Door: Annemiek
Datum: 02-07-2025 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 2153
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 91 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Beffen, Likken, Romantiek,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 91 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Beffen, Likken, Romantiek,


Marjan was begin veertig, schatte Roos, en straalde een zelfverzekerdheid uit die tegelijk zacht en verleidelijk was. Ze droeg een eenvoudig, zwart linnen jurkje dat haar slanke figuur accentueerde, en ze had een lichte, lenige manier van bewegen. Haar donkerblonde haren vielen los langs haar gezicht, dat warme lachrimpeltjes rond de ogen had. Toen hun blikken elkaar kruisten, bleef Roos ademhalen vergeten. Tijdens de pauze zocht Marjan haar op, heel natuurlijk. ‘Hoe vond je de eerste opdracht?’ vroeg ze, terwijl ze haar koffie langzaam rondzwierde in het kartonnen bekertje. ‘Ik… ik dacht dat ik niets durfde te schrijven,’ zei Roos, en ze lachte nerveus. ‘Maar ineens kwam het toch.’ ‘Je ogen verraden het al,’ zei Marjan, haar stem zacht en warm, bijna fluwelig. ‘Je hebt een storm in je hoofd, hè?’
Die woorden nestelden zich diep in Roos’ borst. Ze voelde het warme bloed omhoog kruipen langs haar hals. Ze wilde dichterbij komen, haar aanraken, aan haar ruiken. Maar ze durfde niet. Later, na de cursus, stelde Marjan voor om samen een glas wijn te gaan drinken in een klein barretje om de hoek. De stad voelde loom en zinderend aan in de late zomeravond. Roos volgde Marjan op een paar passen afstand, gevangen in haar geur van jasmijn en iets kruidigs, misschien gember? Aan een tafeltje bij het raam zaten ze tegenover elkaar. De eerste slokken wijn brandden zacht in Roos’ keel, haar hart klopte luid. Ze praatten over boeken, over dromen, over hoe het voelde om jezelf op papier uit te kleden. Steeds vaker raakten hun knieën elkaar, een korte elektrische schok, gevolgd door giechelen en blikken die langer bleven hangen.
Op een gegeven moment liet Marjan haar hand langzaam over de pols van Roos glijden. Het voelde alsof de wereld plotseling kleiner werd, alsof alles samensmolt in dat ene, trage gebaar. Roos durfde nauwelijks te ademen. Haar huid tintelde, haar benen voelden zwaar en licht tegelijk. ‘Mag ik je kussen?’ fluisterde Marjan, haar mond heel dichtbij. Roos knikte, bijna onmerkbaar. Haar lippen waren al een beetje geopend, haar ogen half gesloten van verlangen. De kus was zacht, eerst voorzichtig, aftastend, maar dan, als een vlam die in droge takken schiet, plots vuriger. Roos voelde Marjans tong haar lippen beroeren, haar eigen handen gleden omhoog langs Marjans kaaklijn, verkenden het zachte, warme vlees achter haar oren. Hun ademhaling versmolt tot één snelle, hongerige cadans.
Toen ze zich uiteindelijk losmaakten, gloeide Roos’ gezicht. Ze voelde hoe haar hele lijf trilde van opwinding, hoe haar gedachten in duizend kleine vlinders uiteen waren gespat. Marjan streek een losse lok achter Roos’ oor en keek haar aan met diezelfde glimlach die eerder al zoveel had losgemaakt. ‘Ik wil je weer zien,’ zei Marjan zacht. ‘Ja… ja, graag,’ stamelde Roos, haar lippen nog half open, haar hart een razende trommel. Ze spraken af voor het weekend, in Marjans flat. Ze zouden samen koken, wijn drinken, en misschien, heel misschien, opnieuw verdwalen in elkaars mond, elkaars handen, elkaars geur. Op weg naar huis voelde Roos zich alsof ze zweefde. De stad lag in zachte, gouden gloed, maar binnen in haar brandde een vurige honger die ze nooit eerder had gekend. Ze wist dat ze op het punt stond een grens over te gaan, maar ze verlangde ernaar met een roekeloze, vurige overgave. En Marjan… Marjan was precies de vrouw die haar daartoe durfde te verleiden.
Roos lag die nacht lang wakker. De stad was langzaam tot stilte gekomen, slechts een zacht geritsel van bladeren tegen het raam, ergens in de verte het lage gebrom van een auto. Maar in haar kamer was het warm en in haar lichaam nog zoveel warmer. Ze lag op haar rug, haar haar als een koperrode halo uitgespreid over het kussen. Haar huid tintelde, alsof Marjans vingers nog steeds over haar pols gleden, haar kaak streelden, haar lippen beroerden. Ze dacht niet aan scènes of fantasieën, ze dacht aan het gevoel. De geur van Marjan, de lichte druk van haar knie tegen die van Roos, de geur van wijn gemengd met iets kruidigs en dierlijks. Roos ademde diep in, liet haar hand zacht over haar eigen buik glijden. Ze voelde hoe haar huid meteen reageerde, hoe er vonken onder haar huid begonnen te dansen. Haar ademhaling werd langzaam dieper, onregelmatiger. Haar vingers bewogen verder, trager nu, langs de rand van haar slip, even twijfelend. Maar er was geen aarzeling meer, geen schaamte, alleen een brandende honger, een hunkering die ze niet langer wilde sussen met woorden.
Ze sloot haar ogen, haar vingers gleden verder, vonden het vocht, de warmte die haar eigen verlangen had gewekt. Ze kromde haar rug, haar mond viel zacht open terwijl een kreun als een kleine golf uit haar keel ontsnapte. Ze voelde hoe haar lichaam zich opende, hoe elk klein contact haar adem deed haperen. Ze boog haar benen, trok ze een beetje op, haar heupen begonnen langzaam te bewegen, instinctief, zacht golvend tegen haar eigen hand. Haar gedachten waren bij Marjan: de zachte druk van haar lippen, de warmte van haar tong, de diepte van haar blik die Roos’ ziel leek te lezen. Maar het was niet zomaar een fantasie, het was een echo van iets echts, iets wat in haar was geplant die avond.
Ze voelde hoe de warmte zich ophoopte, die heerlijke, dichte spanning onderin haar buik. Haar andere hand greep het laken vast, haar adem werd korter, haast schokkend. Ze liet het gebeuren, ze gaf zich over, duwde haar heupen harder tegen haar eigen vingers. Een zachte schreeuw, bijna een gebed, brak door haar lippen terwijl de golf zich uiteindelijk losliet. Een wervelende, warme explosie die door haar buik trok, haar dijen, haar hele borst deed trillen. Even leek de wereld stil te staan. Na die kleine eeuwigheid liet ze zich versuft terugzakken in de lakens. Haar hart klopte wild, haar huid was klam, haar haren plakkerig in haar nek. Ze voelde zich tegelijk uitgeput en opnieuw tot leven gewekt. Met een loom, dromerig glimlachje trok ze het dekbed om zich heen. Ze voelde zich nog altijd gevuld met licht, alsof Marjan haar niet alleen had gekust, maar iets diepers had aangeraakt.
Ze wist het nu zeker: ze moest haar weer zien. Niet morgen of overmorgen, maar zo snel mogelijk. De vlinders waren geen vluchtig gevoel, ze hadden zich diep in haar genesteld, en ze fladderden nog altijd door haar buik, haar borst, haar gedachten. Ze dacht aan Marjans handen, haar geur, haar zachte ogen. En terwijl ze langzaam in slaap viel, met een glimlach om haar mond en haar lijf nog na-sidderend van genot, voelde ze het heel helder. Dit was pas het begin.
Marjan zat op het kleine balkon van haar appartement, hoog boven de stad die loom en donker onder haar lag. Het was warm, zelfs nu, diep in de nacht. De lucht hing zwaar tegen haar huid, net als de dunne, witte badjas die ze haast gedachteloos om zich heen had geslagen. Hij stond een stukje open bij haar borst, de stof plakte licht aan haar schouders. Ze nam een trek van haar sigaret, langzaam, bedachtzaam. De rook dwarrelde omhoog in wulpse krullen, net zoals haar gedachten die zich traag en wellustig door haar hoofd slingerden. In haar andere hand wiegde een halfvol glas rode wijn. Ze liet het donkerrode vocht traag in het glas draaien, haar blik verloren in het dieprode spiegelvlak. Marjan voelde haar hart nog steeds onrustig kloppen, niet de kalme, trage beat die ze gewend was, maar een nerveuze, vlinderachtige ritmiek die haar vreemd en opwindend tegelijk voorkwam.
Ze dacht aan Roos. Aan die grote, zachte ogen, die nerveuze ademhaling, dat kleine knikje net voor hun eerste kus. Roos was jong, maar niet naïef. Onbevangen, maar vol vuur. Er zat iets roekeloos in haar, iets dat Marjan op een onverklaarbare manier had aangetrokken en losgewoeld. Ze had vrouwen gehad, zowel jonger als ouder. Ze kende de spanning, het spel. Maar Roos… Roos had iets in haar aangeraakt wat ze niet kende, een zachte, vurige honger, een soort heimelijk verlangen dat diep vanbinnen borrelde en haar nu, hier op dat balkon, onrustig deed draaien op haar stoel.
Ze nam een slok wijn. Het smaakte zwaar, bijna stroperig op haar tong. Ze voelde hoe haar tepels langzaam hard werden onder de dunne stof, alsof zelfs de nachtelijke bries hen niet kon kalmeren. Ze liet haar vrije hand even rusten op haar dij, haar vingers gleden langzaam omhoog langs het gladde vel. Een trage zucht ontsnapte haar lippen, vermengd met een wolkje rook. Ze probeerde de koelte van de nacht op haar huid te voelen, maar het lukte niet, binnenin brandde alles. De herinnering aan Roos’ trillende lippen, de geur van haar hals, het zachte happen van haar mond… Marjan voelde hoe haar buik samenkneep, hoe een warme gloed zich verspreidde tussen haar benen. Ze zette het glas wijn neer op het randje van de tafel, trapte haar slippers uit en liet haar rug langzaam tegen de zitting zakken. Haar hand gleed verder omhoog, voorzichtig, onderzoekend, tot net onder de rand van haar badjas.
Ze ademde dieper, voelde de nacht om haar heen, maar alle geluiden leken weg te vallen. Er was alleen die vurige rode dame in haar gedachten, die jonge vrouw die iets van haar had losgebroken. Marjan wist dat het geen vluchtig verlangen was. Ze wilde Roos opnieuw proeven, zien hoe haar lichaam zich spande, hoe haar ogen haar smeekten, hoe ze zich overgaf. Ze wilde ontdekken, plagen, verkennen. Ze wilde haar horen kreunen, haar voelen sidderen in haar handen. Ze sloot haar ogen, liet haar vingers hun weg vinden. Een zachte, onwillekeurige kreun brak uit haar keel. Haar borstkas hief zich, haar benen spanden zich licht. De stad beneden lag stil en donker, maar op dat balkon brandde een andere nacht. En terwijl ze langzaam dichter bij die warme, sidderende rand kwam, dacht ze maar aan één ding: Ze moest Roos weer zien, zo snel mogelijk. Maar ze wist dat ze twee dagen moest wachten, twee lange dagen.
