Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: De Muze
Datum: 05-07-2024 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 1379
Lengte: Lang | Leestijd: 33 minuten | Lezers Online: 1
Verloren
De nacht was kort. Ergens diep in de nacht werd ik wakker en kon de slaap niet meer vatten. Te veel gedachten en emoties. Een groeiend gevoel van onzekerheid over mijn toekomst. Als het gaat zoals voor mij beschikt wordt, zal mijn toekomst niet hier zijn in de burcht Maupertuus, maar in de nabijgelegen heerlijkheid van Diederik de Vieze zijn familie. Mijn hersenen proberen alle gebeurtenissen te ordenen. De aanwezigheid van Nicolaas en zijn zoon Diederik (de Vieze) en het ongepaste gedrag van die laatste. Een misogyn is hij. Een vreselijke vrouwenhater. Zijn minachting ten opzichte van het andere geslacht spat ervan af. Een vrouw is er om hem te behagen en daarna haar bek te houden. Al die gedachten maken me furieus. Ik voel mijn hartslag weer versnellen. Wat weet Nicolaas van de gedragingen van zijn zoon? Hoe zou het nu met hem gaan? Nicolaas is in goede handen bij Hieronimus, maar zijn gemoed was somber. Al deze gedachten hielden me wakker en op geen van mijn vragen kreeg ik antwoord. Vlak voor het ochtendgloren moet ik uiteindelijk toch in slaap zijn gesukkeld. De dromen waren net zo verwarrend als de dagen hiervoor. Veel dromen zijn blijven hangen in de flarden mist in mijn hoofd. Maar één ding staat me nog scherp voor de geest. De droom met een pak vossen in het veld. Een rekel met een moervos en hun welpen. Hun rode pelsen staken fel af tegen het jonge groen van het struweel. In mijn droom zag ik ze steeds wegspringen voor adders die uit het gras tevoorschijn kropen. Maar de vossen waren snel.
Vossen en adders... adders en addergebroed. De Viperdaes!

Ik draai mezelf om in het bed. Ik weet dat ik naakt ben en op één of andere manier voelt dat nu fijn, bevrijdend. Er valt licht naar binnen door het smalle raam. Het trekt een streep over mijn bed. Ik sla het laken weg. Ik voel de koelte van de ochtend en dat zorgt voor kippenvel op mijn lijf. Ik voel de haartjes op mijn armen en benen zich oprichten. Ik kijk om me heen en zie het bed waar Arnoud in ligt, samen met Yda. Ze is wakker en kijkt me met grote ogen aan. Langzaam slaat ze ook hun bed open. Arnoud ligt op zijn rug. Yda komt geruisloos overeind en kruipt over de slapende Arnoud heen. Ze gaat weer naast hem liggen, rustend op één arm en met een opgetrokken been. Ze kijkt me uitdagend aan. Doet ze het erom, om mij uit te dagen? Met haar vrije hand streelt ze haar kutje.

Zo stil als ik kan, kruip ik naar de rand van mijn bed. Waarom weet ik niet, maar zonder na te denken open ik mijn benen en spreid ik met mijn vingers mijn schaamlipjes. De zon verlicht mijn vossenhaartjes met daartussen twee felroze vlezige natte kutlipjes. Yda lacht en maakt met haar tong haar lippen nat. Dit alles gebeurt in volledige stilte. Zo, nu weten we het van elkaar. We hoeven niet voor elkaar onder te doen wat betreft onze lustgevoelens. Ik lach haar ook geruisloos toe. Dan kom ik in beweging en sluip als een vosje naar het bed. Ik kijk hoe Yda de slappe pik van mijn broertje oppakt van zijn buik.

Ze houdt hem vast zoals je een pul uit een nest haalt. Ik hoor haar gniffelen. Ze speelt met zijn ballen en streelt zijn schacht. Langzaam zie ik zijn lid zich vullen met bloed. Ik voel weer de drang om hem te voelen en om hem in me te voelen. Op handen en voeten kruip ik naast Arnoud en Yda op het bed. Het kraakt vervaarlijk. Even houden we onze adem in. Arnoud beweegt en zucht diep.

