Door: Zazie
Datum: 13-12-2024 | Cijfer: 9.8 | Gelezen: 5280
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 41 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Kerst,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 41 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Kerst,
Vervolg op: Kerstmarkt - 3: Björn En Elke
Noortje En Niels
.
Noortje
Het is donker, al na achten en ik heb nog steeds geen slaapplaats. Ik sterf van de honger, zeker sinds ik me bij de poffertjeskraam stond te verlekkeren aan die lekkere geur. En nu, hier bij dit chaletje waar ze Kerststollen, amandelstaven en idioot veel soorten koek verkopen loopt het water me in de mond. Eigenlijk was ik helemaal niet van plan om te jatten, maar er is geen ontkomen aan. Als bij de kraam hiernaast een vrouw met een rollator struikelt en gemeen valt, waardoor ook de mensen van deze kraam afgeleid zijn, steek ik in een impuls een complete stol onder mijn jas.
Ik weet niet wat me bezielt, het was een wanhoopsdaad, want in deze drukte is dit gewoon gekkenwerk. Maar nu kan ik niet meer terug, ik loop snel weg en net als ik begin te denken dat niemand het zag word ik op mijn schouder getikt. Als ik omkijk zie ik een jonge vent in politie-uniform, maar een paar jaar ouder dan ik, die me vervolgens opdraagt mijn jas te openen…
Niels
Na het vmbo deed ik de politieopleiding, het leek me wel wat om agent te worden. Vaak op straat, afwisselend werk, veel contact met de mensen. Ten dele is dat ook wel uitgekomen, maar wat nu pas in de praktijk blijkt is dat diezelfde mensen niet altijd zo aardig zijn als ze met ons in aanraking komen. En nog erger is al het schrijfwerk naderhand, soms voel ik me meer een kantoorklerk dan een agent. Toch ben ik wel blij met mijn beroepskeuze.
Eigenlijk heeft mijn vader graag dat ik de boerderij van hem overneem. En was het nou alleen maar simpel de boerderij runnen, maar met al die problemen van nu moet ik er echt niet aan denken. Mijn vader houdt vast aan het bedrijfsmodel van heel veel dieren, maar daardoor hij komt hij wel steeds meer om in het stikstof- en mestgedoe. Zelf zou ik veel liever biologisch boeren, het mag allemaal wel wat duurzamer worden, minder voedsel van dieren en meer van planten, wat dat betreft vind ik dat veel boeren een beetje de weg kwijt zijn. Tegelijk snap ik ze wel, de regering wil steeds wat anders en om een switch naar biologisch boeren te maken is veel geld en tijd nodig. Begin daar maar eens aan en eerlijk gezegd zie ik niet echt voor me dat we dat met ons bedrijf aan kunnen. Bovendien is mijn vader er dan óok nog, hij gaat het nooit accepteren als ik de boel omgooi.
Wél leuk is dat mijn moeder een jaar of tien terug een voedselbos liet aanleggen en dat we toen meteen ook een zorgboerderij werden. Er werken nu mensen mee die allerlei verschillende problemen hebben en op de boerderij een werkritme kunnen opbouwen. De meesten verblijven in een instelling iets verderop maar enkelen wonen zelfs op de boerderij, waarvoor in een nevengebouwtje speciaal drie appartementjes werden ingericht. Dit is dus vooral te danken aan mijn moeder, die net als ik behoefte had aan vernieuwing. Bovendien levert het andere inkomsten op, die de boerderij goed kan gebruiken.
Afgelopen jaar kwam ik van de politieopleiding en nu loop ik een jaar lang als aspirant mee met Steven, de wijkagent van de binnenstad. Hij is een jaar of tien ouder dan ik en een leuke kerel, die veel contacten heeft, ik leer onnoemelijk veel van hem. Af het toe is het ook wel prettig dat hij nog de eerste klappen opvangt, want wat ik al zei, mensen zijn lang niet altijd even aardig. Als ze hulp willen, wensen ze die vaak metéen, of je krijgt te horen dat de politie er nooit is als je ze nodig hebt. En aan de andere kant, als wij ergens op af worden gestuurd omdat er gedoe is, wensen ze vaak geen bemoeienis en worden ze soms agressief, dus doe het maar goed!
Vorige week is de Kerstmarkt geopend en vooral in de avond maken wij er af en toe een rondje, om ons gezicht te laten zien, zodat mensen weten dat de politie aanwezig en waakzaam is. Tot nu toe verliep alles rustig, maar nu is er dus dat meisje dat overduidelijk iets steelt, een groot brood, hoe kan ze zo stom zijn. Eerlijk gezegd hield ik haar al in de gaten, niet omdat ik haar ergens van verdacht, maar gewoon omdat ze een leuk snoetje heeft, lange bruine haren, een beetje het type waar ik meestal wel op val. Wat me het meeste opviel is dat ze er een beetje verlopen uitzag, ik vond haar nogal triest.