Toen Marjan de deur opendeed, was het alsof de lucht tussen hen in meteen werd weggezogen. Geen woorden. Alleen blikken, zware adem, die stille honger die als een warme golf van hun ogen naar hun huid stroomde. Roos had nauwelijks haar jas uitgedaan toen Marjan haar al vastgreep, haar tegen zich aantrok. Hun lippen vonden elkaar haast wanhopig, hongerig. Roos liet haar tas vallen, hoorde ergens vaag het zachte geluid van leer op de vloer, maar alles vervaagde in de smaak van Roos’ mond. Marjan duwde haar zacht achteruit, hun lippen bleven aan elkaar gekluisterd, tongen die elkaar vonden en teder voelden, dan weer gulzig stootten. Marjan’s handen gleden langs Roos’ rug, vonden de rand van haar shirt, trokken het omhoog met een haast dierlijk verlangen. Het shirt viel op de grond, gevolgd door Roos’ bh. Marjan liet haar mond zakken, haar tong gleed over de zachte huid van Roos’ hals, naar haar sleutelbeen, verder naar haar borsten. Roos kromde haar rug, haar vingers verstrengeld in Marjan’s haren, haar mond opengesperd in een stille kreet.
Hun lichamen vingen elkaar op, als water dat samenvalt in één golf. Geen geduld voor de bank, geen tijd voor bed of keuken, ze zakten neer op het zachte tapijt in de woonkamer. Marjan’s handen gleden gulzig over Roos’ buik, haar dijen, vonden de rand van haar jeans en rukten die naar beneden. Roos kreunde zacht, haar heupen draaiden als vanzelf omhoog, haar ogen gesloten, lippen half open, een rozige glans op haar huid. Marjan liet haar vingers glijden over het warme, vochtige midden, traag eerst, plagend. Roos hapte naar adem, haar benen vingen Marjan’s middel, trokken haar dichter, dieper, meer. Marjan voelde hoe haar eigen hart in haar keel bonsde, hoe haar eigen lichaam trilde van verlangen. Ze liet zich verder zakken, haar mond vond Roos daar, haar tong zacht, langzaam cirkelend, dan sneller, dieper. Roos liet een rauwe, trillende zucht ontsnappen, haar vingers grepen naar het tapijt, haar hoofd viel achterover.
De kamer vulde zich met hun hijgende adem, zachte kreten, het natte, ritmische geluid van aanraking. Hun zweet vermengde zich, geur van huid, van wijn die nog op hun lippen hing, van honger die nu eindelijk mocht stromen. Roos bewoog haar heupen in kleine, wanhopige golven. Haar hele lijf spande zich, haar buik trok samen, haar borsten hezen zich op in korte, schokkende ademstoten. Marjan voelde het komen, voelde hoe Roos tegen haar mond aan trilde, het lichaam dat zich spande als een boog en toen… Een schreeuw, ongefilterd, rauw en zoet tegelijk. Roos brak open onder haar, het orgasme rolde in diepe, warme golven door haar heen. Marjan kroop langzaam omhoog, hun lippen vonden elkaar opnieuw, zacht nu, zachter dan ooit. Ze proefden elkaars adem, elkaars zweet, de zoute, zoete echo van net. Roos opende haar ogen, een dromerige, natte glans lag over haar blik. Ze zei niets. Ze hoefde ook niets te zeggen. Marjan streelde haar wang, hun voorhoofden tegen elkaar. Die avond werd er niet gekookt.
Ze zaten samen in de grote, diepe fauteuil bij het raam. De gordijnen half dicht, een zachte schemering in de kamer, de stad daarbuiten als een vage, glinsterende schim. Hun lichamen plakten aan elkaar, warm en glanzend van hun gedeelde zweet, hun haren in kleine klitten, hun ademhaling langzaam weer in een rustiger ritme. Marjan had net een fles witte wijn uit de keuken gehaald, haar badjas achteloos over de rugleuning gegooid. Roos volgde haar, nog helemaal naakt, nog altijd licht trillend van het nasidderen. Ze hadden de doos met sushi op tafel gezet. Eigenlijk had Marjan die voor de volgende dag gepland, een ‘gezellige avond’ met wat sake en voorzichtig proeven. Maar nu, hier, na dit alles… voelde het perfect. Juist dát soort eten: licht, zintuiglijk, intiem.
Marjan nam een stukje zalm nigiri tussen haar vingers, tilde het langzaam op naar Roos’ mond. Roos beet zacht, haar ogen half gesloten, haar lippen likten de laatste korrels rijst van Marjan’s vingers. Een klein, ondeugend glimlachje speelde rond haar mond. ‘Je vingers smaken naar meer dan alleen sushi,’ fluisterde Roos, haar stem nog schor van hun samensmelting. Marjan lachte zacht, een trilling gleed door haar buik. Ze doopte een stukje tonijn in de ketjap, liet er een klein beetje wasabi op vallen, iets te veel misschien. Ze hield het weer voor Roos’ mond, maar Roos boog naar voren, pakte Marjan’s vingers helemaal in haar mond, zoog zacht, liet haar tong over de huid glijden. Marjan zuchtte, haar ogen vielen even dicht. De hitte die ze net samen hadden gedeeld, begon opnieuw op te vlammen, als een kleine smeulende kolenhoop die werd aangewakkerd.
Een druppel ketjap gleed langs Marjan’s pols naar beneden. Roos volgde het spoor met haar tong, likte langzaam omhoog, proefde het zout, het hartige, en daaronder de warme, zachte huid. Roos trok zich even terug en keek Marjan aan, haar ogen glinsterden van opwinding en iets dromerigs, iets zachts. Ze voelde duizend gedachten tegelijk door haar hoofd razen: hoe het was om eindelijk echt gezien te worden, hoe het voelde om zo ongeremd te verlangen, hoe haar lichaam nog nooit zo open had gevoeld. De geur van de wijn, de sushi, hun huid, alles mengde zich in een bedwelmende, intieme wolk.
Marjan nam zelf een slok wijn, liet het glas even rusten op Roos’ borstbeen. Roos huiverde, de koude druppels trokken als kleine elektrische ladingen over haar huid. Marjan boog voorover en likte de sporen op, traag, met een grijns die ergens tussen teder en ondeugend zweefde. Ze voerden elkaar stukjes sushi, af en toe een scheutje wijn. Roos trok Marjan’s vingers steeds opnieuw in haar mond, speelde ermee, sabbelde, likte. Marjan gleed met haar andere hand over Roos’ dijen, haar zij, haar schouder. Het voelde alsof ze opnieuw aan elkaar begonnen, maar zonder haast. Twee naakte lichamen, ineen gestrengeld in die grote luie stoel, zacht plakkend, glanzend, ademend in hetzelfde ritme. Buiten de stad, binnen de stilte vol zinderende energie.
Roos liet haar hoofd tegen Marjan’s hals rusten, haar hand lag loom op Marjan’s borst. En tussen de duizend gedachten die flitsten, over verlangen, over grenzen, over hoe niets ooit nog hetzelfde zou zijn. Ze voelde maar één zekere waarheid: Ze wilde hier blijven. In dit moment, in deze geur, in deze vrouw. Marjan liet haar vingers loom over Roos’ borst glijden, haar adem warm tegen Roos’ oor. Ze boog iets dichter, voelde hoe Roos zacht huiverde tegen haar aan. Hun lichamen plakten, nat van wijn, van zweet, van de stille echo’s van hun net gedeelde extase.
Marjan liet haar lippen langs Roos’ oorlel glijden, trok een diepe, trage adem in. ‘Ik ga een verhaal schrijven over jouw lichaam,’ fluisterde ze, haar stem laag en zwoel, als warme honing. Ze pauzeerde even, liet haar hand afzakken naar Roos’ zij, over haar zachte huid. ‘Ik begin met je vingers,’ fluisterde ze. ‘Die ranke, ongeduldige vingers die eerst zo nerveus trilden toen ik je aankeek… en die nu zo gretig mijn huid zoeken. Die vingers die zacht tasten, die me plagen, die me knijpen als je komt… Ik wil ze proeven, voelen hoe ze in mijn mond langzaam zachter worden, terwijl jij naar me kijkt met die grote, hongerige ogen.’
Ze streek met haar lippen langs Roos’ hals, voelde haar adem versnellen. ‘Dan je lippen…’ vervolgde ze, haar tong kort langs Roos’ onderlip. ‘Die zachte, vochtige mond die eerst zo verlegen was, maar nu alles opeist. Ik zou willen schrijven over hoe je me kust, hoe je zuigt, hoe je mijn onderlip beetpakt en net niet loslaat, hoe je me dwingt om dieper te ademen, harder te kreunen…’ Haar hand gleed nu verder omlaag, over Roos’ borst, haar duim cirkelde traag over een harde tepel. ‘En dan je tepels…’ fluisterde Marjan, haar stem even brekend van haar eigen opwinding. ‘Die twee kleine, trotse knopjes die zo hongerig tegen mijn tong aandrukken, die verstijven als ik zacht bijt. Ik wil schrijven over hoe je lichaam zich spant als ik je daar mijn aandacht geef, hoe je heupen bewegen, hoe je adem stokt en je nagels in mijn rug dringen…’
Ze liet haar mond zakken, haar lippen sloten zich om Roos’ tepel, zogen zacht terwijl haar tong er langzaam over cirkelde. Roos kreunde, haar hoofd viel achterover, haar rug boog als een boog gespannen tot aan het breekpunt. Marjan trok zich los, haar mond nat, haar ogen donker. Haar hand gleed nu verder naar beneden, over Roos’ buik, naar haar dijen. ‘Je dijen,’ fluisterde ze weer, terwijl haar vingers langzaam over de binnenkant gleden. ‘Die zachte, warme dijen die openen als ik kom, die me insluiten, me gevangen nemen. Ze trillen nu al, ik voel het… ze vragen me, smeken bijna. En ik wil ze beschrijven in woorden die glijden als mijn tong, zacht en brandend tegelijk.’ Ze liet haar lippen kort over Roos’ dij glijden, een spoor van kusjes, net geen likken. Roos’ ademhaling werd onregelmatig, haar vingers klemden zich vast in de zitting van de stoel.
‘En je billen…’ Marjan’s hand gleed rond, kneep zacht. ‘Die ronde, volle billen die ik wil vastpakken als ik in je duik, die me uitnodigen om dieper te gaan, harder… die ik wil voelen onder mijn handen, onder mijn heupen…’ Roos kreunde nu zacht, haar heupen maakten kleine zoekende bewegingen. Haar ogen waren gesloten, haar mond half open, een zachte glans van zweet lag op haar huid. Marjan liet haar hand verder zakken, haar mond dichterbij. Haar adem werd trillerig, haar stem nog zachter, intiemer. ‘En dan… jouw zachte, warme vrouwen vlees,’ fluisterde ze. ‘Je natte, zinderende kern, het hart van je verlangen. De plek waar je me toelaat, waar je je helemaal opent, waar je huilt, lacht, schreeuwt… Ik wil schrijven hoe ik je daar vind, hoe mijn vingers verdwijnen, hoe mijn tong je opent, hoe je explodeert in mijn mond. Hoe je geur en smaak zich in me nestelen, hoe je me daar verovert, keer op keer…’
Ze liet haar vingers zacht tussen Roos’ dijen glijden, voelde de warmte, het vocht. Roos hapte naar adem, haar rug spande zich opnieuw, een langgerekte kreun sidderde uit haar keel. Marjan boog zich voorover, haar lippen op Roos’ oor. ‘Mijn verhaal over jouw lichaam… is oneindig,’ fluisterde ze. En terwijl Roos opnieuw haar benen om Marjan sloeg, haar handen wanhopig zochten naar meer, wist Marjan: dit was geen fictie. Dit was het rauwe, pulserende, onuitsprekelijk zoete verhaal dat ze samen zouden blijven schrijven. Met hun lippen. Met hun vingers. Met hun hele, hongerige lichamen. Marjan trok zich iets terug, haar ogen vingen het zachte, glanzende licht dat door de schemer viel. Haar blik was donker, gulzig, maar ook bijna teder. Alsof ze Roos al helemaal gelezen had, bladzijde voor bladzijde, en nu pas écht ging begrijpen.
