Door: Lynch
Datum: 16-11-2017 | Cijfer: 8.4 | Gelezen: 3016
Lengte: Lang | Leestijd: 30 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Romance,
Lengte: Lang | Leestijd: 30 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Romance,
Vervolg op: Lynch En Nick - 3
Vooraf:
Het karakter Lynch is één van mijn verzinsels, maar heeft wel eigenschappen die ik van mensen uit mijn omgeving heb geleend. Ik kan dus niet zeggen dat het geheel fictief is, maar de gebeurtenissen hebben nooit plaatsgevonden. Omdat Lynch verzonnen is, zal hij meerdere rollen en/of personen kunnen zijn. Daarom dat in ieder verhaal hij anders omschreven wordt. De overige personages waar Lynch zijn avonturen mee beleeft zijn wel geheel fictief.
Veel lees plezier en laat gerust feedback en/of suggesties achter.
Langzaam voel ik hoe mijn droom steeds meer zijn grip op mij verliest.
De zon glipt door de gordijnen en zoals altijd wanneer je eigenlijk nog even door wil doezelen, schijnt hij precies in mijn gezicht.
Even word ik verrast door iets hards dat tegen mijn billen drukt, ondanks dat ik nog half slaap heb ik al snel door wat het is.
Zonder mijn ogen te openen, nestel ik me wat strakker tegen de ochtend erectie aan.
Wat is het heerlijk dat Nick het weekend kon blijven slapen, gaat er door mijn hoofd.
Als ik naar achter grijp en langzaam de bobbel door de boxer heen masseer, hoor ik een diepe kreun achter mij.
Het duurt even voor ik door heb dat de stem die deze kreun voortbrengt niet past bij Nick.
Met een schok open ik mijn ogen en kijk recht tegen het slapend gezicht van Nick die voor me ligt.
Ik draai me snel om en zie hoe Slava naast me wakker wordt.
Even kijken we elkaar verduft aan en dan tegelijkertijd kijken we naar beneden.
Mijn hand heeft zijn opwinding nog steeds vast, enkel gescheiden door het katoen van de zwarte boxer.
Als door een wesp gestoken laat ik los en trek mijn arm terug.
Slava krijgt een vale glimlach op zijn gezicht.
“Ook een goedemorgen” fluistert hij terwijl hij zich uitrekt.
Ik probeer mijn gedachten op orde te krijgen.
Vragen als “Wat doet Slava in mijn bed?”, “Hoe komt Slava bij mij EN Nick in bed?” en “What the fuck is er vannacht gebeurd?” racen door mijn hoofd.
Slava draait zich ondertussen om, glijdt onder de dekens uit en stapt uit bed.
In alleen zijn boxer staat ie naast het bed en rekt zich nog eens extra uit.
Of hij dit doet omdat hij het echt nodig heeft of omdat hij graag zijn lichaam met bijbehorende odol showt weet ik niet.
Maar zoals hij daar staat kan ik het niet laten hem goed te bekijken.
Even lijkt de chaos in mijn hoofd weg te zakken, een lege stilte die aangeeft dat mijn volledige aandacht op de zaligheid genaamd Slava is gevestigd.
Ik kan echter maar even van deze zaligheid genieten.
“Zo dat ziet er goed uit.” Vanachter hoor ik dat Nick ook wakker is geworden en zijn blik ook op Slava heeft gericht.
De chaos aan vragen komt als een stortvloed weer in mijn gedachten.
Dan opeens vind ik het antwoord op al de vragen in de vorm van een herinnering aan gisteren.
De stedelijke stilte omgeeft ons terwijl we richting de bushalte lopen.
Dat wil zeggen, auto’s claxonneren naar razende brommers en een oude man scheldt verontwaardigd naar de fietser die hem bijna van het zebrapad reed.
Soms zou ik toch liever in een klein dorpje wonen, dat of gewoon op het platteland tussen weilanden en bossen.
Even dreig ik weg te zakken in een dagdroom over naaktlopende boerenknechten als Nick me aanstoot .
“Is dat de bus die we moeten hebben?”
Een honderd meter voor ons rijdt lijn 11 richting de bushalte die eens zover staat.
Zonder een woord te zeggen zet ik een sprint in.
“Ja dus!!” hoor ik Nick nog achter me naroepen.
Even voel ik me schuldig, maar veel tijd heb ik daar niet voor.
Met gemak zie ik Nick langs me heen sprinten, het voordeel van zijn sportieve levensstijl.
Het lijkt wel of Nick met iedere stap sneller beweegt.
Nog voor ik halfweg de bushalte ben, staat hij al met één voet op de treeplank.
Als ik eindelijk hijgend bij de bushalte aankom, voel ik me alsof de koffie zijn weg naar buiten probeert te vinden.
“Schiet eens op, ik heb geen zin om achter op schema te komen!”
Nors kijkt de chauffeuse hoe ik incheck en nog hijgend naar achter in de bus loop.
Als ik bijna bij Nick aankom, geeft ze een flinke dot gas en verlies ik mijn evenwicht.
Onhandig probeer ik nog te grijpen naar een handvat, maar ik lig al bij Nick op schoot.
“Ik heb een kleine deja vu hier”
Nick’s lach om zijn eigen grap klink door de bus heen en ik voel hoe mensen naar ons beide kijken.
Ook al komt er een lichte vlaag van schaamte over me heen, lijkt hij zich van hen niks aan te trekken.
Op zijn gezicht staat een brede glimlach terwijl hij mij overeind helpt.
Ik wil mijn hand op zijn been leggen voor grip en ondersteuning, maar een volgende dot gas van de chauffeuse haalt mijn richtingsgevoel overhoop.
Bijna vol grijp ik Nick in zijn kruis, waar ik verrassend iets meer voel dan alleen een handvol spijkerstof.
Nick kijkt half verontschuldigend, half uitdagend op mij neer.
Snel takel ik me op de been en zet me naast hem neer.
Nick begint weer op zijn gebruikelijke wijze de stilte te vullen door honderduit te babbelen over alles en niks.
Ik kan er dit keer moeilijk mijn gedachten bijhouden, mijn hoofd duizelt en mijn hart bonkt na van de plotselinge inspanning.
Als ik 10 minuten later bijna mijn ademhaling weer in een rustiger ritme onder controle heb, komt de eindhalte in al zicht.
“Ik moet echt weer wat meer aan mijn conditie doen” fluister ik bijna onhoorbaar als ik me aan een buis omhoog hijs.
Nick heeft me schijnbaar gehoord want hij geeft me een geruststellend klopje op de schouder.
“Met je conditie komt het vanzelf goed als ik vaker op visite ben.”
De dubbelzinnigheid druipt er vanaf, maar ik ben wijselijk genoeg om er nu niet op in te gaan.
Waar de stedelijke stilte bij mij thuis nog onder rustig valt, is het in het centrum van ’s Hertogenbosch allesbehalve dat.
Honderden, zo niet duizenden mensen vinden hun weg naar hier, om de terrasjes en winkels te vullen.
“Zullen we nog even gaan zitten op een terrasje voordat we half Den Bosch gaan leeg kopen?”
Nick wijst naar een vrij tafeltje half in de zon.
Ergens lijkt me niks lekkerder om daar te zitten, maar mijn beschaamde innerlijk wil zich niet laten kennen.
Met een handgebaar wuif ik zijn voorstel weg “Ni... ni... niet.. no... dig.”
Nick haalt zijn schouders op en laat zijn blik door de winkelstraat glijden.
“Dus... waar wou je beginnen?”
Ik kijk hem even niet begrijpend aan.
“Of wou je niet een nieuwe garderobe aanschaffen?”
Ik kijk naar beneden, mijn eigen kleding inspecterend, zelf vind ik me niet verkeerd gekleed.
