Door: Quasi
Datum: 11-12-2018 | Cijfer: 9 | Gelezen: 6930
Lengte: Lang | Leestijd: 31 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Afrikaans, Beffen,
Lengte: Lang | Leestijd: 31 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Afrikaans, Beffen,
Vervolg op: De Parel Van São Tomé - 8
Slot
De vakantie is alweer een aantal weken voorbij en werken is weer verheven tot een dagelijks terugkerende gewoonte. Er wordt vandaag beton gestort voor de eerste van drie zuiveringsbassins. De stort begint ’s ochtends vroeg maar om negen uur rijdt de laatste betonwagen weg en er is nog geen nieuwe. Ze hebben er nu negen gedraaid en moeten nog tweeëntwintig wagens hebben. De hoofduitvoerder en de uitvoerder lopen met een telefoon aan hun oor en druk handgebarend zijn ze aan het telefoneren.
Een minuut later komt de hoofduitvoerder naar Fred.
“Problemen” zegt hij “er is geen grind meer en daardoor kunnen ze geen beton maken. Ze moeten wachten op het schip.”
“En wanneer komt dat?”
“Dat weten ze niet. Ik ga zo naar kantoor en kijken wat er precies aan de hand is.”
“Ja, want dat schip had er toch allang moeten zijn” zegt Isabel.
“Ja, ik snap het ook niet” reageert de man.
“Wij kunnen zo niet veel doen” zegt Fred, “we gaan wel in de stad kijken hoe het daar vordert.”
Ze nemen afscheid van elkaar en Fred en Isabel stappen in de auto.
In de stad komen ze bij het werk en daar zit iedereen stil. Als Fred er naar vraagt krijgt hij te horen dat ze geen nieuwe rioolbuizen meer hebben en dat de uitvoerder naar kantoor is om te zien waarom dat zo is.
“Vreemd” zegt Fred.
“Zullen we naar kantoor rijden?”
“Ja, doe dat maar.”
Op kantoor lopen ze een van de twee directeuren tegen het lijf.
“Veel problemen” zegt hij “gaan jullie maar naar huis, je hoort er wel van.”
Isabel en Fred keren om en gaan naar huis.
Boven gekomen trekken ze hun werkkleding uit.
“Wat doen we?” vraagt Fred.
“Lekker luieren in de tuin, daar heb ik zin in en zwemmen en misschien ook nog wel wat anders, het wordt een hele warme dag.”
Ze lopen naar beneden en in de tuin duiken ze het zwembad in. Ze zwemmen een paar baantjes en komen dan naast elkaar op de trap zitten.
“Wat zou er nou toch aan de hand zijn?” vraagt Isabel zich hardop af.
“Er is gewoon te laat besteld door de vakanties en nu zitten we met de gebakken peren. Die betonstort wordt nu lastig. Als je die bassins niet in één keer kunt storten krijgt het beton niet de vereiste treksterkte, met alle risico’s van dien.”
“Zouden die bassins scheuren?”
“De kans dat het gebeurt is reëel, niet gelijk de eerste dag of de eerste maand maar als de zuivering een paar jaar oud is wordt het linke soep. Op de naad gaat het beton verbrokkelen en kan los laten.”
“Dus zeg jij, afbreken en opnieuw storten?”
“Ja, en vooraf controleren of er genoeg beton is. Ik had daarop ook aangedrongen maar het was in orde zeiden ze vorige week vrijdag. Wel niet dus blijkt nu. Wie weet hoe lang dit weer gaat duren.”
“Maar we waren wat anders van plan pareltje. Kom eens op mijn schoot zitten.”
Isabel komt over hem heen zitten met haar gezicht naar hem toe. Ze omhelzen elkaar en al snel is het weer een tongzoen, lang en liefdevol. Ondertussen masseert Fred een van haar borsten. Dan hoort hij zijn mobiele telefoon. Hij geeft Isabel een tikje onder haar bil en ze stapt van hem af. Fred loopt naar de tafel. Hij neemt op en hoort Theo Mulder aan de andere kant, zijn baas. Die vraagt of hij ongestoord kan praten. Fred loopt naar binnen en loopt de keuken in. Hij gaat op een barkruk zitten.
“Nu zit ik alleen.”
“Fred, je moet terug naar Nederland.”
“Nu gelijk?”
“Ja, het is dinsdag vandaag, ik wil dat je uiterlijk vrijdag daar weg bent.”
“Compleet weg? Dus al mijn spullen mee.”
“Ja, alles meenemen. Het hoe en waarom vertel ik je hier wel. En je moet je eigen ticket regelen, hier betalen we je dat wel weer terug.”
“Goed, het is onverwacht maar ik kom. Maar moet ik nog iets melden bij het bedrijf?”
“Nee, geen contacten meer. Je vertrekt gewoon.”
“En Isabel, mag die het weten?”
“Is dat nodig?”
“Ik woon bij haar Theo, al bijna een jaar.”
“Dan mag ze het wel weten. Vertel het maar.”
Ze wisselen nog wat dingen uit en dan verbreken ze de verbinding.
Fred zit nog op zijn kruk en staart naar buiten. Vreemd denkt hij, beton op, geen grind besteld, rioolbuizen op en nu moet hij hals over kop terug naar Nederland. Hij staat op en loopt terug. Isabel zit in de tuinstoel en kijkt hem aan. Ze ziet aan zijn gezicht dat er iets is.
“Goed nieuws of slecht nieuws.”
“Voor ons beiden slecht nieuws denk ik. Mijn baas, mijnheer Mulder, belde me en wil dat ik vrijdag uiterlijk hier weg ben.”
Isabel staart de tuin in. Haar gedachten malen, geen beton, geen buizen, geen grind en nu Fred weg.
“Zou het met elkaar te maken hebben?”
“Ik denk het wel Isabel. Maar ik moet alles inpakken. Ik kom hier dus niet meer terug.”
Ze staat op en komt bij hem op schoot zitten. Hij ziet traantjes in haar ogen.
“Wat moet ik zonder je?”
“Dat weet ik niet schat, maar vroeg of laat was dit toch gebeurd. Alleen komt het nu een beetje rauw op ons dak.”
“Dat kun je wel zeggen”, ze omarmt hem en valt snikkend tegen hem aan.
Hun dag is er toch wat door verpest en ze gaan later die ochtend de stad in. Bij het reisbureau boekt Fred een ticket. De vlucht van donderdag zit vol, alleen morgen, woensdag zijn er nog een paar plaatsen.
“Doe maar schat, je moet toch weg, een dag eerder maakt dan ook niet meer uit.”
Weer terug thuis beginnen ze met inpakken van zijn spullen. Isabel draait nog een laatste was.
Later die middag krijgt ook Isabel telefoon. De rest van de week mag ze thuis blijven. Er is de komende dagen geen aanvoer van nieuw materiaal te verwachten dus is het werk stilgelegd.
“Ik vind het een veeg teken schat. Heb je een financiële buffer?”
“Jawel, ik heb voldoende op mijn spaarrekening om het een jaar uit te zingen, als ik zuinig ben wel het dubbele.”
“Mocht je in de problemen komen, laat het me dan weten. Ik heb ruim voldoende, dan krijg je van mij wel wat.”
“Ik zie wel, bellen kan ik je altijd.”
Die avond vrijen ze op bed maar ze merken beiden dat het vuur eruit is. Natuurlijk, het is wel lekker en ze komen meerdere keren klaar maar het is lang zo heftig niet meer. De laatste dag gaat voorbij, een beetje in mineurstemming en woensdag aan het begin van de avond rijden ze naar de luchthaven. In de auto nemen ze afscheid van elkaar, minutenlang tongzoenen ze.
“Ik zal je nooit vergeten lieve schat” zegt Isabel met traantjes in haar ogen, “jij hebt me een heerlijk jaar bezorgd, je bent lief, geduldig en geil. Je hebt echt een plekje in mijn hart gestolen.”