Ze boog voorover, haar lippen net boven Roos’ oor, haar adem warm en schokkend van opwinding. ‘Ik ga onderzoeken… of mijn verhaal klopt,’ fluisterde ze, haar stem laag en zinderend. ‘Ik ga brononderzoek doen. Heel, heel grondig.’ Roos’ adem stokte meteen. Haar ogen schoten open, haar pupillen groot en zwart van verlangen. Haar mond hing open, haar borstkas steeg en daalde in onrustige golven. Ze voelde hoe al haar spieren zich aanspanden, hoe haar hele wezen snakte naar die aanraking, naar die ultieme overgave. Marjan liet haar hand langzaam langs Roos’ hals glijden, over haar borst, haar buik. Ze stopte even, keek Roos recht aan. Een spel van zachtheid en pure, rauwe honger flitste in haar ogen. ‘Laat me je lezen… helemaal,’ fluisterde ze nog een keer.
En Roos knikte. Geen woorden, alleen dat kleine, trillende ja in haar ogen. Ze liet haar hoofd achterover vallen, haar heupen licht opgetild, als een uitnodiging. Ze gaf zich over aan de schrijfster. Marjan liet haar lippen opnieuw over Roos’ borst glijden, haar tong cirkelde traag rond haar tepels. Ze nam ze één voor één in haar mond, zacht zuigend, dan weer net een tikkeltje harder, tot Roos met haar vingers in Marjans haren trok en kleine, schokkende kreten uitstootte. Langzaam gleed Marjans mond verder omlaag, kuste elk stukje huid, als een zorgvuldige passage in een gedicht. Haar vingers volgden, teder maar vastberaden. Ze duwde Roos’ dijen verder uit elkaar, voelde de hitte die daar wachtte, pulserend, roepend.
‘Zo warm…’ fluisterde Marjan zacht, haar lippen vlak boven Roos’ natte, glanzende vlees. ‘Dit is het echte hart van mijn verhaal… hier begint alles.’ Ze liet haar tong langzaam naar binnen glijden, eerst voorzichtig, verkennend. Roos gilde zacht, haar heupen schoten omhoog. Haar vingers gleden omlaag, greep Marjan bij haar haren, maar dan los, alsof ze zelf niet wist of ze wilde trekken of zich juist volledig wilde geven. Marjan proefde haar langzaam, zorgvuldig. Ze gleed met haar tong in cirkels, soms snel, dan weer tergend langzaam, haar lippen zacht zuigend, haar neus diep in Roos’ geur. Ze voelde Roos trillen, hoorde haar adem haperen, haar hart kloppen als een wilde vogel in een kooi. Roos’ gedachten verdwenen, opgelost in pure lichamelijke sensatie. Er waren geen woorden meer, geen zinnen, geen beelden, alleen dat ene punt van warmte, dat alles overspoelde.
Marjan voelde het naderende moment, het spannen van de buik, de kleine, trillende schokken in Roos’ benen. Ze ging sneller, dieper, vastberadener, haar vingers nu zacht glijdend naar binnen. Roos schreeuwde, haar lijf boog, haar dijen spanden zich rond Marjan’s hoofd, hielden haar vast, als een wild dier dat niet meer loslaat. En toen brak het. Roos’ hele lichaam explodeerde in een lange, rauwe kreun, een stortvloed van warmte, licht en schokken. Ze viel terug in de stoel, haar borst hees, haar adem schokkend, ogen half gesloten in pure extase. Marjan trok zich langzaam terug, haar lippen glanzend, haar ogen triomfantelijk en tegelijk zacht. Ze kroop omhoog, legde haar mond op Roos’ lippen en liet haar proeven. Roos kuste haar gretig, hongerig, met de laatste restjes kracht die nog in haar lijf waren. ‘Je… je hebt alles gelezen,’ hijgde Roos zacht, haar voorhoofd tegen Marjans. Marjan glimlachte, streelde Roos’ wangen, haar haren. ‘Nee,’ fluisterde ze. ‘Dit is pas hoofdstuk één. Ik ben nog lang niet klaar met mijn onderzoek.’ En Roos, uitgeput, trillend, maar stralend van binnen, wist dat ze zich volledig aan dit verhaal wilde overgeven. Tot de laatste letter. Tot het laatste woord.
Marjan hielp Roos voorzichtig overeind, hun handen in elkaar verstrengeld, hun lichamen nog naakt en vochtig, als dieren na een zomerstorm. Roos wankelde licht, haar knieën slap, haar ademhaling nog steeds kort en hijgend van de roes. Marjan hield haar stevig vast, leidde haar zachtjes door de gang, als een geliefde gids. Ze openden samen de deur van de slaapkamer. Het bed vulde de hele ruimte, van muur tot muur, als een eiland van zachte beloftes. De lakens waren wit, maar niet koel, Ze straalden warmte uit, uitnodigend, bijna gulzig. Het matras veerde diep in, als een zachte mond die je opslokt. Overal lagen kussens, groot en klein, in zachte tinten, klaar om elke vorm van samen wegzakken te ondersteunen.
Marjan hielp Roos het bed in, kroop achter haar, trok haar tegen zich aan. Haar armen vouwden zich als een warme sjaal rond Roos’ buik en borsten. Hun benen verstrengelden zich vanzelf, voeten vonden voeten, knieën schoven tegen dijen. Ze kusten. Zacht eerst, verzoenend, alsof ze elkaar bedankten voor wat net gebeurd was. Marjan liet haar lippen langzaam over Roos’ hals glijden, haar neus nestelde zich in Roos’ haar, snoof haar geur diep in. Roos zuchtte, haar handen gleden loom over Marjan’s armen, langs haar heupen. Ze voelde zich gedragen, wiegend, alsof Marjan haar langzaam in slaap zou fluisteren. Maar terwijl hun ademhaling langzaam een ritme vond, gebeurde er iets anders. In plaats van rust, groeide er opnieuw dat sluimerende vuur. Roos voelde het eerst in haar onderbuik, een zacht kloppen, een sidderende herinnering aan wat er net was losgebroken. Haar tepels werden weer stijf, haar dijen begonnen onrustig te bewegen.
Marjan voelde het meteen. Ze glimlachte tegen Roos’ nek, haar handen gleden over Roos’ buik naar beneden.
‘Je lichaam kan niet rusten,’ fluisterde ze hees, bijna spottend teder. ‘Het wil opnieuw geschreven worden.’ Roos kreunde zacht, haar heupen duwden tegen Marjans hand, haar ademhaling schoot weer omhoog. Ze draaide haar hoofd, zocht Marjans mond, kuste haar met een honger die ze nauwelijks nog durfde te begrijpen. Marjan gleed haar vingers tussen Roos’ benen, vond haar daar alweer warm, zacht en nat. Ze masseerde haar langzaam, in cirkels, dan weer een zachte druk, telkens net niet genoeg om haar over de rand te duwen. Roos kronkelde tegen haar aan, haar billen duwden tegen Marjans heupen, haar vingers klauwden in het laken.
Ze rolden samen, Roos draaide zich naar Marjan, hun borsten tegen elkaar, hun buiken golfden in hetzelfde ritme. Ze kusten nu diep, gretig, lippen schurend, tanden zacht bijtend, tongen die elkaar haast verslonden. Marjan trok haar dij omhoog, gleed tussen Roos’ benen. Roos kreunde luid, haar hoofd viel achterover, haar haren plakten aan haar voorhoofd. Ze duwde zichzelf tegen Marjans dij, wanhopig, op zoek naar dat contact, dat ritme. De kamer vulde zich met hun adem, hun zachte kreten, het glijden van huid over huid. Kussens vielen om, lakens trokken scheef, het bed leek hen te omarmen, te dragen, te smoren in een zacht, oneindig golvend landschap. Ze kwamen samen, langzaam, als twee golven die elkaar vinden en overspoelen. Roos gilde, haar nagels groeven in Marjans rug. Marjan fluisterde haar naam, over en over, als een mantra, als een gebed. Na die nieuwe, vurige storm vielen ze eindelijk neer, ademloos, schokkend van nasidderingen. Hun voorhoofden tegen elkaar, hun lippen zacht strelend, nat van zweet en tranen van pure, rauwe overgave. Het bed hield hen vast, wiegde hen langzaam.
Dit keer voelden ze beiden dat ze eindelijk echt konden rusten. Maar onder hun huid, in hun hart, gloeide die vurige belofte dat dit pas het begin was. Dat hun lichamen en geesten telkens weer zouden weigeren te slapen, telkens weer zouden ontwaken in die honger, die eindeloze dans van lippen, vingers en zachte fluisteringen. Het was nog vroeg, het eerste, vage ochtendlicht kroop voorzichtig de kamer binnen, fluisterend langs de gordijnen. Roos lag stil, haar ademhaling traag maar onrustig, alsof haar lichaam nog steeds in golven nadreunde van de nacht. Ze voelde de warmte van Marjan achter zich, de rustige, zware adem van iemand die diep en tevreden slaapt. Heel even wist Roos niet precies waar ze was. Ze voelde de zachte lakens, de geur van Marjan. Een mix van huid, zweet, wijn, en iets ongrijpbaar vrouwelijks. En pas toen herinnerde ze zich, het bed dat de kamer vulde, de kussens, de nacht die hen had verzwolgen.
Ze ademde diep in en voelde hoe een siddering haar ruggengraat op kroop, een trilling die haar dijen zacht deed spannen. Ze boog zich naar voren en drukte een voorzichtige kus op Marjan’s schouder, haar lippen vochtig en warm. Het voelde als een klein eerbetoon, een fluisterend gebed aan de vrouw die haar zo had opengebroken. In haar hoofd danste het verhaal. Het verhaal dat Marjan had willen schrijven, dat ze met haar mond, vingers en fluisteringen had verwoord. Roos dacht aan de woorden brononderzoek, dacht aan hoe Marjan haar had gelezen als een boek, elke bladzijde langzaam had omgeslagen, proefde, bewaard. Ze voelde een rilling over haar huid gaan, niet van kou maar van een dieper, zoeter soort verlangen. Een verlangen dat dit nooit zou eindigen. Dat het verhaal geen punt zou kennen, maar alleen komma’s, nieuwe hoofdstukken, oneindige zinnen.
Ze voelde plots Marjan bewegen. Een trage rek, een zachte kreun, het openen van zware oogleden. Marjan draaide haar hoofd, haar ogen nog slaperig maar meteen warm en donker als gesmolten honing. Ze keek Roos aan, een kleine glimlach die zowel geruststellend als ondeugend was, verscheen rond haar mond. Ze boog zich voorover, legde haar hand op Roos’ kaak, haar duim zacht strelend langs Roos’ lippen. En toen kuste ze haar. Zacht, langzaam, met een diepte die Roos meteen uit haar gedachten sleurde, haar terugbracht in dat warme, versmolten nu. Marjan trok haar mond even los, hun voorhoofden tegen elkaar. ‘Was je in je hoofd een verhaal aan het schrijven?’ fluisterde ze, haar stem hees van slaap en tederheid.
Roos antwoordde niet met woorden. Haar lippen vonden Marjan’s opnieuw, gretig dit keer, haar tong zacht en dringend. Ze liet haar hand langs Marjan’s hals glijden, naar haar sleutelbeen, trok haar dichter. Ze proefde alles in die kus, haar bevestiging, haar overgave, haar verlangen. Marjan lachte zacht tegen haar mond, hun lippen nog steeds verbonden, hun adem samensmeltend. Ze fluisterde iets onverstaanbaars, een mengeling van lieve woordjes, kleine zachte kreten, een soort geheimtaal dat alleen geliefden delen in het schemerlicht van de ochtend. En Roos wist, hier, tussen deze kussens, in deze armen, was het enige verhaal dat er nog toe deed. Geen pen, geen papier, alleen hun lippen, hun lichamen, hun adem. En het enige antwoord dat ze ooit nog wilde geven, lag verborgen in die kus.