Yda trekt zachtjes aan zijn piemel. Zijn eikel is nu onbedekt. Ik buk me voorover en bekijk zijn pik aandachtig. Gisteren heb ik hem even geproefd, een lik maar. Nu is zijn reactie heftiger. Vocht druppelt uit dat kleine langwerpige gaatje. Yda wrijft het uit over zijn eikel. Arnoud kreunt. Ik streel zijn warme huid. Mijn vingers strelen zijn borstkas.
'Ja, dat was het,' fluistert Yda. 'Ik had u wel gezien.'

'Hij merkt niets. Kijk hoe hij groeit.'
Met verbazing kijk ik hoe snel zijn pik groter wordt. Niet meer een onbeduidend uitsteekseltje, maar een harde stijve mast. Yda beweegt haar vuist heen en weer.
'Ben je zeker dat hij erin zou passen?'
'Oooh, ja! Heerlijk hoe hij alles vanbinnen openduwt en daar wriemelt en kriebelt. Mmmm!'
'Dat klinkt zo...'
'Kijk, daar is het weer!' fluistert Yda en ze wijst op zijn eikel. Ik zie een dikke druppel vocht aan het gaatje ontsnappen.
Yda strijkt met haar vinger over de top van zijn pik heen en vervolgens brengt ze die naar haar mond.
'Mmmm!'
'Is het lekker?' vraag ik opgewonden.
'Het is heerlijk.' Ik buk me verder voorover. Mijn kont steekt omhoog. Ik streel met mijn vinger over zijn pik.
'Komaan, doe het!'
Een nieuwe druppel met glazige vloeistof ontsnapt uit zijn pik. Ik wrijf het uit over zijn eikel en daarna proef ik hem op mijn vinger.
'Ooh, je hebt gelijk. Wat doe je...?'

Yda buigt zich voorover en omsluit zijn eikel met haar lippen. Ze zuigt hem met kleine smakgeluidjes. Een steek van jaloezie trekt door me heen. Ik wil de plaats van Yda... Ik wil hem proeven en in me voelen. Mijn hand knijpt in mijn borst om daarna door te schuiven naar mijn geile driehoekje van lust, mijn eigen vagijn. Voor de tweede keer die ochtend voel ik mijn vingers mijn natte spleetje openen en voel ik het wellustige gevoel door mijn aderen stromen.

Dan komt Yda omhoog. Ze geeft Arnoud een tik op zijn borstkas.
'Zie je wel! Ik wist het,' roept ze. 'U was de hele tijd al wakker, he? Profiteur!'
'Ik?' Arnoud opent zijn ogen wijd open.
'Ik heb jullie niet gevraagd om met mijn vriendje hier te spelen, jullie zijn het die...'
'Waarom reageerde u dan niet? Het was te lekker, he? U wou dit mondje nog langer voelen, is het niet? Je wou dit, of niet soms?'

Yda bukt zich weer en gaat verder waar ze gebleven was. Mijn vingers verdwijnen dieper in mijn kutje. Arnouds en mijn blik kruisen elkaar en blijven op elkaar gericht. Mijn blik is getroebleerd. Mijn lichaam zoekt naar bevrediging. Dieper duw ik mijn arm naar achter waardoor mijn vingers in mijn neukgaatje verder naar binnen glijden. Ik kreun en hoor dat Arnoud hetzelfde doet.

'Yda!'
Van schrik kom ik overeind. Ik draai mijn hoofd in de richting van de deur. In een reflex bedek ik mijn borsten.
'Je wordt al een hele tijd in de keuken verwacht. Het is fijn dat je je met de jonkheer en de jonkvrouw weet te vermaken, maar je mag je plichten daarbij niet verzaken. Ik werd trouwens nog door onze heer aangesproken op je flirterige gedrag gisteren in de ridderzaal. Dat jonkvrouw Hadewych je gebruikte om jonkheer Diederik op zijn plaats te zetten, dat kan ik enkel toejuichen, maar je had die jurk nadien moeten uittrekken en de gasten bedienen in plaats van de andere edellieden het hoofd gek te maken.'
Schuldbewust klimt Yda lenig uit het bed. Ik geloof ook niet dat Clara een moeder is waar je onenigheid mee zou willen hebben. Met mijn billen op mijn voeten en mijn bovenlijf bedekt zie ik hoe Yda snel zich aankleedt. Clara laat haar blik langs mij en Arnoud glijden. Ze zal net als ik zien dat er weinig meer over is van Arnouds mannelijkheid.