Oké, het is niet het meest modieuze, maar dat ben ik nooit geweest.
Met een overdreven nichterige stem probeert Nick een modenicht na te doen.
“Schat, begrijp me niet verkeerd. Maar dit kan echt meer... zooo... 2000-prehistorie.”
Even voel ik me opgelaten, deels door zijn opmerking en deels door de mensen die in het voorbijgaan naar ons kijken.
Als ik niet snel genoeg een reactie geef, doet Nick er nog een schepje bovenop.
“Nou kom op, we gaan naar het Jeans-center. Een fatsoenlijke broek voor je kopen!”
Met een overdramatisch gebaar draait Nick zich om en wijst naar het uithangbord van de genoemde winkel.
Deze omzwaai in zijn karakter doet me even twijfelen of ik niet gewoon de eerste de beste bus terug moet nemen, maar mijn onzekerheid overwint en slaafs begin ik achter hem aan te lopen.
Even later staan we voor een rek broeken te kijken wat er ligt, of ja... Nick kijkt.
In mijn hoofd probeer ik de plotselinge omzwaai van hem te doorgronden.
“... of lijkt jou deze enige broek niet leuk?”
Niet eens kijkend naar de broek haal ik mijn schouders op en laat een “uhu” klinken.
“Wat is er?” Nick laat gelijk het nichterig accent vallen en kijkt me vragend aan.
Zelfs nu weten zijn hel groene ogen me weer te vangen en weet ik niks te zeggen.
Zonder een woord te spreken kijken we elkaar zo een tijdlang aan, beide in onze eigen vertwijfeling
“Kan ik jullie ergens mee helpen?”
Een blonde meid van een jaar of zeventien onderbreekt ons eerste ongemakkelijke moment.
“Erm..” Nick lijkt te schakelen in zijn gedachten, maar dit keer ben ik hem voor.
“Ne... ne.. ee da.. da.. nk.. j j je.”
Even kijkt de blondine me aan alsof ik haar in een buitenaardse groet heb toegesproken, maar snel verschijnt haar brede verkopers glimlach weer terug op haar lippen.
“Oké, als jullie hulp nodig hebben horen we het graag!”
Met die woorden draait zij zich om en begroet de volgende klant.
In gedachten denk ik nog “ze werkt zeker op commissie..” en kijk weer naar Nick.
Nog steeds staat hij met de blauwe spijkerbroek in de handen.
Zijn gelaat wijst richting grond en een traan trekt een spoor langs zijn neus.
Even weet ik niet wat ik moet denken.
“Sorry” klinkt er opeens over zijn lippen “Ik duw soms mijn grappen te ver door en dan...”
Zijn schouders beginnen wat te schokken.
Snel pak ik hem vast in een sterke omhelzing.
“... voor mij is dit best nieuw terrein en ik .. ik...”
Door mijn shirt voel ik zijn warme, schokkerige adem heen komen.
In al die tijd dat ik contact met hem heb gehad, is het onderwerp van een mogelijke ex nooit ter sprake gekomen.
Ik had gewoon aangenomen dat door zijn karakter, uiterlijk en vooral extroverte voorkomen hij de ene na de andere jongen versleet.
Ergens voel ik me schuldig over die aanname, maar het gevoel van hem in mijn armen verdringt mijn gedachten ruimschoots.
Opeens voel ik een hand op mijn schouder.
“Wil hij misschien een glaasje water?”
De jonge blondine kijkt bezorgd naar Nick en mij.
Als ik langs haar heen kijk zie ik meer mensen naar ons staren.
In mijn hoofd klinkt een stem die ik al een tijd niet gehoord heb, mijn zelfvertrouwen geeft me een boost omhoog.
“J.. j...ja dank je... graag”
Met drie tassen op een stoel naast ons zitten we op het terras aan de Markt.
De joker op het menukaart lijkt vooruit te dansen als het op een briesje heen en weer wappert.
De zon lijkt zich door de parasol heen te willen branden en de warmte kleeft zich aan ons.
Tegenover mij zit Nick met zijn ogen dicht, half onderuit in de stoel.
Half klagend, half zuchtend, praat hij over de abruptheid van het weer.
“Nog geen week geleden liepen we in winterkleding en nu zou ik het liefste in een zwembroek zitten!”
Even in diepe gedachten staar ik naar het smeltende ijsklontje in mijn bruisend bronwater.
Ik zie voor me hoe Nick in een strakke speedo over straat paradeert.
Geen onaantrekkelijke aanzicht.
Verleidelijk gaan zijn handen over zijn billen om er vervolgens speels een paar keer op te slaan.
Als Nick weer omdraait zie ik een flinke aftekening omhoog lopen.
Mijn ogen volgen de richting tot ik een glimmende eikel boven de rand uit zie steken.
Als hij zijn duimen achter het elastiek haakt, drukt hij het stukje stof naar beneden.
“Hey, aarde aan Lynch!”
Zoals vaker schrik ik op uit mijn fantasiewereld.
Nick kijkt me vragend aan.
“Waar wil je dadelijk heen?” herhaalt hij “Ik bedoel, we hebben nu drie tassen vol voor mij...”
Even lijkt Nick te denken
“... drie tassen vol voor mij, min die twee paar sokken voor jou dan. Spannende keuze overigens.”
Als hij nog harder met zijn ogen zou rollen, vlogen ze er uit.
Even zucht ik.
“We... he.. heb ben.. nog genoe.. oeg.. tij tij ijd. Nu eve .. n pau pau pauze.”
Demonstratief hef ik mijn glas op en neem er een slok uit.
“Hey Lynch!”
Vanachter voel ik een stevige klap op mijn schouder, die me de helft van mijn glas in mijn kraag doet gieten.
“OE! Godv... Sorry! Dat was niet de bedoeling!”
Naast me torent een gespierde man uit.
Door de kou van de ijsklontjes die langs mijn huid glijden duurt het even voor ik deze vreemdeling herken.
“Sla.. va?” weet ik er uit te persen.
“Ja! Sorry, ik wou je niet laten schrikken!”
Nick zit tegenover mij, niet wetend of hij nu moet lachen om de grimassen die ik trek of zich onzichtbaar moet houden.
“Laat mij jullie een drankje aanbieden, dat is wel het minste wat ik nu voor je kan doen.”
Nog voor ik iets terug kan zeggen is Slava al naar binnen gesneld.
Nick kijkt mij vragend aan.
“Ver.. ple.. g.. g.. er” zeg ik wijzend naar mijn enkel.
Nick lijkt er niet veel wijzer op te zijn geworden, maar kan niet verder vragen als Slava met een dienblad waarop drie gevulde glazen staan en een doek terugkomt.
“Hier, kan je je een beetje drogen!”
Uitbundig als hij is gooit hij het vod in mijn gezicht.
Als een volleerde ober plaatst hij een nieuw glas spa rood voor me en twee glazen ijsthee bij Nick en een lege stoel.
“Vinden jullie toch niet erg als ik er bij kom zitten hè?”
Nick schudt van nee en nog voor ik kan reageren zit de Griekse godheid al aan ons tafeltje.
Slave steekt zijn grote hand uit naar Nick.
“Slava Nyedav! Verpleger van de zieke en normaal een stuk voorzichtiger.”
Het gebeurt niet vaak dat ik Nick zo overdonderd zie.
Zijn slanke hand wordt geheel aan het zicht ontnomen door die van Slava, iets wat niet alleen mij is opgevallen.
Met grote ogen kijkt Nick naar de immense aanwezigheid.
“Afgelopen week lag je er toch een stuk beter bij.”
Een ongemakkelijk lachje volgt zijn opmerking als Slava zich de woorden beseft en de dubbele lading er van.
Snel draait hij zich weer naar Nick.
