Door: Zazie
Datum: 03-09-2022 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 10471
Lengte: Lang | Leestijd: 28 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Bordeel, Jeugdliefde, Koning, Munchen, Parijs, Prostitutie,
Lengte: Lang | Leestijd: 28 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Bordeel, Jeugdliefde, Koning, Munchen, Parijs, Prostitutie,
Vervolg op: Gräfin Anna Maria - 3: Versailles
De Koning (slot)
Met oom Ernzt ben ik in het paleis van Versailles en na het diner met Prins Philip nemen we deel aan de spelletjesavond in de Grand Salon. Totaal onverwacht loop ik daar al bij de ingang Dottore Antonieri tegen het lijf, voor wie ik de hoer speelde in Paris. Hij reageert verheugd mij weer te zien, maar ik doe hautain of ik hem niet ken en lijk er zo mee weg te komen. Maar dan val ik door mand, omdat oom Ernzt me in zijn bijzijn aanspreekt als ‘Anna’.
So dumm, dat ik bij die man mijn eigen naam gebruikte…
Want nu wéét hij het, ik ben zijn hoertje uit Paris. Zonder dat hij het wist het nep-hoertje waar hij verliefd op werd en dat hij na anderhalve maand helemaal alleen voor zichzelf wilde hebben als zijn betaalde maîtresse. Ergens vanavond wil hij met me ‘praten’, zegt hij dreigend. Naja, also, hij kan mijn adellijke rug op, om het maar eens beeldend te zeggen. Er zijn er ten slotte twee nodig om te praten en uit mij zal hij geen woord krijgen…
De Zonnekoning
Tegen de tijd dat de Grand Salon in vol bedrijf is, wordt er aan alle tafels gekaart, geschaakt, of gedamd. Ook zijn mensen Backgammon aan het spelen, de meer goklustigen dobbelen en in een naastgelegen vertrek van de salon zijn mensen bezig op een kaatsbaan. De sfeer is uitgelaten, vrolijk, die voor héél even wordt onderbroken door de binnenkomst van de Koning en de Koningin. De dubbele deuren naar de Koninklijke vertrekken zwaaien open, een man wordt zichtbaar die met een stok drie harde tikken geeft op de vloer en dan met luide stem aankondigt: ‘le Roi et la Reine!
Op datzelfde moment stopt iedereen met waar men mee bezig is, gaat staan en als dan Koning Louis en aan zijn arm Koningin Maria-Theresia binnenwandelen buigt men. Nadat de koning met een handgebaar heeft laten weten dat het zo goed is en men verder kan gaan wordt er, alsof er niks is gebeurd, met veel ijver en bijbehorend lawaai doorgespeeld.
Oom Ernzt en ik zijn gaan aanzitten bij het gezelschap van Prins Philip en tot mijn schrik komt de Koning rechtsreeks op ons af gewandeld, terwijl de Koningin onderweg met wat andere mensen in gesprek gaat. Philip blijft zitten, neigt alleen maar zijn hoofd naar zijn broer en zegt, een tikje sarcastisch: ‘Bonsoir mon frère Royal.’ De Koning grijnst breed, maakt eveneens een kleine hoofdbeweging en zegt dan alleen maar: ‘Monsieur’, waarna hij naast hem gaat zitten op de stoel die haastig is vrij gemaakt. Zó zeg, de spanning druipt er af tussen deze twee zo hooggeplaatste broers, intrigerend om dat mee te maken. Dan gaan ze fluisterend in gesprek, de hoofden dicht bij elkaar om afluisteren te voorkomen, waarbij de Koning hoofdzakelijk aan het woord is en Philip af en toe een vraag stelt maar vooral luistert.
Ik ben diep onder de indruk dat ik zo maar ineens tegenover de beroemde Zonnekoning zit, die in Europa al bijna een legende is.
Hun onderonsje geeft me de gelegenheid de beide broers te bestuderen en opvallend is hoe ontzettend ze op elkaar lijken. Tenger gebouwd, dezelfde lengte, schouderlange bijna zwarte haren, bleke gelaatstrekken, een sierlijke neus, opvallend rode lippen en donkere levendige ogen waarmee er hen niets van álles wat er om hen heen gebeurt ontgaat. En opnieuw valt me op hoezeer ik op hen lijk, met mijn al net zo donkere haren en ogen, zelfs qua postuur komen we overeen want hoewel ik natuurlijk een vrouw ben zijn ook de beide broers niet erg fors van lijf en leden en zijn ze niet veel langer dan ik.
Op een bepaald moment lijkt de Koning te voelen dat hij langdurig bekeken wordt want ineens richt hij zijn blik vol op me, onderzoekend, vragend bijna door zijn wenkbrauwen iets op te trekken. Ik schrik ervan, kleur dieprood en kijk snel weg.
Het duurt ruim vijf minuten, dit gesprek, daarna lijken ze het eens te zijn en dan kijkt de Koning op, waarbij zijn ogen opnieuw op mij komen te rusten. Bijna een beetje spottend bekijkt hij me nu óók eerst wat momenten, als om me mijn gedrag betaald te zetten, wat natuurlijk niet onterecht is als je iemand nogal onbeschaamd zit te bestuderen. Vervolgens vraagt hij: ‘…en U bent, madame?’ Ondanks dat het van zijn zijde een soort van strafexpeditie tegen mijn gedrag lijkt ben ik behoorlijk onder de indruk dat de Koning mij eruit pikt en sta dan op, waarna ik me met een diepe buiging voorstel: ‘Gräfin Anna Maria zu Castell-Rüdenhausen, votre Majesté.’
De koning kijkt me nog steeds bestuderend aan, neigt vervolgens licht zijn hoofd en stelt zich dan ook voor: ‘Louis de France… Prettig kennis met u te maken, madame.’ Zelfs Philip kijkt verbaasd op als zijn broer zich aan mij voorstelt, wat hij anders nooit doet en al helemaal niet met zijn voornaam.
Voor ik het besef is de Koning daarna verdwenen, vooraf gegaan door zijn lijfbediende, monsieur Bontemps, zo vertelt oom Ernzt me als ze zijn vertrokken. Die man is volgens oom in álles de steun en toeverlaat van de Koning, hij vertrouwt blindelings op hem. Nou, dat kan hij in deze slangenkuil van intriges wel gebruiken, lijkt mij, terwijl ik nog wat moet bekomen van de onverwachte Koninklijke aandacht.
De Dottore slaat toe
Het wordt een buitengewoon genoeglijke avond, de sfeer is heel ontspannen, met als gevolg dat het hele incident met de Dottore totaal op de achtergrond is geraakt. Tot ik op een bepaald moment nodig moet en het damesgemak opzoek. Als ik daar na afloop van terugkeer word ik in een donker deel van de corridor ineens stevig aan mijn arm achter een pilaar getrokken en voor ik het besef word ik een door slechts enkele kaarsen verlichtte smalle gang ingesleurd die dienst doet voor het hof personeel. De Dottore, want die is het, sleurt me bijna mee naar een ruimte waar van alles en nog wat is opgeslagen en ook een smal bed voor bedienden staat, waar hij me ruggelings op smijt. Dan bijt hij me toe: ‘dacht je dat je zo gemakkelijk van me afkwam, hoer? Want dát ben je, een hoer, ook al gedraag je je hier nog zo sjiek.’
