Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Datum: 30-04-2024 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 12311
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 34 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Beffen, Dagboek, Directrice, Eerste Keer, Leraar, Slipje, Tepel, Tiener, Vader, Vingeren,
Zuster Aldegonde
Dat de twee vrouwen die naar de gunsten van de nieuwe leraar dingen helemaal anders zijn en totaal andere verwachtingen koesteren van een geheime relatie, wordt duidelijk door het dagboek van Zuster Aldegonde, in de wereld Lieve Ballegeer.

Het verhaal van Zuster Aldegonde

Ik ben een geduldig persoon. Ik laat emoties zo veel als mogelijk de tijd om te bezinken en er dan over na te denken. Dat is de reden waarom ik drie weken heb gewacht vooraleer mijn gedachten aan het papier toe te vertrouwen. En dat doe ik na lang twijfelen... Toch vind ik het een goed middel om zicht te krijgen op wat er binnen in mij gaande is, aan wat ik eigenlijk echt wil en aan wat door mijn eeuwige beloften onmogelijk mag. Voor een non, een bruid van God, is een seksuele relatie met een mens immers overspel. En God ziet en weet alles, zo werd mij ingeprent. De vraag is niet of ik dat nog geloof, want het blinde geloof heb ik al jaren geleden afgelegd. De ware vraag is of ik, met wat nog rest van mijn geloof, zal kunnen leven met de realiteit van een relatie die verder reikt dan vriendschap - met de realiteit van een seksuele relatie dus.

Het is vreemd: ik heb heel zelden in mijn leven iets in een plotselinge opwelling gezegd of gedaan. En de weinige keren dat ik in die val trapte, kwam het me achteraf niet goed uit. De opwelling waarin ik de nieuwe leerkracht Latijn-Grieks, Steven Vervloet, bekende dat ik verliefd was op hem en mij in zijn armen wierp, me door hem liet kussen en hem zelf ook een kus gaf - die opwelling ontstond uit jarenlange eenzaamheid en frustratie. Uit mijn ongeloof ook. Toch geloof ik nog altijd en wel in de eerste wet van mijn geloof: liefde.

Ik weet wat liefde is - of tenminste: verliefdheid die tot liefde kan uitgroeien. Ik ben nooit verliefd geweest op God, dat weet ik zeker. Kan liefde ontstaan zonder verliefdheid? Ik weet het niet. Ik geloof het niet. Ik wil dat niet geloven.

Drie weken heb ik er over laten heen gaan om eindelijk mijn moed bijeen te rapen en een nieuw schrift te nemen om mijn gedachten te ordenen. Het is een zelfde schoolschrift als mijn dagboeken die ik van mijn vijftiende tot mijn zevenentwintigste heb bijgehouden. 'KLADSCHRIFT - CAHIER DE BROUILLON' staat in rode hoofdletters op de lichtgele kaft. Een toepasselijke naam omdat veel van wat in die kladschriftjes opgeschreven werd dikwijls niet al te net, niet al te proper, niet al te mooi is.

Uit mijn leven als leek heb ik weinig mee naar het klooster genomen, behalve wat godsdienstige boeken en mijn stapel dagboeken. Ik heb er wel voor gezorgd dat ze altijd achter slot en grendel zaten en ik heb ze tot drie weken geleden ook nooit opnieuw opengeslagen of gelezen.

Mijn plotseling opvlammende liefde voor de nieuwe leraar herinnerde mij dat een dergelijk gevoel me de laatste jaren al een paar keer heeft overvallen. Maar toen was het verliefdheid op mannen die getrouwd waren en een gezin hadden. Dat maakte dat ik die gevoelens gemakkelijk kon verbannen naar waar ze hoorden: uit mijn hart, uit mijn hoofd, uit mijn geheugen. Ik hield toen al lang geen dagboek meer bij omdat ik die verboden gedachten niet wilde, maar ook niet durfde, op te schrijven.

