Door: DAts
Datum: 02-08-2024 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 2870
Lengte: Lang | Leestijd: 32 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 32 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Ontheemd - 29: Debuut Als Gigolo
Luctor Et Emergo
Hoe de vorige aflevering eindigde
Ik kleedde me aan en het gezelschap nam hartelijk afscheid van me. Ik belde een taxi. Die kwam al gauw voorrijden. Ik stapte in. “Goedenavond”, zei de chauffeur. Ik schrok. Ik keek in het gezicht van Ben Meesters. In zijn hand hield hij een pistool.
---
Erna
Erna zat bleek en bibberend op een stoel. Rechercheur Ans had medelijden met haar maar moest haar werk doen. Dit was het beste moment om informatie op te halen, als alles nog vers was. Ieder mens kleurt gebeurtenissen die hij meemaakt in om er een passend verhaal van te maken. Getuigenverklaringen zijn daarom het meest waardevol als ze vers zijn.
Met zachte stem vroeg Ans aan Erna: “Kun je praten, Erna?” Erna zuchtte en knikte. “Kun je vertellen wat er vanavond gebeurd is?” “Douwe heeft vanavond zijn eerste opdracht als gigolo, bij Eugenie de Winter. Hij was erg zenuwachtig, bang ook voor Eugenie. Ik heb hem op weg geholpen, maar toen hij weg was, werd ik zelf ook onrustig.”
“Iemand belde aan en toen ik via de intercom vroeg wie het was, zei hij: ‘Je vader.’ De klootzak! Hij is mijn hele leven lang nooit mijn vader geweest.” “Sjors?” “Nee, Ben Meesters.” “Is Ben Meester jouw vader?” Ans zette grote ogen op. “Nee, alleen mijn verwekker! Ik werd bang maar deed toch de deur open.” “Wat wilde hij?” “Hij vertelde dat hij Sjors altijd een goed inkomen heeft bezorgd, dat dat het enige wat hij voor me kon doen. Hij had indertijd mijn moeder verkracht, samen met twintig anderen.” Ans werd misselijk. Ze haalde even diep adem. Wat kwam je toch vaak van dit soort misbruikellende tegen in de wereld van de prostitutie.
Erna vertelde verder. “Meesters kwam me vertellen dat er iemand zou komen om me te vermoorden en zei dat ik naar de achterkamer moest gaan. Even later kwam Dennis binnen, mijn oude pooier.” “Dezelfde van die vechtpartij vorige maand?” “Ja, die.”
“Dennis kwam binnen met een getrokken pistool. Dat kon ik niet zien, maar ineens hoorde ik een schot. Ben had zijn arm weggeslagen en zette hem een mes op de keel. Ik moest hem vastbinden. Ben knevelde hem en vertrok. Toen kwamen jullie al gauw.”
“Zei Meesters nog meer?” “Hij zei iets dat ik de sleutel tot Douwes hart in handen heb en dat Eugenie en Henk de macht willen overnemen door Douwe in hun macht te krijgen, of zoiets. Ik snapte er geen bal van. Douwe beschikt volgens hem over bijzonder krachten die de onderwereld op zijn grondvesten doen schudden. Hij zei ook dat zijn eigen rol bijna uitgespeeld was maar dat hij wil voorkomen dat Henk en Eugenie het voor het zeggen krijgen. Ik kan eerlijk gezegd niet geloven dat Henk hier iets mee te maken heeft. Hij is klant bij mij, hij is altijd heel aardig en kwetsbaar.”
“Heeft Meesters iets gezegd waarom Dennis jou moest vermoorden?” “Nee. Maar ik begrijp vanwege de relatie die ik met Douwe heb. Het is ze volgens Ben om Douwe te doen.”
Ans bedankte Erna en belde Albert de Kruik, haar collega. “Albert, er is daarnet een moordaanslag gepleegd op Erna de Bakker. Kun jij extra bewaking verzorgen bij het huis van Eugenie de Winter, er is kans dat ze iets met Douwe Atsma willen doen.” “Is hij binnen?” "Ja." “Hm, dan wordt het moeilijk. We kunnen zonder directe aanleiding niet binnenvallen. We zullen er posten.”
Douwe
Mijn debuut als gigolo was een daverend succes geweest. Niet alleen Eugenie, ook haar eveneens jarige stiefdochter Suzanne had ik heerlijk kunnen verwennen, met als toetje haar vriendin Romy.
Als bijvangst had Henk voor het eerst seks met zijn vrouw Eugenie gehad, waarmee ik er halfbewust voor zorgde dat hun deels occulte, kwaadaardige macht was geïmplodeerd en getransformeerd tot een onschuldige liefdesrelatie.
Na een hartelijk afscheid had ik een taxi besteld. Toen ik instapte keek echter ik in de loop van het pistool van Ben Meesters. Ik had geen kans hem uit te schakelen voor hij de trekker kon overhalen. “Wat wil je?” vroeg ik, om tijd te winnen. Het antwoord verraste me.
“Vanavond heb ik een moordaanslag op mijn dochter kunnen voorkomen. Ik wil niet dat zij via jou in de klauwen van Eugenie en Henk de Winter komt.” Hij probeerde te peilen of ik in hun macht was geraakt en zou me desnoods doden, begreep ik. “Maak je geen zorgen. Zij zijn geneutraliseerd”, zei ik. “Hoe kan ik dat geloven, Douwe.” “Eugenie en Suzanne zijn vanavond volop verwend. Uiteindelijk hebben Henk en Eugenie zelfs samen seks gehad. Ik heb mezelf niet overgegeven aan mijn eigen lust. Ik ben niet klaargekomen. Niet bij Eugenie en niet bij Suzanne.”
Ben keek me onderzoekend aan. “Dus jij beweert dat Henk en Eugenie nu hun macht verloren zijn en geen macht over jou verworven hebben?”
Voor ik kon antwoorden klonk er een schot. Ik voelde doodsangst. Geschokt zag ik hoe een kogel het hoofd van Ben doorboorde. In een reflex drukte hij zijn pistool af. Ik voelde een schroeiende hitte aan mijn oor, de kogel vloog rakelings langs mijn oor en ik hoorde het glas van mijn deurraam versplinteren.
Ineens stond er politie bij de auto. Het portier werd geopend. Ik herkende Albert de Kruik. “Dat was net op tijd, mijnheer Atsma. We hadden te laat in de gaten dat Ben Meesters zich vermomd had als taxichauffeur. We roepen een ambulance op om u naar het ziekenhuis te brengen voor onderzoek. Ik vermoed dat u niets mankeert, maar we nemen geen risico’s. Daar zult u ook uw vriendin treffen.” “Is er iets met Erna?” “Er is een poging gedaan haar te vermoorden. We hebben haar voor de zekerheid naar het ziekenhuis vervoerd.” “Ben Meesters zei al zoiets. Hij had dat verhinderd, zei hij.” Alberts mond viel open. “Wat?”
Als verdoofd arriveerde ik in het ziekenhuis. Ik was uitgeput van de intensieve avond met Eugenie en Suzanne, emotioneel geschokt door de ontmoeting met Ben Meesters en diens dood, vlak voor mijn ogen gestorven door een politiekogel, terwijl ikzelf op dat moment de dood in de ogen keek door het pistool dat hij op mij gericht hield en wat afging toen Meesters getroffen werd. En dan nog het bericht van de verijdelde moordaanslag op Erna. Ik was in shock. Behalve wat glassplinters in mijn nek en een schroeiplek aan mijn oorschelp, mankeerde ik eigenlijk niets. Het was een klein wonder dat de kogel uit het pistool van Ben Meesters mij gemist had. Maar in mijn hoofd leek alles aan scherven.
De politie probeerde vragen te stellen, maar daar was ik niet toe in staat. Ik was verdoofd. Ik zat alleen duf voor me uit te kijken, niets drong nog tot me door, ik besefte amper waar ik was. Zelfs op Erna reageerde ik nauwelijks, toen die bij me werd toegelaten. Dat maakte haar erg overstuur. Ik nam het waar maar was niet in staat uit mijn schulp te komen. “Douwe, lieverd, Douwe, zeg dat je nog van me houdt!?”