En tegelijk met dat hij dat zegt sjort hij mijn jurk en onderjurken omhoog, waarna hij mijn linnen ‘pantalon dessous’ in flarden trekt en het restant ervan in een van zijn zakken steekt. Terwijl hij me goed in de gaten houdt laat hij zijn eigen broek zakken, waarna zijn monsterlijk grote steekzwaard stijf en trillend zichtbaar wordt. ‘Je gaf me niet de kans om zoals het hoort afscheid van je te nemen, vals hoertje, dus gaan we dat nu alsnog doen.’ Meteen daarna trekt hij mijn benen vér uit elkaar, wringt hij zijn paal tussen mijn schaamlippen, waarna hij zich met kracht in één keer bij me naar binnen stoot. Ooohw, het doet zó’n pijn… en het is zó opwindend…
Ik ben stomverbaasd over mijn eigen reactie, dat ik het niet uitgil en van me af bijt. Het tegenovergestelde is waar, ik kan het alleen maar ondergaan, met een soort van gevoel dat ik het verdiend heb. Natuurlijk weet ik ook wel dat dat gevoel misplaatst is, maar ik beleef het wél zo, dat deze man neemt waar hij recht op heeft. En dus bijt ik me door de pijn heen en verbaas ik me tegelijkertijd over de golf van opwinding die deze verkrachting in me oproept.
Keer op keer trekt de Dottore zich bijna helemaal uit me terug, waarbij het voelt alsof mijn schede aan zijn dikke paal vast geklemd zit en mee naar buiten wordt getrokken, zo’n pijn doet het. Maar de Dottore kan het niks schelen, hij is uit op wraak en na ieder terugtrekken stoot hij zich nóg harder en dieper in me terug. En zo gaat hij maar door, terwijl ik volledig dubbelgevouwen onder hem lig beukt hij maar in me door en het lijkt of deze man totaal geen vermoeidheid kent. Steeds als ik aan zijn ademhaling hoor dat hij zijn extase bijna bereikt houdt hij zich weer even stil, om me aan te kijken en me kwetsende woorden toe te sissen. Zodra zijn zaad dan blijkbaar wat is teruggedrongen zet hij het weer op een beuken, hard en diep en gemeen.
Ik onderga deze ongewenste inbreuk op mijn lichaam door de Dottore met zachte kreuntjes, ik weet dat protesteren geen enkele zin heeft en het vreemde is dat ik ook bijna niet wíl dat dit stopt. Ik dacht dat ik nu alle vreemde reacties van mijn lichaam wel kende, maar dat ik zo om zou gaan met een verkrachting had ik niet kunnen vermoeden. Langzaam maar zeker is mijn schede vocht aan gaan maken waardoor ik dat enorme zwaard steeds beter kan hebben en uiteindelijk lukt het de dottore om me bijna mijn meest heftige extase óóit te laten beleven. Bíjna, want op dat moment trekt hij zich met een gemene grijns op zijn gezicht uit me terug en schiet hij zijn zaad over mijn onderrokken. ‘Zie je wel, jij kleine nephoer, jij hebt me ook gemist…’ zijn laatste woorden, en weg is hij, mij ontredderd achterlatend, met een lichaam dat tot in iedere vezel opgewonden is en nu die spanning niet kwijt kan.
Voor een kleine spiegel die aan de deur hangt fatsoeneer ik me zo goed en zo kwaad als dat lukt en gelukkig staat er een bidetkan met water, zodat ik me wat kan opfrissen. Van mijn kapsel weet ik niet veel meer te maken en daarom laat ik mijn haren maar los hangen, ze zo goed mogelijk fatsoenerend door mijn handen er met gespreide vingers als een kam een aantal keren doorheen te halen. Na een minuut of tien voel ik me, hoewel nog steeds opgewonden, weer voldoende zeker van mezelf om terug naar de Grand Salon te gaan. Als ik door de grote dubbele deuren naar binnen ga zie ik, alsof hij mijn ogen als een magneet aantrekt, hoe vlak bij het podium de Dottore staat te praten met de koningin. Pas dán dringt tot me door dat híj die dokter is waar het hele hof het steeds over heeft, dat hij de Koningin niet alleen maar tegen haar somberte behandelt, maar haar waarschijnlijk ook bij nog wat andere fysieke ongemakken van dienst is…
Genoeg!
Op datzelfde moment dat ik binnenkom kijkt de Dottore me vanuit de verte aan, waarna hij zijn gesprek met de koningin beëindigt en het podium opstapt.
‘Mesdames et Messieurs, mag ik even uw aandacht’ zegt hij dan zo luid mogelijk. De Salon is zó groot dat zijn stem niet meteen iedereen bereikt, maar toch is er al een grote groep mensen die stopt met wat men aan het doen is, om te volgen wat er gaat gebeuren.
‘Mesdames et Messieurs, nu u hier in grote getale bijeen bent zou ik graag deze mogelijkheid willen benutten om u het een en ander uit te leggen over mijn behandelmethode. Ik heb begrepen dat daarover aan dit hof nogal wat vragen leven en graag kom ik u deze avond daarin tegemoet. Met een kleine demonstratie verwacht ik de meeste van uw vragen op voorhand al te kunnen beantwoorden.’
De stemming is direct al zowel gespannen als afwachtend, iedereen in de Salon stopt met spelen en praten en er ontstaat een grote kring van aandachtige toeschouwers rond het podium. Ook de Koning laat zich zien, naast zijn vrouw staand, zijn handen op zijn rug, zijn ene voet een tikje schuin op de andere geplaatst zoals Franse mannen vaak doen, de rust zelve, afwachtend wat er komen gaat.
‘Dank voor uw interesse! Allereerst wil ik u uitleggen dat ik mensen behandel via hun aura. Voor wie niet weet wat dat is, kijkt u dan even omhoog, naar enkele heiligen die boven u zijn afgebeeld op de plafondschilderingen. Zoals u ziet hebben zij een stralenkrans om hun hoofd. Dát nu, mesdames et messieurs, is een aura en ieder mens bezit dat, een energieveld dat zich overigens niet alleen om het hoofd manifesteert maar rond het hele lichaam. Ik kan dat bij u allen waarnemen en als u zich harmonieus voelt is uw energieveld dat ook, wat te zien is aan de mix van wat koelere kleuren, vooral groen en blauw. Als u zich echter onevenwichtig of opgewonden voelt neem ik dat óók waar doordat zich meer de vurige kleuren tonen, zoals dieprood, oranje en geel. Door de juiste behandeling kan ik daar vervolgens verandering in brengen en deze avond wil ik u dat graag demonstreren.’