De kus stopte, maar hun harten bleven doorrazen, als twee wilde paarden die nog niet willen stilvallen. Ze stonden langzaam op, hun lichamen loom en plakkerig, glimlachend om elkaars kleine kreten en giechels. Ze liepen samen naar de badkamer, hand in hand, hun huid al snakkend naar nieuw contact. Onder de douche kabbelde het warme water als een zachte regen over hun lichamen. Marjan nam een spons, schuimde haar in, haar handen zacht en aandachtig, alsof ze Roos opnieuw las, elke curve, elke warme, trillende plek. Roos liet haar hoofd zakken tegen Marjan’s schouder, voelde de zeep glijden over haar borsten, buik, dijen. Een heilig ritueel van aanraking en verbinding. Ze spoelden elkaar af, handen die bleven hangen, vingers die even afdwaalden, ogen die steeds opnieuw in elkaar haakten. Na het douchen droogden ze elkaar langzaam af, hun lippen vonden nog steeds kleine kussen, overal, haast gedachteloos maar toch vol betekenis.
In de keuken zat Roos op het kleine, houten stoeltje, nog steeds met natte haren. Marjan schonk thee in, smeerde toast met roomboter en zoete jam. De zon viel zacht door het kleine raam, legde gouden vlekken op hun blote schouders. Ze keken elkaar aan, verliefde blikken, ogen vol ondeugende beloften. Hun benen schuurden soms tegen elkaar onder het tafeltje, een geheime taal die alleen zij begrepen en stilzwijgend goedkeurden. Na een tijdje leunde Marjan achterover, haar ogen half gesloten van genot en loom geluk. ‘Vertel me… als jij ons verhaal zou schrijven, wat zou je schrijven?’ vroeg ze zacht, haar stem warm en zacht als het ochtendlicht.
Roos glimlachte, dacht even na, haar vingers streelden langzaam over Marjan’s wang. Toen begon ze te spreken, haar stem dromerig, langzaam, als een sluimerend kampvuur: ‘Twee vrouwen,’ zei ze, haar ogen in de verte, maar haar hand op Marjan’s huid. ‘Hand in hand op een smal bospad. De zon valt in vlekken door het bladerdak, half licht, half schaduw. Onze vingers verstrikt, onze hoofden blij, lachend als kinderen die net iets geheims hebben ontdekt. Elke kruising van het pad zoenen we elkaar en zien we maar één ding, elkaar. Alleen elkaar.’ Ze pauzeerde even, streek haar duim over Marjan’s lip. ‘Bij een oud houten hek… twee zoenen. Dan verder, naar een verweerde picknicktafel in een open plek. Daar, een tongzoen… lang, warm, zó diep dat de vogels even zwijgen.’
Marjan ademde dieper, haar ogen donkerder. ‘Dan het smalle pad naar de vogelkijkhut,’ ging Roos verder, haar stem zakte nog dieper, werd trager, zwaarder. ‘Binnen is het koel, stil. We kijken uit over het water, tientallen vogels, maar we zien er geen. We voelen alleen, handen onder je shirt, je borsten zacht, je buik die beeft, je billen die tegen mijn vingers duwen. Mijn mond op je hals, je tepels, je dijen… Je geur, het zoute, warme zweet, de geur van een vrouw die zich helemaal geeft. Mijn mond die alles opslokt… elke druppel, elke zucht, elk geheim.’ Roos boog voorover, haar mond heel dicht bij Marjan’s oor, haar adem zacht en heet. ‘Ontelbare zoenen… tot we niet meer weten waar ik eindig en jij begint,’ fluisterde ze. Marjan’s lippen beefden, haar wangen rood, haar benen trokken Roos dichter.
Roos liet haar hand over Marjan’s wang glijden, haar ogen zacht maar vol vuur. Ze keek haar aan, zo dichtbij dat hun voorhoofden elkaar bijna raakten. ‘Dat,’ zei Roos zacht, ‘dat is het verhaal dat ik zou schrijven.’ Marjan antwoordde niet met woorden. Ze boog zich voorover, ving Roos’ lippen in een diepe, trage kus. Een kus waarin alles lag: hun verleden, hun verlangen, en dat grote, oneindige verhaal dat ze samen zouden blijven schrijven. Marjan stond ineens op van het kleine tafeltje, haar ogen vol licht, glanzend als vloeibaar barnsteen. Ze pakte Roos bij haar hand, trok haar overeind met een onverwachte vastberadenheid. ‘Kom,’ zei ze zacht maar onontkoombaar. ‘We gaan wandelen.’
Roos keek haar even verbaasd aan, maar haar hart sprong meteen in haar keel. Ze liet zich leiden, voelde de warmte van Marjans hand die stevig de hare omsloot, hun vingers verweven alsof ze al jaren samen waren. Twintig minuten later stapten ze samen het bos in. Het zand was los en zacht, hun schoenen zakten bij elke stap een beetje weg, waardoor ze vanzelf langzamer liepen, dichter bij elkaar, heup tegen heup. De lucht rook naar dennen en vochtige aarde, en boven hen speelde de zon in dansende vlekken tussen de bladeren. Bij elke kruising hield Marjan stil, trok Roos naar zich toe en kuste haar. Eerst kort, dan langer, dieper, alsof elke zoen een zegel was op hun pad. De vogels zongen hoog in de bomen, maar hun geluid leek steeds verder weg te glijden, verdrongen door hun hijgende adem en het zachte gesmak van lippen op lippen.
Ze kwamen bij een open plek, een houten afdak met uitzicht over een breed, stil water. Geen vogelkijkhut, maar een schaduwrijke nis waar de wind zacht langs de houten palen streek. Marjan drukte Roos tegen een paal, hun lichamen meteen aan elkaar geplakt. Roos hapte naar adem, haar ogen groot, haar lippen al half open. Ze voelde hoe Marjan haar dijen met haar knie spreidde, haar mond gretig op haar hals zette. Roos kreunde, haar handen schoten naar Marjans heupen, trokken haar dichter, dieper. Ze voelde haar eigen benen al trillen, de spanning die als een warme stroom door haar buik trok. ‘Je verhaal…’ fluisterde Marjan hees, haar adem brandend tegen Roos’ oor. Roos snakte naar lucht, maar er kwam alleen een zachte, hoge kreet. Ze beet in Marjans schouder, haar vingers groeven in haar rug.
En toen, alsof alle woorden en fantasieën van die ochtend ineens werkelijkheid werden, liet Roos haar hand onder Marjans shirt glijden. Haar vingers vonden haar warme, zachte huid, de ronding van haar borsten, de spanning in haar tepels. Marjan gooide haar hoofd achterover, een rauwe zucht brak over haar lippen. Roos trok Marjan’s shirt omhoog, kuste haar tussen haar borsten, hapte zacht, liet haar tong in kleine cirkels draaien. Marjan greep Roos’ haren, trok haar dichter, haar heupen maakten onwillekeurige stotende bewegingen. De geur van dennen, aarde, zon en zweet mengde zich met de zoete, zinderende geur van opwinding. Roos ging op haar knieën, haar handen gleden over Marjans heupen, trokken haar broek omlaag. Marjan vloekte zacht, haar handen tegen de paal, haar knokkels wit.
Roos keek omhoog, hun ogen vingen elkaar. Er zat vuur in, zacht en gevaarlijk tegelijk, een honger die geen verhaal meer nodig had. Ze boog voorover, haar mond vond Marjan’s warme, vochtige kern. Langzaam eerst, verkennend, plagend. Marjan schokte, haar knieën knikten, haar vingers klauwden in het hout. ‘God… Roos…’ kreunde ze, haar stem gebroken en wild. Roos duwde haar tong dieper, haar handen hielden Marjan stevig vast, terwijl ze haar langzaam over de rand trok. Het ritme van haar tong, de warmte van haar adem, de zacht schurende wrijving van haar lippen, alles samengebald in een zinderende, onontkoombare climax. Marjan’s lichaam spande zich helemaal, haar rug boog hol, een lange, schorre schreeuw rolde over het water. Vogels vlogen verschrikt op, maar zij hoorden niets meer. Alleen het bonken van hun harten, het gieren van hun adem, het fluisteren van hun zweet tegen elkaar.
Roos stond langzaam op, haar lippen glansden, haar ogen zacht en wild tegelijk. Ze drukte een kus op Marjan’s mond, liet haar proeven. Marjan viel tegen haar aan, hun voorhoofden tegen elkaar, allebei trillend en ademloos. ‘Je… hebt je verhaal geschreven,’ hijgde Marjan, een flauwe, gelukzalige glimlach op haar lippen. Roos streelde zacht haar wang, hun blikken versmolten, vol vuur en fluisterende beloftes. ‘Ja,’ zei ze zacht, haar mond vlak bij Marjans oor. ‘En dit is pas hoofdstuk één.’ Daarna gingen huiswaarts, hand in hand, zoenend bij elke kruising en nagenietend van een bijzondere wandeling.
Het afscheid had iets onwezenlijks gehad. Alsof er na een symfonie van urenlange aanrakingen en fluisteringen ineens een schril, droog akkoord klonk. Voor Marjans deur, in het bleke ochtendlicht, gaven ze elkaar één laatste kus. Kort, zacht en bijna schuw. Daarna was het klaar. Een week lang stilte. Geen berichtjes, geen foto’s, geen stem. Ze hadden het afgesproken. Roos noemde het cold turkey, afkicken, terwijl ze haar lippen nog proefde op haar huid, ’s nachts nog steeds het ritme van Marjans adem in haar hoofd hoorde. Die week sleepte zich eindeloos voort. Roos had zich op haar werk gestort, probeerde te schrijven, maar de woorden bleven haperen in haar keel. Alles rook naar Marjan, elke schaduw leek op haar hand, elke spiegel fluisterde haar naam.
Toen was het weer zondag, de schrijfcursus. Roos kwam op het nippertje binnen, haar hart bonsde in haar borst, haar adem hoog in haar keel. Ze droeg een zwarte rok die net boven haar knie stopte, een zijden blouse die glansde bij elke beweging, haar lippen dieprood, haar ogen omlijst in zachte, donkere schaduwen. Elegant, pikant, precies genoeg om te verleiden, zonder dat het schreeuwerig werd. Marjan was al binnen, vroeg, zoals altijd. Ze zat aan een tafeltje bij het raam, een pen tussen haar vingers die ze gedachteloos ronddraaide. Haar jurkje was smal en glanzend, haar benen over elkaar geslagen, net iets te nonchalant. Haar haar viel los en golvend over haar schouders, haar mond zacht opgemaakt in een subtiele, haast bijtende roze tint.
Toen hun ogen elkaar vonden, sloeg de lucht tussen hen in open. Een flits, een trilling, alsof de hele ruimte zich samentrok, alleen zij tweeën overlatend in een electrische bubbel. Roos glimlachte klein, nerveus, haar vingers streken automatisch langs haar hals. Marjan boog haar hoofd iets, haar mondhoeken krulden langzaam omhoog. Tijdens de cursus voelden ze elkaars ogen als handen op hun huid. Soms kort, soms zo lang dat het prikte in hun onderbuik. De woorden van de docent vervaagden tot een monotoon geritsel. Elke penbeweging leek een streling, elke ademhaling een fluistering. In de pauze, bij de koffiemachine, stonden ze eindelijk naast elkaar. Geen woorden, alleen blikken. Hun vingers gleden net niet langs elkaar. Roos voelde haar benen zacht trillen, haar adem kort en onrustig. Marjan’s ogen waren donker, wijd open, alsof ze alles in één keer wilde opzuigen.
