft met alles erop en eraan. Maar we zagen er uiteindelijk de meerwaarde er niet van in. En de bruiloft, zoals Johan en Helen dat gedaan hebben, is ons eigenlijk heel goed bevallen. En omdat we daarvoor ook de ruimte hebben, willen we hetzelfde doen. Alleen willen we een cateraar laten komen voor het eten, die ook het eten serveert. Een beetje luxe moet wel zijn. En over de muziek hoefden we helemaal niet lang na te denken. En ik hoef echt niet te zeggen, wie er komen spelen.’
Johan zegt meteen: ‘De Crazy Horses? Gaaf! Ik vond ze best goed! Nou, daar kijk ik dus alvast naar uit. Maar gefeliciteerd, zusje! Maar het gaat dan wel snel! Eerst wij, Michel en Jolanda volgen in Maart, en jullie in mei. Dan moeten we alleen nog op Melissa en Daan wachten, maar dat zal nog wel even duren, nu Daan pas een eigen zaak heeft.’

Daan is even naar buiten gelopen, om de taart te halen, die hij speciaal voor de gelegenheid heeft laten maken.
Daan hoort, dat ze het over hem hebben en zegt: ‘Waarop moeten we wachten, Johan?’
‘O, dat jij en Melissa gaan trouwen.’
‘Oh, dat! Tja. Het is niet anders. Maar ik wist het al, dus ik heb alvast gebak geregeld. Dat lusten jullie toch wel?’
Daan zet dan de taart in het midden van de tafel. Het is best een grote taart, en er staat een opschrift op. ‘Chantal & John, 15 mei 2020.’
Daaronder staat echter ook: ‘Melissa & Daan.’
Het is even stil. Johan is dan uiteindelijk, die de voor de hand liggende vraag stelt.
‘Uhm, waarom staan jullie ook op de taart?’
Melissa geeft antwoord. ‘Omdat we op die dag ook trouwen, Johan. Daan heeft me afgelopen week gevraagd. Ik wist helemaal van niets! Maar Chantal en John al wel!’

Er heerst even wat verwarring. Joris vraagt dan aan Melissa: ‘Wat bedoel je nou? Gaan jullie ook trouwen? Op dezelfde dag?’
Melissa glimlacht met haar hele gezicht. ‘Ja, en het is echt waar! John had aan Daan verteld, dat ze eerder gingen trouwen, en toen kwam Daan met het idee om dan maar de bruiloft samen te houden. De gekkerd liep dus al langer met het idee rond om me te vragen, maar doordat de garage er tussendoor kwam, is het er niet van gekomen. En op deze manier kunnen we het ons wel veroorloven. De kosten worden nu immers gedeeld met Chantal en John. Het wordt dus een dubbel huwelijk!’
Jolien begint opeens hard te gillen en stormt op Melissa af. Ze stoot daarbij bijna de tafel om, maar gelukkig kunnen we dat nog net op tijd opvangen. De rest kijkt verbaasd naar Daan, die alleen maar glimlacht. Joris vraagt Daan: ‘Dat menen jullie toch echt serieus, Daan?’
‘Heel erg serieus. Wat Melissa net zei, dat is helemaal waar. Als de garage niet was gekomen, dan had ik haar al gevraagd. Ik zie het net als John, waarom zou ik nog moeten wachten, als me al helemaal duidelijk is, dat Melissa de vrouw van mijn dromen is. Met heel mijn hart geloof ik, dat ze de ware is. En toen John me vertelde, dat ze de bruiloft ik zijn loods gingen houden, was dat het eerste wat me te binnen schoot. Ik heb hem en Chantal toen meteen gevraagd, wat ze van een dubbel huwelijk zouden vinden, en als we dat deden, of we dan ook de kosten van de bruiloft kunnen delen. En dat vonden ze een goed idee. Maar ik moet wel toegeven, dat ik echt lood in mijn schoenen had, toen ik Melissa moest vragen. Ik had alles al doorgesproken met John en Chantal, waar en wanneer ik het zou doen. Maar als het moment dan daar is, was het nog lang niet zo gemakkelijk. Ze had ook nee kunnen zeggen, maar dat deed ze gelukkig niet.’

Joris staat op en doordat Daan naast me zit, omhelst Joris ons beiden.
‘Jongens, wat maken jullie me gelukkig. Ik had het er toevallig gisteren nog over met John. En nu blijkt, dat jullie dat al lang van plan zijn!’
Ik lach. ‘Ik had het anders toch al bijna verklapt, Joris. Ik kon me nog maar net inhouden.’
‘Dat heb je dan uitstekend gedaan, John. Dit is echt fantastisch! Dit maakt me zo ontzettend trots! Ik krijg er twee goede schoonzonen bij. En natuurlijk heb ik al een goede schoondochter in Helen en krijg ik er straks nog een goede schoondochter bij in Jolanda. Wat kan een man zich nog meer wensen?’
Daan vraagt glimlachend: ‘Gaat het je niet te snel, Johan? Ik bedoel, in amper een jaar tijd zijn al je kinderen getrouwd!’
‘Ach, je weet toch dat het komen gaat, Daan. Dus je stelt je daarop in. En de tent is hier toch al op sneltreintempo leeggelopen. Eerst Chantal, die op kamers ging. Het was toen wel te raden, dat Melissa ook op kamers wilde gaan. Dat het uiteindelijk zo is gelopen, dat is alleen maar een droomscenario voor me. Jullie zijn prima kerels, en ik mag jullie stuk voor stuk. Jullie zijn eerlijk, recht voor zijn raap en ik zie gewoon hoe gelukkig mijn dochters bij jullie zijn. En dat maakt mij een gelukkig mens.’

Ik zeg: ‘En je hebt natuurlijk nu ook wel meer vrije tijd.’
‘Nog wel. Helen is zwanger, en ze heeft ons al gevraagd of we niet eens af en toe willen oppassen. Natuurlijk willen we dat! Het wordt ons eerste kleinkind, dus dat is voor ons net zo spannend als voor Johan en Helen. Dus qua vrije tijd zal het wel mee gaan vallen. En bovendien hebben we nu wat nieuwe hobby’s. We zijn nu helemaal in de sixties. We dansen nu veel op speciale feesten, zoeken de rommelmarkten af naar spullen uit de sixties, en Jolien maakt nu zelf kleding in de stijl van die tijd. En als ik over enkele jaren met pensioen kan, dan willen we met de Cadillac en de caravan een rondtocht door Europa gaan maken.’
Daan vraagt verbaasd: ‘Hebben jullie ook al een caravan?’
‘Ja, een opknapper en een hele oude. John heeft hem al gezien, en komt me binnenkort helpen. Er zijn een paar dingen, die ik niet helemaal alleen kan. Dan blijft John met zijn nieuwe caravan bij Johan en Helen slapen. Zo kan hij die ook meteen even uittesten.’

Daan kijkt me aan. ‘Dus je hebt de caravan al gekocht! Goed bezig! Dat wordt komend jaar een hele optocht richting Zweden!’
‘Ja, daarvoor heb ik me die ook gekocht, Daan. Maar we willen er dan nog wel een anderhalf weekje aanplakken. We hebben aan de kust van Zweden een camping gevonden, waar we dan nog een tijdje willen blijven. Gewoon even alleen. Zo’n meeting is leuk, maar ik wil mijn eerste zomervakantie met Chantal toch ook even alleen met haar doorbrengen.’
‘Ik begrijp je helemaal. Dat zit er voor komend jaar voor ons nog niet aan, John. Misschien dat ik het jaar erop een leuke vakantie met Melissa ga houden. Ik hoop, dat ik dan alles financieel op de rit heb.’

Joris vraagt dan geïnteresseerd: ‘En, hoe loopt het nu met je garage?’
‘Buitengewoon goed! Alle oude klanten zijn gebleven, dat scheelt natuurlijk! En ik heb er nieuwe klanten bij gekregen, vooral op het gebied van oldtimers. Laatst heb ik een oude Ford Torino opgeknapt. Die was op zich nog wel goed, maar had lang stilgestaan. Daar heb ik wat leidingen aan vervangen, de carburator gereviseerd en vier nieuwe banden erop, en als bonus de hele wagen laten polijsten. De vrouw, van wie de wagen was, was echt verrast. En dat is een meesterzet geweest. Schijnbaar kende ze meer mensen met oldtimers, en die komen nu allemaal naar mij toe. Toevallig gisteren nog gesproken met iemand, die een oude Packard uit 1948 door me wil laten restaureren. En dan praat je niet meer over een paar duizend euro, maar een veelvoud ervan. Als me dat lukt, en ik kan dat project goed afronden, dan zit ik wel goed. Maar dan moet die wagen er wel uitzien in concoursstaat. En ik ben ervan overtuigd, dat me dat wel gaat lukken. Met het interieur gaat Melissa me helpen, die weet immers wel raad met leer. De rest gaat me wel lukken. Maar dat gaat dan wel weer betekenen, dat ik moet gaan investeren in een spuitruimte om de wagens goed te kunnen verven. Daar heb ik al een gesprek over gehad met de bank, en daar willen ze wel in meewerken. Ze hebben de cijfers gezien, die ik de afgelopen maand heb geboekt, en dat was genoeg.
Maar dat betekent wel, dat het nog wel even zal duren, voordat ik helemaal uit de schulden ben. Maar dat is niet zo erg, zo heb ik begrepen van mijn boekhouder. Want die heb ik even in de arm genomen, tot ik dat allemaal zelf kan. Het is nu alleen even uitvogelen, wat ik mezelf als loon kan en mag geven. Vooralsnog is dat op het moment niet heel erg veel, ongeveer wat ik eerst ook verdiende, maar dat kan zomaar meer worden, als de zaken zo goed blijven lopen.’

Joris kijkt verbaasd. ‘Dus Melissa komt je ook al meehelpen in de zaak?’
Daan knikt. ‘Dat doet ze nu ook al. Zaterdagmiddag helpt ze met poetsen van het bureau en de kantine. Daar hebben we zelf amper de tijd voor, zo druk is het. En dat is maar goed ook, want anders zou ik de bank echt niet zo gek krijgen om nog meer te investeren.’
‘Ja, maar dan gaat ze dus echt meewerken in de zaak. Ik bedoel, het in orde maken van een interieur, dat is toch flink wat werk!’
‘Dat klopt. Maar ik heb Melissa al eens bezig gezien met leer. Het is amper te geloven, wat ze daar allemaal mee kan!’
Melissa komt dan bij ons staan. ‘Jullie hadden het over mij?’
Daan knikt. ‘Ik heb verteld, dat je me wil meehelpen met het interieur van die Packard, die mijnheer Schreurs wil laten restaureren.’
Melissa knikt. ‘Ik heb de wagen gezien. Daar hoeft helemaal geen nieuw interieur in. De zetels zijn nog wel goed te krijgen. Ja, hier en daar zal ik het opnieuw moeten stikken en misschien een stukje moeten vervangen. Maar het is gewoon beter, als het originele interieur behouden blijft. Dat krijg ik wel spits.’
Joris knikt. ‘Dus je gaat dan ook actief in de zaak van Daan meewerken?’
‘Niet de hele tijd, pap! Ik help nu ook al mee. Ze hebben helemaal geen tijd om de zaak te poetsen. De garage zelf blijft wel netjes, daar zorgt Daan wel voor, maar voor de kantine en het kantoor hebben ze gewoon geen tijd genoeg. Ze proberen het wel, maar het lukt gewoon niet. Als ik zie, hoeveel auto’s daar door de week staan, dan weet je wel genoeg. Hoeveel auto’s hebben jullie deze week gerepareerd, Daan? Waren het er bijna dertig?’
Daan knikt. ‘Ja, zoveel waren het er wel ongeveer. Iets minder, ik heb ze echt niet meer geteld. En eerlijk gezegd ben ik ook bekaf. Melissa mag straks naar huis rijden, dat gaat me echt niet meer lukken.’