'Clara, het is mijn fout. Ik had tegen Yda gezegd dat ze zich een avond mocht vermaken.' Probeer ik nog met een dun stemmetje.
'Herhaalt u dat dan maar bij jullie vader. Ik moest jullie trouwens komen halen. Hij verwacht jullie in de kamer van jullie ouders, en ik vrees dat hij geen goed nieuws heeft.'

Ik voel een tegengestelde reactie dan daarnet. Toen voelde ik mijn bloed versnellen en stromen. Nu trekt al het bloed weg en voel ik me licht worden in mijn hoofd. De kamer begint om me heen te draaien. Ik sluit mijn ogen en probeer diep adem te halen. Ik hoor hoe Clara en Yda de kamer verlaten. In stilte sta ik op en zoek mijn kleding bij elkaar om me aan te kleden. Arnoud volgt mijn voorbeeld en met een zwaar gemoed gaan we richting de kamer van onze ouders waar papa op ons wacht.

Zonder echte kracht klop ik op de deur.
'Kom binnen,' hoor ik zijn stem. Ik kijk achterom in de ogen van mijn broertje en ik lees zijn bezorgdheid.
'Daar zijn jullie!' Het klinkt niet vriendelijk. We lopen naast elkaar de kamer in. Ik zoek met mijn hand zijn hand.
'Had ik jullie niet gevraagd om Diederik een kans te geven? Mijn woorden waren nog niet koud of jullie luisden hem er op schaamtelijke wijze in om hem te wraken op het toernooi. Nooit eerder is dit gebeurd. En dan nu, door mijn eigen kinderen...' Zijn stem vibreert van zijn ingehouden boosheid.
'Mijn stem was niet de enige. Kathalijne heeft ook tegen Diederik gestemd.'
'Niet meer! Ze is hier geweest met Diederik.'
Weer voel ik die duizelingen in mijn hoofd. Kathalijne was hier net, MET Diederik. Woorden schieten door mijn hoofd. Woorden die Hieronimus me zeker zou verbieden hardop uit te spreken omdat ik Gods toorn over me heen zou krijgen. Kathalijne is niet opgewassen tegen Vieze Diederiks druk.
'Ze zegt dat ze zich door jou verplicht voelde. Dat Diederik haar nooit iets heeft aangedaan waardoor ze tegen hem zou stemmen.'
Mijn mond valt open en ik knijp in Arnouds hand. Ik zoek naar de woorden om papa te overtuigen van het tegendeel. Maar er komt geen geluid.

'Waarom zou Kathalijne zich door Hadewych laten verplichten? Je kent haar zelf toch ook, papa. Ze is geen vrouw die zich zomaar voor de kar van iemand anders laat spannen. Misschien heeft Diederik haar bedreigd.'
'Heb je daar bewijzen voor?' De korte snauw van papa maakt Arnoud monddood.
'Kan je je voorstellen welke schande het is als dit naar buiten komt? Vals spel tijdens ons toernooi!'
'Als?' roept Arnoud.
'Diederik heeft laten weten dat het geen zin heeft om verder deel te nemen aan het toernooi nu zijn vader stervende is. Hij vertrekt deze middag nog terug naar huis. Wel eist hij genoegdoening voor het onrecht dat hem werd aangedaan.'
'Genoegdoening?' roep ik.
Papa schraapt zijn keel. Zijn stem klinkt niet meer boos. Eerder terneergeslagen. 'Gezien de misleiding en het feit dat Nicolaas hier vergiftigd is, wil hij dat de laatste wens van zijn vader wordt geëerbiedigd.'
'Neee!' gil ik en ik maak me los van Arnoud en storm de kamer uit.

Weer ren ik weg uit een gesprek met papa en mama. Voor de tweede keer vlucht ik weg voor woorden die ik niet wil horen. Mijn handen tillen mijn rok omhoog zodat ik niet op de zoom kan trappen. Ik vlieg de trap af en de toegangsdeur naar de binnenplaats door. Even sta ik besluiteloos om me heen te kijken. Normaal moet de ommuring mij bescherming bieden, maar nu voel ik me onveilig en onzeker. Ze willen mij uitruilen, papa en mama willen mij ruilen om Vieze Diederik tevreden te houden! Dit keer voel ik geen tranen opwellen. Nee, dit keer voel ik vooral furie... en strijdlust.