“Ik heb zijn gips er af gehaald... niet dat je verkeerde dingen gaat denken!”
Even houdt hij stil voor Slava weer verder wil gaan.
“Ja, ik begrijp het nu wel. Neem maar een slok voor je je eigen graf nog dieper graaft.”
Nick geeft Slava een geruststellend klopje op de arm, zijn glimlach schijnt op eenieder geruststellend te kunnen werken.
Het is even stil als we bijna tegelijk een slok van ons glas nemen.
“Smaakt toch wel goed zo op een hete dag.”
Nick lijkt zich al weer hersteld te hebben na deze donderende introductie.
“Dus... jij bent degene die mijn vriendje van z’n gips heeft verlost?”
Als ik de zin nog eens door mijn hoofd laat gaan, valt het me op dat de nadruk op het woord “mijn” ligt.
Met een schok dringt het ook tot me door dat hij mij z’n vriend heeft genoemd.
“Oww. Dus jullie zijn... erm... damn...”
Slava wijst van Nick naar mij en terug.
“Leuk voor je! Hij is een aardige jongen.”
Even denk ik een kleine teleurstelling te horen in Slava’s stem.
Na nog een slok van zijn ijsthee te hebben genomen, draait Slava richting mij.
“En hoe is het met de enkel?”
De toon in zijn stem lijkt opeens heel professioneel te zijn geworden.
“Ja.. goe.. goe... d, zit .. .e .. er... no nog... a aa... aan”
Even grinniken we alle drie, meer door het feit dat we niet weten verder te komen in deze situatie.
“Enne... hoe lang zijn jullie al samen? “
Ik kijk Nick vragend aan, niet wetend hoe ik deze vraag moet beantwoorden.
“Sinds vandaag eigenlijk officieel.”
Waar ik net nog koude rillingen had van het gemorste water, voel ik bij deze woorden nu een warm gevoel opkomen.
Zwijmelend klinkt het in mijn hoofd “Ik ben zijn vriend.”
Waar in de verwachting lag dat het een gezellig middagje met zijn tweeën zou worden, blijkt Slava een welkome aanvulling te zijn aan gezelschap.
Ook al ging het in het begin wat stroef, praten hij en Nick honderduit.
Normaal gesproken voel ik me in dit soort gevallen als een derde wiel, maar nu voel ik me op mijn gemak.
Ik weet niet zeker of dit komt omdat Nick me zojuist geclaimd heeft, of doordat het er op lijkt dat ik er een vriend bij heb.
Of ja... op zijn minst een kennis.
Het ging dan ook vrij natuurlijk dat, toen we weer genoeg energie hadden om het shoppen te hervatten, Slava gewoon mee ging.
Al babbelend lopen we door de straten heen als we langs de Cool Cat lopen.
Op zijn zachtst gezegd is het niet zo mijn stijl aan kleding, maar Nick en Slava dringen er op aan dat we toch naar binnen gaan.
Terwijl de beide heren zich volop in de rekken storten, kijk ik een beetje her en der.
Ik verwacht toch niet dat ik hier iets vind wat van mijn gading is.
“Lynch!” Nick roept me zowat vanaf de andere kant van het pand “... dit zal je vast wel leuk vinden!”
Enkele mensen kijken gestoord van hem naar mij, maar na een dag met Nick te hebben doorgebracht, gaat het mij steeds makkelijker af om me er, net als hij, niks van aan te trekken.
Op mijn gemak loop ik richting Nick en kijk wat hij in de handen heeft.
Het blijkt een wit T-shirt te zijn met op het eerste oog een bloempatroon. Als ik wat beter kijk zie ik dat de “bloemen” zicht geven op een skyline.
“Ik denk dat het je vast heel goed zal staan.”
Met glinsterende ogen kijkt Nick me hoopvol aan alsof hij een trouwe hond is in afwachting van een beloning.
Ik kijk nogmaals naar het shirt en probeer mezelf er in voor te stellen.
“Trek het dan op zijn minst even aan, dan kan ik zien of ik gelijk had.”
Half dwingend en half begeleidend duwt hij mij richting de kleedhokjes langs de muur.
Daar aangekomen geeft hij me een laatste duw het hokje in en gooit me het shirt over het hoofd.
Ergens voel ik me voor paal staan, maar veel tijd om na te denken krijg ik niet.
“Een L was toch wel groot genoeg voor je?”
Nick heeft er duidelijk schik in om mij eindelijk eens in iets moderners te steken.
Met een lichte tegenzin besluit ik toch maar toe te geven aan zijn vraag en begin mijn overhemd los te knopen.
Als ik het T-shirt over dat van mezelf wil aantrekken, begint Nick te sputteren.
“Nee dat is geen gezicht, je trekt toch geen twee T-shirts over elkaar aan? Uit dat ding.”
Even slaak ik een diepe zucht en begin mijn eigen shirt dan ook uit te trekken.
Terwijl ik het op het haakje hang, bedenk ik me opeens dat ik het hokje niet heb afgesloten en iedereen dus doodleuk naar binnen kan kijken.
Ik voel mezelf weer bewust worden over mijn harige verschijning en trek snel het nieuwe shirt aan.
Even twijfel ik, maar stap dan uit het hokje en laat me keuren door Nick.
“Draai je eens om?” Hij kijkt goedkeurend naar hoe ik ongemakkelijk om mijn as draai “... Oké en nu weer naar mij kijken.”
Als ik me naar hem draai zie ik een glimp van mezelf in de spiegel.
Zonder afwachten draai ik me nu volledig naar mijn reflectie en bekijk mezelf eens goed.
Het valt me eigenlijk best mee, het zou niet mijn eerste keuze zijn, maar daarom steekt het ook zo af tegen mijn normale smaak.
Ik draai me half om, bekijk me van de zijkant en dan eens van de andere zijde.
Deels omdat ik Nick een pleziertje wil gunnen, maar ook omdat hij toch wel gelijk had besluit in het shirt te kopen.
Als ik terugloop naar mijn pashokje, zie ik door een kier dat in dat ernaast Slava een tanktop aan het passen is.
Zijn spieren tekenen strak af in de strakke stof en zijn dikke armen lijken zich nog meer op te bollen door de verkregen vrijheid.
Toen ik hem zag een paar weken geleden in het ziekenhuis, viel het me al op dat zijn verplegersuniform strak om zijn gespierde lijf zat.
Maar nu ik hem zo zie, kan ik me zo voorstellen dat hij er jaren in heeft gestoken om dit uiterlijk te krijgen.
Snel kijk ik over mijn schouder terug de spiegel in.
Het shirt dat ik aan heb trekt zich ook strak om mijn lichaam, maar niet van de spieren.
Mijn behaarde armen hangen slap omlaag en weer zie ik mezelf zeer kritisch ogen.
“Och, ik doe er Nick op zijn minst een plezier mee” gaat er door mijn hoofd terwijl ik ook besluit om toch maar een XL te nemen.
Met meer tassen dan handen, lopen we na sluitingstijd door de leegstromende straten van het centrum.
Naast het shirt heeft Nick me ook nog zo ver gekregen om een bijpassende spijkerbroek en overhemd te kopen.
Dat laatste had ik toch al nodig, alleen de felle kleur was een idee van Nick.
Als we aankomen bij een T-splitsing volgt er een raar moment.
Slava wil de ene kant op lopen, richting de parkeerplaats waar zijn auto staat en wij de andere kant naar de bushalte.
Door de abruptheid van de situatie botsen we bijna tegen elkaar op.
“O ja, jullie waren met de bus hè?” Slava probeert ondertussen de tassen uit de knoop te halen.
“Wat zouden jullie er van zeggen als we de tassen bij mij in de auto zetten?” Zijn blik gaat vragend van mij naar Nick. “Het is nog te gezellig om nu al afscheid te moeten nemen, dus laten we gewoon ergens gaan eten en dan zet ik jullie naderhand wel thuis af.”