Nu heb ik drie weken lang de tijd genomen om al mijn dagboeken te herlezen. Ik wilde weten wie ik als jong meisje geweest ben, wat ik dacht, wou en geloofde - of juist niet. En na het aandachtig lezen van die honderden bladzijden uit wat ik 'mijn vorig leven' noem, kan ik mijn gedachten van nu aan dit nieuwe schrift toevertrouwen. Aan het eind van mijn relaas zal ik mezelf verplichten om open en bloot, zonder terughoudendheid en zonder schaamte voor mezelf, zwart op wit neer te schrijven wat ik voor Steven Vervloet voel. Wat ik van hem verwacht. Wat ik van mezelf verwacht. Hoe ik een relatie die ook seksueel is kan verenigen met mijn non-zijn. Tiens, ik merk nu dat ik het uit het Frans kan vertalen als 'nee-zijn', ontkennen wie ik als zuster ben...

--- --- ---

Mijn naam is Lieve Ballegeer. Ik werd bijna zesendertig jaar geleden geboren in het Meetjesland, in een klein boerendorp tussen Sint-Niklaas en Antwerpen. Mijn vader was een levenslustige arbeider in de haven die van een pintje hield en daar dikwijls geen maat in kon houden. Dan was hij eigenlijk nog plezieriger dan anders. Drank maakte hem gelukkig, dat zag je zo. Althans, ik zag het. Ik hield het meest van mijn vader wanneer hij in een halfdronken bui met ons lachte en speelde. Mijn moeder was zijn tegenpool. Tegenwoordig zou men haar terecht een kwezel noemen. Ze liep altijd rond met haar hand in de zak van haar jasje of haar jurk. Daar zat een paternoster in en die liet ze onmerkbaar door haar vingers glijden terwijl ze in gedachten aan het bidden was. Moeder was een strenge vrouw voor haar vijf dochters en voor haar man. Wanneer hij in de wind thuiskwam, mocht hij niet mee in bed met haar. Dan sliep hij beneden op de sofa. Ik heb hem daar nooit over klagen, integendeel. Hij scheen het grappig te vinden en maakte moeder de volgende ochtend het hof terwijl wij aan de ontbijttafel zaten. Haar kwaadheid reageerde ze dan op ons af, nadat vader naar zijn werk vertrokken was.

Ik ben de oudste van vijf kinderen, allemaal meisjes, een na een geboren met minder dan twee jaar ertussen. We gingen naar de plaatselijke meisjesschool, waar de nonnen nog tien keer strenger waren dan moeder. Een meisje dat haar hand onder de bank stak, werd door de onderwijzeres uit de bank gesleurd en kreeg enkele tikken van een ijzeren liniaal op haar vingers. Ik heb het enkele keren meegemaakt: de pijn hield urenlang aan. Waarom een hand niet onder de bank mocht, dat werd nooit uitgelegd. Pas toen ik volwassen was, begreep ik de perversiteit van die nonnen. De non die toezicht hield op de speelplaats, hield ook bij hoe lang je op het toilet bleef. Duurde dat volgens haar te lang, dan moest je tijdens de les strafwerk schrijven en daardoor de les missen. De volgende dag ondervroeg ze je dan over die les, wat bijna altijd uitliep op een kwartier in de hoek gaan staan. Waarom? Toen ik eens durfde vragen wat ik misdaan had, kreeg ik enkele petsen in mijn gezicht, dat was alles. Pervers waren die nonnen, een ander woord heb ik er niet voor.

Hoewel ik naar een strenge middelbare school gestuurd werd, was dat toch een hele opluchting en een echte openbaring voor mij. Alle scholen waren al gemengd, zeer tegen de zin van moeder. Jongens waren tot mijn elfde of twaalfde afwezig in mijn leven. Ik wist dat ze bestonden, meer niet. In de school in Antwerpen zat ik er ineens mee in de klas, waren ze op de speelplaats, praatten en speelden ze met meisjes. Ik had al gauw door dat je als meisje vriendje kon worden met een jongen, maar het ging aan mij voorbij wat dat betekende. Ik was een modelstudente, haalde goede cijfers en had geen vrienden op school.