Vervolgens doet de Dottore alsof hij rondkijkt naar een ‘vrijwilliger’ maar direct al voel ik aankomen wat er gaat gebeuren en ik probeer snel weg te glippen. Helaas, net op het moment dat het me lukt de zware deuren open te krijgen klinkt zijn indringende stem: ‘madame, ik zie dat u wilt vertrekken maar juist u zou ik graag een korte behandeling willen geven. Zelfs vanaf hier zie ik een ernstige verstoring in uw aura en neemt u van mij aan, ik kan u daar mee van dienst zijn.’
Iedereen heeft zich naar me omgedraaid, ook de Koning en de Koningin en er is duidelijk geen ontkomen meer aan. En terwijl er in de toeschouwende menigte een pad voor me wordt gevormd loop ik langzaam naar voren, bezorgd, niet wetend wat Dottore Antonieri gaat doen, maar het zal ongetwijfeld een vervolg zijn op wat hij een half uur terug nog met me uitspookte.
Als ik op het podium voor hem sta doet hij, zeer getalenteerd toneel spelend, alsof hij me niet kent: ‘Madame, om iedere ongewenste beïnvloeding te voorkomen is het niet wenselijk dat ik uw naam ken. Klopt mijn waarneming dat u recent een opwindende ervaring heeft ondergaan?’ Ik knik alleen maar. ‘En heeft u die nog niet verwerkt?’ Ik schud mijn hoofd ten teken van ‘nee’.
‘Alora, mag ik u daarbij helpen?’ Heb ik een keus? Nee, dus knik ik ‘ja’.
‘Wilt u dan nu recht voor mij gaan staan, madame, met uw gezicht naar het publiek? En beweegt u zich s’il vous plaît zo weinig mogelijk.’ Ik doe gehoorzaam wat de Dottore me vraagt, een andere weg is er niet.
Op het moment dat ik voor hem sta, met mijn rug naar hem toe, houdt hij enkele minuten zijn handen naast elkaar boven mijn hoofd, stil, in opperste concentratie. En dat is ook aan het publiek te merken, iedereen is muisstil en zelfs de mensen die in het naastgelegen vertrek aan het kaatsen waren zijn daarmee gestopt om te komen aanschouwen wat hier gaande is.
Na enkele minuten laat de Dottore zijn handen, steeds op enkele centimeters afstand, vanaf mijn hoofd aan weerszijden langs mijn lichaam gaan, over mijn schouders, mijn zijden, de zijkant van mijn benen. Daarna herhaalt hij het hele ritueel en laat hij vervolgens zijn handen enkele keren achtereen langs mijn voor- en achterzijde gaan.
En het valt niet te ontkennen, het werkt… ik voel een intense harmonie en rust over mij komen, alsof alles om mij heen vervaagt en alleen de Dottore en ik in de ruimte aanwezig zijn.
Blijkbaar is dit niet de gehele behandeling, want vervolgens vraagt de Dottore: ‘Madame, draait u zich s’il vous plaît om, dit keer met uw gezicht naar míj toe.’ Ik zie dan hoe hij een rechte stoel pakt, daar op gaat zitten, waarna hij me uitnodigt wijdbeens over hem heen te komen staan. Hij drapeert vervolgens mijn jurk en onderrokken over zijn schoot. Op dat moment voel ik hoe hij, verborgen onder mijn rokken, zijn broek losknoopt en pas dan besef ik wat er gaat gebeuren. En ik kan er helemaal niks tegen doen, ik ben in zijn macht, hij kan met me doen wat hij wil.
Behalve dat hij zijn zwaard de ruimte geeft haalt de Dottore in de veilige beschutting van mijn jurk en mijn onderrokken ook mijn verscheurde pantalon-dessous uit zijn zak en als hij die aan het publiek laat zien ontsnapt er uit alle monden een kreet van … Ontzetting? Opwinding? Verwachting?
Dan legt de Dottore zijn handen op mijn schouders en begint hij me omlaag te dwingen, waarbij het voor iedereen helder is wat er onder mijn rokken staat te gebeuren. Ik voel hoe hij zijn lans richt waarna langzaam maar zeker de kop zich al in me boort…
‘Assez, genoeg!’ Met zijn zachte maar dwingende stemgeluid grijpt de Koning in en op hetzelfde moment komt monsieur Bontemps het podium op. Hij geeft me een hand, helpt me opstaan en fluistert vervolgens de Dottore iets in zijn oor, die haastig zijn kleding fatsoeneert en vertrekt. Ik voel me verdoofd, krijg amper mee wat er allemaal gebeurt, oom Ernzt neemt mijn hand over van Monsieur Bontemps en begeleidt me naar mijn salon in het gastenverblijf van Prins Philip.
Onderweg daarnaar toe merkt hij bezorgd op: ‘weet je nog dat we het over een wespennest hadden Anna? Wil je alsjeblieft voortaan beter opletten?’ Ik kan alleen maar knikken en eenmaal in mijn appartement maakt Hannah snel een bad voor me klaar. Daar lig ik nóg in, weer wat bijkomend van alle gebeurtenissen als Hannah me komt mededelen dat Monsieur Bontemps is gearriveerd met het verzoek me bij de Koning te vervoegen…
Zielsverwanten
Het verbijstert me, dat de koning mij op dit late tijdstip ontbiedt. Ik schaam mij inmiddels diep over wat er is gebeurd en ik kan geen andere reden bedenken om me bij zich te laten komen dan dat hij ernstig ontstemd is over het schandelijke tafereel tussen de Dottore en mij daarvoor wil berispen, of misschien zelfs wel wegsturen.
Omdat monsieur Bontemps op mij staat te wachten kan ik in de gauwigheid niks anders verzinnen dan mijn nachtkleed aan te doen en met daaroverheen een tot op mijn voeten afkledende zijden kamerjas, mijn haren loshangend en nog nadrogend van het bad. En zo ga ik op pad, aan de zijde van de lijfbediende van de Koning, die me via enkele privé-gangen tussen de appartementen van de broers rechtsreeks het woonvertrek van de Koning binnen leidt.
In een voor Versailles-begrippen kleine en zeer huiselijk ingerichte salon zit de Koning in een fauteuil bij een klein knapperend haardvuur, net als ik al gekleed in een gemakkelijk zittende kamerjas. Als ik wil buigen maakt hij een gebaar dat ik dat moet laten, waarna hij wijst op de gemakkelijke stoel naast hem en zegt: ‘gaat u zitten, Gräfin Anna Maria. Mag ik u tutoyeren?’ Als ik verbijsterd door deze ontwikkeling alleen maar kan knikken zegt hij: ‘noemt jij mij dan s’il vous plaît Louis.’