Even kijk ik met dezelfde vragende opgetrokken wenkbrauw als Slava naar Nick.
“Lij...kt m... me we... el leu.. eu.. euk.”
We keren gezamenlijk richting de parkeerplaats en beginnen het bekende discussiepunt “Dus... waar hebben we zin in?”
Na een paar voorstellen over en weer, besluiten we naar Stevano’s te gaan.
“Goedkoop, maar uitstekend Italiaans eten.” Nick grinnikt even “Dat eerste is wel nodig na onze winkelmiddag.”
Een half uur laten zitten we in een schemerig hoekje van het restaurant, te wachten tot ze onze drankjes opnemen.
“Ze hebben hier een best goede zoete witte wijn, ooit geproefd?”
Ik schud mijn hoofd richting Slava.
“Hou... ou nie...iet zo... o va.. a... n wij... ij... ijn.”
“Of van iedere andere alcoholische drank” de stem in mijn hoofd is jammer genoeg niet hoorbaar voor mijn tafelgenoten.
“Onzin, iedereen houdt van wijn. Je moet het alleen leren drinken!”
Van Nick lijk in geen bijstand te krijgen, want hij knikt instemmend.
Omdat ik voor mijn doen toch al aardig uit mijn normale comfortzone ben gehaald, geef ik nu ook weer toe en al snel staat er een karaf wijn met drie glazen op tafel.
Als de serveerster onze bestelling heeft opgenomen en weg is, verraadt Slava weer dat hij ervaring heeft in de horeca, door de glazen blind tot op exact gelijke hoogte te vullen.
Met een ruim gebaar heft hij zijn glas op “Dat deze gezellige dag nog even door mag gaan”.
Even klinken onze glazen tegen elkaar en dan nemen mijn tafelgezellen een slok.
Nick laat een goedkeurend geluid horen, evenals Slava die vervolgens hoopvol naar mij kijkt.
Twijfelend zet ik het glas aan mijn lippen en kantel het langzaam tot ik mijn lippen nat voel worden.
Ik laat een flinke hoeveelheid naar binnen stromen en proef een licht fruitige smaak langs mijn tong strelen.
Even komt ook van mij het goedkeurende geluid.
Maar al snel vervliegt de eerste kennismaking en een bitter zure smaak neemt haar plaats in.
Ik weet niet of ik de wijn terug het glas in moet spugen of moet doorslikken.
Na een haastige discussie in mijn hoofd besluit ik door te slikken.
“En?” Slava en nu ook Nick kijken me vol afwachting aan.
Snel probeer ik een diplomatiek antwoord te bedenken.
“Hee..ft eu.. eu...een mom..moom ... ent ... no nodig om d..de vol..ledig... e sma...aa...k t...te ... kr... ij.. gen.”
Verheugd kijkt Slava naar mij “Zie je? Ik zei toch dat ze een goede wijn hadden?”
Ook al was de dag zonnig en warm, is het tijdens ons verblijf in het restaurant gaan motregenen.
Ik merk het echter niet, ondersteunt door Slava zwalk ik door de straat.
“Jij drinkt echt geen alcohol hè?” Slava heeft een bezorgde blik op zijn gezicht.
Zelfs zonder dubbele tong zou ik al moeite hebben uit mijn woorden te komen, dus besluit ik maar nee te schudden.
Iets wat ik ook weer gelijk betreur, de wereld draait om me heen, zelfs als ik mijn hoofd weer stil houd.
Nick kan het niet helpen te giechelen als hij mijn verdwaasde blik ziet.
“Denk dat ie beter niet dat tweede glas had kunnen nemen, laat staan het derde.”
Normaal zou de wandeling van het restaurant naar de parkeerplaats hooguit een kwartier duren, maar met mijn slepende voeten duurt het zeker het driedubbele.
Ik merk dat de frisse lucht me goed doet en tegen de tijd dat we bij de auto van Slava zijn, voel ik me al wat meer helder.
Nick en ik kruipen de Seat in, ik op de achterbank en hij op de passagierszitting.
“Dus... waarheen?” Slava kijkt naar Nick voor wegaanwijzingen.
“Erm... ik weet de straat, maar als je me vraagt hoe er te komen zeg ik: met de bus.”
Slava kijkt achterom, lijkt even te denken en grinnikt.
“Niet lullig bedoeld, maar misschien beter om toch maar de Tomtom in te schakelen.”
Ik weet niet of het een toespeling op mijn spraakprobleem is, of mijn aangeschoten staat.
Besluitend dat het in beide gevallen klopt, wuif ik de opmerking weg.
Nick geeft de straatnaam door en Slava zet zijn rode vierwieler in beweging.
Als de lucht leegstroomt van zonnestralen, beginnen de lantarenpalen hem weer te vullen.
Hypnotiserend flitsend schieten ze voorbij en langzaam voel ik me wegzakken.
Niet geheel per ongeluk trapt Slava iets te hard op de rem en met een schok staat de auto stil op de parkeerplaats naast mijn appartementencomplex, mijn ogen zijn gelijk open.
“We zijn er!” Nick kan weer een giechel niet onderdrukken.
“Wacht maar tot jij dronken bent!” schiet er door mijn hoofd.
Met meer moeite dan toen ik instapte probeer ik uit de krappe Seat te klauteren.
Als ik er eindelijk uit ben, bedenk ik me dat de tassen nog op de achterbank staan en maak aanstalten om ze te pakken.
“Ik... denk dat het beter is als ik ze voor je pak!” Nick klopt me geruststellend op de rug en schiet voor mij langs de auto in.
Ik besluit dan maar richting voordeur te lopen en hem te openen voor mijn pakezels.
Even gniffel ik over de flauwe grap en slenter wankel over de stoep.
Aangekomen bij de deur staan Nick en Slava al achter mij met hun handen vol.
Na een paar keer mis steken krijg ik de sleutel eindelijk in het slot en open de deur.
Binnen plof ik op de bank en zak onderuit.
“Waar kunnen we dit neerzetten?”
Slava houdt de tassen in zijn handen omhoog.
Ik wijs naar de tafel bij mijn keuken, maar doe geen moeite om op te staan.
Nick komt naast me zitten en slaat een arm om mijn schouder.
Langzaam vlei ik me tegen hem aan en geniet van mijn nieuwe zachte kussen.
Een houterig schrapend geluid haalt me uit mijn vredig moment.
Slava zet de stoel aan de andere kant van de salontafel.
“Dus en wat nu?”
Ik kijk hem niet begrijpend aan.
“Het is gezellig en de avond is jong... heb je een paar leuke dvd’s?”
Het duurt even voor de vraag is aangekomen en dan wijs ik naar de kast onder mijn tv.
Al snel zit Slava op zijn knieën met zijn hoofd achter het deurtje.
Ik kan het niet nalaten om te kijken naar hoe zijn afgeknipte jeans om zijn kont spant.
Maar mijn kussentje is te zacht en warm en ik laat me weer tegen Nick aanzakken.
Met een paar dvd’s in zijn hand komt Slava weer omhoog.
“Oké, geen porno...” Slava geeft ons een knipoog en vervolgt “... maar we hebben een komedie, een actie en... erm... dit?”
Hij houdt Kung Pow, Fightclub en Interview with a vampire één voor één op.
“Nooit gedacht dat je into dat soort films was... geen slechte smaak”
Nick stemt voor Kung Pow en mij maakt het niks uit, dus steekt Slava de komedie in de speler.
Met een scheef oog zie ik hoe de film begint, maar al gauw voel ik mijn oogleden weer zwaar worden.
Voor ik in slaap val, hoor ik in mijn gedachten de echo van wat Nick die middag zei: “...Mijn vriendje...”