Ik was moe. Heel moe. Ik trilde over heel mijn lichaam. Ergens vaag op de achtergrond hoorde ik Albert, Ans en Erna overleggen. Het ging langs mij heen. Iemand gaf me een glas water. “We geven u wat kalmeringsmiddelen.”
Ik sliep meer dan tien uur. Onrustige dromen plaagden me. Het pistool dat op mij gericht was vuurde af. Ben Meesters die de kogel in zijn hoofd kreeg. Ik zag hoe Erna werd doodgeschoten. Ik werd onder water getrokken in het zwembad van Eugenie en verdronk. Telkens schrok ik wakker, om net zo hard weer in slaap te vallen.
Pas aan het eind van dinsdagochtend werd ik wakker, in een ziekenhuisbed. Mijn keel voelde als schuurpapier, ik had een gloeiende dorst. Met een schok realiseerde ik mij dat ik zonder bericht verzuimde van mijn werk. Gelukkig had ik mijn telefoon wel bij de hand. Ik zag dat Wim me al een paar keer had proberen te bellen.
Wim klonk boos. “Douwe! Waar zit je in godsnaam!” “In het ziekenhuis, Wim. Ik zat gister in een taxi, toen de chauffeur me bedreigde en voor mijn ogen werd doodgeschoten door de politie. Ik was in shock, ze hebben me volgestopt met kalmeringsmiddelen. Ik ben net pas wakker geworden.” Wim zuchtte. Goed. Douwe, ik wil je hier van de week niet meer zien. Maandag praten we verder, oké?” “Bedankt, Wim. Dat is wel verstandig, denk ik.”
Ik liep naar de deur van de ziekenhuiskamer. Er kwam meteen een verpleger. “Goedemorgen, meneer Atsma, ik hoop dat u goed geslapen heeft.” Ik schraapte mijn keel. Ik kon gelukkig weer praten. “Ik geloof het wel. Kan ik wat te drinken krijgen?” “Prima, ik zal u wat brengen.”
Ondertussen belde ik Erna. Ze nam huilend op. Ze was op haar werk. “Douwe, ik kon je vannacht niet bereiken, je reageerde nergens op! Ik had je zo nodig.” “Ze zeggen dat ik in shock was, Erna.” “Ik voelde me door jou verlaten, Douwe!” Ik voelde me boos worden. “Erna, ik was zelf bijna dood geweest! Ik wist amper meer wat er met me gebeurde!” “Hou je nog wel van me, Douwe?” Wat is dat nou voor rare vraag? Ik was even verbijsterd. Ik snauwde: “Kom op zeg! Waarom denk dat ik je bel?” Plotseling brak ze af. “Sorry, ik word geroepen.”
Het gesprek verwarde me. Het was net alsof al mijn gevoelens voor Erna ineens weg waren. Niet alleen voor Erna, trouwens. Ik voelde me emotieloos, dood. En Erna toonde zich nou ook niet bepaald invoelend naar mij.
Er kwam een man binnen. “Goedendag, mijn naam is Mark Evenblij. Mag ik bij u komen zitten?” Ik knikte en wees met mijn geopende hand naar de lege stoel aan mijn tafeltje. “Ik heb begrepen dat u nogal wat hebt meegemaakt, gister.” Moest dit nou? Waarom liet die man me niet met rust? “Ik ben psycholoog, van Slachtofferhulp. U ziet eruit alsof u wel wat hulp kunt gebruiken. Wat u gister heeft meegemaakt kan leiden tot PTSS.” “Ik ben gewoon moe.” “Nee, dat bent u niet. U bent emotioneel uitgeput en geschokt door wat u heeft meegemaakt. Heel begrijpelijk. Maar u gaat dit niet zo eenvoudig bij u neer kunnen laten glijden.” Ik sloot mijn ogen.
Onmiddellijk zag ik de loop van het pistool in de hand van Ben Meesters. Ik hoorde weer het schot. Het diepe ongeloof dat ik nog leefde. Mijn hand trilde. “U heeft gelijk, maar ik kan er nu nog niet over praten.” Hij keek me vol meegevoel aan. “Hier heeft u mijn kaartje. Ik zie u graag samen met uw vriendin. Zij heeft ook een enorm heftige gebeurtenis meegemaakt. Ik hoorde net uw telefoongesprek. In dit soort situaties raak je elkaar als stel makkelijk kwijt. Maak samen een afspraak.” Hij stond op en nam afscheid.
Een bekend gezicht kwam naar me toe. Agente Kitty. “Goedemiddag, meneer Atsma, ik hoor dat u de nacht hier heeft doorgebracht.” Ik was blij dat ik een bekende zag. Jammer dat Albert of Ans er niet was, maar ja, die hadden natuurlijk gister late dienst gehad. “Sorry, Kitty, ik ben niet echt op mijn best.” Ze keek me opmerkzaam aan, met zachte ogen. Ik kende haar alleen als strenge agente. Nu zag ik een vriendelijke vrouw met halflang bruin sluik haar, oplettende, bruine ogen. Ze was stevig gebouwd. Zeker niet dik, wel krachtig. “Zullen we even rustig praten?” stelde ze voor.
Kitty deed de deur dicht. “Wil je vertellen wat er gisteravond gebeurd is?” Ik haalde diep adem. “Ik had gister mijn eerste opdracht als gigolo, bij Eugenie de Winter. Haar man Henk wilde een verwenavond voor haar, voor haar verjaardag. Zelf is hij klant bij mijn vriendin Erna en die had hem verteld over mijn kwaliteiten als erotisch masseur.” Ik zag de mond van Kitty wat vertrekken. “Daar heb ik iets over gehoord, ja. Iets met klaar laten komen door alleen voetmassage, niet?” “Min of meer wel, ja. Ik begreep van Henk dat hij en zijn vrouw geen seksuele relatie hadden. Hij heeft ook geen echte seks met Erna, trouwens, maar ze verwent hem wel.” Kitty trok haar wenkbrauwen op, alsof ze daaraan twijfelde.
“De avond was erg geslaagd. Suzanne, de dochter van Henk, was er ook en die bleek op dezelfde dag jarig als Eugenie. Ik heb beide goed kunnen verwennen. Aan het einde had Eugenie zelfs voor het eerst seks met Henk.”
“Oké, Douwe, wat gebeurde er toen.” “Eugenie was erg tevreden en ik nam met een goed gevoel afscheid. Ik belde een taxi en verliet het huis. In de taxi bleek de chauffeur Ben Meesters te zijn. Hij vertelde me dat hij Erna had behoed voor een moordaanslag.” “Dat las ik ook in de verklaring van Erna. Heeft hij jou verteld waarom?” “Hij is de verwekker van Erna. Hij voelt zich op een bepaalde manier verantwoordelijk voor haar.” Kitty’s mond viel open. “Dat meen je niet.” “Erna is verwekt in een groepsverkrachting van haar moeder toen die met prostitutie wilde stoppen. Daar nam Ben Meesters ook aan deel.” “Godallemachtig!” riep Kitty uit. Ze huiverde. Ik voelde dat het onderwerp haar raakte.
“Wat gebeurde er in de taxi, Douwe?” “Hij hield een pistool op me gericht en wilde weten of ik onder invloed was geraakt van Eugenie en Henk. Dat is wat hij koste wat kost wilde voorkomen. Ik zei van niet, maar hij was niet overtuigd. Ik was bezig het hem uit te leggen, maar toen werd hij ineens doodgeschoten.” Ineens kwamen de emoties los. Ik begon te huilen. “Toen ik het schot hoorde dacht ik dat Ben schoot”, snikte ik, “toen zag ik de wond in zijn voorhoofd en tegelijk ging zijn pistool af. De kogel miste me op een haar. Hij zakte dood voorover op het stuur en ineens stond er politie. Verder weet ik het niet zo goed meer. Vannacht werd ik een paar keer wakker met nachtmerries.”