Waarna hij meteen doorgaat, met de directheid die ik nu al herken als zijn stijl: ‘Wat was dat nou vanavond tussen Antonieri en jou, Anna?’ Als ik nog even probeer te doen dat het toeval was dat hij juist mij me eruit pikte reageert Louis: ‘s’il vous plaît, je kunt open tegen me zijn Anna, dit was echt geen toeval. Ik hield vanwege zijn connectie met de koningin die querulant al langer in de gaten. In Paris is hij door mijn mannen in jouw aanwezigheid gezien en ik weet dus dat hij vanavond een spel met je speelde. Ik wil hem niet meer bij de Koningin toelaten en inmiddels heeft hij op mijn bevel Versailles verlaten.’
Dan is het alsof er iets in me breekt. De onverwachte intimiteit, de beschermende vriendelijkheid van deze nog zo jonge man die al zoveel gedoe op zijn schouders heeft en die ik vanavond direct al zo aantrekkelijk vond, alle dammen breken in me open en dan volgt er een stevige huilbui. Wat tot gevolg heeft dat Louis uit zijn stoel komt, naast me hurkt en zonder een woord te zeggen troostend een arm om mijn schouder legt. Als ik tot rust ben gekomen gaat hij weer zitten, waarna ik hem vertel hoe het zover heeft kunnen komen. Over de altijd aanwezige driften in mijn lichaam, over mijn hopeloze huwelijk dat me in mijn eigen lichaam gevangen zette, over hoe ik daarna zonder me opnieuw te willen binden naar passende oplossingen zocht, waardoor uiteindelijk die vervloekte Dottore op mijn pad kwam…
Al vanavond, toen hij zich tegen zijn gewoonte aan me voorstelde, voelde ik een vreemd soort verwantschap met deze man. Het is opvallend hoe ontzettend ik op hem en zijn broer lijk en dat moet ook hém zijn opgevallen. Dat kan niet anders dan absoluut toeval zijn maar toch, de gelijkenis is treffend. Of het dáárdoor is weet ik niet maar we hebben een wezenlijk contact. Er is veel intimiteit tussen ons en als ik na mijn openhartige verhaal opnieuw moet huilen neemt Louis mij op schoot.
Na me weer wat getroost te hebben vertelt hij op zíjn beurt de geschiedenis van zijn liefdes. Hoe hij samen met de hartsvriendin uit zijn kinderjaren, Valérie, hun seksualiteit ontdekte. Hoe ook hij vervolgens in een liefdeloos huwelijk terecht kwam met de immer neerslachtige Maria-Theresia die haar thuisland Spanje onverminderd blijft missen en altijd op zoek is naar hoe ze dat leed kan verzachten. Over hoe net als bij mij ook Louis zijn lichaam voortdurend om seksuele actie vraagt, dat hij daarom een maîtresse heeft en zich daarnaast regelmatig ook nog eens met minnaressen omgeeft.
Nadat we zijn uitgepraat blijven we een tijdje zo zitten, ik zijdelings zittend op zijn schoot, leunend tegen zijn borst, mijn hoofd tegen het zijne, als twee zielsverwanten samen genietend van het contact bij het warme schijnsel van het knapperende vuur. Na een tijdje kijk ik Louis aan en geef hem dan een zoen, die hij teder beantwoordt. Met mijn soldaten en ook met de Dottore kwam het nooit tot tongzoenen, dat vond ik te intiem. Maar nu, hier met deze volgens mij vaak eenzame man, die het beste met mij voorheeft, gebeurt dat wél. Voorzichtig vinden onze tongen elkaar en genietend verkennen we elkaars mond, ondertussen het contact van onze lichamen verder verstevigend.
Koninklijk intiem
Op een gegeven moment voel ik hoe onder mijn billen zijn koninklijke staf groeit en als ik daar een beetje genietend extra op wiebel begrijpt Louis het signaal. Hij tilt me op en draagt me naar de naastgelegen slaapkamer. Daar zet hij me op de grond, neemt me mijn kamerjas af en trekt me daarna mijn nachtgewaad uit. Hij doet dat langzaam en behoedzaam, hij trekt het van onderaf over mijn hoofd en stukje na stukje voel ik hoe hij me ontbloot.
Als ik uiteindelijk helemaal naakt voor hem sta voel ik aan dat hij even tijd nodig heeft om me te kunnen bekijken en ik gun hem dat. Met mijn armen langs mijn lichaam, zodat hij het ongehinderd in zich op kan nemen, zie ik hoe hij met zijn ogen genietend ieder detail aftast en in zich opneemt. Vooral mijn borsten geeft hij veel aandacht, die hij ook even behoedzaam in zijn handen neemt en zacht masseert en streelt, me ondertussen opnieuw zoenend.
Dan doet ook hij zijn kamerjas uit en wat me echt opvallend is hoe tenger deze machtige man gebouwd is. Ik vind hem mooi en pas nu besef ik dat ik dat ook altijd zocht in mijn neuksoldaatjes, dat ze niet te fors en te breed waren. Wat ik ook mooi vind is dat Louis weinig lichaamsbeharing heeft, maar wél een aanzienlijke staf, een Kóninklijke staf, die trots en stijf tussen ons in staat.
Na een paar minuten is het wel genoeg, al dat kijken en vlij ik me tegen hem aan. Ik sla mijn armen om zijn nek en Louis reageert door me onder mijn billen op te tillen, waardoor ik mijn benen om zijn heupen kan klemmen en me op zijn staf kan laten zakken. Genietend voel ik hoe hij in me glijdt, niet alleen hij is dankzij zijn harde lid voorbereid, ook in mijn schede is alles er al klaar voor om hem te ontvangen en zo volledig mogelijk in me op te nemen.
Ik heb geen idee hoelang Louis zo met mij op zijn lid blijft staan, een minuut of misschien wel tien minuten, alle tijdsbesef is weg, het enige wat tot me doordringt is hoe ik geniet van dit intense contact, hoe ik het contact met zijn lichaam beleef terwijl we elkaar lieve woordjes toefluisteren. Het is zó’n intens verschil met het geweld van de Dottore eerder vanavond, het voelt als een genezing, alsof hiermee die man definitief uit mijn systeem verdwijnt.
Nadat Louis me op het bed heeft gelegd, mij ondertussen diep met zijn lichaam verankerd houdend, begint hij rustig en traag de liefde met me te bedrijven. Aan alles voel ik hoe ervaren deze man is en hoe hij heeft geleerd om het genot van een vrouw aan te voelen én te voeden. Eindeloos en traag schuift hij zijn paal langs al mijn lekkere plekjes, ze opwrijvend tot alles in me glimt en glanst en ik me van binnen als een lichtende ster ervaar, reizend door het Koninklijke heelal van Louis de France…
Dit was het verhaal van Anna Maria en hoe ze haar koning vond. Ze blijft een kleine twee jaar met oom Ernzt in Parijs en al die tijd heeft ze regelmatig contact met de Louis, maar óók met de ‘van twee walletjes’ gezelschapsheren van zijn broer Philip. Na die twee jaar, na de terugkeer naar München, sluit ze haar periode met Louis de France af en hervat Gräfin Anna Maria de maandelijkse selectie van een viriele soldaat voor in haar bed.