Ze lachten even, schor, nerveus. Andere cursisten liepen om hen heen, maar niemand zag hen echt. Pas na de cursus, terwijl de laatste stoelen werden opgestapeld, gleden hun blikken opnieuw ineen. Een klein knikje van Marjan, een haast onzichtbaar wenk van haar vingers. Roos volgde haar, het gebouw uit, het straatje naar het cafe in. En daar eenmaal binnen, in één keer door richting de toiletten. Binnen sloeg Marjan de deur dicht, draaide het slot om met een klik die door Roos’ hele lijf schoot. Ze trok Roos naar zich toe, hun lippen vonden elkaar meteen, rauw en gulzig, alsof ze alle dagen stilte in één kus wilden verbranden. Marjan’s handen gleden onder Roos’ blouse, vonden de warme, zachte huid, voelden haar trillen, ademhalen, smelten. Roos trok Marjan tegen zich aan, haar vingers in haar haren, haar dijen die Marjan’s heupen vingen.
De ruimte vulde zich met het natte geluid van hun kussen, het schokkende hijgen van hun adem, het schrapende geluid van een hak tegen de muur. Marjan drukte haar voorhoofd tegen dat van Roos, hun ogen half gesloten, lippen open, harten razend. ‘God… wat heb ik je gemist,’ hijgde Marjan, haar stem gebroken en zwoel. Roos antwoordde niet met woorden. Haar hand gleed tussen hun lichamen, vond Marjan’s dij, trok haar dichter, hun lijven schurend, warm en levend. Hun lichamen spraken daar, in dat kleine, schemerige toilet. Buiten hoorden ze glazen rinkelen, gelach, onschuldige gesprekken. Maar hier binnen bestond alleen de zinderende waarheid van hun huid, hun geur, hun honger. Roos zoende Marjan nog dieper, hun tongen draaiden als een dans zonder einde. Haar hand gleed zacht langs Marjan’s wang, voelde het bonzen van een nieuw hoofdstuk. En terwijl hun lippen weer samensmolten, wist Roos dat dit het begin was van een verhaal dat geen stilte meer zou dulden. Geen cold turkey meer. Alleen vuur, alleen zij.
Marjan liep langzaam door Roos’ appartement, haar vingers gleden over de gladde lijnen van de meubels, de koude marmeren keuken, de zachte fluwelen kussens op de bank. Alles straalde luxe uit, ingetogen maar onmiskenbaar duur. Ze hadden nog een wijntje gedronken in het cafe en waren daarna snel naar het appartement van Roos gegaan. Ze keek rond, haar ogen groot en nieuwsgierig, een klein fronsje tussen haar wenkbrauwen. Hoe…? dacht ze even. Hoe kon deze jonge vrouw zich zo’n woning veroorloven? Maar voordat ze kon verzinken in dat mysterie, voelde ze Roos’ armen om haar middel sluiten. Een warme, dwingende omhelzing, zacht maar vastbesloten. Roos’ lippen vonden haar hals, net onder haar oor, waar haar huid het meest gevoelig was. Marjan liet een schokje door zich heen gaan, haar ogen vielen half dicht, haar mond ontsnapte een zachte zucht.
Roos trok haar dichterbij, hun lijven drukten tegen elkaar, ademhalingen mengden zich. Op de tafel naast hen stond een glas rode wijn, donker en dik, dat Roos net had ingeschonken. En daar lag ook die roos, een diepe, fluweelrode bloem die zoet rook, haast opdringerig. Met een ondeugende glimlach pakte Roos de roos op. Ze liet het zachte, koele bloemhoofd langs Marjans hals glijden, over haar sleutelbeen, omlaag naar het decolleté dat net zichtbaar was in haar blouse. Marjan huiverde, haar handen vonden Roos’ heupen, trok haar nog dichter. Roos begon haar langzaam uit te kleden. Maar niet zoals je zou verwachten, niet methodisch of haastig. Nee, in een vreemde, hypnotiserende volgorde. Eerst gleed ze haar vingers langs de rand van Marjans slipje, trok het langzaam naar beneden tot het op de enkellaarsjes bleef steken. Marjan hapte naar adem, haar dijen sidderden, haar buik trok samen van anticipatie.
Toen maakte Roos de knoopjes van haar blouse los, één voor één, tergend langzaam. Niet van boven naar beneden maar van beneden naar boven. Haar ogen de hele tijd op Marjan’s gezicht gericht. Marjan voelde zich uitgekleed door die blik alleen al, en naakter dan naakt toen haar blouse op de vloer dwarrelde. Daarna was haar beha aan de beurt. Roos liet haar vingers onder de band glijden, trok hem langzaam los, liet haar borsten zacht vallen in de koele lucht. Marjan voelde haar tepels onmiddellijk verharden, haar huid tintelde. En als laatste was haar rok aan de beurt. Roos trok hem langzaam over haar heupen, liet hem op de grond glijden als een onschuld die werd afgestroopt.
Daar stond Marjan, alleen nog in haar enkellaarsjes, haar huid licht rood van opwinding, haar ademhaling schokkerig. Ze wankelde door het slipje wat haar benen gevangen hield, half lachend, half kreunend, tot Roos haar zacht op de bank duwde en het slipje wegtrok. Marjan landde, haar dijen open, haar armen half steunend op de leuning. Haar blik ving Roos, die nu, alsof ze plots werd overvallen door een nieuwe honger, als een bezetene haar eigen kleren uittrok. Haar blouse vloog weg, haar broek schoot over haar enkels, haar beha werd haast verscheurd, en als laatste het slipje, een klein, onschuldig stukje stof dat nu alleen nog de grond sierde.
Roos stond daar, naakt, glanzend, haar huid gespannen van verlangen. Haar borsten hieven zich bij elke ademhaling, haar buik trok licht samen, haar dijen trilden van ongeduld. Ze keek Marjan aan. Hun ogen smolten samen in dat ene, onuitgesproken bevel, kom! En toen kwam Roos, met een gracieuze, wilde beweging, bovenop Marjan, haar mond vond onmiddellijk die van haar. Hun tongen dansten, beten, zochten. Roos’ handen dwaalden over Marjans borsten, haar zij, haar heupen, alsof ze elk stukje opnieuw wilde claimen. Marjan liet haar hoofd zakken, haar lichaam boog zich open, een diepe, rauwe kreun trilde tegen Roos’ mond. Haar benen sloegen om Roos’ heupen, trok haar dieper, harder, dichter.
In die bank, in die kamer vol marmer en fluweel, bestond alleen nog hun adem, hun huid, hun onuitputtelijke honger. De roos viel langzaam van de tafel, landde zacht op de grond. Geen woorden meer. Alleen de wilde symfonie van twee lichamen die elkaar eindelijk, onherroepelijk, vonden en de schurende enkellaarsjes langs Roos haar benen. Midden in de nacht, na uren van zuchten, kronkelen en hongerige kussen op de bank, sleepten ze zich eindelijk naar het bed. Het was groot, zacht, een oceaan van wit linnen, maar nog doorwoeld van eerdere nachten.
Marjan struikelde bijna over een los kussen, liet zich vallen, Roos trok haar meteen naar zich toe. Het voelde vreemd, rommelig, bijna onvoltooid. Marjan, die altijd alles strak, schoon, netjes achterliet, voelde zich normaal ongemakkelijk bij zo’n chaos. Maar nu niet. Roos was anders, heerlijk anders. Het bed rook naar wijn, naar parfum, naar lichamen. Naar nachten naar zonde. Marjan liet zich erin verdwijnen, haar hand op Roos’ heup, hun voorhoofden tegen elkaar, een laatste fluistering. Ze sliepen, niet helemaal diep, maar genoeg om even te verdwijnen in een dromerig schemerland, waar alleen het ritme van hun ademhaling hen nog met elkaar verbond. In de vroege ochtend gleed het eerste bleke licht over de vloer. Marjan schrok wakker, even gedesoriënteerd, haar vingers zochten Roos’ huid, alsof ze wilde controleren dat het allemaal echt was geweest. Ze moest naar haar werk. Ze voelde de verplichting al als een koude hand op haar rug.
Roos kwam overeind, haar haren wild, haar ogen zwaar en nog dof van slaap. Ze keek Marjan aan en glimlachte, die half-sluimerende, ondeugende glimlach die meteen weer iets deed ontwaken in Marjan. Zelfs nu, op dit onmogelijk vroege uur, het tijdstip waarop ze normaal wakker werd om naar haar werk te gaan, voelde ze al weer wat borrelen in haar lijf. Ze ontbeten haastig, vluchtig. Roos maakte toast, een plakje kaas, wat jam en schonk thee in. Marjan at met kleine happen, haar blik telkens schichtig op de klok. Roos observeerde haar, liefdevol, licht spottend, ze had een hekel aan klokken en aan werktijden. Na de laatste slok thee belde Roos een taxi voor haar. Marjan protesteerde zacht, maar liet het gebeuren, de overgave nog in haar bloed.
Bij de deur stond Roos, haar handen op Marjans heupen. Ze keken elkaar even stil aan, ademden elkaars geur in, een zachte stilte die zwaarder voelde dan elk woord. Toen een laatste kus. Geen snelle, beleefde kus, maar een trage, warme afscheidszoen, hun lippen die even bleven hangen alsof ze geen afscheid konden nemen van die zondige nacht. Roos trok zich langzaam los, haar voorhoofd tegen dat van Marjan. ‘Tot donderdag,’ fluisterde ze zacht, met een kleine, mysterieuze glans in haar ogen. Marjan knikte. Haar lippen trilden, haar ogen waren donker en vochtig. ‘Tot donderdag,’ herhaalde ze, bijna hees, bijna huilend. Ze draaide zich om, liep de taxi in, haar hart denderend als een hamer in haar borstkas.
Roos bleef staan in de deuropening, haar lichaam half gehuld in een groot wit shirt dat nog naar Marjan rook. Ze keek haar na, voelde het bed achter haar lokken, nog warm van hun nacht, hun zweet, hun verhaal. En pas toen de taxi de straat uit reed, sloot Roos de deur. Met een glimlach, zacht, zoet, vol vlinders. Ze nam een laatste hap toast, een grote slok thee en liep naar de badkamer. De dame in de spiegel lachte haar toe, ze zag zichzelf stralen, ze zag haar liefdevol en bemind lichaam, met sporen van een ander, afdrukken van nagels, een zuigplek en sporen van genot. Ze dacht aan Marjan en aan hun volgende afspraak. Want donderdag was nu ineens alles wat telde.
Marjan stond voor Roos’ gebouw, het was donderdag, 19.00 uur…… Haar hand trilde toen ze op de bel drukte. Eén keer. Ze ademde in, haar hart beukte wild tegen haar ribben. Twee keer, ze likte haar lippen, voelde hoe haar knieën bijna week werden, drie keer. Eindelijk, na wat voelde als een eeuwigheid, hoorde ze het kraken van de intercom. Een korte stilte, dan Roos’ zachte, lage stem: ‘Kom maar boven.’ Het zoemen van het slot resoneerde meteen diep in haar onderbuik, een bijna dierlijk instinct. In de lift stond ze gespannen, haar vingers graaiden onrustig in haar tas, haar ademhaling kort, haar borst strak. Ze keek zichzelf vluchtig aan in het spiegelende staal. Haar ogen groot en donker, haar lippen vol, licht trillend bracht ze nog wat lipgloss op.
Waarom had het zo lang geduurd? Waarom had Roos gewacht met de deur open te doen? Elk denkbaar scenario schoot razendsnel door haar hoofd, maar nog sneller groeide het verlangen. De lift stopte, de deuren gleden open. Zesendertig stappen. Ze telde ze, bijna dwangmatig. Eén, twee, sneller nu. Haar hakken tikten haastig over de vloer, haar hart klopte in haar keel. Vijftien. Zestien. De geur van Roos hing al in de gang, warm, zoet, kruidig. Dertig, een laatste diepe ademhaling. Zesendertig, daar stond Roos. In de deuropening, een smalle, zijden kimono die duidelijk te klein was voor haar borsten. De stof spande, de ronde vormen schreeuwden eronder vandaan alsof ze midden in een erotische film stond. Haar haren los, golvend langs haar schouders. Haar ogen donker, glanzend, haar mond net open, alsof ze net iets had willen zeggen en de tekst kwijt was toen ze Marjan zag.
