Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Zazie
Datum: 29-04-2023 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 3981
Lengte: Lang | Leestijd: 26 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Amerika, Hardlopen, Neuken, New York, Tiener,
Marathon
Om te kunnen studeren voor kinderarts ben ik verhuisd vanuit Texas naar Manhattan, naar de best wel rustige wijk Chelsea in een verder altijd op volle toeren draaiend New York. De afgelopen weken heb ik de stad wandelend, hardlopend en op de fiets uit en te na verkend, met als gevolg dat ik me hier steeds meer als een vis in het water voel, de stad pást me. Omdat de colleges pas over een maand in september beginnen ben ik als vrijwilliger twee dagdelen per week gaan werken in een shelter, zeg maar een dagopvang voor daklozen, en daar heb ik Jimmy leren kennen.

Vanaf het begin voelden we ons tot elkaar aangetrokken en we stemden onze roosters op elkaar af om samen te kunnen werken. Nadat we op een dag na afloop van onze dienst gingen zwemmen op Long Island sloeg de vlam in de pan. Het zat er gewoon aan te komen, we hebben soms aan een half woord genoeg om elkaar te begrijpen en de seks op het strand was onvermijdelijk. Sindsdien zijn we fuckbuddies en misschien ook al wel een klein beetje meer dan dat.

Al snel werd het een geile gewoonte dat Jimmy na afloop van onze dienst mee ging naar mijn flatje om te neuken. Het is onze gezamenlijke hobby geworden, we kunnen dat echt heel lang volhouden, soms tot het alweer licht wordt, waardoor het ook al snel een gewoonte werd dat Jimmy die dagen bij me blijft slapen. Toen ik eens voorstelde om een keer naar zijn huis te gaan hield hij dat af, te ongezellig, zei hij.



Stilte voor de storm

Ook deze nacht is Jimmy bij me, als ik wakker word zie ik dat het nog maar zes uur is en dat hij nog heerlijk ligt te pitten. Zachtjes ga ik naar de wc en als ik terug de slaapkamer in kom blijf ik even staan om te genieten van het zicht op Jimmy’s slapende blote lijf. Het is nog steeds bloedheet en het laken is aan het voeteneinde terecht gekomen, waardoor ik hem van top tot teen kan bekijken. Hij is niet veel groter dan ik, zijn lijf is niet erg gespierd maar toch door allerlei sport goed in shape en hij heeft een lief en sexy gezicht met die aparte combinatie van blauwe ogen, donkerbruine lange haren en kuiltjes in zijn wangen. Nou ja, ik vind hem dus een mooie leuke jongen maar het meest val ik toch wel op hoe wij samen over de dingen die ons bezighouden kunnen praten.

Hij is daarin zó anders dan Chuck, achteraf kan ik me niet herinneren dat we ooit langer dan tien minuten ergens over praatten, want dan moest er weer geneukt worden, waar ik trouwens wel heel graag aan mee deed. Maar nu, met Jimmy, gisteravond toen we in bed lagen hebben we eerst een uur lang na liggen praten over wat we weer in de shelter hadden beleefd. Altijd weer als je met een van de gasten in gesprek komt blijkt hoe mensen tussen de wal en het schip terecht komen als je niet mee kunt in die ratrace van ‘snel, nog sneller’ of ‘veel, nog veel meer’. We zijn het helemaal eens dat het eigenlijk niet allemaal om geld zou moeten draaien maar om mensen en om gezond leven en om zorg voor de aarde en weet ik niet allemaal wat meer. Het sterkt me in ieder geval in mijn idee om kinderarts te worden, ik wil iets gaan betekenen voor die kleintjes als ze ziek zijn.