Ik zat weer stil voor me uit te staren. Voorzichtig vroeg Kitty: “Kende je mevrouw De Winter al langer?” “Ik heb haar een paar keer ontmoet op de roeiclub.” “Anders niet?” Ik twijfelde. Het leek erop dat de Raad niet meer bestond. Misschien bestonden zelfs de oude bendes wel niet meer. Maar de politie wist toch wel wat haar positie was, dus wat hadden ze eraan als ik over het gericht zou vertellen? “Nee, niet dat ik me kan herinneren”, zei ik daarom. “Kom op, Douwe, we weten allebei dat dat niet waar is.” “Ik ben niet zo’n liefhebber van wapens die op mij of mijn vriendin gericht worden.” Ze keek me schattend aan. “Dat snap ik wel”, zei ze toen.
“Aarzelend vroeg ik: “Mag jij me vertellen wat er gister met Erna gebeurd is?” “Ze kreeg bezoek van Ben Meesters, die haar waarschuwde dat die knaap die jou aangevallen had haar kwam vermoorden. Hij liet haar in de achterkamer zitten en schakelde die gast uit toen hij het huis binnenkwam. Ben sloeg de arm met het pistool weg, waardoor er wel een schot afging. Daarna hebben Erna en Meesters die knaap vastgebonden en gekneveld.”
“Wij werden gewaarschuwd door een buurman dat er een schot was gelost. Mogelijk had de opdrachtgever nog iemand in de buurt die moest controleren of de opdracht was uitgevoerd, dus we hebben Erna afgevoerd alsof ze een lijk was. Meesters was al verdwenen toen wij arriveerden. Daarom hebben we besloten om bij het huis van mevrouw De Winter te gaan posten, voor het geval ook jij gevaar zou lopen.”
Ik snapte dat dit voor Erna heel heftig moest zijn geweest, maar ik voelde er niets bij. Ik voelde sowieso niks, eigenlijk. Was dit, waar Mark Evenblij voor waarschuwde? Dat je elkaar na zulke heftige gebeurtenissen makkelijk kwijt kunt raken? Je kunt de ander moeilijk steunen als je zelf overhoop ligt.
Het gesprek met Kitty was afgelopen. Na een kort onderzoek door een arts mocht ik naar huis. Kitty bracht me thuis, maar ik had haar niets meer te vertellen.
Ik besloot om eerst maar te gaan trainen en dan Erna bij haar werk op te wachten. Ik wilde met haar praten, voordat ze naar handbal ging.
Het werd een flinke duurloop, 12km in anderhalf uur. Langs de Dommel richting wandelpark Eckhart, daar een paar rondjes, langs de TU en weer terug. Het maalde in mijn hoofd. Ik dwong mezelf me te concentreren op mijn lopen.
Thuisgekomen nam ik snel een douche en kleedde ik me gauw om om naar Erna’s werk te gaan. Ik zag haar in het bedrijfsrestaurant zitten met Sandra, heftig in gesprek. Erna zat met haar rug naar mij toe en kon me niet zien binnenkomen. Ik zag dat ze erg geëmotioneerd was, Sandra had haar handen beet en praatte druk op haar in. Ze zag me en viel even stil. Ik legde mijn vinger op mijn lippen. Ze knikte even en praatte weer verder.
Stilletjes kwam ik dichterbij en ging vlak achter Erna aan een ander tafeltje zitten. “Verdomme, Sandra, ik kan er gewoon niet bij dat hij helemaal geen aandacht voor mij had! Oké, hij had ook iets meegemaakt, maar het leek wel alsof het hem niets deed dat er een aanslag op mij gepleegd was!”
Ineens kwam hun collega Lindsay aangelopen met een krant. “Erna, Sandra, moet je nou eens kijken, jullie staan in de krant! ‘Vrouw in portiekflat vermoord’ en hier: ‘crimineel door politie doodgeschoten’!” Twee foto’s: een afgedekte brancard die in een ambulance werd geschoven en een foto van de taxi met het kogelgaten in de voorruit en het zijraam. Erna trok bleek weg. “Zat Douwe in die auto?” fluisterde ze.
Toen Lindsay het krantenbericht liet zien, begon ik helemaal te trillen. De gebeurtenissen van die nacht trokken weer aan mijn geestesoog voorbij. Een overweldigend gevoel van paniek overviel me, ik zat weer in die taxi en keek in de loop van het pistool van Ben Meesters, toen de kogel door het raam vloog en in zijn hoofd insloeg. Sandra zag het en sprong op. Ze sloeg haar armen om me heen. “Douwe! Wat is er! Douwe, je bent hier veilig!” Ze wiegde me in haar armen. “Erna, ik moet naar Erna”, mompelde ik.
Het drong tot Erna dat ik achter haar zat en ze zag dat ik er misschien nog wel erger aan toe was dan zijzelf. “Douwe, lieveling, ik ben hier. Ik ben bij je.” Ook zij sloeg haar armen om me heen. We huilden allebei, met de armen van Sandra om ons beiden heen geslagen.
“O, Douwe, ik voelde me vandaag zo alleen.” “Ik ook, lieverd. Ik kreeg een uitnodiging van Slachtofferhulp om met zijn tweeën een afspraak te maken. Die man zei dat je elkaar makkelijk kunt verliezen als je allebei een heftige ervaring hebt gehad. Daarom wil hij ons samen zien.” “Dat kunnen we toch zelf wel oplossen?” “Lieverd, toen Lindsay net dat krantenartikel voorlas, zat ik weer bij jouw verwekker in de auto en beleefde alles opnieuw. Die man zei dat dit kan uitgroeien tot PTSS. Ik heb hulp nodig en jij denk ik ook. Wij kunnen elkaar hierin misschien niet zo goed helpen, omdat we allebei zelf hulp nodig hebben. Erna knikte voorzichtig. “Goed dan.”
Sandra vroeg: “Is het een idee dat ik vannacht bij jullie ben? Om jullie te helpen, zeg maar?” Er ging een golf van verlangen door me heen. Begrijp me niet verkeerd, niet persé verlangen naar seks met Sandra, maar verlangen naar koestering, een schouder om tegen uit te huilen. “Dat is heel lief aangeboden van je, San. Wat vind jij, Erna?” Ze keek aarzelend. “Heel graag”, zei ze toen.
“Ga je dadelijk nog trainen?” vroeg ik. “Ja, dat was wel de bedoeling. Is wel goed, om even de zinnen te verzetten. Jij?” “Ik niet. Ik heb vanmiddag al een flinke training afgewerkt. Morgen naar basketbal, ik sla maar een keer sportschool over.” “Vanmiddag? Moest jij niet werken dan?” “Nee, ik werd in het ziekenhuis pas laat in de ochtend wakker en mocht van Wim deze week niet meer op mijn werk komen, om bij te komen van alle gebeurtenissen.” “Moest jij ook maar doen, Erna”, zei Sandra, “je was vandaag meer tot last van je collega’s dan tot hulp. Je kunt je beter ziek melden.” “Maar dat kan toch niet, er zijn al te weinig mensen.”
“Zullen we nog even wat gaan eten?” stelde Lindsay voor, “anders lukt dat niet meer voor de training. Eet jij mee, Douwe?” “Ja, graag.”
Terwijl we zaten te eten, kwam Gwen aanbenen, de teamleider van Erna. “Erna, klopt het dat er gister iemand bij jou op het portiek is vermoord?” Gwen hield de krant omhoog met een foto van de ambulance voor onze portiek, waar een afgedekte brancard in werd geschoven. Erna knikte stom. Sandra zei zacht: “Dat is Erna, op die brancard.” Gwen keek ongelovig? “Wat, maar…” “Er is gister een moordaanslag op haar gepleegd. Dit is de manier waarop ze in veiligheid werd gebracht”, legde Sandra uit, “en Douwe zat in die taxi op de foto van dat artikel daarnaast.” “Maar Erna, wat doe je hier dan?” riep Gwen uit, “nou snap ik waarom je vandaag zo warrig was! Ik wil je hier van de week niet meer zien, hoor je? Kom eerst maar weer even tot jezelf.” “Maar je hebt al te weinig personeel!” “Dat is dan maar zo. Jij moet je dit eerst verwerken, Erna. De rest van deze week ben je ziek. En niet terugkomen voordat je het een beetje hebt kunnen verwerken. Begrepen?” “Dank je, Gwen.”