Marjan voelde een rilling door haar hele lijf schieten. Haar dijen spanden zich, haar onderbuik schokte zacht. Roos zei niets, ze stapte naar voren, haar hand greep Marjan bij haar nek, trok haar onmiddellijk naar binnen. De deur sloeg dicht met een doffe klap. Hun monden vonden elkaar meteen, hard, gulzig, wanhopig. Marjan kreunde in Roos’ mond, haar handen gleden over die kimono, trokken aan de stof, wilden de huid daaronder voelen, proeven, verslinden. Roos duwde haar tegen de muur in de gang, haar been tussen Marjan’s dijen, hun heupen schurend. De kimono schoof open, onthulde een glimp van haar volle borsten, glanzend, ademend. Marjan greep Roos’ haren, trok haar mond nog dichter. Haar tong zocht, eiste, duwde diep. Ze wilde alles, niet straks, niet later maar nu. Haar handen rukten de kimono open, lieten hem van Roos’ schouders glijden.
Marjan’s mond viel meteen naar beneden, vond een tepel, hapte, zoog. Roos gooide haar hoofd achterover, een rauwe, donkere kreun vulde de gang. Marjan liet haar mond lager gaan, haar handen volgden, dwalend over die warme buik, die volle heupen. Haar knieën gleden al naar de vloer, haar ademhaling schokkend, haast dierlijk. Roos keek omlaag, hun ogen kruisten. In dat moment voelde Marjan het, dit was geen gewoon verlangen. Dit was een verslaving, een honger die dieper ging dan huid. Ze wilde haar helemaal. Haar geur, haar smaak, haar kreten, haar binnenste. Alles.
Ze boog voorover, haar mond vond Roos, warm, nat, kloppend. Ze likte, zoog, proefde. Roos schokte tegen de muur, haar vingers groeven in Marjans haren, trok haar dichter, dieper. Hun geluiden vulden het hele appartement, geen muziek, geen afleiding, alleen hun lichamen, hun honger, hun pure, zinderende waarheid. Marjan verloor zichzelf daar, op haar knieën, haar mond een heilig altaar van verlangen. Roos beefde boven haar, haar benen trilden, haar kreten werden schor, rauw. En Marjan ging door tot er niets meer was dan warmte, natte kussen, sidderingen. Tot Roos tegen de muur neerzakte, haar ademhaling onregelmatig, haar ogen glazig van extase.
Marjan kroop omhoog, haar lippen glanzend, haar blik wild. Ze vingen elkaar weer, die kus, zacht, maar vol belofte. En in dat moment wist Marjan, dit was maar één hoofdstuk van een heel dik boek. Ze zou terugkomen. Altijd. Want Roos was niet zomaar een vrouw, ze was alles. Marjan voelde Roos’ vingers zacht door haar haar gaan, haar hoofd zwaar en loom in Roos’ schoot. De uren in bed hadden hun lichamen zacht en vloeibaar gemaakt, alsof ze helemaal in elkaar waren gesmolten. Ze hadden gegeten, gedronken, gelachen, gestreeld. Marjan had zich alleen even losgemaakt om naar het toilet te gaan, en zelfs daar had Roos haar gevolgd met die hongerige blik, die ene fluistering “geil.”
Nu, op de bank, hing er een warme, trage gloed in de kamer. Hun huid rook naar elkaar, naar zweet en wijn, naar kruimels van aardbeien en zoete toast. Ze verzonnen samen een verhaal, de schrijfsters, volwassen vrouwen. Eén zin per beurt, als een ondeugend kinderspel, maar hun blikken verrieden dat elke zin meer was dan spel.
Marjan: “We lopen op het strand.”
Roos glimlachte, haar vingers bleven cirkelen op Marjans slaap.
Roos: “Ik zie een man, best knap.”
Marjan trok een wenkbrauw op, haar mondhoeken krulden in een spottend lachje.
Marjan: “Waarom kijk je naar mannen?”
Roos beet zacht op haar onderlip, haar ogen begonnen te glanzen.
Roos: “Gewoon, spannend, ik fantaseer.”
Marjan duwde haar hoofd iets omhoog, haar ogen vast in die van Roos, een mengeling van jaloezie en spelend vuur.
Marjan: “Waarover dan? Over wat hij met je zou doen?”
Roos’ ademhaling stokte even, haar vingers stil op Marjans huid.
Roos: “Misschien… dat hij ons samen zou zien. Dat hij zou kijken hoe jij me aanraakt.”
Marjans ogen werden donker, haar wangen kleurden dieper.
Marjan: “En… zou je hem aanraken? Of alleen mij?”
Roos boog voorover, haar lippen bijna tegen Marjans oor, haar stem zacht als een zucht.
Roos: “Alleen jou. Hij mag alleen kijken. Jij bent van mij.”
Marjan sloot haar ogen, haar lichaam reageerde onmiddellijk, haar dijen spanden zich zacht tegen elkaar.
Marjan: “En als hij zou smeken om mee te doen?”
Roos liet haar vingers langzaam over Marjans lippen glijden, haar adem warm.
Roos: “Dan zou ik hem zachtjes wegsturen. Ik wil alleen jouw geur, jouw smaak.”
Marjan hapte naar lucht, haar hand greep Roos’ pols, trok haar dichterbij.
Marjan: “Zou je hem laten zien hoe diep je mij kunt nemen?”
Roos’ mondhoeken trilden, haar ogen vloeiden over van honger.
Roos: “Ja… en ik zou hem in de ogen kijken terwijl ik jou openvouw, terwijl ik je laat beven en schreeuwen.”
Marjan kreunde zacht, haar hoofd viel achterover, haar lippen half geopend.
Roos boog voorover, haar mond op Marjans hals, een zachte, natte kus.
Marjan: “God… ik zou alles doen. Alles voor jou.”
Roos: “Dan schrijf ik dat verhaal. Zin voor zin, op jouw huid.”
Marjan opende haar ogen, hun blikken vingen elkaar in een zinderende stilte. Toen boog Roos langzaam naar beneden, haar mond vond Marjans lippen. Het verhaal tussen hen bestond nu niet meer uit woorden, maar uit adem, vingers, zachte kreten en eindeloze zinnen op warme huid. Marjan lag op haar rug, haar borstkas hobbelde nog na, haar mond half open, haren wild over het kussen gespreid. Haar benen trilden zacht na elke puls die nog nagonste in haar lijf. Het appartement ademde mee met haar schreeuw, die echo nog voelbaar in de muren, in de lucht, in Roos’ glanzende ogen. Roos zat naast haar, haar hand nog rustend op Marjans onderbuik, zacht, bezitterig. Ze glimlachte, haar lippen rood en vochtig. De intensiteit had haar opgewonden, het harde spel had iets diep in haar losgemaakt.
Terwijl Marjan langzaam terugkeerde in haar lijf, boog Roos voorover, haar haar viel als een zachte waterval over Marjans schouders. ‘Mag ik je iets vragen?’ fluisterde ze, haar stem schor van haar eigen ademhaling. Marjan knikte langzaam, haar ogen half gesloten, de rand van een glimlach op haar mond. ‘Ik… ik heb nog nooit een man gehad,’ bekende Roos zacht, haar wangen kleurden diep. ‘Nooit geproefd, nooit gevoeld. Alleen vrouwen. Jij bent… alles…. maar’ Ze slikte, haar ogen groot, nieuwsgierig en hongerig. ‘Wat is het verschil?’ vroeg ze toen, haar stem trillerig. ‘Tussen seks met een man en met een vrouw? Hoe is dat… hoe voelde dat voor jou?’
Marjan opende haar ogen helemaal, de gloed van herinneringen begon te dansen in haar blik. Ze ademde diep in, alsof ze geur van vroeger nog rook, de tijd dat ze vriendjes had en de korte periode dat ze getrouwd was geweest. ‘Met een man…’ begon ze langzaam, haar stem warm, slepend. ‘Het is… anders. Harder, zwaarder. Er is een soort onstuitbare oerkracht, iets instinctiefs. Zijn gewicht boven je, dat gevoel van overgave, hoe hij je vastgrijpt, je beweegt, zijn dijen tegen je billen of je benen. Zijn handen, vaak groot, grover, die je overal tegelijk willen pakken. De warmte van zijn lichaam die je volledig bedekt, het drukkende, duwende, bijna dwingende ritme. Maar niet alle mannen zijn hetzelfde, niet de mannen die ik had’
Ze pauzeerde even, haar ogen verloren zich in de lucht boven hen. Haar vingers bewogen onbewust over Roos’ pols, als een zacht teken. ‘Mijn mooiste en fijnste…..zijn geur… muskusachtig, zwaarder dan die van een vrouw. Het geluid van zijn adem, dat grommen soms, die lage kreunen. Zijn hardheid… het vullen, de stoten die je diep voelen. Soms bijna pijnlijk, maar juist dat maakt het zo intens. En dan zijn drang naar meer, steeds meer en steeds extremer. Door het intense ging ik mee, genoot ik maar ontdekte ik ook een leegte’
Roos voelde haar eigen ademhaling versnellen, haar buik trok zacht samen. Haar lippen stonden op een kier, alsof ze de woorden wilde proeven. ‘Maar bij een vrouw…’ Marjan draaide haar hoofd, hun ogen ontmoetten elkaar, dieper dan ooit. ‘Is het anders. Tederder, al kan het net zo rauw zijn en soms nog extremer ook. En toch is er een zachtheid, een eindeloze golving, een aandacht voor elke millimeter huid. Haar mond, haar vingers… die weten precies hoe een vrouw zucht, hoe een vrouw beeft. Het is alsof elke aanraking een uitnodiging is, geen bevel. Als een oneindige dans in plaats van een stormloop.’ Ze liet haar hand nu zacht omhoog glijden naar Roos’ gezicht, streelde haar kaaklijn. ‘Bij een vrouw… voel ik me gekend. Gezien, elke kus is een verhaal, elke lik een zin. Het gaat dieper dan de huid, het raakt je ziel. Zoals jij dat doet, zoals jij me bemint, aanraakt en meeneemt in een respectvol en soms gretig spel.’
Roos’ ogen vulden zich met iets zachts en iets vurigs tegelijk. Ze boog zich voorover, hun lippen bijna rakend, haar adem trilde tegen Marjans mond. ‘God… ik voel het nu al,’ fluisterde Roos. ‘Alles wat je zegt, ik voel het in mijn buik. Alsof je het daar plant, zin voor zin.’ Marjan glimlachte, traag en warm, haar ogen vol vuur. ‘Dat is het verschil, Roos… bij jou is elke aanraking een gedicht. En ik wil dat je blijft schrijven. Op mij, in mij, altijd.’ Roos sloot haar ogen, kuste haar langzaam, geen haast, geen geweld. Alleen die diepe, zinderende, oneindige fluistering van hun beider huid.
Hun zoenen doofden langzaam uit, als een vlam die zachtjes werd gedoofd door tedere vingers. Maar hun blikken bleven, warm en pulserend, en hun glimlachen sprankelden als geheime boodschappen. Roos trok zich een fractie terug, haar ogen vol vuur en nieuwsgierigheid. Ze knikte langzaam, haar kin richting een kastje aan de andere kant van de kamer. ‘Daar…’ zei ze zacht, haar stem zinderde in de lucht als een warme adem. ‘Daar is een kast met speeltjes. Kijk, droom en kies. En… vertel me wat ik moet doen, wat ik voor je kan doen, wat je wil dat ik doe.’ Marjan draaide haar hoofd, haar ogen volgden Roos’ vinger. Een kast, onschuldig van buiten, elegant en strak. Maar iets in Roos’ blik verraadde de schat die erin lag. Langzaam stond Marjan op. Haar lichaam was nog loom van hun spel, maar haar hart klopte sneller met elke stap. Ze voelde Roos’ ogen als warme handen op haar rug, haar billen, haar dijen.
