Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Zazie
Datum: 31-08-2022 | Cijfer: 9.8 | Gelezen: 15161
Lengte: Lang | Leestijd: 21 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Bordeel, Munchen, Nymfomanie, Parijs, Prostitutie,
Versailles
Al na een dag of vier hunkerde mijn lichaam weer naar de stevige seks met Dottore Antonieri. Na enkele weken geen man in me te hebben gehad bracht hij vorige week met zijn enorme steekwapen mijn lichaam en geest opnieuw bij elkaar.

Met ‘dank’ aan zijn voor mijn lichaam veel te grote paal schrijnde het naderhand behoorlijk tussen mijn benen. Ook dieper in mijn schede bleef het enkele dagen echt pijnlijk, tóch ben ik blij dat het vanmiddag weer zo ver is.



Alsjeblieft geen verliefd gedoe…

Oom Ernzt kan dit keer niet mee naar ‘madame Charlotte’, hij heeft diverse besprekingen in Versailles en dus ga ik alleen op pad. In het bordeel word ik meteen doorgeleid naar dezelfde kamer als vorige keer, waar de Dottore al op me wacht. Zie ik het goed, dat hij blij is me te zien? Dat is dan wel een aanmerkelijk verschil met de vorige keer, toen hij me chagrijnig aankeek, me bot het bevel gaf me uit te kleden en dat ik maar even met de benen wijd moest gaan liggen.

‘Hoe heet je eigenlijk’ is dit keer het eerste wat hij vraagt. Op dat moment bega ik een stommiteit die me later zal bezuren, ik noem mijn echte naam: ‘Anna’. ‘Hmm Anna, je hebt indruk op me gemaakt. Ik wil voortaan alleen jou.’
Ach so, nou, een twijfelachtige eer, maar goed, mocht ik onverhoopt ooit door al het geld van mijn man zaliger raken, dan weet ik hoe ik een inkomen kan verwerven.
‘Kleed je maar uit.’ Ook dit is een vooruitgang, vier woorden in plaats van alleen ‘uitkleden!’
Ik doe wat hij me vraagt, ik heb speciaal een eenvoudige jurk aangetrokken en kleed me dit keer zo bevallig mogelijk uit. Als ik daarna op het bed wil gaan liggen, klaar voor de seks, houdt de Dottore me tegen: wacht, Anna.’

Hij trekt me naar zich toe, wentelt me dan op mijn voeten rond en rond terwijl hij me overal betast, geen enkel plekje van mijn lichaam laat hij onberoerd. Extra aandacht geeft hij aan mijn ‘tieties’, hij kneedt ze tot ze rood uitslaan en daarna is mijn muschi aan de beurt. Hij omvat me daar tussen mijn benen met één hand en steekt tegelijk een vinger tussen mijn lippen, en kriebelt me daar tot me de vlammen uitslaan.
Ik weet bijna niet wat me overkomt, dat die vorige week nog zo botte man zich nu ineens heel anders gedraagt. Ik moet zorgen dat het beest zo meteen weer in hem opstaat, want dat harde vond ik nou juist zo lekker. Ik mag toch echt hopen dat hij niet verliefd aan het worden is want dat onuitstaanbare gedrag van hem hielp me om zijn seks te incasseren en hem voor de rest links te laten liggen.

En gelukkig, als we eenmaal allebei bloot op het bed zijn beland lijkt zijn oude botte geest weer in hem te varen, lomp trekt hij mijn benen zo ver mogelijk uit elkaar, knielt er tussen, spuugt een paar keer van bovenaf op mijn Muschi, wrijft dat tussen de lippen uit met de kop van zijn ‘Bohrer’, die hij meteen daarna hard en diep mijn lichaam in drijft. Oefff…
Het voelt opnieuw alsof de Dottore me van binnen bijna splijt, het is net als vorige week toch weer heel pijnlijk maar tegelijk toch ook zó precies wat ik nodig heb. Meteen ben ik met mijn hele wezen weer alléén maar mijn schede, een schede die gevuld wil worden en deze splijtzwam ondanks de pijn met alle égards in ontvangst neemt. Vanaf het eerste moment dat hij in me begint te pompen neem ik iedere wrijving die hij veroorzaakt met genoegen van hem aan, hoe pijnlijk die ook is en hoeveel overlast die de komende dagen ook nog gaat opleveren.