Joris vraagt dan aan Melissa: ‘En hoe doe je dat allemaal met je studie?’
‘O, dat is geen probleem. Daan woont nu vlakbij het station, en daarmee ben ik in anderhalf uur in Nijmegen. En in de trein kan ik dan alles doornemen, wat ik die dag moet doen. En op de terugweg kan ik het werk doen, wat ik thuis zou moeten doen.’
‘Dus je bent nu niet meer zo veel in Nijmegen?’
Melissa schudt haar hoofd. ‘Ik wil de huur van die kamer gaan opzeggen. Ik heb al met ze gepraat, en ze vonden dat geen probleem. En als ze willen, heb ik al meteen een andere huurder voor ze. En die zou eventueel ook alle spullen willen overnemen. Maar daar ga jij dan weer over, pap.’
Joris glimlacht. ‘Dus je dacht, nu Daan me toch gevraagd heeft, ga ik maar meteen ook daar wonen?’
Melissa bloost even. Joris moet erom lachen.
‘Dan moet je daar maar eens snel werk van maken. En voor die meubels, kijk maar wat je daarvoor vraagt. Dat geld hoef ik niet te hebben. Gebruik het maar om iets leuks van te kopen voor jou en Daan. Dat heb ik veel liever.’
‘Dus je vindt het niet erg, dat ik eigenlijk al een beetje bij Daan woon?’
‘Waarom zou ik boos zijn, Melissa? Ja, het is sneller gegaan, als ik verwacht had, maar het is eigenlijk net zoals bij Chantal. En dat gaat toch ook prima? Waarom zou ik je dat vertrouwen dan ook niet geven?’
Melissa omhelst haar vader. ‘Je bent de beste vader van de wereld!’

Joris zucht. ‘Wat gaat de tijd toch snel! Het lijkt wel een cliché, maar het is echt waar. Het ene moment heb je haar nog in je armen, toen ze geboren werd, het volgende moment gaat ze samenwonen en over een klein half jaar alweer trouwen. Het lijkt nog gisteren, dat ze hier nog met een luier aan rondrende.’
Joris kijkt de kamer met een grote glimlach en kijkt naar zijn kinderen. Hij is zichtbaar trots, en moet daar wel even een traan om laten. Jolien komt bij hem staan en samen kijken ze naar hun kinderen, die nu druk met elkaar aan het praten zijn.
Joris zegt glimlachend: ‘We beginnen oud te worden, Jolien! Maar wat een nieuws, vind je niet?’
Jolien glimlacht ook. ‘Je hebt gelijk. Wat een nieuws. Maar eigenlijk ook weer niet helemaal onverwacht. Ik heb altijd wel het idee gehad, dat onze dochters kort na elkaar zouden gaan trouwen. En ze hebben beste kerels aan de haak geslagen. Ik geef toe, ik heb in het begin wel mijn twijfels gehad, maar daar hebben zowel Daan als John me snel vanaf geholpen.
John met zijn goudeerlijke, maar doortastende manier van leven. En Daan met zijn verrassende carrière. Had jij een paar maanden geleden gedacht, dat Daan zoiets zou gaan doen? Van Helen en Jolanda wisten we al meer, maar dit zijn wel twee mannen uit het Zuiden. Talloze mensen hebben erover geoordeeld, en me dat ook meegedeeld, maar ik ben blij, dat ik ze nu kan zeggen, dat ze het allemaal mis hebben gehad.’
‘En wie heeft je nu het meeste verrast van onze schoondochters en schoonzoons?’

‘Als ik eerlijk ben, is dat toch John. Daan heeft me natuurlijk ook verrast, maar John toch net iets meer. Het meeste heeft me geraakt, dat hij die jongen, Joey, opgenomen heeft, en nu een stiefvader voor hem is. Dat had ik absoluut niet van hem verwacht, ook niet van Chantal. Dat is toch het summum van naastenliefde? Als je dan ziet, hoe ze begaan zijn met die jongen, dat is toch gewoon mooi?’
‘Ik geef je helemaal gelijk. Chantal heeft wat dat betreft een lot uit de loterij getrokken. Een betere vent zou ze nooit kunnen krijgen. John heeft het allemaal. Hij ziet er goed uit, is echt een hele aardige gast, is breed geïnteresseerd en heeft oog voor zijn medemens. En als ik dan zie, hoe gelukkig hij Chantal maakt? Ze straalt gewoon uit, dat ze gelukkig is. En dat accent, dat ze nu al heeft! Is het niet schattig?’
Jolien glimlacht. ‘Ze begint haar Kampenaars accent al te verliezen. En je kunt heel goed horen, dat ze nu vaker Limburgs praat. Dat wil ze zelf ook en ik zie dat als een goed teken. Ze is daar meer op haar plaats, dan ze ooit hier zou kunnen zijn.’
‘Maar ze wil wel van geloof veranderen, Jolien.’
‘Ja, daar was ik best wel van geschrokken, maar ik heb erover gesproken met de ouderling. Hij vertelde me, dat het echt geen schande was. Het is alleen maar een andere leer, geen ander God. Daar heb ik het toch wel even moeilijk mee gehad. Maar ik heb erover nagedacht, en ik besef me nu, dat het gewoon bij hoort. Ze woont nu daar, en maakt daar natuurlijk ook kennis met de kerk daar. Dat ze straks niet meer bij onze kerk hoort, wil niet zeggen, dat ze daar niet meer mag komen. Dat heeft ze me zelf verteld, toen we richting Zwolle reden. En dat maakt het voor mij gemakkelijker om het te accepteren.’
‘Je hebt je erbij neergelegd?’
‘Ja, ik kan er toch niets aan doen. En het laatste wat ik wil, is om die reden het contact met haar te verliezen. Want dan raak ik niet alleen Chantal kwijt, maar ook Melissa. Want die twee zijn twee handen op een buik.’
‘Daar heb ik in ieder geval gelijk in. Je kunt er wel boos om worden, maar het verandert niets. En ik kan Chantal ook wel begrijpen. Ik denk ook niet, dat ze zozeer die andere leer aanhangt, maar dat ze zich zo meer verbonden met John voelt.’
‘Ja, zo denk ik daar ook over. Maar goed, daar wil ik het vanavond niet meer over hebben. Bovendien, ik moet de soep opzettend! Het is al bijna half een!’

Ze gaat snel naar de keuken en Joris voegt zich bij zijn kinderen. Hij zegt dan tegen mij: ‘Dus jullie hebben ook al een datum?’
Hij wijst naar de taart, die nog steeds onaangeroerd op tafel staat.
‘Ja, maar dat was voor mij ook wel een verrassing. Maar dat is wel goed. Chantal en ik moeten nog wel even langs bij het gemeentehuis.’
Ik richt me even tot Daan. ‘Was jij al bij de gemeente geweest?’
Daan knikt. ‘Ja, en vrijdag 15 mei staat al voor ons gereserveerd. Vrijdags leek me de beste tijd om te gaan trouwen. Ze vonden het op de gemeente wel een leuk idee, dat we tegelijkertijd gaan trouwen. Dus dat is ook al geen probleem.’
Ik lach. ‘Dan zal ik me de komende week ook maar even wat vrij pakken om die zaken op de gemeente te regelen. Ze zien me alweer aankomen op mijn werk. Het lijkt wel, of ik meer vrij heb, dan dat ik nog werk!’
Daan lacht. ‘Pff, het zou wat! Als ik zie, hoeveel vrije uren je nog hebt staan, dan moeten ze niet klagen. Hoeveel heb je er nu nog staan?’
‘Voor dit jaar? Ongeveer een kleine tweehonderdvijftig. Ik zou zomaar anderhalve maand kunnen opnemen. Maar die wil ik nog bewaren voor onze huwelijksreis. Want dat hoort er wel bij, vind ik.’
‘Waar wil je dan naar toe?’
‘Florida of Californië. Ik wil zien, waar onze mooie wagens vanaf komen.’
‘Dan moet je naar San Francisco gaan, Hollywood en zo.’
‘Ik zie wel, het moet natuurlijk nog wel allemaal te betalen zijn. En anders wordt het een weekje Ibiza of zo. Maar een weekje helemaal alleen met Chantal, dat gaat zeker gebeuren.’
Joris zegt: ‘Als je naar Amerika gaat, moet je eigenlijk wel langer als een week gaan. Dat wordt altijd gezegd.’
‘Dat weet ik wel, maar dat zit er dan weer niet meer aan, Joris. Een week, of anderhalve week, dat kan nog wel. En ik wil nu voor het eerst met Chantal eens midden in de zomer op vakantie gaan. Twee keer in een jaar op vakantie, dat vind ik meer dan voldoende. En dan heb ik het nog niet over de weekenden, die we willen doen.’

‘En wat doe je met Joey in die tijd?’
‘Daar moet ik nog over nadenken. Voor de zomervakantie is dat geen probleem, dan gaat Joey gewoon met ons mee. En misschien dat Veerle dan ook wel met ons mee mag.’
‘Denk je, dat haar ouders dat goed gaan vinden?’
‘Ik ken Otto wel, dat wordt niet echt een probleem. Bovendien mogen ze in de stapelbedden slapen, die de caravan heeft. En die zijn echt niet zo ruim, dat ze er seks in kunnen hebben. En ik ken Otto goed genoeg, dat het hem vooral daarom gaat.’
‘Alsof dat helpt, John. Ze kunnen genoeg eenzame plekjes vinden om dat te kunnen doen. Bovendien zijn ze toch allebei ouder dan achttien?’
‘Dat weet ik wel, maar dat kunnen ze ook hier wel doen. Ik bedoel, dat die vakantie geen vrijbrief moet zijn om de hele tijd maar seks met elkaar te hebben. En geloof me, er zijn genoeg jongeren, die zoiets doen. En dat zal ik dan ook niet toestaan. Ik maak me geen illusie, dat ik seks tussen die twee kan verhinderen, maar ik hoef ze toch ook weer niet uitgebreid de gelegenheid daartoe te geven.’
‘Daar heb je ook weer een punt. Je doet in ieder geval goed werk met die jongen. Ik had het er net nog met Jolien over.’
‘Ach ja, ik kon die jongen niet aan zijn lot overlaten. En als je dan achteraf in de gaten krijgt, wat die jongen al allemaal achter de kiezen heeft gehad, dan voel je je gewoon goed, als je hem kunt helpen. En dat waardeert hij ook echt. We gaan met elkaar om, met het nodige aan respect. Ik probeer niet zijn vader te spelen, maar ik stel wel heel duidelijke grenzen over wat hij mag en wat hij niet mag. En daar voelt hij zich lekker bij. Je ziet hem gewoon sprongen maken. Dat is gewoon prachtig om te zien.’