Ze boog voorover, haar vingers raakten de koele metalen greep. Toen ze de lade opentrok, viel haar mond een stukje open. Haar ogen gleden over een wervelende verzameling van vormen en kleuren. Groot, klein, zacht, zijdeachtig siliconen, of juist hard, glanzend staal. Speeltjes in sierlijke, sensuele lijnen die fluisterden van tedere verkenning, maar ook massieve, robuuste vormen die alleen al door hun aanwezigheid dreigden en verleidend gromden. Marjan ademde diep in. Haar hand zweefde eroverheen, aarzelend, alsof ze over een onbekende tuin vol verboden bloemen liep. Ze voelde de koelte van het metaal, de zachtheid van de siliconen, de onverwachte ruwe textuur van een leren paddle.
Ze zag speeltjes die ze online wel eens had gezien, misschien stiekem in een late avondscroll, maar nooit in het echt. Speeltjes die ze alleen durfde aan te raken in gedachten, nooit in werkelijkheid. Ze tilde voorzichtig een langwerpige dildo op, zwaar in haar hand, met een lichte kromming die haast uitdagend leek te glimlachen. Haar adem stokte, haar onderbuik tintelde. Dan vond ze een zacht, trillend eitje, bijna schattig in zijn eenvoud, maar met die belofte van diepe, onderhuidse kreten. Haar vingers gleden over een zwarte anaalketting, ze streelde de langzaam groter wordende balletjes en fantaseerde over het gevoel wat het teweeg zou brengen. Ze voelde Roos’ blik branden achter haar, alsof Roos haar gedachten kon horen, elke kleine huivering in haar buik kon zien.
Langzaam draaide Marjan zich om, ze had gekozen. De speeltjes nog in haar handen, haar ogen glanzend en groot. Ze slikte, haar mond net open. ‘Vertel me…’ fluisterde Roos, haar stem donker en lokkend. ‘Wat moet ik doen? Hoe wil je me, hoe wil je jezelf?’ Marjan voelde haar dijen beven, een dun laagje zweet brak uit op haar huid. Ze keek naar het speeltje in haar hand, naar Roos’ kimono die nog half open hing, haar borsten zacht trillend bij elke ademhaling. Ze likte haar lippen, haar ogen donker als de nacht. ‘Ik wil…,’ begon ze, haar stem brak bijna. Ze ademde diep, hervond zichzelf, haar hand kneep steviger rond het speeltje. ‘Ik wil dat je mij opent. Langzaam. Eerst met je mond. Dan…’ ze hief het speeltje omhoog, haar ogen flitsten van Roos’ lippen naar haar ogen‘…wil ik dat je dit gebruikt. Hard, zacht., alles door elkaar. Tot ik niet meer weet wie ik ben.’
Roos’ ogen vlamden op, haar mondhoeken krulden in een duistere, begeerde glimlach. Ze stond langzaam op, haar kimono viel helemaal open, onthulde haar lichaam, naakt, glanzend, hongerig. Ze liep naar Marjan toe, nam het speeltje zacht uit haar hand, hun vingers raakten elkaar, een stroomstoot van verlangen trok door hen heen. Roos boog haar hoofd, haar mond vlak bij Marjans oor, haar adem heet, haar stem laag. ‘Ik zal je herschrijven,’ fluisterde ze. ‘Letter voor letter. Tot je alleen nog mijn verhaal bent.’ Marjan’s adem stokte, haar ogen sloten. Haar benen gaven bijna mee. En terwijl Roos langzaam naar haar knielde, voelde Marjan het al, dit zou geen gewoon hoofdstuk worden. Dit zou een nieuw boek worden. Een boek vol kreten, rillingen, natte adem en onuitgesproken zinnen op haar huid.
Roos stond vlak voor Marjan, hun ademhalingen versmolten, kort en onregelmatig. Haar ogen gleden langzaam over Marjans gezicht, haar hals, haar borsten, tot helemaal naar beneden. Alsof ze elk stuk huid alvast proefde met haar blik. Haar hand ging naar de lade, ze pakte een flesje glijmiddel en een ander klein zwart speeltje. Daarna nam ze het speeltje uit Marjans hand, voelde het gewicht, draaide het langzaam in haar vingers. Haar mondhoek trok omhoog, een duistere, hongerige glimlach. Roos liet haar hand met het speeltje langs Marjans buik glijden, niet duwend, alleen zacht strijkend, als een belofte. Marjan voelde de koude aanraking van het siliconen oppervlak en schokte onwillekeurig. Haar tepels trokken samen, haar knieën werden week.
‘Rustig…,’ fluisterde Roos, terwijl ze met haar andere hand Marjans kin omhoog tilde, zodat hun ogen elkaar gevangen hielden. Roos zakte langzaam door haar knieën, haar mond op enkele centimeters van Marjans onderbuik. Ze blies zacht tegen de huid, liet haar lippen zweven, net niet aanraken. Marjan trilde, een dun laagje kippenvel gleed als een golf over haar hele lichaam. Haar adem werd hortend, elke uitademing een zachte, onwillekeurige kreun. Dan, eindelijk, drukte Roos haar lippen tegen Marjans buik. Een natte kus, traag en hunkerend. Ze liet haar tong cirkelen, trok een lang, nat spoor omlaag richting haar heup. Marjan kreunde, haar hoofd viel achterover, haar handen gleden automatisch in Roos’ haar, als draden die haar verbonden hielden met de realiteit.
Roos likte verder, haar tong warm en speels, maar ook vastberaden. Ze stopte even bij Marjans lies, ademde diep in, haar neus tegen haar huid. Marjan voelde hoe haar bekken zich vanzelf naar voren duwde, zoekend, smachtend. ‘Je ruikt zo… puur,’ mompelde Roos zacht, haar stem trilde tegen Marjans huid. Toen gleed haar mond eindelijk tussen Marjans dijen. Haar tong vond de zachtste, meest kwetsbare plek. Ze likte langzaam, eerst voorzichtig, een verkennend, liefkozend ritme. Marjan hapte naar adem, haar dijen spanden zich, haar rug boog zich automatisch holler. Roos versnelde, haar tong dieper, haar lippen zuigend, zuigend alsof ze elke druppel wilde drinken. Haar handen hielden Marjans heupen stevig vast, onverbiddelijk, terwijl haar mond pulserende golven van extase omhoog stuurde.
Marjan hoorde haar eigen kreten, eerst zacht, dan luider, als een crescendo dat niet meer te stoppen was. Het klonk ruw, schor, alsof haar ziel mee naar buiten werd getrokken. Haar benen trilden zo erg dat ze dacht dat ze zou instorten, maar Roos hield haar overeind, vast, gevangen. Plots trok Roos zich terug, haar mond glanzend nat, haar ogen donker, wild. Ze bracht het speeltje omhoog, tikte het zacht tegen Marjans dijen, liet het langzaam langs haar lippen glijden. ‘Wil je dit?’ vroeg Roos, haar stem laag, dwingend. Marjan kon alleen maar knikken, haar lippen vochtig en half geopend. Haar lichaam schreeuwde harder dan woorden ooit konden.
Roos zette het speeltje aan, een zachte trilling vulde de kamer, bijna onschuldig. Ze liet het net langs Marjans kloppende kern glijden. Marjan gilde bijna, haar handen trokken Roos’ haren harder, haar dijen knepen onwillekeurig samen. Roos dreef het speeltje langzaam naar binnen, duwde zacht, millimeter voor millimeter. Marjan voelde zich openvouwen, gevuld, elke zenuw sprong open als vuurwerk. Haar mond vormde woorden, maar ze kwamen er niet meer uit, alleen gekreun, gebroken adem, pure oerschreeuw. Roos bewoog het speeltje ritmisch, duwde diep, trok langzaam terug, dan weer diep. Haar vrije hand streelde Marjans buik, haar clitoris, haar borsten, overal tegelijk, een chaotische symfonie van aanrakingen.
Roos onderbrak haar spel heel kort, Marjan zag het flesje, het zwarte speeltje, zo voelde druk tussen haar billen en toen verlossing. Echt verlossing was het niet, het voelde strak en het wond haar op. Daarna kwam de hand van Roos terug, van voren, ze voelde het trillende speeltje weer, langzaam dieper en dieper in haar. Het trillen werd versterkt als beide speeltjes in elkaars buurt kwamen. Het ding tussen haar billen en de trilling tussen haar benen waren gescheiden van elkaar maar zorgden voor een gevoel wat ze nooit eerder had ervaren. Marjan voelde hoe iets in haar buik oploste, iets warms en onontkoombaars. Haar ademhaling stokte, haar heupen rolden wild tegen Roos’ bewegingen. ‘Laat los…,’ fluisterde Roos, haar mond tegen Marjans dij, haar adem heet.
Marjan’s ogen sloegen wijd open, haar rug trok in een boog, haar handen klemden zich vast in Roos’ schouders. En toen kwam het, een stortvloed, een golf zo groot dat ze dacht dat ze zou breken. Haar kreun vulde het appartement opnieuw, een rauw, onmiskenbaar geluid van totale overgave. Roos bleef doorgaan, zacht maar onverbiddelijk, tot Marjan huilde van genot, haar benen slap, haar buik schokkend. Toen pas trok Roos het speeltje langzaam terug, haar vingers verzamelden het natte bewijs van Marjans explosie, likten het langzaam van haar eigen hand. Haar ogen vingen Marjans verwilderde blik, en ze glimlachte zacht, teder, maar met een triomfantelijk vuur. Ze voelde de slanke vingers van Roos tussen haar billen, het speeltje poepte er min of meer uit. Marjan zakte door haar benen, werd opgevangen door Roos, die haar streelde en haar mond zacht op haar voorhoofd drukte.
‘Je bent zo mooi als je breekt,’ fluisterde Roos. ‘Ik wil je blijven breken. Steeds opnieuw. Tot er niets meer van je over is dan ons verhaal.’ Marjan kon alleen maar hijgen, haar hoofd rustend tegen Roos’ borst. Haar lichaam gloeide, haar hart bonsde nog na, haar ziel hing ergens tussen aarde en hemel. Ze was verward, het was zo intens geweest, zo fijn, zo onbekend, de trillingen en die explosie in haar onderlichaam. En daar, in Roos’ armen, wist ze, ze was verloren. Ze was verslaafd geraakt aan haar, die mooie Roos met haar zachte handen, haar lippen en geraffineerde tong. En dan de speeltjes, de trillingen en dat heerlijk gevoel tussen haar billen. En dan haar orgasme, nog nooit had dat zó verlossend gevoeld.
Roos werd langzaam wakker, het zachte ochtendlicht viel door de gordijnen, en haar ogen openenden zich langzaam. De kamer was stil, de lucht gevuld met de geur van hun eerdere intimiteit, maar nu was alles rustiger, zachter. Haar lichaam voelde warm en voldaan, maar er was iets in de lucht dat haar nieuwsgierig maakte. Toen ze haar ogen opende, zag ze Marjan naast haar op haar knieën zitten. Marjan keek haar aan met een glimlach, haar ogen vol genegenheid en verlangen, ze wilde iets terug geven voor die ongelofelijke ervaring van vannacht. Roos voelde een lichte spanning in haar buik, een zachte opwinding die steeds meer voelde als de belofte van iets mooiers. Marjan leunde naar haar toe en fluisterde zacht: “Ik wil je iets laten voelen, iets dat je misschien nog niet kent.”