Met een brede glimlach op mijn gezicht betreed ik mijn dromen.
Het karakter Lynch is één van mijn verzinsels, maar heeft wel eigenschappen die ik van mensen uit mijn omgeving heb geleend. Ik kan dus niet zeggen dat het geheel fictief is, maar de gebeurtenissen hebben nooit plaatsgevonden. Omdat Lynch verzonnen is, zal hij meerdere rollen en/of personen kunnen zijn. Daarom dat in ieder verhaal hij anders omschreven wordt. De overige personages waar Lynch zijn avonturen mee beleeft zijn wel geheel fictief.
Veel lees plezier en laat gerust feedback en/of suggesties achter.
Langzaam voel ik hoe mijn droom steeds meer zijn grip op mij verliest.
De zon glipt door de gordijnen en zoals altijd wanneer je eigenlijk nog even door wil doezelen, schijnt hij precies in mijn gezicht.
Even word ik verrast door iets hards dat tegen mijn billen drukt, ondanks dat ik nog half slaap heb ik al snel door wat het is.
Zonder mijn ogen te openen, nestel ik me wat strakker tegen de ochtend erectie aan.
Wat is het heerlijk dat Nick het weekend kon blijven slapen, gaat er door mijn hoofd.
Als ik naar achter grijp en langzaam de bobbel door de boxer heen masseer, hoor ik een diepe kreun achter mij.
Het duurt even voor ik door heb dat de stem die deze kreun voortbrengt niet past bij Nick.
Met een schok open ik mijn ogen en kijk recht tegen het slapend gezicht van Nick die voor me ligt.
Ik draai me snel om en zie hoe Slava naast me wakker wordt.
Even kijken we elkaar verduft aan en dan tegelijkertijd kijken we naar beneden.
Mijn hand heeft zijn opwinding nog steeds vast, enkel gescheiden door het katoen van de zwarte boxer.
Als door een wesp gestoken laat ik los en trek mijn arm terug.
Slava krijgt een vale glimlach op zijn gezicht.
“Ook een goedemorgen” fluistert hij terwijl hij zich uitrekt.
Ik probeer mijn gedachten op orde te krijgen.
Vragen als “Wat doet Slava in mijn bed?”, “Hoe komt Slava bij mij EN Nick in bed?” en “What the fuck is er vannacht gebeurd?” racen door mijn hoofd.
Slava draait zich ondertussen om, glijdt onder de dekens uit en stapt uit bed.
In alleen zijn boxer staat ie naast het bed en rekt zich nog eens extra uit.
Of hij dit doet omdat hij het echt nodig heeft of omdat hij graag zijn lichaam met bijbehorende odol showt weet ik niet.
Maar zoals hij daar staat kan ik het niet laten hem goed te bekijken.
Even lijkt de chaos in mijn hoofd weg te zakken, een lege stilte die aangeeft dat mijn volledige aandacht op de zaligheid genaamd Slava is gevestigd.
Ik kan echter maar even van deze zaligheid genieten.
“Zo dat ziet er goed uit.” Vanachter hoor ik dat Nick ook wakker is geworden en zijn blik ook op Slava heeft gericht.
De chaos aan vragen komt als een stortvloed weer in mijn gedachten.
Dan opeens vind ik het antwoord op al de vragen in de vorm van een herinnering aan gisteren.
De stedelijke stilte omgeeft ons terwijl we richting de bushalte lopen.
Dat wil zeggen, auto’s claxonneren naar razende brommers en een oude man scheldt verontwaardigd naar de fietser die hem bijna van het zebrapad reed.
Soms zou ik toch liever in een klein dorpje wonen, dat of gewoon op het platteland tussen weilanden en bossen.
Even dreig ik weg te zakken in een dagdroom over naaktlopende boerenknechten als Nick me aanstoot .
“Is dat de bus die we moeten hebben?”
Een honderd meter voor ons rijdt lijn 11 richting de bushalte die eens zover staat.
Zonder een woord te zeggen zet ik een sprint in.
“Ja dus!!” hoor ik Nick nog achter me naroepen.
Even voel ik me schuldig, maar veel tijd heb ik daar niet voor.
Met gemak zie ik Nick langs me heen sprinten, het voordeel van zijn sportieve levensstijl.
Het lijkt wel of Nick met iedere stap sneller beweegt.
Nog voor ik halfweg de bushalte ben, staat hij al met één voet op de treeplank.
Als ik eindelijk hijgend bij de bushalte aankom, voel ik me alsof de koffie zijn weg naar buiten probeert te vinden.
“Schiet eens op, ik heb geen zin om achter op schema te komen!”
Nors kijkt de chauffeuse hoe ik incheck en nog hijgend naar achter in de bus loop.
Als ik bijna bij Nick aankom, geeft ze een flinke dot gas en verlies ik mijn evenwicht.
Onhandig probeer ik nog te grijpen naar een handvat, maar ik lig al bij Nick op schoot.
“Ik heb een kleine deja vu hier”
Nick’s lach om zijn eigen grap klink door de bus heen en ik voel hoe mensen naar ons beide kijken.
Ook al komt er een lichte vlaag van schaamte over me heen, lijkt hij zich van hen niks aan te trekken.
Op zijn gezicht staat een brede glimlach terwijl hij mij overeind helpt.
Ik wil mijn hand op zijn been leggen voor grip en ondersteuning, maar een volgende dot gas van de chauffeuse haalt mijn richtingsgevoel overhoop.
Bijna vol grijp ik Nick in zijn kruis, waar ik verrassend iets meer voel dan alleen een handvol spijkerstof.
Nick kijkt half verontschuldigend, half uitdagend op mij neer.
Snel takel ik me op de been en zet me naast hem neer.
Nick begint weer op zijn gebruikelijke wijze de stilte te vullen door honderduit te babbelen over alles en niks.
Ik kan er dit keer moeilijk mijn gedachten bijhouden, mijn hoofd duizelt en mijn hart bonkt na van de plotselinge inspanning.
Als ik 10 minuten later bijna mijn ademhaling weer in een rustiger ritme onder controle heb, komt de eindhalte in al zicht.
“Ik moet echt weer wat meer aan mijn conditie doen” fluister ik bijna onhoorbaar als ik me aan een buis omhoog hijs.
Nick heeft me schijnbaar gehoord want hij geeft me een geruststellend klopje op de schouder.
“Met je conditie komt het vanzelf goed als ik vaker op visite ben.”
De dubbelzinnigheid druipt er vanaf, maar ik ben wijselijk genoeg om er nu niet op in te gaan.
Waar de stedelijke stilte bij mij thuis nog onder rustig valt, is het in het centrum van ’s Hertogenbosch allesbehalve dat.
Honderden, zo niet duizenden mensen vinden hun weg naar hier, om de terrasjes en winkels te vullen.
“Zullen we nog even gaan zitten op een terrasje voordat we half Den Bosch gaan leeg kopen?”
Nick wijst naar een vrij tafeltje half in de zon.
Ergens lijkt me niks lekkerder om daar te zitten, maar mijn beschaamde innerlijk wil zich niet laten kennen.
Met een handgebaar wuif ik zijn voorstel weg “Ni... ni... niet.. no... dig.”
Nick haalt zijn schouders op en laat zijn blik door de winkelstraat glijden.
“Dus... waar wou je beginnen?”
Ik kijk hem even niet begrijpend aan.
“Of wou je niet een nieuwe garderobe aanschaffen?”
Ik kijk naar beneden, mijn eigen kleding inspecterend, zelf vind ik me niet verkeerd gekleed.
Oké, het is niet het meest modieuze, maar dat ben ik nooit geweest.
Met een overdreven nichterige stem probeert Nick een modenicht na te doen.