Op een gegeven moment struikelde er een oudere dame met haar rollator, waar mijn collega op af schoot om haar te helpen en toen zag ik het gebeuren, hoe ze dat brood onder haar jasje stak. Om hier ter plekke de zorg voor die mevrouw niet te verstoren geef ik mijn collega een seintje dat ik een heterdaadje heb en achter het diefje aanga. Na een meter of vijftig haal ik haar weer in en tik ik haar op haar schouder.
Noortje
Eigenlijk heet ik Noralie maar iedereen noemt me altijd Noortje, alsof mijn naam te lang is om fatsoenlijk helemaal uit te spreken. Ik had samen met mijn jongere broertje een fijne jeugd, vooral mijn vader deed veel met ons, zodra hij vrij was gingen we vaak erop uit naar zwembaden, ijsbanen, dierentuinen en wat al niet meer. Maar vier jaar geleden overleed hij aan kanker en toen we er nét allemaal een beetje overheen kwamen kreeg mijn moeder wat met een andere vent, die ik vanaf het begin al totaal niet zag zitten, zo gluiperig als hij altijd deed.
Een paar maanden terug trouwden ze en al gauw bleek wel wat voor een zak hij was, hij vond namelijk dat hij als stiefvader het recht had zich met mijn broertje en mij te bemoeien. Toen dat twee weken terug een keer gierend uit de klauwen liep omdat ik helemaal dwars ging liggen, kwam hij daarna in mijn kamer en gaf hij me ineens uit het niets een harde klap. Toen ik mijn mond open deed om te protesteren legde hij zijn hand over mijn mond en zei: ‘durf eens te gillen, Noortje, dan zal vanaf nu je leven zuurder dan zuur worden.’
Meteen daarna pakte hij me beet bij mijn polsen, waarna hij met zijn andere hand onder mijn bloesje ging en mijn tietjes betastte. ‘Hmm, wat ik al dacht, dit gaat helemaal de goede kant op, mooie Noortje, hier ga ik nog veel plezier aan beleven.’ Daarna betastte hij me echt overal, ook tussen mijn benen en toen hij wegging zei hij zachtjes: ‘je bent er helemaal klaar voor, stiefdochterlief, tot vannacht...’
Ik had al zo vaak tegen mijn moeder gezegd dat hij volgens mij een gluiperd was, maar ze geloofde me niet. ik wist daarom dat het geen enkele zin had om naar haar toe te gaan, ze zou toch alleen maar zeggen dat ik me aanstelde. Dus pakte ik wat kleren en spullen in en sloop het huis uit. Om ver genoeg weg te zijn nam ik de trein naar Den Bosch en sindsdien leef ik hier op straat. De nachten ben ik meestal in de opvang en overdag scharrel ik mijn kostje bij elkaar door in supermarkten eten te stelen. Ik schaam me daarvoor maar ik moet wel, ik heb amper geld en zal toch moeten leven.
Maar ja, ik kon er natuurlijk op wachten dat dit een keer fout zou gaan en nu die jonge wannabe-agent me heeft aangehouden is mijn eerste impuls om er vandoor te gaan. Maar tegelijk besef ik dat hij waarschijnlijk toch sneller is en bovendien, misschien krijg ik nu in de gevangenis een vast dak boven mijn hoofd. Dus open ik mijn jas als hij dat vraagt en overhandig hem het brood. Als hij vraagt waarom ik dit deed haal ik mijn schouders op en antwoord: ‘omdat ik honger heb misschien?’
Volgens mij heeft die gast te veel politiefilms gekeken, hij klikt heel overdreven mijn rechterarm met een setje handboeien vast aan zijn linkerarm en zo lopen we terug naar het huisje waar ik het brood jatte. Hij overhandigt dat aan de verkoper, die het niet eens gemist had en als hij mij ziet reageert hij dat hij geen aangifte doet. Kut, daar gaat mijn slaapplek. Maar het agentje maakt me niet los en overlegt fluisterend met zijn oudere collega. Daarna zegt hij tegen me ‘kom, mee naar het bureau’. Aan de rand van de Kerstmarkt roept hij een politieauto op en even later zijn we onderweg.
Niels
Oké, volgens mijn collega Steven moest ik dit meisje in vrijheid stellen maar dat voelde niet goed. Het gevolg is wel dat ik hier nu naast haar zit, tjesses, wat heb ik me op mijn hals gehaald, ik heb me weer eens laten leiden door m’n hormonen. Volgens Steven zitten de instellingen voor opvang deze dagen helemaal vol en gaat het lastig worden haar onder dak te krijgen. De collega’s voorin grapten al dat ik voor de Kerstmis een leuke vangst heb gedaan, nou, van mij mogen ze hun foute grappen voor zich houden.