Tijdens de maaltijd zaten Erna en ik vooral naar ons bord te kijken, ieder opgesloten in zijn eigen gedachten. Sandra zei zacht tegen mij: “Ga jij maar naar huis. Ik kom met Erna mee, na de training. Red je het zolang?” “Ik denk het wel.” “Ik ga zolang wel met hem mee”, zei Lindsay. Dat was lief van haar.
Lindsay zei dat ze even moest bellen. Toen ze klaar was, fietsten we naar mijn flat, die vlakbij was. De benedenbuurman stond in zijn deuropening en keek me met leedvermaak aan. “Gecondoleerd met je vriendin. Het zal nu wel een stuk rustiger worden hier.” De lul. Ik werd witheet.
De man had geluk dat Lindsay bij me was. Die voelde dat ik zo zou ontploffen en zei met een stem vol gezag: “Kalm, jij!” Deze kant van haar kende ik haar niet maar ik hield mezelf in bedwang. Ik sloeg alleen met mijn hand vlak naast zijn hoofd tegen de deurpost. “Wacht maar”, mompelde ik en liep met Lindsay mee naar boven.
We waren nog maar net boven of de bel ging. Lindsay vroeg via de intercom wie het was. “Kom binnen”, hoorde ik haar zeggen. Even later kwam Mieke binnen. Zij was het, naar wie Lindsay gebeld had. “Hoi”, zei ze zacht, “is het goed als ik binnen kom?” Ik kon geen woord uitbrengen en knikte stom, de tranen in mijn ogen. Mieke was me erg dierbaar, nadat ik een paar keer bij haar mocht blijven slapen en ze mij mijn nachtmerries had helpen doorstaan, als Erna een klant had.
De beide hoeren kleedden me uit en begonnen me overal te strelen. “We hebben je gemist”, zei Mieke. Ik had haar niet meer gezien sinds ik ontslagen was als uitsmijter in het bordeel. Ik genoot van hun strelingen, maar werd seksueel niet opgewonden. Daarvoor was mijn stressniveau en mijn dosis aan kalmeringsmiddelen nog veel te hoog. “Wat doen we verkeerd, Douwe?” “Niets, meiden, ik vind het echt heerlijk, wat jullie doen. Ik kan nu alleen niet seksueel opgewonden worden. Zelfs niet met Erna, denk ik. Maar het voelt wel heerlijk ontspannen.” Inderdaad. Ik donderde als bij toverslag weg in een bodemloze slaap.
Mieke
Mieke overlegde even met Lindsay wat te doen. Zo waren ze Douwe aan het verwennen, zo gleed Douwe onder hun handen weg in slaap. “Laat hem maar lekker”, meende Lindsay. Mieke was bezorgd. “Hij kan vreselijke nachtmerries hebben. Dan moet er iemand bij hem zijn”, vond Mieke. Ze wurmde zich naast Douwe in bed en trok zijn hoofd tegen haar boezem, haar handen strelend in zijn haar.
“Je lijkt wel verliefd op hem”, vroeg Lindsay zachtjes. “Verliefd niet, maar ik hou erg veel van hem”, fluisterde Mieke terug, “hij kan zo heerlijk teder en respectvol zijn. En zo kwetsbaar ook.” Liefdevol streelde ze zijn haar. “Blijf jij wachten tot Erna komt?” “Doe ik.” Lindsay liet Mieke en Douwe alleen, zette een pot thee en ging televisie kijken. ‘Goede Tijden, Slechte Tijden’, daar kon ze altijd lekker bij wegdromen.
Erna
Tijdens de training merkte Erna al gauw dat ze niet normaal mee kon doen. De kalmeringsmiddelen die ze geslikt had maakten haar traag en het leek of ze minder beheersing over haar spieren had. De trainster, Frederieke, riep haar bij zich. “Je beweegt en reageert een beetje raar, Erna, Is er iets?” Erna begon te snikken. “Ik hoopte dat de training me af zou leiden, maar dit gaat ook al niet.” “Wat is er dan?” vroeg Frederieke bezorgd. “Er is gister een moordaanslag op me gepleegd. Douwe was ook bijna dood. Ik zit onder de kalmeringsmiddelen.” “Och meid. Misschien moet je maar stoppen, je moet geen blessures krijgen. Of beul jezelf af in sprintjes. Maar geen oefeningen met bal meer.” Ze wist dat Sandra haar beste vriendin was. “Sandra, kun jij wat sprintjes met Erna doen?”
Maar Erna had het al gauw gehad. Ze wilde naar huis. Ze wilde bij Douwe zijn. Ze wilde slapen en vergeten. Samen met Sandra fietste ze daarom snel naar huis.
Douwe
Na een klein uurtje slaap werd ik verkwikt wakker. Ik vóelde weer. Ik was wel even verbaasd dat Mieke bij mij in bed lag, maar was er ook wel bij mee. Haar vertrouwde lichaam tegen het mijne. “Dank dat je er voor me bent.” “Graag gedaan, Douwe, ik lig graag met jou in bed”, glimlachte Mieke. Ik kuste haar en we stonden op.
We waren nog maar net in de woonkamer, toen Erna en Sandra binnenkwamen. “Hoi, zijn jullie er al”, verwelkomde Lindsay hun. “Ja, Erna trok de training niet.” “Gaat het met Douwe?” vroeg Sandra, alsof ik er niet bij was, als was ik een onmondige oudere. “Ja ho, ik kan ook zelf praten, hoor! Ik heb even een dutje gedaan, Lin en Mieke hebben me een ontspannende massage gegeven en toen was ik ineens weg”, antwoordde ik. “Nu voel ik me wat beter.”
“Gaat het met jou?” vroeg ik Erna. Die schudde haar hoofd. “Nee, mijn lichaam wil niet, met die kalmeringsmiddelen. Mijn hoofd ook niet.” Ik stapte naar haar toe. “Mag ik je knuffelen?” vroeg voorzichtig. Erna begon te huilen en wierp zich in mijn armen. Ook ik hield het niet droog. Wanhopig klemden we ons aan elkaar vast, terwijl Sandra en Mieke ons ook omhelsden.
Het was een huilbui waar geen einde aan leek te komen, alle opgekropte emoties moesten er in één keer uit, leek het wel. Uiteindelijk waren onze tranen dan toch op. Lindsay zat er wat bedremmeld bij. “Ik geloof dat ik jullie maar even alleen laat”, zei ze. “Lin, bedankt dat je er was. Dat was heel belangrijk voor me”, dankte ik haar.
Lindsay ging weg en toen stonden we daar een beetje ongemakkelijk met zijn vieren. Zowel Mieke als Sandra wilden er voor ons zijn, wat heel lief van ze was. Maar we pasten niet met zijn vieren in één bed. Ze vertrouwden Erna en mij nog niet alleen, dat was duidelijk en waarschijnlijk ook wel terecht. Voorzichtig opperde Sandra dat het misschien voor ons beter was om vannacht niet samen te slapen. We hadden allebei onze rust nodig. Met eventuele nachtmerries zouden we elkaar uit de slaap houden. Was het een idee dat San met Erna zou slapen en Mieke bij mij?
Geen gek idee, maar zowel Erna als ik hadden een ontzettende behoefte om bij elkaar te zijn. Mieke kwam met een oplossing. “Gaan jullie maar even lekker vrijen. Daarna slapen jullie apart met ons, zoals Sandra heeft voorgesteld. Is dat een idee?” Erna en ik keken elkaar aan. Eerlijk gezegd had ik de energie niet om te vrijen en dat zei ik ook. “Erna, zullen wij even samen douchen? Ik heb geloof ik nog geen energie om te vrijen.”
Even later stonden we samen onder de douche. Allebei waren we uitgeput, we hadden zelfs niet de energie om elkaar te wassen. Maar het was goed om tegen elkaar aan te staan, elkaars lichaam te voelen. Waar ik eerder vandaag geen enkel gevoel had, zelfs niet voor Erna, voelde ik nu weer mijn liefde voor haar. “Ik hou van je”, fluisterde ik. Ik kuste haar.
Erna ging met Sandra naar haar flat, ik kroop in mij in eigen bed. Vaag nog voelde ik Mieke naast me kruipen en zich tegen me aan drukken. Ik sliep vrijwel meteen.