Na een paar minuten mijmeren kom ik ‘bij de les’ omdat ik zie dat de jongeheer van de heer O’Neil zich langzaam opricht. En dan is hij er weer, die welbekende grijns met de kuiltjes in zijn wangen, nog steeds met zijn ogen dicht fluistert Jimmy dat het misschien een goed idee is niet alles bij hem eraf te kijken en om terug in bed te komen. En met een giecheltje doe ik dat, ik ga echter niet naast maar op hem liggen. Ik hoef die jongen maar te zien of ik word alweer botergeil en dus nadat ik Jimmy mijn eerste ochtendkus heb gegeven beweeg ik me omlaag tot ik zijn pik tussen de lippen van mijn poes voel. Ik beweeg mijn bekken nog wat op en neer om hem echt goed voor mijn kutje te krijgen en dan schuif ik me langzaam over hem heen. ‘Hmm, Sammy Geffen, waar heb ik dit toch aan verdiend’ murmelt Jimmy nog half slaperig, terwijl hij zijn handen vol op mijn billen legt en mijn beweging versterkt door me omlaag te duwen, net zo lang tot hij helemaal in me zit.

Ik voel hoe hij me van binnen volledig opvult, terwijl Jimmy kreunt: ‘mmm, wat pas je me toch goed, lekker nauw’. Voordat ik aan de slag ga geef ik hem eerst wat kusjes, daarna wil ik hem eens echt als een jockey gaan berijden. Ik werk me op mijn hurken en met zijn paal nog steeds diep in neuk ik hem door een hele serie squats te maken. Hoewel we al tot diep in de nacht lang en stevig neukten voelt het opnieuw heerlijk om mijn spieren goed te gebruiken en me tegelijk over zijn paal heen te wrijven, het zorgt er voor dat ik beleef dat ik léef! Ondertussen, omdat mijn tieten voor zijn ogen op en neer wippen, pakt Jimmy beide tepels beet en knijpt en masseert hij ze waardoor de genotsvonken al snel weer op en neer flitsen tussen mijn tieten en mijn poes.

Als na een tijdje mijn benen beginnen te branden van vermoeidheid laat ik me voorover vallen, hijgend en als ik wat tot rust ben gekomen laat ik zijn lul uit me glijden en ga ik naast Jimmy liggen. Hij neemt het meteen over, komt tussen mijn geopende benen liggen en trekt me onder mijn billen omhoog tot mijn kutje goed ter hoogte van zijn pik is en dan wrikt hij zich langzaam maar zeker helemaal en volledig in me. Hij gaat door tot hij me dieper dan diep over zijn paal heeft geschoven en mijn ver gespreide benen en geopende bekken klemvast tegen zijn buik zitten. Hij houdt zich even rustig om te genieten van het zicht op mijn overgeleverde lichaam en terwijl ik geniet van het gevoel hoe hij me als een bbq-kippetje aan zijn paal gespiesd heeft.

Dan begint hij me te neuken, traag schuift hij zich vanaf dat moment in me op en neer, steeds net niet uit me en dan weer all the way naar binnen. Ik voel hoe ik als een gespannen boog tegen Jimmy op steiger en ga zo mee in de beweging die hij in me maakt en die van alles in me loswrikt. Hij wrijft en neukt maar in me door, het zweet stroomt hem alweer langs zijn lijf en terwijl hij zo in me bezig is geniet ik ervan om Jimmy’s mooie zwoegende lijf te bekijken. Hij gaat helemaal op me los, kneedt mijn tietjes tot ze zo ongeveer in brand lijken te staan en beukt zich ondertussen maar in me door.

Na een tijdje lukt het hem me helemaal murw te neuken en dendert mijn orgasme door mijn lijf, het voelt alsof iedere cel in mijn lijf voor de volle honderd procent mee klaar komt. Ondertussen ervaar ik hoe Jimmy zijn pik nog ietsje groter wordt en steeds steviger door mijn van het orgasme krampende kutje omklemd wordt. Niet veel later komen we nog steeds onze lijven tegen elkaar op beukend samen klaar, het mijne als een boog gespannen, volledig open en beschikbaar, en Jimmy die zich steeds heftiger keer op keer naar binnen jaagt en me uiteindelijk helemaal vol spuit.