Enige weken na mijn vijftiende verjaardag kreeg ik voor het eerst mijn maandstonden. Gelukkig was daar in de les biologie al over gesproken - echter zonder dat ik het me op mij had betrokken. Het was dus een ontstellend feit toen ik 's ochtends in het begin van kerstvakantie bij het plassen bloed zag. Ik durfde het niemand zeggen, zeker niet mijn moeder. Toen ook in de voormiddag mijn onderbroek onder het bloed zat, kon ik niet anders meer. Moeder zei dat ik nu 'gereed was voor de zonde van het vlees', dat ik nu zwanger kon worden en dat het vanaf nu mijn eerste plicht was om zo ver mogelijk uit de buurt van jongens te blijven. 'Mannen willen maar een ding,' bitste ze, 'en dat is smeerlapperij.'

'Maar ma,' vroeg ik verbaasd, 'gij hebt toch ook kinderen.'

'Ja, kinderen wilde ik. En veel. Maar onthoud dit goed, Lieve, er zijn twee dingen aan kinderen krijgen waar ik niet mee om kan: de ontucht die ge moet bedrijven om ze te maken en de vuiligheid waarin ze geboren worden.' Daarna keerde ze haar rug naar me toe. Daar moest ik het mee doen!

Op mijn zestiende vroeg een jongen uit mijn dorp het aan met mij. Het was kermis en ik had voor de eerste keer genoeg zakgeld gekregen, samen met een preek van tien minuten over de losbandigheid van jongens. Ik was klein van gestalte en zou niet veel groter worden (ik meet nu 1 meter 56). Maar ik had al mooie borsten, al zeg ik het zelf. Ronde, blozende appeltjes met een pastelkleurig tepelhof en gevoelige roze tepels. Van zodra ik mijn regels had gekregen, groeiden er ook haartjes tussen mijn benen, even koperrood als op mijn hoofd en onder mijn oksels. Over seks had ik tot op dat ogenblik nog geen ogenblik gedacht. Ik was een oppassend, braaf, zedig en godsdienstig meisje.

Dat een jongen mij zag staan, vond ik al een wonder. Dat het bovendien ook een mooie jongen was, deed mijn hart ineens sneller slaan. Hij betaalde een ritje in de rupsmolen en dat vond ik fijn. Toen de kap naar beneden ging, boog hij zich naar me toe en kuste me snel drie of vier keer op mijn lippen. De kap ging open en we zaten weer braaf naast elkaar met genoeg plaats tussen ons om nog iemand op de bank te laten zitten. Maar de andere jongens en meisjes die op de balustrade van de rups stonden, hadden het wel begrepen en joelden ons toe dat we nu met elkaar gingen. De jongen, Bram, pakte mijn hand en kneep er eventjes in. Hij vroeg tot hoe laat ik op de kermis mocht blijven.

'Ik moet thuis zijn voor het donker is, anders zwaait er thuis wat.'

'Zo vroeg? Ik zou je nog graag eens kussen, maar dat hoeft niemand te zien.'

Hij nam me bij de hand en ik liet me lijdzaam meetrekken achter de rij kermiskramen. Hij sloeg zijn armen om me heen en kuste me op mijn mond. Ik voelde het puntje van zijn tong tegen mijn lippen, die ik stijf dicht hield.

'Jij hebt nog nooit gekust, zeker? Of zie je me niet graag?'

Ik werd helemaal rood en verlegen. Ik schaamde me. Er werd dus van mij verwacht dat ik wist hoe je moest kussen! Ik sloeg mijn ogen neer en zweeg.

'Kom, ik zal het je leren,' fluisterde Bram.

Hij omarmde me weer en zegde dat ik mijn mond moest opendoen bij het kussen. Ik voelde zijn tong naar binnen komen en ook hoe zijn handen over mijn rug gleden, tot aan de rand van mijn rok en dan daar onder tot hij mijn billen streelde. Ineens, als een bliksemschicht, trok er een kramp door mijn buik, zo ongeveer wanneer je te lang hebt gewacht om te gaan plassen. Maar het was toch anders, beter, warmer. Het werd naar mijn gevoel een lange tongkus en die handen op mijn billen streelden me zo zacht dat ik wilde dat het nooit zou ophouden.