Op het bureau zet ik haar in een verhoorkamer en vraag dan aan de wachtcommandant om een overzicht van hulpinstellingen voor jongeren. Hij geeft me een lijst en vraagt: ‘heeft ze een indicatie?’ ‘Geen idee, dat moet ik haar nog vragen’ antwoord ik. ‘Hmm, probeer het maar even jongen, maar als je bij die instellingen bot vangt moet je haar weer laten gaan, je collega heeft je zo snel mogelijk weer naast zich nodig.’ Terug bij het meisje vraag ik of ze honger heeft. Ze knikt gretig ‘ja’, waarna ik eerst een paar broodjes en een mok thee voor haar organiseer in de kantine. Ze valt er uitgehongerd op aan en dan begin ik: ‘ik ben Niels Heijmans. Je ID graag!’
Het meisje doet eerst wat onwillig maar als ik zeg dat dit in haar eigen belang is, dat ik probeer onderdak voor haar te regelen werkt ze mee. Volgens haar ID heet ze Noralie Pietersen maar ze verbetert me en zegt dat ze Noortje heet. Sinds kort is ze achttien jaar, tot mijn opluchting, want dat scheelt veel gedoe met eventuele ouders. Ze blijkt volgens haar verklaring van huis te zijn vertrokken vanwege aanranding door haar stiefvader en zwerft sinds twee weken rond in Den Bosch. Als ik vraag waar ze overnacht blijkt dat ze meestal naar de maatschappelijke opvang gaat, maar dat die komende nacht al vol zit.
Dan begin ik met bellen en het blijkt inderdaad te kloppen wat zowel mijn collega als de wachtcommandant al zeiden, er is nergens plek. Richting de Kerstdagen schalen al die instellingen af vanwege de vrije dagen van hun personeel en ze zitten niet bepaald te wachten op extra instroom van cliënten, en voor de crisisopvang komt het meisje niet in aanmerking. Terwijl ik zo bezig ben schranst het meisje de broodjes naar binnen. Ze is best wel aan de magere kant, ze heeft overduidelijk te weinig gegeten de laatste tijd. Uiteindelijk weet ik nog maar éen oplossing, ik bel mam en vraag haar of er ruimte is op de boerderij. Ook dat blijkt niet het geval te zijn, alle drie de appartementjes voor zorgcliënten zijn al bezet, maar als ik vertel waar het om gaat zegt ze dat er binnenkort een vrij komt en ze tot die tijd de logeerkamer wel in orde maakt.
Noortje
Hoor ik dat nou goed? Organiseert hij bij hem thuis een plek voor mij? No way, ik heb er geen enkele behoefte aan om onder toezicht van zijn ouders te komen staan. Maar hij reageert fel: ‘oké jongedame, dít is wat het is, de logeerkamer van mijn ouders of terug de straat op. Als je daarvoor kiest bieden we je nog de service dat m’n collega’s je terug in de stad afzetten, en dat is het dan. Wat wordt het?’ Hij is toch stoerder dan ik dacht, ik begrijp dat er weinig keuze is en geef toe. Niet veel later zitten we in een politieauto die ons naar de rand van de stad brengt.
Ik had niet verwacht dat het om een boerderij zou gaan. Hij staat tegen een kanaal aan en als we uitstappen hangt er een lucht van beesten, brrr, goor. Gelukkig is die lucht binnen niet te bekennen, waar de moeder me staat op te wachten. Vanaf het eerste moment dat ik haar zie valt er een pak van mijn hart, ze ziet er lief uit en geeft me een knuffel die ik even niet zag aankomen. ‘Welkom, Noortje is het toch, hè?’ Ik knik, het overvalt me en ik kan er niks aan doen, meteen komen mijn tranen opzetten.
Dat agentje staat me eerst even met grote ogen te bekijken, alsof hij nog nooit een huilend meisje zag. Dan krijgt hij ineens haast: ‘nou mam, jullie redden je wel hè? Ik moet weer aan ’t werk’ en weg is hij. Zijn moeder zegt hem gedag en dan, heel lief: ‘je kan zo lang blijven als je wilt, Noortje. Ga je zo dadelijk maar eens lekker douchen, maar wil je eerst nog wat eten?’ Als ik knik zit ik amper vijf minuten later aan een bord dikke erwtensoep, dat ik gulzig naar binnen werk. Meteen daarna wordt het bord weer volgedaan en voor het eerst in dagen kan ik weer eens genoeg eten.