Ik kleedde me aan en het gezelschap nam hartelijk afscheid van me. Ik belde een taxi. Die kwam al gauw voorrijden. Ik stapte in. “Goedenavond”, zei de chauffeur. Ik schrok. Ik keek in het gezicht van Ben Meesters. In zijn hand hield hij een pistool.
---
Erna
Erna zat bleek en bibberend op een stoel. Rechercheur Ans had medelijden met haar maar moest haar werk doen. Dit was het beste moment om informatie op te halen, als alles nog vers was. Ieder mens kleurt gebeurtenissen die hij meemaakt in om er een passend verhaal van te maken. Getuigenverklaringen zijn daarom het meest waardevol als ze vers zijn.
Met zachte stem vroeg Ans aan Erna: “Kun je praten, Erna?” Erna zuchtte en knikte. “Kun je vertellen wat er vanavond gebeurd is?” “Douwe heeft vanavond zijn eerste opdracht als gigolo, bij Eugenie de Winter. Hij was erg zenuwachtig, bang ook voor Eugenie. Ik heb hem op weg geholpen, maar toen hij weg was, werd ik zelf ook onrustig.”
“Iemand belde aan en toen ik via de intercom vroeg wie het was, zei hij: ‘Je vader.’ De klootzak! Hij is mijn hele leven lang nooit mijn vader geweest.” “Sjors?” “Nee, Ben Meesters.” “Is Ben Meester jouw vader?” Ans zette grote ogen op. “Nee, alleen mijn verwekker! Ik werd bang maar deed toch de deur open.” “Wat wilde hij?” “Hij vertelde dat hij Sjors altijd een goed inkomen heeft bezorgd, dat dat het enige wat hij voor me kon doen. Hij had indertijd mijn moeder verkracht, samen met twintig anderen.” Ans werd misselijk. Ze haalde even diep adem. Wat kwam je toch vaak van dit soort misbruikellende tegen in de wereld van de prostitutie.
Erna vertelde verder. “Meesters kwam me vertellen dat er iemand zou komen om me te vermoorden en zei dat ik naar de achterkamer moest gaan. Even later kwam Dennis binnen, mijn oude pooier.” “Dezelfde van die vechtpartij vorige maand?” “Ja, die.”
“Dennis kwam binnen met een getrokken pistool. Dat kon ik niet zien, maar ineens hoorde ik een schot. Ben had zijn arm weggeslagen en zette hem een mes op de keel. Ik moest hem vastbinden. Ben knevelde hem en vertrok. Toen kwamen jullie al gauw.”
“Zei Meesters nog meer?” “Hij zei iets dat ik de sleutel tot Douwes hart in handen heb en dat Eugenie en Henk de macht willen overnemen door Douwe in hun macht te krijgen, of zoiets. Ik snapte er geen bal van. Douwe beschikt volgens hem over bijzonder krachten die de onderwereld op zijn grondvesten doen schudden. Hij zei ook dat zijn eigen rol bijna uitgespeeld was maar dat hij wil voorkomen dat Henk en Eugenie het voor het zeggen krijgen. Ik kan eerlijk gezegd niet geloven dat Henk hier iets mee te maken heeft. Hij is klant bij mij, hij is altijd heel aardig en kwetsbaar.”
“Heeft Meesters iets gezegd waarom Dennis jou moest vermoorden?” “Nee. Maar ik begrijp vanwege de relatie die ik met Douwe heb. Het is ze volgens Ben om Douwe te doen.”
Ans bedankte Erna en belde Albert de Kruik, haar collega. “Albert, er is daarnet een moordaanslag gepleegd op Erna de Bakker. Kun jij extra bewaking verzorgen bij het huis van Eugenie de Winter, er is kans dat ze iets met Douwe Atsma willen doen.” “Is hij binnen?” "Ja." “Hm, dan wordt het moeilijk. We kunnen zonder directe aanleiding niet binnenvallen. We zullen er posten.”
Douwe
Mijn debuut als gigolo was een daverend succes geweest. Niet alleen Eugenie, ook haar eveneens jarige stiefdochter Suzanne had ik heerlijk kunnen verwennen, met als toetje haar vriendin Romy.
Als bijvangst had Henk voor het eerst seks met zijn vrouw Eugenie gehad, waarmee ik er halfbewust voor zorgde dat hun deels occulte, kwaadaardige macht was geïmplodeerd en getransformeerd tot een onschuldige liefdesrelatie.
Na een hartelijk afscheid had ik een taxi besteld. Toen ik instapte keek echter ik in de loop van het pistool van Ben Meesters. Ik had geen kans hem uit te schakelen voor hij de trekker kon overhalen. “Wat wil je?” vroeg ik, om tijd te winnen. Het antwoord verraste me.
“Vanavond heb ik een moordaanslag op mijn dochter kunnen voorkomen. Ik wil niet dat zij via jou in de klauwen van Eugenie en Henk de Winter komt.” Hij probeerde te peilen of ik in hun macht was geraakt en zou me desnoods doden, begreep ik. “Maak je geen zorgen. Zij zijn geneutraliseerd”, zei ik. “Hoe kan ik dat geloven, Douwe.” “Eugenie en Suzanne zijn vanavond volop verwend. Uiteindelijk hebben Henk en Eugenie zelfs samen seks gehad. Ik heb mezelf niet overgegeven aan mijn eigen lust. Ik ben niet klaargekomen. Niet bij Eugenie en niet bij Suzanne.”
Ben keek me onderzoekend aan. “Dus jij beweert dat Henk en Eugenie nu hun macht verloren zijn en geen macht over jou verworven hebben?”
Voor ik kon antwoorden klonk er een schot. Ik voelde doodsangst. Geschokt zag ik hoe een kogel het hoofd van Ben doorboorde. In een reflex drukte hij zijn pistool af. Ik voelde een schroeiende hitte aan mijn oor, de kogel vloog rakelings langs mijn oor en ik hoorde het glas van mijn deurraam versplinteren.
Ineens stond er politie bij de auto. Het portier werd geopend. Ik herkende Albert de Kruik. “Dat was net op tijd, mijnheer Atsma. We hadden te laat in de gaten dat Ben Meesters zich vermomd had als taxichauffeur. We roepen een ambulance op om u naar het ziekenhuis te brengen voor onderzoek. Ik vermoed dat u niets mankeert, maar we nemen geen risico’s. Daar zult u ook uw vriendin treffen.” “Is er iets met Erna?” “Er is een poging gedaan haar te vermoorden. We hebben haar voor de zekerheid naar het ziekenhuis vervoerd.” “Ben Meesters zei al zoiets. Hij had dat verhinderd, zei hij.” Alberts mond viel open. “Wat?”
Als verdoofd arriveerde ik in het ziekenhuis. Ik was uitgeput van de intensieve avond met Eugenie en Suzanne, emotioneel geschokt door de ontmoeting met Ben Meesters en diens dood, vlak voor mijn ogen gestorven door een politiekogel, terwijl ikzelf op dat moment de dood in de ogen keek door het pistool dat hij op mij gericht hield en wat afging toen Meesters getroffen werd. En dan nog het bericht van de verijdelde moordaanslag op Erna. Ik was in shock. Behalve wat glassplinters in mijn nek en een schroeiplek aan mijn oorschelp, mankeerde ik eigenlijk niets. Het was een klein wonder dat de kogel uit het pistool van Ben Meesters mij gemist had. Maar in mijn hoofd leek alles aan scherven.
De politie probeerde vragen te stellen, maar daar was ik niet toe in staat. Ik was verdoofd. Ik zat alleen duf voor me uit te kijken, niets drong nog tot me door, ik besefte amper waar ik was. Zelfs op Erna reageerde ik nauwelijks, toen die bij me werd toegelaten. Dat maakte haar erg overstuur. Ik nam het waar maar was niet in staat uit mijn schulp te komen. “Douwe, lieverd, Douwe, zeg dat je nog van me houdt!?”
Ik was moe. Heel moe. Ik trilde over heel mijn lichaam. Ergens vaag op de achtergrond hoorde ik Albert, Ans en Erna overleggen. Het ging langs mij heen. Iemand gaf me een glas water. “We geven u wat kalmeringsmiddelen.”