“Dat heb jij bij mij, mijn parel blijft altijd bij me, ik vergeet jou niet meer lieve schat, je zorgzame karakter, je trouw aan mij en niet in de laatste plaats je heerlijke geile buien.”
Weer een lange tongzoen, dan droogt Isabel haar traantjes en ze stappen uit. Ze pakt een bagagewagen terwijl Fred zijn koffers uit de auto haalt.
In de hal loopt hij naar de balie en schuift achter in de rij. Isabel staat nog even bij hem.
Als hij bijna aan de beurt is omhelst Isabel hem, een paar kussen en dan zegt ze “vaarwel” met schorre stem.
“Vaarwel Isabel” en ze draait zich om en loopt naar de uitgang, omkijken doet ze niet meer. Het laatste wat hij van haar ziet is haar schim als ze in het licht van de lantarenpalen naar de auto loopt.
De vlucht terug naar huis is saai en lang. Isabel blijft maar door zijn hoofd spoken. Allerlei herinneringen flitsen door hem heen, de aankomst op het eiland, de eerste keer dat hij zijn parel weer zag, een vrijpartij met Isabel op bed, dat heerlijke lichaam van zijn schat, Isabel in het drijfzand, de heerlijke vakantie in Jalé Ecolodge. De blote Benita komt op zijn netvlies, dat heerlijke negermeisje met haar mooie billen en borsten. Als een zeepbel lijkt alles uit elkaar te zijn gespat. Hij probeert wat te slapen maar dat lukt hem niet echt. Eten doet hij wel maar niet veel. Hij mist haar nu al. Terug op Schiphol wacht hij op zijn koffers. Eenmaal weer buiten neemt hij een taxi naar Delft. Hij zit stil achterin en staart naar buiten. In ieder weiland ziet hij weer het gezicht van Isabel. Hij slaat zijn handen voor zijn gezicht. De chauffeur heeft kennelijk door dat er iets is en praat niet tegen hem. Thuis rekent hij af en samen met de chauffeur brengt hij zijn koffers in huis. Hij zet gas, water en elektra aan. Geen eten in huis. In de kast vindt hij een blik gehaktballetjes. Volgens de datum zijn ze nog goed. Hij warmt het op en eet, maar niet met smaak. Hij is moe merkt hij en voelt zich lamlendig. Hij loopt naar boven en op zijn bed valt hij in slaap, diepe slaap.
Vijftien uur later wordt hij wakker, het is vrijdagmorgen half acht. Hij kijkt wat slaapdronken om hem heen en weet weer waar hij is. Hij kleedt zich uit en gaat de badkamer in. Zijn behoeftes doet hij en dan douchen. Daar knapt hij van op. Hij pakt wat warmere Nederlandse kleding want het regent buiten en er staat een stevig windje. Tanden poetsen en dan eerst maar boodschappen doen. Hij loopt de garage in en ziet dat de banden van de auto nog vrij hard staan. Hij start, gelukkig, hij doet het ook nog.
Een uurtje later zit hij te eten. Daarna gaat hij boven zijn koffers uitpakken. Die lieve schat heeft al zijn kleren schoon gewassen en zo nodig gestreken meegegeven. Hij hangt alles in de kast. Einde van de ochtend gaat hij naar kantoor. Er zijn veel collega’s binnen en hij begroet ze. Hij loopt direct door naar boven en Garcia begroet hem vriendelijk. Ze belt de directeur en Fred mag doorlopen.
“Fred, welkom terug. Je bent snel terug.”
“Ja, ik kon woensdagavond nog mee, gisteren zat al vol.”
“Koffie?” en Fred knikt ja.
Twee kopjes koffie zet hij op de bespreektafel.
“Ja, dat was een onverwachte move. Het bouwbedrijf waar jij naar toe was uitgezonden heeft al zes maanden de rekeningen niet aan ons betaald. Normaal zouden wij je al eerder terug hebben gehaald maar omdat dit een project was wat werd gefinancierd door de Wereldbank hadden we zoiets van dat geld zit wel goed. Vorige week hebben we daar toch maar eens informatie nagetrokken en nu blijkt dat de Wereldbank een maand of vier terug de stekker eruit heeft getrokken. Waarom weet ik niet maar er gaat geen geld meer naar toe.”
“Dus dat bedrijf gaat failliet?”
“Ook dat weet ik niet, ik heb geen idee of ze ook andere projecten hebben of wat dan ook.”
“Dat weet ik ook niet maar dan schieten jullie er ook aardig bij in.”
“Dat kun je wel stellen maar dat is onze zorg. Maar jouw kompaan daar, Isabel, wist die niet meer.”
“Nee, het personeel wordt daar niks verteld. Isabel is dinsdag naar huis gestuurd en zit nu thuis.”
“Hoe was het met haar.”
“Goed, ze is nog geen spat veranderd en gewoon een hele leuke vrouw, kundig om mee te werken maar ook lief om je vrije tijd mee door te brengen.”
“Jouw onverwachte terugkomst lost een klein stukje van een ander probleem op. Onze vestiging in de Verenigde Staten heeft een grote opdracht verworven. Het ontwerpen en gedeeltelijk uitvoeren van een compleet plan om New Orleans te beschermen tegen rampen zoals vorig jaar met Katrina. Voor dat doel heeft ons kantoor aldaar een beroep op ons gedaan en gevraagd of wij acht ingenieurs kunnen missen voor drie jaar. Vijf man heb ik nu binnen, jij wordt de zesde en ik zoek er nog twee. Daar zijn we voor aan het rondkijken.”
“Wanneer speelt dat?”
“Over zes weken gaan jullie er naar toe. Telkens drie maanden en dan tien dagen vakantie, of zes maanden en dan drie weken, dat mag je zelf invullen. De kerstvakantie, die drie weken, ben je als je dat wil ook gewoon in Nederland.”
“Vliegen is kennelijk goedkoop daarheen.”
“Heel goedkoop, maar dat zijn de plannen.”
“Goed, het is me duidelijk. En de komende zes weken gewoon kantoordienst.”
“Ja, maandag wordt je ingepraat door de leider van het team en dan kun je jezelf alvast verdiepen in de problemen die ze daar verwachten.”
Het weekend denkt hij weer aan zijn lieve schat. Hij overweegt of hij zal bellen. Maar nee, geen contact. Het was een vaarwel en dat moet dan maar zo zijn. Hij gaat straks toch ook naar een nieuwe klus in de VS en dan is hij nóg verder weg van São Tomé.
De maandag erna gaat Fred gewoon naar kantoor. Het project New Orleans vraagt zijn volle aandacht. Overdag lukt het wel Isabel te vergeten. ’s Avonds blijft ze toch weer door zijn gedachten spoken. In bed voelt hij in gedachten weer dat mooie blote lichaam, hij lijkt haar mosseltje te proeven en geniet van haar heerlijke borsten en billen. En dan dat gezicht wat steeds maar op zijn netvlies blijft komen. Die vochtige ogen bij het laatste afscheid. Dat laatste kost hem nog de meeste moeite en hij krijgt haar niet uit zijn gedachten.
Twee weken verder. Dinsdag begin van de middag. De receptioniste belt Fred.
“Fred, er is bezoek voor je, kun je naar beneden komen?”
“Ja, ik kom eraan Roos” en zijn gedachten malen, wie zou hem hier nou opzoeken?
Beneden wijst de receptioniste hem op zijn bezoek. Die hoort hem kennelijk aankomen, staat op en draait zich om. Hij kijkt in de ogen van Isabel. Ze valt huilend om zijn nek. Fred drukt een kus op haar wang en kan met een brok in zijn keel ook even niks uitbrengen. Ze omhelzen elkaar stevig. Als ze de greep lossen kijken ze elkaar weer aan met vochtige ogen.