Mijn tweede bord eet ik een stuk rustiger en ik neem ondertussen de tijd wat om me heen te kijken. We zitten in een enorme keuken met in het midden de grote ronde tafel waar ik aan zit te eten. Ik tel in de gauwigheid dat er twaalf stoelen omheen staan, blijkbaar komen hier veel mensen over de vloer. In de hoek staat al een Kerstboom en opnieuw moet ik weer huilen, het is allemaal zo gezellig, het is net of ik nu pas besef hoe erg ik dat heb gemist. Mevrouw Heijmans raakt me troostend aan en zegt: ‘het is allemaal een beetje veel voor je geweest, denk ik. Kom, ik breng je naar je kamer, een goede nachtrust doet wonderen.’
Daar blijkt dat die ook een badkamer heeft, ik weet niet wat me overkomt, wat een luxe. ‘Nou meisje, ga je eerst maar eens lekker opfrissen, over een half uur kom ik kijken of je nog wat nodig hebt. Aan de deur hangt een badjas, je red je verder wel hè?’ Ik knik en dan, eindelijk mijn vuile kleren uit en douchen! Het was in de opvang alweer een week geleden en ik begon mezelf steeds meer te ruiken. Genietend sta ik minutenlang onder de warme waterstraal, mijn afgepeigerde lijf verwennend en masserend. Dan was ik uitgebreid mijn haren, ze zijn al best wel lang en hebben eigenlijk hoognodig een knipbeurt nodig.
Als ik bij het afdrogen mezelf in de spiegel bekijk schrik ik. Ik ben behoorlijk afgevallen en kan mijn ribben al zo’n beetje tellen. Het voordeel is wel dat mijn buik nu lekker plat is en gelukkig hebben mijn tietjes er niks onder geleden, ze steken zich nog steeds rond en eigenwijs naar voren. Aan de deur van de badkamer hangt inderdaad een grote badjas, ik trek die aan en stap daarmee in bed. Tegen de tijd dat mevrouw Heijmans verschijnt slaap ik al half. Ze zegt ‘slaap lekker Noortje’, waarna ze weer verdwijnt.
Niels
Ik schrok ervan toen dat meisje begon te huilen, ze was steeds zo stoer en afwerend dat deze kant van haar me ineens van mijn stuk bracht. Het leek me maar het beste om snel te vertrekken, mijn moeder zou dit wel oplossen. Bovendien stond m’n maten in de patrouillewagen nog steeds te wachten, tijd om weer aan het werk te gaan.
Als ik terug ben bij mijn collega Steven vraagt hij ‘en? Ben je d’r kwijtgeraakt?’ Ik vertel hem dat het klopte, dat de instellingen geen plaats hebben en dat ze nu bij mij thuis is. Hij kijkt me aan, lacht dan breed en zegt: ‘ja Niels, zo beginnen we allemaal. In principe heb je dit wel goed gedaan jongen, maar let daar mee op, want soms je weet echt niet wie je in huis haalt.’
Hmm, kan wel zijn maar ik reken er toch op dat mijn intuïtie een beetje klopt. De rest van de avond verloopt in alle rust en tegen elf uur zetten we er een punt achter.
Als het even kan ga ik altijd op de e-bike naar mijn werk, het geeft me net genoeg tijd om weer een beetje van alle gedoe af te koppelen. Het is koud maar gelukkig wel droog en relaxed fiets ik de twaalf kilometer op huis aan. Ik woon nog steeds thuis maar nu ik een vaste baan heb wil ik zo gauw mogelijk een eigen woning hebben. Ik had verwacht dat mijn moeder net als mijn vader al op bed zou liggen maar als ik arriveer zit ze nog op me te wachten in de keuken. Ze begroet me met een ‘hoe was je dag jongen?’ Ik pak een biertje uit de koelkast en vertel haar dat dit best een leuke tijd is om te surveilleren. De stad is mooi verlicht, de meeste mensen hebben zin in de feestdagen, de winkels zien er feestelijk uit, het is prima om nu dienst te hebben in het centrum.
Dan vraag ik hoe het met het meisje Noortje is. En dan blijkt weer eens hoe groot het hart van mijn moeder is. Al die mensen die zorg nodig hebben en overdag hier werken, ze kunnen altijd op haar rekenen als ze een luisterend oor nodig hebben. Ze vertelt hoe ze Noortje eerst zoveel als ze lustte heeft laten eten, haar toen onder de douche heeft gestuurd en dat ze nu als een roos ligt te slapen.
Zelf ga ik ook nog gauw even douchen en voel dan hoe moe ik ben, al snel val ik daarna in slaap.
De volgende dag ben ik tot de middag vrij maar ik sta vroeg op om mijn vader te helpen bij het melken. Ik weet dat hij straks nog weg moet en dan is het wel fijn als hij er even een paar handjes bij heeft. Gelukkig hebben we het er tegenwoordig niet vaak meer over dat hij wil dat ik hem opvolg, maar op dat punt schuurt het nog altijd tussen ons.