Zwetend en hijgend komen we daarna tot rust en als Jimmy zich dan als een lepeltje tegen mijn rug opkrult, me tussen mijn schouderbladen kust en ‘Sammy, ik vind je zo lief’ fluistert, geniet ik van dit contact misschien nog wel meer dan van het harde neuken. Ik vind deze jongen ook lief, het voelt alsof ik ooit van hem zou kunnen houden, mezelf tegelijk verbazend dat Chuck blijkbaar al zo snel uit mijn systeem is. Genietend kronkel ik me nog iets meer in Jimmy zijn coconnetje en als achter mij, close tegen me aanliggend Jimmy alweer in slaap sukkelt ga ik hem niet veel later achterna.
Alles loopt spaak

Enkele weken later beginnen half september mijn colleges en ook Jimmy zijn studie start weer, hij zit in het laatste jaar van zijn master ‘Techniek en bouwkunde’. We hebben afgesproken toch door te gaan met ons vrijwilligerswerk in de shelter en nadat we onze roosters naast elkaar hebben gelegd komen we uit op een middag en een morgen die we allebei kunnen.
Het is even wennen aan mijn nieuwe leven op de universiteit maar algauw voel ik me ook daar helemaal thuis. De campus is niet ver van waar ik woon, aan het Washington Square Park in Greenwhich Village. Na de introductieperiode besluit ik niet deel te nemen aan een studentenvereniging, ik wil mijn energie volledig richten op mijn studie, op Jimmy en mij en op ons werk in de shelter.

Op een ochtend begin oktober arriveer ik echter in het shelter als Vicky me vertelt dat Jimmy niet zal komen, omdat zijn vader is verongelukt. Via de app zoek ik contact maar die hele dag en ook de dag erna reageert hij niet, ook niet als ik bel. Als ik dan Vicky vraag waar Jimmy woont om hem op te zoeken kijkt ze me een beetje vreemd aan: ‘als hij je niet zijn adres gaf mag ik dat ook niet doen, sorry Sam.’ Ohw, die fucking privacyregels natuurlijk weer en nu heb ik spijt als haren op mijn hoofd dat ik me altijd door hem liet afschepen om eens naar zíjn thuis te gaan.

Gelukkig schiet Vicky me na enkele dagen gelukkig alsnog te hulp door me te informeren dat de volgende dag de uitvaart in St. Patrick’s Cathedral is, de kerk die ooit gesticht werd door de Ieren. Hij staat vlakbij Central Park, het is een gigantisch grote kathedraal die toch best wel klein lijkt omdat hij heel nauw ingeklemd staat tussen nog veel hogere gebouwen. Ik snap wel dat hiervoor is gekozen want als je O’Neil heet ben je natuurlijk van Ierse afkomst.

Toevallig heb ik de kerk laatst bekeken, rond het middendeel liggen allerlei kleinere kapelletjes en ik schat zo in dat in een daarvan wel de dienst zal zijn. Maar niks is minder waar, als ik in mijn splinternieuwe speciaal voor deze gelegenheid gekochte blauwe jurkje en bijbehorend roodleren jasje op mijn fiets bij de kerk arriveer zie ik dat er een file staat van limo’s met daarachter al wachtend de lijkwagen met de kist. Uit al die poenige sleeën komen aan de lopende band hotemetoten, die vervolgens de kerk binnen schrijden alsof ze zich op de rode loper van een filmpremière bewegen, hun ogen speurend naar camera’s om maar niet gemist te worden in het societynieuws van morgen.

De kerk blijkt al ramvol te zitten en met veel moeite vind ik nog een plaatsje ergens achterin. Ik heb geen idee wat hier aan de hand is, gaat dit echt om Jimmy’s vader? Als iedereen eindelijk een plaats heeft wordt de kist door acht dragers binnengebracht en de enige die daarachter loopt is Jimmy. Ik herken hem amper, zijn haren zijn behoorlijk gekortwiekt, nog wel steeds lang maar een staart zal niet meer lukken en zijn skaterskleren zijn verdwenen, in de plaats daarvan is hij in een donkergrijs maatpak met overhemd en zwarte das gestoken. Het is bijna alsof hij het niet is, terwijl hij somber voor zich uit kijkt, met niemand zoekt hij oogcontact en totaal overdonderd staar ik hem na. Pas tegen het einde van de dienst word me duidelijk wat hier aan de hand is, Jimmy’s vader was namelijk Josef Callaghan, de grote baas van ACC, dé Callaghan van ‘Andersson Callaghan Constructions Inc’, dat giga-bouwbedrijf dat ‘onze’ shelter sponsort.