Ik sliep meer dan tien uur. Onrustige dromen plaagden me. Het pistool dat op mij gericht was vuurde af. Ben Meesters die de kogel in zijn hoofd kreeg. Ik zag hoe Erna werd doodgeschoten. Ik werd onder water getrokken in het zwembad van Eugenie en verdronk. Telkens schrok ik wakker, om net zo hard weer in slaap te vallen.
Pas aan het eind van dinsdagochtend werd ik wakker, in een ziekenhuisbed. Mijn keel voelde als schuurpapier, ik had een gloeiende dorst. Met een schok realiseerde ik mij dat ik zonder bericht verzuimde van mijn werk. Gelukkig had ik mijn telefoon wel bij de hand. Ik zag dat Wim me al een paar keer had proberen te bellen.
Wim klonk boos. “Douwe! Waar zit je in godsnaam!” “In het ziekenhuis, Wim. Ik zat gister in een taxi, toen de chauffeur me bedreigde en voor mijn ogen werd doodgeschoten door de politie. Ik was in shock, ze hebben me volgestopt met kalmeringsmiddelen. Ik ben net pas wakker geworden.” Wim zuchtte. Goed. Douwe, ik wil je hier van de week niet meer zien. Maandag praten we verder, oké?” “Bedankt, Wim. Dat is wel verstandig, denk ik.”
Ik liep naar de deur van de ziekenhuiskamer. Er kwam meteen een verpleger. “Goedemorgen, meneer Atsma, ik hoop dat u goed geslapen heeft.” Ik schraapte mijn keel. Ik kon gelukkig weer praten. “Ik geloof het wel. Kan ik wat te drinken krijgen?” “Prima, ik zal u wat brengen.”
Ondertussen belde ik Erna. Ze nam huilend op. Ze was op haar werk. “Douwe, ik kon je vannacht niet bereiken, je reageerde nergens op! Ik had je zo nodig.” “Ze zeggen dat ik in shock was, Erna.” “Ik voelde me door jou verlaten, Douwe!” Ik voelde me boos worden. “Erna, ik was zelf bijna dood geweest! Ik wist amper meer wat er met me gebeurde!” “Hou je nog wel van me, Douwe?” Wat is dat nou voor rare vraag? Ik was even verbijsterd. Ik snauwde: “Kom op zeg! Waarom denk dat ik je bel?” Plotseling brak ze af. “Sorry, ik word geroepen.”
Het gesprek verwarde me. Het was net alsof al mijn gevoelens voor Erna ineens weg waren. Niet alleen voor Erna, trouwens. Ik voelde me emotieloos, dood. En Erna toonde zich nou ook niet bepaald invoelend naar mij.
Er kwam een man binnen. “Goedendag, mijn naam is Mark Evenblij. Mag ik bij u komen zitten?” Ik knikte en wees met mijn geopende hand naar de lege stoel aan mijn tafeltje. “Ik heb begrepen dat u nogal wat hebt meegemaakt, gister.” Moest dit nou? Waarom liet die man me niet met rust? “Ik ben psycholoog, van Slachtofferhulp. U ziet eruit alsof u wel wat hulp kunt gebruiken. Wat u gister heeft meegemaakt kan leiden tot PTSS.” “Ik ben gewoon moe.” “Nee, dat bent u niet. U bent emotioneel uitgeput en geschokt door wat u heeft meegemaakt. Heel begrijpelijk. Maar u gaat dit niet zo eenvoudig bij u neer kunnen laten glijden.” Ik sloot mijn ogen.
Onmiddellijk zag ik de loop van het pistool in de hand van Ben Meesters. Ik hoorde weer het schot. Het diepe ongeloof dat ik nog leefde. Mijn hand trilde. “U heeft gelijk, maar ik kan er nu nog niet over praten.” Hij keek me vol meegevoel aan. “Hier heeft u mijn kaartje. Ik zie u graag samen met uw vriendin. Zij heeft ook een enorm heftige gebeurtenis meegemaakt. Ik hoorde net uw telefoongesprek. In dit soort situaties raak je elkaar als stel makkelijk kwijt. Maak samen een afspraak.” Hij stond op en nam afscheid.
Een bekend gezicht kwam naar me toe. Agente Kitty. “Goedemiddag, meneer Atsma, ik hoor dat u de nacht hier heeft doorgebracht.” Ik was blij dat ik een bekende zag. Jammer dat Albert of Ans er niet was, maar ja, die hadden natuurlijk gister late dienst gehad. “Sorry, Kitty, ik ben niet echt op mijn best.” Ze keek me opmerkzaam aan, met zachte ogen. Ik kende haar alleen als strenge agente. Nu zag ik een vriendelijke vrouw met halflang bruin sluik haar, oplettende, bruine ogen. Ze was stevig gebouwd. Zeker niet dik, wel krachtig. “Zullen we even rustig praten?” stelde ze voor.
Kitty deed de deur dicht. “Wil je vertellen wat er gisteravond gebeurd is?” Ik haalde diep adem. “Ik had gister mijn eerste opdracht als gigolo, bij Eugenie de Winter. Haar man Henk wilde een verwenavond voor haar, voor haar verjaardag. Zelf is hij klant bij mijn vriendin Erna en die had hem verteld over mijn kwaliteiten als erotisch masseur.” Ik zag de mond van Kitty wat vertrekken. “Daar heb ik iets over gehoord, ja. Iets met klaar laten komen door alleen voetmassage, niet?” “Min of meer wel, ja. Ik begreep van Henk dat hij en zijn vrouw geen seksuele relatie hadden. Hij heeft ook geen echte seks met Erna, trouwens, maar ze verwent hem wel.” Kitty trok haar wenkbrauwen op, alsof ze daaraan twijfelde.
“De avond was erg geslaagd. Suzanne, de dochter van Henk, was er ook en die bleek op dezelfde dag jarig als Eugenie. Ik heb beide goed kunnen verwennen. Aan het einde had Eugenie zelfs voor het eerst seks met Henk.”
“Oké, Douwe, wat gebeurde er toen.” “Eugenie was erg tevreden en ik nam met een goed gevoel afscheid. Ik belde een taxi en verliet het huis. In de taxi bleek de chauffeur Ben Meesters te zijn. Hij vertelde me dat hij Erna had behoed voor een moordaanslag.” “Dat las ik ook in de verklaring van Erna. Heeft hij jou verteld waarom?” “Hij is de verwekker van Erna. Hij voelt zich op een bepaalde manier verantwoordelijk voor haar.” Kitty’s mond viel open. “Dat meen je niet.” “Erna is verwekt in een groepsverkrachting van haar moeder toen die met prostitutie wilde stoppen. Daar nam Ben Meesters ook aan deel.” “Godallemachtig!” riep Kitty uit. Ze huiverde. Ik voelde dat het onderwerp haar raakte.
“Wat gebeurde er in de taxi, Douwe?” “Hij hield een pistool op me gericht en wilde weten of ik onder invloed was geraakt van Eugenie en Henk. Dat is wat hij koste wat kost wilde voorkomen. Ik zei van niet, maar hij was niet overtuigd. Ik was bezig het hem uit te leggen, maar toen werd hij ineens doodgeschoten.” Ineens kwamen de emoties los. Ik begon te huilen. “Toen ik het schot hoorde dacht ik dat Ben schoot”, snikte ik, “toen zag ik de wond in zijn voorhoofd en tegelijk ging zijn pistool af. De kogel miste me op een haar. Hij zakte dood voorover op het stuur en ineens stond er politie. Verder weet ik het niet zo goed meer. Vannacht werd ik een paar keer wakker met nachtmerries.”
Ik zat weer stil voor me uit te staren. Voorzichtig vroeg Kitty: “Kende je mevrouw De Winter al langer?” “Ik heb haar een paar keer ontmoet op de roeiclub.” “Anders niet?” Ik twijfelde. Het leek erop dat de Raad niet meer bestond. Misschien bestonden zelfs de oude bendes wel niet meer. Maar de politie wist toch wel wat haar positie was, dus wat hadden ze eraan als ik over het gericht zou vertellen? “Nee, niet dat ik me kan herinneren”, zei ik daarom. “Kom op, Douwe, we weten allebei dat dat niet waar is.” “Ik ben niet zo’n liefhebber van wapens die op mij of mijn vriendin gericht worden.” Ze keek me schattend aan. “Dat snap ik wel”, zei ze toen.