‘Waar heb je dat meisje gevonden?’ vraagt hij op een gegeven moment. Hij vraagt niet vaak naar mijn werk en ik vertel hem: ‘op de Kerstmarkt, ik betrapte haar op het stelen van een brood en toen ik haar niet onder dak kreeg bij een instelling belde ik mama.’ ‘Mmm jongen’, bromt papa dan, ‘ben jij niet een beetje te weekhartig voor dat werk? Je weet toch niet wat je in huis haalt, kijk maar uit hoor.’ Het is of ik mijn collega hoor praten en haal mijn schouders op.
Als we klaar zijn met melken lopen we op huis aan om te ontbijten en als we binnenkomen zie ik tot mijn verrassing dat het meisje ook al op is, ze zit volop te eten. Ze ziet er zo anders uit dan gisteravond, zo veel meer ontspannen, zo schoon ook, met haar haren die glanzend om haar gezichtje vallen, ik snap nu weer volledig waarom ze gisteravond mijn aandacht ving, ze is leuk! Ik herken de kleren die ze aan heeft als die van mijn zusje, die vanwege haar tussenjaar een half jaar op reis is, en ze staan haar echt leuk. Mijn zusje is gek van skaten en dit meisje staan ze ook wel, die ruime kleren.
Noortje
Als ik wakker word weet ik eerst even niet waar ik ben, maar dan daagt het me weer, hoe ik op stelen betrapt werd en daarna thuis bij dat agentje onderdak kreeg. In de opvang moeten we er altijd vroeg weer uit en dat is zo ongeveer ook de tijd dat ik hier nu wakker ben geworden. Ik sta op en als ik op een stoel zie dat er kleren voor me zijn klaar gelegd trek ik die dankbaar aan, heerlijk, schone spullen. Het is skaterskleding en die valt nogal ruim, niet helemaal mijn ding maar alles is beter dan het vuile setje dat ik nu al veel te lang heb gedragen.
Beneden aan de grote tafel zitten mevrouw Heijmans en enkele andere mensen al te eten, en nadat we ons aan elkaar hebben voorgesteld krijg ik ook een plekje toegewezen. Eerst krijg ik een bord havermoutpap voorgeschoteld en daarna mag ik zoveel brood eten als ik wil. Er zijn gebakken eieren, allerlei soorten kaas en vleeswaren, jam, hagelslag, roomboter, ik kan mijn geluk niet op want ik heb nog steeds een reuzehonger. Net als ik mijn mond goed vol heb komt dat agentje binnen, samen met een oudere man, die zich voorstelt als zijn vader.
Lekker, zit ik hier met mijn mond vol. Ik zie hoe die Niels me bekijkt, het maakt me totaal verlegen. Maar ondertussen krijg ik wel mee dat hij zonder uniform best wel een leuke vent is om te zien. Dan komt hij ook nog naast me zitten en met een gemeen lachje zegt hij: ‘smaakt het brood je?’ Ik snap meteen waar hij op hint en krijg een hoofd als een boei. Zijn moeder, die natuurlijk ook wel in de gaten heeft wat hier gebeurt, zegt: ‘Niels, hou eens op jij, ze mag zoveel eten als ze wil.’ Hierna laat hij me met rust en praat hij wat met zijn ouders en de andere mensen. Ik bemoei me er maar even niet mee, nu ik in veiligheid ben kom ik eraan toe om te verwerken wat ik de afgelopen weken allemaal deed om in leven te blijven. Ik schaam me en hoop echt dat ik niet meer terug hoef naar dat leven.
Na het ontbijt stelt zijn moeder voor dat Niels me maar eens even rondleidt en de boerderij laat zien. Als hij vraagt ‘wil je dat?’ knik ik, als ik hier nog een tijdje mag blijven kan het ijs tussen ons maar het beste gebroken worden. Als eerste laat hij me de stal met koeien zien, het zijn er heel veel. Niels vertelt dat het er zo’n tweehonderd zijn en dat ze de laatste jaren het meest op stal staan, vanwege het stikstofgedoe: ‘mijn vader wil het liefst blijven boeren met heel veel koeien maar dat is niet houdbaar, als er een regering komt die eindelijk daar eens mee doorpakt zal hij waarschijnlijk moeten halveren.’
Nou, ik snap zijn vader wel, ik vind koeien ook leuk. ‘Mogen ze allemaal vrij rondlopen?’ vraag ik dan. Niels knikt: ‘heel veel ruimte hebben ze wel niet maar het is toch beter voor ze dat ze zelf mogen uitzoeken waar ze gaan liggen. Wist je dat koeien ook vriendschappen sluiten en liefst dan bij elkaar in de buurt gaan liggen herkauwen?’ Nee, dat wist ik niet maar nu ik er op let valt het me inderdaad op dat in sommige ligplaatsen geen dieren liggen en dat er dan ineens weer een groepje van drie of vier bij elkaar ligt.