Daan zegt: ‘Joey is helemaal idolaat van je, John. Je bent echt zijn grote voorbeeld. Toen hij me laatst hielp in de garage, heeft hij alleen maar over jou en Chantal gepraat. En ook wel even over Veerle, maar hoofdzakelijk over jou. Hij heeft je echt heel hoog zitten, en ik kan hem wel begrijpen. Hij weet, wat hij aan jou te danken heeft. Hij heeft een tweede kans gekregen, en dat is meer, dan hij ooit heeft kunnen hopen.’
Joris zegt: ‘Ja, dat geloof ik meteen. John, ik heb echt veel respect voor je gekregen, toen je Joey die kans gaf. Want daarmee heb je veel verantwoordelijkheid op je hals gehaald, wat je helemaal niet hoefde te doen. En dat beseft die jongen zich ook wel. En daarbij, je bent ook een prachtmens. Met hoe je dingen aanpakt. Geen halve dingen, gewoon doen en er vol voor gaan. En daarom pas je ook zo goed bij Chantal. Ik kan echt met recht zeggen, dat ik blij ben, dat je met haar gaat trouwen. En ik ben overigens net zo blij met Daan, die is alleen heel anders in wat hij doet. Die zie ik zo snel niet een vreemde jongen opnemen. Maar voor zijn vrienden heeft hij wel alles over, net als jij.’
Daan knikt. ‘Dat zie ik me inderdaad niet zo snel doen, zo iemand als Joey opnemen. Dat zou ik ook niet kunnen. John wel, er zijn maar weinig dingen, die hem echt niet lukken. Onder vrienden zeggen we wel eens over hem, dat alles wat hij aanpakt van goud wordt. Ik ken echt maar weinig mensen, die hem zouden kunnen evenaren.’
Ik bloos ervan en zeg: ‘Nou doen jullie net alsof ik een heilige ben! Dat ben ik echt niet!’
‘Nee, maar je komt verdomd dichtbij in de buurt, John. Eigenlijk zou je een lintje moeten krijgen voor alles wat je doet.’
‘Nou overdrijf je helemaal, Daan.’
‘Is dat zo? Wie heeft er jarenlang in de bar van de sportkantine gestaan? Wie staat er vooraan, als er wat gedaan wordt in het dorp? Als er iemand hulp nodig heeft, wie is de eerste die zijn hand opsteekt en ook helpt? Dat ben jij. Als ze mij ooit zouden vragen, wie er een lintje verdient, dan zeg ik zonder een moment te twijfelen, dat jij die moet krijgen. Als er iemand een lintje verdient, dan ben jij dat wel.’
Ik bloos en voel me wat opgelaten.

Gelukkig komt Jolien dan de kamer in om te zeggen, dat de soep klaar is. We gaan dan allemaal aan tafel zitten, wat wel een beetje krap is, om met tien personen aan deze tafel te zitten. Maar het lukt en het is er ook niet minder gezellig om. Na het eten gaan we in de serre zitten, die veel ruimer is. Rond een uur of drie wordt de taart aangesneden en lekker geconsumeerd met een goede kop koffie. Als iedereen dat op heeft, staat Jolien op. Ze kijkt haar man aan, die even goedkeurend knikt.
‘Nu Chantal en Melissa aangekondigd hebben in mei te gaan trouwen, hebben je vader en ik ook wat mede te delen. Vanaf komend jaar hebben we besloten om uit de kerkraad te stappen. We blijven nog wat actief in de kerk, maar in mindere mate.’
Iedereen kijkt verbaasd en geschokt. Melissa vraagt dan: ‘Waarom doen jullie dat dan? Jullie krijgen juist nu meer tijd!’
‘Ik weet, dat het voor jullie als een schok komt, maar we hebben er echt goed over nagedacht. We willen wat meer tijd hebben om van het leven te genieten. Daar zijn meerdere redenen voor. Een van die redenen komt door John, die met zijn vrolijke blik ons heeft laten zien, dat er meer is in het leven, dan alleen de kerk. Hij heeft ons een vrijheid laten proeven, waar we nog veel van hopen te kunnen genieten.
Maar er is ook een andere reden, zeker niet minder belangrijk. Ik ben ziek. Ik zal het maar meteen noemen, dan is het ook achter de rug. Ik heb misschien borstkanker. Daarvoor moeten er nog wat meer onderzoeken gedaan worden en ik ben er nog op tijd bij, maar ik zal de komende tijd veel naar het ziekenhuis moeten. Volgens de dokter maak ik een goede kans om te genezen, maar daar wil ik niet vanuit gaan.
Dus daarom willen we de tijd, die we nog samen hebben, nog zo goed mogelijk en zo leuk mogelijk met elkaar genieten. En nu jullie allemaal de deur uit zijn, kan dat ook allemaal.’

Iedereen is geschokt. Het komt ook als een mokerslag aan.
‘Hemel, mam! Is het echt? Wat erg!’
Jolien begint te huilen. Chantal en Melissa omarmen haar.
‘Maar dan zijn we niet altijd hier om je te steunen! We wonen nu aan de andere kant van het land!’
‘Dat is niet erg, ik weet, dat jullie aan me denken. En misschien hebben jullie dan een reden meer om ons te komen opzoeken?’
‘Natuurlijk! Maar hoe erg is het?’
‘Gelukkig valt het volgens de dokter nog wel mee. Het is nu nog maar een vlekje op de scan. Afgelopen vrijdag is er een punctie gedaan, en ik moet nog de uitslag krijgen of wat het precies is. Het zou ook nog een ontsteking kunnen zijn. Maar ook een tumor. Als het kwaadaardig is, dan zal het moeilijker worden en wordt er misschien een borst geamputeerd. Maar de dokter heeft er goede hoop in, dat het goedaardig is, en dan zou ik misschien met enkel bestraling eraf komen. Dan zou ik binnen een jaar genezen kunnen zijn, vooral omdat het nu nog zo klein is.’
‘Jezus, wat erg! Ik moet er niet aan denken, dat het kanker is!’
‘Ik ook niet. Maar het is Gods wil, dat ik dit nu krijg. Ik heb me er maar bij neer te leggen.’
‘Hoelang weet je het nu al?’

Jolien zucht. ‘Nog niet zo heel lang. Maar ik had al langer het vermoeden, dat er iets niet goed was. Er was al langer een soort hard knobbeltje in een van mijn borsten en bij de controle werd me meteen gezegd, dat ik naar het ziekenhuis moest. Het was een lastige diagnose, vooral omdat het nog steeds zo klein is. Maar het doet je wel beseffen, dat je het leven moet genieten, nu het nog kan. En dat is ook waarom ik zojuist ook John zo noemde. Hij heeft me, wat dat betreft, wel de ogen geopend. En ik zie hoe gelukkig je met hem bent, Chantal. En ook Daan, die maakt juist Melissa zo gelukkig. En om haar had ik altijd zo’n zorgen. Je bent zo wispelturig en leek altijd op de verkeerde mannen te vallen. Maar nu heb je Daan en dat is gewoon goed.’
‘Denk je echt, dat je kunt genezen?’
‘Daar ga ik wel vanuit. Ik hoop, dat ik maandag of dinsdag de uitslag krijg en dat die goed zal zijn. Dan kan ik snel het traject in, en dan hoop ik er snel vanaf te zijn. Maar die tijd zal wel een flinke hel zijn. Maar dat is een kleine prijs, die ik moet betalen, als ik er dan maar vanaf ben.’
Ze knuffelt haar dochters en zegt: ‘Het komt heus wel goed met me. Het doet me goed, dat jullie meteen zo begaan zijn.’

Chantal en Melissa knikken en maken dan plaats voor hun broers, die ook hun steun aan hun moeder willen betuigen. Daarna is er de ruimte voor ons, de schoonfamilie, om Jolien steun te betuigen. Ik ben als laatste aan de beurt en terwijl ik haar een stevige knuffel geef, fluistert ze in mijn oor: ‘Bedankt, John. Bedankt, dat je me het licht hebt laten zien.’
Ik kijk even verbaasd en dan begrijp ik het. Ik glimlach en zeg: ‘Graag gedaan. Soms is een glimlach alles wat nodig is.’
Ze schudt haar hoofd. ‘Nee, je hebt veel meer dan dat gedaan. Het is vooral je eerlijkheid, die me de ogen geopend heeft. De glimlach was de bonus.’
Ik geef haar nog een korte knuffel en we gaan dan weer zitten. Natuurlijk wordt er over de tegenslag van Jolien gepraat, maar ze toont zich een sterke vrouw. Het is duidelijk, dat ze er goede hoop in heeft op een goede afloop. En dat hopen we dan ook maar.

Als we later die dag huiswaarts keren, is natuurlijk niet veel meer over van de feeststemming. Het is dan ook stil onderweg. Maar als we eenmaal thuis zijn, geef ik Chantal een stevige knuffel. En die heeft ze echt nodig. Ze begint vrijwel meteen te huilen, en ik troost haar.
‘Het komt wel goed, meisje. Je moeder is een sterke vrouw, en als die uitslag goed is, dan zal ze ook wel genezen.’
‘Denk je echt? Ik ben er zo van geschrokken!’
‘Dat denk ik echt. Het is even afwachten, Chantal. Maar ik ben er zeker van, dat ze zich er doorheen zal slaan.’
Chantal zucht eens en klemt me stevig tegen zich aan. Dan droogt ze haar tranen en zegt: ‘Als mam sterk is, dan moet ik dat ook zijn. Je hebt gelijk, ik moet het beste ervan hopen.’
Later, als Joey thuis komt, laten we niets merken, dat er iets loos is. Maar Joey lijkt wel te merken, dat er iets aan de hand is, maar vraagt er niet naar. Het is pas maandagavond, als we samen bezig zijn in de loods, als hij me ernaar vraagt.
‘John? Mag ik iets vragen?’
‘Zeg het maar!’
‘Is er iets met Chantal aan de hand?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Met Chantal niet, maar met haar moeder. Die heeft misschien borstkanker. En natuurlijk maakt Chantal zich daar nu zorgen over. Maar morgen krijgt haar moeder de uitslag, hoe ernstig het is. Dus zeg er maar niet te veel over en laat haar maar even.’
Joey kijkt geschokt. ‘Oei, dat klinkt anders toch wel serieus! Goed, ik zal proberen Chantal wat minder tot last te zijn.’