Vanaf dat hij zich woest in me op en neer begint te bewegen kan ik me alleen maar zo open mogelijk maken, om hem diep naar binnen te laten komen. Steeds weer stoot hij zich zó hard in me dat hij geen enkele stukje van zijn lange harde schwanz onbenut laat en onze lichamen elkaar hard raken. Eindeloos wrijft en schuurt hij me daarbinnen tot ik het gevoel krijg te exploderen, alles in me wordt eerst verzengend warm en licht, waarna ik beetje bij beetje in kleine stukjes uit elkaar val tot ik totaal verbrokkeld onder hem lig. Hém schijnt het niks uit te maken, of ik nou mee doe of als een dode pop onder hem lig, eindeloos beukt hij in me door en daardoor krijgt hij het zelfs voor elkaar om me voor de tweede keer uit elkaar te laten spatten.

Ruim een maand gaat dit goed, iedere week op dezelfde dag en hetzelfde uur neukt hij me tot volle tevredenheid, maar ook iedere week zie ik hem meer en meer veranderen, wordt hij aanhaliger. Dit gaat zo door tot de zesde keer dat we elkaar zien, hij vraagt me na afloop van het neuken zijn betaalde maîtresse te worden en bij hem te komen wonen. Dat is natuurlijk niet bedoeling, helaas is dus nu al het moment aangebroken waarop ik er een punt achter moet zetten.
Ik vrees zijn reactie, ik heb hem al met al toch wel leren kennen als een gewelddadig man. Dus kleed ik me zwijgend aan, peinzend alsof ik het in overweging neem, dan loop ik naar de deur en zeg op dat moment dat ik hem nooit meer wil zien, waarna ik snel wegglip. En inderdaad volgt er een woede-uitbarsting, met een smak wordt er iets hard tegen de achter mij gesloten deur gegooid terwijl de Dottore me luidkeels uitmaakt voor ‘vuile rothoer’. Tja, daar zit natuurlijk wel wat in…

Bakens verzetten

Gelukkig ontdek ik al enkele dagen daarna een veilig alternatief en kan ik mijn bakens verzetten zonder in te leveren op de seks. Wat ik namelijk nodig heb zijn mannen die het met me willen doen zonder van de daken te schreeuwen dat ze een Gräfin hebben weten in te palmen. Zo ging dat met mijn viriele soldaten in München, de Dottore had er ook geen belang bij rond te toeteren dat hij het met een hoer deed, en mijn nieuwe sekspartners hebben dat al evenmin. Want wat is het geval…

Niet lang na de breuk met de Dottore vergezel ik oom Ernzt naar het Koninklijke paleis in Versailles, voor een besloten diner met Prins Philip en ‘zijn aanhang’, een grote groep mannen die bijna allemaal van de ‘herenliefde’ zijn. Of, zoals later zal blijken, zéggen dat te zijn. Oom Ernzt wilde me expres aan zijn zijde hebben om bij Prins Philip en zijn vrienden op voorhand zoveel mogelijk de verwachting weg te nemen dat hij beschikbaar zou zijn.
Los van hun geaardheid, of waarschijnlijk juist wel daardoor, blijkt het een enorm leuk gezelschap te zijn, met Prins Philip als aanvoerder van ‘zijn mannenclan’ voorop. Oom Ernzt had me er van tevoren al wel wat voor gewaarschuwd, dat al die mannen een veel lossere omgang hebben dan men elders aan het hof van Versailles gewend is.

Ik word aan tafel naast Philip zelf geplaatst, terwijl aan zijn andere zijde oom Ernzt komt te zitten. Aanvankelijk richt Philip zich volledig op mij, wat me echt plezier doet, want ik vind hem een ontzettend mooie én leuke man. Heel spijtig dat hij van de herenliefde is want ik vind hem echt knap, met die lange donkere haren die zijn bleke gezicht zo mooi omlijsten. Net als ik heeft hij bijna gitzwarte ogen waardoor we zelfs wat op elkaar lijken en of het nou daardoor komt of niet, ik voel direct dat we echt een match hebben. En terwijl we ervan genieten dat we een zelfde soort snelle humor hebben komen er allerlei onderwerpen langs.