Toen Bram zijn tong uit mijn mond haalde, vroeg hij of ik het leuk vond. Hij zat nog altijd met zijn handen onder mijn rok en trok mijn onderlijf tegen het zijne aan. Ik voelde door mijn linnen rokje dat er iets hards in zijn broek zat. Ik had er nooit over nagedacht (dat gebeurde alleen bij andere meisjes, niet bij mij!) maar ik wist direct wat het was en ik vond het geweldig om daar zo, in het lawaai van de kermis en beschut achter de kraampjes, met een jongen te kussen.

'Ik vraag het aan met jou,' zei hij, 'je kunt goed kussen, hoor. En ik voel je graag. Je bent zo mals en zo warm...'

'Hou nu maar op,' antwoordde ik op de toon van mijn moeder, 'straks ziet iemand ons.'

Het werd een zomervakantie waarin ik Bram zo dikwijls mogelijk ontmoette met de hulp van zijn vrienden die ook allemaal een meisje hadden en de beste plekjes kenden om ongezien te flirten. Bram streelde na een tijdje niet alleen mijn billen boven op mijn onderbroek, maar hij stak er zijn hand in, op mijn buik. Hij vond al gauw mijn spleetje en streelde het. Ik werd er licht van in mijn hoofd en dreigde te vallen, maar hij was sterk en hield me met zijn arm tegen zich aangedrukt. Nog later kwam hij met zijn vinger tussen mijn spleetje en streelde me daar en ik voelde dat ik nat werd. En nog later, tegen het eind van de vakantie, op een zwoele zomeravond, haalde hij zijn stijve penis uit zijn broek en vroeg me om hem af te trekken. Hij deed het me voor. Ik wilde Bram niet verliezen, al leek het me een raar gedoe. Een penis hoort toch in een vagina om sperma te verliezen, dacht ik in mijn naïviteit. Ondanks mijn onervaren gefriemel kwam hij toch klaar. Eerst spoten er twee stralen wel een meter ver op de bosgrond en daarna nog enkele klodders smurrie die uit zijn plasgaatje bungelden en naar beneden drupten.

'Ah, dat deed deugd,' zuchtte hij, 'wil je het de volgende keer echt doen? Hier komt niemand, dat weet ik zeker. Ik zal iets meebrengen om op te liggen.'

'Bedoel je dat je in mij wilt komen?' vroeg ik beduusd.

'Ja, nu we toch al zo ver zijn. Het is het enige dat we nog niet gedaan hebben... en ik zou het echt eens willen doen. Ik heb het ook nog nooit gedaan. En ik zie je graag, Lieveke. Ik zou graag uw muisje eens willen zien en dan in jou komen...'

Ik stond als aan de grond genageld. Dat had ik niet zien aankomen. Ik verzamelde al mijn moed om hem voor de eerste keer iets te weigeren, maar durfde het toch niet in zijn gezicht te zeggen. Dus antwoordde ik dat ik er moest over nadenken. Hij stak zijn ding, slap en glibberig, in zijn broek en trok zijn rits dicht. 'Niet te lang wachten, Lieve,' zei hij nu nogal kortaf, 'er zijn meisjes genoeg waar ik het ook kan mee doen, maar ik zie jou liever dan die anderen.'

Ontnuchterd en totaal verward sprong ik op mijn fiets en reed naar huis. Mijn besluit stond vast: Bram kon de pot op! Het was allemaal zo leuk en nu wilde hij dàt! Sinds ik Bram kende en hij mij gevingerd had, was ik ook aan het experimenteren geslagen. Dat was niet zo eenvoudig, want ik sliep bij mijn twee jaar jongere zus en in een ander bed op onze kamer sliep ook nog de jongste die tien was. Ik deed het toch en beet op mijn tong om geen geluid te maken wanneer ik mijn hoogtepunt bereikte. Maar daarmee was mijn hart voor de eerste keer gebroken. Ik had Bram zo graag gezien, was niet alleen verliefd, maar hield ook echt van hem. Maar het was voor hem: neuken of uit. Ik heb er maandenlang verdriet van gehad en mijn resultaten op school waren dat eerste trimester veel minder dan vroeger.