Daarna komen melkkamer, de silo’s met voer, de opslag van ingekuild gras en wat me echt imponeert is de grote schuur vol met machines, wat moeten die mensen veel dure aanschaffingen doen! Achter de grote stal liggen wat weilanden en daarnaast ligt wat Niels noemt een ‘voedselbos’. ‘Daar zijn mijn moeder en ik echt trots op. Door haar zijn we een zorgboerderij geworden en bijna iedere dag werkt ze met een stuk of acht van die mensen in het bos, om het te onderhouden en om dingen te oogsten.’ ‘Wat dan allemaal?’ vraag ik. ‘Ohw, natuurlijk appels, peren, kersen, pruimen, maar ook heel veel soorten bessen, groenten, en zelfs paddenstoelen en eetbare bloemen.’
‘En kom eens meekijken…’ We lopen tussen de bomen en struiken door en komen dan bij een vijver. ‘deze poel hebben we bij de aanleg van het bos laten uitgraven, om meer biodiversiteit te krijgen. De voedseltuin doet ‘t het beste als er veel verschillende soorten insecten leven.’ Ik had totaal geen idee waar boeren allemaal mee bezig zijn, ik vind het echt leuk om dit te leren kennen. ‘Dus jouw vader en jouw moeder hebben eigenlijk ieder een eigen afdeling. Verdraagt dat elkaar wel?’ ‘Chapeau!’ grijns Niels, ‘precies daar wringt de schoen. Mam en ik willen deze kant op maar pap houdt vast aan zijn koeien. Daarom wil ik hem niet opvolgen en ben ik bij de politie gegaan.’
Niels
Ze is echt heel leuk, en ook slim, ze heeft meteen door waar hier de schoen wringt. Als we teruglopen vraag ik haar of ze hier een tijdje zou willen blijven. Als ze overtuigd ja knikt vertel ik dat mam dan voor haar een indicatie voor jeugdzorg regelt en dat ze na nieuwjaar in een van de zorgappartementen kan gaan bivakkeren. En dan moet ik het toch weten: ‘je zei gisteren dat je overhaast van thuis bent weggegaan, maar waarom eigenlijk?’ Ik schrik ervan als ze begint te huilen. Even weet ik niet wat te doen maar dan blijf ik stilstaan en trek ik haar tegen me aan. Heel even stribbelt ze tegen maar even later geeft ze zich eraan over en leunt ze heel close tegen me aan. Terwijl ze huilt en ik haar lichaam voel schokken tegen het mijne streel ik haar over haar haren en haar rug, om haar te roosten.
Als ze tot bedaren is gekomen kijk ik haar aan: ‘wil je me vertellen wat er is gebeurd?’ Met betraande ogen kijkt ze ook mij aan en vertelt dan over hoe de nieuwe man van haar moeder zich aan haar vergreep en dreigde daarin verder te gaan. Dat ze daarom nog diezelfde dag is vertrokken, zonder goed te weten wat te doen en waar naartoe te gaan. Op de politieopleiding kwam dit veel aan bod, dat veel mensen in de problemen komen binnen de familie en dan soms rare bokkensprongen maken. Als we verder gaan voelt het raar om meteen het contact te verbreken en alsof het vanzelfsprekend is lopen we hand in hand verder, tot we weer in het zicht komen van de boerderij. Daar vangt mijn moeder haar op en ga ik naar mijn kamer, om even wat tijd voor mezelf te hebben voordat ik ga werken.
Het heeft me aangegrepen, het verhaal van Noortje. Het is voor mijn zusje en mij zo logisch dat we een veilig thuis hadden, maar er zijn echt zoveel kids voor wie dat helemaal niet zo is. Maar wat me nog het meeste bezig houdt is dat Noortje wel echt een heel leuk meisje is. En dat is iets wat ik gisteravond meteen al zag, toen ik haar in het vizier kreeg, waardoor ik bij toeval zag hoe ze dat brood jatte. Ik ben echt niet bleu als het om meisjes gaat, ik had al enkele vriendinnen maar bij dit meisje voel ik meer, ze heeft iets wat me diep van binnen raakt.
