Klik hier voor meer...
Door: DAts
Datum: 13-06-2024 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 4126
Lengte: Lang | Lezers Online: 1
Training Van Don Juan
Het slot van de vorige aflevering

We hebben nog een zalig uurtje van elkaar genoten, voor we gingen slapen. Met rode oortjes bekeken we onze eigen vrijpartij op de bewakingscamera’s. Wat een heerlijke zomeravond was dit. Ik sliep die nacht als een roos.

---

Dinsdagochtend. Ik werd wakker van twee armen die om mijn nek geslagen werden en twee warme lippen streelden de mijne. “Goedemorgen, macho!” Ik genoot van het lichaam van Erna wat over haarvolle lengte tegen me aan gedrukt lag. Ik deed mijn ogen open en keek in twee lachende bruine ogen. “Klaar voor een kouwe opkikker, lieverd?” Als antwoord tilde ik haar op en droeg haar naar de douche. Ik zette haar op haar voeten en draaide de kouwe kraan open. Ze gaf geen krimp en bleef stijf tegen me aan staan, haar armen om mijn nek. Ze lachte. “Met jou voelt alles warm!”

Ik maakte een ontbijtje voor haar klaar. We waren in een verliefde bui. We waren elkaar hapjes aan het voeren, we namen elke gelegenheid te baat om elkaar aan te raken of een zoentje te geven. Erna zou zoals altijd op dinsdag op haar werk eten en van daar naar handbal gaan. Daarna zou ze wel weer met haar teamgenoten een terrasje pakken of zoiets. Ik had na mijn werk dus even een paar uurtjes alleen, voordat ik naar de sportschool zou gaan.

“O ja, Douwe, Henk appte nog of hij volgende week maandag op je kan rekenen.” O ja. Mijn eerste betaalde opdracht als gigolo. Ik zuchtte. “Vooruit maar. Je hebt gelijk, dat werk als uitsmijter sloopt me. Misschien dat dit beter bevalt.”

Op mijn werk was ik druk bezig de verbeterpunten die we gister hadden afgesproken door te voeren. Dat bleek minder werk dan gedacht. Ik had ze in de loop van de ochtend klaar, zodat ze in de middag getest konden worden. Ik liep naar de verkoopafdeling om één en ander door te spreken. “Geweldig, Douwe! Dan gaan we vanmiddag gelijk testen.” Erwin, het afdelingshoofd, was in zijn nopjes. “Oké”, zei ik, “loop ik vanmiddag na drie uur nog even langs om te kijken of we er zo zijn.” Op de terugweg ging ik even langs het rekencentrum om te kijken of ik vanmiddag toch een uurtje of twee met Roger mee kon lopen in databasebeheer.

In de middagpauze werd Harry weggeroepen. “Ik mag weer even op school komen, praten over Petra”, zuchtte hij. “Is het een idee dat Petra een keer bij Erna en mij komt eten? Erna kan als jonge vrouw misschien beter tot haar doordringen.” Hij keek me peinzend aan. “Misschien is dat wel een idee, Douwe. Ik bereik haar niet meer.” “Stel het haar maar voor. We zouden zondag wel kunnen.” “Ik zal het haar vragen, Douwe. Kun jij het schaakpotje met Wim doen?”

Het schaakpotje met Wim ging op het scherpst van de snede. Hij was geconcentreerd en toverde een scherpe combinatie uit de hoge hoed, maar ik zat er ook goed in. Ik doorzag het en counterde met een paard, waarmee ik tegelijk een cruciale loper en een toren aanviel. Hij redde zijn toren. Door de loper te slaan, haalde ik de angel uit zijn aanval, dacht ik. Maar hij had nog een troef achter de hand. Rond een vooruitgeschoven pion bouwde hij een dreigende positie op, waar ik me geen raad mee wist. Mijn koning zat gevangen, mijn dame was geïsloeerd op een andere hoek van het bord, de terugweg geblokkeerd. Ineens zag ik een uitweg. Ik offerde een toren en een pion waardoor mijn dame weer vrij kon bewegen en mijn andere paard huis kon houden achter de linies van Wim. Een paar zetten later was Wim zijn stelling veranderd in een ruïne. Ik ruimde één voor één zijn pionnen op en kon zelf een pion laten promoveren. Wim moest zijn dame offeren om dat te voorkomen en daarmee was het pleit beslecht. Met moeite feliciteerde hij me en beende met de pé in weg. Hij was zo dicht bij de overwinning geweest. De omstanders applaudiseerden. “Goeie pot, Douwe!”