Bedankt dat je dit verhaal las! X. Zazie
PS: Als je meer over Versailles wilt lezen, in ‘De Zonnekoning’ beschrijf ik de jeugd van Louis en in ‘Het leger van de prins’ gaat het met name over hoe Louis de adel aan zich bond.
Rode draad door deze verhalen is dat ook zij natuurlijk maar gewoon mensen waren, met net zoveel behoefte aan liefde en relaties en seks als wij in ónze tijd hebben…
So dumm, dat ik bij die man mijn eigen naam gebruikte…
Want nu wéét hij het, ik ben zijn hoertje uit Paris. Zonder dat hij het wist het nep-hoertje waar hij verliefd op werd en dat hij na anderhalve maand helemaal alleen voor zichzelf wilde hebben als zijn betaalde maîtresse. Ergens vanavond wil hij met me ‘praten’, zegt hij dreigend. Naja, also, hij kan mijn adellijke rug op, om het maar eens beeldend te zeggen. Er zijn er ten slotte twee nodig om te praten en uit mij zal hij geen woord krijgen…
De Zonnekoning
Tegen de tijd dat de Grand Salon in vol bedrijf is, wordt er aan alle tafels gekaart, geschaakt, of gedamd. Ook zijn mensen Backgammon aan het spelen, de meer goklustigen dobbelen en in een naastgelegen vertrek van de salon zijn mensen bezig op een kaatsbaan. De sfeer is uitgelaten, vrolijk, die voor héél even wordt onderbroken door de binnenkomst van de Koning en de Koningin. De dubbele deuren naar de Koninklijke vertrekken zwaaien open, een man wordt zichtbaar die met een stok drie harde tikken geeft op de vloer en dan met luide stem aankondigt: ‘le Roi et la Reine!
Op datzelfde moment stopt iedereen met waar men mee bezig is, gaat staan en als dan Koning Louis en aan zijn arm Koningin Maria-Theresia binnenwandelen buigt men. Nadat de koning met een handgebaar heeft laten weten dat het zo goed is en men verder kan gaan wordt er, alsof er niks is gebeurd, met veel ijver en bijbehorend lawaai doorgespeeld.
Oom Ernzt en ik zijn gaan aanzitten bij het gezelschap van Prins Philip en tot mijn schrik komt de Koning rechtsreeks op ons af gewandeld, terwijl de Koningin onderweg met wat andere mensen in gesprek gaat. Philip blijft zitten, neigt alleen maar zijn hoofd naar zijn broer en zegt, een tikje sarcastisch: ‘Bonsoir mon frère Royal.’ De Koning grijnst breed, maakt eveneens een kleine hoofdbeweging en zegt dan alleen maar: ‘Monsieur’, waarna hij naast hem gaat zitten op de stoel die haastig is vrij gemaakt. Zó zeg, de spanning druipt er af tussen deze twee zo hooggeplaatste broers, intrigerend om dat mee te maken. Dan gaan ze fluisterend in gesprek, de hoofden dicht bij elkaar om afluisteren te voorkomen, waarbij de Koning hoofdzakelijk aan het woord is en Philip af en toe een vraag stelt maar vooral luistert.
Ik ben diep onder de indruk dat ik zo maar ineens tegenover de beroemde Zonnekoning zit, die in Europa al bijna een legende is.
Hun onderonsje geeft me de gelegenheid de beide broers te bestuderen en opvallend is hoe ontzettend ze op elkaar lijken. Tenger gebouwd, dezelfde lengte, schouderlange bijna zwarte haren, bleke gelaatstrekken, een sierlijke neus, opvallend rode lippen en donkere levendige ogen waarmee er hen niets van álles wat er om hen heen gebeurt ontgaat. En opnieuw valt me op hoezeer ik op hen lijk, met mijn al net zo donkere haren en ogen, zelfs qua postuur komen we overeen want hoewel ik natuurlijk een vrouw ben zijn ook de beide broers niet erg fors van lijf en leden en zijn ze niet veel langer dan ik.
Op een bepaald moment lijkt de Koning te voelen dat hij langdurig bekeken wordt want ineens richt hij zijn blik vol op me, onderzoekend, vragend bijna door zijn wenkbrauwen iets op te trekken. Ik schrik ervan, kleur dieprood en kijk snel weg.
Het duurt ruim vijf minuten, dit gesprek, daarna lijken ze het eens te zijn en dan kijkt de Koning op, waarbij zijn ogen opnieuw op mij komen te rusten. Bijna een beetje spottend bekijkt hij me nu óók eerst wat momenten, als om me mijn gedrag betaald te zetten, wat natuurlijk niet onterecht is als je iemand nogal onbeschaamd zit te bestuderen. Vervolgens vraagt hij: ‘…en U bent, madame?’ Ondanks dat het van zijn zijde een soort van strafexpeditie tegen mijn gedrag lijkt ben ik behoorlijk onder de indruk dat de Koning mij eruit pikt en sta dan op, waarna ik me met een diepe buiging voorstel: ‘Gräfin Anna Maria zu Castell-Rüdenhausen, votre Majesté.’
De koning kijkt me nog steeds bestuderend aan, neigt vervolgens licht zijn hoofd en stelt zich dan ook voor: ‘Louis de France… Prettig kennis met u te maken, madame.’ Zelfs Philip kijkt verbaasd op als zijn broer zich aan mij voorstelt, wat hij anders nooit doet en al helemaal niet met zijn voornaam.
Voor ik het besef is de Koning daarna verdwenen, vooraf gegaan door zijn lijfbediende, monsieur Bontemps, zo vertelt oom Ernzt me als ze zijn vertrokken. Die man is volgens oom in álles de steun en toeverlaat van de Koning, hij vertrouwt blindelings op hem. Nou, dat kan hij in deze slangenkuil van intriges wel gebruiken, lijkt mij, terwijl ik nog wat moet bekomen van de onverwachte Koninklijke aandacht.
De Dottore slaat toe
Het wordt een buitengewoon genoeglijke avond, de sfeer is heel ontspannen, met als gevolg dat het hele incident met de Dottore totaal op de achtergrond is geraakt. Tot ik op een bepaald moment nodig moet en het damesgemak opzoek. Als ik daar na afloop van terugkeer word ik in een donker deel van de corridor ineens stevig aan mijn arm achter een pilaar getrokken en voor ik het besef word ik een door slechts enkele kaarsen verlichtte smalle gang ingesleurd die dienst doet voor het hof personeel. De Dottore, want die is het, sleurt me bijna mee naar een ruimte waar van alles en nog wat is opgeslagen en ook een smal bed voor bedienden staat, waar hij me ruggelings op smijt. Dan bijt hij me toe: ‘dacht je dat je zo gemakkelijk van me afkwam, hoer? Want dát ben je, een hoer, ook al gedraag je je hier nog zo sjiek.’