In de week die volgt zorgt mijn moeder ervoor dat ze inderdaad met een jeugdzorg-indicatie kan blijven en werkt ze Noortje in op de klusjes die ze moet doen. Er is in deze tijd veel onderhoud aan het voedselbos te doen, vooral snoeiwerk, en daarnaast moet ze samen met de anderen af en toe bijspringen in de stal als de mest moet worden uitgereden of er nieuw stro moet worden gelegd. Ook is ze in de leer bij mijn vader om te helpen met melken. Ondertussen trekken we steeds meer naar elkaar toe, als ik vrij heb werk ik vaak mee en zoek ik daarbij haar gezelschap op. We hebben echt een klik, we praten veel en steeds vaker kan ze van harte lachen, ik vind het super om te zien hoe ze aan het veranderen is…
Noortje
Nog steeds komt er af en toe een bericht van mijn moeder binnen op mijn mobieltje, maar daar reageer ik niet op. Wel heb ik op advies van mevrouw Heijmans een lange brief aan haar geschreven, met de hele toedracht waarom ik ben vertrokken en ook niet meer wil terugkomen. Misschien dat ik later een keer op haar pogingen om in contact te komen inga, maar voorlopig niet, daarom heb ik haar ook niet mijn adres gegeven. Mijn enige zorg is dat ondertussen mijn broertje het leven wordt zuur gemaakt door die vent van haar, maar uit zijn berichtjes kan ik afleiden dat dat tot nu toe niet het geval is.
Het was dus even wennen maar nu vind ik het heerlijk hier. Niels zijn ouders zijn ontzettend lief en zorgzaam en met de andere cliënten kan ik prima opschieten. Maar het leukste is dat Niels zodra hij vrij is mee komt werken, als het even kan trekt hij dan met mij op. Vooral tijdens het snoeien van de eindeloos veel bomen en struiken hebben we alle tijd om te kletsen. Ik merk aan alles dat hij supertrots is op dit voedselbos en ik snap niet dat hij liever agent is, als ik de keuze had zou ik voor een boerderij gaan. Als ik hem dat vraag reageert hij een beetje gebeten: ‘zo simpel is het allemaal niet, Noortje. Er hangen hele grote problemen rond de boerderij die we niet alleen kunnen oplossen, omdat de regering maar niet opschiet met besluiten nemen, en ondertussen blijft mijn pa maar hangen in hoe het was. Ik heb met mam al van alles geprobeerd, maar er is geen doorkomen aan. Nou, dan liever bij de politie.’
Oké, dit is duidelijk een pijnlijk onderwerp, daar moeten we het maar niet meer over hebben. Maar er blijft genoeg te praten over en dat doen we dan ook, eindeloos lang kletsen we over van alles en nog wat. Langzamerhand begin ik hem echt goed te kennen en ik vind hem leuk! Tijdens de avonden dat hij vrij is zitten we heel vaak te rummikuppen en dan hebben we de grootste lol. Soms doen zijn vader en moeder ook mee, dan is het wat serieuzer allemaal, maar toch, ik kan me niet herinneren dat er thuis de laatste jaren ook maar éen avond zo gezellig was als die we hier bijna iedere dag hebben.
Niels
Het is nog tien dagen tot Kerstmis. Ik trek de stoute schoenen aan, ik vind Noortje superlief en vraag haar mee te gaan naar de stad. Op het podium van de Kerstmarkt gaat een popkoor Kersthits zingen en daar zitten een paar lui uit mijn vriendengroepje in, ze vroegen me te komen luisteren.
Noortje aarzelt even, wat ik wel snap, ze gaat dan terug naar een plek waar ze niet persé goede herinneringen aan heeft. Maar gelukkig stemt ze toch toe en tegen vijf uur fiets ik naar de stad, met haar heel close achterop. Het wordt supergezellig, het koor wordt begeleid door een toffe band waarvan vooral de toetsenist en zijn keyboards eruit springen. Hij begeleidt het koor perfect maar kan de boel ook opzwepen, soms lijken ze wel een gospelkoor.
De ene hit na de andere komt langs en regelmatig zingt die orgeljongen samen met een meisje solo. Geen idee waar ze die twee vandaan hebben maar ze zijn geweldig, vooral het ‘Stille Nacht’ is prachtig, iedereen staat ademloos te luisteren. Tegen het slot komen de grote hits aan bod en vooral ‘Thank God it’s Christmas’ wordt door iedereen letterlijk meegebruld. Ook de uitsmijter ‘Feliz Navidad’ doet het goed, die jongen en dat meisje spinnen net als Michael Bublé en Thalia in hun duet het slot eindeloos lang uit. Het koor neemt steeds over, ze vullen elkaar perfect aan en het wordt een compleet kerstfeestje op de Kerstmarkt.
Ondertussen houden Noortje en de hele tijd elkaars hand vast en terwijl we luidkeels met alle songs meezingen wordt het steeds closer tussen ons. Na afloop gaan we met een heel clubje uit het koor naar een van de terrassen aan de zijkant van het plein, ook het tweetal dat solo zongen gaan mee, pas later begrijp ik dat ze broer en zus zijn. We worden bediend door een leuk meisje met een knipperend gewei op haar hoofd en het ene na het andere rondje glühwein wordt besteld. Als we terugfietsen naar huis gloeien we allebei, niet alleen van de glühwein maar vooral door datgene wat er tussen ons aan het opvlammen is.