Een jaar later leerde ik Wouter kennen, een vlotte jongen die bij ons op school zat en in het dorp naast het onze woonde. Hij was al achttien en kon een stuk beter vrijen dat Bram. Ik was zeventien en mocht onder geen enkele voorwaarde met jongens omgaan van moeder. De ouders van Wouter waren wel bij de tijd. Ik mocht bij hen binnen en ze waren heel vriendelijk voor mij. We mochten ook naar zijn kamer gaan. Ik vroeg Wouter of zijn ouders wisten wat we daar deden en hij antwoordde: 'Natuurlijk. Wat is daar nu aan?' Een bed was natuurlijk veel leuker om op te rollebollen dan de bosgrond. Wouter begon altijd met mijn borsten te strelen, te likken en te zuigen. Ik leerde wat beffen was ('heerlijk!!!' staat er in mijn dagboek) en ook hoe ik een stijve piemel kon likken en in mijn mond nemen ('dat is voor Wouter waarschijnlijk even leuk als beffen voor mij', noteerde ik). Wouter vingerde me tot ik op een keer spuitend klaarkwam. Het was alsof ik dood ging! Maar achteraf was het een gevoel dat met niets te vergelijken is, het toppunt van opwinding en genot. En toen, op een keer, was het weer van het 'echt doen'. Wouter zegde dat hij het al kon, hij had het al gedaan, ik moest er niet bang voor zijn (nadat ik hem gezegd had dat ik nog maagd was). Ik maakte weer van mijn hart een steen en zegde dat ik er moest over nadenken. Hij begreep het niet: we waren nu zo goed bezig en het zou nog beter worden, want echt neuken, daar ging niks boven.

Weer maanden lijden van een gebroken hart. Ik kon het niet. Ik was bang om zwanger te worden. Maar ik was ook bang voor wat moeder altijd zegde, wat ze in kerk zegden, op school... De maagdelijkheid moet je behouden, voor het huwelijk! Ik werd neerslachtig, bad nu weer terug tot God dat hij me moest vergeven voor mijn zonden. Ik ging het zelfs biechten, alles, zowel wat ik met Bram als met Wouter had gedaan en had laten doen. De priester vroeg me uit. Hij zegde dat hij alles moest weten om me penitentie te geven. Elke zonde die ik verzweeg, zou mijn ziel blijven belasten. Achteraf, vele jaren later, kon ik alleen maar besluiten dat hij even pervers was als de nonnen in de lagere school. Aan het eind van mijn biecht zei de priester dat mijn zonden vergeven waren. Dat mijn ziel weer even rein was als bij mijn doopsel. En dat de beste manier om mijn ziel voor het kwaad te behoeden was om na te denken om zo dicht mogelijk bij God te komen. Als kloosterzuster, als non, als bruid van Christus.

Mijn neerslachtige periode bleef langer dan een jaar aanhouden. Ik moest mijn laatste jaar overdoen. Niemand raakte er aan uit wat me overkwam ('wat me bezielde', schreef ik in mijn dagboek). Op een keer, ik was toen negentien, halfweg twintig, kwam vader in opperbest humeur thuis. Hij had gedronken, maar zoals altijd was hij niet zat, alleen plezierig. Moeder en mijn vier zussen waren niet thuis, het was kermis in het andere dorp en ze waren bij familie aan het vieren. Ik was niet mee omdat ik me weer beroerd voelde. Ik had op mijn kamer geknield voor het kruisbeeld gezeten en drie paternosters gebeden. Ik had gesmeekt dat Jezus me zou redden.

Vader ging aan tafel zitten en at gezapig wat er overgebleven was aan ontbijtkoeken. Het was middag. De luiken waren dicht tegen de zon. De hitte dreef door de woonkamer. Ik zat tegenover vader en dronk een kopje koffie, het eerste van de dag.