Tegelijk blijkt dan dat de jongen die ik dacht te kennen niet Jimmy O’Neil maar Jim Callaghan is, de enige erfgenaam van een miljardenbedrijf. Speciaal voor hem vraagt de bisschop van New York hem in onze gebeden te gedenken, omdat hij vanaf nu alleen de eindverantwoordelijkheid heeft over dit bouwimperium en de tientallen duizenden mensen die daarvan afhankelijk zijn, in Engeland, de Verenigde Staten en Latijns Amerika.

Het voelt alsof alle grond onder mijn voeten wegzakt, die leuke jongen die ik dacht te kennen heeft me al die tijd gefuckt. Hij heeft me gebruikt als een speeltje maar nu hij een ultrarijke big shot is ben ik bedankt, hij nam niet eens de moeite me een berichtje te sturen. Als dat goed tot me doordringt verstikt het me bijna, alsof mijn adem wordt weggedrukt, het is alsof alle minachting die ik altijd voelde omdat ik ‘maar white trash’ was als een boemerang weer hard en naakt en intens gemeen mijn lijf is binnen gebeukt.

‘Eens waardeloos, altijd waardeloos…’, zo voelt het en met een brok in mijn keel en achter mijn ogen brandende tranen besluit ik weg te gaan, net als Jimmy is opgestaan om een soort van slotwoord te houden. Het kan me niet schelen of hij me ziet of niet, me niks aantrekkend van het lawaai dat ik maak klauter ik uit dat verdomde lange smalle harde houten marteltuig uit wat ze een kerkbank noemen, iedereen die me in de weg zit dwingend op te staan zodat ik erlangs kan. Zonder me echt bewust te zijn van mijn omgeving race ik daarna op mijn fiets terug naar Chelsea en zodra ik in mijn flatje ben kleed ik me helemaal uit en duik ik mijn bed in, als een balletje opgerold, jankend van verdriet.

Fuck you, Jim Callaghan

En natuurlijk, nu ineens kan Jim Callaghan wel contact met me opnemen, nog diezelfde avond pingt er voor het eerst een appje binnen, of hij me kan spreken. Liefst wil ik hem voorgoed negeren maar dat lukt me niet en dus maak ik een foto van mijn opgestoken middelvinger, zoals ik een half jaar terug voor Nate deed, die andere bedrieger. Ik stuur hem die met als begeleidende tekst ‘Fuck you, Jim Callaghan, gore bedrieger.’ Mij lijkt dat dat een duidelijke boodschap is, maar hij natuurlijk weer niet, wat is dat toch met die kerels. Als hij reageert met de vraag wat er is, verwijder ik hem als contact en als hij me belt blokkeer ik hem. De volgende dag laat ik Vicky weten dat ik die middag niet kom en nóoit meer kom helpen in de shelter, ik wil niks meer met die tent en met de poen van ACC en met Callaghan te maken hebben.

Nog diezelfde dag begint ‘fuck-you Jim Callaghan’ me te stalken, hij belt aan, als ik dan niet open doe blijft hij eindeloos aanbellen en kloppen en door de deur heen roepen dat hij me wil spreken. Op een gegeven moment krijg ik zelfs van Francine een appje wie of die idioot in ons portaaltje is, het kost me echt alle kracht om me te beheersen en hem niet verrot te gaan schelden.
Als ik almaar niet reageer propt hij zelfs een keer een dikke brief onder de deur door, die ik ongeopend weg flikker. Als klap op de vuurpijl ligt hij als ik een paar dagen later terugkom van college zelfs languit in het halletje voor mijn deur te wachten, de boel zo blokkerend. Het enige wat ik hem dan toebijt is ‘klootzak, met jou wil ik nooit meer iets te maken hebben, flikker op’, waarna ik over hem heen loop, me niet bekommerend of ik hem pijn doe, waarna ik de deur voor zijn neus dicht knal.