Even overweeg ik naar Walewijn te gaan en op hem door het bos te rijden. Misschien lukt het me op zijn rug om mijn gedachten te ordenen. Maar ik beslis anders. Ik loop besluitvaardig in de richting van de kruidtuin van vader Hieronimus. Ik loop het poortgebouw door op weg naar de ommuurde tuin. Zodra ik de tuin binnenstap, ruik ik de geur van de verschillende kruiden. Ook al is het nog vroeg in het voorjaar.

Een snelle blik door de tuin maakt me duidelijk dat Hieronimus hier niet is. Ik loop snel naar zijn bescheiden huisje dat onderdeel uitmaakt van de omheining. Ik open de deur, de ruimte is schaars verlicht door het weinige licht dat door de kleine vensters valt.

In de hoek van de kamer zit Nicolaas Viperdaes, de vader van Diederik, half rechtop in het bed. Zijn gelaat is zo wit als sneeuw en zijn ogen zijn gesloten. Hieronimus buigt zich over hem heen en dept met een doek zijn voorhoofd af.
'Dag Hadewych.'
'Dag vader...' aarzelend kom ik binnen. Misschien was het geen goed idee om hier te komen. Vader Hieronimus heeft andere dingen aan zijn hoofd. 'Ik...' stamel ik. De pater draait zich naar mij toe. 'Zal hij...'
'Moeilijk te zeggen, Hadewych, zijn lichaam is aan het vechten... Hij ijlt en is nauwelijks bij bewustzijn. Zijn handen en voeten zijn koud, het zijn verontrustende voortekenen. Ik hoop dat hij de avond haalt.'
'Hoe...?'
'Ik mis een flesje met extract. Mogelijk heeft iemand hier...'
Ik kijk de ruimte rond. Het huisje van Hieronimus is als geen ander. Overal hangen aan de balken kruiden te drogen. Op een tafel staan potten gevuld met zaden en pitten. Op planken aan de muur staan talloze kruiken en flesjes met poeders en vloeistoffen. Elke fles en kruik is voorzien van een etiket met in een priegelig handschrift geschreven wat erin zit. Hieronimus wijst naar een plank. 'Daar, zie je die lege plek? Daar stond een klein groen flesje met daarin een extract van Akelei-zaad.'
'Wie?'
Op een fluistertoon gaat Hieronimus verder. Hij werpt vluchtig een blik op Nicolaas, die geen enkel besef lijkt te hebben van zijn omgeving. 'Gisteren kwam ik terug in de tuin en zag Diederik bij mijn huisje weglopen... Ik zocht er toen niets achter. Hij zocht mij. Hij had iets nodig om te slapen. Ik raadde hem Valeriaanwortel aan, wat ik hem ook gegeven heb...'

We zijn even stil en ik laat de woorden van Hieronimus inwerken. 'Kan het zijn dat hij net uit uw huisje kwam en het flesje heeft gestolen?'

'Je zou het niet kunnen bewijzen zonder dat je het flesje in zijn bezit aantreft, Hadewych. Een beschuldiging zonder bewijs heeft geen waarde.' Terwijl ik kijk naar de bleke Nicolaas, denk ik diep na. Hij beweegt zich onrustig en zijn ademhaling is onregelmatig en oppervlakkig. De pater richt zijn aandacht weer naar de zieke.
'U heeft gelijk' zucht ik. 'Dan moet ik het bewijs zoeken.' Voordat Hieronimus kan protesteren, ren ik alweer door de tuin, terug naar het kasteel.

Het is donker in de lange gang. Het weinige licht komt door een schietsleuf aan het einde van de galerij. Ik ben buiten adem van het rennen. Ik sta voor zijn deur. Het hol van de leeuw. Diederik de Vieze. Diederik Viperdaes. Mijn hart bonkt als een razende, niet door de inspanning maar van de spanning. Dan klop ik op de zware eiken deur. Het duurt even voor ik achter de deur een gerucht hoor.