'Wat is dat toch met u, Lieve,' vroeg hij plotseling, 'hoe komt het dat gij nog geen lief hebt? Is het dat waar ge zo van afziet? Luister, ik heb het nooit tegen uw moeder gezegd, maar ik weet dat ge met Bram en Wouter geweest zijt. Bij Wouter kwaamt ge zelfs over de vloer, heb ik van zijn vader gehoord. Wouter zag u graag. En zijn vader zegt dat ge met Wouter hebt gevrijd...'

'Dat is niet waar!' schreeuwde ik, 'het is juist omdat ik dat niet wilde, dat hij het uitgemaakt heeft! Ik zag hem ook graag, pa! Maar ik had schrik...'

'Ja, om zonde te doen, zeker,' antwoordde hij lijzig, 'wel, Lieveke, het is misschien wel zonde, maar het is de mooiste zonde die er is. En nu ge tegenwoordig evenveel bidt als uw moeder, moet ik u zeggen dat God ons geschapen heeft zoals we zijn, de mannen met een lul en de vrouwen met een kut. En als God, zoals uw moeder gelooft, nooit iets anders kan doen dan goed, dan heeft hij met ons die lul en die kut te geven, de bedoeling gehad ze te gebruiken voor wat ze dienen. Ach, Lieve, ik heb het al niet meer mogen doen sinds Lut geboren is. Dat is al dertien jaar dat ik mezelf moet behelpen. Want op een ander gaan, dat doe ik niet.'

Ik keek hem verschrikt aan. Ik kon niet geloven dat mijn ouders het nooit deden, terwijl ze toch in hetzelfde bed sliepen. Ze waren getrouwd! Ze mochten het doen wanneer ze het wilden!

'Er zijn vijf kinderen,' ging vader kalm verder, 'daar heb ik welgeteld twaalf keer mogen voor proberen tot het lukte. En daarna ging de grot van Ali Baba dicht, schluss! Uw moeder wilde na Lut nog wel kinderen, maar voor mij hoefde het niet meer om zo'n koude klomp vlees onder mij te voelen, met haar nachtkleed nog aan, in het donker, op de tast. Het enige plezier dat ik van mijn lul heb gehad, is wanneer ik het alleen deed. Dat moogt ge gerust weten, kind. En ik heb schrik dat ge dezelfde weg opgaat als uw moeder, Lieve. Dat zou mijn hart breken, echt waar. Oh, wat zou ik u graag helpen om beter te worden. Maar het enige dat ik zou kunnen doen om u tot inzicht te brengen, dat is om het met u te doen...'

Hij zweeg plotseling en kreeg een krop in de keel. Hij boog voorover, legde zijn hoofd in zijn armen op tafel en begon te snikken. Ik voelde zijn pijn tot in mijn botten. Ik had zo'n medelijden met hem. Hij was een goed mens en mijn moeder maakte hem ongelukkig. Ik stond op, liep naar hem toe, legde mijn handen op zijn schouders en mijn hoofd tegen het zijne. En voor ik het besefte, had ik hem in zijn oor gefluisterd: 'Doe het dan met mij, pa, een beter moment komt er nooit meer.'

Hij keek op, keerde zich naar mij en staarde me in de ogen: 'Is dat nu gemeend wat ge zegt, kind?' Ik knikte ernstig: 'Ja, pa, ik zie u graag. Maar één keer, dat moet ge beloven. Ge krijgt dat van mij. Ge verdient dat.'

'Maar... ge zegt dat ge het nog nooit gedaan hebt? Ge zijt nog maagdelijk, zogezegd?'

'Ja, pa, ik zie u zo graag dat ik dat aan u wil geven. Voor alles wat ge voor mij gedaan hebt en voor alles wat ge van moeder nooit hebt gekregen.'