“Oh schat, wat heb ik jou gemist” snikt Isabel.
“Ik kon er niet van slapen lieve schat.”
Weer omhelzen ze elkaar strak. Hij voelt weer haar borsten tegen zijn lichaam, ruikt weer haar heerlijke lichaamsgeur en geniet daarvan.
“Kom, ga even zitten” en ze zakken op de stoelen. Ze zitten allebei voorop de stoel en houden elkaars handen vast.
“Hoe kom jij hier zo verzeild?”
“São Tomé Construction Limited is failliet. Die eerste vrijdag dat jij weg was moesten we op kantoor komen en daar werd het ons verteld. Geld voor salarissen was er niet meer. Eenmaal thuis ben ik gaan nadenken en nog datzelfde weekend heb ik besloten São Tomé definitief te verlaten. Ik ben de enige man waar ik echt van hou achterna gereisd. Ik laat jou nooit meer in de steek Fred, echt nooit meer.”
“Waar logeer je?”
“Ik ben gisterenmiddag aangekomen en ben voor één nacht in een hotel gekropen.”
“Vanochtend heb ik meneer Mulder gebeld en hem gevraagd of hij emplooi voor mij heeft. En dat heeft hij waarschijnlijk, dus ik heb straks een afspraak met hem.”
“Je verrast me hier enorm mee Isabel” zegt Fred, “ik dacht echt dat ik je nooit meer zou zien.”
“Dat heb ik ook gedacht, maar slechts twee dagen, toen is dit plan in me opgekomen.”
Ze wijst naar de balie. “Daar staat mijn koffier, daar zit het belangrijkste in. De rest van mijn spullen heb ik ingepakt en die zijn op transport gezet, per boot komen die over een dag of tien hier in Nederland aan, mijn huis was binnen een week verkocht. De auto heb ik meeverkocht. Ik heb al mijn schepen achter me verbrand lieve schat, ik hoor naast jou, ik ben van jou en als jij in Nederland woont dan is Nederland vanaf nu ook mijn vaderland. Gelukkig heb ik twee jaar geleden mijn Nederlandse paspoort nog een keer laten verlengen dus bij de douane had ik geen problemen. Maar schat, heb jij misschien een slaapplaatsje voor mij?”
Fred glimlacht, “vanaf vandaag slaap jij bij mij in bed en ik leg je aan de ketting. Ik laat je nu echt nooit meer gaan Isabel. Driemaal is scheepsrecht.”
“Daar heb ik me op verheugd lieve schat. Zou je me dan nu naar meneer Mulder willen brengen en daarna wil ik nog even met Garcia praten.”
Ze staan op en omhelzen elkaar, nog een kus en dan lopen ze naar boven. Roos kijkt ze glimlachend na.
Boven omhelzen Garcia en Isabel elkaar. Een paar wangkussen en dan kijken ze elkaar aan.
“Nu blijf ik in Nederland Garcia” zegt Isabel.
“Bij je Fredje?”
“Ja, die laat ik niet meer gaan.”
Fred staat er glimlachend bij.
“Ik had echt met hem te doen de afgelopen weken, hij miste je echt.”
“Ik hem ook hoor” zegt Isabel.
“Ik zal mijnheer Mulder bellen.”
Op dat moment komt Theo Mulder zelf naar buiten.
“Ah, Isabel, ben je er al. Kom binnen. Fred blijf jij beschikbaar het komende uur?”
“Ja, ik ben gewoon binnen. Ik moet nu wel even een koffer van Isabel in de auto gaan leggen.”
“Dat is niet erg.”
In de receptie kijkt Roos hem aan.
“Blij?”
“Een wonder Roos, ik had dit nooit verwacht.”
“Jullie zijn verliefd op elkaar.”
“Ja, nogal” beaamt hij glimlachend.
“Zij is toch die vrouw die hier een jaar of vijf, zes geleden bijna dagelijks was.”
“Ja, knap dat je dat nog weet, maar zij studeerde toen hier aan de TH. Ze is ook ingenieur in de waterbouw.”
“Nou, fijn dat jullie weer bij elkaar zijn.”
Hij pakt de koffer en legt die achterin zijn auto.
Een goed uur later wordt Fred gebeld. Het is Garcia en ze vraag of hij naar meneer Mulder wil komen. Hij loopt naar de directie afdeling en mag van Garcia doorlopen. Een klop op de deur en dan loopt hij naar binnen.
Isabel glimlacht naar hem.
“Fred ga zitten.”
“Ik zal er niet omheen draaien Fred. Ik heb zonet Isabel als zevende ingenieur aan het New Orleans project toegevoegd. Zij heeft mijn vertrouwen ook door de ervaring van vijf jaar op São Tomé waar ze een paar vergelijkbare projecten heeft gedraaid en een jaar begeleiding van jou. Isabel heeft mij ook verteld van jullie relatie en dat het geen moeite kostte om dat voor het werk verborgen te houden. Diezelfde instelling verwacht ik nu weer. Jullie werken daar veel samen maar in het werk mag van een relatie niets te merken zijn, wat jullie in je vrije tijd doen is mijn zaak niet.”
“Ik begrijp het en bedankt voor het vertrouwen.”
“Isabel mag het vliegticket declareren als reiskosten voor een sollicitatie, wil jij haar een declaratieformulier geven?”
“Ja, dat doe ik.”
Ze staan op en Isabel bedankt hem en zegt hem vervolgens gedag. Met een tot morgen lopen ze de deur uit.
Isabel praat nog heel even met Garcia en daarna lopen ze naar de afdeling.
Daar introduceert hij haar in het team van ingenieurs. Een half uurtje later beëindigen ze de werkdag en gaan huiswaarts. Daar loopt Fred haar koffer naar binnen en Isabel kijkt in het rond.
“Voor een man alleen heb je het knus ingericht.”
“Dank je wel, alhoewel Garcia me heeft geholpen met bepaalde dingen.”
Ze lopen naar boven, Fred draagt haar koffer de trap op. In de slaapkamer omhelst Isabel hem.
“Ik wil je voelen, mijn mosseltje verlangt naar je. De rest is nu even niet belangrijk.”
Na een innige omhelzing beginnen ze elkaar uit te kleden. Bloot schuiven ze op het bed en een tongzoen begint. Minutenlang houden ze die aan en Fred voelt over haar lichaam, haar borsten kneedt hij. Eindelijk heeft hij zijn parel weer in zijn armen. Dit ging zijn stoutste dromen te boven. Ze lossen en kijken elkaar aan.
“Ik hou van je en echt Isabel, ik laat je nooit meer gaan.”
“Jij mag niet meer weg van mij. Ik heb je zo gemist, je glimlach, je kusjes en je heerlijke sabel. Ik ga echt nooit meer bij je weg en ik verheug me nu al op drie jaar samen in de Verenigde Staten.”
Fred kust haar nog een keer en daalt dan af over haar lichaam, hij geniet weer van haar geur, haar heerlijke donkerbruine lichaam, die mooie borsten, steeds verder daalt hij naar omlaag en geeft kusjes op haar venusheuvel. Hij likt over haar schaamlippen en duwt ze met zijn tong uit elkaar. Hij laat er een paar druppeltjes speeksel tussen lopen en hij kust haar vulva, donkerroze van kleur en hij geniet van haar geur. Hij haalt zijn tong tussen haar lippen door en proeft haar vocht, die heerlijke nectar uit haar vagina, wat heeft hij dit gemist. Twee misschien wel drie minuten geniet hij van haar vocht. Hij trekt haar schaamlippen uit elkaar en haar vagina opent zich. Zijn tong glijdt naar binnen en bij alles heeft hij een gevoel van herkenning, alles is zo vertrouwd, zo eigen, zo Isabel.