“Aarzelend vroeg ik: “Mag jij me vertellen wat er gister met Erna gebeurd is?” “Ze kreeg bezoek van Ben Meesters, die haar waarschuwde dat die knaap die jou aangevallen had haar kwam vermoorden. Hij liet haar in de achterkamer zitten en schakelde die gast uit toen hij het huis binnenkwam. Ben sloeg de arm met het pistool weg, waardoor er wel een schot afging. Daarna hebben Erna en Meesters die knaap vastgebonden en gekneveld.”
“Wij werden gewaarschuwd door een buurman dat er een schot was gelost. Mogelijk had de opdrachtgever nog iemand in de buurt die moest controleren of de opdracht was uitgevoerd, dus we hebben Erna afgevoerd alsof ze een lijk was. Meesters was al verdwenen toen wij arriveerden. Daarom hebben we besloten om bij het huis van mevrouw De Winter te gaan posten, voor het geval ook jij gevaar zou lopen.”
Ik snapte dat dit voor Erna heel heftig moest zijn geweest, maar ik voelde er niets bij. Ik voelde sowieso niks, eigenlijk. Was dit, waar Mark Evenblij voor waarschuwde? Dat je elkaar na zulke heftige gebeurtenissen makkelijk kwijt kunt raken? Je kunt de ander moeilijk steunen als je zelf overhoop ligt.
Het gesprek met Kitty was afgelopen. Na een kort onderzoek door een arts mocht ik naar huis. Kitty bracht me thuis, maar ik had haar niets meer te vertellen.
Ik besloot om eerst maar te gaan trainen en dan Erna bij haar werk op te wachten. Ik wilde met haar praten, voordat ze naar handbal ging.
Het werd een flinke duurloop, 12km in anderhalf uur. Langs de Dommel richting wandelpark Eckhart, daar een paar rondjes, langs de TU en weer terug. Het maalde in mijn hoofd. Ik dwong mezelf me te concentreren op mijn lopen.
Thuisgekomen nam ik snel een douche en kleedde ik me gauw om om naar Erna’s werk te gaan. Ik zag haar in het bedrijfsrestaurant zitten met Sandra, heftig in gesprek. Erna zat met haar rug naar mij toe en kon me niet zien binnenkomen. Ik zag dat ze erg geëmotioneerd was, Sandra had haar handen beet en praatte druk op haar in. Ze zag me en viel even stil. Ik legde mijn vinger op mijn lippen. Ze knikte even en praatte weer verder.
Stilletjes kwam ik dichterbij en ging vlak achter Erna aan een ander tafeltje zitten. “Verdomme, Sandra, ik kan er gewoon niet bij dat hij helemaal geen aandacht voor mij had! Oké, hij had ook iets meegemaakt, maar het leek wel alsof het hem niets deed dat er een aanslag op mij gepleegd was!”
Ineens kwam hun collega Lindsay aangelopen met een krant. “Erna, Sandra, moet je nou eens kijken, jullie staan in de krant! ‘Vrouw in portiekflat vermoord’ en hier: ‘crimineel door politie doodgeschoten’!” Twee foto’s: een afgedekte brancard die in een ambulance werd geschoven en een foto van de taxi met het kogelgaten in de voorruit en het zijraam. Erna trok bleek weg. “Zat Douwe in die auto?” fluisterde ze.
Toen Lindsay het krantenbericht liet zien, begon ik helemaal te trillen. De gebeurtenissen van die nacht trokken weer aan mijn geestesoog voorbij. Een overweldigend gevoel van paniek overviel me, ik zat weer in die taxi en keek in de loop van het pistool van Ben Meesters, toen de kogel door het raam vloog en in zijn hoofd insloeg. Sandra zag het en sprong op. Ze sloeg haar armen om me heen. “Douwe! Wat is er! Douwe, je bent hier veilig!” Ze wiegde me in haar armen. “Erna, ik moet naar Erna”, mompelde ik.
Het drong tot Erna dat ik achter haar zat en ze zag dat ik er misschien nog wel erger aan toe was dan zijzelf. “Douwe, lieveling, ik ben hier. Ik ben bij je.” Ook zij sloeg haar armen om me heen. We huilden allebei, met de armen van Sandra om ons beiden heen geslagen.
“O, Douwe, ik voelde me vandaag zo alleen.” “Ik ook, lieverd. Ik kreeg een uitnodiging van Slachtofferhulp om met zijn tweeën een afspraak te maken. Die man zei dat je elkaar makkelijk kunt verliezen als je allebei een heftige ervaring hebt gehad. Daarom wil hij ons samen zien.” “Dat kunnen we toch zelf wel oplossen?” “Lieverd, toen Lindsay net dat krantenartikel voorlas, zat ik weer bij jouw verwekker in de auto en beleefde alles opnieuw. Die man zei dat dit kan uitgroeien tot PTSS. Ik heb hulp nodig en jij denk ik ook. Wij kunnen elkaar hierin misschien niet zo goed helpen, omdat we allebei zelf hulp nodig hebben. Erna knikte voorzichtig. “Goed dan.”
Sandra vroeg: “Is het een idee dat ik vannacht bij jullie ben? Om jullie te helpen, zeg maar?” Er ging een golf van verlangen door me heen. Begrijp me niet verkeerd, niet persé verlangen naar seks met Sandra, maar verlangen naar koestering, een schouder om tegen uit te huilen. “Dat is heel lief aangeboden van je, San. Wat vind jij, Erna?” Ze keek aarzelend. “Heel graag”, zei ze toen.
“Ga je dadelijk nog trainen?” vroeg ik. “Ja, dat was wel de bedoeling. Is wel goed, om even de zinnen te verzetten. Jij?” “Ik niet. Ik heb vanmiddag al een flinke training afgewerkt. Morgen naar basketbal, ik sla maar een keer sportschool over.” “Vanmiddag? Moest jij niet werken dan?” “Nee, ik werd in het ziekenhuis pas laat in de ochtend wakker en mocht van Wim deze week niet meer op mijn werk komen, om bij te komen van alle gebeurtenissen.” “Moest jij ook maar doen, Erna”, zei Sandra, “je was vandaag meer tot last van je collega’s dan tot hulp. Je kunt je beter ziek melden.” “Maar dat kan toch niet, er zijn al te weinig mensen.”
“Zullen we nog even wat gaan eten?” stelde Lindsay voor, “anders lukt dat niet meer voor de training. Eet jij mee, Douwe?” “Ja, graag.”
Terwijl we zaten te eten, kwam Gwen aanbenen, de teamleider van Erna. “Erna, klopt het dat er gister iemand bij jou op het portiek is vermoord?” Gwen hield de krant omhoog met een foto van de ambulance voor onze portiek, waar een afgedekte brancard in werd geschoven. Erna knikte stom. Sandra zei zacht: “Dat is Erna, op die brancard.” Gwen keek ongelovig? “Wat, maar…” “Er is gister een moordaanslag op haar gepleegd. Dit is de manier waarop ze in veiligheid werd gebracht”, legde Sandra uit, “en Douwe zat in die taxi op de foto van dat artikel daarnaast.” “Maar Erna, wat doe je hier dan?” riep Gwen uit, “nou snap ik waarom je vandaag zo warrig was! Ik wil je hier van de week niet meer zien, hoor je? Kom eerst maar weer even tot jezelf.” “Maar je hebt al te weinig personeel!” “Dat is dan maar zo. Jij moet je dit eerst verwerken, Erna. De rest van deze week ben je ziek. En niet terugkomen voordat je het een beetje hebt kunnen verwerken. Begrepen?” “Dank je, Gwen.”
Tijdens de maaltijd zaten Erna en ik vooral naar ons bord te kijken, ieder opgesloten in zijn eigen gedachten. Sandra zei zacht tegen mij: “Ga jij maar naar huis. Ik kom met Erna mee, na de training. Red je het zolang?” “Ik denk het wel.” “Ik ga zolang wel met hem mee”, zei Lindsay. Dat was lief van haar.