Na de pauze liet Roger me het één en ander van de database zien. Vol trots toonde hij me een aantal optimalisaties, waardoor de prestaties sterk waren verbeterd. “Soms moet je boekjes even aan de kant leggen en gewoon eens meten hoeveel leesacties een query nu werkelijk kost. Dan schrik je soms wel eens. Dan kun je kijken of je daar wat slims voor kunt bedenken.” Het was een leerzaam inkijkje. Er viel hier voor mij nog heel wat te leren.

De test bij de verkoopafdeling verliep voorspoedig. Er viel voor mij niets meer aan te passen, ik hoefde alleen de documentatie nog op te leveren. Dat was in een half uurtje gepiept, ik had alles al voorbereid. Ik kon dus ook nog even een wijzigingsverzoek op een bestaand programma aanpakken. Ik moest grinniken. Dat programma was overbodig geworden door mijn nieuwe opzet, maar dat zou ik ze morgen wel vertellen, anders had ik nu niets te doen.

Aan het einde van de middag klampte Harry me nog even aan. “Is het goed als Petra vanavond bij jullie komt eten?” “Erna is er niet, Harry. Zelf moet ik na het eten naar de sportschool.” “Misschien kan Petra mee? Ik moet eigenlijk dringend met Ineke praten. Over Petra.” “Nou, vooruit. Ik zal mijn handen thuis houden”, grapte ik. “Ik hoop dat Petra haar handen thuis houdt”, somberde Harry. Ze was vorige week nogal van je gecharmeerd.” “Maak je niet bezorgd, Harry. Ik ga Erna echt niet in de waagschaal zetten voor Petra.” “Dat is dan een pak van mijn hart”, zuchtte hij. “Ze komt zo langs. Kan ze gelijk met je mee naar huis fietsen.” O. Juist. Ik merkte dat ik daar even van baalde. Naar huis fietsen, boodschappen doen, die momentjes voor mezelf waren me dierbaar. Nou ja, Petra was een leuke meid. Harry was een fijne mentor en collega, het moest maar even.

Petra stond me buiten de poort op te wachten. “Fijn, Douwe, dat ik bij jou mag eten. Pa en ma wilden me even kwijt.” “Dat begreep ik. Heb je sportspullen mee? Ik ga na het eten op dinsdag altijd naar de sportschool.” Ze wees op haar tas. “Ja, kijk maar.” “Mooi zo. Ik moet eerst wat boodschappen doen. Ga je mee?” We fietsten samen naar de supermarkt. Ik kocht ingrediënten voor een pastaschotel. “Nog even langs de groenteboer voor de groenten. Die van de supermarkt smaken nergens naar”, zei ik.

Een dame van een eindje in de vijftig zag Petra en mij bij de groenteboer gezellig teuten en vond daar zo het hare van. “Jongeman”, bitste ze tegen me, “u moest u schamen!” Ik keek haar verbaasd en en keek naar mijn gulp, of die misschien open stond. Petra schoot in de lach om mijn gezicht. “Dat meisje is toch veel te jong voor u!” Petra kreeg een rood hoofd. “Mevrouw”, antwoordde ik, “ik snap heel goed dat u jaloers bent. Helaas voor u: ik ben veel te jong voor u.” Petra proestte het uit. De dame liep rood aan van kwaadheid. “De onbeschaamdheid! Wat denkt u wel niet! Vlerk!” Woest beende ze de zaak uit. De groenteboer gaf me een knipoog. “Gelukkig had ze al afgerekend.”