De hele terugweg hangt Noortje lekker tegen me aan en houdt ze haar armen stijf om mijn middel geslagen, waarbij haar handen zo’n beetje net boven mijn kruis samen komen. Ik weet niet of ze het er om doet, af en toe zakken die af waardoor ze net even tegen mijn pik komen, die er tamelijk onrustig op reageert. Op een gegeven moment hoor ik achter me dan ook een giecheltje, en ik kan wel raden waar dat over gaat.
Noortje
Ik heb in tijden niet meer zoveel plezier gehad en nu, achterop bij Niels, besef ik dat ik hem wil hébben. Ik ben allang geen maagd meer en had met twee vriendjes seks, maar niet eerder had ik zo’n klik met een jongen als nu met dit boeren-agentje Niels. Als we terug op de boerderij arriveren is het even spannend tussen ons en dan vraag ik hem mee te gaan naar mijn appartementje en eenmaal daar zoen ik hem. Ik ben een beetje zenuwachtig want ik weet niet of hij ook zo ver wil gaan, maar die zorg is al snel voorbij. Hij trekt me tegen zich aan, boort zijn tong tussen mijn lippen en trekt me een tongzoen in zoals ik die niet eerder beleefde. Als we ons na een paar minuten buiten adem losmaken van elkaar zegt Niels ‘whów Noortje, als je eens wist hoe ik hiernaar verlangd heb. Ik vond je die avond meteen al leuk!’
Achteraf gezien ben ik dus blij dat hij me snapte bij dat jatten, want wie weet wat er anders allemaal met me was gebeurd. Opnieuw druk ik me tegen hem aan en daarbij wordt volkomen duidelijk wat Niels wil want zijn pik staat hard tegen mijn kruis te dringen. Ik sla mijn armen om zijn nek, trek me aan hem op en vouw dan mijn benen om zijn heupen, zijn paal zo nog wat verder opneukend. Ondertussen zoenen we er weer op los terwijl we onze handen over elkaars lijf laten dwalen.
‘Ik wil je in me’ fluister ik op een gegeven moment en als Niels met een zachte grom reageert gaat het snel. Ik maak me van hem los en allebei kleden we ons als razenden uit. Niet veel later liggen we bloot tegen elkaar in mijn bed, opnieuw zoenend en elkaars lichaam hongerig met onze handen verkennend. Dan trek ik Niels op me, spreid mijn benen, maak mijn kutje extra nat met mijn eigen spuug en pak dan zijn harde paal beet om hem voor mijn gleufje te zetten. Niels stoot meteen toe en met een diepe zucht ontvang ik hem, van mij mag hij me ‘jingle áll the way’ hebben.
Als Niels helemaal in me zit leunt hij op zijn armen en kijkt me aan. ‘Ik ben zo blij dat ik je gevonden heb’ zegt hij dan en als antwoord kan ik alleen maar knikken en vouw mijn benen om zijn heupen, om hem te laten voelen hoe graag ik hem wil hebben. Langzaam begint Niels in me te bewegen en door steeds mijn bekken wat tegen te kantelen zorg ik ervoor dat hij iedere keer goed diep in me komt en daarbinnen al mijn fijne plekjes raakt. Ondertussen blijft hij op zijn armen steunen met zijn gezicht boven het mijne en het is heel bizar om hem zo in me te voelen en ondertussen elkaar aan te blijven kijken, alsof we ook via onze ogen bij elkaar binnendringen.
Al snel voel ik mijn orgasme op gang komen, nog nooit eerder lukte dat zo gemakkelijk. Met mijn armen om zijn nek trek ik hem tegen me aan, ik wil zijn hele lijf tegen me aan voelen terwijl hij me neukt. Voor Niels is dat geloof ik het sein om nu stevig aan de slag te gaan, steeds sneller en feller drijft hij zijn paal bij me naar binnen. Niet veel later spat ik volledig uit elkaar en om daar niet in te verdwalen klem ik me als een klein aapje aan hem vast. Dan komen voor de zoveelste keer de tranen, geen idee waarom dat nou weer is en waar ik ze steeds weer vandaan haal…
Niels blijft in me door bewegen maar ondertussen kust hij mijn tranen weg, steeds als er een omlaag rolt is hij er meteen bij om me daar een zoentje te geven. Het is zo lief hoe hij dat doet, ik voel me zo beschermd! Het is pas over tien dagen Kerstmis, maar voor mij is het dat nú al wel, want speciaal voor mij kwam er een engel naar beneden om mij te redden en de liefde te brengen…
Liefs,
Zazie
Lees verder: Kerstmarkt - 5: Vincent En Juliëtte
Trefwoord(en): Kerst,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10