Ik nam hem bij de hand en sleurde hem van zijn stoel. Eens op de trap volgde hij me gewillig. Ik wilde het niet doen op hun bed, waar die kwezel van een moeder in sliep. Ik kon het alleen verdragen als ik het in mijn eigen bed, op mijn plaats aan de rechterkant, kon doen. Ik ging op het bed zitten en trok kalm mijn kleren uit, allemaal. Ik legde me neer. Vader stond naast het bed naar mij te kijken, seconden lang, veel te lang. Ik dacht dat als hij niet snel begon, ik weer mijn kleren zou aantrekken. Toen begon hij zijn bretels los te maken. Hij trok zijn hemd en zijn onderhemdje uit, ging uit zijn schoenen, zette zich op bed om zijn sokken, zijn broek en zijn onderbroek uit te trekken. Ik streelde zijn rug. Die was helemaal bezweet. Het maakte me niets uit.

'Ik heb nog nooit een vrouw helemaal bloot gezien,' stamelde hij verlegen.

'Dan ziet ge het nu, pa. Daar moet ge vijfenveertig jaar voor geworden zijn. Kom, ik ben er gereed voor.'

'Het is nog veel schoner dat ik gedacht had,' zuchtte hij, 'godverdomme, het schoonste wat er is en ik heb het nooit mogen zien.'

'Misschien denkt ons ma dat ze niet schoon is,' zegde ik, 'misschien schaamt ze zich voor haar lijf. Maar ik niet, pa. Ik vind mezelf mooi. Kom nu...'

Ik spreidde mijn benen wijd Hij knielde er tussen en kon zijn ogen niet van die weelderige bos koperrode haren afhouden. Zijn penis was groot en hard. Groter dan die van Bram, misschien nog groter dan die van Wouter, maar zeker dikker. Ik voelde met mijn vinger of ik nat was. Nauwelijks. Ik bevochtigde mijn spleet een keer of vier met speeksel.

'Ah, dat moest ik ook altijd doen bij haar,' zegde hij, 'mijn ding nat maken om in haar te kunnen. Hij spuwde in zijn hand, smeerde zijn pik een aantal keren in en liet zich voorover zakken. Met een hand leidde hij zijn penis naar mijn vagina. Ik voelde hoe zijn eikel naar binnen drong. Ik werd niet heet, zoals bij Bram of bij Wouter, en toch wilde ik nu dat het echt gebeurde. Mijn adem stokte, een vlijmscherpe pijn trok door mijn buik en mijn benen. Langzaam vulde mijn grot zich met het warme vlees waaruit ik verwekt was. Even ging het door mijn hoofd dat de achterdeur niet op slot was en daarna dat ik zwanger kon worden, maar het deerde me niet. Ik trok me helemaal terug in mijn lichaam en voelde, voelde, voelde... Na die scherpe pijn kwam de warmte eindelijk in mijn lijf. Ik genoot van het komen en gaan van die levende staaf in mij. Pijn ging over in golven van verlangen naar meer. Ik sloeg mijn armen om vader heen, drukte hem zo dicht mogelijk tegen me aan, kuste zijn schedel, streelde zijn schouders, zijn rug, sloeg mijn benen rond zijn achterwerk waardoor hij nog dieper in mij wegzakte. Ik werd nat. Dat dacht ik ten minste. Het bleek achteraf alleen maar zaad te zijn, vermengd met een beetje helrood bloed. Hij keek verwonderd naar zijn penis toen hij weer geknield tussen mijn benen zat. Zijn schacht blonk van het zaad en de dunne draadjes opdrogend bloed.

Hij werd verlegen, sloeg een hand voor zijn ogen. 'Ik heb het verdomme met mijn dochter gedaan!' krijste hij wanhopig. Ik ging zitten, pakte hem bij de schouders en zei: 'Pa, ik heb het u zelf gevraagd. Ik heb het met u gedaan en ik heb er geen spijt van. Ge zult zien dat het beter met mij zal gaan nu. Ik ben blij dat ik het aan u gegeven hebt. Ik denk niet dat ik het met iemand anders had willen doen. Maar we laten het bij deze keer, hé pa? Anders komt er alleen miserie van.'

Hij knikte gedwee. Ik legde mijn vingers onder zijn kin en kuste hem op de lippen: 'Zo, dat krijgt ge nog van mij, pa. En nu onze kleren aan. En geen gedoe van schuld of boete. Ik ben ons ma niet.'