Even later waren we bij mij thuis en ik zette Petra gelijk aan het werk om groenten te snijden. Ik stuurde even een berichtje naar Erna, dat Petra op verzoek van Harry bij mij at. Daarna ging ik mee aan het werk en we babbelden gezellig, terwijl we naast elkaar aan het werk waren. En weer snapte ik niet waarom Harry thuis toch zo’n moeite met deze leuke meid had. Maar gewoon vragen.

“Petra, jouw vader moest vanmiddag ineens naar jouw school, zei hij. Wat is er aan de hand?” Petra zuchtte. “Het is altijd zo stom. Kom ik een minuut te laat binnen, moet ik me meteen melden. Dan ben ik wel op tijd in de school, maar loop ik nog even te kletsen met een vriendin of zo. De school heeft echt de pik op mij. Ik spijbel nooit.” “Maar je komt wel vaak te laat?” “Ja, best wel vaak. Maar altijd maar een minuutje of zo. Andere kinderen krijgen daar geen straf voor, maar ik wel. Het is niet eerlijk!” “Komen die andere kinderen dan net zo vaak als jij te laat?” “Nee, dat niet.” “Hoe komt het dan, dat het bij jou zo vaak gebeurt? Je weet toch, dat er op je gelet wordt?” Ze haalde haar schouders op. “Gebeurt gewoon.” Ja. Hier zat een echte puber. Opgesloten in haar eigen wereldje, onbereikbaar voor rede.

Ik liet het onderwerp maar even rusten. “Jij ben echt wel goed in badminton, hè?” Ze begon te glunderen. “Ja, best wel.” Ze giechelde. “Pa kan er niks van. Hij doet zijn best maar het lijkt nergens op.” “Je moeder is een stuk beter”, vond ik. “Ja. Ma is eigenlijk in alles beter dan pa”, vertrouwde ze me toe. “Je vader is heel goed in zijn werk, hoor”, nam ik hem in verdediging. “Hij is ook wel lief”, zei Petra, “maar hij kon zo vreselijk zeuren over school. En ik mag nooit wat.” “Wat mag je dan niet?” “Nou, ik kon laatst een goedkoop flatje krijgen, hier in de buurt. Pa zei meteen ‘nee en daarmee uit’. Ik ben al bijna zeventien! Dan kan ik echt wel voor mezelf zorgen, hoor.” “Denk je? Het lukt je ook niet om op school in de lessen op tijd te komen!” Nu keek ze me verbaasd aan. “Als zoiets simpels je niet lukt, snap ik dat je vader zich zorgen maakt of je andere dingen wel voor elkaar krijgt.” Daar moest ze even over nadenken.

“En dan is er nog wat”, ging ik door. “Er is hier een hoop slecht volk actief. Ze proberen meiden in de prostitutie te krijgen en jongens in de drugshandel. Dan is zo’n gast heel aardig tegen je, palmt je in, je wordt verliefd en wil alles voor hem doen. Voor je het weet zit je in een hoerenkast.”

Ze keek me boos aan. “Dennis zou zoiets nooit doen.” “Is Dennis je vriendje?” “Soort van. Ik heb hem al een paar weken niet meer gezien. Mag niet van pa.” “Hoe oud is Dennis?” “Een jaar of, weet ik veel, vijfendertig.” “Blond, sluik haar? Ongeveer één meter tachtig?” Ze knikte. “Ik ken die Dennis van jou. Hij heeft mij aangevallen met een mes, hier voor mijn deur.” Ze keek me met grote ogen aan. “Mijn benedenbuurvrouw werkt voor hem op luxe cruise schepen.” “Als hoer?” “Ja.”

De ogen van Petra liepen vol tranen. Ze slikte. Ze begon te huilen. “Ik kan het niet geloven. Hij was zo lief voor me!” huilde ze. “Dat is hoe ze werken, Petra. Zoek maar eens op Internet naar ‘lover boys’. Ze zijn lief voor je, tot je emotioneel afhankelijk van ze bent.” “Ik heb erover gelezen. Er is op school over verteld. Mama heeft me ervoor gewaarschuwd. Dennis was anders, dacht ik! O, wat ben ik stom geweest!” “Wees blij dat je ouders hebt die over je waken, Petra.” Ze knikte. “Ik was zo boos op papa.” We werkten even in stilte door.