Isabel voelt hem en geniet van zijn aandacht, de lieve Fred die ze in die twee weken zo erg heeft gemist, de eerste dagen kon ze er niet van slapen en toen ze dit eenmaal in haar hoofd had heeft ze er dagenlang naar uitgekeken. Het moment dat ze hem weer in haar armen kon sluiten. En voel die lieve man eens, hoe hij geniet van haar lichaam, zijn liefkozingen tussen haar benen, haar vocht lijkt hem te smaken. Hij mag haar hebben. Ze is van hem en ze blijft van hem. Nooit meer laat ik jou in de steek Fred, is haar laatste gedachte.
Fred voelt hoe ze lichtjes begint te rijden op zijn mond. Hij wil haar naar een orgasme hebben en begint haar klitje te verwennen, hij neemt het knopje tussen zijn lippen en verwent het met snelle tongbewegingen. Dan voelt hij haar spasmen opkomen en dertig seconden later dendert het orgasme over haar heen. Het is heel heftig. Ze heeft het ook gemist zijn lieve schat. Hij voelt haar handen onder zijn oksels.
“Kom” fluistert ze “kom in me, ik wil je voelen, hard en diep, toe schat.”
Fred komt omhoog en helpt zijn penis tussen haar schaamlippen. Haar mosseltje opent zich en zijn sabel glijdt haar vagina binnen. De vagina zet zich als een condoom om zijn stijve paal en ze genieten een paar tellen van dat moment, het samensmelten van hun lichamen.
“Dit heb ik echt gemist lieve schat, jouw heerlijke mosseltje. Ik laat jou echt nooit meer gaan.”
Heel rustig begint hij te stoten. Al snel voelt hij dat Isabel begint tegen te stoten. Het tempo gaat omhoog en Isabel ontvangt hem met een kreuntje op iedere stoot. Minutenlang en ze voelen aan elkaar dat dit hun naar een orgasme leidt. Isabel voelt haar spasmen en Fred merkt dat het gaat borrelen. Het tempo gaat omhoog en de kracht in zijn stoten wordt harder. Dan komen ze vrijwel tegelijk klaar en het voelt heftig. Fred zakt neer op haar borsten en Isabel trekt hem vast op haar. Ze kust hem.
“Ik hou van je Fred, met heel mijn ziel en zaligheid.”
“Ik hou van mijn lieve Isabel. Toen ik je vanmiddag in mijn armen sloot voelde ik je borsten en rook je heerlijke geur. Ik besefte dat er maar één vrouw voor mij is en dat ben jij, mijn allergrootste liefde, mijn Isabel.”
Epiloog
De weken erna staan vooral in het teken van voorbereiding van de mensen die naar New Orleans gaan. Vier weken later staan ze op Schiphol. Hun koffers zijn ingeleverd en ze lopen door de douane. Als de Boeing 747 van Delta Air Lines eenmaal opstijgt zitten Isabel en Fred hand in hand naast elkaar. Tien uur later landen ze op Houston International Airport. Van daaruit gaan ze naar hun werkplek.
Er breekt een drukke tijd aan. Het is soms hard werken om deadlines te halen en de weekenden schieten er dan wel eens bij in.
De korte vakanties tussendoor zijn dan weer een heerlijkheid. Ze gaan veel dingen bekijken, ook vaak met een huurauto erop uit. Maar de drie jaar gaan sneller voorbij dan ze er erg in hebben. Nog niet alle projecten zijn dan klaar maar hun aandeel is afgerond. Isabel en Fred nemen er nog een korte vakantie achteraan. Al die jaren is hun onderlinge relatie goed gebleven. Isabel is nog steeds de lieve, zorgzame, geile vrouw die Fred op São Tomé in zijn armen sloot. Fred is nog steeds stapelgek op haar en ze hebben heel wat leuke en vaak ook geile momenten met elkaar beleefd, zowel in bed als in de vrije natuur.
Vier weken later stijgen ze op van San Francisco International voor een lange vlucht naar huis. Het toestel van KLM nadert nu zijn kruishoogte en Isabel heeft zich een paar minuten geleden al in een deken gewikkeld, een oogmasker heeft ze op en wil gaan slapen.
Twee minuten later voelt ze de hand van iemand.
“Isabel” en de hand schudt zachtjes.
“Isabel” roept Fred iets harder.
“Wat is het schat, ik wil slapen.”
“Ik heb een hele belangrijke vraag.”
“Moet dat nu?”
“Ja, dat moet nu.”
“Waarom moet dat nu?”
“Omdat we nu op zesendertigduizend voet zitten.”
Ze draait zich om en duwt het oogmasker van één oog af.
“Ik snap je niet, wat heeft die hoogte daarmee te maken?”
“Alles …… jij bent de eerste aanstaande bruid die op deze hoogte ten huwelijk wordt gevraagd.”
“Watte ……… JA!” krijst ze “ja schat ik wil.” Ze veert overeind uit haar stoel. “Oh lieve Fred …… oh ik hou zoveel van je …… ja schat, ik wil dolgraag met jou trouwen.” Ze overlaadt hem met kussen.
Isabel is helemaal door de dolle heen en omhelst hem en ze tongzoenen. Om hun heen kijken verschillende passagiers verstoord in hun richting. Stewardessen leggen uit wat er zonet is gebeurd.
Ze wordt langzaam iets rustiger en ze hebben alleen maar oog voor elkaar.
“Je kunt mij geen groter plezier doen lieve schat. Ik word echt jouw vrouw, ik wil de rest van mijn leven naast jou doorbrengen.”
Een stewardess komt met een champagne koeler met een fles erin. Ze opent de fles, pakt de twee glazen en schenkt ze in. Fred en Isabel proosten en nemen een slok. Ze kussen elkaar.
Er komen een aantal passagiers langs en die feliciteren hun ook.
Een half jaar later stappen ze in het huwelijksbootje. Drie maanden later raakt Isabel zwanger, dolgelukkig is ze. Het begin van haar eigen gezinnetje. Haar zoontje wordt geboren, Ricardo, de naam is een knipoog naar haar overleden vader die Richard heette. Ricardo is net als Isabel een Santomees. Zestien maanden later wordt hun tweede geboren, een dochter, ook zij is een Santomees en krijgt de naam Benita, naar de lieve vrouw in Jalé Ecolodge.
Een paar weken later stuurt ze een geboortekaartje naar die andere Benita op São Tomé en doet fotootjes van de twee kinderen erbij. Tot haar grote verrassing krijgt ze drie weken later antwoord. In de envelop zit een brief en een paar foto’s. Benita glimlachend met haar hengel in haar ene hand en met de andere hand torst ze een vis van wel een meter lang, ten minste dat leidt Fred af uit de lengte van haar lichaam. De volgende foto weer Benita en naast haar staat een jongeman, ook een Santomees, en …… ze heeft een dikke buik. Ze is in verwachting. In de brief staat dat ze met Jabari is getrouwd en dat ze nu haar eerste kindje met hem verwacht. Ze zijn heel gelukkig en is blij dat Fred en Isabel het ook gelukkig hebben. Drie maanden later krijgt ze nog een brief met foto’s van haar zoontje.
Twee jaar daarna komt er weer een dochter, zij is een mulat, een bijna blanke, en heet Annabel. Naar niemand vernoemd, ze vinden het gewoon een leuke naam. Isabel werkt niet meer, al sinds de geboorte van Ricardo. Fred uiteraard nog wel maar die doet steeds meer kantoorzaken en binnenlandse opdrachten. Heel af en toe nog wel eens een opdracht in het buitenland, maar nooit langer als zes tot acht weken. Isabel en de kinderen zijn ook een rustpunt in zijn leven. Dat rusteloze, dat altijd maar weg willen, dat is hij, mede door Isabel, snel kwijtgeraakt.