We gaan dan verder met de caravan, waar we aan bezig zijn. Joey heeft de assen er netjes onder gezet, maar heeft wel een klein foutje gemaakt, dat echter gemakkelijk te herstellen is. Als later die avond ook nog Sander binnengelopen komt, want die wil de maten voor de vloerplaten komen opmeten, begint de sfeer weer beter te worden. Ook als Chantal binnenkomt, om ons van verse koffie te voorzien, merkt ze al, dat er weer gelachen wordt. En dat heeft weer een positief effect op haar. Het laat haar even haar zorgen vergeten.
De volgende dag, terwijl ik op mijn werk ben, krijg ik plotseling telefoon van Chantal. Normaal belt ze me nooit overdag, of er moet iets aan de hand zijn. Ik realiseer me opeens, dat ze misschien iets gehoord heeft van de uitslag van Jolien. Ik neem meteen op.
‘John! Goed nieuws! Mam heeft helemaal geen kanker, maar een cyste! Daar moet ze evengoed wel iets aan doen, maar dat is gemakkelijk te genezen.’
‘Oh, daar valt een steen van mijn hart. Dat is inderdaad goed nieuws. Ze zal wel blij zijn!’
‘Ja, en anders ik wel. Je weet, hoe moeilijk ik het ermee had.’
‘Ik ben ook blij. Weet je wat? Stuur haar anders een bloemetje, dat zal ze zeker leuk vinden.’
‘Dat is een goed idee! Ik ga meteen de bloemist bellen!’
‘Doe dat. En dan zie ik je straks wel. Ik ben zeker op tijd thuis.’
‘Kusje!’
Ik glimlach. ‘Kusje terug!’

Ik hang op en mijn collega zegt: ‘Goed nieuws?’
‘Dat kun je wel stellen. Mijn schoonmoeder had te horen gekregen, dat er misschien borstkanker was geconstateerd, maar het blijkt alleen een cyste te zijn.’
‘Ja, dat is inderdaad goed nieuws. Maar dat wil niet zeggen, dat ze ervan gevrijwaard is, John. Dat heb ik meegemaakt met mijn schoonmoeder. Die had ook een goedaardig knobbeltje in haar borst, maar later kreeg ze daardoor wel borstkanker. Ik zou dus nog niet te vroeg juichen. Maar ik denk, dat de dokters haar dat ook wel zullen vertellen, en dat ze voorlopig nog wel onder toezicht staat van de dokter, gewoon om uit te sluiten, dat er alsnog kanker ontstaat.’
‘Ik weet het niet, wat er nu gaat gebeuren. Vooralsnog ben ik alleen maar blij, dat het zoiets is. De rest zien we dan wel weer.’
Als ik later thuis kom, geef ik Chantal eerst een stevige knuffel.
‘En? Voel je je nu beter?’
‘Ja, ik voel me nu zo opgelucht! Ik heb nog even met mam gebeld, ze hebben de cyste leeggezogen, en nu krijgt ze medicijnen om nieuwe vorming van de cyste te voorkomen. En ze moet nu ook een bepaald dieet volgen. En dan zou ze weer helemaal genezen moeten zijn. Het is dus toch geen borstkanker.’
Ik geef Chantal een zoen. ‘Heb je de bloemist gebeld?’
‘Ja, meteen nadat ik jou gebeld had. En het is al afgeleverd, mam heeft me al voor de bloemen bedankt!’
‘Kijk, dat zal ze vast erg leuk hebben gevonden.’
Chantal knikt. ‘Ze was er heel erg blij mee.’
‘Daar ging het toch om?’

Chantal glimlacht. ‘O, Joey heeft gebeld, dat hij iets later komt. Maar hij gaat nog wel mee sporten.’
Ze loopt terug naar de keuken, en ik loop even terug naar de auto, waar ik een grote bos rozen voor Chantal uit de wagen haal. Ik loop zo de keuken in, waar Chantal nog druk bezig is. Ze heeft niet eens in de gaten, dat ik met een grote bos van wel 25 rode rozen achter haar sta.
Ik ga achter haar staan en geef haar een kusje in haar nek. Daar is ze zeer gevoelig voor, en dat weet ik maar al te goed.
‘Niet nu, John. Ik ben bezig!’
‘Ook hiervoor?’ en ik laat dan pas de bloemen zien. Ze draait zich verrast om.
‘Rozen? Waarom dan?’
‘Omdat ik van je houd, en omdat je je zo’n zorgen over je moeder hebt gemaakt. Dus ik vond het wel nodig om je eens wat mooie bloemen te geven!’
‘Pff, dan ook maar meteen zo’n enorme bos rozen? Je bent helemaal gestoord!’

Maar ik zie aan haar glimlach, dat ze dat laatste helemaal niet meent.
‘Let jij even op het eten? Dan zet ik even de bloemen in een vaas.’
Ze is zichtbaar ontroerd en probeert de rozen in een vaas te krijgen. Maar het zijn er veel te veel, dus ze moet nog een tweede vaas pakken. Ze zet de vazen in de woonkamer, waarbij ze nog steeds hoofdschuddend me aankijkt.
‘Wat ben je soms ook lekker gestoord, John. Een kleinere bos was ook wel goed geweest!’
Ik trek haar tegen me aan. ‘Nee, dat is het niet. Je zat veel te veel in over je moeder, en ik heb je, zolang als ik je al ken, nog helemaal geen bloemen gegeven. Dus ik had wel wat goed te maken.’
‘Nee, maar je geeft me wel auto’s. Daarmee heb je me ook al heel erg blij gemaakt! Kom hier, dat ik je passend bedank!’

Ze geeft me een lange zoen, waarin ze duidelijk haar liefde voor me laat blijken. Dan beginnen we aan de soep, die we meestal altijd even eten, voordat ik ga sporten. Terwijl we aan het eten zijn, vraagt ze me: ‘John? Zou ik ook eens mee kunnen? Misschien dat ik daar ook eens wil gaan sporten. Ik zit hier nu bijna iedere dinsdag en donderdag en ik wil weer wat meer bewegen.’
‘Dat moet geen probleem zijn. Je bent toch al een paar keer mee geweest?’
‘Ja, maar toen alleen om te kijken. Ik wil gewoon sporten. Fitness, of wat me verder aanstaat.’
‘Dat gaan we voor je regelen. Dan pak je spullen dadelijk maar.’
Chantal lacht. ‘Die heb ik al klaar liggen. Ik had al zo’n vermoeden, dat je er geen probleem van zou maken.’
Als Joey wat later thuiskomt, rijden we meteen door naar de sportschool. Joey vraagt niet eens, waarom Chantal nu opeens meegaat. Eenmaal bij de sportschool doet Otto helemaal niet moeilijk over Chantal. Het enige wat hij zegt is: ‘Ik zal het wel op je rekening schrijven, John.’
Ik lach. Ik sport wel meerdere keren per week in zijn sportschool, maar ik heb nog nooit lidmaatschapsgeld hoeven betalen. Ook niet voor Joey. En voor Chantal zal het niet anders zijn. Dat komt vooral, omdat ik Otto meehelp met trainingen, waarvoor ik ook geen vergoeding voor krijg. Het is zo te zeggen een vergoeding in natura. Ik loop naar Chantal toe en zeg: ‘Nou, dat is dan geregeld. Je kunt sporten, wanneer je maar wilt.’
‘Hoef ik me niet in te schrijven en zo?’
‘Niet nodig. Hoefde bij Joey ook niet, en bij jou dus ook niet. Je weet toch, dat ik Otto regelmatig meehelp bij zijn trainingen? Daarvoor kunnen we hier gratis sporten.’
‘O, had ik dat maar eerder geweten! Reken er dan maar op, dat ik voortaan met jullie mee ga!’

Otto maakt echter wel een korte begeleiding met Chantal. Hij neemt zijn verantwoordelijkheid als sportleraar wel serieus, maar heeft al snel in de gaten, wat Chantal wil en ook kan. Een sportschema is dan ook snel gemaakt, en daarmee kan Chantal haar gang gaan. Otto komt bij me staan, terwijl ik nog bezig ben met mijn warming-up.
‘Nu ben je me wel een gunst schuldig, John.’
Ik glimlach. ‘Vertel, wat moet ik voor je doen.’
‘Ik wil, dat je binnenkort eens een toernooi doet. Gewoon een toernooi, dat is alles.’
Ik zucht eens diep. ‘Waarom Otto? Je weet, dat ik daar niet van houd.’
‘Dat weet ik, maar ik vind het gewoon zo zonde, dat je je kunde en techniek nooit kunt laten zien. En bovendien is er iemand, die ik heel erg graag eens het onderspit zou willen laten delven.’
‘Aha, dat verandert de zaak. Goed, een toernooi. En geen toernooi meer!’

Otto grijnst. ‘Dank je. Het toernooi zal net na nieuwjaar plaatsvinden. Dan is er een open kampioenschap. Daar kun je zo meedoen. Ik regel wel, dat je in de juiste klasse ingedeeld wordt.’
‘Dus ik krijg ook nog tijd om me voor te bereiden? Is die gozer een beetje goed?’
Otto knikt. ‘Hij is goed, heel erg goed. Maar ook ontzettend verwaand. Maar ik weet heel zeker, dat je hem de baas kunt.’
‘En je hebt zeker geen video van hem?’
‘Jawel, wil je hem eens zien?’
‘Als ik tegen hem moet vechten, dan is dat wel handig. Ik heb je vaak genoeg geholpen om je voor te bereiden voor een wedstrijd.’
Otto pakt zijn telefoon en laat me dan enkele filmpjes zien. De man, tegen wie ik moet gaan vechten, is zeker niet slecht. Maar ik zie zelf al wat zwakke punten. Otto glimlacht, als hij me die man ziet beoordelen. Dan vraag ik: ‘En hoe wil je me in zijn klasse krijgen, Otto? Want hij vecht duidelijk al in een hoge klasse. En ik heb nog nooit wedstrijden gedaan.’
‘Je zal een keer voor een commissie moeten laten zien wat je kunt. Zeg maar een soort demopartij. En de rest laat maar aan mij over. Ik heb veel medestanders, die heel graag zouden zien, dat die gozer eens een flinke afstraffing krijgt.’
‘Wat is jouw reden om hem zo te haten, Otto? Want dit klinkt niet bepaald als een bepaalde afgunst.’
‘Persoonlijk heb ik ook niet echt een probleem met hem. Het is de manier, waarop hij soms wedstrijden wint. Enkele weken geleden heeft hij iemand bijna in coma geslagen, terwijl de tegenstander al op de vloer lag.’

Ik trek een gefronst gezicht. ‘Oei, dat is absoluut niet fair. Dus hij vecht niet echt helemaal volgens de regels?’
Otto schudt zijn hoofd. ‘En daarom dacht ik ook meteen aan jou. Jij hoeft je daar niet aan te houden. Je doet eigenlijk geen wedstrijden, dus als je eens een keer te ver gaat, staat je hoogstens een schorsing te wachten. Alsof jij daar wakker van zou liggen.’
Ik kijk Otto aan en zeg: ‘Je gaat van mij toch niet verwachten, dat ik hem helemaal sloop, of wel?’
‘Nee, maar wel dat je hem een flink pak slaag geeft, waar hij nog heel lang over nadenkt. Ik weet, dat je het kunt. Wat zeg ik, je bent verdomme net zo goed als ik!’
‘Oké, daar kan ik wel mee leven. Maar dan wil ik wel een keer spreken met die jongen, die hij zo toegetakeld heeft.’