Ondertussen was ik bezig met de saus. Petra keek haar ogen uit. “Maak je die zelf?” “Ja, is veel lekkerder dan uit een potje en je hebt er helemaal niet zoveel werk aan. Is ook veel gezonder, zit geen extra suiker in en zo.” Ze lette goed op. “Dat ga ik thuis een keer maken!” zei ze enthousiast. “Dat zullen je ouders leuk vinden. Ik zal je het recept geven.”

Even later kon ik de pastaschotel in de oven schuiven. “Zo, nog even een salade erbij maken.” Dat was zo gepiept: wat sla scheuren, komkommer en tomaten in blokjes snijden, dressing van olijfolie en azijn maken, peper en kruiden erbij en door elkaar husselen. Ik sneed er nog wat blokjes feta doorheen. “Dek jij de tafel? Hier staan de borden, daar het bestek.”

We zaten gezellig te tafelen, Petra en ik. Haar oog viel op de tekening die ik vorige week van Erna had gemaakt. Erna had die ingelijst en aan de muur gehangen. “Heb jij die gemaakt?” “Ja, dat is mijn vriendin Erna.” “Wat goed! Ze is best wel knap!” “In het echt is ze nog knapper”, glimlachte ik. Petra keek me oplettend aan. “Je begint helemaal te stralen!” zei ze vertederd, “ben je erg verliefd?” “Ja”, zei ik, “ik kan me niet meer voorstellen om zonder haar te leven.” “Wat schattig!” vond Petra, “ik zou ook wel zo verliefd willen zijn.” “Dat gebeurt vanzelf een keer.” “Ben je al vaak verliefd geweest?” ging ze door. “Nee. Nou ja, wel heel vaak wat vage verliefdheden. En één keer heel erg, voordat ik Erna leerde kennen. Met Erna was het echt liefde op het eerste gezicht. Eigenlijk waren we de avond dat we elkaar voor het eerst ontmoetten meteen al een setje.” “Wat romantisch!” zwijmelde Petra.

“Ben jij al vaak verliefd geweest?” vroeg ik Petra. Ze bloosde. “Op Dennis. En op Karst, een jongen bij me op school. Maar die is vreselijk verlegen en ziet me niet staan. Een hele lange slungel”, giechelde ze, bijna net zo lang als jij.” “Zo was ik vroeger ook, hoor. Ik durfde nog niet naar meisjes te kijken!” “Ga weg!” “Ja, echt. Als je hem echt leuk vindt, moet je hem een handje helpen, anders kun je wachten tot je een ons weegt. Vind je hem echt leuk?” “Ja, eigenlijk wel.” “Vraag hem gewoon eens mee als je met vriendinnen naar het zwembad gaat of zo. Je komt er gauw genoeg achter of jullie elkaar meer te vertellen hebben. Niet meteen gaan zoenen of zo, dat schrikt jongens zoals hij af of brengt ze op verkeerde ideeën. Veel jongens zijn wat minder snel dan meisjes, op dat gebied.” “Meen je dat? Ze praten altijd zo stoer over meisjes.” “Geloof maar van mij dat de meesten zo groen als gras zijn.” “Ik zie het voor me”, giebelde ze, “allemaal groene jongens in de klas!” Ze lachte nu voluit. Toen weer serieus: “Misschien wel een idee, om hem gewoon met een groepje mee te vragen. Dank je, Douwe.”

Na het eten wasten we samen af en gingen we naar de sportschool. Ik vroeg Melvin of hij ruimte had voor een introducee. Hij riep een vrouwelijk instructeur, Janice, die Petra onder haar hoede nam. Tegen mij zei hij: “Ik heb vanavond een speciale gast, een meester-opleider uit Venezuela. Hij wil je graag ontmoeten.”