En toch ben ik in het klooster gegaan. Ik werd beter, ik genas, er werd tussen vader en mij nooit meer over het voorval gesproken. Ik dacht dat ik een roeping had. Ik bad nog veel, maar niet om vergeving voor de zonde van het vlees, die was veel te groot om vergeven te kunnen worden. Mijn maandstonden bleven uit. Ik beloofde God dat als ik niet zwanger was, ik in het klooster zou gaan. Veertig dagen later bloedde ik zo overvloedig als nooit tevoren. Ik was ervan overtuigd dat God me verhoord had en loste mijn belofte een jaar later in.

Ik was zevenentwintig toen ik in het onderwijs geduwd werd. Mijn ideaal, leven in een slotklooster om boete te doen, viel in het water. De oude directrice zag in mij haar opvolgster. Ze had kanker en takelde heel traag af. Ze werkte tot enkele maanden voor haar dood alsof ze in de fleur van haar leven was. Ik bleef alleen over met zuster Bernarda en zuster Beatrice. Ik stopte met les geven en bestuurde de school naar best vermogen.

Zuster Bernarda had een verhouding met haar biechtvader. Zuster Beatrice ging ieder weekend naar haar nicht, waarvan ik ontdekte dat ze helemaal geen familie had. Ik kwam tot de slotsom dat een mens niet geboren is om alleen te zijn. Misschien zijn er mensen die dat kunnen, misschien zijn er wel die op die manier gelukkig kunnen zijn. Maar niet mijn medezusters, niet de biechtvader...

Ik hield op met mijn dagboeken te schrijven toen ik bijna achtentwintig was. De reden daarvoor was omdat ik walgde van de openhartigheid waarmee een dagboek moet geschreven worden. Ik masturbeerde bijna elke dag, soms twee of drie keer zelfs. Ik zag de beelden van mannen die ik kende terwijl ik me naar een hoogtepunt werkte met mijn vingers rond mijn clitoris. Ik had geen enkele moeite om spuitend klaar te komen en daarna een kwartier of een half uur loom met mijn hand tussen mijn benen uit te hijgen en in slaap te vallen. De dag dat ik mijn schaamhaar knipte en me kaal scheerde om er als een onschuldig kind uit te zien, ben ik opgehouden met mijn dagboeken. Toen ik met mijn hand over mijn kale venusheuvel streelde en mijn vingers tussen mijn gezwollen lippen het soppende geluid van geil maakten, wist ik dat ik reddeloos verloren was voor mijn geloof.

En toch geloof ik nog genoeg om non te blijven. Het wrong de eerste jaren, maar nu is ook mijn schuldgevoel verdwenen. Daardoor kon ik zonder schaamte aan Steven bekennen dat ik verliefd op hem was. Ik had hem maar een keer gezien toen hij zich in augustus kwam presenteren. Zijn aanbevelingen en zijn diploma's waren zo goed dat ik niet hoefde te twijfelen. Toen ik hem zag, was ik al reddeloos verloren, voor de zoveelste keer, maar nu voor een man die me boeide door zijn voorkomen en door zijn intelligentie.

Drie weken heb ik er laten overgaan om bij mezelf uit te maken of het verlangen blijvend is. Het is met de dag gegroeid. Ik heb hem sindsdien slechts drie keer gesproken. Over schoolzaken, maar aan het eind van het gesprek heb ik hem elke keer gezegd dat ik van hem hou. De papieren voor zijn intrek in de portierswoning zijn ondertussen in orde. Ik heb ze hem gegeven, hij heeft ze ondertekend en ik heb hem gezegd dat het huis ons liefdesnest kan worden, als hij dat wilt.

Hij heeft alleen beleefd geknikt omdat op dat ogenblik een leerkracht op ons af kwam.

Zo, dit is mijn verhaal. En ik wil dit niet besluiten zonder erbij te vertellen dat ik me nu uitvoerig ga verwennen, met Steven in mijn hart.
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...