Met een ruk gaat de deur open. 'Gunnen jullie me nooit ru...' klinkt het onvriendelijk en bars. Ik sper mijn ogen en houdt mijn hoofd iets schuin. Ik kijk een beetje schuchter. Gemaakt onzeker. 'Hallo, Diederik... ik... mag ik even binnenkomen?'

'Grrrbblll...' hoor ik hem mompelen. Wantrouwend kijkt hij mij aan, maar toch opent hij de deur en laat me binnen. Hij zegt niets. Ik draai me naar hem om en kijk naar hem.
Hij is duidelijk niet gekleed. Waarschijnlijk lag hij op bed. Zijn broek hangt los en zijn wambuis zit scheef.

'Heb je je bedacht?' zegt hij schamper. 'Heb je met je vader gesproken?' klinkt het daarna iets hoopvoller.
Ik moet hem afleiden, schiet er door mijn hoofd. Waarom ben ik hierheen gekomen zonder een plan? Ik zwijg maar laat hem een glimlach zien.
Ik stap langs hem heen de kamer in. Deze kamer heeft twee vertrekken. In de eerste ruimte bevinden zich twee bedden en een grote donkere kast. De zon zet de ruimte in een geel licht door het venster met de vele vensterruitjes. Links bevindt zich een doorgang naar een rond vertrek in één van de Donjons. De beide bedden zijn onopgemaakt en kleding hangt slordig over een stoel. Langzaam draai ik rond en laat mijn blik door de ruimte glijden, op zoek naar dat kleine flesje.

Plotseling voel ik zijn adem in mijn nek. Ik ruik alcohol. Ik blijf staan en laat hem mij benaderen. Hij pakt mijn heup vast en hij trekt me naar zich toe.
'Goed dat je er bent...' Zijn stem klinkt hijgerig. Uit zijn keel komt een grommend geluid. Hij steekt zijn neus in mijn haar terwijl ik hoor hoe hij mij ruikt. Hoe hij mijn geur in zich opneemt.

'Je zult geen spijt krijgen, Hadewych, ik geef wat een meisje nodig heeft en verlangt! Ik maak een vrouw van je, Hadewych!' Ik maak me van hem los en loop naar het raam. 'Vergeet niet dat het ook de laatste wens van mijn vader is!'
'Hoezo laatste wens? Ik was net bij hem... Hij is ziek, maar er is een goede kans dat hij er bovenop komt!' bluf ik. Ik kijk hem strak aan. Heel even glijdt er teleurstelling over zijn gezicht, heel even maar. Hij lacht vriendelijk, maar zijn ogen blijven koud. Ik loop door de kamer en kijk hem over mijn schouder aan. Langzaam til ik mijn rok iets omhoog en laat mijn blanke benen zien. Ik ben de wortel en hij het konijntje.
'Ik was misschien onbeholpen en wat grof de afgelopen dagen. Maar dat is slechts een façade. Ik heb een moeilijke tijd gehad...'
Ik zoek de ruimte af en let op elk detail. Ik stap op het raam toe waaronder een geopende reiskist staat. Diederik volgt me. 'Ooooh Hadewych, weet dat jij me al in mijn dromen bezoekt!'

'Zo, is dat zo, Diederik...' Ik moet tijdrekken. Ik kijk in de kist, waarin alleen kleding en schoenen zitten. Maar geen flesje of kruikje. Snel zet ik een stap opzij waardoor ik hem ontloop. Ik hoor hem hijgen. 'Je was erg gewillig, Hadewych... Je was anders dan je de afgelopen dagen naar me was.'
'Was ik dat?'
'Ja, dat was je. Je maakte je rijgsnoertje los en ontblootte je borsten voor mij. Wil je dat nu ook doen? Ben je daarom hier? Je wilt begeerd worden, Hadewych... Dat is je diepste verlangen.' Weer doorzoeken mijn ogen de kamer. Hij heeft het niet door, maar ik mag het niet te opzichtig doen. Ik verplaats me langs de muur naar de ingang naar het volgende vertrek. De ronde kamer, onderdeel van de verdedigingstoren van het kasteel. 'Je hebt vast prachtige tieten met geile harde tepels...'
'Ja, ik heb mooie tieten, Diederik,' beaam ik. Gelijk met dat ik dat zeg, breng ik mijn beide handen naar mijn boezem. Ik knijp in mijn borsten. Ik voel geen begeerte, geen lust. Het is een pose, enkel en alleen om hem af te leiden van de werkelijke reden waarom ik hier ben. Langs de muur schuif ik naar de opening naar de tweede kamer. In Diederiks ogen brandt vuur, in gedachten heeft hij me al uitgekleed. Ik stap de ronde kamer in, daar staat een tafel en twee grote stoelen. Aan de wand hangt een gobelin en in de schouw smeulen de restanten van een vuur. Diederik volgt me. Plots grijpt hij me vast en trekt mij naar zich toe. Ik geef een gilletje. Ik probeer te blijven lachen. Zijn adem stinkt naar een combinatie van alcohol en beerputlucht. Ik voel zijn stijve pik tegen mijn buik drukken. Even huiver ik.