“Schat, begrijp me niet verkeerd. Maar dit kan echt meer... zooo... 2000-prehistorie.”
Even voel ik me opgelaten, deels door zijn opmerking en deels door de mensen die in het voorbijgaan naar ons kijken.
Als ik niet snel genoeg een reactie geef, doet Nick er nog een schepje bovenop.
“Nou kom op, we gaan naar het Jeans-center. Een fatsoenlijke broek voor je kopen!”
Met een overdramatisch gebaar draait Nick zich om en wijst naar het uithangbord van de genoemde winkel.
Deze omzwaai in zijn karakter doet me even twijfelen of ik niet gewoon de eerste de beste bus terug moet nemen, maar mijn onzekerheid overwint en slaafs begin ik achter hem aan te lopen.
Even later staan we voor een rek broeken te kijken wat er ligt, of ja... Nick kijkt.
In mijn hoofd probeer ik de plotselinge omzwaai van hem te doorgronden.
“... of lijkt jou deze enige broek niet leuk?”
Niet eens kijkend naar de broek haal ik mijn schouders op en laat een “uhu” klinken.
“Wat is er?” Nick laat gelijk het nichterig accent vallen en kijkt me vragend aan.
Zelfs nu weten zijn hel groene ogen me weer te vangen en weet ik niks te zeggen.
Zonder een woord te spreken kijken we elkaar zo een tijdlang aan, beide in onze eigen vertwijfeling
“Kan ik jullie ergens mee helpen?”
Een blonde meid van een jaar of zeventien onderbreekt ons eerste ongemakkelijke moment.
“Erm..” Nick lijkt te schakelen in zijn gedachten, maar dit keer ben ik hem voor.
“Ne... ne.. ee da.. da.. nk.. j j je.”
Even kijkt de blondine me aan alsof ik haar in een buitenaardse groet heb toegesproken, maar snel verschijnt haar brede verkopers glimlach weer terug op haar lippen.
“Oké, als jullie hulp nodig hebben horen we het graag!”
Met die woorden draait zij zich om en begroet de volgende klant.
In gedachten denk ik nog “ze werkt zeker op commissie..” en kijk weer naar Nick.
Nog steeds staat hij met de blauwe spijkerbroek in de handen.
Zijn gelaat wijst richting grond en een traan trekt een spoor langs zijn neus.
Even weet ik niet wat ik moet denken.
“Sorry” klinkt er opeens over zijn lippen “Ik duw soms mijn grappen te ver door en dan...”
Zijn schouders beginnen wat te schokken.
Snel pak ik hem vast in een sterke omhelzing.
“... voor mij is dit best nieuw terrein en ik .. ik...”
Door mijn shirt voel ik zijn warme, schokkerige adem heen komen.
In al die tijd dat ik contact met hem heb gehad, is het onderwerp van een mogelijke ex nooit ter sprake gekomen.
Ik had gewoon aangenomen dat door zijn karakter, uiterlijk en vooral extroverte voorkomen hij de ene na de andere jongen versleet.
Ergens voel ik me schuldig over die aanname, maar het gevoel van hem in mijn armen verdringt mijn gedachten ruimschoots.
Opeens voel ik een hand op mijn schouder.
“Wil hij misschien een glaasje water?”
De jonge blondine kijkt bezorgd naar Nick en mij.
Als ik langs haar heen kijk zie ik meer mensen naar ons staren.
In mijn hoofd klinkt een stem die ik al een tijd niet gehoord heb, mijn zelfvertrouwen geeft me een boost omhoog.
“J.. j...ja dank je... graag”
Met drie tassen op een stoel naast ons zitten we op het terras aan de Markt.
De joker op het menukaart lijkt vooruit te dansen als het op een briesje heen en weer wappert.
De zon lijkt zich door de parasol heen te willen branden en de warmte kleeft zich aan ons.
Tegenover mij zit Nick met zijn ogen dicht, half onderuit in de stoel.
Half klagend, half zuchtend, praat hij over de abruptheid van het weer.
“Nog geen week geleden liepen we in winterkleding en nu zou ik het liefste in een zwembroek zitten!”
Even in diepe gedachten staar ik naar het smeltende ijsklontje in mijn bruisend bronwater.
Ik zie voor me hoe Nick in een strakke speedo over straat paradeert.
Geen onaantrekkelijke aanzicht.
Verleidelijk gaan zijn handen over zijn billen om er vervolgens speels een paar keer op te slaan.
Als Nick weer omdraait zie ik een flinke aftekening omhoog lopen.
Mijn ogen volgen de richting tot ik een glimmende eikel boven de rand uit zie steken.
Als hij zijn duimen achter het elastiek haakt, drukt hij het stukje stof naar beneden.
“Hey, aarde aan Lynch!”
Zoals vaker schrik ik op uit mijn fantasiewereld.
Nick kijkt me vragend aan.
“Waar wil je dadelijk heen?” herhaalt hij “Ik bedoel, we hebben nu drie tassen vol voor mij...”
Even lijkt Nick te denken
“... drie tassen vol voor mij, min die twee paar sokken voor jou dan. Spannende keuze overigens.”
Als hij nog harder met zijn ogen zou rollen, vlogen ze er uit.
Even zucht ik.
“We... he.. heb ben.. nog genoe.. oeg.. tij tij ijd. Nu eve .. n pau pau pauze.”
Demonstratief hef ik mijn glas op en neem er een slok uit.
“Hey Lynch!”
Vanachter voel ik een stevige klap op mijn schouder, die me de helft van mijn glas in mijn kraag doet gieten.
“OE! Godv... Sorry! Dat was niet de bedoeling!”
Naast me torent een gespierde man uit.
Door de kou van de ijsklontjes die langs mijn huid glijden duurt het even voor ik deze vreemdeling herken.
“Sla.. va?” weet ik er uit te persen.
“Ja! Sorry, ik wou je niet laten schrikken!”
Nick zit tegenover mij, niet wetend of hij nu moet lachen om de grimassen die ik trek of zich onzichtbaar moet houden.
“Laat mij jullie een drankje aanbieden, dat is wel het minste wat ik nu voor je kan doen.”
Nog voor ik iets terug kan zeggen is Slava al naar binnen gesneld.
Nick kijkt mij vragend aan.
“Ver.. ple.. g.. g.. er” zeg ik wijzend naar mijn enkel.
Nick lijkt er niet veel wijzer op te zijn geworden, maar kan niet verder vragen als Slava met een dienblad waarop drie gevulde glazen staan en een doek terugkomt.
“Hier, kan je je een beetje drogen!”
Uitbundig als hij is gooit hij het vod in mijn gezicht.
Als een volleerde ober plaatst hij een nieuw glas spa rood voor me en twee glazen ijsthee bij Nick en een lege stoel.
“Vinden jullie toch niet erg als ik er bij kom zitten hè?”
Nick schudt van nee en nog voor ik kan reageren zit de Griekse godheid al aan ons tafeltje.
Slave steekt zijn grote hand uit naar Nick.
“Slava Nyedav! Verpleger van de zieke en normaal een stuk voorzichtiger.”
Het gebeurt niet vaak dat ik Nick zo overdonderd zie.
Zijn slanke hand wordt geheel aan het zicht ontnomen door die van Slava, iets wat niet alleen mij is opgevallen.
Met grote ogen kijkt Nick naar de immense aanwezigheid.
“Afgelopen week lag je er toch een stuk beter bij.”
Een ongemakkelijk lachje volgt zijn opmerking als Slava zich de woorden beseft en de dubbele lading er van.
Snel draait hij zich weer naar Nick.
“Ik heb zijn gips er af gehaald... niet dat je verkeerde dingen gaat denken!”
Even houdt hij stil voor Slava weer verder wil gaan.
“Ja, ik begrijp het nu wel. Neem maar een slok voor je je eigen graf nog dieper graaft.”