Otto kijkt me verbaasd aan. ‘Dat kan ik wel regelen. Het gaat nu wel weer redelijk met hem. Maar hij is er nog lang niet.’
‘Oké, dan regel dat maar. Ik wil hem eerst spreken, voordat ik je definitief zeg met die ene gast te vechten. Dat is mijn voorwaarde.’
Otto steekt zijn hand uit. ‘Dat is fair genoeg, en dat is ook precies zoals ik je ken. Het zou me teleurstellen, als je dat niet zou vragen.’
Ik ga dan weer verder met trainen. Bij het sparren gaat het er fel aan toe, Otto onderwerpt me meteen aan een hardere training. Maar het is niets, wat ik niet aankan. Als we gedoucht zijn en weer in de auto zitten, vraagt Chantal aan me: ‘Je moest er vandaag wel stevig aan door Otto. Pff, ik zou echt niet graag ruzie met je hebben!’

Ik glimlach. ‘Dat heeft een reden. Normaal doet Otto niet zo fel. Hij wil, dat ik net na nieuwjaar een toernooi ga doen.’
‘Waarom dat dan?’
‘Hij had een nogal uitzonderlijk verzoek, en dat kon ik hem onmogelijk weigeren.’
Ik vertel dan, wat de reden van Otto’s verzoek is.
‘Is dat dan niet gevaarlijk voor jou?’
‘Vechten in de ring is altijd verbonden met gevaar, Chantal. Ook tijdens het sparren. Maar als je normaal volgens de regels vecht, hoeft dat echt niet gevaarlijk te zijn.’
‘Moet je dat echt doen?’
‘Ik hoef het niet te doen, Chantal. Maar ik zou Otto zeer teleurstellen. En daarbij, als die ene jongen zo’n onrecht is aangedaan, dan kan ik dat niet naast me leggen. Je weet hoe ik over zulke dingen denk.’
Chantal knikt. ‘Ja, daar weet ik alles van. Dan kan ik je dus niet van je voornemen afpraten?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Ik wil echter nog eerst met die jongen praten. Ik wil er wel van overtuigd zijn, dat ik ook met de juiste reden met die gast ga vechten.’
Joey zit achterin en vraagt dan: ‘In welke klasse vecht die gast?’
‘Klasse A. Maar Otto zei me, dat het waarschijnlijk een K-1 gevecht gaat worden.’
Joey fluit eens door zijn tanden. ‘Dat gaat behoorlijk pittig worden dan, John. Maar als het iemand aankan, dan ben jij dat wel. Als ik je soms tegen Otto zie sparren, dan moet ik er niet aan denken, dat om die klappen op te vangen.’
‘Ach, dat valt best mee. Maar de komende tijd zal het er wel feller aan toe gaan. Otto wil me goed voorbereiden, en dat zal ook wel nodig zijn. Maar wanneer ga jij je eerste wedstrijd doen, Joey? Het lijkt me, dat je al een redelijk niveau hebt bereikt.’

‘Ik weet het nog niet, John. Ik voel me er nog niet klaar voor.’
‘Dan moet je het ook nog niet doen, Joey. Je moet het doen, als je er klaar voor bent.’
Even later komen we thuis. Chantal had het eten al voorbereid, dus dat hoeft ze alleen maar op te warmen. Het is meteen duidelijk, dat ze meer honger heeft, dan normaal. Ik zeg lachend: ‘Wat? Nu geen commentaar op de grote borden, die ik me opschep?’
Chantal haalt haar schouders op. ‘Als ik flink gesport heb, mag ik toch ook best meer eten, of niet dan?’
Ik lach alleen maar, terwijl ik mijn tweede portie opschep. Er blijft die dag maar weinig over. Joey gaat dan meteen naar boven, omdat hij moet leren voor een proefwerk, dat hij morgen krijgt. Dus Chantal en ik hebben de woonkamer voor ons alleen.

Chantal is echter bekaf.
‘Ik kan echt merken, dat ik even een tijdje niet gesport heb, John. Het werd hoog tijd, dat ik weer begon.’
‘Je ging er anders ook flink tegenaan. Helemaal niet slecht voor iemand met vastgeroeste spieren.’
Chantal lacht. ‘Ik heb anders een persoonlijke trainer, die me wel in vorm houdt…’
Daar moet ik hartelijk om lachen. Chantal vraagt me dan: ‘Maar waarom vraagt Otto je juist nu om met die man te vechten? Toch niet, omdat ik nu begin met sporten? Want dan houd ik er nog meteen mee op!’
‘Nee, zo is Otto niet. Hij gebruikt het enkel als een slap excuus. Hij zou het me hoe dan ook gevraagd hebben.’
‘O, dan voel ik me wel een stuk geruster. Doe je dan wel voorzichtig? Beloof je me, dat je niets zal gebeuren?’
‘Ik kan je beloven, dat ik voorzichtig doe, maar ik kan je niet beloven, dat me niets zal gebeuren. Dat zijn pittige wedstrijden en daar kan echt van alles gebeuren. Daar kan ik je niets van garanderen. Voor hetzelfde geld loop ik er fluitend weg, maar ik kan ook knock-out gaan. Ik wil, dat je dat goed beseft.’
Chantal knikt. Ze geeft me een zoen. ‘Doe je best!’

We kijken dan nog wat televisie, maar vallen al snel in slaap. Als ik later wakker word, neem ik Chantal in mijn armen en draag haar, slapend en wel, naar bed toe. En daar kleed ik haar uit, trek haar nachthemd aan, en leg haar in bed. Dan kleed ik me uit en ga naast haar liggen. Een paar tellen later val ik in een diepe slaap.
Midden in de nacht word ik wakker van Chantal, die uit bed kruipt om naar het toilet te gaan. Als ze terugkomt, ziet ze, dat ik wakker ben.
‘Oei, heb ik je wakker gemaakt?’
‘Hmm, het is niet erg.’
‘Heb jij me naar bed gedragen? En mijn nachthemd aangedaan?’
Ik knik. ‘Tja, ik kon je daar moeilijk laten liggen, en ik kreeg je ook niet wakker. Je sliep echt heel erg vast.’
Chantal moet lachen. ‘Ik was ook heel erg moe. Dank je. Dat zegt me weer eens te meer, dat ik de juiste man heb gekozen.’
Ik sla het dekbed open en ze komt weer naast me liggen. Ze nestelt zich weer tegen me aan.
‘Hmm, dit vind ik nou zo heerlijk. Lekker tegen je aanliggen, en voelen hoe je ademt. En dan je warme borst tegen mijn rug. Dat is voor mij een heerlijk slaapmiddel. Dan val ik zo in slaap.’
‘Dat was me al een hele tijd geleden opgevallen, Chantal. Kom maar lekker tegen je slaapmiddel liggen!’
Ik sla mijn arm om haar heen en we zijn enkele ogenblikken later zijn we alweer in dromenland.

De volgende dag verloopt als normaal. ’s Avonds zijn we druk bezig om de bodemplaten alvast te monteren in de caravan, die Sander al op lengte heeft gezaagd. Die moeten we dan nog wel aanpassen, zodat ze ook in de caravan passen, maar na enkele uren hebben we een stevige vloer in de caravan. Die ziet er nu wel wat vreemd uit. Een kaal chassis, met een vloer.
Sander zegt dan: ‘Nu begint het alweer wat vorm te krijgen, John.’
‘We zijn er nog lang niet, Sander. Het zal nog een hele klus zijn om alle platen weer te monteren, en weer dicht te krijgen. Het is maar goed, dat we alles goed genummerd hebben, anders zou het een hele grote puzzel worden.’
Joey vraagt: ‘Kunnen we niet al een paar platen monteren, John? Zo laat is het nog niet!’
Ik glimlach. ‘Vooruit dan! We beginnen met de eerste laag. Ik zal de klinknagels en de tang wel pakken.’
Ik pak dan het gereedschap, waaronder ook de kit, die tussen de platen moet. Een uur later hebben we de eerste laag er al helemaal op zitten. Sander zegt: ‘Zouden we die tweede laag ook nog even doen? Nu zitten we lekker in een flow en ik heb nog wel een uurtje tijd. Maar dan moet ik ook echt gaan.’
Dus we pakken ook nog de tweede laag. Dat gaat nu stukken sneller, en amper veertig minuten later zijn we daarmee klaar. De caravan begint nu al behoorlijk vorm te krijgen. Chantal komt dan de loods in gelopen, om ons te vragen of we daar willen overnachten. Maar ze kijkt met verbazing naar de caravan.
‘Zo, dat hebben jullie snel gedaan!’
Ik lach. ‘We hadden er even zin in. Maar ook al liggen straks de platen erop, dan zijn we nog lang niet klaar, Chantal.’
‘Dat weet ik, maar het is wel leuk om weer wat anders te zien als dat kale frame.’

We wassen ons dan wat in de loods, want het is nu wel laat genoeg. Sander gaat daarna meteen naar huis, maar niet na de belofte gedaan te hebben, dat hij komende vrijdag zijn vriendin mee zal brengen.
In de weken daarna vordert de opbouw van de caravan gestaag. Na een voorspoedig begin krijgen we wel een paar kleine tegenslagen, maar ook dat hebben we kunnen oplossen.

Maar qua trainingen is het een heel ander verhaal. Otto houdt er een enorm zware training op na, die me soms best wel zwaar valt. Maar ik weet best, dat Otto dat echt niet zonder reden doet, dus ik stel geen vragen. Een week voor Sinterklaas vertelt hij me plotseling: ‘John? Ik kan volgend weekend een beoordelingscommissie voor je regelen. Lukt het je nog om dan aanwezig te zijn? Anders duurt het nog twee weken, voordat we weer een kans krijgen.’
‘Heb je het voor elkaar gekregen? Volgend weekend moet wel lukken, Otto. We hoeven niet naar de ouders van Chantal, en ik heb verder niets gepland.’
‘Prima. Daar ben ik blij om, want ik heb best mijn nek uitgestoken om dit voor elkaar te krijgen.’
Ik vraag hem recht op de man af: ‘Hoever ben je gegaan?’
‘Ver. Maar maak je daarover geen zorgen. Ik heb een hoop medestanders, en die zijn allemaal wel nieuwsgierig naar je. Ik heb ze een video van je laten zien, dat je tegen me aan het sparren bent. Daar waren ze wel van onder de indruk.’
‘Ik wist niet, dat je een video gemaakt had, Otto.’
‘Sorry, maar ik wilde je niet nerveuzer maken. Ik wilde laten zien, wat je kunt doen, als je gefocust bent. En verdomme, je begint steeds sterker te worden. Ik voel heel goed, als je me soms raakt!’
‘En? Denk je, dat ik er klaar voor ben?’
‘O ja! Enrico heeft echt geen schijn van kans tegen je. Maar ik wil dat je hem echt helemaal overklast. En daar ben je al bijna. Als je deze training tot aan de wedstrijd aanhoudt, dan win je met twee vingers in je neus. Ik hoef alleen maar te voelen, hoe je slagen aankomen. En die zijn echt niet mis.’
‘Nou, dan moet ik je wel geloven. Maar je hebt me niet verteld, wat ik dan allemaal moet doen!’
‘Eigenlijk is het niet meer, dan als we sparren. Ik heb je een tegenstander geregeld, die je niveau waardig is. Maar neem het niet al te serieus, ik wil niet dat je hem een blessure geeft.’
Ik kijk even verbaasd. ‘Hoe bedoel je dat?’
Otto lacht. ‘Ik zeg niet voor niets, dat je slagen hard aankomen, John! Gewoon, een beetje sparren, zoals we eerst altijd deden. Gewoon je niveau laten zien. Meer is niet nodig. De jury ziet echt wel, of je de techniek onder de knie hebt.’
‘Dat moet me dan wel lukken. Verder nog iets?’