Diederik vat het gilletje op zijn manier op. Het roofdier voelt dat zijn prooi het gaat opgeven. Zijn hand omklemt mijn arm. Ik voel me een geketende gevangene.

'Ja, Hadewych... Je was in mijn dromen niet zo lastig. Je deed wat je moest doen voor je echtgenoot, je man. Want jij wordt mijn vrouw, dat is wat je vader wil. In mijn droom liet je mij ook onder je rok kijken, Hadewych.'

Ik walg van hem. Zijn adem en zijn hijgerige stem. Speeksel verzamelt zich in zijn mondhoeken. 'Je trok je kutje voor me open. Godallemachtig... wat een lekker kutje moet je hebben. Je bleke huid en je vosrode geile natte driehoekje, doorkliefd door twee vlezige kutlipjes, nat van je geile sap!!!'

Ik probeer me los te maken van hem. Maar zijn greep is sterk. Heel even bied ik geen weerstand en laat hem zijn gang gaan. Hij knijpt met zijn vrije hand in mijn borst en hij kreunt. 'Lekker stevige borsten, net als in mijn droom. Hahahaha.'
Met moeite krul ik mijn lippen in een glimlach en sper ik mijn ogen wijd open. Ik gedraag me als een onschuldig speels jongvosje. Ik weeg mijn mogelijkheden zorgvuldig af. Diederik schuurt tegen me aan.

Zijn greep om mijn arm verslapt. 'Ooooh ja, Hadewych, geef me de kans om je nu al te laten voelen wat het is om genomen te worden door een echte man.' Hij begint aan de rijgkoordjes van mijn bovenstuk te frunniken.

Het gevoel van paniek slaat toe. Hij is in staat mij te overweldigen en te verkrachten.
'Ik ben niet zo'n slapjanus als die broer van je.'
Mijn bloed kolkt. Waar haalt hij het recht vandaan zich uit te spreken over Arnoud. Een jongen die wel betrouwbaar is, in tegenstelling tot... Maar ik weet dat ik het spel mee moet spelen. Hem afleiden. Zonder dat hij het door heeft, laat ik mijn hand afzakken en grijp ik hem vast bij zijn pik. Die voelt hard, heel hard.

Diederik laat instemmend en een dierlijke grom horen. 'Ja, Hadewych, geile slet... laat je neuken!'
Met een handige beweging maak ik de knoop los waardoor zijn broek afzakt. Mijn vuist omsluit zich om zijn stijve pik. Warm en hard. Even flitst het door me heen, een heel kort ogenblik is er die gloed van lust, een tinteling in mijn kutje... een diep verlangen om genomen te worden door een harde pik.

Ik ruk me los van deze gedachte en ik ruk me werkelijk los van hem. Ik stap verder de ruimte in. Ik ben hier met een doel. Op tafel liggen borden en etensresten en pullen waar bier in heeft gezeten. Hier hebben Diederik en Nicolaas gegeten en gedronken. Maar nergens is het flesje te zien... nergens een spoor...
Ik sta met mijn rug naar hem toe, dat had ik niet mogen doen. Laat het roofdier je nooit in je rug benaderen. Zijn handen grijpen mij.

Aan mijn haren wordt mijn hoofd ruw naar achteren getrokken terwijl een andere hand mij voorover op de tafel duwt. Hard komt mijn bovenlichaam op de tafel te liggen. 'God, wat ben je een geil wijf!!!'