Roos’ hart begon sneller te kloppen, een gevoel van nieuwsgierigheid mengde zich met het verlangen. Marjan’s handen gleden over haar huid, zacht, maar met een vastberadenheid die Roos’ aandacht vasthield. Marjan streek met haar vingers langs Roos’ heupen, haar aanraking teder, maar zeker. “Ik wil je laten zien hoeveel ik van je houd, op een manier die je niet snel zult vergeten,” zei ze zacht, haar stem warm en diep. Roos voelde haar adem versnellen, haar hart een beetje sneller slaan. Ze wist dat het moment niet zomaar een lichamelijke ervaring zou zijn, maar iets veel diepers. Het was de intensiteit van het moment, de verbondenheid tussen hen, die haar deed geloven dat dit een gebeurtenis zou zijn die haar ziel zou raken.
Marjan stond op, haar bewegingen rustig en bedachtzaam, haar handen gleden naar de rand van het bed terwijl ze zich voorbereidde om iets anders te doen dan anders. Ze wenkte Roos dichterbij. Roos, nog steeds enigszins in verwarring door het nieuwe gevoel van verlangen dat haar vervulde, liet haar twijfels achter zich en kroop dichter naar Marjan toe. Met een zeldzame tederheid en vastberadenheid leidde Marjan Roos in een langzaam ritme, haar aanrakingen vol zorg, maar ook kracht. Elke beweging bracht hen dichter bij elkaar, niet alleen fysiek, maar emotioneel. De rust die Marjan bracht, de zachte fluisteringen in Roos’ oor, maakten van dit moment een ervaring die hen beide met diepe verbondenheid vervulde.
De kamer was gevuld met een warme, zinderende stilte, waarin de enige geluiden hun fluisteringen en de zachte aanrakingen van hun handen waren. Roos voelde zich volledig overgegeven aan dit moment, haar lichaam was een open boek voor Marjan, haar verlangens, haar hoop, haar angsten, allemaal zacht en teder gelezen door de vrouw die haar nu zo liefhad. Marjan keek haar aan, haar ogen vulden zich met iets dat Roos niet helemaal kon plaatsen, maar het was duidelijk, het was liefde, het was intens, het was allesomvattend. Ze streelde Roos’ gezicht, haar vingers gleden langs haar lippen, en langzaam boog ze zich naar haar toe, hun lippen vonden elkaar in een trage, hartstochtelijke kus.
Roos voelde haar hartslag versnellen, haar gedachten vervaagden en alles wat ze wist, was het gevoel van Marjan’s liefdevolle aanwezigheid, haar handen die haar beschermden, haar mond die haar begeerde. Dit was een moment van pure romantiek, van een diepe, onvoorwaardelijke verbondenheid. Roos wist dat Marjan haar geen seks of een orgasme gaf…. maar pure liefde. Ze wist nu dat de reis die ze samen maakten niet zomaar een lichamelijke ontmoeting was, maar een reis naar hun ziel. En voor het eerst voelde ze zich compleet, als een vrouw die werkelijk begrepen werd, door degene die haar hart had veroverd.
Twee uur later. De kamer was gevuld met het zachte geruis van hun ademhaling en de geur van koffie die Roos net had gezet. Ze zat tegenover Roos, haar haren nog warrig, haar huid nog warm van alles wat ze samen hadden gedeeld. Marjans ogen stonden zacht, verwachtingsvol, alsof ze nog steeds in die dromerige, verzadigde staat verkeerde waarin alles vloeide en geen grens bestond. Maar Roos keek haar aan, strak, bijna ondoorgrondelijk. Haar ogen waren groot en donker, maar nu koel en afstandelijk. Ze had haar kimono weer aan, zorgvuldig gesloten, als een muur die langzaam werd opgebouwd. Ze haalde diep adem, haar vingers speelden even met het oor van haar kopje. Toen keek ze Marjan recht aan. ‘Je moet gaan,’ zei ze, haar stem zacht maar onwrikbaar.
Marjan fronste, haar mond viel een beetje open. ‘Wat…? Hoe bedoel je…?’ Roos slikte, haar ogen bleven stevig op Marjan gericht, geen ruimte voor zachtheid meer. ‘Hier houdt ons verhaal op. Geen happy ending, geen vervolg, geen extra hoofdstukken. Jij jouw leven, ik het mijne. Met mijn vrouw, ze komt morgen thuis uit New York’ De stilte viel als een koude, ongenadige deken over hen heen. De boodschap denderde door het hoofd van Marjan. Roos, haar vrouw, New York…..? Marjan hapte naar adem, haar lippen trilden. ‘Nee… Nee, Roos… Dat kan je niet menen. We kunnen elkaar blijven zien, stiekem… Of we kunnen praten, met z’n drieën misschien, je vrouw en ik, open…’ Roos schudde langzaam haar hoofd. Haar ogen bleven hard, de kou trok voelbaar tussen hen in. ‘Nee,’ zei ze, haar stem nog zachter, maar nu definitief.
Ze stond op, liep naar een kastje en haalde er een enveloppe uit. Op de voorkant stond in sierlijke, haast dansende letters: Marjan. Ze hield de enveloppe even vast, alsof hij zwaar woog in haar hand, en reikte hem toen aan. Marjan staarde ernaar, haar vingers beefden toen ze hem aanpakte. Haar mond opende zich weer, maar er kwam geen woord. De enveloppe had klaargelegen, hoe lang al, al vanaf dag één of later. Dit moet een vergissing zijn dit meent ze niet. Dit kan niet…. Roos en zij…..?
Roos keek haar aan, de kilte in haar blik gebroken door één enkel flikkerend vlammetje, iets van dankbaarheid, iets dat nog even hun verleden vasthield. ‘Thuis lezen,’ fluisterde ze. Marjan wilde iets zeggen, haar mond bewoog, maar Roos’ hand gleed al naar de deur. Ze duwde zacht maar resoluut. ‘Ga nu,’ zei Roos. Marjan stond op, verslagen, alsof haar benen niet meer wisten hoe te bewegen. Ze liep richting de gang, voelde de koude vloer onder haar voeten, de stilte die haar hart bijna deed bonzen in haar oren. Ze draaide zich nog één keer om, hoop in haar ogen, een wanhopig laatste woord op haar lippen. Maar Roos had de deur al geopend. Ze keek niet langer naar haar, haar blik was afgewend, haar gezicht een masker van sereniteit.
Met een laatste, haast fluisterend ‘alsjeblieft…’ probeerde Marjan iets te zeggen, maar Roos reageerde niet. En toen, zonder nog één aanraking, één kus, één laatste blik, werkte Roos haar zacht maar onverbiddelijk de deur uit. De deur viel dicht, marjan bleef staan in de gang, de enveloppe trillend in haar hand, haar adem gejaagd, haar hart gebroken in honderd stille stukjes. En ergens daarbinnen, te midden van de scherven, voelde ze hoe het verhaal eindigde, niet met een kus, niet met een fluistering, maar met de stilte van een dichte deur.
Vier maanden later. De winter was langzaam in de stad gezakt, de lucht zwaar en kil. Marjan zat achter haar laptop, haar vingers rustten loom op het toetsenbord. Ze had de afgelopen weken amper iets geschreven, haar inspiratie was ergens tussen de lakens van dat appartement verdwenen, tussen Roos’ vingers en fluisteringen, tussen die laatste blik en de dichtslaande deur. Een ping, een nieuwe mail. Ze klikte zonder nadenken. Haar ogen gleden over de afzender en haar hart klopte meteen hoger, Roos. Ze slikte, haar borstkas spande zich, ze klikte verder. Een E-book. Titel: “Roos en de vrouw, als fictie en non-fictie samensmelt.”
Ze voelde haar maag samentrekken, haar adem stopte even. Met trillende vingers opende ze het bestand. De eerste zinnen vloeiden als hete wijn door haar aderen. Elk woord was een echo van hun nachten, hun kreten, hun fluisteringen. De beschrijvingen waren intiem, pijnlijk eerlijk, treffend en waarheidsgetrouw. Hoe Roos haar had gezien, haar had geproefd, had geopend. Hoe Marjan zich had verloren, hoe ze had gebeefd en gestreden en uiteindelijk had losgelaten. Ze las hoe Roos over haar schreef, als een vurige muze, als een stormachtige golving van verlangen, als een vrouw die haar eigen verlangens eindelijk durfde aan te raken. Een vrouw die van een ontmoeting, seks en lust een intens verlangen kon maken. Oprecht, eerlijk, genietend, van elkaar, van elkaars warmte en hun lichamen. Een vrouw die in de ogen van Roos de perfecte partner was. Marjan voelde haar benen slap worden. Ze vloekte hard, haar ogen brandden, haar wangen kleurden diep.
Ze schoof haar stoel naar achteren, pakte met een haastige beweging een glas wijn. Ze schonk het vol, bijna tot de rand. Haar hand pakte een sigaret van de tafel. Ze liep richting het balkon, haar schouders hoog, haar adem wild. Buiten was het stil. De stad lag bedekt onder een dunne waas van mist. De rook kringelde omhoog, vervlocht zich met haar onrust. ‘Godverdomme…’ siste ze. Ze nam een slok wijn, diep en gulzig. Nog een trek van haar sigaret, de rook blies ze krachtig de nacht in. ‘Verdomde schrijfcursus…’ mompelde ze. ‘Om te leren hoe je fictie en non-fictie verbindt… Mijn god, wat een kutidee.’
Ze haalde haar hand door haar haar, haar gedachten raasden. Ze dacht aan de heerlijke weken met haar, met Roos’ adem tegen haar huid, die natte zoenen, dat waanzinnige breken en weer opstaan. Hoe Roos haar uit elkaar had geschreven, en nu weer, maar dit keer met woorden op papier leek te verbinden. Ze voelde iets kruipen onder haar huid. Verlangen, woede, verdriet en liefde, oneindige liefde.
Toen hoorde ze iets. Een stem, van beneden, van de straat. Ze keek omlaag, haar ogen groot, haar adem schokte. Daar, bij de ingang van de flat, half in het schijnsel van een lantaarn, stond een vrouw. Lang, slank, rood haar als vuur in het bleke licht. Ze droeg een eenvoudige jas, haar gezicht half verborgen achter een sjaal. De vrouw keek omhoog. Hun blikken kruisten elkaar, en ineens was daar dat elektrische, dat allesverslindende. De vrouw stak haar hand op, zwaaide. ‘Marjannn!’ riep ze, haar stem helder en scherp, dwars door de mist en nacht heen. Net als de laatste keer dat ze in haar armen klaar kwam. Intens en verlangend.
Marjan voelde hoe haar glas bijna uit haar hand viel. Haar sigaret bungelde half vergeten tussen haar vingers. Haar hart bonsde wild in haar keel. Ze hapte naar adem. ‘Nee… dat kan niet…’ fluisterde ze. Maar de vrouw beneden trok haar sjaal weg, glimlachte breed. Het was haar Roos, verdomme, het was Roos! Marjan stond daar, bevroren, gevangen tussen verleden en heden, met de brandende resten van verlangen in haar achterhoofd, en in haar borst een hart dat plots weer wakker werd. Roos zwaaide opnieuw, harder nu. Haar lach, diezelfde ondeugende, verleidelijke lach. En ineens wist Marjan dat haar verhaal helemaal niet was geëindigd. Het had alleen op een nieuw hoofdstuk gewacht.
Vijf minuten later stond ze in Marjan’s woonkamer. Een kleine rugtas, haar telefoon, haar pinpas en een paar kleren, meer had ze niet. Roos was deur uitgegooid door haar “vrouw” die ze ook een exemplaar van haar E-book had gestuurd. Die met het lezen van de titel en de blik in Roos haar ogen al genoeg wist “als fictie en non-fictie samensmelt”.
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10