‘Ja. Ik heb al contact gezocht met de manager van die gozer. Wat zou je ervan denken als het ook nog om een leuk geldbedrag zou gaan? Ze willen er een grote show van maken. Dan zou er ook wat prijzengeld tegenover staan.’
‘En waar praten we dan over?’
‘Ze hadden het over zevenduizend voor de winnaar en drieduizend voor de verliezer.’
‘Dus wat de uitkomst ook is, ik krijg er geld voor?’
‘Ja, zo hebben ze het voorgesteld.’
‘Hmm, ik doe het voor jou en die jongen, niet voor het geld. Ik zal niet zeggen, dat het geld niet welkom is, maar dat is niet waarvoor ik het doe.’
‘Je moet het ook zien als een soort risicovergoeding. Ze willen er wat meer publiciteit aan geven. Ik ga nog wat meer onderhandelen, want ik wil echt, dat ze flink op hun neus gaan. Dus het zou zomaar kunnen zijn, dat je er meer aan gaat verdienen. En daar wil ik geen cent van hebben. Ik weet, dat je het niet voor het geld doet, maar juist omdat je het voor mij doet, gun ik je iedere cent, die ik van die gozer kan pakken.’
‘Doe geen gekke dingen, Otto. Dat is ook weer niet nodig.’
‘Het gaat mij erom, dat ze ook de ziektekosten van die jongen gaan betalen. Het is misschien helemaal legaal, wat ik dan doe, want je mag officieel geen weddenschappen doen, maar dit moet ik doen.’
‘Wat je allemaal verder doet, dat wil ik niet weten. Ik hoor het wel, als ik moet spelen.’

Ik houd het Chantal verder verborgen, wat Otto allemaal van plan is. Ik wil niet, dat ze zich meer zorgen maakt, dan nodig is. Als we dan later die dag weer thuiskomen, heb ik een kleine verrassing voor Joey.
‘Joey, wat zou je ervan zeggen, als donderdag je moeder, je zus en je broer hier Sinterklaas komen vieren?’
Joey kijkt verrast. ‘Meen je dat? Dat zou fantastisch zijn!’
‘Maar er is meer. Je stiefvader zou ook graag willen komen, maar alleen als jij dat ook wilt.’
Ik zie Joey even nadenken. Dan zegt hij: ‘Het zou niet fair zijn, als ik hem helemaal geen kans zou geven. Ik weet, dat hij geen druppel meer heeft gedronken. En ik weet, dat mijn moeder het erg zou vinden, als hij er niet bij zou zijn. Hij is immers wel de vader van mijn broer en zus. Maar hij moet niet meteen denken, dat het hiermee voorbij is.’
‘Bel dan maar meteen je moeder, Joey. Ze wacht al op je antwoord.’
Joey omhelst ons, en rent dan naar boven, waar hij zijn moeder belt. Hij komt niet veel later terug naar beneden.
‘Ze komen vrijdag allemaal. Mijn moeder was heel erg blij, dat mijn stiefvader ook mocht komen. Maar ik heb haar ook gezegd, dat het hiermee niet voorbij was. En dat begreep ze ook wel.’
‘Kijk, maar dan heb je toch wel een nieuwe stap gezet, Joey. Wat heb je nu geleerd?’
‘Dat je ook soms wat moet toegeven, om wat te winnen. Ik kan toch niet altijd een wrok tegen mijn stiefvader blijven houden, of niet dan? Maar het vertrouwen zal hij me toch echt zelf moeten terugverdienen.’
Ik glimlach. ‘Dan heb je ook de tweede verrassing verdiend. Veerle en haar ouders komen ook.’
Joey kijkt geschokt. ‘Echt? Wauw! Dat heeft ze dan goed voor me verborgen gehouden?’
Ik lach. ‘Ze krijgt het nu ook pas te horen, Joey. Otto en ik hebben dat vorige week al afgesproken.’
‘Dit wordt heel zeker de mooiste sinterklaas ooit!’

Ik glimlach. Hij moest eens weten, wat hem te wachten staat. Eigenlijk wilden we hem zijn wagen met zijn verjaardag geven, maar die krijgt hij dus nu met sinterklaas. De hele club komt hem die wagen brengen. Dat wordt voor hem dus nog wel de grootste verrassing. Dat is ook de reden, dat zijn ouders er ook bij willen zijn. Maar dat weet Joey natuurlijk niet. Hij heeft intussen al zijn rijbewijs behaald, en ik laat hem soms een keer rijden in mijn wagen. Dat doet hij overigens niet slecht, maar hij moet duidelijk nog veel leren.
De week kruipt vervolgens voor Joey maar langzaam voorbij. Ik heb Chantal verteld, dat ik voor die jury moet komen, zodat ze mijn niveau kunnen bepalen. Daar is ze best wel zenuwachtig voor, want ze heeft het er steeds nog niet op, dat ik dat toernooi ga vechten.

Maar uiteindelijk is het sinterklaasavond. Ylke en haar man Fred zijn al op tijd naar Limburg gekomen. Chantal heeft ze ontvangen, omdat voor mij en voor Joey het verder wel een normale werkdag is.
Ik haal Joey op bij zijn school. Daar is nog steeds niets aan veranderd, en hij stelt het ook nog steeds op prijs. In de auto vraag ik hem: ‘En, heb je al zin in vanavond?’
‘Ja, enorm! Ik heb mijn familie nu toch al even niet meer gezien.’
‘Tja, je bent ook druk bezig geweest. Maar je hebt wel netjes vaak met ze gebeld. Maar ben je ook zenuwachtig om je stiefvader weer te zien?’
‘Een beetje wel. Ik heb hem helemaal niet meer gesproken, sinds die keer in Kampen. Hij zorgde wel, dat hij weg was, als ik op bezoek was.’
‘Dat is niet helemaal waar, Joey. Dat weet je best. Hij is ook een tijdje in die afkickkliniek geweest.’
‘Ja, dat is ook weer waar. En dat is ook de enige reden, waarom ik hem een kans wil geven.’
‘Dan laat hem ook bewijzen, dat hij je vertrouwen een beetje waard is. Hij doet dit ook voor jou, niet alleen voor je moeder, je broer en je zus. En natuurlijk ook voor zichzelf. Ik heb wel een keer met hem gesproken, en hij lijkt echt oprecht spijt te hebben.’
‘Ik moet het eerst zien, John. Dan geloof ik dat pas.’

We rijden dan het erf op. Daar wachten zijn ouders hem al op. Joey begroet meteen zijn moeder met een dikke knuffel, maar geeft zijn vader alleen maar een hand. Zijn broer en zus begroet hij dan weer met een dikke knuffel. Ik spreek zijn vader aan.
‘En, Fred? Hoe gaat het?’
‘Naar omstandigheden goed. Als het een beetje meezit, mag ik komende week op sollicitatiegesprek komen, en dan ga ik weer aan het werk. Ik heb lang genoeg op mijn luie krent gezeten.’
‘Dat zijn toch goede ontwikkelingen, Fred?’
‘Dat is ook zo, maar dat wil niet zeggen, dat het allemaal gemakkelijk gaat. Maar ik weet, waarvoor ik het doe, en dat helpt.’
‘En wat vond je van de begroeting van Joey?’
‘Ik wist niet zeker, of hij me wel zou begroeten. Dus een hand is al meer, dan ik had durven hopen. Het is een stapje dichterbij, maar ik begrijp hem wel. Ik zal zijn vertrouwen terug moeten verdienen, en dat zal niet gemakkelijk gaan.’
‘Daar heb je gelijk in. Maar Joey was ook best wel nerveus om je weer te zien. Ik vind dat voor Joey ook een positieve ontwikkeling. Dat moet je ook echt zien als een stapje dichterbij voor jou.’
‘Dat snap ik. Maar ik wil hem zelf tonen, dat ik een betere man kan zijn, dan ik eerst was. Ik weet, wat ik fout heb gedaan, en hoe ik zijn vertrouwen heb beschadigd. Dat is ook de reden, waarom ik hier wil zijn. Ik wil hem tonen, dat ik het weer goed wil maken.’
‘Dat is een goede instelling. Als je dat vol kunt houden, dan gaat je dat ook wel lukken.’
‘Ik hoop het, echt, ik hoop het.’

We gaan dan naar binnen, want echt warm is het buiten niet. Chantal heeft heerlijk gekookt en daar genieten we allemaal van. En dan is het tijd om de cadeaus uit te pakken. Eerst laten we de broer en zus van Joey hun cadeaus uitpakken. Tussendoor krijgt Joey nog cadeaus van ons en zijn ouders, en daarna worden de verdere onderlinge geschenken verdeeld. Chantal krijgt van mij haar lievelingsparfum, en ik krijg op mijn beurt van haar een nieuw horloge. Joey heeft voor zijn moeder parfum gekocht, en heeft zelfs ook voor zijn stiefvader een cadeau gegeven. Al is het maar een pakketje met aftershave en deodorant. Het is duidelijk, dat de man daar wel erg blij mee is. En dat laat hij Joey dan ook weten.

Als alle cadeaus zijn uitgepakt, praten we nog even lekker na. Dan komen Veerle met haar ouders naar binnen.
‘Sorry, dat we zo laat zijn. We moesten eerst nog wat ophalen.’
Joey vindt het helemaal niet erg, dat Veerle later is gekomen, dan de bedoeling was. Want nu heeft hij wat tijd met zijn familie kunnen besteden, en nu het uitpakken voorbij is, kan hij in alle rust Veerle aan zijn ouders voorstellen. En natuurlijk heeft Joey voor zijn vriendinnetje ook een cadeautje. Van zijn zuurverdiende geld heeft hij haar een ring gekocht.
Daar is Veerle natuurlijk heel erg blij mee. Ze is echt verrast, als ze de ring omdoet en dat die ook nog past.
‘Hoe wist je de maat van mijn vinger, Joey?’
‘Dat heb ik aan je moeder gevraagd. Ik heb haar verteld, dat ik je graag een ring wil kopen, omdat je zoveel voor me betekent!’
‘Oh, hij is echt mooi. En je hebt er ook nog onze namen in laten zetten!’
Ze geeft hem een zoen, waardoor hij moet blozen, omdat zijn ouders erbij zitten. Maar ook voor Otto en zijn vrouw heeft hij een cadeau. Voor Otto heeft hij een cd gekocht, en voor de vrouw van Otto een flesje parfum.
Otto zegt: ‘Nou, Joey! Je hebt je wel flink in de kosten gestoken voor al deze cadeaus. Nou, wij hebben ook een cadeautje voor je. Dat is niet alleen van ons, maar van iedereen van de club, en ook je ouders hebben meegedaan.
En het is wat lastig om het hier naar binnen te brengen, dus je zal wel even naar buiten moeten gaan.’