Nick geeft Slava een geruststellend klopje op de arm, zijn glimlach schijnt op eenieder geruststellend te kunnen werken.
Het is even stil als we bijna tegelijk een slok van ons glas nemen.
“Smaakt toch wel goed zo op een hete dag.”
Nick lijkt zich al weer hersteld te hebben na deze donderende introductie.
“Dus... jij bent degene die mijn vriendje van z’n gips heeft verlost?”
Als ik de zin nog eens door mijn hoofd laat gaan, valt het me op dat de nadruk op het woord “mijn” ligt.
Met een schok dringt het ook tot me door dat hij mij z’n vriend heeft genoemd.
“Oww. Dus jullie zijn... erm... damn...”
Slava wijst van Nick naar mij en terug.
“Leuk voor je! Hij is een aardige jongen.”
Even denk ik een kleine teleurstelling te horen in Slava’s stem.
Na nog een slok van zijn ijsthee te hebben genomen, draait Slava richting mij.
“En hoe is het met de enkel?”
De toon in zijn stem lijkt opeens heel professioneel te zijn geworden.
“Ja.. goe.. goe... d, zit .. .e .. er... no nog... a aa... aan”
Even grinniken we alle drie, meer door het feit dat we niet weten verder te komen in deze situatie.
“Enne... hoe lang zijn jullie al samen? “
Ik kijk Nick vragend aan, niet wetend hoe ik deze vraag moet beantwoorden.
“Sinds vandaag eigenlijk officieel.”
Waar ik net nog koude rillingen had van het gemorste water, voel ik bij deze woorden nu een warm gevoel opkomen.
Zwijmelend klinkt het in mijn hoofd “Ik ben zijn vriend.”
Waar in de verwachting lag dat het een gezellig middagje met zijn tweeën zou worden, blijkt Slava een welkome aanvulling te zijn aan gezelschap.
Ook al ging het in het begin wat stroef, praten hij en Nick honderduit.
Normaal gesproken voel ik me in dit soort gevallen als een derde wiel, maar nu voel ik me op mijn gemak.
Ik weet niet zeker of dit komt omdat Nick me zojuist geclaimd heeft, of doordat het er op lijkt dat ik er een vriend bij heb.
Of ja... op zijn minst een kennis.
Het ging dan ook vrij natuurlijk dat, toen we weer genoeg energie hadden om het shoppen te hervatten, Slava gewoon mee ging.
Al babbelend lopen we door de straten heen als we langs de Cool Cat lopen.
Op zijn zachtst gezegd is het niet zo mijn stijl aan kleding, maar Nick en Slava dringen er op aan dat we toch naar binnen gaan.
Terwijl de beide heren zich volop in de rekken storten, kijk ik een beetje her en der.
Ik verwacht toch niet dat ik hier iets vind wat van mijn gading is.
“Lynch!” Nick roept me zowat vanaf de andere kant van het pand “... dit zal je vast wel leuk vinden!”
Enkele mensen kijken gestoord van hem naar mij, maar na een dag met Nick te hebben doorgebracht, gaat het mij steeds makkelijker af om me er, net als hij, niks van aan te trekken.
Op mijn gemak loop ik richting Nick en kijk wat hij in de handen heeft.
Het blijkt een wit T-shirt te zijn met op het eerste oog een bloempatroon. Als ik wat beter kijk zie ik dat de “bloemen” zicht geven op een skyline.
“Ik denk dat het je vast heel goed zal staan.”
Met glinsterende ogen kijkt Nick me hoopvol aan alsof hij een trouwe hond is in afwachting van een beloning.
Ik kijk nogmaals naar het shirt en probeer mezelf er in voor te stellen.
“Trek het dan op zijn minst even aan, dan kan ik zien of ik gelijk had.”
Half dwingend en half begeleidend duwt hij mij richting de kleedhokjes langs de muur.
Daar aangekomen geeft hij me een laatste duw het hokje in en gooit me het shirt over het hoofd.
Ergens voel ik me voor paal staan, maar veel tijd om na te denken krijg ik niet.
“Een L was toch wel groot genoeg voor je?”
Nick heeft er duidelijk schik in om mij eindelijk eens in iets moderners te steken.
Met een lichte tegenzin besluit ik toch maar toe te geven aan zijn vraag en begin mijn overhemd los te knopen.
Als ik het T-shirt over dat van mezelf wil aantrekken, begint Nick te sputteren.
“Nee dat is geen gezicht, je trekt toch geen twee T-shirts over elkaar aan? Uit dat ding.”
Even slaak ik een diepe zucht en begin mijn eigen shirt dan ook uit te trekken.
Terwijl ik het op het haakje hang, bedenk ik me opeens dat ik het hokje niet heb afgesloten en iedereen dus doodleuk naar binnen kan kijken.
Ik voel mezelf weer bewust worden over mijn harige verschijning en trek snel het nieuwe shirt aan.
Even twijfel ik, maar stap dan uit het hokje en laat me keuren door Nick.
“Draai je eens om?” Hij kijkt goedkeurend naar hoe ik ongemakkelijk om mijn as draai “... Oké en nu weer naar mij kijken.”
Als ik me naar hem draai zie ik een glimp van mezelf in de spiegel.
Zonder afwachten draai ik me nu volledig naar mijn reflectie en bekijk mezelf eens goed.
Het valt me eigenlijk best mee, het zou niet mijn eerste keuze zijn, maar daarom steekt het ook zo af tegen mijn normale smaak.
Ik draai me half om, bekijk me van de zijkant en dan eens van de andere zijde.
Deels omdat ik Nick een pleziertje wil gunnen, maar ook omdat hij toch wel gelijk had besluit in het shirt te kopen.
Als ik terugloop naar mijn pashokje, zie ik door een kier dat in dat ernaast Slava een tanktop aan het passen is.
Zijn spieren tekenen strak af in de strakke stof en zijn dikke armen lijken zich nog meer op te bollen door de verkregen vrijheid.
Toen ik hem zag een paar weken geleden in het ziekenhuis, viel het me al op dat zijn verplegersuniform strak om zijn gespierde lijf zat.
Maar nu ik hem zo zie, kan ik me zo voorstellen dat hij er jaren in heeft gestoken om dit uiterlijk te krijgen.
Snel kijk ik over mijn schouder terug de spiegel in.
Het shirt dat ik aan heb trekt zich ook strak om mijn lichaam, maar niet van de spieren.
Mijn behaarde armen hangen slap omlaag en weer zie ik mezelf zeer kritisch ogen.
“Och, ik doe er Nick op zijn minst een plezier mee” gaat er door mijn hoofd terwijl ik ook besluit om toch maar een XL te nemen.
Met meer tassen dan handen, lopen we na sluitingstijd door de leegstromende straten van het centrum.
Naast het shirt heeft Nick me ook nog zo ver gekregen om een bijpassende spijkerbroek en overhemd te kopen.
Dat laatste had ik toch al nodig, alleen de felle kleur was een idee van Nick.
Als we aankomen bij een T-splitsing volgt er een raar moment.
Slava wil de ene kant op lopen, richting de parkeerplaats waar zijn auto staat en wij de andere kant naar de bushalte.
Door de abruptheid van de situatie botsen we bijna tegen elkaar op.
“O ja, jullie waren met de bus hè?” Slava probeert ondertussen de tassen uit de knoop te halen.
“Wat zouden jullie er van zeggen als we de tassen bij mij in de auto zetten?” Zijn blik gaat vragend van mij naar Nick. “Het is nog te gezellig om nu al afscheid te moeten nemen, dus laten we gewoon ergens gaan eten en dan zet ik jullie naderhand wel thuis af.”
Even kijk ik met dezelfde vragende opgetrokken wenkbrauw als Slava naar Nick.