En tegelijk met dat hij dat zegt sjort hij mijn jurk en onderjurken omhoog, waarna hij mijn linnen ‘pantalon dessous’ in flarden trekt en het restant ervan in een van zijn zakken steekt. Terwijl hij me goed in de gaten houdt laat hij zijn eigen broek zakken, waarna zijn monsterlijk grote steekzwaard stijf en trillend zichtbaar wordt. ‘Je gaf me niet de kans om zoals het hoort afscheid van je te nemen, vals hoertje, dus gaan we dat nu alsnog doen.’ Meteen daarna trekt hij mijn benen vér uit elkaar, wringt hij zijn paal tussen mijn schaamlippen, waarna hij zich met kracht in één keer bij me naar binnen stoot. Ooohw, het doet zó’n pijn… en het is zó opwindend…
Ik ben stomverbaasd over mijn eigen reactie, dat ik het niet uitgil en van me af bijt. Het tegenovergestelde is waar, ik kan het alleen maar ondergaan, met een soort van gevoel dat ik het verdiend heb. Natuurlijk weet ik ook wel dat dat gevoel misplaatst is, maar ik beleef het wél zo, dat deze man neemt waar hij recht op heeft. En dus bijt ik me door de pijn heen en verbaas ik me tegelijkertijd over de golf van opwinding die deze verkrachting in me oproept.
Keer op keer trekt de Dottore zich bijna helemaal uit me terug, waarbij het voelt alsof mijn schede aan zijn dikke paal vast geklemd zit en mee naar buiten wordt getrokken, zo’n pijn doet het. Maar de Dottore kan het niks schelen, hij is uit op wraak en na ieder terugtrekken stoot hij zich nóg harder en dieper in me terug. En zo gaat hij maar door, terwijl ik volledig dubbelgevouwen onder hem lig beukt hij maar in me door en het lijkt of deze man totaal geen vermoeidheid kent. Steeds als ik aan zijn ademhaling hoor dat hij zijn extase bijna bereikt houdt hij zich weer even stil, om me aan te kijken en me kwetsende woorden toe te sissen. Zodra zijn zaad dan blijkbaar wat is teruggedrongen zet hij het weer op een beuken, hard en diep en gemeen.
Ik onderga deze ongewenste inbreuk op mijn lichaam door de Dottore met zachte kreuntjes, ik weet dat protesteren geen enkele zin heeft en het vreemde is dat ik ook bijna niet wíl dat dit stopt. Ik dacht dat ik nu alle vreemde reacties van mijn lichaam wel kende, maar dat ik zo om zou gaan met een verkrachting had ik niet kunnen vermoeden. Langzaam maar zeker is mijn schede vocht aan gaan maken waardoor ik dat enorme zwaard steeds beter kan hebben en uiteindelijk lukt het de dottore om me bijna mijn meest heftige extase óóit te laten beleven. Bíjna, want op dat moment trekt hij zich met een gemene grijns op zijn gezicht uit me terug en schiet hij zijn zaad over mijn onderrokken. ‘Zie je wel, jij kleine nephoer, jij hebt me ook gemist…’ zijn laatste woorden, en weg is hij, mij ontredderd achterlatend, met een lichaam dat tot in iedere vezel opgewonden is en nu die spanning niet kwijt kan.
Voor een kleine spiegel die aan de deur hangt fatsoeneer ik me zo goed en zo kwaad als dat lukt en gelukkig staat er een bidetkan met water, zodat ik me wat kan opfrissen. Van mijn kapsel weet ik niet veel meer te maken en daarom laat ik mijn haren maar los hangen, ze zo goed mogelijk fatsoenerend door mijn handen er met gespreide vingers als een kam een aantal keren doorheen te halen. Na een minuut of tien voel ik me, hoewel nog steeds opgewonden, weer voldoende zeker van mezelf om terug naar de Grand Salon te gaan. Als ik door de grote dubbele deuren naar binnen ga zie ik, alsof hij mijn ogen als een magneet aantrekt, hoe vlak bij het podium de Dottore staat te praten met de koningin. Pas dán dringt tot me door dat híj die dokter is waar het hele hof het steeds over heeft, dat hij de Koningin niet alleen maar tegen haar somberte behandelt, maar haar waarschijnlijk ook bij nog wat andere fysieke ongemakken van dienst is…
Genoeg!
Op datzelfde moment dat ik binnenkom kijkt de Dottore me vanuit de verte aan, waarna hij zijn gesprek met de koningin beëindigt en het podium opstapt.
‘Mesdames et Messieurs, mag ik even uw aandacht’ zegt hij dan zo luid mogelijk. De Salon is zó groot dat zijn stem niet meteen iedereen bereikt, maar toch is er al een grote groep mensen die stopt met wat men aan het doen is, om te volgen wat er gaat gebeuren.
‘Mesdames et Messieurs, nu u hier in grote getale bijeen bent zou ik graag deze mogelijkheid willen benutten om u het een en ander uit te leggen over mijn behandelmethode. Ik heb begrepen dat daarover aan dit hof nogal wat vragen leven en graag kom ik u deze avond daarin tegemoet. Met een kleine demonstratie verwacht ik de meeste van uw vragen op voorhand al te kunnen beantwoorden.’
De stemming is direct al zowel gespannen als afwachtend, iedereen in de Salon stopt met spelen en praten en er ontstaat een grote kring van aandachtige toeschouwers rond het podium. Ook de Koning laat zich zien, naast zijn vrouw staand, zijn handen op zijn rug, zijn ene voet een tikje schuin op de andere geplaatst zoals Franse mannen vaak doen, de rust zelve, afwachtend wat er komen gaat.
‘Dank voor uw interesse! Allereerst wil ik u uitleggen dat ik mensen behandel via hun aura. Voor wie niet weet wat dat is, kijkt u dan even omhoog, naar enkele heiligen die boven u zijn afgebeeld op de plafondschilderingen. Zoals u ziet hebben zij een stralenkrans om hun hoofd. Dát nu, mesdames et messieurs, is een aura en ieder mens bezit dat, een energieveld dat zich overigens niet alleen om het hoofd manifesteert maar rond het hele lichaam. Ik kan dat bij u allen waarnemen en als u zich harmonieus voelt is uw energieveld dat ook, wat te zien is aan de mix van wat koelere kleuren, vooral groen en blauw. Als u zich echter onevenwichtig of opgewonden voelt neem ik dat óók waar doordat zich meer de vurige kleuren tonen, zoals dieprood, oranje en geel. Door de juiste behandeling kan ik daar vervolgens verandering in brengen en deze avond wil ik u dat graag demonstreren.’
Vervolgens doet de Dottore alsof hij rondkijkt naar een ‘vrijwilliger’ maar direct al voel ik aankomen wat er gaat gebeuren en ik probeer snel weg te glippen. Helaas, net op het moment dat het me lukt de zware deuren open te krijgen klinkt zijn indringende stem: ‘madame, ik zie dat u wilt vertrekken maar juist u zou ik graag een korte behandeling willen geven. Zelfs vanaf hier zie ik een ernstige verstoring in uw aura en neemt u van mij aan, ik kan u daar mee van dienst zijn.’