Op een gegeven moment vraagt hij me ‘op de vrouw af’ hoe het voor mij zit met de liefde. Ik vertel hem dan dat ik in de lichamelijke liefde bijzondere wensen heb, juist daarom een zeer ongelukkig huwelijk achter de rug heb en mij nooit meer in een huwelijk aan een man wens te verbinden. ‘Hmm’ reageert hij dan, ‘helaas kan ik hierover meepraten, maar me niet verbinden zit er niet in voor mij. Mijn koninklijke broer lijkt er een genoegen in te scheppen om mij in een voor hém belangrijk maar voor míj knellend huwelijk onder te brengen, hoewel ik momenteel niet echt klagen heb.’

Ik weet dat hij daarbij verwijst naar zijn huwelijk met Prinses Elisabeth van de Paltz, niet veel ouder dan ik en net als ik van Duitse afkomst. Ik trof haar enkele jaren terug eens in München het paleis van Kurfürst Ferdinand en toen al stond ze bekend als een pittige tante, die precies kan zeggen waar het op staat en zich niet gauw de kaas van het brood laat eten. Tot ieders verbazing kunnen zij en Philip dan ook goed overweg met elkaar, ze produceerden zelfs al een kindje.

Na een tijdje wendt de prins zich tot mijn oom en raken ze aan de praat over oorlogsvoering en zo, wat mij totaal niet interesseert. Dat geeft mij de ruimte om in gesprek te gaan met mijn andere buurman, die zich voorstelt als Etienne, Marquis de Saint-Emilion. Ook met hem klikt het, hij is grappig en weet veel te vertellen over het leven aan het hof van Versailles. Hoe mensen intrigeren en elkaar beliegen en bedriegen, maar dat dat niet erg is omdat iederéén het zo’n beetje doet en het daardoor een soort van gezamenlijke ‘staat van zijn’ is.

De enige die er last van heeft is de koning, omdat die een rijk te besturen heeft en bij voortduring niet weet op wie hij nou echt kan vertrouwen, omdat de coalities steeds wisselen. Als ik dan vraag waarom ze hem dat vertrouwen niet schenken antwoordt hij dat intrigeren in feite hun enige machtsmiddel is tegenover de onbegrensde macht van de koning. Hij dwong de adel hier te komen wonen om grip op hen te krijgen, met als gevolg dat hij nu een echte slangenkuil om zich heen heeft gekregen.
Ik ben natuurlijk niet naïef, ik weet dat het aan ieder hof een voortdurend intrigeren is maar hier, met die hónderden dicht op elkaar levende, van hun bezittingen afgesneden adellijke mensen, dat moet inderdaad af en toe wel bizar zijn hoe het er aan toegaat.

Nieuw potentieel

Dan wordt ons gesprek gaandeweg persoonlijker, intiemer zelfs en hengelt Etienne naar iets wat zojuist tussen de prins en mij aan de orde kwam: ‘Madame, het siert mij natuurlijk niet dat ik opving wat u met Philip besprak, maar dat is bijna niet te vermijden als de geslachtelijke omgang aan bod komt. Na het intrigeren en elkaar dwars zitten is dat hier namelijk onze allergrootste liefhebberij, wij hebben er een antenne voor om de speciale signalen op te vangen en zo elkaar te pas en liefst te ónpas in elkaars sponde te krijgen. Begreep ik het nu goed dat dat ook úw grootste genoegen is?’

Ik kijk hem ongelovig aan, meent hij dat nou echt, dat hij voor luistervink speelt, daar ook nog voor uitkomt en me dan zelfs ook nog over zoiets intiems uit durft te horen? Nu pas valt me op dat hij een mooie vent is met zijn lange blonde haar en ‘onschuldige’ blauwe ogen. Daarmee kijkt hij onbekommerd terug, alsof hij zich van geen greintje kwaad bewust is, en dan kan ik er niks aan doen, het maakt me aan het lachen. Ik steek dat niet onder stoelen of banken en de Marquis kan daardoor niet veel anders doen dan een beetje mee-grinniken. Als de prins dan even informeert of het wel goed gaat tussen ons kan ik alleen maar instemmend knikken, nog steeds een beetje giechelend.