Isabel is inmiddels zeven en dertig en ondanks haar drie zwangerschappen heeft ze nog steeds een heerlijk lichaam. Dat vindt ze niet alleen zelf, ook de inmiddels twee en veertig jarige Fred krijgt geen genoeg van haar. Voor een argeloze buitenstaander lijken ze nog steeds smoorverliefd op elkaar. Isabel kleedt zich ook graag uitdagend en Fred geniet daarvan. Regelmatig vrijen ze de spreekwoordelijke sterren uit de hemel. Een ding staat vast, deze lieve vrouw, deze moeder van zijn kinderen is het voor hem altijd gebleven, zijn “Parel van São Tomé”.
E I N D E
Een minuut later komt de hoofduitvoerder naar Fred.
“Problemen” zegt hij “er is geen grind meer en daardoor kunnen ze geen beton maken. Ze moeten wachten op het schip.”
“En wanneer komt dat?”
“Dat weten ze niet. Ik ga zo naar kantoor en kijken wat er precies aan de hand is.”
“Ja, want dat schip had er toch allang moeten zijn” zegt Isabel.
“Ja, ik snap het ook niet” reageert de man.
“Wij kunnen zo niet veel doen” zegt Fred, “we gaan wel in de stad kijken hoe het daar vordert.”
Ze nemen afscheid van elkaar en Fred en Isabel stappen in de auto.
In de stad komen ze bij het werk en daar zit iedereen stil. Als Fred er naar vraagt krijgt hij te horen dat ze geen nieuwe rioolbuizen meer hebben en dat de uitvoerder naar kantoor is om te zien waarom dat zo is.
“Vreemd” zegt Fred.
“Zullen we naar kantoor rijden?”
“Ja, doe dat maar.”
Op kantoor lopen ze een van de twee directeuren tegen het lijf.
“Veel problemen” zegt hij “gaan jullie maar naar huis, je hoort er wel van.”
Isabel en Fred keren om en gaan naar huis.
Boven gekomen trekken ze hun werkkleding uit.
“Wat doen we?” vraagt Fred.
“Lekker luieren in de tuin, daar heb ik zin in en zwemmen en misschien ook nog wel wat anders, het wordt een hele warme dag.”
Ze lopen naar beneden en in de tuin duiken ze het zwembad in. Ze zwemmen een paar baantjes en komen dan naast elkaar op de trap zitten.
“Wat zou er nou toch aan de hand zijn?” vraagt Isabel zich hardop af.
“Er is gewoon te laat besteld door de vakanties en nu zitten we met de gebakken peren. Die betonstort wordt nu lastig. Als je die bassins niet in één keer kunt storten krijgt het beton niet de vereiste treksterkte, met alle risico’s van dien.”
“Zouden die bassins scheuren?”
“De kans dat het gebeurt is reëel, niet gelijk de eerste dag of de eerste maand maar als de zuivering een paar jaar oud is wordt het linke soep. Op de naad gaat het beton verbrokkelen en kan los laten.”
“Dus zeg jij, afbreken en opnieuw storten?”
“Ja, en vooraf controleren of er genoeg beton is. Ik had daarop ook aangedrongen maar het was in orde zeiden ze vorige week vrijdag. Wel niet dus blijkt nu. Wie weet hoe lang dit weer gaat duren.”
“Maar we waren wat anders van plan pareltje. Kom eens op mijn schoot zitten.”
Isabel komt over hem heen zitten met haar gezicht naar hem toe. Ze omhelzen elkaar en al snel is het weer een tongzoen, lang en liefdevol. Ondertussen masseert Fred een van haar borsten. Dan hoort hij zijn mobiele telefoon. Hij geeft Isabel een tikje onder haar bil en ze stapt van hem af. Fred loopt naar de tafel. Hij neemt op en hoort Theo Mulder aan de andere kant, zijn baas. Die vraagt of hij ongestoord kan praten. Fred loopt naar binnen en loopt de keuken in. Hij gaat op een barkruk zitten.
“Nu zit ik alleen.”
“Fred, je moet terug naar Nederland.”
“Nu gelijk?”
“Ja, het is dinsdag vandaag, ik wil dat je uiterlijk vrijdag daar weg bent.”
“Compleet weg? Dus al mijn spullen mee.”
“Ja, alles meenemen. Het hoe en waarom vertel ik je hier wel. En je moet je eigen ticket regelen, hier betalen we je dat wel weer terug.”
“Goed, het is onverwacht maar ik kom. Maar moet ik nog iets melden bij het bedrijf?”
“Nee, geen contacten meer. Je vertrekt gewoon.”
“En Isabel, mag die het weten?”
“Is dat nodig?”
“Ik woon bij haar Theo, al bijna een jaar.”
“Dan mag ze het wel weten. Vertel het maar.”
Ze wisselen nog wat dingen uit en dan verbreken ze de verbinding.
Fred zit nog op zijn kruk en staart naar buiten. Vreemd denkt hij, beton op, geen grind besteld, rioolbuizen op en nu moet hij hals over kop terug naar Nederland. Hij staat op en loopt terug. Isabel zit in de tuinstoel en kijkt hem aan. Ze ziet aan zijn gezicht dat er iets is.
“Goed nieuws of slecht nieuws.”
“Voor ons beiden slecht nieuws denk ik. Mijn baas, mijnheer Mulder, belde me en wil dat ik vrijdag uiterlijk hier weg ben.”
Isabel staart de tuin in. Haar gedachten malen, geen beton, geen buizen, geen grind en nu Fred weg.
“Zou het met elkaar te maken hebben?”
“Ik denk het wel Isabel. Maar ik moet alles inpakken. Ik kom hier dus niet meer terug.”
Ze staat op en komt bij hem op schoot zitten. Hij ziet traantjes in haar ogen.
“Wat moet ik zonder je?”
“Dat weet ik niet schat, maar vroeg of laat was dit toch gebeurd. Alleen komt het nu een beetje rauw op ons dak.”
“Dat kun je wel zeggen”, ze omarmt hem en valt snikkend tegen hem aan.
Hun dag is er toch wat door verpest en ze gaan later die ochtend de stad in. Bij het reisbureau boekt Fred een ticket. De vlucht van donderdag zit vol, alleen morgen, woensdag zijn er nog een paar plaatsen.
“Doe maar schat, je moet toch weg, een dag eerder maakt dan ook niet meer uit.”
Weer terug thuis beginnen ze met inpakken van zijn spullen. Isabel draait nog een laatste was.
Later die middag krijgt ook Isabel telefoon. De rest van de week mag ze thuis blijven. Er is de komende dagen geen aanvoer van nieuw materiaal te verwachten dus is het werk stilgelegd.
“Ik vind het een veeg teken schat. Heb je een financiële buffer?”
“Jawel, ik heb voldoende op mijn spaarrekening om het een jaar uit te zingen, als ik zuinig ben wel het dubbele.”
“Mocht je in de problemen komen, laat het me dan weten. Ik heb ruim voldoende, dan krijg je van mij wel wat.”
“Ik zie wel, bellen kan ik je altijd.”
Die avond vrijen ze op bed maar ze merken beiden dat het vuur eruit is. Natuurlijk, het is wel lekker en ze komen meerdere keren klaar maar het is lang zo heftig niet meer. De laatste dag gaat voorbij, een beetje in mineurstemming en woensdag aan het begin van de avond rijden ze naar de luchthaven. In de auto nemen ze afscheid van elkaar, minutenlang tongzoenen ze.
“Ik zal je nooit vergeten lieve schat” zegt Isabel met traantjes in haar ogen, “jij hebt me een heerlijk jaar bezorgd, je bent lief, geduldig en geil. Je hebt echt een plekje in mijn hart gestolen.”
“Dat heb jij bij mij, mijn parel blijft altijd bij me, ik vergeet jou niet meer lieve schat, je zorgzame karakter, je trouw aan mij en niet in de laatste plaats je heerlijke geile buien.”
Weer een lange tongzoen, dan droogt Isabel haar traantjes en ze stappen uit. Ze pakt een bagagewagen terwijl Fred zijn koffers uit de auto haalt.