Don Juan was een vrij kleine man met een geblokt postuur en een vriendelijk, oplettend gezicht. Typisch Zuid-Amerikaans, een mengeling van inheemse, Afrikaanse en Europeaanse trekken. Geen bijster knappe man, maar zijn ogen waren wel heel bijzonder. Het leek net, alsof hij tot in het diepst van je ziel kon kijken. Misschien kon hij dat ook wel, bedacht ik me.

Juan liet me met gekruiste benen op een judomat plaatsnemen en ging tegenover me zitten. Hij sprak met een zangerige, welluidende stem die tot diep in mij resoneerde. Ik moest me voor hem openstellen en dat deed ik. Ik voelde diep van binnen een grote bron van innerlijke kracht, die alsmaar toenam.

Hij beval me op te staan en deed me een blinddoek voor. Hij begon geruisloos om me heen te lopen. Ik voelde zijn aanwezigheid in de ruimte. “Gebruik al je zintuigen”, gebood hij me. Ineens deed hij een uitval. Ik pareerde die onwillekeurig. Hij sloop om me heen. Meerdere keren viel hij me aan. Evenzovele keren ving ik zijn aanval moeiteloos op.

Ineens gebeurde er iets. Mijn innerlijke kern leek uit te doven. Een harde trap tegen mijn been overviel me onverwacht. Een stomp op mijn arm. Een regen van slagen en trappen daalde op me neer. Paniek overviel me, ik voelde me machteloos. Hij greep me bij de keel, en kneep mijn luchtpijp dicht. Ik worstelde, probeerde mijn kracht te hervinden maar kon er niet bij komen. Ik voelde hoe ik mijn bewustzijn dreigde te verliezen. Met een laatste inspanning wist ik hem van me af te werpen.

Mijn ademhaling ging raspend, gretig zoog ik de zuurstof naar binnen. Hij maakte mijn blinddoek los. “Heel goed, Douwe, dit was een indrukwekkend staaltje. Maar denk erom, ik had je makkelijk kunnen doden als ik had gewild. Ik gaf je geest net genoeg ruimte om terug te vechten.”

Juan onderwees me hoe hij me geestelijk in bedwang kon krijgen. “Jij hebt een grote bron van geestelijke macht. Maar je weet nog niet hoe je dat centrum kunt verdedigen. Een sterke tegenstander kan die bron daarom uitschakelen. Ik herken in jou tekens, dat een machtige geest op jou inwerkt. Je moet je daartegen wapenen.”

De rest van het uur onderwees hij me om de signalen te herkennen als hij mijn innerlijke centrum aanviel en leerde me technieken om me tegen die aanvallen te verweren.

Op het laatst deed hij de oefening nog een keer over. Weer zette hij me geblinddoekt neer, weer sloop hij om me heen. Ik voelde hoe zijn geest naar me reikte, maar sloot me af voor zijn macht. Lang bood ik weerstand, tot ik uiteindelijk alsnog brak. Hij stopte meteen, maar ik was zelden zo kapot geweest. Ik stond te trillen op mijn benen van vermoeidheid. Fysiek was de training niet heel zwaar geweest, mentaal des te meer. Juan klopte me op de schouder. “Indrukwekkend, Douwe. Je wist mijn geestelijke aanval heel lang te weerstaan. Gelukkig zul je niet veel tegenstanders treffen die zo sterk zijn als ik.” Bescheiden was hij niet, Don Juan.

Juan liet me nog even tegenover hem zitten. Hij boorde zijn ogen diep in de mijne. Ik voelde hoe mijn energie terugkeerde, hij laadde als het ware mijn batterij weer op. Ik dankte hem nederig voor zijn les. “Ik voel me vereerd dat ik les van u mocht krijgen. Ik voel nu meer vertrouwen, dat ik beproevingen kan doorstaan.” Hij grinnikte. “Ik vermoed dat je tegenstander verbaasd zal zijn als hij merkt dat hij geen greep meer op je krijgt. Als de tijd rijp is, zal ik je met alle plezier meer leren.”

Ik nam met een diep ontzag voor de kracht van deze man afscheid van hem. Melvin kwam me halen. “Nog even sparren met William en Elvis.” Hij nam me mee naar de ring. Daar had zich al een kleine menigte verzameld, het vorige partijtje had zich rondgezongen. Ik zag ook Petra staan. Ze zag er behoorlijk afgepeigerd maar voldaan uit.