Als er niemand meer op ons let vraag ik mijn buurman, zacht maar wel op dezelfde formele toon waarmee hij die intieme en toch wel onbeschaamde vraag aan de orde stelde: ‘heer Marquis, voor ik u antwoord wens te geven, kunt u mij verklaren waar uw interesse vandaan komt voor mijn bedgeheimen, terwijl u zich voor zover ik weet niet richt op de omgang met mijn geslacht?’
Opnieuw grinnikt hij en dan, nog zachter dan ik, fluisterend bijna, dicht bij mijn oor: ‘alors madame, misschien zit daar dan het misverstand. Niet iedere man aan deze tafel is de geslachtelijke omgang met alleen maar de eigen kunne toegedaan. Ik verkeer in dit gezelschap omdat hier mijn belangen het best tot hun recht komen, en dan moet ik deze heren en hun grillen op de koop toe nemen. Maar als er dan een mooie dame naast me verschijnt…’

Aha, waait de wind uit die hoek. Meteen zie ik daarvan de mogelijkheden in, want als het om meer heren dan alleen de Marquis naast me gaat zouden zij mij in mijn bed van dienst kunnen zijn, terwijl geen van hen er belang bij heeft ons geheimpje te verraden. Omdat het diner ten einde loopt fluister ik terug: ‘ik begrijp u volledig, monsieur, en ook uw noden. Zij komen overeen met de mijne. Wellicht doet het u genoegen te weten dat ik de komende nacht in het gastenverblijf van de prins verblijf, de eerste kamer rechts naast de entrée.’

Van twee walletjes

Nauwelijks lig ik in bed, verwachtingsvol en vooruitlopend op de ontwikkelingen al helemaal naakt, of daar gaat zachtjes de deur naar mijn salon open en weer dicht. In het zachte licht van de enige brandende kaars zie ik een schim op me toekomen die zich, eenmaal naast mijn bed ontdoet van een kamerjas en vervolgens naast me in bed schuift, naakt, koud, meteen warmte zoekend tegen mijn lichaam. ‘Etienne, welkom’ fluister ik, terwijl ik mijn armen om hem heen sla en hem meteen op me trek. ‘Gräfin Anna Maria, merci beaucoup’ is zijn reactie en genietend plooit hij zijn lichaam over het mijne, zachtjes mompelend ‘mmm, dit heb ik gemist.’

Wat mij betreft doen we niet aan onnodig uitstel, ik spreid mijn benen nog verder en stimuleer Etienne door mijn handen op zijn billen te liggen en hem vanaf daar omhoog te duwen dat hij in me komt. Hij aarzelt, vraagt dan of ik er al aan toe ben. ‘Viens!’ fluister ik. ‘Mein Muschi is allang verlangend en nat en we hoeven geen tijd te verspillen aan formaliteiten.’ Ik merk aan zijn beweeglijke buik dat hij zachtjes grinnikt en voel dan hoe hij zijn staf voor mijn poort brengt en die langzaam maar zeker bij me naar binnen dringt.

Genietend ontvang ik hem door mijn benen om zijn heupen te vouwen, mijn armen om zijn hals te slaan en hem zo helemaal in bezit te nemen. Etiennes steekwapen is niet zo groot als dat van de Dottore maar het voldoet prima, mijn binnenste ontwaakt meteen en voegt zich gretig om de indringer, die meteen al een pompende beweging inzet. Met mijn hakken stimuleer ik hem, ik hou van snel en hard en stevig, hij kan me niet hard genoeg nemen. Al gauw komen we samen in een cadans die al mijn zintuigen volledig bevredigt. ‘Hmm, ma chère Anna, hier gaat toch echt niks boven, een zachte gewillige toegankelijke jonge vrouw’ gromt de Marquis in mijn oor, terwijl hij zijn adellijke staf steeds harder en sneller en dieper in me begraaft, weer terugtrekt en opnieuw in me pompt, keer op keer op keer.