Ik probeer me los te wrikken, maar zijn greep is vast. 'Vergeet de reden niet waarom je hier bent, Hadewych' roept een stemmetje in mij. Opnieuw kijk ik de ruimte rond, op zoek naar dat ene voorwerp. Diederik trekt mijn rok omhoog en slaat die tot over mijn naakte billen terug. Hij houdt me ondertussen met zijn andere hand klem op de tafel. Zijn stijve pik drukt tegen mijn dijbeen. Ik sla met mijn armen over de tafel waardoor het servies op de grond kapot valt. Zijn hand knijpt in mijn billen.
Zijn ademhaling klinkt zwaar en zijn stem schor: 'Ben je alleen eens geneukt, Hadewych?' Hij verwacht geen antwoord van mij. Hij heeft zijn aandacht gericht op één ding, namelijk op zijn eigen bevrediging en genot. Ik voel hoe zijn grove vingers door mijn bilnaad gaan en hoe die mijn kutlipjes uit elkaar duwen. Ondanks mijn weerzin merk ik dat ik toch nat ben. Het geeft me een gevoel van ergernis en teleurstelling in mijzelf. Hij duwt een vinger naar binnen. 'Lekker strak en jong... God, wat ben je geil.'
Ik draai mijn hoofd wild heen en weer en beweeg opgejaagd met mijn bovenlijf om uit zijn greep te ontsnappen. En dan zie ik het!

Op het vensterbankje staat het, een groen flesje, een klein flesje, met een etiket en daarop het bekende priegelige handschrift van Hieronimus. Dit is het bewijs.

Ik moet hier weg. Nu!

'Jij, geile slet met je geile kutje, eindelijk kan ik je mijn mannelijkheid laten zien.' Diederik duwt mijn voeten uit elkaar. Hij grijpt zijn pik vast en duwt die tussen mijn geopende benen, tegen mijn wijkende schaamlipjes.
'Wacht, Diederik...' hijg ik. Ik duw me omhoog en ik merk dat hij me loslaat. Ik draai me om, naar hem toe. Even vang ik zijn blik. Ik lach en dat ontspant hem. Ik houd mijn rok omhoog, om hem verder in mijn zorgvuldig gesponnen web te lokken, om hem de suggestie van welwillendheid te geven. Ik pak zijn pik vast en trek eraan. Ik trek hem af. Ik schuif zijn voorhuid over zijn eikel. Zijn handen zoeken mijn tieten en ik voel dat ik langzaam de macht over hem krijg. Mijn duim smeert het vocht uit zijn pik over zijn eikel. Diederik is in de ban van mij. Langzaam zak ik door mijn knieën. Zijn pik vlak bij mijn gezicht en mijn mond. Ik voel afkeer en walging. Nooit zal ik zijn pik in mijn mond nemen, nooit! Ik trek zijn voorhuid terug. Zijn eikel is bloot en naakt. Ik werp een blik naar hem met mijn mond halfopen. Hij verwacht dat ik hem in mijn mond neem, ik weet dat het niet zal gebeuren. Zijn dunne huid glimt en is paars-rood. Ik trek hem af en hij kreunt. Dan sta ik plotseling op en duw tegen zijn borstkas. 'Ga liggen!' commandeer ik hem. Hij doet het, zonder tegenstribbelen klimt hij op de tafel en gaat er ruggelings op liggen. Hij houdt zijn penis vast, die staat strak omhoog. Zijn te dikke buik trilt bij elke beweging die hij maakt.

'Neuken doe ik pas als ik getrouwd ben...' Dan draai ik me om en ren de kamer uit.
'Vieze slet, vieze vuile hoer!' hoor ik hem roepen.

Ik vlieg de gang in en de trappen af. Ondertussen fatsoeneer ik mijn kleding. In eerste instantie wil ik naar de ridderzaal, naar Arnoud en papa en mama, maar het dringt tot me door dat iedereen op het toernooiveld zou moeten zijn. Ik ren over de binnenplaats naar de poort en dan de weg over naar het veld.