Joey kijkt verbaasd. We staan allemaal op en lopen naar buiten. Joey doet de deur open en doet hem daarna weer meteen dicht.
‘Nee, dat kan niet waar zijn! Echt?’
Ik glimlach. ‘Je hebt hem verdiend, Joey. Hij is echt van jou!’
Joey opent de deur weer en staart naar buiten, waar een zwarte Plymouth Valiant op het erf staat, met iedereen van onze club, die eromheen staan. Joey kan het amper geloven. Zijn moeder komt naast hem staan en zegt: ‘Wat vind je van deze verrassing?’
‘Ik weet niet wat ik zeggen moet, mam! Maar die wagen is toch best duur? Ik meen, dat Daan er drieduizend voor wilde vragen!’
‘Dat was alleen maar om je aan het lijntje te houden. Daan heeft die wagen destijds gekocht, met de bedoeling om hem aan jou te geven.’
Ik ga ook naast Joey staan. ‘Iedereen heeft wat bijgedragen, maar je ouders nog wel het meeste.’
Joey kijkt verbaasd zijn moeder aan. ‘Mam, daar hebben jullie toch helemaal het geld niet voor?’
Mam glimlacht. ‘Je stiefvader heeft zijn gouden horloge, dat hij geërfd heeft van zijn vader, hiervoor verkocht. Toen ik het hem vertelde, wat John en Daan voor je van plan waren, liep hij meteen naar boven en kwam daarmee terug. Verkoop hem maar, dat is wat hij zei. En gebruik dat geld maar voor die wagen.’

Joey kijkt eens om naar zijn stiefvader. Die zwaait wat verlegen. Joey is nog steeds sprakeloos. Ik zeg tegen hem: ‘Kom, ga je nieuwe wagen maar eens van dichtbij bekijken!’
Joey lacht. ‘Alsof ik dat nog niet genoeg gedaan heb, als ik bij Daan in zijn garage was.’
Hij loopt dan richting de wagen, maar draait zich dan plotseling om. Hij rent naar zijn stiefvader en omhelst hem. ‘Bedankt, pap!’

Hij laat hem weer snel los, om dan naar zijn wagen te rennen. Daan staat voor de wagen, met de sleutel in zijn handen.
‘Hier, die je heb je je wel verdiend. Maar dan verwacht ik wel, dat je me nog eens af en toe meehelpt!’
Daan grist de sleutels uit zijn handen. ‘Daar maak jij je geen zorgen om, Daan. Wauw! Dus deze is echt voor mij?’
Daan glimlacht. ‘En iedereen heeft bijgedragen.’
Joey gaat in zijn wagen zitten, en start de motor. Daan maakt de deur open en zegt: ‘Je weet toch wel, dat je er nu nog niet mee kunt rijden, Joey? Er is nog een hoop werk voor nodig, voordat deze weer de weg op mag.’
‘Dat weet ik wel, maar ik mag toch zeker wel een klein stukje op het erf rijden?’
‘Dat moet je maar aan John vragen. Het is zijn eigendom hier.’
Ik ben dan al, samen met Joey’s ouders naar de wagen toe gelopen.
‘Rondrijden met dat ding, dat niet, maar je mag hem wel in de loods zetten. Dan kan iedereen het veel beter zien.’

Dat hoef ik Joey geen twee keer te vertellen. Ik maak snel de loods deur los en Joey rijdt de wagen naar binnen. In de loods is goede verlichting en ik wijs Joey een plekje, waar hij zijn wagen kan parkeren. Hij stapt uit, en doet een vreugdedansje. Hij kan zijn blijdschap amper op. Veerle omhelst hem en zegt: ‘Wat vind je nu van de verrassing?’
‘Oh, echt geweldig! Dit is een droom, die uitkomt.’
‘Het lijkt me, dat je er toch nog een hoop aan moet doen, Joey!’
‘Dat is ook zo, maar daar ga ik hard aan werken. Ik weet al precies, wat er allemaal aan moet gebeuren.’
Veerle lacht. ‘Dat had ik al gehoord van Daan. Als je bij hem was, was je die hele wagen al in je op aan het nemen.’
‘Ja, maar toen wilde ik hem kopen! En nu is hij opeens van mij!’

Veerle fluistert dan iets in zijn oor. Joey kijkt haar dan geschokt aan.
‘Weet je het zeker, Veerle?’
‘Ja, heel zeker. Kun je zo lang wachten?’
‘Hmm, telt het ook, als ik er weer de weg mee op mag? Want anders duurt het nog wel enkele jaren, voordat deze wagen klaar is.’
‘Daar zal ik wel eens over denken, maar ik zeg al geen nee.’
Joey geeft haar dan een zoen. Maar dan gaat hij iedereen bedanken, voor hun bijdrage aan zijn wagen. En er is niemand, die niet een traantje moet wegpinken door het enthousiasme van de jongen. We bieden dan iedereen wat te drinken aan, en dat mondt uit in een uiterst gezellige avond. Alleen moeten Ylke en Fred weer richting Kampen, en dat is nog wel even rijden. Joey wenst ze allemaal een goede terugreis, ook zijn stiefvader. En ik kan zien, dat de man het zichtbaar goed doet. Ik neem ook afscheid van ze, en zeg tegen de beiden: ‘Ik geloof, dat jullie een goede stap gemaakt hebben met het herstellen van de relatie met Joey.’
Fred knikt. ‘Daar ben ik echt blij om. Maar ik besef me, dat dit slechts een begin is.’
‘Jullie komen er wel, daar ben ik van overtuigd. Goede reis terug naar Kampen. En als je toevallig de ouders van mijn vriendin tegen komt, dan doe ze de groeten.’
Ylke knikt. ‘Ik weet, wie je bedoelt. We zullen ze zondag in de kerk wel de groeten doen.’
Dan rijden ze weg, nagezwaaid door Joey.

Dat is voor de rest ook het teken om richting huis te gaan. Ze nemen allemaal afscheid, waarbij Joey door Veerle wel wat extra aandacht krijgt. Maar dan blijven we alleen achter. We lopen naar binnen toe en ik vraag aan Joey: ‘En, ben je nu ook tevreden met je cadeaus?’
‘Meer dan tevreden, John! Ik kan het nog steeds amper geloven!’
‘Dat wil ik wel geloven. Maar dat wordt de komende tijd veel overuren maken, zodat je geld hebt om de wagen op te knappen.’
Joey knikt. ‘Dat komt wel goed. Eerst ga ik zorgen, dat de wagen weer de weg op mag.’
Ik glimlach. ‘Volgens mij heeft Veerle je wat beloofd, of heb ik het mis?’

Joey bloost, en ik moet hard lachen. ‘Kom, zo erg is dat ook weer niet. Eigenlijk wel een beetje romantisch, vind je niet?’
Joey knikt. ‘Ik was echt verbaasd, toen ze me dat zei. Maar wel een goede reden om die wagen klaar te maken!’
Ik wrijf hem over zijn hoofd en dan ruimen we nog even alle rotzooi op en gaan dan slapen. Maar midden in de nacht word ik wakker van een geluid. Normaal gesproken zou ik meteen alert zijn, maar ik ben wel zo slim om even op Joey’s kamer te kijken. En zoals ik al verwacht had, ligt hij niet in bed. Ik loop naar beneden en dan naar de loods, waar ik Joey op een stoel, starend naar zijn wagen aan het kijken is.
‘Je kon niet slapen?’
Joey schrikt als hij me hoort. Maar hij glimlacht, als hij mijn glimlach ziet.
‘Sorry, als ik je wakker gemaakt heb, John. Maar ik kon echt niet meer slapen.’
‘Geeft niet, maar wil je dat niet meer te vaak doen? Je weet wel, we hebben de laatste tijd te veel ongenode gasten gehad.’
‘Ik zal proberen me in te houden, John.’
‘Maar ik kan je wel begrijpen. Toen ik mijn Cadillac kocht, heb ik ook een hele nacht naar mijn wagen gekeken. Alleen maar kijken, er niet eens aankomen. Een fantastisch gevoel is dat.’
Joey knikt. ‘Dat klopt. Ik kan het nog steeds niet geloven. Gaat dat gevoel nog ooit weg?’
‘Jawel, want uiteindelijk zijn het ook maar auto’s. Maar dat wil niet zeggen, dat je daarna dat gevoel niet meer terug zal krijgen.’

Joey kijkt me verbaasd aan. ‘Hoe bedoel je?’
‘Ik heb nu Chantal. Ik kan uren naar haar kijken, ook als ze slaapt. Het is precies hetzelfde gevoel. Alleen nog veel beter. Want als je eenmaal weet, dat je de ware hebt gevonden, dan kun je je helemaal geven. En dan wordt dat gevoel nog beter. En dat zal jij ook eens ervaren, Joey. Misschien met Veerle, misschien met iemand anders. Je weet niet wat de toekomst je zal brengen. Maar dat gevoel zal je krijgen, daar ben ik van overtuigd.’
Joey staat op en omhelst me.
‘Bedankt, John. Voor alles wat je voor me doet en gedaan hebt. Afgelopen avond was echt bijzonder voor me. Ik heb deze auto gekregen, wat me echt heel erg veel betekent. Maar nu ik hoorde, dat mijn stiefvader zijn horloge verkocht heeft, om mee te kunnen doen en mij deze wagen te kunnen geven, dat was voor mij even emotioneel. Ik heb het kunnen verbergen, maar het deed me meer, dan ik op dat moment wilde toegeven.’
‘Waarom was dat zo speciaal voor je?’
‘Omdat ik weet, dat die gouden horloge het enigste is, wat hij nog heeft van zijn vader. Het betekende erg veel voor hem, en toch heeft hij het verkocht, om me dit te kunnen geven. Dat had hij niet hoeven doen.’
‘Misschien probeert hij het een beetje goed te maken, Joey. Ik heb vandaag even met hem gesproken. Hij weet, dat hij veel fout gedaan heeft, en dat dit alleen maar het begin is. Maar hij kan het niet alleen, Joey. Hij roept naar je uit, hij heeft je hulp nodig.’
‘Ik weet het, dat was ik me net ook al aan het bedenken. Maar ik kan het nog niet, John. Daarvoor heeft hij te veel gedaan. Dat kan ik nog niet vergeten. Maar ik ben wel bereid weer in Kampen op bezoek te gaan, ook als hij er is. Dat kan ik wel doen.’
‘Meer vraagt hij nu ook nog niet, Joey. Je stiefvader is niet dom! Ja, hij heeft fouten gemaakt, maar hij doet echt zijn best om het weer goed te maken. Je moet hem een kans geven. Maar je moet ook bereid zijn om een tegenvaller van hem te incasseren. Het is niet gemakkelijk, wat hij nu aan het doen is. En ieder klein beetje hulp kan hem daarbij helpen. En gewoon weer op bezoek gaan, dat kan al helpen.’