Lindsay zei dat ze even moest bellen. Toen ze klaar was, fietsten we naar mijn flat, die vlakbij was. De benedenbuurman stond in zijn deuropening en keek me met leedvermaak aan. “Gecondoleerd met je vriendin. Het zal nu wel een stuk rustiger worden hier.” De lul. Ik werd witheet.
De man had geluk dat Lindsay bij me was. Die voelde dat ik zo zou ontploffen en zei met een stem vol gezag: “Kalm, jij!” Deze kant van haar kende ik haar niet maar ik hield mezelf in bedwang. Ik sloeg alleen met mijn hand vlak naast zijn hoofd tegen de deurpost. “Wacht maar”, mompelde ik en liep met Lindsay mee naar boven.
We waren nog maar net boven of de bel ging. Lindsay vroeg via de intercom wie het was. “Kom binnen”, hoorde ik haar zeggen. Even later kwam Mieke binnen. Zij was het, naar wie Lindsay gebeld had. “Hoi”, zei ze zacht, “is het goed als ik binnen kom?” Ik kon geen woord uitbrengen en knikte stom, de tranen in mijn ogen. Mieke was me erg dierbaar, nadat ik een paar keer bij haar mocht blijven slapen en ze mij mijn nachtmerries had helpen doorstaan, als Erna een klant had.
De beide hoeren kleedden me uit en begonnen me overal te strelen. “We hebben je gemist”, zei Mieke. Ik had haar niet meer gezien sinds ik ontslagen was als uitsmijter in het bordeel. Ik genoot van hun strelingen, maar werd seksueel niet opgewonden. Daarvoor was mijn stressniveau en mijn dosis aan kalmeringsmiddelen nog veel te hoog. “Wat doen we verkeerd, Douwe?” “Niets, meiden, ik vind het echt heerlijk, wat jullie doen. Ik kan nu alleen niet seksueel opgewonden worden. Zelfs niet met Erna, denk ik. Maar het voelt wel heerlijk ontspannen.” Inderdaad. Ik donderde als bij toverslag weg in een bodemloze slaap.
Mieke
Mieke overlegde even met Lindsay wat te doen. Zo waren ze Douwe aan het verwennen, zo gleed Douwe onder hun handen weg in slaap. “Laat hem maar lekker”, meende Lindsay. Mieke was bezorgd. “Hij kan vreselijke nachtmerries hebben. Dan moet er iemand bij hem zijn”, vond Mieke. Ze wurmde zich naast Douwe in bed en trok zijn hoofd tegen haar boezem, haar handen strelend in zijn haar.
“Je lijkt wel verliefd op hem”, vroeg Lindsay zachtjes. “Verliefd niet, maar ik hou erg veel van hem”, fluisterde Mieke terug, “hij kan zo heerlijk teder en respectvol zijn. En zo kwetsbaar ook.” Liefdevol streelde ze zijn haar. “Blijf jij wachten tot Erna komt?” “Doe ik.” Lindsay liet Mieke en Douwe alleen, zette een pot thee en ging televisie kijken. ‘Goede Tijden, Slechte Tijden’, daar kon ze altijd lekker bij wegdromen.
Erna
Tijdens de training merkte Erna al gauw dat ze niet normaal mee kon doen. De kalmeringsmiddelen die ze geslikt had maakten haar traag en het leek of ze minder beheersing over haar spieren had. De trainster, Frederieke, riep haar bij zich. “Je beweegt en reageert een beetje raar, Erna, Is er iets?” Erna begon te snikken. “Ik hoopte dat de training me af zou leiden, maar dit gaat ook al niet.” “Wat is er dan?” vroeg Frederieke bezorgd. “Er is gister een moordaanslag op me gepleegd. Douwe was ook bijna dood. Ik zit onder de kalmeringsmiddelen.” “Och meid. Misschien moet je maar stoppen, je moet geen blessures krijgen. Of beul jezelf af in sprintjes. Maar geen oefeningen met bal meer.” Ze wist dat Sandra haar beste vriendin was. “Sandra, kun jij wat sprintjes met Erna doen?”
Maar Erna had het al gauw gehad. Ze wilde naar huis. Ze wilde bij Douwe zijn. Ze wilde slapen en vergeten. Samen met Sandra fietste ze daarom snel naar huis.
Douwe
Na een klein uurtje slaap werd ik verkwikt wakker. Ik vóelde weer. Ik was wel even verbaasd dat Mieke bij mij in bed lag, maar was er ook wel bij mee. Haar vertrouwde lichaam tegen het mijne. “Dank dat je er voor me bent.” “Graag gedaan, Douwe, ik lig graag met jou in bed”, glimlachte Mieke. Ik kuste haar en we stonden op.
We waren nog maar net in de woonkamer, toen Erna en Sandra binnenkwamen. “Hoi, zijn jullie er al”, verwelkomde Lindsay hun. “Ja, Erna trok de training niet.” “Gaat het met Douwe?” vroeg Sandra, alsof ik er niet bij was, als was ik een onmondige oudere. “Ja ho, ik kan ook zelf praten, hoor! Ik heb even een dutje gedaan, Lin en Mieke hebben me een ontspannende massage gegeven en toen was ik ineens weg”, antwoordde ik. “Nu voel ik me wat beter.”
“Gaat het met jou?” vroeg ik Erna. Die schudde haar hoofd. “Nee, mijn lichaam wil niet, met die kalmeringsmiddelen. Mijn hoofd ook niet.” Ik stapte naar haar toe. “Mag ik je knuffelen?” vroeg voorzichtig. Erna begon te huilen en wierp zich in mijn armen. Ook ik hield het niet droog. Wanhopig klemden we ons aan elkaar vast, terwijl Sandra en Mieke ons ook omhelsden.
Het was een huilbui waar geen einde aan leek te komen, alle opgekropte emoties moesten er in één keer uit, leek het wel. Uiteindelijk waren onze tranen dan toch op. Lindsay zat er wat bedremmeld bij. “Ik geloof dat ik jullie maar even alleen laat”, zei ze. “Lin, bedankt dat je er was. Dat was heel belangrijk voor me”, dankte ik haar.
Lindsay ging weg en toen stonden we daar een beetje ongemakkelijk met zijn vieren. Zowel Mieke als Sandra wilden er voor ons zijn, wat heel lief van ze was. Maar we pasten niet met zijn vieren in één bed. Ze vertrouwden Erna en mij nog niet alleen, dat was duidelijk en waarschijnlijk ook wel terecht. Voorzichtig opperde Sandra dat het misschien voor ons beter was om vannacht niet samen te slapen. We hadden allebei onze rust nodig. Met eventuele nachtmerries zouden we elkaar uit de slaap houden. Was het een idee dat San met Erna zou slapen en Mieke bij mij?
Geen gek idee, maar zowel Erna als ik hadden een ontzettende behoefte om bij elkaar te zijn. Mieke kwam met een oplossing. “Gaan jullie maar even lekker vrijen. Daarna slapen jullie apart met ons, zoals Sandra heeft voorgesteld. Is dat een idee?” Erna en ik keken elkaar aan. Eerlijk gezegd had ik de energie niet om te vrijen en dat zei ik ook. “Erna, zullen wij even samen douchen? Ik heb geloof ik nog geen energie om te vrijen.”
Even later stonden we samen onder de douche. Allebei waren we uitgeput, we hadden zelfs niet de energie om elkaar te wassen. Maar het was goed om tegen elkaar aan te staan, elkaars lichaam te voelen. Waar ik eerder vandaag geen enkel gevoel had, zelfs niet voor Erna, voelde ik nu weer mijn liefde voor haar. “Ik hou van je”, fluisterde ik. Ik kuste haar.
Erna ging met Sandra naar haar flat, ik kroop in mij in eigen bed. Vaag nog voelde ik Mieke naast me kruipen en zich tegen me aan drukken. Ik sliep vrijwel meteen.
Lees verder: Ontheemd - 31: Terugkeer In Het Basketbal
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10