Dan pas begrijpt hij het eindelijk en laat hij me vanaf dat moment verder met rust. Wat niet betekent dat ik écht rust heb, want nachtenlang jank ik mezelf in slaap, hij was mijn maatje en mijn fuckbuddy, maar dat niet alleen, ik begon echt om hem te geven…
Om fuck-him Jim Callaghan te vergeten studeer ik ieder vrij tijdstip in de drie naslagboeken met de uitleg van eindeloze opsommingen van medische begrippen, die ik voor ons eerste tentamen over twee weken moet kennen. Als ‘ontspanning’ en om die klootzak uit mijn lijf te krijgen ren ik ieder vrij uur alsof de duivel me op de hielen zit. Tegelijk is het mijn voorbereiding op de NY-marathon, die binnenkort op de eerste zondag van november wordt gelopen.

Heel lang heb ik me op die marathon verheugd, ik zag het zo’n beetje als het sluitstuk van mijn inburgering hier, maar díe lol is er nu wel van af. Toch besluit ik wel te lopen, ik laat me door die Callaghan en niemand afhouden van wat ik van plan ben. Eindelijk is het zover en ik sta in de derde shift van duizend lopers die mag starten, de wedstrijdlopers zijn dan al een half uur weg. Ik ben tevreden als ik een tijd van drieënhalf uur neer kan zetten, het is snel maar dat moet me toch wel lukken.

Ik heb door er van alles over te lezen begrepen dat je of helemaal vooraan in de groep moet zien te starten, of juist heel rustig moet beginnen om de meute eerst op weg te laten gaan en pas je eigen tempo moet pakken als het veld uit elkaar valt. Ik heb dit laatste besloten en begin als een van de laatsten van deze groep op een kalme draf aan de ruim zesentwintig miles. Al heel snel krijg ik het gevoel dat ik gevolgd word en als ik achter me kijk zie ik die fuck-him Callaghan lopen, wat doet díe nou weer hier. Met zijn bekende grijns kijkt hij me aan en als ik me dan tot naast hem laat afzakken en hem toebijt ‘oprotten’ antwoordt hij doodkalm: ‘Sorry Sammy Geffen, ik heb hiervoor betaald en dus mag ik hier lopen, red je er maar mee.’

Fuck-him Jim Callaghan’s story

Oké, ik trek een sprintje, hij zoekt het maar uit, maar niet veel later loopt hij alweer als een schaduw pal achter me, omdat de grote groep voor ons nog steeds compact is en het tempo hindert. En dan zegt hij: ‘Sammy, je moet echt een paar dingen weten…’ en of ik nou wil of niet, ik moet het wel aanhoren want met mijn vingers in mijn oren lopen is geen optie, en stoppen al helemaal. En dus loop ik daar, met die waarschijnlijk uit zijn nek kletsende miljardair pal achter me.

En dan gaat hij los: ‘Sammy, mijn vader is met zijn privéjet verongelukt niet ver van Mexico-City, in de bergen bij Guerrero. Ik ben er meteen met een hulpploeg naartoe gevlogen en we hebben ruim een dag moeten zoeken om het vliegtuig te vinden, het lag in een diep ravijn. Iedereen bleek dood te zijn en het was ploeteren om zijn lichaam en dat van de andere mensen met helikopters te bergen. Al die tijd had ik geen bereik met mijn mobiel, de reddingsploeg had wel een satelliettelefoon maar die mocht ik niet gebruiken voor privégesprekken.

Toen we na bijna drie dagen thuis kwamen was de chaos compleet, in ACC moest eerst het testament worden geopend voordat ik allerlei noodzakelijke besluiten kon nemen, iedereen wilde van alles en nog wat van me, ondertussen moest ik de begrafenis van mijn vader voorbereiden, mijn telefoon was ram- en ramvol gelopen met berichten en echt, op een gegeven moment had ik geen idee meer waar te beginnen met het op orde brengen van die puinhoop…’

‘Wat je moet weten Sammy, is dat het me heel erg spijt dat ik je niet kon bellen en er later helemaal niet meer aan toe kwam. Ik wist even niet meer wat het belangrijkste was, maar nu het te laat is weet ik dat inmiddels wel…’