Het ging er hard aan toe. William en Elvis hielden zich niet meer in. Ik verdedigde me, gebruik makend van alle innerlijke bronnen die ik nu in me aanwezig wist. Het lukte me om steeds meer het initiatief te nemen, mijn beide tegenstanders hadden het zwaar te verduren. Ineens voelde ik dat er iets binnen in me aan me trok. Iemand of iets probeerde mijn innerlijk evenwicht te verstoren. Als een lastige vlieg drukte ik het opzij maar de druk werd groter. Het is nog wel wat anders om een geestelijke aanval te pareren als je tegelijk intensief aan het vechten bent. Ik concentreerde me op die innerlijke aanval, maar kwam meteen in de verdrukking tegen mijn beide fysieke tegenstanders. Ik ontving een paar rake klappen. Ik slot mijn geest af en maakte me op om het gevecht te beëindigen met een laatste explosieve aanval.

“Stop!” donderde Melvin. Meteen stopten we. Ik droop van het zweet, de adrenaline gierde door mijn lijf. Ik gaf William en Elvis een hand. Elvis boog voor me. “Respect, meester.” Hij erkende in mij zijn meerdere. Ook William boog, stilzwijgend. Melvin nam me even apart. “Je bent zover, Douwe. Ik weet niet wat er voor jou in het verschiet ligt, maar je bent er klaar voor.” “Melvin, was jij het net, die uit mijn evenwicht probeerde te krijgen?” Hij antwoordde niet, keek me alleen glimlachend aan.

Petra begroette me enthousiast. “Wauw, jij bent echt goed! Tegen twee man!” Ik glimlachte naar haar. “Is niet makkelijk, hoor, ik ben behoorlijk kapot. Ik denk dat ik tegen Melvin geen schijn van kans maak. Hoe was jouw training?” “Hard werken. Janice heeft me aardig afgebeuld. Voelt wel lekker.” “Ga maar even lekker douchen dan.” We vertrokken naar de douches en kleedden ons weer aan.

Ik belde Harry. “Harry, we komen net uit de sportschool. Ik stuur Petra zo naar huis. Ze is behoorlijk aangepakt, die kan je thuis opdweilen.” “Dankjewel Douwe, dat je haar even op wilde vangen.” “Graag gedaan. Ze was aangenaam gezelschap en heeft goed meegeholpen met koken.” Petra nam afscheid van me met een kus. Ik knuffelde haar even stevig. “Dankjewel, Douwe, was super gezellig. Ik zwaaide haar na toen ze naar huis fietste.

Ik ging naar mijn huis. Het was even na half tien. Het was druk op de Woenselse Markt, alle terrasjes zaten vol. “Douwe!” Ik zag een arm omhoog zwaaien. Daar zat Erna met meiden van haar handbalteam, ik herkende Reina en Titia. Erna stelde me voor aan de anderen aan het tafeltje: Evelien, Maeyken, Wilma, Renée en Elsbeth. Maeyken zei: “Nog al zo’n basketbalreus. Ik durf straks niet meer met mijn vriendje aan te komen! Die is maar 1m85!” “Prima lengte, toch?” antwoordde ik. Elsbeth flapte eruit: “Is jouw pik ook zo lang?” “Bedrijfsgeheim!” riep Erna. Reina giechelde: “Hoeveel heb je ervoor over, Elsbeth? Titia en ik hebben hem al gezien!” Ik kreeg een rood hoofd. In geuren en kleuren vertelden Reina, Titia en Erna hoe ze mij gister in het water mijn broekje hadden uitgetrokken, zodat ik naakt naar het picknickkleed moest lopen. “Kwam er zo’n kakmadam langs die zei: ‘Dat geeft geen pas, jongeman’!” De dames gierden het uit. Ik zei somber: “En wie is weer de pispaal? Jawel, Douwe Atsma.”