Joey knikt. Dan kijk ik naar de wagen. ‘En nou vertel eens, wat voor plannen heb je met de wagen?’
‘Eerst moet het laswerk gedaan worden, maar dat kan ik wel. Daan vertelde me, dat de versnellingsbak niet meer goed is, maar dat hij goedkoop aan een vier-bak kan komen. Dat zou perfect zijn, want dan rijdt de wagen goedkoper en trekt beter op. En misschien moet er ook nog een andere carburator op en nieuwe leidingen. En de remmen moeten nagekeken worden.’
‘Dat is nog een hele waslijst, Joey. Je moet je een plan maken, en van daaruit ga je werken. En dan zal ik je wel helpen. Weet je wat? We spreken af, dat we iedere maandag aan jouw wagen werken en de rest werken we aan de caravan. Hoe vind je dat?’
‘Cool! Zou ik het redden om voor de vakantie de wagen rijdend te krijgen? Want dan kan ik de wagen meenemen naar Zweden.’
‘Als we goed doorwerken, moet dat wel lukken. Maar dan moet jij wel heel erg flink gaan sparen! Die versnellingsbak kost toch bijna vijfhonderd euro. En dan heb je nog olie nodig, remleidingen, pakkingen voor de carburator, remschoenen, brandstofleidingen en nog een hoop meer spullen. Daarvoor ben je zo rond de duizend euro kwijt. Zoveel heb je nog niet gespaard, Joey. En dan moet je ook nog geld hebben om er mee op en neer naar Zweden te rijden. Brandstof kost ook geld.’
‘Nou ja, het zou wel leuk zijn, als het zou lukken.’
‘Dan moet je gewoon wat langer wachten, tot je iets met Veerle mag doen.’
Joey knikt.

‘Ik heb eigenlijk nog een verrassing voor je. Je weet, dat je komende zomer met ons naar Zweden mag?’
Joey knikt weer.
‘En dat Otto en Veerle met ons mee gaan?’
‘Ja, dat weet ik ook.’
‘Nou, als de meeting is afgelopen, gaan we nog anderhalve week naar een camping bij Mellerud. We wilden eerst naar de kust, maar dat is me te prijzig. We gaan alleen, maar je mag wel met ons mee, als je dat wilt. En je mag dan Veerle ook meenemen. Dat heb ik al doorgesproken met Otto.’
‘Echt? Knijp me eens, want volgens mij droom ik!’
‘Maar daar zitten natuurlijk wel strikte voorwaardes aan, Joey. Dat begrijp je toch wel? Jullie slapen in de stapelbedden, en ik wil dan niet zien, dat jullie daar samen in liggen. Wat jullie doen, als we jullie niet zien, dat is natuurlijk jullie zaak, maar geloof me, dat er wat zwaait als Veerle zwanger zou raken!’
Joey lacht. ‘Jezus, daar moet ik niet aan denken! Otto vilt me levend!’
‘Als je al zoveel geluk hebt, Joey. Ik heb Otto maar een keer echt boos gezien, en geloof me, dat wil je echt niet meemaken. Ik wil dan gewoon niet hebben, dat er iets gebeurt, en dan ik er verantwoordelijk voor ben.’
‘Dat komt wel goed, John. O, dit vind ik bijna net zo leuk, als mijn auto krijgen! Nou ja, niet helemaal, maar je begrijpt wel, wat ik bedoel!’
Ik glimlach. ‘Kom, we gaan weer naar bed. Chantal zal wel wakker zijn, ze kan niet goed slapen, als ik niet naast haar lig.’

Joey knikt en we sluiten de loods weer af. Ik kruip weer langs Chantal in bed. Ze is inderdaad wakker. Ze vraagt: ‘En? Heb je even met Joey gepraat?’
‘Ja, hij kon gewoon niet van opwinding slapen. Ik kan dat wel begrijpen. Het is dan ook heel wat voor zo’n jongen. Maar ik denk niet, dat hij nog van die streken gaat uithalen. Hij moest het gewoon even kwijt, en daar hebben we ook even over gepraat. En ik heb hem verteld over Zweden, dus dat hoeven we ook niet meer te doen. Hij wil heel erg graag mee!’
Chantal grinnikt. ‘Dat komt zeker, doordat je hem verteld hebt, dat Veerle mee mag!’
‘Natuurlijk! Maar ik geloof, dat hij anders ook wel mee was gegaan. En nog iets, hij heeft toegezegd, dat hij weer naar zijn ouders op bezoek gaat, ook als Fred er is. Dat noem ik toch goede vooruitgang, of niet dan?’
‘Dat kun je wel stellen, John. Weet je? Straks als hij klaar is met alles, zal ik hem gaan missen. Wat als hij dan terug wil naar Kampen?’
‘Ik denk niet, dat hij dat zal doen, Chantal. Als hij kan en mag, blijft hij bij ons wonen, tot hij op zijn eigen gaat wonen. En dat zal zijn, als hij gaat samenwonen. ten minste, dat verwacht ik. Dus we zijn nog niet van hem af.’
‘Gelukkig maar! Het bevalt me eigenlijk best, om een moeder voor hem te zijn, al ben ik maar enkele jaren ouder, dan hem. Amper te geloven, dat hij toen zo’n andere jongen was. Nu is het een eerlijke, leuke en aardige jongen. Je hebt nauwelijks problemen met hem, en hij helpt mee, waar hij maar kan.’
‘Dan doen we het toch goed, of niet dan?’
‘Dat is zeker waar. Zullen we het straks ook goed doen, als we onze eigen kinderen hebben?’
‘We hebben nu in ieder geval al een beetje kunnen oefenen…’
‘Ja, maar we hebben afgesproken, dat we daarmee nog even wachten. Pff, dat is nog minstens tien maanden wachten!’
‘Zolang hebben we nog onze surrogaatzoon.’
Chantal lacht. ‘Maar dat is niet hetzelfde, John!’
‘Dat weet ik wel, Chantal. En ik kijk ook wel uit, naar het moment dat we ons eerste kind krijgen, maar ik wil toch wachten.’
‘Dat heb je me nu wel vaak genoeg verteld!’
‘Omdat je er steeds over begint, Chantal. En eerlijk gezegd, vind ik, dat we daar nu genoeg over gepraat hebben. Je weet hoe ik erover denk, en ik weet wat jij graag zou willen. En ik heb al toegegeven, dat ik het niet erg zou vinden, als je dan over een jaar zwanger zou raken. Meer ga ik niet toegeven, Chantal. En waag het niet om stiekem zwanger te worden, want dan ken je me nog lang niet!’

Chantal kijkt geschrokken. Ik ben niet vaak boos, maar nu word ik het wel.
‘Zo bedoel ik het toch helemaal niet, John!’
‘Dat weet ik wel, maar ik ben het zat steeds moeten herhalen. Of is het je nog niet duidelijk genoeg?’
Ze knikt, maar begint te huilen. Ze is best geschrokken van mijn uitval. Het doet in ieder geval mijn boosheid verminderen.
‘Kom, Chantal. Niet huilen. Dat wil ik ook weer niet.’
Huilend zegt ze: ‘Ik wil er eigenlijk ook niet over beginnen, maar ik kan er niets aan doen, hoe ik me voel. Het is echt een heel sterk verlangen!’
‘Dat weet ik wel, Chantal. Maar je zal toch even geduld moeten hebben. Of meen je niet, dat ik geen kinderen wil? Juist heel graag! Een dochter met net zo’n mooi rood haar, als jij hebt. Met kleine sproetjes op haar neus en haar wangen.’
Dat schijnt Chantal wat op te fleuren. ‘Geen jongetje, John?’
‘Het is me om het even, Chantal. Zolang wij samen maar de ouders zijn.’
Chantal kijkt me aan. ‘Maar dus nog het komende jaar nog niet!’
‘Juist. Want ik het vind het gewoon heel erg belangrijk, dat je je studie afmaakt. Als je nou een studie had, die je schriftelijk kon afmaken, dan was dat wat anders geweest, maar dat gaat nu eenmaal niet.’
Chantal knikt begrijpend. ‘Ik begrijp het wel, maar ik ben wel bang, dat we deze discussie toch nog wel vaker gaan voeren. Ik kan er echt niets aan doen, het is sterker dan mij.’
‘Last van moederkloekgevoelens, Chantal?’
Ze moet lachen. ‘Hoe kom je op zo’n woord, John? Maar misschien is dat wel, wat ik ervaar. En misschien komt het ook, dat Diana nu op het punt van bevallen staat van haar tweeling. Dat maakt me een klein beetje jaloers op haar.’

Ik kus haar op haar voorhoofd. ‘Waarom pak je dan jezelf niet op en gaat een paar daagjes alleen naar Kampen toe. Even lekker bijkletsen bij je vriendinnen in Kampen. Je zou komend weekend al kunnen gaan. Ik weet, dat je toch niet erg graag me mee wilt naar dat demogevecht. Je vindt dat akelig. En Joey heeft al te kennen gegeven, dat hij wel mee wil. En dan maken wij er een lekker mannenweekend van.’
Chantal kijkt me verbaasd aan. ‘Zou je dat niet erg vinden, John? Want ik mis mijn vriendinnen eigenlijk best wel.’
‘Waarom zou ik dat nu erg vinden, Chantal? Ik zie toch, dat je er behoefte aan hebt?’
Ze geeft me een zoen. ‘Je bent de allerliefste man ter wereld, John!’
‘Als je dat maar weet!’
Chantal pakt dan meteen haar telefoon, en stuurt een berichtje naar haar vriendinnen. Schijnbaar zijn ze nog wakker, want ze krijgt meteen berichtjes terug.
‘John, ze vinden dat een prachtig idee! Maar dan moet ik wel morgenvroeg op tijd aanrijden. En ook nog de cadeautjes, die ik voor mijn familie heb gemaakt, niet vergeten!’
Ze krijgt nog een berichtje. ‘Ik kan bij Koen en Michelle blijven slapen, dan hoef ik ook geen pension te boeken, en hoef ik pap en mam niet lastig te vallen.’
‘Hoelang moet Diana nog voor ze uitgeteld is?’
‘Ze is nu in haar achtste maand. En de dokter had al gezegd, dat ze de geboorte al eerder in gang gingen zetten, om complicaties te voorkomen. Maar dat wordt pas last minute besloten, omdat ze de zwangerschap, en daarmee de ontwikkeling van de baby’s zo lang mogelijk door willen laten gaan. Als ze negen maanden kan halen, willen ze dat ook het liefste doen.’
‘Dan ga jij komend weekend maar lekker de moederkloek uithangen, samen met je vriendinnen, en dan ga ik met Joey nog eens een keer lekker ouderwets op stap! Misschien dat ik Daan ook nog eens meevraag. Die is ook al tijden niet meer flink doorgezakt!’
We gaan dan vlug slapen, en zijn weldra in dromenland.
Trefwoord(en): Zussen, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...