Buiten adem van het rennen kom ik op het toernooiveld aan. Ik vlieg naar de tent waar ik Arnoud verwacht. Ik bots tegen een krijgsman in het blauw en geel gekleed. 'vergeef me!' roep ik hem na. Hijgend stap ik de tent in en meteen zie ik Arnoud... “Ari, ik weet wie er achter de vergiftiging van Nicolaas zit,” roep ik ruw.
“Hoezo? Wie?”
“Ja, wie denk je? Diederik natuurlijk!”
“Hoe weet je dat?”
“Toen ik bij papa wegliep, ben ik...”

“Heer, u moet dringend komen. De eerste wedstrijd is aan u toegekend. Iedereen verwacht u.”
Pieter komt net als ik de tent binnengerend en bij die ingang staat Clara. Ze kijkt mij streng aan.
“Ah, jonkvrouw Hadewych, uw vader verwacht u meteen op de tribune.”
Arnoud kijkt me vragend aan.
'Straks' vorm ik geluidloos met mijn lippen. “Succes, broertje!” roep ik en ik volg Clara.

'Waar zat je? Je vader dacht dat je weer naar het bos was vertrokken.'
'Nee, ik was bij Diederik...'
'Diederik??? Ik snap er helemaal niets meer van... Waarom was...'
'Niets vragen, Clara. Niets vragen!'

Vanaf het veld klinkt gejoel en geroep. Het gaat beginnen, dus ik moet me haasten. Weer begin ik te rennen en ik merk nu pas dat het al behoorlijk warm is. Ik stap de tribune op en zoek mijn plaats. Papa en mama draaien hun hoofd. Op hun gezichten is opluchting en boosheid te lezen. Ik knik de gasten vriendelijk toe en laveer naar mijn plaats en plof op de enige vrije stoel naast... Kathalijne!

Ze kijkt me aan en maakt een verontschuldigend gebaar. 'Ik kon niet anders?' fluistert ze. 'Van mijn stem...'
Ik knik haar toe, maar zeg niets. Mijn huid is klam van het zweet en een lok haar plakt aan mijn gezicht.

Trompetgeschal klinkt door het stadion. Twee herauten kondigen het begin van de nieuwe toernooidag aan.

Papa stapt naar voren en vraagt de aandacht van alle toeschouwers. Ik let niet op zijn woorden. Ik kijk naar Kathalijne. Ze ziet bleek en kijkt naar haar handen. 'Wat is er gebeurd?' fluister ik. Ze kijkt me kort aan om dan weer naar haar schoot te kijken. 'Wat is er gebeurd, Kath? Heeft Diederik je onder druk gezet?'

In mijn ooghoek zie ik Arnoud in volle wapenuitrusting het veld opstappen. Storm, zijn paard is onrustig. Arnoud houdt hem met moeite in het gareel. Er klinkt gejuich. Ook zijn tegenstander betreedt het speelveld. De strijd staat op het punt van beginnen.

Zachtjes hoor ik haar snikken. Ik kan het haar niet kwalijk nemen. Ik weet hoe hij is, waar hij toe in staat is. Er klinkt een fluitsignaal en de ruiters komen in beweging.

'Laat het Kathalijne, het geeft niet. Jij hebt gedaan wat je kon.' Ik zie haar knikken terwijl ik haar hand vastpak om er zachtjes in te knijpen. 'Laat het... Ik probeer het op te lossen...'
'Je moet voorzichtig zijn, Hadewych, je weet niet wie je voor je hebt. Diederik is een wolf, berekend, meedogenloos en zonder enig geweten! Ik heb het zelf ondervonden.'
Dan pas vallen me de blauwe plekken rond haar hals op. Mijn mond valt open om iets te zeggen, maar ze legt me het zwijgen op.

Nu pakt zij mijn hand vast en knijpt er hard in. 'Echt waar, onderschat hem niet. Hij is een roofdier!'

Tumult breekt los. Kathalijne en ik kijken elkaar verschikt aan. 'Arnoud!' roep ik verschrikt. Nog net zie ik beide lansen tegen elkaar slaan en die met de kleuren van Maupertuus in tweeën breken. 'Oooohhh neee!' Ik sta wild op waardoor mijn stoel omklapt. Storm schiet naar voren en Arnoud raakt uit balans en valt van het paard in het zand. Ik bedenk me geen ogenblik en ren het podium af.
Mijn broertje! Dit kan niet, dit is onmogelijk!'
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...