“Lij...kt m... me we... el leu.. eu.. euk.”
We keren gezamenlijk richting de parkeerplaats en beginnen het bekende discussiepunt “Dus... waar hebben we zin in?”
Na een paar voorstellen over en weer, besluiten we naar Stevano’s te gaan.
“Goedkoop, maar uitstekend Italiaans eten.” Nick grinnikt even “Dat eerste is wel nodig na onze winkelmiddag.”
Een half uur laten zitten we in een schemerig hoekje van het restaurant, te wachten tot ze onze drankjes opnemen.
“Ze hebben hier een best goede zoete witte wijn, ooit geproefd?”
Ik schud mijn hoofd richting Slava.
“Hou... ou nie...iet zo... o va.. a... n wij... ij... ijn.”
“Of van iedere andere alcoholische drank” de stem in mijn hoofd is jammer genoeg niet hoorbaar voor mijn tafelgenoten.
“Onzin, iedereen houdt van wijn. Je moet het alleen leren drinken!”
Van Nick lijk in geen bijstand te krijgen, want hij knikt instemmend.
Omdat ik voor mijn doen toch al aardig uit mijn normale comfortzone ben gehaald, geef ik nu ook weer toe en al snel staat er een karaf wijn met drie glazen op tafel.
Als de serveerster onze bestelling heeft opgenomen en weg is, verraadt Slava weer dat hij ervaring heeft in de horeca, door de glazen blind tot op exact gelijke hoogte te vullen.
Met een ruim gebaar heft hij zijn glas op “Dat deze gezellige dag nog even door mag gaan”.
Even klinken onze glazen tegen elkaar en dan nemen mijn tafelgezellen een slok.
Nick laat een goedkeurend geluid horen, evenals Slava die vervolgens hoopvol naar mij kijkt.
Twijfelend zet ik het glas aan mijn lippen en kantel het langzaam tot ik mijn lippen nat voel worden.
Ik laat een flinke hoeveelheid naar binnen stromen en proef een licht fruitige smaak langs mijn tong strelen.
Even komt ook van mij het goedkeurende geluid.
Maar al snel vervliegt de eerste kennismaking en een bitter zure smaak neemt haar plaats in.
Ik weet niet of ik de wijn terug het glas in moet spugen of moet doorslikken.
Na een haastige discussie in mijn hoofd besluit ik door te slikken.
“En?” Slava en nu ook Nick kijken me vol afwachting aan.
Snel probeer ik een diplomatiek antwoord te bedenken.
“Hee..ft eu.. eu...een mom..moom ... ent ... no nodig om d..de vol..ledig... e sma...aa...k t...te ... kr... ij.. gen.”
Verheugd kijkt Slava naar mij “Zie je? Ik zei toch dat ze een goede wijn hadden?”
Ook al was de dag zonnig en warm, is het tijdens ons verblijf in het restaurant gaan motregenen.
Ik merk het echter niet, ondersteunt door Slava zwalk ik door de straat.
“Jij drinkt echt geen alcohol hè?” Slava heeft een bezorgde blik op zijn gezicht.
Zelfs zonder dubbele tong zou ik al moeite hebben uit mijn woorden te komen, dus besluit ik maar nee te schudden.
Iets wat ik ook weer gelijk betreur, de wereld draait om me heen, zelfs als ik mijn hoofd weer stil houd.
Nick kan het niet helpen te giechelen als hij mijn verdwaasde blik ziet.
“Denk dat ie beter niet dat tweede glas had kunnen nemen, laat staan het derde.”
Normaal zou de wandeling van het restaurant naar de parkeerplaats hooguit een kwartier duren, maar met mijn slepende voeten duurt het zeker het driedubbele.
Ik merk dat de frisse lucht me goed doet en tegen de tijd dat we bij de auto van Slava zijn, voel ik me al wat meer helder.
Nick en ik kruipen de Seat in, ik op de achterbank en hij op de passagierszitting.
“Dus... waarheen?” Slava kijkt naar Nick voor wegaanwijzingen.
“Erm... ik weet de straat, maar als je me vraagt hoe er te komen zeg ik: met de bus.”
Slava kijkt achterom, lijkt even te denken en grinnikt.
“Niet lullig bedoeld, maar misschien beter om toch maar de Tomtom in te schakelen.”
Ik weet niet of het een toespeling op mijn spraakprobleem is, of mijn aangeschoten staat.
Besluitend dat het in beide gevallen klopt, wuif ik de opmerking weg.
Nick geeft de straatnaam door en Slava zet zijn rode vierwieler in beweging.
Als de lucht leegstroomt van zonnestralen, beginnen de lantarenpalen hem weer te vullen.
Hypnotiserend flitsend schieten ze voorbij en langzaam voel ik me wegzakken.
Niet geheel per ongeluk trapt Slava iets te hard op de rem en met een schok staat de auto stil op de parkeerplaats naast mijn appartementencomplex, mijn ogen zijn gelijk open.
“We zijn er!” Nick kan weer een giechel niet onderdrukken.
“Wacht maar tot jij dronken bent!” schiet er door mijn hoofd.
Met meer moeite dan toen ik instapte probeer ik uit de krappe Seat te klauteren.
Als ik er eindelijk uit ben, bedenk ik me dat de tassen nog op de achterbank staan en maak aanstalten om ze te pakken.
“Ik... denk dat het beter is als ik ze voor je pak!” Nick klopt me geruststellend op de rug en schiet voor mij langs de auto in.
Ik besluit dan maar richting voordeur te lopen en hem te openen voor mijn pakezels.
Even gniffel ik over de flauwe grap en slenter wankel over de stoep.
Aangekomen bij de deur staan Nick en Slava al achter mij met hun handen vol.
Na een paar keer mis steken krijg ik de sleutel eindelijk in het slot en open de deur.
Binnen plof ik op de bank en zak onderuit.
“Waar kunnen we dit neerzetten?”
Slava houdt de tassen in zijn handen omhoog.
Ik wijs naar de tafel bij mijn keuken, maar doe geen moeite om op te staan.
Nick komt naast me zitten en slaat een arm om mijn schouder.
Langzaam vlei ik me tegen hem aan en geniet van mijn nieuwe zachte kussen.
Een houterig schrapend geluid haalt me uit mijn vredig moment.
Slava zet de stoel aan de andere kant van de salontafel.
“Dus en wat nu?”
Ik kijk hem niet begrijpend aan.
“Het is gezellig en de avond is jong... heb je een paar leuke dvd’s?”
Het duurt even voor de vraag is aangekomen en dan wijs ik naar de kast onder mijn tv.
Al snel zit Slava op zijn knieën met zijn hoofd achter het deurtje.
Ik kan het niet nalaten om te kijken naar hoe zijn afgeknipte jeans om zijn kont spant.
Maar mijn kussentje is te zacht en warm en ik laat me weer tegen Nick aanzakken.
Met een paar dvd’s in zijn hand komt Slava weer omhoog.
“Oké, geen porno...” Slava geeft ons een knipoog en vervolgt “... maar we hebben een komedie, een actie en... erm... dit?”
Hij houdt Kung Pow, Fightclub en Interview with a vampire één voor één op.
“Nooit gedacht dat je into dat soort films was... geen slechte smaak”
Nick stemt voor Kung Pow en mij maakt het niks uit, dus steekt Slava de komedie in de speler.
Met een scheef oog zie ik hoe de film begint, maar al gauw voel ik mijn oogleden weer zwaar worden.
Voor ik in slaap val, hoor ik in mijn gedachten de echo van wat Nick die middag zei: “...Mijn vriendje...”
Met een brede glimlach op mijn gezicht betreed ik mijn dromen.
Lees verder: Lynch En Nick - 5
Trefwoord(en): Romance,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10