Genietend spoor ik hem nog verder aan, het is me niet eens te doen om het bereiken van de extase, maar vooral om de wrijving, het opjagen van de wanden van mijn schede, het gevoel dat ik van binnen in brand wordt gezet, dáár gaat het me om, dát maakt dat ik voel dat ik leef en dat mijn hele lichaam bij me hoort. Maar zo werkt het niet voor Etienne, al snel spuit hij een eerste keer zijn zaad in me en om te voorkomen dat hij onnodig verslapt por ik hem om van me af te gaan en op zijn rug te gaan liggen. Meteen buig ik me over hem heen, plaats mijn knieën aan weerszijden van zijn heupen en zet me op hem in het zadel door zijn zwaard opnieuw in mijn schede te nemen. En zo galoppeer ik op hem verder, ingereden, warm van lijf en bloed, volop transpirerend, mijn lichaam glanzend in het kaarslicht, mijn haren wild om me heen schuddend, mijn handen om mijn mee-verende borsten, dan weer kaarsrecht gezeten, dan weer diep over hem heen gebogen, samen gaan we zo een lange nacht tegemoet.

De volgende dag laat in de middag keren oom Ernzt en ik weer terug naar de Bayrische Ambassade in Paris. In een hoekje van de koets zit ik uitgeteld na te genieten, al mijn zintuigen nog steeds op scherp van de lange woeste nacht met Etienne. ‘Heb je het zwaar gehad, Liebchen?’ vraagt oom, lichtelijk plagend. Ik knik en als hij dan mijn gelaatsuitdrukking ziet grinnikt hij: ‘nou, zo te zien was het wel de moeite waard. De Prins heeft heren om zich heen die, zo begrijp ik, van twee walletjes eten?’ Ik kan alleen maar liefjes glimlachen, van mij zal niemand details krijgen, zelfs oom Ernzt niet, zowel Etienne als ik hebben er beiden belang bij dat dit niet uitkomt.

Grote rampspoed

De weken daarna vinden nog enkele andere ‘twee walletjes’ heren uit het gevolg van de Prins de weg naar mijn sponde en met regelmaat wisselen zij elkaar af, waardoor ik eindelijk weer een veilig en goed geregeld seksleven heb. Dit had zo tijdenlang door kunnen gaan, als in Versailles niet die ramp was geschied.

We zijn opnieuw voor enkele dagen te gast bij prins Philip vanwege allerlei overleg van Oom Ernzt. Omdat er die avond ook een diner met belangrijke relaties is wil Oom Ernzt mij weer graag aan zijn zijde hebben. Na afloop is er in de ‘Grand Salon’ de eenmaal per week gebruikelijke spelletjesavond, waar ook de koning vaak aan deelneemt. Aan tal van tafels wordt kaart gespeeld maar ook wordt er veel gedaan aan dammen, schaken, kaatsen en wat al niet meer. Later op de avond volgen er vaak kleine optredens, meestal spontaan, als aanwezigen een lied zingen, een instrument bespelen of soms zelfs een kleine toneelopvoering geven.

Op het moment dat ik de Grand Salon binnenkom is bijna een van de eerste mensen die ik tegen het lijf loop Dottore Antonieri. Eén kort moment kijken we elkaar verbijsterd aan, maar binnen een fractie van een seconde schiet ik terug in mijn rol als Gräfin. Als de Dottore me vervolgens aanspreekt met ‘Anna, wat doe jíj hier?’ trek ik hautain mijn wenkbrauwen wat op en vraag: ‘hoe bedoelt u, waarde heer? Kennen wij elkaar?’
Ik zie dan dat hij zich herpakt en twijfelt, hoe kan het ook anders, want wie verwacht er nou een meid uit een bordeel aan het hof in Versailles.

Het lijkt dus dat ik er mee weg kom..., tot oom Ernzt zich omdraait omdat ik achterblijf en vraagt: ‘Anna, waar blijf je?’
Op datzelfde moment verwijden zich de ogen van de Dottore, vertrekt hij zijn gezicht in een grijns en sist hij me toe: ‘dus tóch, jij klein gemeen vals hoertje!' Als ik dan niet reageer: 'De avond is lang, ik spreek je nog wel!' en weg is hij.



Het verhaal over Anna Maria vordert al aardig, hierna volgt nog één deel.
Bedankt dat je het leest! X. Zazie
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...