In de hal loopt hij naar de balie en schuift achter in de rij. Isabel staat nog even bij hem.
Als hij bijna aan de beurt is omhelst Isabel hem, een paar kussen en dan zegt ze “vaarwel” met schorre stem.
“Vaarwel Isabel” en ze draait zich om en loopt naar de uitgang, omkijken doet ze niet meer. Het laatste wat hij van haar ziet is haar schim als ze in het licht van de lantarenpalen naar de auto loopt.
De vlucht terug naar huis is saai en lang. Isabel blijft maar door zijn hoofd spoken. Allerlei herinneringen flitsen door hem heen, de aankomst op het eiland, de eerste keer dat hij zijn parel weer zag, een vrijpartij met Isabel op bed, dat heerlijke lichaam van zijn schat, Isabel in het drijfzand, de heerlijke vakantie in Jalé Ecolodge. De blote Benita komt op zijn netvlies, dat heerlijke negermeisje met haar mooie billen en borsten. Als een zeepbel lijkt alles uit elkaar te zijn gespat. Hij probeert wat te slapen maar dat lukt hem niet echt. Eten doet hij wel maar niet veel. Hij mist haar nu al. Terug op Schiphol wacht hij op zijn koffers. Eenmaal weer buiten neemt hij een taxi naar Delft. Hij zit stil achterin en staart naar buiten. In ieder weiland ziet hij weer het gezicht van Isabel. Hij slaat zijn handen voor zijn gezicht. De chauffeur heeft kennelijk door dat er iets is en praat niet tegen hem. Thuis rekent hij af en samen met de chauffeur brengt hij zijn koffers in huis. Hij zet gas, water en elektra aan. Geen eten in huis. In de kast vindt hij een blik gehaktballetjes. Volgens de datum zijn ze nog goed. Hij warmt het op en eet, maar niet met smaak. Hij is moe merkt hij en voelt zich lamlendig. Hij loopt naar boven en op zijn bed valt hij in slaap, diepe slaap.
Vijftien uur later wordt hij wakker, het is vrijdagmorgen half acht. Hij kijkt wat slaapdronken om hem heen en weet weer waar hij is. Hij kleedt zich uit en gaat de badkamer in. Zijn behoeftes doet hij en dan douchen. Daar knapt hij van op. Hij pakt wat warmere Nederlandse kleding want het regent buiten en er staat een stevig windje. Tanden poetsen en dan eerst maar boodschappen doen. Hij loopt de garage in en ziet dat de banden van de auto nog vrij hard staan. Hij start, gelukkig, hij doet het ook nog.
Een uurtje later zit hij te eten. Daarna gaat hij boven zijn koffers uitpakken. Die lieve schat heeft al zijn kleren schoon gewassen en zo nodig gestreken meegegeven. Hij hangt alles in de kast. Einde van de ochtend gaat hij naar kantoor. Er zijn veel collega’s binnen en hij begroet ze. Hij loopt direct door naar boven en Garcia begroet hem vriendelijk. Ze belt de directeur en Fred mag doorlopen.
“Fred, welkom terug. Je bent snel terug.”
“Ja, ik kon woensdagavond nog mee, gisteren zat al vol.”
“Koffie?” en Fred knikt ja.
Twee kopjes koffie zet hij op de bespreektafel.
“Ja, dat was een onverwachte move. Het bouwbedrijf waar jij naar toe was uitgezonden heeft al zes maanden de rekeningen niet aan ons betaald. Normaal zouden wij je al eerder terug hebben gehaald maar omdat dit een project was wat werd gefinancierd door de Wereldbank hadden we zoiets van dat geld zit wel goed. Vorige week hebben we daar toch maar eens informatie nagetrokken en nu blijkt dat de Wereldbank een maand of vier terug de stekker eruit heeft getrokken. Waarom weet ik niet maar er gaat geen geld meer naar toe.”
“Dus dat bedrijf gaat failliet?”
“Ook dat weet ik niet, ik heb geen idee of ze ook andere projecten hebben of wat dan ook.”
“Dat weet ik ook niet maar dan schieten jullie er ook aardig bij in.”
“Dat kun je wel stellen maar dat is onze zorg. Maar jouw kompaan daar, Isabel, wist die niet meer.”
“Nee, het personeel wordt daar niks verteld. Isabel is dinsdag naar huis gestuurd en zit nu thuis.”
“Hoe was het met haar.”
“Goed, ze is nog geen spat veranderd en gewoon een hele leuke vrouw, kundig om mee te werken maar ook lief om je vrije tijd mee door te brengen.”
“Jouw onverwachte terugkomst lost een klein stukje van een ander probleem op. Onze vestiging in de Verenigde Staten heeft een grote opdracht verworven. Het ontwerpen en gedeeltelijk uitvoeren van een compleet plan om New Orleans te beschermen tegen rampen zoals vorig jaar met Katrina. Voor dat doel heeft ons kantoor aldaar een beroep op ons gedaan en gevraagd of wij acht ingenieurs kunnen missen voor drie jaar. Vijf man heb ik nu binnen, jij wordt de zesde en ik zoek er nog twee. Daar zijn we voor aan het rondkijken.”
“Wanneer speelt dat?”
“Over zes weken gaan jullie er naar toe. Telkens drie maanden en dan tien dagen vakantie, of zes maanden en dan drie weken, dat mag je zelf invullen. De kerstvakantie, die drie weken, ben je als je dat wil ook gewoon in Nederland.”
“Vliegen is kennelijk goedkoop daarheen.”
“Heel goedkoop, maar dat zijn de plannen.”
“Goed, het is me duidelijk. En de komende zes weken gewoon kantoordienst.”
“Ja, maandag wordt je ingepraat door de leider van het team en dan kun je jezelf alvast verdiepen in de problemen die ze daar verwachten.”
Het weekend denkt hij weer aan zijn lieve schat. Hij overweegt of hij zal bellen. Maar nee, geen contact. Het was een vaarwel en dat moet dan maar zo zijn. Hij gaat straks toch ook naar een nieuwe klus in de VS en dan is hij nóg verder weg van São Tomé.
De maandag erna gaat Fred gewoon naar kantoor. Het project New Orleans vraagt zijn volle aandacht. Overdag lukt het wel Isabel te vergeten. ’s Avonds blijft ze toch weer door zijn gedachten spoken. In bed voelt hij in gedachten weer dat mooie blote lichaam, hij lijkt haar mosseltje te proeven en geniet van haar heerlijke borsten en billen. En dan dat gezicht wat steeds maar op zijn netvlies blijft komen. Die vochtige ogen bij het laatste afscheid. Dat laatste kost hem nog de meeste moeite en hij krijgt haar niet uit zijn gedachten.
Twee weken verder. Dinsdag begin van de middag. De receptioniste belt Fred.
“Fred, er is bezoek voor je, kun je naar beneden komen?”
“Ja, ik kom eraan Roos” en zijn gedachten malen, wie zou hem hier nou opzoeken?
Beneden wijst de receptioniste hem op zijn bezoek. Die hoort hem kennelijk aankomen, staat op en draait zich om. Hij kijkt in de ogen van Isabel. Ze valt huilend om zijn nek. Fred drukt een kus op haar wang en kan met een brok in zijn keel ook even niks uitbrengen. Ze omhelzen elkaar stevig. Als ze de greep lossen kijken ze elkaar weer aan met vochtige ogen.
“Oh schat, wat heb ik jou gemist” snikt Isabel.
“Ik kon er niet van slapen lieve schat.”
Weer omhelzen ze elkaar strak. Hij voelt weer haar borsten tegen zijn lichaam, ruikt weer haar heerlijke lichaamsgeur en geniet daarvan.
“Kom, ga even zitten” en ze zakken op de stoelen. Ze zitten allebei voorop de stoel en houden elkaars handen vast.
“Hoe kom jij hier zo verzeild?”