Als ik zwijgend doorren gaat hij verder: ‘Hoe het komt weet ik niet, ik kom uit een familie van gezinnen met steeds maar éen kind. Mijn overgrootvader Per Andersson is toen hij met mijn overgrootoma vanuit Zweden hiernaartoe emigreerde een bouwbedrijfje begonnen, dat al snel begon te groeien omdat Manhattan in die tijd ruimtegebrek had en steeds meer de hoogte in ging. Zij kregen éen zoon, Magnus, mijn opa. Hij trouwde met Mary O’Neil, mijn oma en samen kregen zij mijn mummy, Kaitlyn. Zij trouwde weer met mijn pa, Josef Callaghan en toen ik geboren werd stierf zij tijdens de bevalling…’

Nog steeds zwijg ik en na weer even wachten gaat Jim verder: ‘mijn familie heeft hard gewerkt om ACC groot te maken maar toen na de dood van mijn mummy eerst oma van verdriet stierf en amper een paar jaar later opa verongelukte doordat hij uit een bouwlift viel, stond daddy er ineens als een niet-Andersson alleen voor. Dat was het moment waarop de naam Callaghan in de firmanaam kwam en het is vooral dad geweest die het tot een groot internationaal bedrijf wist op te bouwen, met vestigingen hier in New York, in London en in Mexico-city. Er werken inmiddels wereldwijd meer dan vijftigduizend mensen en dat is nu mijn zorg geworden.’

Ik reageer nog steeds niet maar langzaam druppelt zijn verhaal wel bij me binnen en of ik nou wil of niet, het ontroert me. Opnieuw gaat Jim verder: ‘mijn dad was eigenlijk altijd op reis, ik ben opgevoed door nanny’s die kwamen en gingen, ik weet al niet meer hoeveel ik er had. Ik kreeg álles wat mijn hartje begeerde, alleen geen knuffels van mijn mummy, laat staan een warm thuis. Toen ik achttien werd wilde daddy dat ik in het bestuur van ACC kwam maar dat kon ik toen nog niet opbrengen en we werden het eens dat ik tot mijn vijfentwintigste de tijd kreeg om te studeren en de wereld te verkennen.
Ik koos toen voor techniek en bouwkunde, omdat me dat wel lag en ook wel van pas zou komen. En ondertussen ben ik niet de wereld gaan verkennen, want daar zou ik nog tijd genoeg voor krijgen, ik koos er voor om tijdens vakanties op verschillende van onze bouwprojecten anoniem een tijdje als gewone arbeider mee te gaan werken, om op die manier het bedrijf te leren kennen. En toen ik er achter kwam dat we allerlei sociale projecten sponsorden ben ik ook in een shelter gaan werken, waar ik jou dus ontmoette…’

Inmiddels serieus luisterend ren ik in een rustig tempo zwijgend verder, met Jimmy nog steeds in mijn kielzog.
‘Weet je Sam, het was op geen enkele plek een optie om mijn echte naam te gebruiken, want dan zou ik door de mand vallen als ‘het zoontje van’, daarom nam ik de achternaam van oma. Achteraf snap ik hoe dat voor je voelt, ik had je op tijd in vertrouwen moeten nemen. In de plaats daarvan hoorde je toen het daarvoor te laat was niks van me en moest je tussen al die vreemde mensen in de kerk in de gaten krijgen hoe het zat. Pas toen ik zag hoe je daar uit die bank wegvluchtte kreeg ik door wat ik had aangericht. Een andere naam, een ander leven, superrijk terwijl we zo vaak praatten over hoe oneerlijk alles verdeeld is, je móest je wel bedrogen voelen. Ik heb dat zó fout gedaan, het spijt me zo ontzettend, lieve Sammy.
Sorry, echt heel erg sorry.’

Dan wordt het op het joelen en klappen van de toeschouwers na weer stil en als ik na een halve minuut of zo achter me kijk is Jimmy weg…



Dankjewel dat je dit verhaal leest! X Zazie
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...