Iedereen heeft zich naar me omgedraaid, ook de Koning en de Koningin en er is duidelijk geen ontkomen meer aan. En terwijl er in de toeschouwende menigte een pad voor me wordt gevormd loop ik langzaam naar voren, bezorgd, niet wetend wat Dottore Antonieri gaat doen, maar het zal ongetwijfeld een vervolg zijn op wat hij een half uur terug nog met me uitspookte.
Als ik op het podium voor hem sta doet hij, zeer getalenteerd toneel spelend, alsof hij me niet kent: ‘Madame, om iedere ongewenste beïnvloeding te voorkomen is het niet wenselijk dat ik uw naam ken. Klopt mijn waarneming dat u recent een opwindende ervaring heeft ondergaan?’ Ik knik alleen maar. ‘En heeft u die nog niet verwerkt?’ Ik schud mijn hoofd ten teken van ‘nee’.
‘Alora, mag ik u daarbij helpen?’ Heb ik een keus? Nee, dus knik ik ‘ja’.
‘Wilt u dan nu recht voor mij gaan staan, madame, met uw gezicht naar het publiek? En beweegt u zich s’il vous plaît zo weinig mogelijk.’ Ik doe gehoorzaam wat de Dottore me vraagt, een andere weg is er niet.
Op het moment dat ik voor hem sta, met mijn rug naar hem toe, houdt hij enkele minuten zijn handen naast elkaar boven mijn hoofd, stil, in opperste concentratie. En dat is ook aan het publiek te merken, iedereen is muisstil en zelfs de mensen die in het naastgelegen vertrek aan het kaatsen waren zijn daarmee gestopt om te komen aanschouwen wat hier gaande is.
Na enkele minuten laat de Dottore zijn handen, steeds op enkele centimeters afstand, vanaf mijn hoofd aan weerszijden langs mijn lichaam gaan, over mijn schouders, mijn zijden, de zijkant van mijn benen. Daarna herhaalt hij het hele ritueel en laat hij vervolgens zijn handen enkele keren achtereen langs mijn voor- en achterzijde gaan.
En het valt niet te ontkennen, het werkt… ik voel een intense harmonie en rust over mij komen, alsof alles om mij heen vervaagt en alleen de Dottore en ik in de ruimte aanwezig zijn.
Blijkbaar is dit niet de gehele behandeling, want vervolgens vraagt de Dottore: ‘Madame, draait u zich s’il vous plaît om, dit keer met uw gezicht naar míj toe.’ Ik zie dan hoe hij een rechte stoel pakt, daar op gaat zitten, waarna hij me uitnodigt wijdbeens over hem heen te komen staan. Hij drapeert vervolgens mijn jurk en onderrokken over zijn schoot. Op dat moment voel ik hoe hij, verborgen onder mijn rokken, zijn broek losknoopt en pas dan besef ik wat er gaat gebeuren. En ik kan er helemaal niks tegen doen, ik ben in zijn macht, hij kan met me doen wat hij wil.
Behalve dat hij zijn zwaard de ruimte geeft haalt de Dottore in de veilige beschutting van mijn jurk en mijn onderrokken ook mijn verscheurde pantalon-dessous uit zijn zak en als hij die aan het publiek laat zien ontsnapt er uit alle monden een kreet van … Ontzetting? Opwinding? Verwachting?
Dan legt de Dottore zijn handen op mijn schouders en begint hij me omlaag te dwingen, waarbij het voor iedereen helder is wat er onder mijn rokken staat te gebeuren. Ik voel hoe hij zijn lans richt waarna langzaam maar zeker de kop zich al in me boort…
‘Assez, genoeg!’ Met zijn zachte maar dwingende stemgeluid grijpt de Koning in en op hetzelfde moment komt monsieur Bontemps het podium op. Hij geeft me een hand, helpt me opstaan en fluistert vervolgens de Dottore iets in zijn oor, die haastig zijn kleding fatsoeneert en vertrekt. Ik voel me verdoofd, krijg amper mee wat er allemaal gebeurt, oom Ernzt neemt mijn hand over van Monsieur Bontemps en begeleidt me naar mijn salon in het gastenverblijf van Prins Philip.
Onderweg daarnaar toe merkt hij bezorgd op: ‘weet je nog dat we het over een wespennest hadden Anna? Wil je alsjeblieft voortaan beter opletten?’ Ik kan alleen maar knikken en eenmaal in mijn appartement maakt Hannah snel een bad voor me klaar. Daar lig ik nóg in, weer wat bijkomend van alle gebeurtenissen als Hannah me komt mededelen dat Monsieur Bontemps is gearriveerd met het verzoek me bij de Koning te vervoegen…
Zielsverwanten
Het verbijstert me, dat de koning mij op dit late tijdstip ontbiedt. Ik schaam mij inmiddels diep over wat er is gebeurd en ik kan geen andere reden bedenken om me bij zich te laten komen dan dat hij ernstig ontstemd is over het schandelijke tafereel tussen de Dottore en mij daarvoor wil berispen, of misschien zelfs wel wegsturen.
Omdat monsieur Bontemps op mij staat te wachten kan ik in de gauwigheid niks anders verzinnen dan mijn nachtkleed aan te doen en met daaroverheen een tot op mijn voeten afkledende zijden kamerjas, mijn haren loshangend en nog nadrogend van het bad. En zo ga ik op pad, aan de zijde van de lijfbediende van de Koning, die me via enkele privé-gangen tussen de appartementen van de broers rechtsreeks het woonvertrek van de Koning binnen leidt.
In een voor Versailles-begrippen kleine en zeer huiselijk ingerichte salon zit de Koning in een fauteuil bij een klein knapperend haardvuur, net als ik al gekleed in een gemakkelijk zittende kamerjas. Als ik wil buigen maakt hij een gebaar dat ik dat moet laten, waarna hij wijst op de gemakkelijke stoel naast hem en zegt: ‘gaat u zitten, Gräfin Anna Maria. Mag ik u tutoyeren?’ Als ik verbijsterd door deze ontwikkeling alleen maar kan knikken zegt hij: ‘noemt jij mij dan s’il vous plaît Louis.’
Waarna hij meteen doorgaat, met de directheid die ik nu al herken als zijn stijl: ‘Wat was dat nou vanavond tussen Antonieri en jou, Anna?’ Als ik nog even probeer te doen dat het toeval was dat hij juist mij me eruit pikte reageert Louis: ‘s’il vous plaît, je kunt open tegen me zijn Anna, dit was echt geen toeval. Ik hield vanwege zijn connectie met de koningin die querulant al langer in de gaten. In Paris is hij door mijn mannen in jouw aanwezigheid gezien en ik weet dus dat hij vanavond een spel met je speelde. Ik wil hem niet meer bij de Koningin toelaten en inmiddels heeft hij op mijn bevel Versailles verlaten.’