Titia vertelde: “Erna liep er trouwens ook niet zo heel netjes bij, toen we aankwamen, nietwaar Ern?” “Vertel!” riep Evelien. “Erna zat erbij alsof ze net de miss wet t shirt wedstrijd gewonnen had.!” “Douwe geilt daarop”, verklaarde Erna. “Moest je wat van hem, Ern?” vroeg Wilma vals. Erna bloosde maar gaf toe: “Ja. Ik was hem aan het opgeilen.” “Is dat gelukt, Douwe?” “Dames, what happens in the bedroom, stays in the bedroom.” “En wat er op het portiek van de flat gebeurde ook!” waarschuwde Erna, wat haar op een lachsalvo van de aanwezige dames kwam te staan. “O, wat ben jij een slet!” riep Renée. “Maar wel een lekkere slet”, deed ik een duit in het zakje. Erna gaf me een stomp. Natuurlijk precies op een blauwe plek van de training, waardoor ik even ineen kromp. “Au!”

Het viel Reina op dat ik meerdere blauwe plekken had. “Heb je gevochten, Douwe?” “Ja, op de sportschool. Daar sluiten we vaak af met een partijtje sparren. We houden in, maar je loopt wel wat blauwe plekken op, ja.” “Nou, jij hebt ten minste een vent die jouw eer kan verdedigen, Erna! Die van mij kan nog geen deuk in een pakje boter slaan!” zei Elsbeth. “Als hij maar een goeie tong en een goeie pik heeft, meer heb je van een vent niet nodig, toch?” grapte Wilma. “Dames, denk erom, er is een heer bij!” zei Reina. “Luister je goed, Erna? Nou hoor je het ook eens van een ander. Ik ben een echte heer.” grapte ik. “Ik hoef geen heer, ik wil gewoon een lieve beer. En dat ben je ook”, vleide Erna me. Ze leunde naar me over en gaf me een zoen. De dames joelden.

“Wat wil je drinken, Douwe?” “Doe maar een rivella.” “Moet je geen pils?” “Nee, als ik gesport heb drink ik liever geen bier. Sowieso drink ik ‘s avonds zelden alcohol, dan slaap ik niet goed.” Erna keek meteen gealarmeerd op. Die maakte zich meteen zorgen, de lieverd.

We zaten nog even gezellig te kletsen, toen wilde ik naar huis. Ik was flink moe. “Sorry, dames, mijn training hakte er nogal in. Deze jongen gaat zijn bedje opzoeken.” “Zal ik dan maar meegaan, zodat je niet verdwaalt?” Erna ging met me mee. Ze knuffelde iedereen gedag en samen fietsten we naar huis.

Ik maakte warme chocolademelk en we spraken de dag even door. Ik vertelde over Petra en summier over de sportschool. “Wat is daar gebeurd, Douwe? Je bent uit je evenwicht.” Ik vertelde over Don Juan, hoe hij mijn spirituele kracht getraind had. “Hij vertelde me dat ik klaar ben voor mijn beproeving. Tijdens het potje sparren voelde ik wat hij bedoelde, iemand probeerde mijn geest uit evenwicht te brengen, ik denk Melvin. Doodeng.”

We gingen slapen, Erna nestelde zich lekker tegen me aan. Uitgeput viel ik in slaap.

Ik droomde. Een duistere kracht strekte haar vingers naar mijn geest uit. Mijn keel werd dichtgeknepen, ik kreeg bijna geen adem meer. Alle kracht vloeide uit me weg. Met een gil kwam ik overeind. Blinde paniek gierde door mijn lijf. Bevend als een riet drukte ik mezelf tegen de muur. Een duistere kracht school in de kamer. Erna schoot uit bed en deed het licht aan. “Douwe, Douwe toch, lieve schat, ik ben bij je!” huilde ze. Ze zag de angst in mijn ogen en drukte mijn hoofd tegen haar borst. Ze wiegde me als een kind. Langzaam werd ik rustig. “Binnen een week gaat het gebeuren”, fluisterde ik. “Wat, Douwe?” “Ik wou dat ik het wist, lieverd, ik wou dat ik het wist.”
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...