“São Tomé Construction Limited is failliet. Die eerste vrijdag dat jij weg was moesten we op kantoor komen en daar werd het ons verteld. Geld voor salarissen was er niet meer. Eenmaal thuis ben ik gaan nadenken en nog datzelfde weekend heb ik besloten São Tomé definitief te verlaten. Ik ben de enige man waar ik echt van hou achterna gereisd. Ik laat jou nooit meer in de steek Fred, echt nooit meer.”
“Waar logeer je?”
“Ik ben gisterenmiddag aangekomen en ben voor één nacht in een hotel gekropen.”
“Vanochtend heb ik meneer Mulder gebeld en hem gevraagd of hij emplooi voor mij heeft. En dat heeft hij waarschijnlijk, dus ik heb straks een afspraak met hem.”
“Je verrast me hier enorm mee Isabel” zegt Fred, “ik dacht echt dat ik je nooit meer zou zien.”
“Dat heb ik ook gedacht, maar slechts twee dagen, toen is dit plan in me opgekomen.”
Ze wijst naar de balie. “Daar staat mijn koffier, daar zit het belangrijkste in. De rest van mijn spullen heb ik ingepakt en die zijn op transport gezet, per boot komen die over een dag of tien hier in Nederland aan, mijn huis was binnen een week verkocht. De auto heb ik meeverkocht. Ik heb al mijn schepen achter me verbrand lieve schat, ik hoor naast jou, ik ben van jou en als jij in Nederland woont dan is Nederland vanaf nu ook mijn vaderland. Gelukkig heb ik twee jaar geleden mijn Nederlandse paspoort nog een keer laten verlengen dus bij de douane had ik geen problemen. Maar schat, heb jij misschien een slaapplaatsje voor mij?”
Fred glimlacht, “vanaf vandaag slaap jij bij mij in bed en ik leg je aan de ketting. Ik laat je nu echt nooit meer gaan Isabel. Driemaal is scheepsrecht.”
“Daar heb ik me op verheugd lieve schat. Zou je me dan nu naar meneer Mulder willen brengen en daarna wil ik nog even met Garcia praten.”
Ze staan op en omhelzen elkaar, nog een kus en dan lopen ze naar boven. Roos kijkt ze glimlachend na.
Boven omhelzen Garcia en Isabel elkaar. Een paar wangkussen en dan kijken ze elkaar aan.
“Nu blijf ik in Nederland Garcia” zegt Isabel.
“Bij je Fredje?”
“Ja, die laat ik niet meer gaan.”
Fred staat er glimlachend bij.
“Ik had echt met hem te doen de afgelopen weken, hij miste je echt.”
“Ik hem ook hoor” zegt Isabel.
“Ik zal mijnheer Mulder bellen.”
Op dat moment komt Theo Mulder zelf naar buiten.
“Ah, Isabel, ben je er al. Kom binnen. Fred blijf jij beschikbaar het komende uur?”
“Ja, ik ben gewoon binnen. Ik moet nu wel even een koffer van Isabel in de auto gaan leggen.”
“Dat is niet erg.”
In de receptie kijkt Roos hem aan.
“Blij?”
“Een wonder Roos, ik had dit nooit verwacht.”
“Jullie zijn verliefd op elkaar.”
“Ja, nogal” beaamt hij glimlachend.
“Zij is toch die vrouw die hier een jaar of vijf, zes geleden bijna dagelijks was.”
“Ja, knap dat je dat nog weet, maar zij studeerde toen hier aan de TH. Ze is ook ingenieur in de waterbouw.”
“Nou, fijn dat jullie weer bij elkaar zijn.”
Hij pakt de koffer en legt die achterin zijn auto.
Een goed uur later wordt Fred gebeld. Het is Garcia en ze vraag of hij naar meneer Mulder wil komen. Hij loopt naar de directie afdeling en mag van Garcia doorlopen. Een klop op de deur en dan loopt hij naar binnen.
Isabel glimlacht naar hem.
“Fred ga zitten.”
“Ik zal er niet omheen draaien Fred. Ik heb zonet Isabel als zevende ingenieur aan het New Orleans project toegevoegd. Zij heeft mijn vertrouwen ook door de ervaring van vijf jaar op São Tomé waar ze een paar vergelijkbare projecten heeft gedraaid en een jaar begeleiding van jou. Isabel heeft mij ook verteld van jullie relatie en dat het geen moeite kostte om dat voor het werk verborgen te houden. Diezelfde instelling verwacht ik nu weer. Jullie werken daar veel samen maar in het werk mag van een relatie niets te merken zijn, wat jullie in je vrije tijd doen is mijn zaak niet.”
“Ik begrijp het en bedankt voor het vertrouwen.”
“Isabel mag het vliegticket declareren als reiskosten voor een sollicitatie, wil jij haar een declaratieformulier geven?”
“Ja, dat doe ik.”
Ze staan op en Isabel bedankt hem en zegt hem vervolgens gedag. Met een tot morgen lopen ze de deur uit.
Isabel praat nog heel even met Garcia en daarna lopen ze naar de afdeling.
Daar introduceert hij haar in het team van ingenieurs. Een half uurtje later beëindigen ze de werkdag en gaan huiswaarts. Daar loopt Fred haar koffer naar binnen en Isabel kijkt in het rond.
“Voor een man alleen heb je het knus ingericht.”
“Dank je wel, alhoewel Garcia me heeft geholpen met bepaalde dingen.”
Ze lopen naar boven, Fred draagt haar koffer de trap op. In de slaapkamer omhelst Isabel hem.
“Ik wil je voelen, mijn mosseltje verlangt naar je. De rest is nu even niet belangrijk.”
Na een innige omhelzing beginnen ze elkaar uit te kleden. Bloot schuiven ze op het bed en een tongzoen begint. Minutenlang houden ze die aan en Fred voelt over haar lichaam, haar borsten kneedt hij. Eindelijk heeft hij zijn parel weer in zijn armen. Dit ging zijn stoutste dromen te boven. Ze lossen en kijken elkaar aan.
“Ik hou van je en echt Isabel, ik laat je nooit meer gaan.”
“Jij mag niet meer weg van mij. Ik heb je zo gemist, je glimlach, je kusjes en je heerlijke sabel. Ik ga echt nooit meer bij je weg en ik verheug me nu al op drie jaar samen in de Verenigde Staten.”
Fred kust haar nog een keer en daalt dan af over haar lichaam, hij geniet weer van haar geur, haar heerlijke donkerbruine lichaam, die mooie borsten, steeds verder daalt hij naar omlaag en geeft kusjes op haar venusheuvel. Hij likt over haar schaamlippen en duwt ze met zijn tong uit elkaar. Hij laat er een paar druppeltjes speeksel tussen lopen en hij kust haar vulva, donkerroze van kleur en hij geniet van haar geur. Hij haalt zijn tong tussen haar lippen door en proeft haar vocht, die heerlijke nectar uit haar vagina, wat heeft hij dit gemist. Twee misschien wel drie minuten geniet hij van haar vocht. Hij trekt haar schaamlippen uit elkaar en haar vagina opent zich. Zijn tong glijdt naar binnen en bij alles heeft hij een gevoel van herkenning, alles is zo vertrouwd, zo eigen, zo Isabel.
Isabel voelt hem en geniet van zijn aandacht, de lieve Fred die ze in die twee weken zo erg heeft gemist, de eerste dagen kon ze er niet van slapen en toen ze dit eenmaal in haar hoofd had heeft ze er dagenlang naar uitgekeken. Het moment dat ze hem weer in haar armen kon sluiten. En voel die lieve man eens, hoe hij geniet van haar lichaam, zijn liefkozingen tussen haar benen, haar vocht lijkt hem te smaken. Hij mag haar hebben. Ze is van hem en ze blijft van hem. Nooit meer laat ik jou in de steek Fred, is haar laatste gedachte.