Dan is het alsof er iets in me breekt. De onverwachte intimiteit, de beschermende vriendelijkheid van deze nog zo jonge man die al zoveel gedoe op zijn schouders heeft en die ik vanavond direct al zo aantrekkelijk vond, alle dammen breken in me open en dan volgt er een stevige huilbui. Wat tot gevolg heeft dat Louis uit zijn stoel komt, naast me hurkt en zonder een woord te zeggen troostend een arm om mijn schouder legt. Als ik tot rust ben gekomen gaat hij weer zitten, waarna ik hem vertel hoe het zover heeft kunnen komen. Over de altijd aanwezige driften in mijn lichaam, over mijn hopeloze huwelijk dat me in mijn eigen lichaam gevangen zette, over hoe ik daarna zonder me opnieuw te willen binden naar passende oplossingen zocht, waardoor uiteindelijk die vervloekte Dottore op mijn pad kwam…
Al vanavond, toen hij zich tegen zijn gewoonte aan me voorstelde, voelde ik een vreemd soort verwantschap met deze man. Het is opvallend hoe ontzettend ik op hem en zijn broer lijk en dat moet ook hém zijn opgevallen. Dat kan niet anders dan absoluut toeval zijn maar toch, de gelijkenis is treffend. Of het dáárdoor is weet ik niet maar we hebben een wezenlijk contact. Er is veel intimiteit tussen ons en als ik na mijn openhartige verhaal opnieuw moet huilen neemt Louis mij op schoot.
Na me weer wat getroost te hebben vertelt hij op zíjn beurt de geschiedenis van zijn liefdes. Hoe hij samen met de hartsvriendin uit zijn kinderjaren, Valérie, hun seksualiteit ontdekte. Hoe ook hij vervolgens in een liefdeloos huwelijk terecht kwam met de immer neerslachtige Maria-Theresia die haar thuisland Spanje onverminderd blijft missen en altijd op zoek is naar hoe ze dat leed kan verzachten. Over hoe net als bij mij ook Louis zijn lichaam voortdurend om seksuele actie vraagt, dat hij daarom een maîtresse heeft en zich daarnaast regelmatig ook nog eens met minnaressen omgeeft.
Nadat we zijn uitgepraat blijven we een tijdje zo zitten, ik zijdelings zittend op zijn schoot, leunend tegen zijn borst, mijn hoofd tegen het zijne, als twee zielsverwanten samen genietend van het contact bij het warme schijnsel van het knapperende vuur. Na een tijdje kijk ik Louis aan en geef hem dan een zoen, die hij teder beantwoordt. Met mijn soldaten en ook met de Dottore kwam het nooit tot tongzoenen, dat vond ik te intiem. Maar nu, hier met deze volgens mij vaak eenzame man, die het beste met mij voorheeft, gebeurt dat wél. Voorzichtig vinden onze tongen elkaar en genietend verkennen we elkaars mond, ondertussen het contact van onze lichamen verder verstevigend.
Koninklijk intiem
Op een gegeven moment voel ik hoe onder mijn billen zijn koninklijke staf groeit en als ik daar een beetje genietend extra op wiebel begrijpt Louis het signaal. Hij tilt me op en draagt me naar de naastgelegen slaapkamer. Daar zet hij me op de grond, neemt me mijn kamerjas af en trekt me daarna mijn nachtgewaad uit. Hij doet dat langzaam en behoedzaam, hij trekt het van onderaf over mijn hoofd en stukje na stukje voel ik hoe hij me ontbloot.
Als ik uiteindelijk helemaal naakt voor hem sta voel ik aan dat hij even tijd nodig heeft om me te kunnen bekijken en ik gun hem dat. Met mijn armen langs mijn lichaam, zodat hij het ongehinderd in zich op kan nemen, zie ik hoe hij met zijn ogen genietend ieder detail aftast en in zich opneemt. Vooral mijn borsten geeft hij veel aandacht, die hij ook even behoedzaam in zijn handen neemt en zacht masseert en streelt, me ondertussen opnieuw zoenend.
Dan doet ook hij zijn kamerjas uit en wat me echt opvallend is hoe tenger deze machtige man gebouwd is. Ik vind hem mooi en pas nu besef ik dat ik dat ook altijd zocht in mijn neuksoldaatjes, dat ze niet te fors en te breed waren. Wat ik ook mooi vind is dat Louis weinig lichaamsbeharing heeft, maar wél een aanzienlijke staf, een Kóninklijke staf, die trots en stijf tussen ons in staat.
Na een paar minuten is het wel genoeg, al dat kijken en vlij ik me tegen hem aan. Ik sla mijn armen om zijn nek en Louis reageert door me onder mijn billen op te tillen, waardoor ik mijn benen om zijn heupen kan klemmen en me op zijn staf kan laten zakken. Genietend voel ik hoe hij in me glijdt, niet alleen hij is dankzij zijn harde lid voorbereid, ook in mijn schede is alles er al klaar voor om hem te ontvangen en zo volledig mogelijk in me op te nemen.
Ik heb geen idee hoelang Louis zo met mij op zijn lid blijft staan, een minuut of misschien wel tien minuten, alle tijdsbesef is weg, het enige wat tot me doordringt is hoe ik geniet van dit intense contact, hoe ik het contact met zijn lichaam beleef terwijl we elkaar lieve woordjes toefluisteren. Het is zó’n intens verschil met het geweld van de Dottore eerder vanavond, het voelt als een genezing, alsof hiermee die man definitief uit mijn systeem verdwijnt.
Nadat Louis me op het bed heeft gelegd, mij ondertussen diep met zijn lichaam verankerd houdend, begint hij rustig en traag de liefde met me te bedrijven. Aan alles voel ik hoe ervaren deze man is en hoe hij heeft geleerd om het genot van een vrouw aan te voelen én te voeden. Eindeloos en traag schuift hij zijn paal langs al mijn lekkere plekjes, ze opwrijvend tot alles in me glimt en glanst en ik me van binnen als een lichtende ster ervaar, reizend door het Koninklijke heelal van Louis de France…
Dit was het verhaal van Anna Maria en hoe ze haar koning vond. Ze blijft een kleine twee jaar met oom Ernzt in Parijs en al die tijd heeft ze regelmatig contact met de Louis, maar óók met de ‘van twee walletjes’ gezelschapsheren van zijn broer Philip. Na die twee jaar, na de terugkeer naar München, sluit ze haar periode met Louis de France af en hervat Gräfin Anna Maria de maandelijkse selectie van een viriele soldaat voor in haar bed.
Bedankt dat je dit verhaal las! X. Zazie
PS: Als je meer over Versailles wilt lezen, in ‘De Zonnekoning’ beschrijf ik de jeugd van Louis en in ‘Het leger van de prins’ gaat het met name over hoe Louis de adel aan zich bond.
Rode draad door deze verhalen is dat ook zij natuurlijk maar gewoon mensen waren, met net zoveel behoefte aan liefde en relaties en seks als wij in ónze tijd hebben…
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10