Fred voelt hoe ze lichtjes begint te rijden op zijn mond. Hij wil haar naar een orgasme hebben en begint haar klitje te verwennen, hij neemt het knopje tussen zijn lippen en verwent het met snelle tongbewegingen. Dan voelt hij haar spasmen opkomen en dertig seconden later dendert het orgasme over haar heen. Het is heel heftig. Ze heeft het ook gemist zijn lieve schat. Hij voelt haar handen onder zijn oksels.
“Kom” fluistert ze “kom in me, ik wil je voelen, hard en diep, toe schat.”
Fred komt omhoog en helpt zijn penis tussen haar schaamlippen. Haar mosseltje opent zich en zijn sabel glijdt haar vagina binnen. De vagina zet zich als een condoom om zijn stijve paal en ze genieten een paar tellen van dat moment, het samensmelten van hun lichamen.
“Dit heb ik echt gemist lieve schat, jouw heerlijke mosseltje. Ik laat jou echt nooit meer gaan.”
Heel rustig begint hij te stoten. Al snel voelt hij dat Isabel begint tegen te stoten. Het tempo gaat omhoog en Isabel ontvangt hem met een kreuntje op iedere stoot. Minutenlang en ze voelen aan elkaar dat dit hun naar een orgasme leidt. Isabel voelt haar spasmen en Fred merkt dat het gaat borrelen. Het tempo gaat omhoog en de kracht in zijn stoten wordt harder. Dan komen ze vrijwel tegelijk klaar en het voelt heftig. Fred zakt neer op haar borsten en Isabel trekt hem vast op haar. Ze kust hem.
“Ik hou van je Fred, met heel mijn ziel en zaligheid.”
“Ik hou van mijn lieve Isabel. Toen ik je vanmiddag in mijn armen sloot voelde ik je borsten en rook je heerlijke geur. Ik besefte dat er maar één vrouw voor mij is en dat ben jij, mijn allergrootste liefde, mijn Isabel.”
Epiloog
De weken erna staan vooral in het teken van voorbereiding van de mensen die naar New Orleans gaan. Vier weken later staan ze op Schiphol. Hun koffers zijn ingeleverd en ze lopen door de douane. Als de Boeing 747 van Delta Air Lines eenmaal opstijgt zitten Isabel en Fred hand in hand naast elkaar. Tien uur later landen ze op Houston International Airport. Van daaruit gaan ze naar hun werkplek.
Er breekt een drukke tijd aan. Het is soms hard werken om deadlines te halen en de weekenden schieten er dan wel eens bij in.
De korte vakanties tussendoor zijn dan weer een heerlijkheid. Ze gaan veel dingen bekijken, ook vaak met een huurauto erop uit. Maar de drie jaar gaan sneller voorbij dan ze er erg in hebben. Nog niet alle projecten zijn dan klaar maar hun aandeel is afgerond. Isabel en Fred nemen er nog een korte vakantie achteraan. Al die jaren is hun onderlinge relatie goed gebleven. Isabel is nog steeds de lieve, zorgzame, geile vrouw die Fred op São Tomé in zijn armen sloot. Fred is nog steeds stapelgek op haar en ze hebben heel wat leuke en vaak ook geile momenten met elkaar beleefd, zowel in bed als in de vrije natuur.
Vier weken later stijgen ze op van San Francisco International voor een lange vlucht naar huis. Het toestel van KLM nadert nu zijn kruishoogte en Isabel heeft zich een paar minuten geleden al in een deken gewikkeld, een oogmasker heeft ze op en wil gaan slapen.
Twee minuten later voelt ze de hand van iemand.
“Isabel” en de hand schudt zachtjes.
“Isabel” roept Fred iets harder.
“Wat is het schat, ik wil slapen.”
“Ik heb een hele belangrijke vraag.”
“Moet dat nu?”
“Ja, dat moet nu.”
“Waarom moet dat nu?”
“Omdat we nu op zesendertigduizend voet zitten.”
Ze draait zich om en duwt het oogmasker van één oog af.
“Ik snap je niet, wat heeft die hoogte daarmee te maken?”
“Alles …… jij bent de eerste aanstaande bruid die op deze hoogte ten huwelijk wordt gevraagd.”
“Watte ……… JA!” krijst ze “ja schat ik wil.” Ze veert overeind uit haar stoel. “Oh lieve Fred …… oh ik hou zoveel van je …… ja schat, ik wil dolgraag met jou trouwen.” Ze overlaadt hem met kussen.
Isabel is helemaal door de dolle heen en omhelst hem en ze tongzoenen. Om hun heen kijken verschillende passagiers verstoord in hun richting. Stewardessen leggen uit wat er zonet is gebeurd.
Ze wordt langzaam iets rustiger en ze hebben alleen maar oog voor elkaar.
“Je kunt mij geen groter plezier doen lieve schat. Ik word echt jouw vrouw, ik wil de rest van mijn leven naast jou doorbrengen.”
Een stewardess komt met een champagne koeler met een fles erin. Ze opent de fles, pakt de twee glazen en schenkt ze in. Fred en Isabel proosten en nemen een slok. Ze kussen elkaar.
Er komen een aantal passagiers langs en die feliciteren hun ook.
Een half jaar later stappen ze in het huwelijksbootje. Drie maanden later raakt Isabel zwanger, dolgelukkig is ze. Het begin van haar eigen gezinnetje. Haar zoontje wordt geboren, Ricardo, de naam is een knipoog naar haar overleden vader die Richard heette. Ricardo is net als Isabel een Santomees. Zestien maanden later wordt hun tweede geboren, een dochter, ook zij is een Santomees en krijgt de naam Benita, naar de lieve vrouw in Jalé Ecolodge.
Een paar weken later stuurt ze een geboortekaartje naar die andere Benita op São Tomé en doet fotootjes van de twee kinderen erbij. Tot haar grote verrassing krijgt ze drie weken later antwoord. In de envelop zit een brief en een paar foto’s. Benita glimlachend met haar hengel in haar ene hand en met de andere hand torst ze een vis van wel een meter lang, ten minste dat leidt Fred af uit de lengte van haar lichaam. De volgende foto weer Benita en naast haar staat een jongeman, ook een Santomees, en …… ze heeft een dikke buik. Ze is in verwachting. In de brief staat dat ze met Jabari is getrouwd en dat ze nu haar eerste kindje met hem verwacht. Ze zijn heel gelukkig en is blij dat Fred en Isabel het ook gelukkig hebben. Drie maanden later krijgt ze nog een brief met foto’s van haar zoontje.
Twee jaar daarna komt er weer een dochter, zij is een mulat, een bijna blanke, en heet Annabel. Naar niemand vernoemd, ze vinden het gewoon een leuke naam. Isabel werkt niet meer, al sinds de geboorte van Ricardo. Fred uiteraard nog wel maar die doet steeds meer kantoorzaken en binnenlandse opdrachten. Heel af en toe nog wel eens een opdracht in het buitenland, maar nooit langer als zes tot acht weken. Isabel en de kinderen zijn ook een rustpunt in zijn leven. Dat rusteloze, dat altijd maar weg willen, dat is hij, mede door Isabel, snel kwijtgeraakt.
Isabel is inmiddels zeven en dertig en ondanks haar drie zwangerschappen heeft ze nog steeds een heerlijk lichaam. Dat vindt ze niet alleen zelf, ook de inmiddels twee en veertig jarige Fred krijgt geen genoeg van haar. Voor een argeloze buitenstaander lijken ze nog steeds smoorverliefd op elkaar. Isabel kleedt zich ook graag uitdagend en Fred geniet daarvan. Regelmatig vrijen ze de spreekwoordelijke sterren uit de hemel. Een ding staat vast, deze lieve vrouw, deze moeder van zijn kinderen is het voor hem altijd gebleven, zijn “Parel van São Tomé”.
E I N D E
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10